Erasmus Universiteit en de MeerjarenAfspraak Energieefficiency voor wetenschappelijk onderwijs De Erasmus Universiteit Rotterdam (20.000 studenten) neemt met z’n 20 gebouwen (ca. 200.000 m2) deel aan de afspraken die tussen universiteiten en rijksoverheid zijn gemaakt over energie-efficiency. Met het ondertekenen van de meerjarenafspraak MJA-3 heeft de Erasmus Universiteit Rotterdam zich gecommitteerd aan de doelstelling om in de periode 2005-2020 jaarlijks 2% energie-efficiency te realiseren. Ook met de gemeente Rotterdam zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van de CO2-uitstoot. Op basis hiervan is de afgelopen jaren een concrete ontwikkeling ingezet naar een meer duurzame en groene campus. Een belangrijke stap maakt de universiteit met het toepassen van duurzame oplossingen bij de realisatie van nieuwe gebouwen en de restauratie van monumenten. Doelstelling is voor nieuwbouw, op termijn, in principe uit te gaan van energieneutraliteit. Ingezet wordt op een totale GPR score van minimaal 8,5 te halen en voor energie – als energieneutraliteit om bedrijfseconomische redenen niet haalbaar is - minimaal een 9. In de bestaande bouw is afgesproken dat energiebesparende maatregelen worden getroffen zodra deze zich binnen 2/3 van de verwachte levensduur terugverdienen. Dat betekent dat energiebesparende maatregelen ook met een langere terugverdientijd gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast is tussen de Erasmus Universiteit Rotterdam en Honeywell een energieprestatiecontract gesloten voor een aantal energiebesparende maatregelen in twee bestaande gebouwen. Hierbij is een besparing gegarandeerd voor deze installatietechnische maatregelen door de beheerder van de installaties aan de universiteit. Voorts worden de komende jaren meerdere WKO-installaties gerealiseerd. Ook op het gebied van mobiliteit en ' food'zijn afspraken gemaakt. Daarop aanvullend zal de EUR de komende jaren haar afvalbeleid vernieuwen, om ook op dit vlak een nog duurzamer beleid te gaan voeren. De meerjarenafspraak is voor de universiteit een belangrijke en onmisbare drijfveer om aan energiebesparing te doen, zo stelt de heer Jol, sinds eind 2012 duurzaamheid/energiecoördinator bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Bovendien heeft het bij de Erasmus gelijk geleid tot een logische koppeling met andere duurzaamheidsthema’s. Om de aandacht voor energie- en duurzaamheid echter op elke laag van de organisatie ingebed te krijgen, is de komende tijd veel aandacht nodig. Bij nieuwbouw- en/of renovatieplannen zullen de doelstellingen van meet af aan door de projectleiders in de planvorming moeten worden meegenomen, in het beheer en onderhoud zal bij elke ingreep telkens gekeken moeten worden naar de meest energiezuinige optie. Inmiddels zijn de energie- en duurzaamheidsdoelstellingen opgenomen in het handboek dat door het facilitaire bedrijf wordt gebruikt bij aanbestedingen voor nieuwbouw, renovatie of in het beheer. Ook in het Meerjaren Onderhoudsplan wordt expliciet aandacht gegeven aan het aspect duurzaamheid. Maatregelen, kunnen naar voren worden gehaald, zodra dat uit het oogpunt van duurzaamheid wenselijk is. Er is een stuurgroep Sustainability voorgezeten door de voorzitter van het College van Bestuur, stafmedewerkers en de duurzaamheid/energiecoördinator. De lijnen tussen bestuur en uitvoering zijn daarmee kort. Toenemende comforteisen en toenemend vloeroppervlak doen het energiegebruik van de universiteit groeien. Zonder de betere energieprestatie van een nieuw of gerenoveerd gebouw energiebesparing zou het huidige energiegebruik echter nog veel hoger liggen dan nu het geval is. Qua realisatie van de doelstellingen uit het MJA(3) ligt er een flinke opgave voor de komende jaren. De belangrijkste besparingen verwacht de heer Jol in het beheer te kunnen realiseren. Nu het energieverbruik goed gemonitord kan worden, zal de maatregelenlijst actueel worden gehouden en kunnen duurzaamheidprojecten eenvoudiger worden geïnitieerd. Vanuit het MJA3 is een actueel overzicht gemaakt van de belangrijkste energie-aspecten die betrekking hebben op de grootste energiegebruikers. Op korte termijn zal de grootste winst vooral komen van de installatie en in gebruik name van WKOinstallaties en het toepassen van warmteterugwinning op luchtbehandelingskasten. Sinds 2009 koopt de universiteit 100% groene stroom in en de komende jaren zal een actief beleid worden gevoerd ten aanzien van de herkomst van de groene stroom. Tevens wordt stadswarmte afgenomen. De ondersteuning vanuit het MJA-programma ervaart de heer Jol als erg nuttig.”Het regelmatige overleg met energiecoördinatoren van andere universiteiten is erg prettig, regelmatige informatiebijeenkomsten over uiteenlopende onderwerpen (“De Knop om”, “Groene datacenters”) vergroten de kennis en dragen bij aan het concretiseren van maatregelen binnen de Erasmus Universiteit Rotterdam”