Chambre - Kamer

45 (E.. Z. 1961) _ N' 1
Kamer
der Volksvertegenwoordigers
BUITENGEWONE
ZITTING 1961.
30 r-,lEI 1961.
WETSVOORSTEL
tot wijziging van de wet van 2 juli 1932 met
betrekking tot verleninq van een frontstreep aan
de krijgsgevangenen en geinterneerden.
TOELICHTING
DAMES
EN
HEREN,
45
(S, E. 19(1) _
N° 1
Chambre
des Représentants
SESSION EXTRAORDINAIRE 1961.
30
MAI
1961.
PROPOSITION
DE LOI
modifiant la loi du 2 juillet 1932 relative à l'octroi
d'un chevron de front aux prisonniers de guerre
et aux internés.
DEVELOPPEMENTS
MESDAMES, MESSIEURS,
Bij de wet van 2 juli [932 zijn de voorwaarden bepaald
waaraan voldaan moet zijn om de frontstrepen te verlenen
aan krijgsgevangenen en geïnterneerden.
La loi du 22 juillet 1932 a Iixé les conditions à remplir
pour l'octroi de chevrons de front aux prisonniers de guerre
et aux internés.
Zij vraagt de krijgsgevangenen
te bewijzen dat zi] « alle
verdedigingsmiddelen, die tot hun beschikkinq waren, hebben uitgeput vooraleer in de handen van de vijand te
vallen s ,
Elle demande aux prisonniers
de guerre de prouver
« qu'ils ont usé de tous les moyens de défense mis à leur,
disposition avant de tomber entre les mains de l'ennemi. »
Zij .vraaqt de geïnterneerden
te bewijzen dat zij « verplicht geweest zijn neutraal gebied te overschnjden, nadat
ze gevecht hebben geleverd aan de grens en weerstand
hebben geboden tot het uiterste nippertje. »
Elle demande aux internés de prouver «qu'ils ont été
forcés de passer en pays neutre après avoir livré combat
près de la frontière et après avoir résisté jusqu'à la dernière
limite ».
Tot deer de wet terz ake,
Drie kategorieëll
wet uitgesloten:
strij ders blijven van het genot dezer
. 1) De elementen der vestlqinqstroepeu die te Antwerpen
op post gebleven waren en door de overgave, beslotèn in
de ovéreenkomst van Kontich" volgens artikel 8 niet meer
het recht hadden verder te strijden.
Zij hebben zlch aan de vijand onttrokken door het
neutraal gtondgebietd op te zoeken, wat hun goed recht en
plicht was, te oordelen naar de desbetreffende verklaring
van de toenmaliqe Regering, bi] monde van de heer Masson. Minister van Landsverdediging.
.
2) De strijders der troepen die zich op de rechteroever
der Schelde bevonden, na het opbreken der bruggen, hetgee.tl hun belette, het gros der troepen op de linkeroever te
vervoeqen,
3) De strijders die gevangen genomen wérden door de
Nederlandse Krijqsmarine, toen ze, op bevel van de Cornmandant der stelling, Oostende trachtten te bereiken langs
de Schelde.
La loi n'en dit pas deoenteqe:
Trois catégories de combattants
bénéfice de cette loi :
restent donc exclus du
1) Les éléments des troupes de forteresse restés à leur
poste à Anvers et qui, du fait de la reddition, décidée par
la convention de Contich, n'avaient plus, en vertu de l'article 8, le droit de poursuivre la luite.
Ils se sont soustraits à l'ennemi en passant en territoire
neutre, ce qui était leur bon droit et leur devoir, à en juger
d'après la déclaration faite à ce sujet au nom du Gouvernement de l'époque par M. Masson, Ministre de la Défense
nationale.
2) Les combattants des troupes se trouvant sur la rive
droite de l'Escaut après la destruction des ponts, ce qui
les empêcha de rejoindre le gros des troupes sur la rive
gauche.
3) Les combattants faits prisonniers par la Marine de
Guerre. Néerlandaise lorsque, sur ordre du Commandant
de: la place, ils ont tenté d'atteindre Ostende par J'Escaut.
G. -
51:
<1'3 (1961)
N,
1
[ 2 ]
Tot op heden moeten alle aanspraken
door de betrokkenen, tot een der vermelde kateqorieën
behorend, door de
Commissie belast met de toekenning
van de frontstreep
afgewezen wor den, ingevolge de geldende formulering van
de wet van 2 juli 1932.
De elementaire rechtvaardigheid
eist dat de wet dermate
zou gewijzigd worden dat aan deze 3 kategorieën
voldoening zou kunnen geschonken worden, hetgeen de bedoelinq
van dit wetsvoorstel is.
Daar bovendien slechts een paar duizend eventuele rechthebbende overblijven en van retroactiviteit
der vergoeding
aan de Irontstreep
verbonden
afgezien wordt door deze
slechts te vragen vanaf I januari 1946 zal de daaruit voortvloeiende last voor de Schatkist zeer gering zijn.
W.
DE
Jusqu'à
ce jour, tontes les prétentions
des intéressés
appartenant
à l'une des catégories précitées se heurtent au
refus des Commissions chargées de l'octroi du chevron de
front, à cause des termes de la loi du 2 juillet 1932.
L'élémentaire équité commande que la loi soit modifiée de
manière à pouvoir donner satisfaction aux trois catégories
en question, ce qui constitue l'objet de la présente proposition de loi.
En outre, étant donné qu'il n'y a plus que quelques
milliers d'ayants
droit éventuels et qu'il est renoncé it la
rétroactivité
de l'indemnité
se rattachant
au chevron de
front, celle-ci n'étant demandée qu'à dater du I janvier
1946, les charges qui en résulteront pour le Trésor seront
minimes.
el'
CLERCQ.
PROPOSITION DE. LOI
WETSVOORSTEL
Article
Eerste artikel.
hi
premier.
Het tweede lid van littera
van artikel één van de wet
van 2 juli 1932 op het toekennen del' Frontstrepen, wordt
vervangen door wat volgt :
Le deuxième alinéa du littéra h} de J'article premier
la loi du 2 juillet 1932 relative à l'octroi des chevrons
front est remplacé par ce qui suit:
« Deze schikking is insgelijk toepasselijk op de in Nederland geïnterneerde
militairen, die, op het ogenblik van de
overgave van ide vesting Antwerpen,
zich in de noodzakelijkheid hebben bevonden over te gaan op neutraal gebied
om zich te onttrekken
aan de vijand en aan de krijqsgevangenschap,
:~
«La présente disposition est également applicable aux
militaires internés aux Pays-Bas qui, au moment de la red.
dition de la place d'Anvers, se sont trouvés dans la nécessité :de passer en territoire neutre afin de se soustraire
l'ennemi et à la captivité. »
à
Art.
Art.2,
Deze wet zal haar kracht
25 mei 1961.
hebben vanaf
januari
1946.
de
de
La présente
1946,
25 mai 1961.
W. DE CLERCQ.
L. MARTENS.
M. DESTENA y,
F. GROOTJANS.
E.~E. JEU:t\[EHOMME.
2.
loi entre en vigueur
à partir
du l ar- janvier

Download Report