Memo stand van zaken Nota Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen voor de implementatie van de 3 decentralisaties 2015 – 2016 Beste collega’s In het voorjaar hebben veel van jullie meegewerkt aan de nota afspraken basisvoorzieningen Wmo, Participatie en Jeugd 2015-2016. Dit heeft geresulteerd in een conceptversie op 10 juli 2014. In deze memo breng ik jullie op de hoogte van de stand van zaken en de vervolgstappen die naar aanleiding van deze nota genomen zijn/worden. Bestuurlijk traject: Na het reces is de conceptnota in het wethoudersoverleg 3D besproken. Daar bleek wethouder jeugd Simone Kukenheim nog vragen te hebben over nut en noodzaak van de nota, ook wilde zij nog een aantal inhoudelijke aanpassingen maken over jeugd met name in hoofdstuk 3. Deze vragen zijn in de staf van wethouder Kukenheim beantwoord en er zijn toezeggingen gedaan voor het verwerken van een aantal wijzigingen in de nota. (zie overzicht aanpassingen). Op 4 september heeft de Wmo adviesraad tijdens hun reguliere vergadering advies uitgebracht waarin ook zij een aantal aanpassingen in de tekst opgenomen wilden zien. Tot slot is de nota op het wethoudersoverleg 3D van 30 september opnieuw geagendeerd. Daar is besloten de door de wethouder Jeugd en de Wmo adviesraad voorgestelde wijzigingen in de tekst aan te passen en de nota vrij te geven voor advies aan de bestuurscommissies. Volgende week ontvangen de bestuurscommissies de definitieve nota samen met een begeleidende brief met de vraag om binnen zes weken een gecoördineerd advies uit te brengen. Wijzigingen van de tekst in de nota ten opzichte van de versie van 10 juli: Om ervoor te zorgen dat jullie je bestuurscommissies zo goed mogelijke input kunnen geven op het gecoördineerde advies zet ik hieronder de belangrijkste wijzigingen in de definitieve versie ten opzichte van de versie van 10 juli op een rij. Aanpassingen vanuit Wethouderoverleg 3D: 1) De titel is aangepast omdat er veel vragen en misverstanden waren over de scope van de nota. In paragraaf 1.6 scope is de scope aangescherpt en is op verzoek van wethouder Kukenheim een passage opgenomen over de relatie tussen deze nota en de vanuit onderwijs nog op te stellen Lokale Educatieve Agenda. 2) Op verzoek van wethouder Vliegenthart is de term pedagogische civil society vervangen voor pedagogische dragende samenleving. 3) Op verzoek van wethouder Kukenheim is in paragraaf 3.1 op pagina 17 het eerste deel van de derde alinea waarin de taken van de bestuurscommissies zijn beschreven op gebied van jeugd in begrijpelijker Nederlands beschreven, inhoud is gelijk gebleven. 4) Op verzoek van wethouder Kukenheim is in paragraaf 3.1 in de laatste alinea het meiden en jongerenwerk meer in evenwicht beschreven en zijn de doelstellingen hiervan aangescherpt, waarbij expliciet is gemaakt dat ontmoeting en ontspanning geen doel op zich is. Verwerkte aanpassingen Wmo adviesraad: 1) Paragraaf 1.7 op pagina 12: hier is bij de vervolgstappen opgenomen dat de realisatie van de afspraken op gebiedsniveau gevolgd zullen worden (monitoren) en de afspraken periodiek geëvalueerd zullen worden. Dit naar aanleiding van de constatering van de Wmo adviesraad dat de nota ‘optimistisch van toonzetting’ is – met name als het gaat om de veronderstelde ‘draagkracht’ van de dragende samenleving. 2) Paragraaf 1.4 op pagina 7: Laatste zin van de 2de alinea is op verzoek van Wmo adviesraad aangepast in begrijpelijker Nederlands. Daar stond: ‘Daaruit blijkt dat gebiedsgericht werken en een zwaarder beroep op de eigen kracht van Amsterdammers en de dragende samenleving belangrijke uitgangspunten voor de uitvoering van de zwaardere ondersteuning zijn.’ Dat is geworden: ‘Een sterke 3) 4) 5) 6) dragende samenleving is een belangrijk fundament voor de uitvoering van de zwaardere ondersteuning voor Amsterdammers vanuit de wijkteams.’ Paragraaf 1.7 op pagina 12: Bij vervolgproces is toegevoegd hoe de afspraken geëvalueerd zullen worden. Dit naar aanleiding van de opmerking van de Wmo adviesraad over de wenselijkheid van het stuk. Evaluatie zou moeten uitwijzen of het realiseren van de afspraken haalbaar is. Hfd 2 afspraak 11 op pagina 15: De adviesraad wenst in de nota benadrukt te zien dat ouders in alle gevallen eindverantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Dat kwam ter sprake bij genoemde afspraak op pagina 15. Verantwoordelijkheid van ouders is bij wet geregeld. Een verwijzing naar de wetstekst is een voetnoot opgenomen. Hfd 4 paragraaf 4.4 pagina 30: Hierin is de afspraak toegevoegd dat bestuurscommissies, vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties er op toe zien dat er aandacht is voor de bescherming van mantelzorgers, vrijwilligers en zorgontvangers om situaties van misbruik te voorkomen. Hfd 6 paragraaf 6.1 pagina 37: Hierin is opgenomen dat langdurige mantelzorg door jongeren ene ongewenste situatie is die zoveel mogelijk voorkomen dient te worden. Vervolgopdracht: In de nota staan op pagina 12 in paragraag 1.7 een aantal vervolgstappen benoemd. Over stap 1 ben ik samen met jaap Storteboom in gesprek met de mensen die in de stadsdelen in het kader van gebiedsgericht werken zich bezig houden met het opstellen van de gebiedsagenda’s en plannen. Bedoeling is om in de vijf startgebieden voor de integrale pilots van de decentralisaties aan de slag te gaan met het concreet formuleren van de opgaven in die gebieden met betrekking tot de realisatie van de afspraken over de basisvoorzieningen. Stap 2 en 3 worden in eerste instantie uitgewerkt voor het thema stimuleren en versterken van de informele zorg en vrijwillige inzet. Voor dit thema heb ik een opdrachtformulering gemaakt om met de stadsdelen, de RVA Zorg, de RVE participatie en de lokale en stedelijke maatschappelijke partners in het veld te komen tot een gezamenlijke inhoudelijke agenda “ We Amsterdam’ voor de periode 2015-2018. het betreft een concrete ontwikkelagenda met daarin concrete speerpunten en prioriteiten voor de komende vier jaar. Doel van deze agenda om in het kader van de opgave van de drie decentralisaties ons in Amsterdam gezamenlijk in te spannen om meer vrijwilligers in zorg en welzijn te werven en te behouden. In deze agenda is ruimte voor het aanscherpen van de taken tussen de bestuurscommissies en het college van B&W en voor de verschillende rollen van gemeente en het veld. De opdrachtformulering wordt ambtelijk vastgesteld door een vertegenwoordiging van directeuren van de stadsdelen (vanuit SMO) en door de RVE directeuren Hetty Vlug en Ronald Venderbosch. Het nog op te stellen plan van aanpak zal in co creatie gebeuren met zowel stadsdelen, als RVE’s en maatschappelijke partners. Voor stap 3 wordt in de begeleidende brief aan de bestuurscommissies gevraagd welke ideeën zij hebben over het monitoren en evalueren van het realiseren van de afspraken binnen de gebiedscyclus. Ik hoop jullie met deze memo voldoende te hebben geïnformeerd, als er nog vragen zijn hoor over de stand van zaken of vervolgstappen hoor ik dat graag. Ik wens jullie veel succes met de het opstellen van het bestuurlijk advies. Ik hoop dat we op basis van het advies van de bestuurscommissies tot een soepele besluitvorming in het college van B&W kunnen komen zodat we met elkaar ons kunnen concentreren op de uitvoering. Met vriendelijke groeten, Mary Bezuijen Projectleider afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen
© Copyright 2024 ExpyDoc