GGD Rapport - Kinderopvang BLIJ

Inspectierapport
Kinderopvang Blij (KDV)
Bosscheweg 7
5275HD DEN DUNGEN
Registratienummer 994386874
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant
SINT-MICHIELSGESTEL
08-12-2014
Regulier onderzoek
Definitief
17-12-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 5
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 6
Inspectie-items ................................................................................................................... 7
Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9
Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Kinderopvang Blij is een particulier kinderdagverblijf en is gehuisvest in gemeenschapshuis De
Blauwe Scholk in Den Dungen.
Er wordt opvang geboden aan twee stamgroepen met ieder maximaal 12 kinderen in de leeftijd
van 0 - 4 jaar.
Conclusie
Kinderdagverblijf Blij voldoet aan de getoetste voorwaarden van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport.
Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch
klimaat. Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
• Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.
• De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.
• De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.
• De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Pedagogische praktijk
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het
Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument
ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het
veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.
Emotionele veiligheid
De pedagogisch medewerkers laten merken dat ze de kinderen mogen; ze geven complimentjes,
maken grapjes, zijn op de hoogte van interesses en wensen van de kinderen en treden
bemoedigend op als een kind dat nodig heeft.
Voorbeelden:
- Tijdens het buiten spelen is een kind gevallen. De pedagogisch medewerker gaat op haar hurken
bij het kind zitten en troost het kind.
- Een baby zit in een schommelstoeltje en begint te huilen. De pedagogisch medewerker gaat bij
het kind zitten en troost het kind. Hij moet nog een half uur wachten voordat hij zijn flesje krijgt.
Ze praat tegen het kind en stelt hem gerust.
Persoonlijke competentie
De pedagogisch medewerkers geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een
activiteit. De situatie is voor de kinderen inzichtelijk.
Voorbeeld: De pedagogisch medewerker vraagt aan de kinderen of ze het leuk vinden om met de
Duplo te gaan spelen. De kinderen reageren enthousiast. De pedagogisch medewerkers geeft aan
dat ze eerst de boekjes moeten opruimen en dat ze daarna de Duplo zal pakken.
De zelfredzaamheid van de kinderen wordt gestimuleerd.
Voorbeeld: De kinderen proberen zelf hun jas aan te doen en helpen elkaar.
Sociale competentie
De pedagogisch medewerkers ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie.
Voorbeelden:
- De pedagogisch medewerker ziet dat een kleiner kind wil meespelen met de andere kinderen. Het
meisje kan nog niet praten. De pedagogisch medewerker zegt tegen de kinderen: "X. wil ook graag
meedoen. Maar ze is nog een beetje klein en weet niet hoe het moet, willen jullie haar helpen?"
- De kinderen zijn enthousiast met de Duplo aan het spelen. Een kind rent op de emmer met Duplo
af en duwt daarbij tegen een paar kinderen. De pedagogisch medewerker zegt tegen het kind: "X,
voorzichtig. Als je erbij wilt, kun je dat even vragen aan de andere kinderen."
Overdracht van normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk en worden uitgelegd aan de kinderen.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)

Observaties
4 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
Personeel en groepen
Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en
stamgroepen.
Binnen dit onderdeel zijn alle pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende
beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Verklaring omtrent het gedrag
Alle medewerkers zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie.
Opvang in groepen
Kinderopvang Blij bestaat uit twee stamgroepen met ieder maximaal 12 kinderen in de leeftijd van
0 - 4 jaar.
Schriftelijke toestemming opvang in tweede stamgroepWanneer een kind tijdelijk wordt
opgevangen in de andere stamgroep, heeft de ouder hier schriftelijk toestemming voor gegeven.
Dit gebeurt middels een formulier dat wordt ondertekend door de ouder. Deze formulieren zijn
ingezien.
Beroepskracht-kindratio
Tijdens de inspectie en uit de genomen steekproef blijkt dat de beroepskracht-kindratio wordt
nageleefd.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)

Observaties

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Presentielijsten

Personeelsrooster
Ondertekende toestemmingsformulieren opvang in tweede stamgroep
5 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
Kinderopvang Blij werkt met een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Deze meldcode
is opgesteld met behulp van de voorbeeldmeldcode van de Brancheorganisatie Kinderopvang en is
aangepast voor de eigen locatie.
De meldcode voldoet aan wettelijke eisen.
Uit een interview met één van de pedagogisch medewerkers blijkt dat ze op de hoogte is van de
inhoud van de meldcode. Ze kan signalen herkennen en weet hoe te handelen bij een vermoeden.
Vierogenprincipe
De opvang is op zodanige wijze georganiseerd dat een beroepskracht tijdens de werkzaamheden
gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Tussen de twee groepen bevindt zich een gezamenlijke toilet-/verschoonruimte. Via deze
ruimte kunnen de pedagogisch medewerkers bij elkaar op de groep kijken. De slaapkamers zijn
voorzien van een babyfoon die altijd aanstaat.
De afspraak is dat de slaapkamerdeur open staat als een pedagogisch medewerker in de
slaapkamer is.
Met uitzondering van het eerste half uur van de dag is een pedagogisch medewerker nooit alleen in
het kinderdagverblijf. Voor het eerste half uur is er door het onvoorspelbare brengen van de
kinderen door ouders genoeg controle voor het beleid van het vierogenprincipe.
Het beleid ten aanzien van het vierogenprincipe is in samenwerking met de oudercommissie tot
stand gekomen en is beschreven in het pedagogisch beleidsplan.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)

Observaties

Meldcode kindermishandeling

Pedagogisch beleidsplan
6 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot
1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt
dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode.
(art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik
ervan.
(art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in
opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden
door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Vestigingsnummer KvK
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
:
Kinderopvang Blij
http://www.kinderopvangblij.nl
000054803381
24
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
KvK nummer
:
:
:
:
Kinderopvang Blij
Bosscheweg 7
5275HD DEN DUNGEN
54803381
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Hart voor Brabant
Postbus 3024
5003DA TILBURG
073-6404515
T. van Waardenburg
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: SINT-MICHIELSGESTEL
: Postbus 10000
: 5270GA SINT-MICHIELSGESTEL
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
08-12-2014
15-12-2014
Niet van toepassing
17-12-2014
18-12-2014
: 18-12-2014
: 08-01-2015
9 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-12-2014
Kinderopvang Blij te DEN DUNGEN