OndersteuningsplanSKOZOK2014_2015 pionier

Ondersteuningsplan
De Pionier
2014-2015
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Inleiding ............................................................................................................................. 3
1.
Visie op lichte ondersteuning ..................................................................................... 4
2.
Inrichting van de lichte ondersteuning ...................................................................... 5
3.
Handelingsgericht werken ......................................................................................... 6
3.3
De fasen van ondersteuningsniveau en zorgniveau............................................................................ 10
3.4
Groepsbesprekingen (ondersteuningsniveau 2) ................................................................................. 12
3.5
Het groepsbezoek............................................................................................................................. 13
3.6
De leerlingbespreking (Zorgniveau 3A of 3B) ..................................................................................... 14
3.7
Het Zorg AdviesTeam ZAT. (Zorgniveau 4) ......................................................................................... 14
3.8
Het Ontwikkelings Perspectief (Zorgniveau 4)................................................................................... 14
3.9
Individuele leerlijn (uitstroomperspectief) OOP (zorgniveau 4) ......................................................... 14
3.10
4
Verwijzing (ondersteuningsniveau 5) ............................................................................................. 15
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen ..................................................... 15
4.1
Toetsen ............................................................................................................................................ 15
4.2
Dossier ............................................................................................................................................. 15
4.3
Overdracht ....................................................................................................................................... 16
5
Communicatie .......................................................................................................... 16
5.1
Interne communicatie ...................................................................................................................... 16
5.2.
Externe communicatie ...................................................................................................................... 17
5.3.
Communicatie rond verantwoording en ontwikkeling ondersteuningsplan ........................................ 17
6.
De rol van de leerkracht, de KO, de directeur, de ouder. .......................................... 17
6.1.
de leerkracht, de kwaliteitsondersteuner en de directeur .................................................................. 17
6.2.
De ouder(s) / verzorger(s) ................................................................................................................. 20
7.
Schoolniveau ............................................................................................................ 21
7.1.
De ondersteunings structuur ............................................................................................................ 21
7.2.
Toetskalender .................................................................................................................................. 25
7.3.
Aanvullende school specifieke informatie ......................................................................................... 25
7.4.
Dyslexieprotocol .............................................................................................................................. 26
7.5.
In en doorstroombeleid .................................................................................................................... 26
7.6.
Veiligheidsprotocol........................................................................................................................... 28
8.
Bijlagen: .................................................................................................................. 29
Bijlage A: Checklist voorbereiding groepsbespreking.................................................................................. 29
Bijlage B Checklist voorbereiding leerlingbespreking .................................................................................. 30
Bijlage C Format ondersteuningsniveaus ..................................................................................................... 34
Bijlage D HGW in schema ........................................................................................................................... 35
Blz. 2
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Inleiding
In de wet Primair onderwijs is opgenomen dat een zorgplan een verplicht document is.
Dit document vormt de kaders voor de SKOzoK scholen waarbinnen men de zorg voor alle kinderen
organiseert. De scholen zorgen voor een specifieke invulling.
Het plan sluit aan bij het ondersteuningsprofiel van SWV De Kempen 30-09
In dit ondersteuningsplan worden de volgende zaken beschreven:
- De ondersteuningsvoorzieningen:
o Op de basisscholen
o Op het SBO
o De bovenschoolse zorg
 Zorg Advies Team (ZAT)
 Centrum Jeugd en Gezin
 Lichte ondersteuning
 Zware ondersteuning
- Jaarverslag en begroting
- Planning
Op 1 augustus 2014 treedt de wet op Passend onderwijs in werking. In dit plan is de inrichting van de
basisondersteuning en lichte ondersteuning beschreven. De inrichting van de zware ondersteuning is
nog niet verder uitgewerkt. Op het moment dat de zware ondersteuning ingericht zal dit plan op dit
onderdeel worden aangepast.
Kijk op lichte ondersteuning
Vanaf augustus 2014 zijn schoolbesturen in onze regio zelf verantwoordelijk voor basisondersteuning en
lichte ondersteuning. Bij basisondersteuning kan gedacht worden aan het reguliere onderwijsaanbod
voor alle kinderen. Onder lichte ondersteuning worden lichte maar vooral ook preventieve maatregelen
verstaan in de vorm van een arrangement of een voorziening voor een kind, groep of een schoolteam
zoals begeleiding van de leerkracht door een expert. Om uitvoer te geven aan de verantwoordelijkheid
voor lichte ondersteuning, ontvangen schoolbesturen middelen van het samenwerkingsverband PO3009
(SWV PO3009). Met die middelen kunnen zij aansluitend bij hun eigen visie en beleidskeuzen een goede
structuur voor basis- en lichte ondersteuning neerzetten.
Beelden bij de nieuwe situatie:
 Scholen zijn en blijven verantwoordelijk voor kwalitatief goed onderwijs waarbij zo goed mogelijk
aangesloten wordt bij de onderwijsbehoeften van kinderen. Een goede ondersteuningsstructuur
aangestuurd door de KO-er is hierbij van groot belang.

De populatie kinderen zal niet drastisch veranderen door de invoer van Passend Onderwijs. Kinderen
hebben recht op passend onderwijs maar de plek waar dat gerealiseerd wordt, hoeft niet altijd een
reguliere basisschool te zijn. In sommige situaties is Sbo, SO of een andere voorziening de meest
passende plek.
Blz. 3
Ondersteuningsplan plan Skozok
1.
schooljaar 14-15
Visie op lichte ondersteuning
1.1 Visie
SKOzoK verwelkomt al jaren kinderen met een lichte ondersteuningsbehoefte op haar scholen, dit
blijkt uit de statistieken. De nieuwe wetgeving heeft geen consequenties voor het uitgangspunt van
SKOzoK en wij willen deze lijn voortzetten. Dit komt dan ook naar voren in het ondersteuningsprofiel
van SKOzoK.
Er is binnen het onderwijs sprake van een toename in diversiteit en complexiteit van problematieken.
Het bieden van passend onderwijs, eveneens aan deze leerlingen en groepen met specifieke
onderwijsbehoeften, vraagt in sommige situaties om specialistische expertise. Binnen de organisatie zijn
leerkrachten met de benodigde specialistische expertise aanwezig.
De keuze van SWV PO3009 om lichte ondersteuning op bestuursniveau vorm te geven, biedt kansen om
deze expertise breder te delen.
Wanneer een basisschool een ondersteuningsvraag heeft waar op schoolniveau onvoldoende expertise
voor aanwezig is, kan een beroep gedaan worden op een netwerk van leerkrachten met specialistische
expertise. We creëren daarmee een win-win situatie. Scholen kunnen op een laagdrempelige manier
ondersteuningsvragen voorleggen aan een deskundige leerkracht die goed op de hoogte is van de visie
en processen binnen de organisatie en vanuit eigen praktijkervaringen mee kan denken en kan coachen.
1.2 Uitgangspunten
Preventief of bij relatief kleine signalen inzetten van ondersteuning Vaak wordt ondersteuning pas
ingezet wanneer een complex probleem is ontstaan. Terugkijkend op de situatie is vaak al eerder
gesignaleerd dat er iets aan de hand is. Waarnemen van kleine signalen en die vervolgens goed duiden,
vraagt doorlopend om een onderzoekende houding en alertheid van alle betrokkenen. Door in een
vroeg stadium preventief ondersteuning in te zetten, kunnen zaken voorkomen worden of er kan
geanticipeerd worden op zaken die naar verwachting gaan komen. Laagdrempeligheid van de nieuw in
te richten voorziening voor lichte ondersteuning is daarom van groot belang.
 Welke deskundigheid binnen de organisatie en welke van buiten halen? De organisatie moet een
afweging maken welke expertise ze in huis wil hebben en/of houden en welke deskundigheid van
buiten de organisatie moet worden ingeroepen. Om die afweging te kunnen maken moet worden
verkend over welke expertise we intern beschikken en of die kwalitatief voldoende is om aan onze
behoefte te voldoen. Daarnaast helpt de blik van buiten om geïnspireerd, kritisch en in ontwikkeling
te blijven.

Focus leggen op het systeem en minder op het individuele kind
Maatschappelijk wordt gezien dat de diversiteit aan kinderen en dus ook groepen op basisscholen
toeneemt. Om in het onderwijs hierop te kunnen anticiperen is pedagogische en cognitieve
afstemming nodig. Daarbij is goed klassenmanagement essentieel. De afstemming moet niet alleen
gericht zijn op specifieke kindkenmerken maar veel meer op het hele systeem (dit kind, in deze
groep, met deze leerkracht(en), op deze school, met deze ouders), met als doel dat het hele systeem
beter toegerust is om gezamenlijk de passende ondersteuning te bieden die nodig is. Het effect
moet zijn dat bij vergelijkbare ondersteuningsvragen de leerkrachten en de school over een breder
handelingsrepertoire beschikken.
Blz. 4
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15

Krachten bundelen met CJG in de gemeenten Door de nieuwe Jeugdwet wordt de gemeente naar
verwachting vanaf 1-1-2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg. Het CJG zal in dit
kader een belangrijke positie in gaan nemen. Veel van de kinderen die met name pedagogische
ondersteuning nodig hebben op school, hebben dit eveneens nodig in andere situaties. Door goed
samen te werken met gemeenten, kan de frustratie van de bureaucratie rondom de jeugdzorg
mogelijk verminderd worden en kunnen zaken sneller en efficiënter in gang gezet worden.

De KO-er initieert, monitort en borgt de lichte ondersteuning De school is zelf in staat om
ondersteuningsvragen t/m ondersteuningsniveau 3b op schoolniveau te realiseren. Dit wordt de
basisondersteuning genoemd. De KO-er bewaakt in samenwerking met de clusterdirecteur de
kwaliteit van de basisondersteuning. Ondersteuningsniveau 4 zou gezien kunnen worden als lichte
ondersteuning. De KO-er beoordeelt of ondersteuningsniveau 4 gerechtvaardigd is en initieert de
ondersteuning die nodig is. Hierbij dient opgemerkt te worden dat lichte ondersteuning ook een
preventief karakter moet hebben. Dat betekent dat ook in ondersteuningsniveau 1 t/m 3 altijd de
mogelijkheid moet bestaan om een adviesvraag neer te leggen bij een deskundige van buiten de
school. Een goed samenspel tussen de KO-er (generalist) en de specialist is voorwaardelijk om te
komen tot een goede implementatie en borging van de ingezette extra ondersteuning.
2.
Inrichting van de lichte ondersteuning
2.1 Ondersteuningsnetwerk
Er wordt gesproken over een ondersteuningsnetwerk. Wat houdt dit in:
 Er wordt voor SKOzoK een ondersteuningsnetwerk ingericht van Lichte Ondersteuners (LO-ers). Dit
zijn leerkrachten met specifieke ervaring en deskundigheid die werkzaam zijn in het primaire proces.
Naast hun taken in de eigen groep begeleiden zij collega’s t.a.v. een ondersteuningsvraag. Deze
ondersteuning kan gericht zijn op zowel didactiek als pedagogiek of een combi van beiden.
 De volgende specialisaties moet aanwezig zijn binnen het ondersteuningsnetwerk.
o Taal/lezen
o Rekenen
o Sociaal-emotionele ontwikkeling / Gedrag
o Werkhouding/motivatie
o Studievaardigheden
o Hoogbegaafdheid
De LO-ers zijn gespecialiseerd in 1 of meerdere van bovenstaande gebieden. Daarnaast is kennis van
klassenmanagement en pedagogisch handelen van belang. De vragen die voorgelegd worden aan LO-ers
zijn veelal complex en gericht op zowel pedagogische als didactische aspecten. Er wordt integraal naar
een problematiek gekeken om versnippering en beperkte diepgang te voorkomen.
 De uitgangspunten en cyclus van handelingsgericht werken (HGW) liggen ten grondslag aan de
ondersteuningsstructuur die binnen SKOzoK gehanteerd wordt. De ondersteuning van de LO-ers
dient aan te sluiten bij de HGW uitgangspunten en cyclus.
Blz. 5
Ondersteuningsplan plan Skozok
3.
schooljaar 14-15
Handelingsgericht werken
3.1 Visie
Ieder kind op onze scholen verdient onze zorg. Het handelingsgericht
werken (HGW) is het kader van waaruit we de leerlingbegeleiding
gestalte geven. Met HGW beogen wij de kwaliteit van ons onderwijs
en de begeleiding van al onze kinderen te verbeteren. HGW maakt
adaptief onderwijs en doeltreffende leerlingbegeleiding concreet,
zodat ons team effectief kan omgaan met verschillen tussen
kinderen. HGW is een planmatige en cyclische werkwijze waarbij we
de volgende zeven uitgangspunten toepassen.
1. De onderwijsbehoeften van kinderen staan centraal: wat heeft een kind nodig om
onderwijsdoelen te behalen?
2. Het gaat om afstemming en wisselwerking: het gaat niet alleen om het kind, maar om het kind
en de wisselwerking met zijn omgeving. Het gaat om het kind in deze groep, bij deze leerkracht,
op deze school en van deze ouders.
3. De leerkracht doet ertoe: de leerkracht realiseert passend onderwijs en levert daarmee een
cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van de kinderen.
4. Positieve aspecten zijn van groot belang: van zowel kind, leerkracht, school, de groep en ouders.
Positieve factoren bieden aanknopingspunten voor het stellen van ambitieuze doelen en om een
succesvol plan van aanpak te kunnen uitvoeren.
5. We werken constructief samen: samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders interne en
externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren.
6. Ons handelen is doelgericht: het team formuleert korte- en lange termijndoelen voor het leren,
de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van alle kinderen en evalueert deze in
een cyclus van planmatig handelen.
7. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant: het is voor betrokkenen duidelijk hoe
de school wil werken en waarom.
De zeven uitgangspunten bieden een kader. We streven ernaar alle uitganspunten tot hun recht te laten
komen binnen een cyclisch proces. Het werken vanuit de zeven uitgangspunten betekenen een omslag
in denken:



Van wat een kind heeft (het probleem) naar wat een kind nodig heeft van de leerkracht:
Van probleem gericht naar oplossingsgericht denken en handelen:
Van een school die ouders informeert naar een school die tevens de ervaringsdeskundigheid van
ouders benut in haar onderwijs.
HGW is geïmplementeerd op onze scholen maar is een dynamisch proces. Doorontwikkeling en
borging zijn dan ook steeds punten van aandacht.
Blz. 6
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
3.2 De cirkel van handelingsgericht werken (Ondersteuningsniveau 1-2)
Ons uitgangspunt is de cirkel van HGW.
We onderscheiden vier verschillende fases met in totaal zeven stappen.
 Fase 1. Waarnemen/signaleren
Stap 1: verzamelen van gegevens van kinderen in een groepsoverzicht
We maken hierbij gebruik van vijf bronnen:
 Observaties
 Kindgesprekken
 Data analyse
 Oudergesprekken
 Gegevens vanuit de groepsoverdracht door collega’s ·
Stap 2: benoemen van de onderwijsbehoeften van alle kinderen
Stap 2a: bepalen van de doelen voor de komende periode
 Fase 2. Begrijpen/analyseren
Stap 3: signaleren van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften
Fase 3. Plannen
Stap 4: clusteren van kinderen met vergelijkbare specifieke onderwijsbehoeften
Stap 5: opstellen van een groepsplan
 Fase 4. Realiseren
Stap 6: uitvoeren van het groepsplan
De stappen 1, 2 en 3 staan in het groepsoverzicht.
De stappen 4 en 5 verwerken we in een groepsplan. Daarin staat het basisaanbod voor de hele groep en
het specifieke onderwijsaanbod voor clustergroepjes groepjes.
Het groepsoverzicht en het groepsplan zijn de kerndocumenten waarmee we de ontwikkeling van
kinderen in relatie tot de gestelde doelen en het onderwijsaanbod plannen, volgen en evalueren.
We streven naar een preventieve aanpak. We kijken vooruit: wat zijn de doelen voor de komende
periode en wat hebben onze kinderen nodig om die doelen te bereiken?
Zie ook bijlage 01.
Blz. 7
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
3.2.1. Fase 1: Waarnemen

Stap 1: Verzamelen van kind-gegevens in het groepsoverzicht
Gedegen informatie verzamelen vraagt om een open en onbevooroordeelde manier van kijken en
luisteren. We stellen ons hierbij eerlijk en nieuwsgierig op.
In de fase van het waarnemen verzamelt en ordent de leerkracht gegevens over alle
Kinderen en over de resultaten van het aanbod. Het gaat om gegevens uit observaties,
analyses van het werk, gesprekken met kinderen en ouders, de resultaten op
Methodeonafhankelijke en methode gebonden toetsen en via de overdracht van vorige leerkracht.

Stap 2 en 2a: Signaleren van kinderen die iets extra’s nodig hebben en het bepalen van doelen voor
de hele groep.
In deze stap bepalen we welke doelen we voor de komende periode op een bepaald vakgebied met de
hele groep willen bereiken. Deze doelen zijn ambitieus en concreet. Vervolgens kijkt de leerkracht welke
kinderen extra begeleiding nodig hebben om deze doelen te behalen? Leerkrachten signaleren deze
kinderen bewust en op basis van duidelijke criteria. Bij het signaleren gaat het om alle kinderen die
meer nodig hebben dan het regulier basisaanbod. We signaleren niet alleen kinderen met een D of E
niveau maar ook de kinderen met een leer-of ontwikkelingsvoorsprong. Daarnaast signaleren we ook de
kinderen met een opvallende werkhouding, een specifieke leerstijl of die specifieke sociaal-emotionele
vaardigheden missen of juist bezitten.
3.2.2. Fase 2: Begrijpen
Op basis van de eerste twee stappen zetten we stap 3 in.
 3: benoemen van de onderwijsbehoeften van kinderen
We benoemen de onderwijsbehoefte van elk kind. We vragen ons voortdurend af “wat vraagt dit kind
van ons?”. We maken hierbij gebruik van de gegevens uit ons groepsoverzicht.
Er zijn kinderen die te weinig hebben aan het reguliere basisaanbod. Zij hebben extra begeleiding nodig
om bepaalde vaardigheden te leren. Voor deze kinderen formuleren we – voor die gebieden waarbij ze
begeleiding nodig hebben- specifieke onderwijsbehoeften.
Een specifiek aanbod wat er voor moet zorgen dat een kind de beschreven doelen kan behalen.
1. Vanuit wat een kind al kan (de beginsituatie), formuleren we een of meer concreet haalbare doelen
2. Wat heeft dit kind extra nodig om dit doel te bereiken?
Fase 3.2.3 : Plannen
Na het in kaart brengen van de onderwijsbehoeften van de kinderen die extra begeleiding nodig
hebben, zetten we de stappen 4 en 5 in de fase van plannen:
 Stap 4: Clusteren van kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften
Nu we onze groep goed in beeld hebben gaan we kijken hoe we op een haalbare manier kunnen
differentiëren. We doen dit door een aantal, dat hetzelfde nodig hebben samen te voegen in een of
meer clusters kinderen. Voor ieder clustergroepje bepalen we een concreet haalbaar doel.
Blz. 8
Ondersteuningsplan plan Skozok

schooljaar 14-15
Stap 5: Opstellen van het groepsplan
Nadat de kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften geclusterd zijn, beschrijven we het
onderwijsaanbod voor de komende periode.
Het groepsplan bevat het:
 Basisaanbod; hieronder vallen de doelen voor de groep voor de geplande periode, de aanpak en de
in te zetten activiteiten en materialen;
 De doelen voor de clustergroepjes met de aanpak;
 We onderscheiden de volgende clustergroepen:
- Cluster groepsdoelen: voor kinderen die iets extra’s nodig hebben om de doelen van het
basisaanbod te behalen. Je kunt hierbij denken aan bv. extra of verlengde instructie, het
inzetten van andere materialen ed;
- Cluster drijfvermogen: kinderen die voorliggende doelen nog niet hebben behaald;
- Cluster verdieping: kinderen die de doelen makkelijk behalen of al behaald hebben;
- Cluster eigen leerlijn: die kinderen die op een of meerdere vakgebieden zijn losgekoppeld van
het basisaanbod. Dit zijn de kinderen met een OPP.
3.2.4. Fase 4: Realiseren
 Stap 6:
Om het groepsplan zo soepel mogelijk te laten verlopen is een goed klassenmanagement
voorwaardelijk. Het groepsplan is samen met het groepsoverzicht beschikbaar in de klassenmap. Op
basis van het groepsplan maken we een week- en dag planning.
Blz. 9
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
3.3 De fasen van ondersteuningsniveau en zorgniveau
De glijdende schaal van ondersteuning/zorg in relatie tot HGW kan op de volgende manier weergegeven
worden.
Ondersteuningsniveau 1: Basisaanbod
Basisaanbod door de leerkracht binnen de groep.
Het kind wordt gevolgd in de groep. De leerkracht is verantwoordelijk voor het leerstofaanbod en
begeleiding. De leerling profiteert optimaal van het basisaanbod om de gestelde doelen succesvol te
bereiken.
Ondersteuningsniveau 2: Groepsdoelen
Extra ondersteuning door de leerkracht binnen de groep.
Wanneer de leerkracht signaleert dat de leerling of een cluster leerlingen meer of andere
ondersteuning nodig heeft beschrijft hij hiervoor een extra doel in het groepsplan De specifieke
onderwijsbehoeften - om de reguliere doelen te behalen - van het kind worden beschreven in het
groepsoverzicht. In het groepsplan beschrijft de leerkracht concreet op welke wijze (doelen, aanpak,
richtinggevers voor weekplanning) het onderwijsaanbod vorm wordt gegeven.
Zorgniveau 3A: Drijfvermogen (HP)
Extra ondersteuning in samenspraak met kwaliteitsondersteuner
Wanneer een kind, na de evaluatie in het cyclisch proces, de doelen onvoldoende bereikt heeft, of de
doelen onvoldoende uitdaging bieden en onduidelijk is wat het kind nodig heeft, wordt het kind
besproken tijdens de groepsbespreking met de kwaliteitsondersteuner.
In niveau 3A is er sprake van een kortdurende in te zetten interventie (denk hierbij aan een aantal
weken) om onderliggende doelen alsnog te behalen, waarna het kind weer aan kan sluiten bij de
doelen van het basisaanbod.
Zorgniveau 3B: Drijfvermogen (HP) Curatieve zorg
Extra ondersteuning in samenspraak met de kwaliteitsondersteuner.
Wanneer een kind, na de evaluatie in het cyclisch proces, de doelen onvoldoende bereikt heeft, of de
doelen onvoldoende uitdaging bieden en onduidelijk is wat het kind nodig heeft, wordt het kind
besproken tijdens de groepsbespreking met de kwaliteitsondersteuner.
In niveau 3B is er sprake van langdurige interventies. Denk hierbij aan kinderen die voortdurend iets
extra’s vragen van een leerkracht om de doelen van het basisaanbod te kunnen blijven volgen. Samen
met de KO-er gaat de leerkracht middels een verdiepende analyse op zoek naar hoe zo adequaat
mogelijk aan te sluiten bij de hulpvraag van het kind. Denk hierbij aan kinderen met zeer specifieke
onderwijsbehoeften op lees en/of rekengebied/ dyslexie.
Blz. 10
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Zorgniveau 4: Aangepaste doelen
Extra ondersteuning in samenspraak met externen (van overzicht naar inzicht naar uitzicht).
Wanneer de leerlingbespreking niet leidt tot inzicht in de onderwijsbehoeften van de leerling wordt er
een Zorg Advies Team (ZAT) georganiseerd. Het ZAT heeft als doel inzicht te krijgen in de complexere
onderwijsbehoeften van de leerling. Het ZAT kent SMW en GGD als vaste partners. Zij denken vooral
mee wanneer er bredere ondersteuningsvragen liggen bv. ook vanuit de thuissituatie.
Wanneer er sprake is van meer school gerelateerde vragen kan een orthopedagoog, coördinator
passend onderwijs, of ambulant begeleider vanuit het SO aansluiten en spreken we van een
consultatiegesprek .
We streven naar effectiviteit dus is het ZAT of consultatiegesprek altijd op “maat” dus afgestemd op
de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht/school/ouders. Ouders zijn altijd deelnemer aan het
ZAT of consultatiegesprek.
Mogelijk wordt bij deze overleggen ook de expertise ingeroepen van een lichte ondersteuner.
In dit niveau is er geen sprake meer van aansluiting bij reguliere doelen. Dit is geconstateerd op grond
van:
- Het eerder niet succesvol gewerkt hebben met drijfvermogen (HP)
- Het leerrendement is lager dan 75%
- De verwachte uitstroom is LWOO/PrO/SO
- Er blijven vragen op het sociaal emotioneel gebied, gedrag en/of thuissituatie.
Deze constateringen kunnen in principe gedaan worden vanaf E5/B6.
Voor deze kinderen wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Dit gebeurt ook wanneer
een leerling gebruik maakt van een arrangement vanuit “zware ondersteuning”.
De leerkracht is samen met de kwaliteitsondersteuner verantwoordelijk voor het in- en/of aanvullen
van het OPP.
De kwaliteitsondersteuner is verantwoordelijk voor het arrangeren van het externe ZAT.
Zorgniveau 5: Plaatsing op andere voorziening
Plaatsing op een andere voorziening die past bij de ondersteuningsbehoeften van het kind
De school kan geen passend onderwijsaanbod voor een kind realiseren.
Er is sprake van handelingsverlegenheid van de school. Het kind heeft een andere voorziening nodig
die beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van het kind. Denk aan: andere basisschool, SBO of SO.
Leerkracht en kwaliteitsondersteuner zijn samen verantwoordelijk voor het invullen van het nu nog
het zgn. onderwijskundig rapport in de toekomst komt hiervoor het groeidocument in de plaats.
Het is de verantwoordelijkheid van de school om in eerste instantie zelf duidelijk zicht te krijgen op de
factoren die invloed hebben op de mate van ontwikkeling van de kinderen op school. Daarom gaan we
er van uit, dat elke school voor elk kind een dossier opbouwt met:
 groepsoverzichten, groepsplannen, in sommige gevallen een individueel handelingsplan, OPP
(ontwikkelingsperspectief) historisch overzicht met afspraken, uitslagen van onderzoeken ,
groeidocument etc. volgens door het bestuur vastgestelde standaarden1;
 de gegevens van het Cito-volgsysteem met de gezamenlijk afgesproken
toetsen waarbij op groepsniveau gebruik gemaakt wordt van dwarsdoorsnede en trendanalyse en
op schoolniveau de aan dit systeem gekoppelde schoolzelfevaluatie;
1
De standaarden zijn nog in ontwikkeling: Groeidocument .
Blz. 11
Ondersteuningsplan plan Skozok


schooljaar 14-15
de gegevens van gestandaardiseerd onderzoek naar de sociaal-emotionele ontwikkeling;
rapportage van onderzoek door externe deskundigen, die betrokken zijn bij de
schoolse ontwikkeling van een kind.
Begeleiding van een externe ondersteuner is niet gericht op incidentele en fragmentarische begeleiding,
maar op een gemeenschappelijke teamaanpak, welke de gehele schoolloopbaan van het kind omvat.
Externe ondersteuning kan verleend worden door de voorzieningen vanuit het ondersteuningsnetwerk
vanuit de lichte ondersteuning vanuit SKOzoK. Deze vragen worden door coördinator passend onderwijs
in behandeling genomen.
Wanneer het gaat om expertise op het gebied van zware ondersteuning dan zal er een beroep gedaan
worden op het ondersteuningsnetwerk vanuit het SWV 30.09.2
3.4 Groepsbesprekingen (ondersteuningsniveau 2)
De groepsbespreking van de leerkracht met de Kwaliteitsondersteuner
heeft een centrale plaats in de HGW cyclus. Deze besprekingen zijn in
de jaarplanning opgenomen. Met het bijwerken van het
groepsoverzicht en het evalueren van het groepsplan, ronden we de
cyclus af. Tegelijkertijd starten we de nieuwe cyclus, waarin we een nieuw groepsplan opstellen.
Voorbereiding van de groepsbespreking
Een grondige voorbereiding is voorwaardelijk voor het welslagen van de groepsbespreking. KO en
leerkracht bereiden zich beiden voor.
Voorbereiding leerkracht:
- Evalueer het vorige groepsplan en stel, indien nodig, het groepsoverzicht bij;
- Het evalueren van de opbrengsten; zijn de doelen bereikt?
- Welke kinderen zullen de komende periode extra begeleiding nodig hebben?
- Stel doelen en onderwijsbehoeften bij.
- Cluster kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften en beschrijf de nieuwe aanpak.
- Zet de bespreekpunten op een rij.
- De checklist voorbereiding groepsbespreking wordt hierbij gebruikt. Zie bijlage A
Voorbereiding KwaliteitsOndersteuner: ·De Kwaliteitsondersteuner bestudeert ter voorbereiding op de
bespreking het groepsoverzicht en het groepsplan(checklist).
Uitvoering van de groepsbespreking
De reflectie van de leerkracht op het eigen handelen in relatie tot het groepsplan staat centraal. Het is
van groot belang dat de leerkracht daarom ook aangeeft welke punten zij/hij wil bespreken.
Onderstaande onderwerpen kunnen bespreekpunten zijn;
- Evaluatie vorig groepsplan: zijn de doelen behaald?
- Aandachtspunten voor de hele groep: hoe is bv. het werkklimaat?
- Inzoomen op bepaalde kinderen: bij welke kind(en) heb je vragen?
- Realiseren van het groepsplan: heeft de leerkracht bij de uitvoering ondersteuningsbehoeften?
2
Op dit moment zijn de procedures rondom zware ondersteuning in ontwikkeling en zullen deze in het schooljaar 2014/2015 definitief
worden.
Blz. 12
Ondersteuningsplan plan Skozok
-
schooljaar 14-15
Motivatie, zelfvertrouwen en competentie: waar heeft de leerkracht begeleidingsbehoeften?
Groepsbezoek: welke observatievragen heeft de leerkracht voor de kwaliteitsondersteuner
Aanmelding voor één of meerdere kinderen voor de leerlingbespreking: het betreft hier die kinderen
die we diepgaander willen bespreken.
De leerkracht is “eigenaar” van het groepsplan. De kwaliteitsondersteuner coacht en ondersteunt.
De leerkracht verwerkt de afspraken in een (digitaal) verslag, dit wordt vastgelegd in Parnassys.
De KO-er bewaakt.
Ook wordt vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de acties.
Een belangrijke actie is het verwerken van de kind-specifieke gegevens in het groepsplan
door de groepsleerkracht. De relevante handelingen m.b.t. de zorg aan kinderen worden vastgelegd.
Het groepsplan vormt een richtlijn gedurende een vooraf vastgestelde periode voor de
leerkracht zelf, maar is ook belangrijk in de overgang naar de volgende groep.
3.5 Het groepsbezoek
Een groepsbezoek is altijd goed voorbereid. De leerkracht geeft aan wat haar/zijn hulpvraag is bij de
observatie, welke vragen zij/hij heeft, wanneer er geobserveerd wordt en waar de observatie zich
precies op richt. Het groepsbezoek kan worden gedaan door KO, externen en leidinggevenden. Veelal
wordt hierbij gebruik gemaakt van een kijkwijzer.
Blz. 13
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
3.6 De leerlingbespreking (Zorgniveau 3A of 3B)
We doorlopen nu de HGW-cyclus op individueel niveau: Dit betekent intern overleg leerkracht-KO en
eventueel ouders. Ter voorbereiding op de leerlingbespreking vult de groepsleerkracht de checklist
leerlingbespreking in (bijlage B)
Ouders dienen altijd geïnformeerd te worden. (beter nog ouders voor het overleg uit te nodigen)
De leerlingbespreking kent drie stappen:
1. Overzicht: wat gaat er goed en wat moeilijk?
2. Inzicht: hoe zou het kunnen komen dat de situatie nu zo is?
3. Uitzicht: wat betekent de analyse voor de aanpak?
Van iedere bespreking worden de noodzakelijke gegevens vastgelegd.
3.7 Het Zorg AdviesTeam ZAT. (Zorgniveau 4)
Een zorgteamoverleg is een gepland overleg tussen leerkracht , KO, ouders en andere externe
deskundigen. Het is gericht op een individueel kind, met als doel het verkennen van, meer inzicht krijgen
in en het beantwoorden van de ondersteuningsbehoefte van het kind, de leerkracht of ouders. Van dit
overleg wordt een verslag gemaakt.
Ook dit overleg kent de drie stappen beschreven bij de leerlingbespreking.
Ouders worden vooraf geïnformeerd en ook uitgenodigd voor dit overleg.
3.8 Het Ontwikkelings Perspectief (Zorgniveau 4)
Ons uitgangspunt is dat waar mogelijk in het groepsplan aan de specifieke
onderwijsbehoeften van de kinderen tegemoet gekomen wordt. Het werken met een
veelheid aan individuele handelingsplannen (ook ondersteuningsplannen genoemd) bleek in de praktijk
niet haalbaar. Op onze scholen wordt incidenteel een individueel handelingsplan opgesteld.
Bijvoorbeeld als de bijzondere aanpak van een kind onvoldoende gespecificeerd kan
worden in een groepsplan.
De individuele school bepaalt wanneer een individueel handelingsplan wordt opgesteld.
Voor kinderen met Dyslexie en LGF, of in de weg naar aanvraag LGF of Dyslexieverklaring, wordt altijd
een handelingsplan gemaakt en geëvalueerd.
In een individueel handelingsplan staat aangegeven hoe de komende periode aan de
specifieke onderwijsbehoeften van een kind tegemoet gekomen gaat worden. Een individueel
handelingsplan is een bijlage bij het groepsplan en is erop gericht dat het kind weer gaat
profiteren van het groepsplan. Het handelingsplan is van tijdelijke aard en is voor dezelfde periode als
het groepsplan. Het handelingsplan wordt door de groepsleerkracht geëvalueerd. Bij onvoldoende
resultaat of voortgang wordt de kind opnieuw besproken in de bespreking of ZAT3.
3.9 Individuele leerlijn (uitstroomperspectief) OOP (zorgniveau 4)
Soms kan het zo zijn dat een kind na intensief begeleiden te weinig vooruitgang boekt en
een groepsplan / individueel handelingsplan niet meer volstaat. In het kader van passend
onderwijs treffen wij dan in samenspraak met ouders voor kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften aparte voorzieningen en bieden wij planmatige zorg: een eigen leerlijn
3
Hierbij dient te worden opgemerkt dat lopende de ontwikkelingen rondom passend onderwijs de individuele handelingsplannen mogelijk
over zullen gaan in een OPP
Blz. 14
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
voor één of meerdere vakken. Bij voorkeur start een eigen leerlijn vanaf groep 6. Daarvoor wordt
geprobeerd met extra hulp het kind zo lang mogelijk bij de groep te houden middels drijfvermogen. De
eigen leerlijn wordt beschreven in het opgestelde ontwikkelingsperspectief (OPP).
Bij de beslissing om over te gaan tot een eigen leerlijn is er altijd overleg met de Kwaliteitsondersteuner,
de leerkracht(en) en ouders, aangevuld met andere deskundigen. (zie hiervoor het OPP en handleiding
OPP (Zie skozokportal of klik hier.)
3.10
Verwijzing (ondersteuningsniveau 5)
Als de voorgaande stappen van de route, onvoldoende perspectief bieden op de huidige basisschool,
dan kan er middels een HIA4 een nieuw perspectief ontstaan.
Uitkomsten van een HIA kunnen zijn:
 Arrangement op de huidige basisschool;
 Nieuw perspectief op een andere onderwijsplek:
- Op een andere basisschool;
- SBO: om gebruik te kunnen maken van deze voorziening zal het CvB een toelaatbaarheids
verklaring moeten ondertekenen. De procedure wordt geleid door de coördinator PO.
- SO: om gebruik te kunnen maken van deze voorziening zal de commissie van toelaatbaarheid
een toelaatbaarheidsverklaring af moeten geven.
4 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen
Hoe gaat het met het kind… welke ontwikkelingen maakt het door? Willen we samen verantwoordelijk
zijn, gericht aanbod hebben, dan dienen we het kind goed in beeld te hebben en ook te houden.
Daartoe maken we gebruik van diverse instrumenten en overlegsituaties.
4.1 Toetsen
Alle scholen volgen de kinderen d.m.v. LOVS toetsen van Cito. Dit conform de toets kalender die
centraal vastgesteld wordt (zie de Skozokportal)
Naast deze toetsen gebruiken we ook methode gebonden toetsen en observaties.
4.2 Dossier
Alles wordt vastgelegd in het digitaal dossier van het kind. Binnen SKOzoK gebruiken we daarvoor
Parnassys. Parnassys is het administratie- en leerling volgsysteem. Hierin zijn, in ieder geval, de volgende
gegevens opgenomen:
o Historisch overzicht: Notities in Parnassys
o Verslagen van gesprekken met ouders
o Verslagen van gesprekken intern en met externe instanties
o Individuele plannen en de evaluaties hiervan
o Interne verslagen zoals leerlingbespreking, diagnostisch
onderzoek, verslag van een observatie, enz.
o De resultaten van de LOVS toetsen en ZIEN en KIJK.
 Naast het digitaal dossier worden gegevens van kinderen die niet
digitaal
kunnen worden aangeleverd, in het papieren dossier bewaard.
4
HIA staat voor handelingsgericht Integraal Arrangeren en is een methode die scholen kan helpen vragen rondom een leerling beter te
begrijpen en die snel en adequaat handelen mogelijk maakt. HIA is passend bij de visie op ondersteuning van SKOzoK en momenteel
worden er pilots gelopen om ervaringen op te doen.
Blz. 15
Ondersteuningsplan plan Skozok

schooljaar 14-15
Ouders hebben recht op inzage in het dossier van hun kind, op verzoek van ouders moet dit dossier
binnen een termijn van 10 werkdagen ter inzage liggen.
4.3 Overdracht
Er vinden op diverse momenten overdrachten plaats. Ouders dienen hiervan minstens op de hoogte te
zijn:
 Peuterspeelzaal – Kinderdagverblijf en basisschool.
 Jaarovergang m.b.v. groepsoverzicht
 Collegiaal overleg (duopartner / bouwcollega´s)
 Overgang PO/VO
Op schoolniveau zijn deze overdrachtsvormen beschreven. Nadrukkelijk dienen dit soort momenten
goed vastgelegd te worden in Parnassys.
5 Communicatie
Communicatie is een belangrijk instrument. We gaan ervan uit dat ouders, school en eventueel derden,
partners zijn in het begeleiden van de ontwikkeling van kinderen. De leerkracht is altijd eerste
aanspreekpunt. De leerkracht is verantwoordelijk voor zijn/haar groep en de toegewezen kinderen.
Vanuit deze verantwoordelijkheid neemt de leerkracht vervolgstappen richting KO of directie.
Op schoolniveau is een specifieke invulling gemaakt.
5.1 Interne communicatie
Dit betreft de communicatie binnen de school om de kwaliteit van onderwijs, en dus voor de zorg van
alle kinderen, te verhogen.
We kennen de volgende geplande situaties:
 De gesprekkencyclus
 Collegiaal overleg, teamvergaderingen
 Diverse besprekingen passend binnen HGW
 De jaaroverdrachten (gekoppeld aan het groepsoverzicht)
 Evaluatiegesprekken m.b.t. de resultaten van ons onderwijs
Ook de communicatie d.m.v. het maken van notities in Parnassys, kinderdagboeken etc. vallen
hieronder.
5.1.1. Communicatie met ouders:
 Informatie en intake gesprek rond aanmelding
 Rapportage/ontwikkelingsverslaggesprekken
 oudervertelgesprekken
 Overleg gekoppeld aan specifieke ondersteuningsbehoefte rond een kind
 Gesprekken die minder gepland zijn maar wel regelmatig plaats vinden
 Informatieverstrekking (website, nieuwsbrief, heen-weer schriftje etc.)
5.1.2. Communicatie met kinderen
 Het ontwikkelingsgesprek
 Het diagnostisch/leergesprek
Blz. 16
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
5.2. Externe communicatie
Bij communicatie met derden denken we aan Het samenwerkingsverband, Centrum Jeugd en Gezin, 1
loket van het SWV, onderzoekers en behandelaars (bijv. Logopedie).
Het met derden in contact treden over een kind kan en mag alleen met nadrukkelijke toestemming van
de ouders/verzorgers.
5.3. Communicatie rond verantwoording en ontwikkeling ondersteuningsplan
Het ondersteuningsplan dient regelmatig geëvalueerd te worden op zowel stichting- als schoolniveau.
Ook de opbrengsten van ons onderwijs vallen hieronder.
Gesprekspartners in deze zijn de (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad, de inspectie van
onderwijs, College van Bestuur, Samenwerkingsverband.
6. De rol van de leerkracht, de KO, de directeur, de ouder.
6.1. de leerkracht, de kwaliteitsondersteuner en de directeur
In het document KIJK op Lichte ondersteuning wordt beschreven hoe SKOzoK de lichte ondersteuning
vanaf augustus 2014 gaat inrichten. Er is een coördinator passend onderwijs die een groep van lichte
ondersteuners aanstuurt. Deze lichte ondersteuners zullen collega’s in de scholen ondersteunen bij
hulp/ondersteuningsvragen rondom een groep, groepjes of individuele kinderen.
De zorg in de klas/groep
Leerkracht
 Registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van kinderen en stelt op basis daarvan
groepsplannen op
 Signaleert (sociaal) pedagogische onderwijsbehoeften bij kinderen
 Begeleidt individuele kinderen aan de hand van groepsplannen
 Coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep
 Begeleidt kinderen op basis van zorgplan van de school
 Bespreekt kinderen die specifieke ondersteuning en/of begeleiding nodig hebben met
seniorleraar/kwaliteitsondersteuner/directeur
Directeur
 Verantwoordelijk voor het initiëren en het vormgeven van HandelingsGericht Werken (HGW) op
school
KwaliteitsOndersteuner
 Begeleiden/coachen van leerkrachten bij het realiseren van algemeen en specifiek
onderwijsaanbod voor alle kinderen
 Begeleiden/coachen van leerkrachten bij het signaleren van ontwikkelings- of
gedragsstoornissen, aan de hand van belemmerende en stimulerende factoren en vaststellen
van de benodigde extra zorg
 Ondersteuning in de groep d.m.v. groepsbezoeken, aanvullende observaties en data-analyses.
Voorzien in ondersteuningsbehoefte van leerkrachten bij HGW
Blz. 17
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Coördinator Passend onderwijs
 Legt verbinding tussen de hulpvragen van de scholen en het team lichte ondersteuners op het
niveau van Skozok.
 Legt verbinding tussen de hulpvragen van scholen en het SWV de Kempen op het gebied van
zware ondersteuning.
 Vraag gestuurde ondersteuning van leerkrachten in afstemming met kwaliteitsondersteuners
De zorg in de school
Directeur
 Verantwoordelijk voor de aansturing van HGW in school
 Stelt in overleg met kwaliteitsondersteuner(s) jaarlijks een werkplan op met daarin wederzijdse
resultaatverplichtingen
 De directeur blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de schoolontwikkeling
Kwaliteitsondersteuner
 Levert een essentiële bijdrage aan de realisatie van de onderwijsbehoefte van kinderen
 Levert een essentiële bijdrage op het gebied van informatie, scholing,
deskundigheidsbevordering van teamleden
 Levert een essentiële bijdrage aan het vormgeven van HGW op school
 Coördineren van het “zorgteam” (team) op school
 Ondersteuning bieden bij data-analyse op schoolniveau en het leveren van een bijdrage aan de
vertaalslag naar benodigde interventies
 Voorbereiden van aanmeldingen bij coördinator passend onderwijs
 Deelnemen aan de bespreking of de intake van het zorg- adviesteam
 Zorg dragen voor terugkoppeling van adviezen uit zorg- en adviesteam
 Zorg dragen voor de aanvraag arrangementen en verwijzing naar SBO of SO
Coördinator Passend onderwijs
 Borging van interventies n.a.v. ondersteuningsvragen.
SWV PO 30-09
 Op dit moment zijn de ontwikkelingen rondom procedures etc. volle gang. In het schooljaar
2014/2015 zal hierover meer duidelijkheid komen.5
De zorg op gemeenschappelijk niveau
Directeuren
 Entameren van beleidsontwikkeling op stichtingsniveau met betrekking tot zorgbeleid
Kwaliteitsondersteuners
 Analyseren van relevante gegevens waarmee het zorgbeleid kan worden verbeterd/ontwikkeld
 Ontwikkelen en coördineren van zorgbeleid
 Deelnemen aan relevante (interne en externe) netwerken
 Zorg dragen voor communicatie over handelingsgericht werken en onderwijskundige
ontwikkelingen (intern en extern)
5
Vanaf het moment dat er meer duidelijkheid is zal dit plan op deze onderdelen worden aangepast.
Blz. 18
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Coördinator Passend onderwijs
 Trends m.b.t. ondersteuningsvragen signaleren. Hierop anticiperen in het
ondersteuningsaanbod vanuit lichte ondersteuning. Mogelijk vraagt dit om interventies op het
gebied van professionalisering binnen de organisatie.
SWV DE KEMPEN
 Op dit moment zijn de ontwikkelingen rondom procedures etc. volle gang. In het schooljaar
2014/2015 zal hierover meer duidelijkheid komen.
Blz. 19
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
6.2. De ouder(s) / verzorger(s)
De ouders/verzorgers zijn degene die hun kind het beste kennen. Zij vertrouwen hun kind toe aan de
school.
Zij zijn ook degene die de eerste zorg voor hun kind hebben. In alle ontwikkelingen op school dienen
ouders nadrukkelijk vroegtijdig betrokken te worden bij ontwikkelingen rond hun kind.
In gezamenlijkheid de goede dingen doen zodat het kind zich goed kan ontwikkelen op alle gebied is
daarbij uitgangspunt.
Blz. 20
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
7. Schoolniveau
7.1.
De ondersteunings structuur
Groepsbezoek
Minimaal 3x per jaar
Door KO en/of directie
Groepsbespreking
3x per jaar
Leerkracht en KO
Leerlingbespreking
Indien nodig
Leerkracht, KO en
ouders
Consultatie
Leerkracht, KO en
ouders
Orthopedagoog
ZAT
Leerkracht, KO, ouders
SMW en GGD
Contact KO met
coördinator CJG
Contact KO met
coördinator LO
Inzet ondersteuning
vanuit CJG
Inzet lichte
ondersteuner
Blz. 21
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Ondersteuningsroute in schema: wie doet wat en wanneer
Wat vindt plaats
Wanneer
Wie zijn betrokken
Vastlegging
Groepsbezoek
3x per jaar
Leerkracht en KO
Lkr. in Parnassys
Groepsbespreking
3x per jaar nov.febr.juni
Leerkracht en KO
Lkr. in Parnassys
Gesprekken met ouders en/of
kind
Indien nodig
Leerkracht indien nodig samen met KO
Leerkracht in Parnassys
Leerlingbespreking
Voortvloeiend uit
groepsbespreking
Leerkracht/KO en eventueel ouders
Lkr. in Parnassys
Consultatie
Voortvloeiend uit
leerlingbespreking
Leerkracht/KO/ouders en orthopedagoog
KO neemt initiatief en legt vast
Onderzoek
Voortvloeiend uit consultatie
Kind/orthopedagoog/ouders en school
de onderzoeker en KO
ZAT
Voortvloeiend uit
leerlingbespreking
Leerkracht/KO/6ouders/SMW en GGD
KO neemt initiatief en legt vast
HIA
Voortvloeiend uit ZAT
Leerkracht/KO/ouders en betrokken
externen.
Externe routes via CJG
Voortvloeiend uit ZAT
Ouders en CJG
6
Lees ook directie. De directeur kan te allen tijde zitting nemen in het ZAT of HIA
Blz. 22
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
*Leerlingbespreking a.d.h.v. 3 stappen:
1. Overzicht: wat gaat goed en wat moeilijk?
2. Inzicht: hoe zou het komen dat de situatie nu zo is?
3. Uitzicht: wat betekent de analyse voor de aanpak?
*Ten slotte een afronding met een terugblik op de bespreking
Blz. 23
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Blz. 24
Ondersteuningsplan plan Skozok
7.2.
schooljaar 14-15
Toetskalender
De toetskalender wordt jaarlijks, aan de hand van beschikbare richtlijnen opgemaakt en
besproken in het netwerk onderwijs en kwaliteit en de KO-expertisegroep.
Het voorstel wordt dan voorgedragen aan het CvB dat deze kalender vaststelt. Na vaststelling
wordt de toetskalender op de portal van SKOzoK geplaatst.
(Zie portal SKOzoK of klik hier.)
7.3.
Aanvullende school specifieke informatie
7.3.1 Aanname leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
Onze school wil een afspiegeling zijn van de maatschappij en daarom wil
Bs. De Pionier, binnen de mogelijkheden van de school, ook aan kinderen met een handicap de
mogelijkheid bieden om regulier onderwijs te volgen. We willen deze kinderen de kans geven
op te groeien in een alledaagse, zo natuurlijk mogelijke omgeving. We willen recht doen aan
de sociale wensen die er leven bij ouders en kinderen. We gaan er immers vanuit dat deze
kinderen straks als volwassenen ook een onderdeel van de samenleving vormen. We gaan
over tot plaatsing als uit onderzoek is gebleken dat het een reële optie is dat de betreffende
leerling op een gewone basisschool geplaatst wordt.
Als op onze school een leerling aangemeld wordt, die door zijn/haar handicap extra zorg en
aandacht nodig heeft, hanteren we de volgende voorwaarde voor plaatsing:
- We moeten (indien noodzakelijk) gebruik kunnen maken van extra begeleiding.
- Het kind moet leerbaar zijn.
- Het kind moet zindelijk zijn.
- Als het kind op school is moeten wij een klassenassistente (stagiaire) kunnen inzetten.
- Plaatsing is telkens voor één schooljaar.
Evaluatie moet duidelijk maken of het verantwoord is voor het kind, voor de klasgenootjes en
voor de leerkracht om in het daarop volgende jaar door te gaan.
We leggen de voorwaarden waaronder het kind geplaatst wordt schriftelijk vast en we leggen
tevens vast op welke manier de school de extra zorg en aandacht gaat bieden. Kortom, we
spreken met elkaar jaarlijks een zorgarrangement af.
7.3.2 Grenzen aan onze zorg
Basisschool De Pionier geeft duidelijk de grenzen aan met betrekking tot de zorg die wij als
basisschool kunnen bieden. Dit beleidsstuk “Grenzen aan onze zorg” kunt u vinden in onze
schoolgids. De schoolgids staat op de website van de school www.bs-de-pionier.nl
7.3.3 Onderzoek door externe deskundigen.
De leerkracht heeft met de ouders gesproken over het leer- of gedragsprobleem, en heeft
overleg gehad met de kwaliteitsondersteuner. School en ouders overleggen samen over de te
nemen vervolgstappen. (o.a. consultatieve externe deskundigen, observatie,. Intern
onderzoek, onderzoek door externe deskundigen)
Voordat er tot een onderzoek door een extern bureau kan worden besloten moet er eerst een
aantal maatregelen zijn genomen om verbetering in het gedrag of leerproces te
bewerkstelligen. Deze interventies moeten zijn vastgelegd in het groepsplan en/of
handelingsplan.
Heeft dit te weinig effect, en denkt de school aan een onderzoek door een extern bureau, dan
dient er een duidelijke hulpvraag te liggen t.a.v. de aanpak van een bepaald kind. M.a.w. de
school heeft “handelingsverlegenheid”. De opbrengst van het uit te voeren onderzoek zou
moeten resulteren in een grotere “handelingsbekwaamheid”.
Wanneer de school (leerkrachten, kwaliteitsondersteuner, directie) geen probleem ervaart in
de begeleiding van een kind met een leer- en/of gedragsprobleem, wordt er geen
handelingsverlegenheid ervaren en dus geen onderzoek bij externe deskundigen aangevraagd.
Indien er aanwijzingen zijn dat de leer /gedragsproblemen hun oorzaak vinden in een
eventueel aanwezige persoonlijkheidsstoornis kunnen de ouders het advies krijgen om hun
kind extern te laten onderzoeken. Er zijn dan mogelijkheden bij bijvoorbeeld kinderarts ( via
Blz. 25
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
huisarts) GGzE, Bureau jeugdzorg, GGD, of andere externe bureaus. De school heeft hiervoor
een adressenlijst beschikbaar.
Ook school kan hierin het initiatief nemen. Als er handelingsverlegenheid is, of dreigt te
ontstaan in de toekomst, kan de school, in overleg met de ouders, stappen ondernemen om
een diagnostisch onderzoek te laten verrichten bij een externe instantie.
In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid tot het initiëren van een onderzoek naar
persoonlijkheidsstoornissen bij de ouders.
Als de school de noodzaak voor een onderzoek bij de ouders voldoende heeft benadrukt, en de
ouders desondanks geen initiatieven ontplooien, zal de school ( mits toestemming van de
ouders) hierin het voortouw nemen.
Kinderen met gedrags- of leerproblemen aan wier ontwikkelbehoeften de school in voldoende
mate tegemoet kan komen, worden dus niet door de school voor een onderzoek aangemeld.
De progressie die een kind al dan niet maakt is aantoonbaar doordat de groei ( zowel
didactisch als sociaal-emotioneel) wordt bijgehouden in het Cito LOVS en ZIEN (Parnassys).
Hierbij wordt gebruik gemaakt van Cito-LOVS-toetsen en het SEO-volgsysteem.
Daarnaast zijn er uiteraard de rapporten en observaties.
7.3.4 Externe Ondersteuning van leerlingen
Externe ondersteuning van leerlingen (bijv. logopedie, fysiotherapie, RT, e.d.) aangevraagd
door ouders, vindt in principe niet plaats onder schooltijd.
Het antwoord van de inspectie op onze vraag:
“Naar aanleiding van uw verzoek bevestig ik bij deze graag nog eens schriftelijk de gedragslijn die de
inspectie hiervoor aanhoudt. In principe dient het onderwijs, inclusief eventueel benodigde extra zorg, te
worden verzorgd door de school waar de leerling staat ingeschreven. De leerling is ook gehouden deel te
nemen aan alle voor hem/haar bestemde onderwijsactiviteiten, inclusief de nodig geachte extra zorg. Beide
aspecten zijn in de wet vastgelegd.
Als vanuit de ouders een verzoek wordt gedaan om een leerling remedial teaching door een derde partij te
laten volgen onder schooltijd, is dat feitelijk in strijd met de twee hiervoor genoemde principes. Er kunnen
zich echter omstandigheden voordoen waarin de school het wenselijk acht om op het verzoek van de ouders
in te gaan. In die gevallen kan de directeur op basis van de Leerplichtwet de leerling vrijstelling verlenen van
de schoolbezoekplicht (Leerplichtwet artikel 11, lid g en artikel 14); het is echter aan de school om te
bepalen of en in welke gevallen een dergelijke vrijstelling verleend wordt.
Als onze inspecteurs in het toezicht constateren dat een school externe remedial teaching onder schooltijd
toestaat, dienen zij te wijzen op de risico’s die dit met zich mee kan brengen, met name de mogelijke
ongelijke behandeling van leerlingen. Het mag niet zo zijn dat leerlingen van noodzakelijke zorg worden
uitgesloten omdat hun ouders dat niet kunnen of willen bekostigen. Een tweede punt is of het wenselijk is dat
leerlingen in het voorkomende geval onderwijstijd verliezen met het reizen naar de plek waar de remedial
teaching wordt gegeven. Met name door het eerstgenoemde aspect kan toestaan van (extra) remedial
teaching op kosten van ouders onrust binnen de school ontstaan.
Concluderend: onder bepaalde omstandigheden kan gedoogd worden dat door ouders betaalde remedial
teaching onder schooltijd wordt gegeven. De school dient echter altijd de noodzaak van de constructie te
kunnen beargumenteren en moet kunnen aangeven waarom zij zelf niet in staat geacht mag worden om in
deze kennelijk noodzakelijke zorg te voorzien.”
7.4.
Dyslexieprotocol
De school werkt volgens de richtlijnen die aan worden gegeven in de “ toetskalender
risicoleerlingen lees-spelling problemen en dyslexie”.
Hierin wordt aangegeven hoe leerkrachten om moeten gaan met geconstateerde en/of
vermeende lees/spelling problemen. Door de beschreven route te volgen voldoet de school aan
het dyslexieprotocol.
Deze kalender kan echter niet los worden gezien van taal-leesbeleid in de breedte. Hierover zal
een voorbereidingsgroep zich in de nabije toekomst nog buigen.
7.5.
-
In en doorstroombeleid
Het aannamebeleid van het 4 jarige kind
Het eerste contact tussen ouders en school is informatief, dit gebeurt gedurende het hele
schooljaar. De werkwijze van de school, uitgangspunten e.d. worden besproken. De leerkracht
Blz. 26
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
van de kleutergroep draagt zorg voor een zo soepel mogelijke opvang. Kinderen zijn welkom
op de eerste dag na hun vierde verjaardag.
Goed overleg tussen ouders, leerkrachten, peuterspeelzaal en kinderdagopvang versoepelen
de start op school. Samen met de peuterspeelzaal organiseren we binnen het traject VVE Sterk
(Voor- en Vroegschoolse Educatie) een warme overdracht. U moet dan denken aan een
gesprek tussen pedagogisch medewerker van de peuterspeelzaal en de zorg coördinator van
onze school. De kinderdagopvang werkt met een overdrachtsformulier.
-
Het aanname beleid van tussentijdse instroom door o.a. verhuizing
Bij tussentijdse instroom hanteren we de volgende procedure:
- gesprek met de directeur, stelt zich op de hoogte van de reden van aanmelding
- informatie opvragen bij de school van herkomst
- afstemming met de zorg coördinator van de school van herkomst
- directeur bepaalt plaatsing.
Ook hier geldt dat men kennis kan komen maken met de school.
Criteria waar naar gekeken wordt:
- voor verhuizers dient de school in principe een plek te hebben
- de samenstelling en grootte van de groep
- didactische en sociaal-emotionele aandachtspunten
- opvangcapaciteit van de groep
- de zorgvraag van de nieuwe leerling
- belastbaarheid van de leerkracht
-
De doorstroom in de school (vertragen/versnellen)
In de wet, die voor het primair onderwijs geldt, staat dat leerlingen de basisschool in principe
in 8 aaneensluitende jaren zouden moeten kunnen doorlopen.
Wanneer de school vindt dat er sprake moet zijn van versnellen of vertragen, onderbouwt de
school de beslissing met argumenten en toets resultaten.
Wanneer gaat een kind vertragen (blijven zitten)?
Dit gebeurt alleen als de resultaten en de ontwikkeling van een kind structureel onder het
niveau liggen dat men zou mogen verwachten in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Als de
school geen andere oplossing voor deze leerling heeft kan het een optie zijn om zittenblijven te
overwegen.
Deze beslissing dient zorgvuldig genomen te worden op basis van feiten en de afweging of een
doublure een meerwaarde betekent binnen de ontwikkeling van dit kind. Met een meerwaarde
bedoelen we dat we, voor zover dit mogelijk is, inschatten dat een jaar extra er voor kan
zorgen dat een leerling zich daarna op een gemiddeld niveau blijft door ontwikkelen.
Wanneer gaat een kind versnellen
Dit gebeurt alleen als de resultaten en de ontwikkeling van een kind boven het niveau ligt dat
men zou mogen verwachten in vergelijking met leeftijdsgenootjes.
De school toetst deze leerlingen door en screent m.b.v. deze toets resultaten het niveau van
de
leerling. De sociaal emotionele ontwikkeling wordt in de beslissing nadrukkelijk meegenomen.
Beslissing:
Ouders worden op de hoogte gehouden van en de ontwikkelingen rondom hun kind.
De directeur beslist in overleg met de leerkracht en de kwaliteitsondersteuner of de
voorgestelde vertraging/versnelling doorgang vindt.
-
Doorverwijzen PO‐VO groep 8.
Binnen het doorverwijzen van groep 8 richting VO vinden wij het belangrijk dat dit op een
verantwoorde wijze gebeurt. Dat er op een professionele manier rekening wordt gehouden met
alle informatie die voorhanden is. We willen dat iedere leerling op die plek terechtkomt waar
hij of zij op basis van persoonlijkheid, mogelijkheden en behaalde resultaten zich het beste
verder kan ontwikkelen.
Ouders worden middels een ouderavond geïnformeerd over de gang van zaken.
- De leerkrachten van de bovenbouw stellen in groep 8 in overleg met directeur en KO een
definitief advies op m.b.t. soort van onderwijs.
Blz. 27
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
- De leerkracht van groep 8 (evt. ondersteunt door de kwaliteitsondersteuner of directie) voert
adviesgesprekken met de ouders.
- Ouders ontvangen tijdig informatie over voorlichtingsbijeenkomsten V.O.
- De leerlingen van groep 8 worden in de gelegenheid gesteld kennis te maken met
verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs.
- Voor alle leerlingen wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Ouders worden hiervan op
de hoogte gebracht.
- De school ontvangt jaarlijks rapportscores van de oud-leerlingen.
-
Het beleid t.a.v. de zgn OND kinderen is. Zie hiervoor de portal van SKOzoK
7.6.
Veiligheidsprotocol
Zie hiervoor de documenten op de portal van SKOzoK.
Of klik hier.
7.7. Begeleiding leerkrachten middels video-opnamen SVIB
Het doel van de school video interactie begeleiding is de begeleiding van de leerkrachten bij hun
onderwijskundige taak. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn de interactie leerkracht – leerling,
pedagogisch klimaat, organisatie in de klas, communicatie. Samen met de leerkracht zullen de
opnamen besproken worden en onderling wordt het vervolg afgesproken. De KO-er is opgeleid tot
SVIB en zal hier op een professionele manier mee omgaan. De beelden zijn dan ook alleen voor intern
gebruik.
Blz. 28
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
8. Bijlagen:
Bijlage A: Checklist voorbereiding groepsbespreking
Tijdens een groepsbespreking staan het groepsoverzicht en het groepsplan centraal. Doel hiervan is dat de
leerkracht gemotiveerd is om het groepsplan te realiseren. Het is daarom van groot belang dat de
leerkracht zelf aangeeft welke vragen zij heeft.
Deze checklist is bedoeld als middel om dit helder te krijgen. Je hoeft dus niet alle vakjes in te vullen.
Groepsbespreking groep:
d.d.
ingevuld door:
Welke bespreekpunten heb je als je denkt aan:
Organisatie, sfeer en communicatie:
- de sfeer, groepsvorming en werkklimaat
- samenwerking tussen de kinderen en met
jou
- klassenmanagement en zelfstandig werken
- contacten en gesprekken met ouders
Het basisaanbod:
- de doelen en resultaten
- manier van werken
- inzet van werkvormen en materialen
- opbouw en organisatie van de lessen
Bepaalde kinderen:
- begrijpen en beschrijven van hun
onderwijsbehoeften
- vertalen van de onderwijsbehoeften naar
het handelen in de groep
- mogelijke aanmelding voor kindbespreking
of zorgteam; Met welke vraag?
Het groepsplan:
- de doelen en het aanbod voor de
verschillende groepjes kinderen;
ambitieus en realistisch?
- vertaling naar de dagelijkse praktijk in weeken dagplanningen; duidelijk en haalbaar?
- evaluatie van de doelen; wanneer en hoe?
Jezelf:
- motivatie en (zelf)vertrouwen
- kennis en vaardigheden
- samenwerking met collega’s
- behoefte aan ondersteuning, begeleiding of
feedback
- aandachtspunten voor het groepsbezoek
Mijn ‘parels en puzzels’:
Blz. 29
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Bijlage B Checklist voorbereiding leerlingbespreking
Door de leerkracht in te vullen, voorafgaand aan de kindbespreking of het zorgteam.
Checklist voorbereiding leerlingbespreking
Tijdens een Zorgteambespreking staan de onderwijsbehoeften van een kind en de daarbij horende ondersteuningsbehoeften van
een leerkracht centraal. Het is van groot belang dat de leerkracht zelf aangeeft welke vragen zij heeft.
Deze checklist is bedoeld als middel om dit helder te krijgen. Je hoeft dus niet alle vakjes in te vullen.
Datum:
Kind:
Ingevuld door:
Reden van (juist nu) deze aanmelding:
Relevante informatie uit de voorgeschiedenis:
Deskundigen die erbij zijn betrokken (zoals een logopedist, kinderfysiotherapeut, schoolmaatschappelijk werker, jeugdzorg,
iemand uit de naaste omgeving van de ouders):
Ik heb vragen op het gebied van … (maak deze keuze)
gedrag/sociaal-emotioneel
werkhouding/
concentratie/ motivatie
Gedrag/sociaal-emotioneel
Welke bespreekpunten heb je als je denkt aan:

Omschrijf concreet het gedrag dat aandacht vraagt.

Wat gaat juist goed of beter?

Wat vind je leuk en/of positief bij dit kind?

Wat vinden kinderen over het algemeen leuk en/of
Mijn “parels en puzzels”:
positief van jou?

Hoe ontstaat, volgens jou dit gedrag van het kind?
Welke factoren zijn van invloed?

Wat zijn de interesses en sterke kanten van het kind?

Welke ideeën hebben de ouders over waarom het kind
zich zo gedraagt?
o
Hoe gedraagt het kind zich thuis?
o
Hoe handelen de ouders thuis?
o
Welke ideeën hebben ouders om tot een
oplossing te komen?

Wat vertelt het kind zelf, als je het kind het volgende
vraagt:
o
Wil je eens vertellen wat jij graag doet op
school?
o
Met wie speel of werk je graag samen?
o
Wat vind je goed of fijn gaan?’
o
Hoe komt het dat het dan goed gaat?
o
Wat vind je minder goed gaan?
o
Hoe komt het dat het dan minder goed
gaat?‘
Blz. 30
ontwikkeling / leren
Ondersteuningsplan plan Skozok
o
schooljaar 14-15
Welke ideeën heb jij om ervoor te zorgen dat
het beter gaat?

Hoe reageer je op het gedrag van het kind?
o
Welke maatregelen heb je al genomen met
welk effect?

Op welk van deze reacties reageert het kind (enigszins)
positief?

Wat kan je nog vertellen over de
werkhouding/concentratie/ motivatie van het kind?

Hoe verloopt de ontwikkeling/het leren van het kind?
o
Welke relatie zie jij met het gedrag van dit
kind?
Werkhouding/concentratie/motivatie
Welke bespreekpunten heb je als je denkt aan:

Mijn “parels en puzzels”:
Omschrijf de werkhouding, concentratie, motivatie in
concreet waarneembare gedragingen.

Wat gaat juist goed of beter?

Wat vind je leuk en/of positief bij dit kind?

Wat zijn jouw kwaliteiten als het gaat om motiveren en
stimuleren van kinderen?

Hoe ontstaat, volgens jou, deze werkhouding,
concentratie, motivatie? Welke factoren zijn van
invloed?

Wat zijn de interesses en sterke kanten van het kind?

Wat vertelt het kind zelf, als je het kind het volgende
vraagt:
o
Ik zou heel graag willen weten, wat jij leuk
vindt om te doen op school, vertel eens?’
o
Hoe komt het dat je dat zo leuk vindt?
o
Ik ben heel benieuwd wat je niet zo leuk
vindt om te doen op school, vertel eens?
o
Hoe komt het dat je dat niet zo leuk vindt om
te doen?
o
Wanneer vind je van jezelf dat je goed aan
het werk bent? Hoe gaat dat dan?
o
Wanneer vind je van jezelf dat je niet zo goed
aan het werk bent?’
o
Waardoor komt het dat je dan niet zo goed
kan werken?
o
Wat zou je zelf anders kunnen doen?
o
Welke ideeën heb jij om ervoor te zorgen dat
je het naar je zin hebt op school en dat je
goed kan werken? ‘

Welke ideeën hebben de ouders over waarom het kind
zo werkt op school en wat zien zij als mogelijke
oplossingen? Hoe gaan zij hier thuis mee om?
Blz. 31
Ondersteuningsplan plan Skozok

schooljaar 14-15
Hoe stimuleer je het kind om mee te doen en wat zijn
de effecten?

Hoe gaat het samen werken en leren met andere
kinderen?

Wat kun je van de volgende aspecten vermelden:
o
Betekenisgeving: in hoeverre hebben de
activiteiten betekenis voor het kind? Hoe
beleeft het kind de activiteiten?
o
Relatie: in hoeverre ervaart het kind dat het
erbij hoort, meetelt? merkt het kind dat
anderen (de leerkracht en de groep) op het
kind gesteld zijn en zijn/haar inbreng
waarderen? doet de inbreng en het aandeel
van het kind er toe?
o
Competentie: in hoeverre merkt/beleeft het
kind dat het iets kan, dat het werk lukt? In
hoeverre gelooft het kind in zichzelf ? Heeft
het zelfvertrouwen? Is het trots op zijn eigen
vaardigheden en resultaten?
o
Autonomie: welke inbreng heeft het kind?
welke gelegenheid krijgt het kind om een
eigen inbreng te hebben? Welke keuzes kan
en mag het kind maken? In hoeverre kan en
mag het zijn eigen handelen reguleren?

Wat kan je nog vertellen over het gedrag/de sociaal
emotionele ontwikkeling van het kind?

Hoe verloopt de ontwikkeling/het leren van het kind?
o
Welke relatie zie jij met de werkhouding van
dit kind?
Ontwikkeling/leren
Welke bespreekpunten heb je als je denkt aan:

Mijn “parels en puzzels”:
Omschrijf de leerontwikkeling zo concreet mogelijk. W
o
Wat heeft het kind geleerd?
o
Welke vaardigheden en kennis beheerst het
kind wel?
o

Wat vindt het kind moeilijk om te leren.
Omschrijf de aanpak van het kind.
o
Hoe en waarmee leert het kind?
o
Welke oplossingsstrategieën gebruikt het
kind?

Wat gaat juist goed of beter?

Welke kwaliteiten, vaardigheden en leuke kanten heeft
dit kind?

Wat zijn jouw kwaliteiten, vaardigheden en leuke
kanten als leerkracht?
Blz. 32
Ondersteuningsplan plan Skozok

schooljaar 14-15
Waardoor wordt, naar jouw idee, de ontwikkeling
en/of het leerproces belemmerd?
o

Welke factoren zijn van invloed?
Wat vertelt het kind, als je het kind het volgende
vraagt:
o
Waar ben jij goed in, wat kan jij goed?
o
Hoe komt het dat jij daar zo goed in bent, dat
jij dat goed kan?
o
Waar ben jij niet zo goed in, wat kan jij niet
zo goed?
o
Hoe komt het dat jij daar niet zo goed in
bent, dat jij dat niet zo goed kunt?
o
Wat vind jij moeilijk, laat eens zien en leg het
me eens uit?
o
Wat zou jij willen leren?
o
Welke ideeën heb jezelf, waardoor jij beter
kunt leren?
o
Wat zou ik kunnen doen, zodat jij het beter
leert?
o
Hoe zouden de andere kinderen en je vader
en moeder je kunnen helpen?

Omschrijf jouw begeleiding en de effecten tot nu toe.

Omschrijf de ondersteuning van anderen (collega’s,
ouders, remedial teacher, andere kinderen enz) en de
effecten tot nu toe:

Welke ideeën hebben de ouders over waarom het kind
moeite heeft met leren en wat zien zij als mogelijke
oplossingen? Hoe gaan zij thuis hiermee om?

Wat kan je nog vertellen over het gedrag/de sociaal
emotionele ontwikkeling van het kind?

Wat kan je nog vertellen over de speelwerkhouding,
concentratie en motivatie van het kind?
o
Welke invloed heeft dat op het leerproces
van het kind?
Blz. 33
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Bijlage C Format ondersteuningsniveaus
Blz. 34
Ondersteuningsplan plan Skozok
schooljaar 14-15
Bijlage D HGW in schema
Blz. 35