Deel 2, bijlage 4 Onderwijseenheden Postpropedeutische fase

Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Bijlage conform artikel 6.1 lid 2
1
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Inhoud
OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving ............................................................................4
Toetsprogramma OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving (B5 of BD5) ........................7
OWE 6: Genetische Variatie en Modificatie ...........................................................................................21
Toetsprogramma OWE6: Genetische Variatie en Modificatie (B6 of BD6) ........................................24
OWE 7: Eiwitten: motor van de immunologie .......................................................................................37
Toetsprogramma: Eiwitten: motor van de immunologie (B7 en BD7) ...............................................40
OWE 8a: Genetic and metabolic engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan ...............................53
OWE 8b: Genetic and metabolic engineering: genetic engineering,overproductie & secretie van
hoogwaardige biotechnologische producten.........................................................................................53
Toetsprogramma OWE 8a: Genetic en Metabole engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan
(B8a, BD8a) .........................................................................................................................................57
Toetsprogramma OWE 8b: Genetic en Metabole engineering:genetic engineering,
overproductie & secretie van metabolieten (B8b, BD8b) ..................................................................60
OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie .....................................................................................................84
Toetsprogramma OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie (B9) / Molecular Plant Biology (ASC-MPL) .......................................................................................................................................................88
OWE 9: Carcinogenese .........................................................................................................................105
Toetsprogramma OWE 9: Carcinogenese (BD9) ...............................................................................108
OWE 10: Moleculaire Pathogenese: bio-informatica, transcriptomics, proteomics & metabolomics 124
Toetsprogramma OWE 10: Moleculaire Pathogeneses: bio-informatics, transcriptomics,
proteomics & metabolomics (B10) ...................................................................................................127
OWE 10: Virologie en moleculaire diagnostiek ....................................................................................147
Toetsprogramma OWE10: Virologie en moleculaire diagnostiek (BD10) ........................................150
OWE 11: Stage Biologie ........................................................................................................................165
Toetsprogramma OWE 11: Stage Biologie (B11) ..............................................................................167
OWE12: Afstudeeropdracht Biologie ...................................................................................................186
Toetsprogramma OWE 12: Afstudeeropdracht Biologie (B12/BD12) ..............................................189
OWE 5: Medische diagnostiek:cellen & weefsels ................................................................................212
Toetsprogramma OWE 5: medische diagnostiek: Cellen en weefsels (M5) .....................................216
OWE 6 : Medische diagnostiek: bacteriële infecties ............................................................................228
Toetsprogramma OWE 6M: Medische diagnostiek: bacteriële infecties (M6) ................................231
OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde .................................................................241
Toetsprogramma OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde (M7)........................244
OWE8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek ...........................................253
Toetsprogramma OWE 8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek (M8).257
OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1 ..................................................................282
2
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1 (M9) .........................285
OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2 ................................................................298
Toetsprogramma OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2 (M10) .....................301
OWE 11: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 1 .........................................................316
Toetsprogramma OWE 11: Medische diagnostiek: Cytologie en histopathologie 1 (M11) ............319
OWE12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2 ..........................................................330
Toetsprogramma OWE 12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2 (HM-cou12) ....333
OWE 13: Stage klinische cytologie .......................................................................................................344
Toetsprogramma OWE 13: Stage klinische cytologie (M13Kc) ........................................................346
OWE 13: Stage medische microbiologie ..............................................................................................367
Toetsprogramma OWE 13: Stage medische microbiologie (M13Mm).............................................369
OWE 13: Stage Medische Research......................................................................................................388
Toetsprogramma OWE 13: Stage Medische Research (M13MR) .....................................................390
OWE14: Afstudeeropdracht Medisch ..................................................................................................409
Toetsprogramma OWE 14: Afstudeeropdracht medisch (HM-14) ...................................................411
3
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamens
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving.
B5 of BD5
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek, studierichting Biologie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
Review artikelen (Ra1 en Ra2)
Praktijk beoordeling (P)
Onderzoekswerkplan (Op)
15 stp
420 SBU
In deze course staan de biochemische en fysiologische processen in een cel
(plantaardige en dierlijk) centraal. In de andere courses van het 1ste jaar van de
hoofdfase komen andere facetten van de cel aan bod: het genoom, de eiwitten en
de metabolieten.
HBM-3 gevolgd, MLO-diploma of deelnemer aan de verkorte route VWO.
Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica.
Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de
tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk beoordeling geldt een
aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen.
Centraal staat de cel (plantaardig en dierlijk) en de invloed van de omgeving op
groei en ontwikkeling. Aan de hand van een tweetal opdrachten uit het werkveld
leert de student een review te schrijven, een werkplan op te stellen, een zelf
bedacht experiment uit te voeren en deze resultaten in een labjournaal te
schrijven.
De eerste opdracht (review) heeft als onderwerp “Algen: biobrandstof en
biobased products”.
De tweede opdracht (werkplan) gaat over celorganellen en de gevolgen van het
disfunctioneren ervan in een organisme.
Naast de kennis over cellen en celprocessen zal de student ook in de praktijk zich
vaardigheden eigen maken. Naast dit celbiologisch onderzoek wordt er ook
onderzoek gedaan aan dierlijke en plantaardige cel- en weefselkweek systemen.
Na afloop van dit thema is de student is staat om: (comp.nr; niveau):
- een werkplan te ontwerpen aan de hand van een zelf geschreven review (C1,
II);
- een zelf bedacht experiment goed uit te voeren (C2; II);
- de verkregen onderzoeksresultaten te analyseren (C3, II);
- eigen gegevens te beheren (C5; II);
- eigen werk te rapporteren en te presenteren in de vorm van een labjournaal
(C6; II);
- plan- en projectmatig te werken (C7; II);
- samen te werken in een onderzoeksgroep (C8; II);
- te reflecteren op opgedane ervaringen (C12; II).
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren
Deeltentamens
B(D)5-Ra
Gem. Reviewartikelen (Ra)
B(D)5-Ra1
Review artikel 1 (Ra1)
4
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
13.
Verplichte
literatuur
14.
15.
16.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
B(D)5-Ra2
Review artikel 2 (Ra2)
B(D)5-P
Praktijk beoordeling (P)
B(D)5-T
Thematoets (T)
B(D)5-K
Kennistoets (K)
B(D)5-Op
Onderzoeksplan (Op)
B5-IPV
IPV
Weging
Eindcijfer: (2*Ra + T + K + 2*P)/6
CompensatieRa=(Ra1 + Ra2)/2
mogelijkheden
Ra1, Ra2 ≥ 4,0
Instapvoorwaarden IPV en Op moeten afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers
tentamen
Ra, T, K en P moeten ≥ 5.5 zijn
Frequentie (deel)B5: Periode 2, herkansing periode 3.
tentamens
Voor deelname aan het deeltentamen P en IPV is er maar
één kans per studiejaar (OER art. 7.3)
BD-5: Periode 2, herkansing periode 2
Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
 Wilms F. et al, (2013). Coursehandleiding OWE 5
 Alberts, B., &Bray, D. e.a. Essential Cell Biology.4th edition, Garland Science ISBN
9780815344551
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Cellen en organellen van plant en dier
Celbiologie
Celcyclus
Cytoskelet
Intercellulair transport
Membraantransport
Celcommunicatie en signaaltransductie
Metabolisme
Cellulaire respiratie
Fotosynthese
Ondersteunend vak
Fysiologie
Ondersteunende
workshop
Rapporteren
Werkwijze: hoorcollege
Hormonen en regulatie bij plant en dier
Cel- en weefselkweek bij plant en dier
Werkwijze: hoorcollege
Schrijven van labjournaal
Schrijven van onderzoekswerkplan
Ondersteunende
workshop
Data analyse
Werkwijze: werkcollege
Basisbeginselen van data analyse, o.a. opstellen van
hypothese en toetsen met Student-T toets en One-way
Anova.
Workhop SCV
Werkwijze: hoorcollege
Coaching
5
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Beoordeling in OWE8
Ondersteunend vak
Praktijk
19.
Les- /
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Maximum aantal
deelnemers
21.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Werkwijze: training
Celbiologie en fysiologie
Cel- en weefselkweek bij plant en dier
Werkwijze: practicum
Geprogrammeerde contacturen:
19.7 lesuren/week, 138 lesuren /periode = 103.5 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:
316.5 klokuren
Totaal: 420 klokuren
B5: Periode 2
BD5: Periode 1 en 2
n.v.t.
6
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving (B5 of BD5)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
B5-T
BD5-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; maakt
gebruik van data analyse (indien van toepassing).
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
Competentie 7: Planmatig en Projectmatig
werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan.
De student:
 kn verschillende fasen van mitose benoemen,
begrijpen en toepassen;
 kan de functie van verschillende celorganellen
benoemen en weet ze toe te passen in een
theoretische casus;
 kan berekeningen doen aan concentraties in
media;
 kan verschillende vormen van biobrandstof en
“bio-based products” toepassen in een
theoretische casus;
 kan verschillen in dierlijke en plantaardige
celsystemen toepassen in een theoretische
casus;
 kan de weg van eiwitten van kern naar
celmembraan beschrijven en toepassen;
 kan de werking van verschillende receptoren in
membraan of cytoplasma begrijpen en
toepassen;
 kan de energiehuishouding van een cel
begrijpen en toepassen in een theoretische
casus;
 kan de gangbare veiligheidsvoorschriften op een
lab toepassen in een theoretische casus;
 kan berekeningen uitvoeren met betrekking tot
eiwitkinetiek;
 kan data analyse toepassen in een theoretische
casus;
 kan theoretische kennis van en praktische
vaardigheden met betrekking tot celbiologie,
celfysiologie, dierlijke en plantaardige celkweek
toepassen in een theoretische casus;
 kan vanuit een theoretische casus een opzet
voor een experiment opstellen;
 kan verkregen resultaten uitwerken en
conclusies trekken;
 kan alle kennis en vaardigheden opgedaan
tijdens de theorie en praktijk toepassen op een
In de context van:
- Celbiologie
o Celcyclus en apoptose
o Energieconversie
o Intercellulaire compartimenten en eiwit
verdeling
o Cytoskelet
o Membraanstructuur en -transport
7
Waardering /
Cesuur
Verschillende onderdelen van de
theorie en praktijk komen aan bod:
Labrekenen: 5 - 15%
Data analyse: 5 – 15%
Praktijk: 40 – 60 %
Theorie: 40 – 60%
Eindcesuur: score gedeeld door
maximale score maal 10.
Voldoende cijfer (5,5) bij 55%van het
maximaal aantal punten.
Examinatoren
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
(Expert/Coursetrekker).
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
o Celcommunicatie
- dierlijke en plantaardige cel- en weefselkweek
- Celfysiologie
o Plantenhormonen
- algen als biobrandstof
- algen als “bio-based products”
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
theoretische casus.
Code:
B5-Ra
BD5-Ra
Ra=(Ra1+Ra2)/2
Ra=(Ra1 + Ra2)/2
Ra1, Ra2 ≥ 4,0
Naam:
Gem. Reviewartikelen
1 examinator voor de
beoordeling (Expert en/of
Coursetrekker en/of Docent).
Voldoende wanneer gemiddelde Ra1 en
Ra2 groter of gelijk is aan 5,5.
Vorm:
Administratief
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
B5-Ra1
BD5-Ra1
Naam:
Review 1
Vorm:
Schriftelijk
Groep (3-4 studenten)
Weging:
0
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
4
Competentie 1: Ontwerpen
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
Informatie vergaren en verwerken tot
onderzoeksplan.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 6: Rapporteren en Presenteren
Tekst
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Review
artikel 1”.
Zie onderstaand beoordelings-formulier
“Review artikel 1”.
Voldoende (cijfer 5,5) bij 55 van het
maximaal aantal punten.
In de context van:
- algen als biobrandstof
8
1 examinator voor de
beoordeling (Expert en/of
Coursetrekker en/of Docent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- algen als “bio-based products”
Code:
B5-Ra2
BD5-Ra2
Naam:
Review 2
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
4
Code:
B5-P
BD5-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 1: Ontwerpen
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
Informatie vergaren en verwerken tot
onderzoeksplan.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 6: Rapporteren en Presenteren
Tekst
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
In de context van:
- verschillende celorganellen in planten en dieren
- natuurlijk functioneren van celorganellen
- visualisatie en isolatie van celorganellen
- gevolgen disfunctioneren van organellen
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele
controles.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen
wordt; maakt oplossingen.
2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet.
2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Review
artikel 2”.
Zie onderstaand beoordelings-formulier
“Review artikel 2”.
1 examinator voor de
beoordeling (Expert en/of
Coursetrekker en/of Docent).
Voldoende (cijfer 5,5) bij 55 van het
maximaal aantal punten.
Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk.
Cesuur: P = Beoordeling (3 x
(beoordeling volgens
Beoordelingsformulier praktijk Course
5B: Celbiologie, Dierlijke celkweek,
Plantaardige celkweek) + 1 x
(beoordeling volgens
Beoordelingsformulier praktijk Course
5B: eigen experiment))/4
Voldoende cijfer (5,5) als P ≥ 5.5.
9
1 examinator (P-docent) voor
ieder van de vier
beoordelingen.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
methoden de analyse van de resultaten uit; maakt
gebruik van data analyse (indien van toepassing).
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
In de context van:
- celbiologie
- cellen
- mitochondriën
- chloroplasten
- algen
- celfysiologie
- dierlijke celkweek
- opstarten en doorzetten cultuur
- eigen experiment
- plantaardige cel- en weefselkweek
- vegetatieve vermeerdering
10
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B5-K
BD5-K
- meristeemcultuur
- embryo rescue
Kennis van celbiologie.
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
1
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Kennis van
 Cellen en organellen van dierlijke en
plantaardige cellen
 Celdeling en mitose
 Meiose
 Cytoskelet
 Groei en ontwikkeling
 Energie, Katalyse en biosynthese
 Metabolisme
 Fotosynthese
 Signaaltransductie
 Membranen en signaaltransductie
 Hormonen van plant en dier
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
B5-Op
BD5-Op
Naam:
Onderzoeksplan
Vorm:
Schriftelijk
Groep
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Verschillende onderdelen van de
theorie komen aan bod in de volgende
verhoudingen:
Celcyclus, celdeling, mitose, meiose en
apoptose: 5 – 15%
Cytoskelet: 5 – 15%
Energie, katalyse, biosynthese en
metabolisme: 15 – 30%
Eiwitsortering en vesiculair transport: 5
– 15%
Groei en ontwikkeling, hormonen van
plant en dier en fysiologie: 5 – 15%
Membranen en signaaltransductie: 15 –
30%.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
(Expert/Coursetrekker).
1 examinator voor de
beoordeling.
Multiple Choice:
70% juiste antwoorden is een 5,5.
Competentie 1: Ontwerpen
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
Informatie vergaren en verwerken tot
onderzoeksplan.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.3. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende
hypotheses.
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele
controles.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
Zie onderstaand beoordelingsformulier
“Onderzoeksplan course 5”.
Zie onderstaand beoordelings-formulier
“Onderzoeksplan course 5”.
Voldoende indien 55% van de punten
zijn behaald.
11
2 examinatoren voor de
beoordeling (Pdocent/Expert).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van data analyse.
Competentie 4: kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
Competentie 6: Rapporteren en Presenteren
Tekst
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan.
In de context van:
- de toepassing van algen als biobrandstof en
“biobased products”
12
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B5-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Individueel
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Competentie 8: Samenwerken
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4.Laat andere uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.).
 De student kan de uitwerking van zijn
weekopdrachten volgens afspraak aan de
tutor laten zien (in schrift of presentatie); in
alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten
uitgewerkt (k.o.).
 De student voert zijn rollen (voorzitter,
notulist, etc.) uit (k.o.).
 De student houdt zich aan de afgesproken
regels (k.o.).
 De student stelt vragen en deelt kennis met
betrekking tot de opdracht tijdens
tutorvergaderingen; verwoordt deze helder
en verstaanbaar, houdt oogcontact.
 De student laat anderen uitpraten en sluit aan
bij de gesprekspartner.
 De student geeft groeps- en klasgenoten
feedback en staat open voor feedback.
 Levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief (SAS).
13
Alle k.o. criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een “voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier praktijk Course 5B: Celbiologie, Dierlijke celkweek, Plantaardige celkweek, niveau II
Naam: ………………….………………………………………………..
Competentie/
indicatoren
1.2.3., 2.2.1, 2.1.3.
2.2.2
2.2.3,
Klas: ……………….
Datum: ……………….
Beoordelingscriteria
Vaardigheden 50%
De student kan vragen over de werkwijze van de methodes
beantwoorden.
De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/
zij met het experiment begint.
De student voert experimenten volgens protocol uit.
Aantal
punten
Onvoldoende
0-9
Voldoende
10
Niet voldaan
Goed
14
Zeer Goed
18
Voldaan
0-9
10
14
18
2.2.3.
De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode
hij/zij uitvoert.
0-1
2
3
4
4.2.1.
2.2.5.
IJkt bij aanvang apparatuur
De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen.
0-1
0-1
2
2
3
3
4
4
De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij.
De student speelt in op wijzigende omstandigheden.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens
de planning uit, ook onder tijdsdruk.
0-9
10
14
18
Loopt vaak uit
0-9
Loopt soms uit
10
Loopt nooit uit
14
Is buitengewoon efficiënt
18
De student maakt een begin met het aan meerdere experimenten
tegelijk werken
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en vult de
veiligheidskaart in.
0-1
2
3
5
0-1
2
3
5
De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.
De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft
een actieve werkhouding.
De student handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student.
Subtotaal Vaardigheden
0-1
Niet voldaan
2
7.2.3., 7.2.4.
2.1.5, 2.2.4, 7.2.2.
2.2.4.
4.1.1.
4.1.1, 5.2.2.
11.1.4.
11.2.3
Niet voldaan
14
3
Voldaan
Voldaan
6
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Labjournaal (50%)
1.2.3., 4.1.3.
De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.)
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn
labjournaal genoteerd.
0-11
12
15
20
5.2.3.
De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij
0-11
12
15
20
5.2.1., 5.2.3.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
Niet voldaan
Voldaan
3.2.1.
De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de
geschikte methode geanalyseerd
0-11
12
15
20
3.1.4, 3.1.2..
De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit.
0-5
6
8
10
3.2.2.
Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de
hypothese getrokken
0-5
6
8
10
5.1.3.
Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk.
0-11
12
15
20
Subtotaal Labjournaal
Eindbeoordeling, (subtotaal Vaardigheden * 0,5) + (subtotaal
Labjournaal * 0,5)/10 én overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier praktijk Course 5B: Eigen Experiment, niveau II
Naam: ………………….………………………………………………..
Competentie/
indicatoren
1.2.3., 2.2.1, 2.1.3.
2.2.2
2.2.3,
Klas: ……………….
Datum: ……………….
Beoordelingscriteria
Vaardigheden 20%
De student kan vragen over de werkwijze van de methodes
beantwoorden.
De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/
zij met het experiment begint.
De student voert experimenten volgens protocol uit.
Aantal
punten
Onvoldoende
0-9
Voldoende
10
Niet voldaan
Goed
14
Zeer Goed
18
Voldaan
0-9
10
14
18
2.2.3.
De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode
hij/zij uitvoert.
0-1
2
3
4
4.2.1.
2.2.5.
IJkt bij aanvang apparatuur
De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen.
0-1
0-1
2
2
3
3
4
4
De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij.
De student speelt in op wijzigende omstandigheden.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens
de planning uit, ook onder tijdsdruk.
0-9
10
14
18
Loopt vaak uit
0-9
Loopt soms uit
10
Loopt nooit uit
14
Is buitengewoon efficiënt
18
De student maakt een begin met het aan meerdere experimenten
tegelijk werken
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en vult de
veiligheidskaart in.
0-1
2
3
5
0-1
2
3
5
De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.
De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft
een actieve werkhouding.
De student handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student.
Subtotaal Vaardigheden
0-1
Niet voldaan
2
7.2.3., 7.2.4.
2.1.5, 2.2.4., 7.2.2.
2.2.4.
4.1.1.
4.1.1, 5.2.2.
11.1.4.
11.2.3
Niet voldaan
16
3
Voldaan
Voldaan
6
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Labjournaal (80%)
1.2.3., 4.1.3.
De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.)
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn
labjournaal genoteerd.
0-11
12
15
20
5.2.3.
De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij
0-11
12
15
20
5.2.1., 5.2.3.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
Niet voldaan
Voldaan
3.2.1.
De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de
geschikte methode geanalyseerd
0-11
12
15
20
3.1.4, 3.1.2..
De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit.
0-5
6
8
10
3.2.2.
Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de
hypothese getrokken
0-5
6
8
10
5.1.3.
Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk.
0-11
12
15
20
Subtotaal Labjournaal
Eindbeoordeling, (subtotaal Vaardigheden * 0,2) + (subtotaal
Labjournaal * 0,8)/10 én overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
17
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Review artikel 1
Naam:……………………................................... Datum:………………………
Gerelateerd aan
competentie /
indicator
6.2.1.
1.2.1., 1.2.2., 1.2.5.
1.2.1., 1.2.2.
1.2.1., 1.2.2., 1.2.5.
6.2.1.
6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
6.2.1.
Beoordelingscriteria
Klas:…………………….
Max aantal
punten
Inhoud (70%)
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
Introductie: Achtergrondinformatie om het review in een context te plaatsten (beschrijft algen in relatie tot biobrandstof en
biobased produckten) en het doel van het review
Verschillende hoofdstukken mbt algen in relatie tot
biobrandstof en biobased producten.
Heldere en inhoudelijke discussie en conclusie mbt algen in
relatie tot biobrandstof en biobased producten.
Heldere en inhoudelijk beschreven toekomst perspectieven.
Opmaak/schrijven (30%)
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl.
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit
zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.
Het rapport omvat duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.
10
15
30
15
10
10
10
Het rapport omvat verwijzingen naar de bronnen en een
literatuurlijst volgens de algemene standaard (APA methode).
Ok /
k.o.
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte
richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Verschillende
Hoofdstukken, Discussie, Conclusie en Toekomstperspectieven,
Bronnenlijst.
Het verslag omvat minimaal 15 pagina’s.
Ok /
k.o.
Ok /
k.o.
100
Totaal aantal punten
Cijfer (aantal punten / 10)
Voldoende cijfer (5,5) bij 55 van het maximaal aantal punten
Feedback
Naam en handtekening beoordelaar
18
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier “Review artikel 2”
Naam:……………………................................... Klas: ……………………… Datum: …………………….
Gerelateerd aan
competentie /
indicator
6.2.1.
1.2.1., 1.2.2., 1.2.5.
1.2.1., 1.2.2.
1.2.1., 1.2.2., 1.2.5.
6.2.1.
6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
6.2.1.
Beoordelingscriteria
Max aantal
punten
Inhoud(70%)
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
Introductie: Achtergrondinformatie om het review in een context te plaatsten (beschrijft het functioneren en dysfunctioneren
van een zelfgekozen celorganel) en het doel van het review.
Verschillende hoofdstukken mbt het functioneren en
disfunctioneren van een zelfgekozen celorganel (zoals isolatie,
visualisatie, functie, dysfunctie)
Heldere en inhoudelijke discussie en conclusie mbt functioneren
en dysfucntioneren van een zelfgekozen celorganel.
Opmaak/schrijven (30%)
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl.
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit
zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.
Het rapport omvat duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.
Het rapport omvat verwijzingen naar de bronnen en een
literatuurlijst volgens de algemene standaard (APA methode).
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte
richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Verschillende
Hoofdstukken, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst.
Het verslag omvat minimaal 15 pagina’s.
10
15
35
10
10
10
10
Ok /k.o.
Ok /k.o.
Ok /k.o.
100
Totaal aantal punten
Cijfer (aantal punten / 10)
Voldoende cijfer (5,5) bij 55 van het maximaal aantal punten.
Feedback
Naam en handtekening beoordelaar
19
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Onderzoeksplan Course 5B niveau II
Naam: ………………………………………………………...
Gerelateerd
aan comp./
indicator
Klas: ……………….
Beoordelingscriterium
Datum: ……………….
Max
aantal
punten
Inhoud (80 punten)
6.2.1
1.2.1, 1.2.5,
6.2.1.
1.2.1, 1.2.4
1.2.3
1.2.4.
1.2.4., 2.2.1
1.2.4., 2.2.2
Het abstract beschrijft alle relevante informatie van het plan
De introductie beschrijft de context van algen als biobrandstof en
biobased products.
Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn
beschreven.
De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de
onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd.
Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes
beschreven.
De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd.
Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die
leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd.
De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van
alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te
bereiken.
De benodigde materialen zijn in vorm van een bestellijst opgegeven.
4.1.1
7.2.1
Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd.
De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel manuren aan de
verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de
experimenten/ het project in totaal duren.
2.2.3., 2.2.1.
De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn
beschreven.
Opmaak/schrijfstijl (20 punten)
6.2.1.
hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke
stijl.
6.2.1.
De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust
van samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende
tekst tussen de onderdelen.
1.2.2., 6.2.1.
Het rapport omvat een literatuurlijst
In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APAnormen).
6.2.1.
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen:
titel, auteurs, abstract, inleiding, doel, theoretische onderbouwing,
flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen ,
literatuurlijst (volgens APA-normen).
Totaal aantal punten
Cijfer (totaal aantal punten / 10)
Feedback
Naam en handtekening beoordelaar
20
5
15
15
5
15
15
Ok /
k.o.
10
Ok /
k.o.
nvt
10
5
5
Ok /
k.o.
100
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
5.
(Beroeps)
Producten
6.
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamens
7.
8.
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 6: Genetische Variatie en Modificatie
B6 of BD6
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek,
studierichting Biologie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
Onderzoeksverslag (V)
Poster (Po)
Labjournaal (Lj)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE3
OWE 3 gevolgd of MLO diploma, of deelnemer aan de verkorte route VWO.
Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica
Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de
tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijkbeoordeling geldt een
aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen.
Onderzoeken van de genetische variatie bij planten ten behoeve van de veredeling
met behulp van moleculaire merkers en analyse van de gegevens.
Analyseren van een humane erfelijke ziekte en vervolgens isoleren en cloneren van
(onderdelen van) het gen betrokken bij deze ziekte.
Elke projectgroep werkt aan deze opdrachten d.m.v. practica, weektaken,
computeropdrachten, en literatuuronderzoek.
- Experimenteren
- Onderzoeksresultaten analyseren
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
- Rapporteren/presenteren
- Planmatig werken
- Samenwerken
- Leiding geven/begeleiding geven
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
Deeltentamens
B6-P / BD6-P
Praktijkbeoordeling (P)
B6-V
Onderzoeksverslag (V)
B6-K / BD6-K
Kennistoets (K)
B6-T / BD6-T
Thematoets (T)
B6-Po / BD6-Po
Poster (Po)
B6-IPV
IPV
Weging
B Eindcijfer: (P+Po+V+ K + 2*T)/6
BD Eindcijfer: (P+ Po+ K + 2*T)/5
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
IPV moet voldaan zijn. De cijfers voor de toetsen, praktijk
21
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
tentamen
Frequentie (deel)tentamens
13.
Verplichte
literatuur
14.
15.
16.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
en beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn.
B6: periode 1, herkansing periode 2
Voor deelname aan de workshops SCV en voor het
deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
BD6: periode 4, herkansing periode 4 of augustus.
Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
 Russell, P.J., (2009). iGenetics, a molecular approach, (3th revised edition) New
York NY: Pearson Education Ldt. ISBN: 9780321610225
 Holmes, D.A., Reed, R., Jones, A.M., Dean, J. (2012). Practical Skills in Biomolecular
Sciences, (4th revised ed.) New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN:
9781408245521
 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk
toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
 Alberts, B., &Bray, D. e.a. Essential Cell Biology.4th edition, Garland Science ISBN
9780815344551
 Course handleiding
 Practicum handleiding
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunende
DNA typing
workshops
Stamboom analyse
CLCBio
Primer design
Human Genome Project
DNA and Medicine
Gastcollege
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
Genetica
Moleculaire biologie
(Recombinant) DNA technieken
Genomics
Ondersteunend vak
Moleculaire genetica
Werkwijze: hoorcollege
Conflicthantering
Workshop SCV
19.
Les- /
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Beoordeling in OWE8
Werkwijze: workshop
Ondersteunend vak
Praktijk
Werkwijze: practicum
Geprogrammeerde contacturen:
19,4 lesuren/week, 136 lesuren per periode = 102 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:
318 klokuren
Totaal: 420 klokuren
Periode 1
22
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
21.
Maximum aantal
deelnemers
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
n.v.t.
23
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE6: Genetische Variatie en Modificatie (B6 of BD6)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
B6-T
BD6-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Competentie1: Ontwerpen
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.4. Maakt voorstellen voor verbetervoorstellen
voor de uitvoering van het onderzoek.
De student:

kan de regels van de Mendelse genetica
toepassen en de type overerving van ziekten
weergegeven in stambomen benoemen;

kan de gevolgen van mutaties in DNA of
chromosomen beschrijven;

kan de oorzaak van genetische variatie
benoemen en verklaren;

kan de verschillen en overeenkomsten tussen
DNA replicatie, transcriptie en translatie
benoemen en verklaren;

kan de basisstappen van een protocol voor
genomisch DNA isolatie uit mens, plant,
bacterie (plasmied) en de isolatie van cDNA
uitleggen;

begrijpt voor- en nadelen van verschillende
DNAbepalingen en past deze op de juiste
wijze toe;

kan de basisstappen van een protocol voor
PCR en afgeleide technieken uitleggen;

kan de controles in een PCR, restrictieenzymanalyse, DNA gelelectroforese
benoemen en uitleggen waarvoor deze
gebruikt worden;

kan op basis van gegeven eindconcentraties
en concentraties van stockoplossingen de
samenstelling van restrictie-enzymreacties,
PCR en monsters met sample buffer voor
electroforese berekenen;

kan de veiligheid van procedures beschrijven
en toepassen;

kan primers ontwerpen en op basis van deze
informatie annealingstemperaturen
voorstellen en de lengte van het PCRproduct
voorspellen;

beschrijft de resultaten van een PCR, op een
agarosegelelectroforese, vergelijkt deze met
verwachtingen en trekt een conclusie;
In de context van
- Mendeliaanse Genetica
- Stambomen analyse
- Genetische variatie
- DNA replicatie, transcriptie, translatie, mutatie
en reparatie
- Bacteriële genetica
- Genomisch DNA isolatie van planten en dieren
- Plasmied DNA isolatie uit bacteriën
- Recombinant DNA technieken
- Restrictieanalyse en gel-electroforese van DNA
- PCR: touchdown, gradient, colony
- Primerdesign
- Merkeranalyse met SSR, (geldt niet voor HDB)
- Genetische modificatie
- Ligatie en transformatie van recombinant DNA
moleculen in E. coli.
24
Waardering /
Cesuur
5-10 % punten voor berekeningen en
veiligheid.
De volgende onderwerpen zijn
representatief verdeeld over de toets:
Genetica , ong. 25%
Moleculaire biologie, ong. 25%
(Recombinant) DNA technieken, ong.
25%
Genomics, ong. 25%
De context-onderwerpen zijn
representatief verdeeld over de toets.
Eindcesuur: Score gedeeld door de
maximale score maal 10.
Cesuur: 55% van de punten moeten
behaald zijn voor een voldoende (5.5)
Examinatoren
2 examinatoren voor
constructie en beoordeling
(Coursetrekker/Theoriedocent).
2 examinatoren voor
beoordeling (Theorie
docent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
-
Code:
B6-V
Naam:
Verslag
Vorm:
Groep
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Vectoren
Regulatie genexpressie van pro- en eukaryoten
Epigenetica, (geldt niet voor HDB)
Transposons, (geldt niet voor HDB)
Genomics: genoom structuur
Toepassingen van DNA technologie
Competentie1: Ontwerpen
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.3. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende
hypotheses.
1.2.5. Kent de overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
Validatie
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
Conclusies en discussie
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase

kan de juiste vector kiezen voor een bepaald
experiment;

kan een figuur van een vector map begrijpen
en de onderdelen benoemen en aangeven
waarvoor ze dienen;

kan de verschillen en overeenkomsten in het
maken van genomische en cDNA banken
uitleggen en verklaren;

kan de regulatie van genexpressie van
prokaryoten uitleggen en de gevolgen van
mutaties in dit proces aangeven;

kan de regulatie van genexpressie van
eukaryoten op meerdere niveaus uitleggen en
de gevolgen van mutaties in dit proces
aangeven;

kan de procedure van genoom analysen
uitleggen en kan de toepassingen van het
onderzoek aangeven;

kan het gebruik van verschillende DNA
technologieën uitleggen en op de juiste
manier toepassen.
Zie beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag
course 6: Genetische Variatie”.
Zie beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag course 6: Genetische Variatie.
Cesuur: 55 punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
25
2 examinator voor
beoordeling
(Coursetrekker/Theoriedocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
van het experiment.
3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere
deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt voorstellen voor verbetervoorstellen
voor de uitvoering van het onderzoek.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
Code:
B6-P
BD6-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Individueel
In de context van:
Onderzoek naar de genetische variatie in planten
met behulp van moleculaire merkers ten behoeve
van de veredeling
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen
wordt; maakt oplossingen.
Uitvoering
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk
niveau II”.
Zie onderstaand beoordelingsformulier
“Praktijk niveau II”.
Cesuur: 55 punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5,5).
26
1 examinator voor
beoordeling (Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen.
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking).
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):
27
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
Code:
B6-K
BD6-K
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
In de context van:
- DNA isolatie uit planten
- nanodrop
- PCR, touchdown, gradient, colony
- Agarose Gel electropforese
- Plasmide DNA isolatie
- DNA isolatie uit bloed
- DNA isolatie uit gel
- DNA digestie
- Ligatie
- Transformatie
- Recombinant DNA technieken
Kennis van Genetica
De student heeft:
 kennis van de wetten van Mendel en overerving
van eigenschappen;
 kennis van genetische begrippen zoals,
dominant, recessief, geslachtsgebonden, allelen,
genen, genotype, phenotype, monohybride en
dihybride kruizingen, homozygoor
heterozygoot, zelfbestuiving, kruisbestuiving, P,
F1, F2, truebreeding, reciprokal cross, locus,
eigenschap, wildtype, mutant, hemizygoot, loss
of function, gain of function;
 kennis van chromosomen en chromosoom
afwijkingen m.b.t. structuur en aantal;
28
Open vragen met 2 punten per vraag.
De volgende onderwerpen zijn
representatief verdeeld over de toets:
Genetica , ong. 25%
Moleculaire biologie, ong. 25%
(Recombinant) DNA technieken, ong.
25%
Genomics, ong. 25%
Eindcesuur: Score gedeeld door de
maximale score maal 10.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
(Coursetrekker/Theoriedocent).
2 examinator voor
beoordeling (Theoriedocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
 kennis van overeenkomsten en verschillen
tussen mitose en meoise.
1
Beoordeling:
Cijfer
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Kennis van Moleculaire biologie
De student heeft:
 kennis en inzicht van de opbouw en
eigenschappen van de biomoleculen DNA en
RNA;
 inzicht in de relatie tussen eigenschappen van
biomoleculen en hun lokalisatie en functie in
cel;
 kennis en inzicht in replicatieproces en alle
moleculen die daarbij betrokken zijn;
 kennis en inzicht in transcriptieproces en alle
moleculen die daarbij betrokken zijn;
 kennis en inzicht van de genetische code;
 kennis en inzicht van de verschillen tussen
bacteriën en eukaryoten m.b.t. replicatie en
transcriptie;
 kennis en inzicht in translatieproces;
 kennis en inzicht van DNA mutaties en de
consequenties hiervan op eiwitniveau;
 kennis en inzicht in de reparatie processen van
het DNA.
Ondergrens:
5,5
Kennis van (Recombinant) DNA technieken
Kennis van Genomics
De student heeft:
 kennis en inzicht in de volgende DNA
technieken: DNA isolatie, DNA digestie, DNA gel
electroforese, PCR, Sequencen, Southern
blotting, Hybridisatie;
 kennis en inzicht van de volgende recombiant
DNA technieken: plasmied isolatie, ligatie,
transformatie;
 kennis van bacteriële genetica, transformatie,
transductie en conjugatie;
 kennis van plant transformatie;
 kennis en inzicht in de toepassingen van DNA
technieken zoals: moleculaire merkers, DNA
typing, maken van genomische banken, maken
van cDNA banken, whole genome sequencing;
 kennis van Microarray en RNAi technieken.
De student heeft:
 kennis en inzicht van genexpressie in
prokaryoten, met name het lac, trp en ara
operon;
29
Cesuur: 55% van de punten moeten
behaald zijn voor een voldoende (5.5).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B6-Po
BD6-Po
Naam:
Poster
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 1: Ontwerpen
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting).
Competentie 8: Samenwerken in team
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 kennis en inzicht van genexpressie in
eukaryoten;
 kennis van gene silencing en RNA interferentie;
 kennis van epigenetische processen;
 Kennis van de organisatie van DNA in
chromosomen.
 kennis van de organisatie van het genoom;
 kennis van transposons;
 kennis en inzicht in het Humane Genoom
Project;
 kennis van de genoomopbouw van pro- en eukaryoten.
Zie beoordelingsformulier “Poster course 6”.
Zie beoordelings-formulier “Poster
course 6”.
Cesuur: 55 punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
30
1 examinator voor
beoordeling
(Coursetrekker/Theoriedocent/Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Code:
B6-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling
Individueel
Weging:
0
knockout
Beoordeling:
Voldaan/ niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
In de context van
Beschrijf de overerving en van een erfelijke monogene afwijking. Geef aan welk gen voor de ziekte
verantwoordelijk is en welke mutatie(s) aan het
ziektebeeld ten grondslag liggen. Verklaar het
phenotype nav de functie van het eiwit en de
verandering van de genexpressie.
Competentie 8: Samenwerken
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief om actief conflicten op te
lossen.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn
alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit
(k.o.);
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot
de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt
oogcontact;
 laat anderen uitpraten en sluit aan bij de
gesprekspartner;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat
open voor feedback;
 positieve bijdrage aan het groepsproces door
initiatief te nemen en eventuele conflicten
actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief (SAS)
31
Alle k.o. criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een “voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk B6
Naam: ……………………………………………………………………………………..
Competentie/
indicatoren
1.2.3., 2.2.1, 2.1.3.
2.2.2
Beoordelingscriteria
Vaardigheden (max 50 punten)
De student kan vragen over de werkwijze van de methodes
beantwoorden.
De student controleert of alle benodigdheden klaar staan
voordat hij/ zij met het experiment begint.
Klas: …………………………….
Datum: ………………………….
ONVOLDOENDE
VOLDOENDE
GOED
UITSTEKEND
-0-1-
-2-
-4-
-5-
-0-1-
-2-
-2-
-2-
2.2.3,
De student voert experimenten volgens protocol uit.
-0-1-
-2-
-4-
-5-
2.2.3.
De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de
methode hij/zij uitvoert.
-0-1-
-2-
-4-
-5-
4.2.1.
Ijkt bij aanvang apparatuur (n.v.t)
2.2.5.
De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen.
-0-1-
-2-
-2-
-3-
De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij.
De student speelt in op wijzigende omstandigheden.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en
volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk.
-0-1-
-2-
-4-
-5-
Loopt vaak uit
-0-1-
Loopt soms uit
-2-
Loopt nooit uit
-4-
De student maakt een begin met het aan meerdere
experimenten tegelijk werken
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en
vult de veiligheidskaart in.
De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.
-0-1-
-2-
-2-
Is buitengewoon
efficiënt
-5-3-
-0-1-
-2-
-4-
-5-
-0-1-
-2-
-2-
-2-
De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en
heeft een actieve werkhouding.
De student handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student.
Labjournaal (max 50 punten)
-0-2-
-3-
-4-
-5-
-0-2-
-3-
-4-
-5-
7.2.3., 7.2.4.
2.1.5, 2.2.4., 7.2.2.
2.2.4.
4.1.1.
4.1.1, 5.2.2.
11.1.4.
11.2.3
32
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1.2.3., 4.1.3.
5.2.3.
De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.)
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen
(i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd.
De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn
labjournaal bij
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-0-5-
-6-
-8-
-10-
-0-2-
-3-
-4-
-5-
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
Niet voldaan
De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de
geschikte methode geanalyseerd
-0-5-
-6-
-8-
-10-
3.1.4, 3.1.2..
De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit.
-0-2-
-3-
-4-
-5-
3.2.2.
Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het
doel / de hypothese getrokken
-0-5-
-6-
-8-
-10-
-0-5-
-6-
-8-
-10-
5.2.1., 5.2.3.
3.2.1.
5.1.3.
Voldaan
Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk.
Totaal aantal punten
Eindbeoordeling, (totaal aantal punten/10 én overal aan
voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
33
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier onderzoeksverslag B6: Genetische Variatie
Naam: ………………………………………………….
Gerelateerd
aan comp./
indicator
6.2.1.
1.2.2, 1.2.5.
1.2.3.
2.2.1
2.2.1
2.2.1
4.1.3
1.2.3., 2.2.1
3.2.1.,
6.2.1.
3.2.1.
3.1.2
3.1.4.
3.2.3.
3.2.2
3.2.4.
6.2.1.
6.2.1.
Klas: ………..……….
Beoordelingscriteria
Datum: ……….……….
Max aantal
punten
Inhoud (max 90 pt)
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
Inleiding (max 15 pt)
Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit.
Plaatst dit in de overkoepelende context.
Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen
/hypotheses van het onderzoek.
Legt de strategie om het doel te bereiken uit.
Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende
methodes:
PCR, SSR, Jaccard Index
Materiaal en Methodes (max 5 pt)
Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders
deze zou kunnen herhalen.
De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele
controles (en markers) .
Resultaten (max 40 pt)
Begint de beschrijving van de resultaten van ieder
experiment met de beknopte beschrijving van het doel van
het (deel)experiment.
(minder dan 4 punten: k.o.)
Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar
afbeeldingen en legt uit wat daarin te zien is.
(minder dan 4 punten: k.o.)
Verbindt en verheldert de resultaten (in de tabel) in de tekst
(minder dan 3 punten: k.o.).
Volgende resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd:
 Gel electroforese
 Binaire tabel
 Jaccard index tabel
(minder dan 9 punten totaal: k.o.)
Discussie (max 10 pt)
Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten
op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de
resultaten van de experimenten.
Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met
verwachtingen en literatuurwaardes.
Conclusie (max 10 pt)
Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies
m.b.t. de onderzoeksvragen.
Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken
conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het
onderzoek.
Schrijfvaardigheden (max 10 pt)
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte
richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal
en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie,
Bronnenlijst.
34
10
2
2
4
7
2
3
8
8
6
6
6
6
4
4
2
5
5
Voldaan/
niet voldaan
Voldaan/
niet voldaan
Behaald
aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
6.2.1.
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat
dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.*
10
1.2.2., 6.2.1.
Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode).
Voldaan/
niet voldaan
Cijfer (aantal punten /10)
Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en
55pt behaald
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
35
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Poster B6B
Naam: ………………………….………………….
Klas: ……………………
Datum: ………………….
Naam genetische afwijking: …………………………………………………………………………………………
Gerelateerd aan
Beoordelingscriteria
competentie/indica
tor
Onvoldoen
de
Voldoende
Goed
Uitstekend
1
3
5
6
1
3
5
6
1
3
5
6
2
6
7
9
1.1.1., 2.2.1.,
Een stamboom is aanwezig en het
overervingspatroon is aan hand hiervan uitgelegd.
De locatie, grootte en het aantal exonen van het
gen is beschreven.
Mutaties: waar, welke, hoeveel en effect op de
eiwitstructuur
Eiwit Structuur en Functie: normal en mutant
2
6
7
9
1.1.1., 2.2.1.,
Verklaring fenotype.
1
3
5
6
DNA test en uitleg.
2
5
7
8
1
2
3
4
1
3
5
6
 niet te veel tekst maar voldoende voor een
duidelijk verhaal
 voldoende informatieve figuren
 rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst
 hanteert correcte spelling, grammatica,
zinsbouw en wetenschappelijke stijl
1
2
3
4
1
1
2
2
3
3
4
4
1
2
3
4
Discussie (max 24 punten)
De student legt de inhoud van de poster helder uit
en beantwoordt vragen.
Bij het beantwoorden van vragen sluit de student
aan bij de vraag.
De student houdt tijdens de discussie oogcontact
met de gesprekspartner.
2
6
7
9
2
6
7
9
1
3
5
6
1.1.1., 2.2.1., 1.2.5.
1.1.1., 2.2.1.,
1.1.1., 2.2.1.,
1.1.1., 2.2.1.,
1.1.1., 2.2.1.,1.2.5.
Inhoud (max 50 pt)
Beschrijving ziekte-phenotype.
Opmaak (max 26 punten)
6.2.1., 1.2.2
8.1.3.,
8.2.4.,
8.2.5.
1.2.2.
De opbouw van de poster is conform in het
werkveld gebruikte richtlijnen:
 goede pakkende titel en poster leesbaar op 2m
afstand
 duidelijke structuur, geen zoekplaatje!
De student heeft de vragenlijst aan de achterkant
van het beoordelingsformulier ingevuld.
Cijfer (aantal punten / 10)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar:
36
Niet voldaan
Voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamens
Algemene
omschrijving
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 7: Eiwitten: motor van de immunologie
B7 of BD7
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratorium
onderzoek, studierichting Biologie.
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek.
N.v.t.
Onderzoeksverslag (V)
(literatuur)Presentatie (Pr)
Afvinkopdrachten (Afvink)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 3
en 5.
OWE 3 gevolgd hebben of MLO-diploma niveau 4, of deelnemer aan de
verkorte route VWO.
Propedeuse Chemie of Bio-informatica
Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de
tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijkbeoordeling geldt een
aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen.
Bij de afdeling Rheumatologie van de St. Maartenskliniek in Nijmegen wordt
onderzoek gedaan naar “Rheumatoïde Arthritis” (RA). De St. Maartenskliniek
behandelt RA patiënten met behulp van anti-TNF behandeling. Voor deze
behandeling is het van groot belang dat er een methode is om aan te tonen
dat de behandeling effect heeft. Hiervoor is de afdeling Rheumatologie een
ELISA aan het ontwikkelen. Voor deze ELISA is een goed antilichaam tegen
TNFα nodig. Om een TNFα antilichaam te maken wordt TNFα eiwit ingespoten
in proefdieren. Hiervoor is dus een grote hoeveelheid TNFα-eiwit nodig. De St.
Maartenskliniek heeft het HAN Biocentre gevraagd om het TNFα-eiwit te
produceren. Hiermee kan de St. Maartenskliniek specifiek anti-TNFα
antilichaam maken.
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Elke projectgroep werkt aan deze opdracht d.m.v. laboratorium practica,
computeropdrachten, zelfstudieopdrachten en literatuuronderzoek.
- Ontwerpen van een experimentele opzet
- Experimenteren
- Onderzoeksresultaten analyseren
- Beheer en administratie
- Rapporteren en presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken in een team
- Leiding geven/begeleiding geven
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria
en indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
B(D)7-V
B(D)7-Pr
B(D)7-P
B(D)7-T
37
Onderzoeksverslag (V)
(literatuur)Presentatie (Pr)
Praktijkbeoordeling (P)
Thematoets (T)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instapvoorwaarden
tentamen
Frequentie
(deel)tentamens
13.
Verplichte
literatuur



14.
15.
16.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
B(D)7-Kbc
Kennistoets Biochemie (Kbc)
B(D)7-Kim
Kennistoets Immunologie (Kim)
B7-IPV
IPV
B(D)7-Af
Afvinkopdrachten (Af)
Eindcijfer: (V+ Pr + 2*T+ 2*Kbc + 2*Kim + 2*P )/10
-
Afvinkopdrachten en IPV moeten afgevinkt zijn met
voldaan. De cijfers van toetsen/beroepsproducten moeten
≥ 5.5.
B7: Periode 4, herkansing periode 4
Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per
studiejaar (OER art. 7.3)
BD7: Periode 1-2, herkansing periode 2
Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
Agostino, M., (2012) Practical Bioinformatics (1st edition). New York, NY:
Garland Science, ISBN: 9780815344568
Broshoff, J., & Hale, D.K., & Roth, D., Roitt, I.M., (2006). Immunology (7th
edition, English), New York NY: Elsevier Health Sciences Division. ISBN:
9780323033992
Alberts, B., & Johnson, A. (2008) e.a. Molecular Biology of The Cell.
Oxford: Taylor & Francis Inc, ISBN: 9780815341062
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Algemene inleiding immunologie- lymfoïde
Immunologie
organen
Lymfocyten en lymfocytencirculatie
Antilichaamstructuur en –functie
Antilichaamdiversiteit
Inleiding complementsysteem
Cellulaire immuniteit
Werkwijze: hoorcollege
Genetische code, translatie, aminozuren en
vouwing.
Eiwitbepaling, -isolatie en –zuivering
Biologische activiteit
Enzymkinetiek + metabolisme
Ondersteunend vak
Biochemie
Werkwijze: hoorcollege
Databases + database searches
Wetenschappelijke literatuur zoeken m.b.v
PubMed
PDB, α-helix en β-sheet, 1D-4D
BLAST, Multiple alignments
Orthologen/Paralogen/Homologen, Fylogenie
Ondersteunend vak
Bio-informatica
38
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Werkwijze: hoorcollege
19.
Les- /
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Maximum aantal
deelnemers
21.
Ondersteunend vak
Praktijk
Werkwijze: practicum
Geprogrammeerde contacttijd:
21,4 lesuren per week, 150 lesuren per periode = 112,5 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren
Totaal: 420 klokuren
B7:
Periode 4
BD7:
Periode 1-2
n.v.t.
39
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma: Eiwitten: motor van de immunologie (B7 en BD7)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
B7-T
BD7-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
Informatie vergaren en verwerken tot
onderzoeksplan
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
Competentie 3: Resultaten analyseren
Conclusie en discussie
3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere
deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.2.Kiest in overleg benodigde experimentele
controles.
1: Ontwerp
Begrijpt de materialen en methode sectie en de
resultaten van het artikel.
2: Experimenteren
 kan eindconcentraties berekenen;
 kent het principe van E. coli kweken;
 kent het principe van eiwitzuiveringen;
 kent het principe van eiwitscheidingen;
 kent het principe van eiwitbepalingen;
 kent het principe van bepaling biologische
activiteit;
 kent het principe van eiwit detectie en het
gebruik van antilichamen hierbij;
 kent en begrijpt de chemicalien en methods
gebruikt in het artikel;
3: kennis van de bio-informatica principes:
 Database onderzoek;
 Orthologen/paralogen;
 BLAST;
 Multiple alignments /fylogeny.
Inhoud
Beschrijft het doel van de opdracht en het doel
komt overeen met de opdracht.
Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende
context.
Presenteert informatie over volgende
onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze:
Principe van een immunologische methode is
uitgelegd
Voordelen en nadelen van de methode worden
besproken
Een toepassing van de techniek worden besproken
Ondergrens:
5,5
Code:
B7-Pr
BD7-Pr
Naam:
(literatuur)Presentatie
Vorm:
Groep
Mondeling
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
Presentatie
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen.
Competentie 1: Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
Informatie vergaren en verwerken tot
onderzoeksplan.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.3. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende
hypotheses .
De informatie is zelfstandig verworven uit
verschillende wetenschappelijk betrouwbare
bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen
vermeld.
40
Waardering /
Cesuur
Examinatoren
1:Ontwerp 11%
2: Experimenteren 55%
3:Bio-informatica 34%
55% goed is voldoende (5,5)
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
Zie onderstaand Beoordelingsformulier
literatuurpresentatie.
2 examinatoren voor de
beoordeling.
55% goed is voldoende (5,5).
1 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
5,5
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
Code:
B7-V
BD7-V
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 1: Ontwerpen
Vraagverhelderen
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.3. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende
hypotheses.
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; maakt
Naam:
Verslag
Vorm:
Groep
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Presentatie
• Er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart)
• Maakt overzichtelijke en duidelijke dia's
- past correcte spelling en grammatica toe
(meer dan 10 fouten in de gehele presentatie
betekenen onvoldoende);
- beschrijft gegevens zodat de toehoorder deze
begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk
gelabelde afbeeldingen en tabellen;
- gebruikt visuele mogelijkheden van
PowerPoint zinvol (b.v. animaties)/
• Spreekt op professionele en overtuigende
wijze.
• De dia's ondersteunen de verbale boodschap
Discussie
• Gaat inhoudelijke discussie met het publiek
aan.
• Laat anderen uitpraten en sluit aan bij
gesprekspartner.
• Onderbouwt eigen mening helder en met
duidelijke argumenten.
Beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
1: Inleiding
Legt de motivatie en achtergrond van het
onderzoek uit.
Plaatst dit in de overkoepelende context.
Beschrijft het hieruit volgende doel en de
onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek.
Legt de strategie om het doel te bereiken uit.
De gekozen methodiek wordt kort benoemd en
verantwoord:
2: Materiaal en Methodes
Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand
anders deze zou kunnen herhalen. *
De beschrijving omvat ook de gebruikte
experimentele controles.
3: Resultaten
Begint de beschrijving van de resultaten van ieder
experiment met de beknopte beschrijving van het
doel van het (deel)experiment.
Beschrijft de verkregen resultaten en refereert
naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat
daarin te zien is. *
41
Zie onderstaand Beoordelingsformulier
Onderzoeksverslag.
55% goed is voldoende (5,5)
1 examinator voor de
beoordeling (Expert).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
gebruik van data analyse (indien van toepassing).
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere
deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Code:
B7-P
BD7-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Praktijk
Individueel
Weging:
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.3. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende
hypotheses.
Competentie 2: Experimenteren
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst.
Ruwe data is afwezig, alleen geanalyseerde data in
overzichtelijke figuren en tabellen (met
bijbehorende legenda)
4: Discussie
Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de
resultaten op basis van betrouwbaarheid en
nauwkeurigheid.
Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot
de resultaten van de experimenten.
Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met
verwachtingen en literatuurwaardes.
5:Conclusie
Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt
conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen.
Maakt op basis van verkregen resultaten en
getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
6:Schrijfvaardigheden
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw
en wetenschappelijke stijl (SI eenheden, symbolen,
nomenclatuur worden correct toegepast).
7:Opbouw
De opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting,
Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten,
Discussie en Conclusie, Bronnenlijst.
Is zich bewust van samenhang tussen
tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende
tekst tussen de onderdelen.*
Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst
(APA-methode).
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk
niveau II”.
Vaardigheden
De student:
 kan vragen over de werkwijze van de methodes
beantwoorden;
 controleert of alle benodigdheden klaar staan
voordat hij/ zij met het experiment begint;
 voert experimenten volgens protocol uit;
 kan te alle tijden uitleggen welke stap van de
methode hij/zij uitvoert;
42
Zie onderstaand beoordelingsformulier
“Praktijk niveau II”.
Cesuur:
55% goed is voldoende (5,5)
1 examinator voor de
beoordeling (Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
wordt; maakt oplossingen.
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien
nodig).
2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten
(multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren
binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en
behoudt overzicht.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische
problemen op als het experiment niet loopt zoals
was voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.2.2. Trekt conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en
overkoepelend project).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 ijkt bij aanvang apparatuur;
 kan eenvoudige problemen zelf oplossen;
 zorgt ervoor dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij;
 speelt in op wijzigende omstandigheden;
 voert de experimenten binnen de gestelde tijd
en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk;
 maakt een begin met het aan meerdere
experimenten tegelijk werken;
 werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en
vult de veiligheidskaart in;
 laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter;
 is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich
en heeft een actieve werkhouding;
 handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde
student.
Labjournaal
De student:
 heeft doel, hypothese, werkwijze, controles
(i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en
voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal
genoteerd;
 houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn
labjournaal bij;
 codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar
labjournaal;
 heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de
geschikte methode geanalyseerd;
 voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit;
Er is een beargumenteerde conclusie met
betrekking tot het doel / de hypothese getrokken
Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk.
43
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B7-Kbc
BD7-Kbc
Naam:
Kennistoets Biochemie
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.2.4. De student speelt in op wijzigende
omstandigheden.
7.2.2. De student voert de experimenten binnen de
gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder
tijdsdruk.
Competentie 11 Sturen professionele
ontwikkeling
11.1.4. De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn
spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding.
11.2.3 De student handelt integer, past zich snel
aan, toont doorzettingsvermogen en is een
gemotiveerde student.
Aminozuren, structuur formules, verschillende ion
vormen,
pK en pI definities, indeling in groepen.
Peptiden en proteinen, primaire, secundaire,
tertiaire en quaternaire structuur
Denaturatie en oplosbaarheid van proteinen.
Proteine functies; zuurstof bindende proteinen.
Enzym kinetiek.
1: Aminozuren, structuur formules, verschillende
ionvormen, pK en pI definities, indeling in
groepen
2: Peptiden en proteïnen, primaire, secundaire,
tertiaire en quaternaire structuur
3: Denaturatie en oplosbaarheid van proteïnen.
4: Proteïne functies; zuurstof bindende proteïnen.
5: Enzym kinetiek.
 Cellen en componenten van het
immuunsysteem en hun functie
 Aangeboren immuunsysteem
 Verworven immuunsysteem
 Antilichamen –bouw en functie, V(D)J
recombinatie, klasse switch
 Complementsysteem
 Antigeenpresentatie, professionele APCs, T cel
receptor, MHC moleculen, T helper cellen
 Cytotoxiciteit : NK cellen, Tc Cellen, granzyme
perforine systeem
1: Cellen en componenten van het
immuunsysteem en hun functie
 Aangeboren immuunsysteem
 Verworven immuunsysteem
2: Antilichamen –bouw en functie, V(D)J
recombinatie, klasse switch, immuunrespons
3: Complementsysteem
4: Antigeenpresentatie, professionele APCs, T cel
receptor, MHC moleculen, T helper cellen
5: Cytotoxiciteit : NK cellen, Tc Cellen, granzyme
perforine systeem
1:
2:
3:
4:
5:
30% van de punten
30% van de punten
10 % van de punten
10 % van de punten
20 % van de punten
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling.
70% goed van multiple choice vragen
(70% van toets) en 55% goed van de
open vragen (30% van toets) is
voldoende (5,5)
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
B7-Kim
BD7-Kim
Naam:
Kennistoets Immunologie
Vorm:
Individueel, Schriftelijk
Weging:
44
1:
2:
3:
4:
5:
6:
10-20% van de punten
20-30% van de punten
10-20% van de punten
20-30% van de punten
10-20 % van de punten
10-20% van de punten
55% goed is voldoende (5,5)
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
1 examinator voor de
beoordeling
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
2
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 Fagocyten ( neutrofielen en macrofagen,
fagocytose), opsonisatie
6: Fagocyten ( neutrofielen en macrofagen,
fagocytose), opsonisatie
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert open en helder met collega’s en
begeleiders volgens basisregel voor communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat andere uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen.
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen. /
8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn
alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit
(k.o.);
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking
tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
verwoordt deze helder en verstaanbaar,
houdt oogcontact;
 laat anderen uitpraten en sluit aan bij de
gesprekspartner;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en
staat open voor feedback;
 levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
B7-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief (SAS).
45
Alle k.o. criteria, 70% van de overige
criteria en een voldoende beoordeling
van de afvinkopdrachten is nodig voor
een “voldaan”.
Zie voor beoordeling afvinkopdrachten
de beoordelingsformulieren:
- Plan van Aanpak;
-Chromatografie Presentatie.
1 examinator voor de
beoordeling IPV (Tutor).
Beoordeling
afvinkopdrachten:
1 examinator voor de
beoordeling (vakdocent of
expert)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk B7
Naam: ……………………………………………………………………………………..
Competentie/
indicatoren
1.2.3., 2.2.1, 2.1.3.
2.2.2
Beoordelingscriteria
Vaardigheden (max 50 punten)
De student kan vragen over de werkwijze van de methodes
beantwoorden.
De student controleert of alle benodigdheden klaar staan
voordat hij/ zij met het experiment begint.
2.2.3,
De student voert experimenten volgens protocol uit.
2.2.3.
De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de
methode hij/zij uitvoert.
4.2.1.
Ijkt bij aanvang apparatuur (n.v.t)
2.2.5.
De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen.
7.2.3., 7.2.4.
2.1.5, 2.2.4., 7.2.2.
2.2.4.
4.1.1.
4.1.1, 5.2.2.
11.1.4.
11.2.3
De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij.
De student speelt in op wijzigende omstandigheden.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en
volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk.
De student maakt een begin met het aan meerdere
experimenten tegelijk werken
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en
vult de veiligheidskaart in.
De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.
De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en
heeft een actieve werkhouding.
De student handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student.
Labjournaal (max 50 punten)
Klas: …………………………….
Datum: ………………………….
ONVOLDOENDE
VOLDOENDE
GOED
UITSTEKEND
-0-1-
-2-
-4-
-5-
-0-1-
-2-
-2-
-2-
-0-1-
-2-
-4-
-5-
-0-1-
-2-
-4-
-5-
-0-1-
-2-
-2-
-3-
-0-1-
-2-
-4-
-5-
Loopt vaak uit
-0-1-
Loopt soms uit
-2-
Loopt nooit uit
-4-
Is buitengewoon
efficiënt
-5-
-0-1-
-2-
-2-
-3-
-0-1-
-2-
-4-
-5-
-0-1-
-2-
-2-
-2-
-0-2-
-3-
-4-
-5-
-0-2-
-3-
-4-
-5-
46
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1.2.3., 4.1.3.
5.2.3.
De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.)
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen
(i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd.
De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn
labjournaal bij
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-0-5-
-6-
-8-
-10-
-0-2-
-3-
-4-
-5-
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
Niet voldaan
3.2.1.
De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de
geschikte methode geanalyseerd
-0-5-
-6-
-8-
-10-
3.1.4, 3.1.2..
De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit.
-0-2-
-3-
-4-
-5-
3.2.2.
Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het
doel / de hypothese getrokken
-0-5-
-6-
-8-
-10-
5.1.3.
Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk.
-0-5-
-6-
-8-
-10-
5.2.1., 5.2.3.
Totaal aantal punten
Eindbeoordeling, (totaal aantal punten/10 én overal aan
voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
47
Voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Literatuurpresentatie Jaar 2 voor cijferbeoordeling
Naam: …………………………………..
Gerelateerd aan
competentieindicatoren
Klas: …………………….. Datum: …………..
Beoordelingscriteria
Max.
aantal
punten
Inhoud (totaal aantal punten: 50)
Criteria voor literatuurpresentatie
1.2.3, 1.2.5.
1.2.5.
1.2.2.
1.2.1, 1.2.2.
6.2.3
6.2.3
8.1.4, 8.2.5
8.2.4
Beschrijft het doel van de opdracht en de opdracht komt overeen met de
opdracht
Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context.
Presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze:
 Principe van een immunologische methode is uitgelegd
 Voordelen en nadelen van de methode worden besproken
 Een toepassing van de techniek wordt besproken
Knock-out
Knock-out
25
15
10
De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk
betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld.
Presentatie (totaal aantal punten: 15)
Knock-out



Knock-out
5
5
5
Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart)
Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s
Spreekt op professionele en overtuigende wijze
De dia’s ondersteunen de verbale boodschap.
Discussie (totaal aantal punten: 35)
 Voert een vakinhoudelijke discussie
20
 Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner.
5
 Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten.
10
Totaal aantal punten
100
Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10)
10
Feedback
Naam en handtekening beoordelaar
48
Gescoord
aantal punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier onderzoeksverslag BML en chemie jaar 2
Naam:
Gerelateerd aan
comp./
indicator
6.2.1.
1.2.2, 1.2.5.
1.2.3.
2.2.1
2.2.1
2.2.1
4.1.3
1.2.3., 2.2.1
3.2.1.,
6.2.1.
3.2.1.
3.1.2
3.1.4.
3.2.3.
3.2.2
3.2.4.
6.2.1.
6.2.1.
6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
…………………………………………. Klas: ……………….
Beoordelingscriteria
Datum:
Max aantal
punten
Inhoud (max 90 pt)
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
Inleiding (max 21pt)
Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit.
Plaatst dit in de overkoepelende context
Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen
/hypotheses van het onderzoek.
Legt de strategie om het doel te bereiken uit.
De gekozen methodiek wordt kort benoemd en verantwoord.
Materiaal en Methodes (max 18 pt)
Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze
zou kunnen herhalen. *
De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele
controles.
Resultaten (max 21 pt)
Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment
met de beknopte beschrijving van het doel van het
(deel)experiment.
Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar
afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. *
Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst.
De data wordt op de juiste wijze geanalyseerd:
Ruwe data is afwezig, alleen geanalyseerde data in
overzichtelijke figuren en tabellen (met bijbehorende
legenda)
Discussie (max 16 pt)
Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op
basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de
resultaten van de experimenten.
Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen
en literatuurwaardes.
Conclusie (max 6 pt)
Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t.
de onderzoeksvragen.
Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken
conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het
onderzoek.
Schrijfvaardigheden (max 10 pt)
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.
8
8
5
5
3
13
5
4
8
3
6
5
8
3
3
3
Voldaan/
niet voldaan
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte
richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal
en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie,
Bronnenlijst.
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat
dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.*
Voldaan/
niet voldaan
Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode).
Voldaan/
niet voldaan
Cijfer (aantal punten / 10)
Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn,
49
10
……………….
Behaald
aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
en minstens 55% van de punten voor criteria gemarkeerd met * behaald zijn.
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
50
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Plan van aanpak
Naam: ………………………….………………….
Competentie
Ontwerpen van experimentele opzet
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om
de onderzoeksvraag te beantwoorden.
Klas: ……………………
Criteria
Niet voldaan
De introductie beschrijft de praktische
opdracht van de centrale opdracht.
Informatie vergaren en verwerken tot
onderzoeksplan
1.2.2. zoekt, selecteert en verwerkt
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek
Ontwerpen van experimentele opzet
1.2.4. integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid
methode en beschikbaarheid
apparatuur) onderzoeksplan te komen
(inclusieve vereiste controles)
Methodologie
7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan
Datum: ………………….
Het document heeft een tijdsplanning
waarin de werkactiviteiten staan
beschreven en is realistisch van opzet.
Flowschema met de activiteiten is
aanwezig.
Monsters, controles en protocollen zijn
aanwezig.
Kwaliteitsbeheer
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de
veiligheids (arbo)- en milieuregels en
werkt volgens deze regels
r/s regels zijn aanwezig.
Uiteindelijke beoordeling
4 voldoendes zijn nodig voor beoordeling
voldaan
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
51
Voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Chromatografie presentatie:
Naam: ………………………….………………….
Klas: ……………………
Competentie
Criteria
Rapporteren en presenteren
Beschrijft het doel van de opdracht en het doel
komt over een met de opdracht.
Presentatie
6.2.3. presenteert onderzoek aan
toehoorders met zelfde achtergrond
op heldere wijze volgens de normen
van presentatietechnieken en
beantwoordt vragen
Niet voldaan
Een chromatografie methode wordt
besproken.
Structuur van de presentatie heeft een begin –
midden en einde. Opbouw is logisch.
Presentatie is aangepast aan het publiek in
gebruik van taal en terminologie.
Informatie is bondig en correct.
Gepresenteerde figuren en tabellen zijn
correct en compleet.
De (powerpoint) dia’s hebben een goede
balans tussen tekst en figuren.
Uiteindelijke beoordeling
Datum: ………………….
4 voldoendes zijn nodig voor beoordeling
voldaan
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
52
Voldaan
Knock-out
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7..
8.
9.
Code
Opleiding
Doelgroep
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten/
Studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamens
Algemene
omschrijving
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 8a: Genetic and metabolic engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan
OWE 8b: Genetic and metabolic engineering: genetic engineering,overproductie &
secretie van hoogwaardige biotechnologische producten
B8a, BD8a, B8b, BD8b
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratorium
onderzoek, studierichting Biologie
B8a / BD-8a: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
B8b / BD-8b: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
8a:
Onderzoeksplan (Op)
Literatuurverslag (L)
8b:
Presentatie (Pr)
Interviewverslag (Iv)
Praktijk inclusief labjournaal (P)
OWE 8a: 7,5 stp; OWE 8b: 7,5 stp
OWE 8a: 210 SBU; OWE 8b: 210 SBU
Course 8a dient als ondersteuning voor 8b.
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit course BM3
en B6 met de nadruk op B6.
Beroep specifieke en algemene HBO competenties zijn op niveau 1 afgerond en
verder dien je ervaring te hebben met het opzetten en uitvoeren van onderzoek op
het gebied van eiwitten en genetische variatie (BM3: Moleculair biologisch en
biochemisch onderzoek naar DNA en eiwit en B6: Genetische variatie en
modificatie). Deeltijdstudenten kunnen deze OWE volgen als ze een vergelijkbaar
niveau bezitten.
Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de
tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijkbeoordeling geldt een
aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen.
In deze OWE werk je aan de volgende opdrachten:
het maken van een onderzoeksplan (OWE 8a)
en het uitvoeren van een goedgekeurd onderzoeksplan (OWE 8b):
het genetisch modificeren van organismen, het volgen de secretie van metabolieten
/ producten en/of het kwantificeren van deze producten.
Witte biotechnologie is de industriële toepassing van biotechnologie. Voorbeelden
van producten die met witte biotechnologie gemaakt worden zijn enzymen (b.v. in
wasmiddelen), biobrandstoffen en fijnchemicaliën. Hierbij kan gebruik gemaakt
worden van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). Witte Biotechnologie
heeft veel potentie omdat het bij kan dragen aan duurzame industriële ontwikkeling
en het ons onafhankelijker maakt van fossiele brandstoffen.
In deze course wordt aan een onderzoekscasus gewerkt waarin door genetic en/of
metabolic engineering gestreeft wordt naar (hogere)productie van een
biotechnologisch product.
Om onderzoek, bedrijfsleven en onderwijs te integreren participeren in het
studiejaar 2014 - 2015 diverse bedrijven en opdrachtgevers aan deze OWE. Men kan
denken aan opdrachtgevers zoals HAN-Biocentre, PURAC en Dyadic. Daarnaast is er
53
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
de mogelijkheid dat een andere externe partner aanschuift.
De opdrachten zullen aangepast worden aan de dan lopende onderzoeken binnen de
hier gestelde kaders.
- Ontwerpen
- Experimenteren
- Resultaat analyseren
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
- Rapporteren / presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken in een team
- Begeleiden/leiden
- Sturen van professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
Deeltentamens 8a
B(D)-8a-Op
Onderzoeksplan (Op)
B(D)-8a-T
Thematoets (T)
B(D)-8a-L
Literatuurverslag (L)
Weging 8a
Eindcijfer: (L+Op +2*T)/4
Compensatien.v.t.
mogelijkheden 8a
Instap-voorwaarden
Eindcijfer ≥ 5.5
tentamen OWE 8a
Beoordeling Op, T en L ≥ 5.5
Deeltentamens 8b
B(D)8b-Pr
Presentatie (Pr)
B(D)8b-P
Praktijk (P)
B(D)8b-Kgem
Gemiddelde kennistoetsen (Kgem)
B(D)8b-Kbw
Kennistoets biochemie (Kbw)
B(D)8b-Kmb
Kennistoets microbiologie en
fermentatie (Kmb)
B8b-IPV
IPV
B8b-HBO
HBO-competentiekaart
B8b-Iv
Interviewverslag (Iv)
B8b-Ivt
Interviewtechnieken (Ivt)
B8b-Ch
Conflicthantering (Ch)
B8b-Co
Coaching (Co)
B8b-Cop
Coaching opdracht (Cop)
B8b-FG1
Funct.Gespr.1 (FG1)
B8b-FG2
Funct.Gespr.2 (FG2)
B(D)8b-FGIT
Funct.Gespr.Int.Toets (FGIT)
Weging 8b
Eindcijfer: (3*P+Pr+2*Kgem)/6
Compensatiemogelijkheden 8b
Kgem= (Kbw+Kmb)/2;
Kbw en Kmb ≥ 4.5
Workshops, Interviewverslag, HBO-competentiekaart
en IPV moeten afgevinkt zijn met voldaan (V). Cijfers
van beroepsproducte en toetsen≥ 5.5
Voltijd: Periode 3, herkansing periode 4
Voor deelname aan de workshops en voor het
deeltentamen P en IPV is er maar één kans per
studiejaar (OER art. 7.3)
Deeltijd: Periode 3 en 4, herkansing periode 4
Voor het deeltentamen P en deelname aan de
workshops is er maar één kans per studiejaar (OER art.
Instap-voorwaarden
tentamen OWE 8b
Frequentie (deel)tentamens 8a en 8b
54
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
15.
16.
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
7.3)
 Alberts, B., & Johnson, A. (2008) e.a. Molecular Biology of The Cell. Oxford: Taylor
& Francis Inc, ISBN: 9780815341062
 Martinko, J.M., Madigan, M. T., (2014). Brock, Biology of Microorganisms (14th
international ed.). New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN: 9781292018317
(13e druk toegestaan)
 Russell, P.J., (2009). iGenetics, a molecular approach, (3th revised edition) New
York NY: Pearson Education Ldt. ISBN: 9780321610225
 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
 Geselecteerde publicaties
 Waites, M.J., e.a (2001). Industrial microbiology: An introduction. Wiley-Blackwell,
ISBN 9780632053070
 Publicaties t.b.v. onderzoeksopdracht: afhankelijk van opdracht krijgen studenten
basisliteratuur aangeboden en kunnen studenten vervolgliteratuurstudies
uitvoeren; lijst met publicaties/literatuurreferenties wordt studenten aangeboden
CLC-bio, websites als NCBI, EBI en DBGET
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals Powerpoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Zelfstudie
Expressievectoren: transcriptioneel en
Recombinant DNA technieken
translationeel
Amplificatie van DNA
Digesteren en ligeren van DNA
Expressie van genen
Gecombineerd hoor-/werkcollege
Basisprincipes van de microbiologie
Ondersteunend vak Microbiologie
Evolutionaire microbiologie en microbiële
diversiteit
Micro-organismen als gereedschap voor
industrie en onderzoek
Hoorcollege
Karakterisatie en analyse van
Ondersteunend vak Biochemische
expressieproducten
Werkwijzen
Centrifugeren: batch wise, continu
Filtreren: Dead end filtratie, TFF
Kolomchromatografie: LPLC, FPLC en HPLC
SDS PAGE: molecule massa bepaling van
eiwitten
IEF: iso-elektrisch punt bepalen van
eiwitten
CE: peptide mapping
Aminozuuranalyse: terminale AZ analyse
Proteomics: 2 D elektroforese
Gecombineerd hoor-/ werkcollege
Energiecarriers (ATP, NADH), vrije energie,
Ondersteunend vak Biochemie
oxidatie-reductie
Metabole routes:
Glycolyse
Citroenzuurcyclus
Ademhalingsketen en Fermentatieve
routes
Glyoxylaatcyclus
Afbraak van vetten en vetzuren
Gluconeogenese
55
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Gecombineerd hoor-/werkcollege
Ondersteunend vak Fermentatie
Werkcollege / Workshop
Bio-informatica
Workshop
Wetenschappelijk onderzoek
College / workshop /discussie
19.
Les- /
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Maximum aantal
deelnemers
21.
Glycogeen-synthese en afbraak
Coricyclus
Pentose-fosfaat-route
Afbraak van aminozuren
Integratie van stofwisselwegen
Regulatie van bloedsuikerspiegel
Basisprincipes van de
fermentatietechnologie
Groeikinetiek van microorganismen en
cellijnen
Theorie van batch, fed-batch en continu
fermentatieprocessen
Maintenance energie van cellen
Agitatie en aeratie
Fermentordesign en opschaling
Medium design
Industriele toepassingen van
microorganismen
Product recovery
Basisprincipes van de biobased economy
KEGG database
CLC Bio
NCBI
Lezen wetenschappelijke literatuur
Houden van een presentatie
Opzetten van plan van aanpak /
onderzoeksplan (Op)
Ethiek
Workshop
Interviewtechnieken
Training SCV
Geprogrammeerde contacttijd:
30 lesuren per week, 210 lesuren per periode = 157.5 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 52.5 klokuren
Totaal: 420 klokuren
HB-8: Periode 3
HBD-8: Periode 3 en 4
-
56
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 8a: Genetic en Metabole engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan (B8a, BD8a)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
B8a-T
BD8a-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Grote lijn bestaat uit activiteiten die te maken
hebben met voorbereidingen m.b.t.
natuurwetenschappelijk onderzoek op het gebied
van metabole engineering / genexpressie:
 het lezen van een beperkt aantal
wetenschappelijke artikelen met betrekking tot
de aangerijkte projectend;
 het maken van een literatuurverslag over de
voorgeschreven artikelen;
 het maken van een in silico model gebaseerd op
het gekozen project;
 het maken van een plan van aanpak
/onderzoeksplan gebaseerd op het gekozen
project.
Vervolgens wordt in course 8b het project
uitgevoerd.
Course 8a wordt afgerond met een thematoets
relevant voor het gevolgde project
Up-to-date bedrijfsprojecten staan centraal in deze
course om integratie van onderzoek en
bedrijfsleven in het onderwijs mogelijk te maken.
Relevante competenties:
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek (25 - 50 %).
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles) (25 %).
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek (10 %).
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden (15 %)
2.1.2. Maakt voorberekeningen (10 %).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (10 %).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
De student kan ongeacht het onderwerp van
project het volgende:
1. ontwerpen:
De student:
 legt strategieen en methoden uit die in de
onderzoekscasus gebruikt worden;
 is in staat de onderzoeks vraag en/of hypothese
uit te leggen;
 kent de moleculaire en biochemische principes
van het project;
 kan de huidige stand van zaken rondom het
project uitleggen;
 kan, indien van toepassing, de bijdrage van het
project aan de Biobased Economy uitleggen.
2. Experimenteren:
De student:
 kan alle gebruikte materialen en methoden
uitleggen en verklaren;
- beargumenteert de controles die van belang zijn
voor het project en de uitgevoerde praktijk;
- kan uitleggen welke genen bij voorkeur
uitgeknockt/overexpressed dienen te worden
om overexpressie van de gewenste producten
te verkrijgen;
- kan uitleggen welke primers, sequenties of
constructen geschikt zijn /ontworpen kunnen
worden op basis van aangeleverde DNA
sequenties en motiveert welke controles hierbij
nodig zijn;
- kent de chemische eigenschappen van
geproduceerde producten en kan op basis
hiervan methodes beschrijven / uitleggen /
benoemen om deze producten te zuiveren en te
kwantificeren.
57
Waardering /
Cesuur
Per vraag / opdracht wordt het aantal te
behalen punten vermeld.
55% van de punten zijn nodig voor een
voldoende.
Toetsmatrijs:
1: ontwerpen 20-40%
2: experimenteren 50-70%
3: resultaten analyseren 10-30%
4: ethiek 5-10%
Examinatoren
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
(Expert / Coursetrekker).
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
regels (5 %).
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten (15 %).
In de context van:
de productie en kwantificering van genetische en
metabole producten m.b.v. knock-out stammen
van diverse micro organismen
In deze course worden twee gastcolleges verzorgd
over de rol van de ethiek in het
natuurwetenschappelijk onderzoek.
Code:
B8a-L
BD8a-L
Naam:
Literatuurverslag
Vorm:
Groep
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
de:
B8a-Op
BD8a-Op
Naam:
Onderzoeksplan
Vorm:
Groep
Schriftelijk
Competentie 1: Ontwerpen
Vraag verhelderen
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 6: Rapporteren en Presenteren
Tekst
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
3. Resultaten analyseren:
De student:
 kan verkregen resultaten en soort gelijke
resultaten op een correcte manier
interpreteren;
 trekt juiste conclusies uit verkregen en
voorgedragen casus resultaten;
 kan berekeningen maken aan de hand van
verkregen en voorgedragen casus resultaten.
4. Ethiek
In de thematoets wordt kennis omtrent ethiek
getoetst en gevraagd naar de persoonlijke mening
van de student.
Zie onderstaande beoordelingsformulier
“Literatuurverslag”.
De student wordt met het beoordelingsformulier
beoordeeld.
Zie onderstaand beoordelingsformulier.
2 examinatoren voor de
beoordeling (Tutor/Expert).
55% van de punten zijn nodig voor een
voldoende.
Cijfer vormt 25 % van het eindcijfer voor
Course 8a.
In de context van:
de productie van een biotechnologisch product en
metabolic engineering in relatie tot de gegeven
onderzoekscasus.
Competentie 1: Ontwerpen
Vraag verhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
Informatie vergaren en verwerken tot
onderzoeksplan
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.3. Formuleert op basis van gegeven
Zie beoordelingsformulieren “Plan van aanpak “.
Zie onderstaand beoordelingsformulier.
De student wordt met het beoordelingsformulier
beoordeeld.
55% van de punten zijn nodig voor een
voldoende.
Cijfer vormt 25 % van het eindcijfer voor
Course 8a.
58
2 examinatoren voor de
beoordeling (Tutor/Expert).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende
hypotheses.
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 6: Rapporteren en Presenteren
Tekst
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten
resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt.
In de context van:
Een metabolic engineering strategie om te komen
tot (hogere)productie van een metaboliet in de
gegeven onderzoekscasus
59
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 8b: Genetic en Metabole engineering:genetic engineering, overproductie & secretie van
metabolieten (B8b, BD8b)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
Code:
B8b-P
BD8b-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Praktijk
Individueel
Weging:
3
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen
wordt; maakt oplossingen.
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet.
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjour-
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk
niveau II”.
Zie onderstaand beoordelingsformulier
“Praktijk niveau II”.
55% van de punten zijn nodig voor een
voldoende.
60
1 examinator voor de
beoordeling (Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
naal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
Code:
B8b-Pr
BD8b-Pr
Naam:
Presentatie
Vorm:
Mondeling
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
In de context van:
Het uitvoeren van een metabolic engineering
strategie om te komen tot (hogere)productie van
een metaboliet in de gegeven onderzoekscasus.
Competentie1: Ontwerpen
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
Validatie
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
Conclusies en discussie
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt voorstellen voor de uitvoering van het
onderzoek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
Zie beoordelingsformulier“Presentatie course 8”.
De student wordt met het beoordelingsformulier
beoordeeld.
61
Zie beoordelings-formulier “Presentatie
course 8”.
55% van de punten zijn nodig voor een
voldoende.
2 examinatoren voor de
beoordeling + deskundige
externe toezichthouder.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
Presentatie
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen.
Competentie 8: Samenwerken in team
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Competentie 11: Sturen professionele
ontwikkeling
11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten.
Code:
B8b-Kbw
BD8b-Kbw
Naam:
Kennistoets Biochemie
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Open vragen / Multiple
choice
In de context van:
Het uitvoeren en de resultaten van een metabolic
engineering strategie om te komen tot (hogere)productie van een metaboliet in de gegeven
onderzoekscasus.
 Vrije Energie, ATP en NADH
 Glycolyse en fermentatie
 Gluconeogenese
 Cori Cyclus, rode en witte spieren
 Pentose fosfaat route
 Glycogeen; synthese en afbraak
 Citroenzuurcyclus
 Ademhalingsketen en oxidatieve fosforylering
 Vetzuren, triglyceriden, lipoproteïnen,
vetweefsel, lipolyse, β-oxidatie en ketogenese
 Afbraak van aminozuren; glucogene en
ketogene aminozuren.
 Integratie van metabolisme
De student:
 kan energierijke verbindingen benoemen en
uitleggen door welke chemische structuren
deze energierijk zijn (oxidatie, reductie,
energierijke electronen, overdraagbare
groepen);
 kan de conversie van energie van glucose naar
ATP via glycolyse, citroenzuurcyclus,
ademhalingsketen en oxidatieve fosforylering
uitleggen;
 kan van gegeven metabolieten aangeven
welke het meest geoxideerd of gereduceerd is
en wat de consequentie hiervan voor
62
Toetsmatrijs:
Alle onderwerpen (1 t/m 18) zullen
evenredig verdeeld worden over de
toets.
70 punten kunnen gescoord worden
voor 30 multiple choice vragen.
30 punten voor 5 open vragen
70% van de punten voor de multiple
choice vragen en 55% van de punten
voor de open vragen zijn nodig voor een
voldoende
2 examinatoren voor de
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent:
biochemie).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging:
0
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
4,5
 Regulatie van glucoseconcentratie in het bloed
 Metabole route gerelateerd aan
onderzoekscasus
Speciale aandacht voor de bestudering van de
glycolyse, citroenzuurcyclus en glyoxylate cyclus
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase













energievrijzetting is;
kan de stappen van de glycolyse,
citroenzuurcyclus, ademhalingsketen en
oxidatieve fosforylering uitleggen, inclusieve
structuurformules van de metabolieten en
namen van de enzymen;
kan het proces van anerobe ademhalingsketen
uitleggen, benoemen in welke organismen
deze voorkomt en wat het verschil met aerobe
ademhalingsketen uitleggen;
kan de verschillende fermentatieroutes
uitleggen en uitleggen wat de verschillen in
mechanisme en energiebalans (kwantitatief
en in tijd) tussen aerobe glucoseverbraning en
fermentatie zijn; kan de structuurformules van
betrokken metabolieten tekenen; kan
benoemen in welke cellen/ organismen
fermentatie voorkomt;
kan de processen van vetopname, transport in
het lichaam, vetopslag en vetverbranding
uitleggen, inclusieve de energiebalans van
beta-oxidatie, vorming van ketonbodies;
kan de rollen van verschillende lipoproteinen
benoemen;
kan de verschillen tussen rode en witte
spieren benoemen;
kan het principe van Coricyclus uitleggen;
kan de stappen van de pentosefosphaatcyclus
benoemen en uitleggen wat de rol van deze
metabole route is;
kan het prinicipe en de basisstappen van de
afbraak van aminozuren uitleggen:
verwijderen van stickstof, urea cycle,
glucogene en ketogene aminozuren;
kan de stappen van gluconeogenese uitleggen,
inclusieve de betrokken enzymen;
kan de stappen van synthese en afpraak van
glycogeen uitleggen, inclusieve de betrokken
enzymen;
kan uitleggen wat de rol van insulin en
glucagoon bij hoge en lage bloedsuikerspiegel
is op de verschillende metabole routes en de
glucoseconcentratie in het bloed;
kan het effect van epinephrine op metabole
routes uitleggen;
63
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase

Code:
B8b-Kmb
BD8b-Kmb
Kennis van microbiologie ter ondersteuning van
het project metabole engineering / genexpressie.
Naam:
Kennistoets Microbiologie en
Fermentatie
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Multiple choice.
Weging:
0
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
4,5
Kennis van fermentatietechnologie ter ondersteuning van het project metabole engineering /
genexpressie.
kan de metabole routes bij overvoeding,
ondervoeding en diabetes uitleggen;
 kan de metabole route(s) gerelateerd aan de
onderzoekscasus in detail uitleggen.
Microbiologie:
De student:
1. heeft kennis van enkele historische personen
in de microbiologie;
2. heeft kennis van het ontstaan van prokaryote
en eukaryote micro-organismen;
3. heeft kennis van de indeling van de
prokaryote en eukaryote micro-organismen;
4. heeft kennis van de celstructuur en -functie
van prokaryote en eukaryote microorganismen;
5. heeft kennis van microbiële voeding en
verschillende metabole routes;
6. heeft kennis en toepassing van microbiële
groei;
7. heeft kennis van industriële toepassingen van
micro-organismen;
8. heeft kennis van evolutionaire microbiologie;
9. heeft kennis van microbiële diversiteit
waaronder extremofielen en de verschillen
tussen micro-organismen;
10. heeft kennis van toepassing van microorganismen als gereedschap voor industrie en
onderzoek.
Fermentatie:
De student heeft:
 kennis van fermentatiesystemen;
 kennis van batch fermentatieprocessen.;
 kennis van fed-batch fermentatieprocessen;
 kennis van continu fermentatieprocessen;
 kennis van fermentoren;
 kennis van groeikinetiek van microorganismen en cellijnen;
 kan berekeningen maken aan de groeikinetiek
van micro-organismen en cellijnen;
 heeft kennis van zuurstofoverdracht;
 heeft kennis van agitatie en aereatie;
 kan berekening maken van KlA.
 Heeft kennis over substraten;
 Heeft kennis over media design;
64
Toetsmatrijs:
Microbiologie: 50%
Fermentatie: 50%
Microbiologie onderverdeeld in:
1: 0-5%
2: 0-5%
3: 0-5%
4: 10-20%
5: 10-20%
6: 5-10%
7: 0-5%
8: 0-5%
9: 5-15%
10: 5-10%
Fermentatie onderverdeeld in:
 20% fermentatieprocessen en
systemen
 20% Kennis en berekeningen
groeikinetiek
 20% kennis en berekeningen
zuurstofoverdracht, agittie , aeratie
en KIA
 10% kennis voer substraten, media
design en berekenen C/N ratio`s.
 10% Kennis van basisprincipes van
opschaling en product recovery
 10% Kennis van basisprincipes van
de biobased economy
 10% Kennis van industriële
toepassingen van micro-
2 examinatoren voor de
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent:
microbiologie).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase





kan berekening maken van C/N ratio’s;
heeft kennis van basisprincipes van
opschaling;
heeft kennis van basisprincipes van product
recovery;
heeft kennis van basisprincipes van de
biobased economy;
heeft kennis van industriële toepassingen van
micro-organismen.
Code:
B8b-Kgem
BD8b-Kgem
organismen
Cesuur: 70% juiste antwoorden van de
multiple choice vragen is cijfer 5,5
Kgem= (Kbw+Kmb)/2;
Kbw en Kmb ≥ 4.5
1 examinator voor de
beoordeling (Coursetrekker).
Alle k.o. criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een “voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Naam:
Gemiddelde van
kennistoetsen Kbw en Kmb
Vorm:
Administratief
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
B8b-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Individueel
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Competentie 8: Samenwerken
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat andere uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn
alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit
(k.o.);
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking
tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
verwoordt deze helder en verstaanbaar,
houdt oogcontact;
 laat anderen uitpraten en sluit aan bij de
65
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Voldaan
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase


Code:
B8b-HBO
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in
productcriteria notulen niveau 2.
Naam:
HBO-competentie kaart
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
V (voldaan) of NV (niet
voldaan)
Ondergrens:
Voldaan
Code:
B8b-Ivt
B8b-Iv
Naam:
B8b-Ivt: Interviewtechnieken
B8b-Iv: Interview verslag
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Competentie 9: Leiden/ begeleiden
Vergaderen
9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig
te leiden.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
Presentatie
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen.
Competentie 8: Samenwerken / communicatie
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Competentie 8: Samenwerken
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
gesprekspartner;
geeft groeps- en klasgenoten feedback en
staat open voor feedback;
levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief (SAS)
Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Notulen
Niveau 2’

2 handtekeningen (=voldoende
beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist
Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘leiding
geven aan OGO/PO-groep, niveau 2’

2 handtekeningen (=voldoende
beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist
Zie onderstaand beoordelingsformulier
‘Presenteren Niveau 2’

2 handtekeningen (=voldoende
beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist
Deelname aan de workshop interviewtechnieken is
verplicht.
Alle criteria zijn nodig voor een
Voldaan;
1 examinator voor de
beoordeling
(Tutor/SLB/Vakdocent
workshops).
Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan;
Elke examinator beoordeelt
zijn eigen onderdelen.
Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan;
De coursetrekker voert
voldaan in, indien de kaart
volledig is ingevuld.
Interviewtechnieken wordt afgetekend
met voldaan indien is deelgenomen aan
de workshop.
Ivt: 1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop).
Interviewverslag wordt afgetekend met
voldaan indien 55% van de punten zijn
behaald is cijfer 5,5..
Iv: 2 examinatoren voor de
beoordeling
(Vakdocent/Tutor/Coursetrekker).
Zie beoordelingsformulier interviewverslag.
66
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Beoordeling:
V (voldaan) of NV (niet
voldaan)
Ondergrens:
Voldaan
Code:
B8b-Ch
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2):
- hanteert correcte spelling, grammatica,
zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
- brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
- is zich bewust van samenhang tussen
tekstonderdelen;
- opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen.
Competentie 8: Samenwerken / communicatie
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen.
Deelname workshop conflicthantering is verplicht.
Naam:
Conflicthantering
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
67
Deelname aan de workshop is verplicht
voor het voldoende afvinken van de
workshop.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B8b-Co
B8b-Cop
Naam:
Coaching
Coaching opdracht
Competentie 9: Leiden/ begeleiden
Coaching
9.2.2. Past zijn manier van begeleiden aan, aan het
niveau en persoonlijkheid van zijn medestudent.
9.2.3. Weet anderen te motiveren.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Deelname workshop coaching (wordt afgetekend)




Vorm:
Individueel Schriftelijk
Mondeling
Toepassen coaching wordt beoordeeld met
behulp van:
Beoordelingsformulier ‘coaching, in te vullen
door gecoachte student’, OF
Beoordelingsformulier ‘coaching, af te
tekenen door SLB-er’
1 handtekening (=voldoende beoordeling) op
hbo-competentiekaart is vereist
Deelname aan de workshop is verplicht
voor het voldoende afvinken van de
workshop.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop/SLB-er).
Alle criteria van het
beoordelingsformulier coaching moeten
minimaal beoordeeld zijn met een
voldoende voor een voldoende
beoordeling van de coaching opdracht.
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Code:
B8b-FG1
B8b-FG2
B8b-FGIT
BD8b-FGIT
Naam:
Funct.gespr.1
Funct.gespr.2
Funct.gespr.Int.toets
Competentie 11: Sturen professionele
ontwikkeling
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzameld competentiebewijzen.
11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten.
Toont Hbo werkhouding
11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student.
Zie onderstaand beoordelingsformulier
Functioneringsgesprekken, niveau 2
Aan alle criteria moet zijn voldaan voor
een voldoende.
Het functionerings gesprek in het kader van de
integrale toets propedeuse wordt afgetekend
indien de integrale toets van de propedeuse is
behaald.
Het functionerings gesprek in het kader
van de integrale toets propedeuse
wordt afgetekend indien de integrale
toets van de propedeuse is behaald.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
68
1 examinator voor de
beoordeling (SLB-er).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Beoordelingsformulier Praktijk niveau 2
Gerelateerd aan
competenties/
indicatoren
2.2.1., 2.1.2., 4.1.3.,
5.2.3., 6.2.1.
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze
(i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen
(i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de
methode en werkwijze beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken
controles.
2.2.2.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan
voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen
(i.v.t.)
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo2.2.1., 2.2.3, 2.2.5.; 4.1.2. metingen met elkaar overeen komen;
kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode
hij/zij uitvoert;
5.2.3.
doet een poging om problemen op te lossen als het experiment
niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt
wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal
bij.
Onvoldoende
Voldoende
Afhankelijk aantal
criteria dat men
mist
Voldoet aan alle
criteria
- 0 - 10Niet voldaan
-12-
Voldoet niet aan
minstens één
criterium:
Voldoet aan alle
criteria
-0-,
-6-, -12- of
-18-
-24-
Loopt soms uit
-6-
Goed
Uitmuntend
De meeste
Alle voorberekeningen en
voorbereantwoorden/ voorstellen zijn correct.
keningen en
antwoorden /
voorstellen zijn
correct
-16-20Voldaan -
experimentele
experimentele resultaten komen altijd
resultaten komen
overeen met theoretische
meestal overeen
verwachtingen
met theoretische
verwachtingen
-32-40-
2.1.5, 2.2.4.,
7.2.2.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en
volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk.
Loopt vaak uit
- 0-5 -
4.1.1, 5.2.2.
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat
werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon
achter; signaleert als reagentia bijna op zijn.
Niet voldaan
Voldaan
Niet voldaan
Voldaan
5.2.1., 5.2.3.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
3.2.1., 3.1.2., 3.2.2.,
3.1.4.,
5.2.3., 6.2.1.
De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten
volgens de geschikte methode geanalyseerd en een
beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de
hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit.
5.2.3., 6.2.1.
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven
dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving,
resultaten en conclusie kunnen begrijpen.
Voldoet niet
Loopt nooit uit
-8-
Is buitengewoon efficiënt
-10-
De resultatenanalyse, conclusie
en
foutendiscussie
zijn juist.
-16-
De resultaten-analyse, conclusie en
foutendiscussie zijn juist en
buitengewoon helder.
-0-10-
De resultatenanalyse, conclusie
en
foutendiscussie
bevatten fouten.
-12-
-0-8-
-6-
-8-
-10-
69
-20-
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Totaal aantal punten
100
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
70
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Literatuurverslag jaar 2
Naam student: ……………………………….
Gerelateerd aan
competentie /
indicator
6.2.1.
1.2.2., 1.2.5.
1.2.2.
Klas: …………………………
Datum: …………………………………..
Beoordelingscriteria
Max aantal
punten
Inhoud (70%)
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
Introductie: Achtergrondinformatie om het review in een context te plaatsten en het doel van het review.
Geeft alle relevante informatie over het toegewezen product
zoals maar niet beperkt tot:
Conventionele productie methoden van het product.
Uitleg van de betrokken (metabole) pathway of regulatie
mechanismen.
Het uiteindelijke doel/nut van het te produceren product.
Zuiverings en kwantificatie methoden.
Verschillende hoofdstukken met o.a.:
10
20
20
De student geeft zelf aan hoe ze het toegewezen product
gemaakt gaat kan worden en denk hierbij aan het volgende:
Geeft duidelijk aan waar aanpassingen gedaan moeten worden
in bepaalde (metabole) pathway(s) om een zo hoog mogelijke
productie te krijgen.
Geeft hierbij aan, met behulp van bioinformatica, welke
middelen hierbij nodig zijn (Primers, DNA sequenties, vectoren
etc).
Veklaard de werking van de gebuikte middelen om de
pathway(s) te manipuleren.
Geeft aan welke productie stammen ze kunnen gebruiken met
de bijbehorende kweekcondities.
1.2.2., 1.2.5.
1.2.1.
6.2.1.
6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
6.2.1.
Geeft aan hoe ze het product kunnen isoleren/zuiveren en
kwantificeren.
Heldere en inhoudelijke discussie en conclusie mbt boven
genoemde aspecten.
Geeft duidelijk de meest belovende productie strategie.
Heldere en inhoudelijk beschreven toekomst perspectieven.
De selectie van gebruikte literatuur (niet aangereikt), is
representatief voor het onderwerp.
Opmaak/schrijven (30%)
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl.
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit
zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.
Het rapport omvat duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.
15
5
10
10
10
Het rapport omvat verwijzingen naar de bronnen en een
literatuurlijst volgens de algemene standaard (APA methode).
Voldaan / niet
voldaan
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte
richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Verschillende
Hoofdstukken, Discussie, Conclusie en Toekomstperspectieven,
Bronnenlijst.
Het verslag omvat een minimum van 6 en maximum van
10pagina’s.
Voldaan / niet
voldaan
Voldaan / niet
voldaan
100
Totaal aantal punten
71
Aantal punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Cijfer (aantal punten / 10)
Voor een voldoende moeten alle voldaan/niet voldaan criteria voldaan zijn.
Feedback
Naam beoordelaar en handtekening
72
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier “Onderzoeksplan course 8”
Groep (studentnamen): ……………………………….
Gerelateerd aan
competentie/
indicator
1.2.1
1.2.1
1.2.1, 1.2.2
1.2.1, 1.2.2, 1.2.3
Klas: …………………………
Datum: …………………………………..
Beoordelingscriterium
Max.
aantal
punten
Inhoud
Een inleiding is gegeven
Het onderzoeksdoel is beschreven.
Het in silico model van de betrokken pathway(s) is beschreven.
5
5
5
De bedoelde aanpassing in de betrokken pathway(s) is beargumenteerd
en sluit aan bij het onderzoeksdoel. In dien van toepassing is de
gebruikte stam(men) van het organisme waarin de aanpassingen
gedaan gaan worden beschreven en beargumenteerd.
De in silico producten (zoals te gebruiken constructen of primers) die in
de praktijk gebruikt en/of gemaakt worden zijn zodanig gepresenteerd
dat de lezer de eigenschappen van deze producten makkelijk kan
herkennen. De gepresenteerde producten zijn geschikt voor de
bedoelde (genetische) aanpassing.
10
Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die
leiden tot de genetische modificatie is overzichtelijk gepresenteerd.
De toegevoegde protocollen voor het uitvoeren van alle experimentele
stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken en
uitvoerbaar binnen het HLO (apparatuur, kosten).
Experimentele controles zijn voor alle experimentele stappen (i.v.t.)
beschreven
De benodigde materialen en media zijn opgegeven.
Arbo en Milieu regels worden hierbij in acht genomen en genoteerd.
10
De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel manuren aan de
verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de
experimenten/ het project in totaal duren (inclusieve incubatietijd;
tijdschema).
1.2.3., 1.2.4., 2.2.1., Het is beschreven hoe geanalyseerd kan worden of het doel met
betrekking tot uitknocken dan wel overproductie van de eindproducten
3.2.1
bereikt is. De te verwachten resultaten zijn beschreven.
5
1.2.2, 1.2.3, 1.2.4.
1.2.2, 1.2.3, 1.2.4.
1.2.4., 2.2.1
1.2.4., 2.2.1, 4.1.3.
1.2.4., 2.2.2.,
4.1.1
1.2.4., 7.2.1
6.2.1.
6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
Opmaak/schrijven
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke
Stijl.geheel is voorzien van een heldere en logische structuur.
Het
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien
door verbindende tekst tussen de onderdelen.
10
10
5
5
5
5
5
Het rapport omvat een literatuurlijst.
In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst.
5
6.2.1.
Duidelijk gelabelde figuren, afbeeldingen en tabellen worden gebruikt.
5
6.2.1.
6.2.1.
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen:
titel, auteurs, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts,
protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen en Bronnenlijst.
Totaal aantal punten
5
Ok/ k.o.
100
Cijfer (totaal aantal punten / 10)
73
Gescoord
aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
74
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier “Presentatie course 8”
Groep (studentnamen): ……………………………….
Gerelateerd aan
comp./ indicatoren
Klas: …………………………
Datum: …………………………………..
Beoordelingscriteria
Max.
aantal
punten
Inhoud
1.2.2
Geeft het doel van het onderzoek helder aan.
2.2.1
Legt de gekozen strategie om het doel te bereiken uit.
5
Beschrijft voor ieder van de gepresenteerde experimentele stappen de
hoofdaspecten van de experimentele uitvoering (inclusieve controles).
Presenteert de verkregen resultaten. Maakt hierbij een selectie van
representatieve resultaten en noemt overige resultaten (i.v.t.)
Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten voor de
voortgang van het project op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Concludeert op basis van resultaten van deelexperimenten over de
deelvraag (indien mogelijk) of voert een beknopte discussie van experimentele problemen.
Concludeert op basis van resultaten en conclusies van deelexperimenten over de centrale onderzoeksvraag;
Vergelijkt en bediscussieert deze met verwachtingen en literatuurwaardes.
Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies voorstellen voor vervolgexperimenten.
Presentatie
10
 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart)
 Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:
- past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in
de gehele presentatie betekenen onvoldoende)
- beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen
- gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint zinvol (b.v. animaties)
 Spreekt duidelijk en verstaanbaar
 Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de
rug
 Maakt oogcontact met het publiek
 Maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek
 Verbale en visuele boodschap vormen een geheel
Discussie
 Gaat inhoudelijke discussie met het publiek aan
 Houdt oogcontact met gesprekspartner
 Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner
 Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten
5
2.2.1, 4.1.3.
3.2.1.
3.1.2., 5.2.3.
3.2.2., 3.1.4.,
11.1.3.
3.2.3.
3.2.4.
6.2.3, 5.2.3.
6.2.3,
8.1.3, 8.1.4, 8.2.4,
8.2.5
Totaal aantal punten
Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
75
2
5
5
10
10
10
10
2
3
1
2
2
2
1
2
5
1
2
5
100
Gescoord
aantal punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier “Interviewverslag”
Namen (groep): .......................................................
Klas: .................... Datum: …………….
Evaluatie criteria
Content
Een lopend verslag, geen vraag antwoord.
Inleiding (doel interview, wie is geïnterviewd door wie en een
overzicht van de thema's uit het verslag).
Inhoudelijke beoordeling van de thema's.
De tekst is ingedeeld in thema’s, die voorzien zijn van een titelkopje.
Afsluiting met daarin van iedere student een persoonlijke conclusie
(wat heeft dit interview mij opgeleverd voor de verdere keuzes in mijn
studie en wat vond ik van het werk van deze laborant/onderzoeker en
deze organisatie wat spreekt mij aan en wat niet).
Stijl
Correct gebruik van spelling, zinsopbouw en interpunctie.
Max aantal punten
Gescoord aantal
punten
V / NV
Knock out
15
V / NV
50
15
10
Juiste indeling in paragrafen en alinea's.
10
Totaal aantal punten
100
Eindbeoordeling: (totaal aantal punten / 10)
10
Voldaan indien eindbeoordeling ≥ 5.5
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
76
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 2
Naam student: ……………………………….
Klas: …………………………
Datum: …………………………………..
niet voldaan
9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om
vergadering zelfstandig te leiden:
Agenda:
Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld.
De agenda is volgens afspraken op tijd verspreid.
De agenda omvat de gewenste bespreekpunten en is overzichtelijk.
Voorzitterschap:
De student leidt de agenda in en bewaakt de agenda.
De student geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te
houden.
De student vat belangrijke punten regelmatig samen.
Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt en laat deelnemers
standpunten inbrengen.
De student stimuleert dat iedereen naar elkaars standpunten luistert.
Zorgt dat er besluiten worden genomen en afspraken genotuleerd worden.
Eindoordeel
(Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening tutor
77
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Notulen Jaar 2
Naam student: ……………………………….
Klas: …………………………
Competentie 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in
productcriteria notulen niveau 2:
Vermelding:
Aanwezigen, datum, plaats, tijd vergadering, voorzitter en notulist.
Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt.
Iemand die niet bij de vergadering is geweest moet de kern er uit op
kunnen maken.
Informatie is in heldere taal weergegeven.
Actielijst is toegevoegd.
Notulen zijn volgens afspraken op tijd verspreid.
Eindoordeel
(Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening tutor
78
Datum: …………………………………..
niet voldaan
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan
(afvinken op competentiekaart)
Naam student: ……………………………….
Gerelateerd aan
comp.
indicatoren
Klas: …………………………
Datum: …………………………………..
Beoordelingscriteria
Niet
voldaan
Inhoud:
Criteria voor onderzoekspresentatie
n.v.t.
De student geeft het doel van de presentatie aan.
De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk
correct.
Presentatie:
6.2.3
 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht
de opbouw van de presentatie aan het begin toe.
 De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past
correcte spelling en grammatica toe.
 Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende
wetenschappelijke terminologie.
 Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie.
 Maakt oogcontact met het publiek.
 Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar.
6.2.3,
8.1.4, 8.2.5
Discussie:
 Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek.
 Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner.
Eindbeoordeling
Alle criteria zijn voldaan
Feedback
Naam en handtekening beoordelaar
79
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP Eind Jaar 2 voor stage
Naam student: ……………………………….
Klas: …………………………
Datum: …………………………………..
niet voldaan
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:
De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten.
11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op:
De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de
sterkte-zwakte-analyse.
De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer,
welke activiteiten) om de doelen te bereiken.
De student benoemt gewenste resultaten of producten die
aantoonbaar zijn.
Het tijdspad is reëel.
De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.
Het POP is overzichtelijk gestructureerd.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening Slb-er (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie)
80
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 2
Naam student: ……………………………….
Klas: …………………………
Competentie-indicator
Datum: …………………………………..
Beoordelingscriterium
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. maakt concrete afspraken en
houdt zich aan hieraan.
De student maakt zelfstandig afspraken, komt
deze na en heeft zich voorbereid.
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens
POP en verzamelt
competentiebewijzen.
De student kan aantonen dat hij/ zij actief aan
de in zijn/haar POP beschreven leerdoelen
gewerkt heeft.
5.2.3.beheert en archiveert gegevens
in labjournaal en i.v.t. op andere
manieren zodat anderen deze kunnen
begrijpen.
11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert)
op eigen handelingen en leerproces;
leert van zijn fouten.
In het portfolio zijn de documenten
overzichtelijk gearchiveerd en duidelijk
gekoppeld aan de competenties die ermee
bewezen worden.
De student kijkt methodisch kritisch terug naar
zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is
gegaan en wat minder goed, benoemt de
oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar
eigen handelen en formuleert hoe hij/ zijn hier
in de toekomst mee om wil gaan. Hij/zij
reflecteert zowel op studiehouding als op
beroepscompetenties.
De student toont een actieve houding en
motivatie.
Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn
studie en kan zich daarbij aanpassen aan
verschillende omstandigheden. Hij/zij handelt
integer.
11.2.5. toont hbo-werkhouding:
handelt integer, past zich snel aan,
toont doorzettingsvermogen en is
gemotiveerde student.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn)
Feedback:
Naam en handtekening SLB-er:
81
Niet voldaan
Voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier coaching
In te vullen door SLB-er
Naam coach:……………………………………
Klas: ………………………. Datum: ………………………….
Goed
Beschrijving van activiteiten en daarbij horende verantwoording
besteedde uren.
Student heeft minimaal 10 uur aan coaching besteed.
Ingevulde evaluatieformulier(en) zijn aanwezig.
Het coachingsverslag ziet er verzorgd uit.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach bereidde de bijeenkomst(en) goed voor.’ En geeft hierbij
een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te
passen aan mijn niveau.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach was goed in staat mij te motiveren.’ En geeft hierbij een
voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach luisterde goed naar mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach stelde vragen aan mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach liet mij uitpraten.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft twee tips en twee tops geformuleerd naar aanleiding
van het coachingstraject.
Eindoordeel
Feedback
Naam en paraaf SLB-er
82
N.v.t.
N.v.t.
Voldoende
Onvoldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier coaching, niveau 2 (in te vullen door gecoachte)
Naam student: ……………………………….
Klas: …………………………
Goed
De coach bereidde de bijeenkomsten goed voor.
De coach was goed in staat om zijn manier van
begeleiden aan te passen aan jouw niveau.
De coach gaf constructieve feedback.
De coach was goed in staat om mij te motiveren.
De coach daagde mij uit om te leren van mijn
fouten.
Met de coach kon ik goede afspraken maken.
Eindoordeel
Feedback
Naam en paraaf SLB-er
83
Datum: …………………………………..
Voldoende
Onvoldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamen
s
Algemene
omschrijving
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie
B9 of ASC-M-PL (Molecular Plant Biology)
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek,
studierichting biologie, afstudeerrichting Moleculaire Plantenbiologie.
Voltijd studenten hoofdfase Bio-informatica.
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
Onderzoeksverslag Carotenoïden of bio-informatica opdracht (Vct)
Onderzoeksverslag Groei en Ontwikkeling (Vgo)
Poster (Po)
30 stp
840 SBU
Verdieping en uitbreiding van onderwerpen uit het 2e jaar, met name uit OWE5, OWE6,
maar ook uit OWE7, OWE8 nu toegespitst op planten.
De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend en B5 en B6 of BI5 en BI7 zijn
met redelijk succes gevolgd.
Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren.
Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen.
Gewassen voor de Toekomst
Planten zijn van onschatbare waarde; ze geven ons voedsel, zuurstof, bouwmaterialen,
kleding en brandstof. Zonder planten zou ons leven onmogelijk zijn. Sinds het begin van
de landbouw, zo’n 6000 jaar geleden, hebben we door middel van Domesticatie,
planten veranderd en aangepast voor onze voedselvoorziening. Plantenveredeling, het
maken van kruisingen gevolgd door selectie, wordt nu zo’n 100 jaar uitgevoerd en heeft
ervoor gezorgd dat er nu planten zijn die makkelijker te telen zijn en hogere
opbrengsten geven . Met de komst van de Moleculaire Biologie en Genomics is het de
laatste 10 jaar mogelijk om belangrijke processen in de planten te bestuderen en om de
gewassen nog verder te verbeteren, zodat er voedsel voor iedereen is in de toekomst.
Deze nieuwe gewassen zijn hard nodig omdat onze voedselproductie bedreigd wordt
door een vermindering van het landbouwareaal, klimaatverandering en plantenziekten
die de oogst vernietigen, terwijl de menselijke populatie blijft groeien. Om onze
voedselproductie te waarborgen in de toekomst moeten er planten ontwikkeld worden
die nog efficiënter kunnen groeien, een hogere voedingswaarde hebben en die resistent
zijn tegen een groot aantal plantenziekten en beter om kunnen gaan met abiotische
stress.
Om deze uitdaging aan te gaan, gaan we de voedingswaarde van verschillende
gewassen onderzoeken door de aanwezigheid van speciale secondaire metabolieten te
bepalen. We richten op ons op de groep van carotenoïden die een belangrijke werking
hebben als anti-oxidant en pro-vitamine A. Daarnaast gaan we de groei en ontwikkeling
van planten onder verschillende stress situaties bestuderen in een eigen experiment.
Dit doen we door de expressie van verschillende stress gerelateerde genen in
Arabidopsis te bestuderen. Als laatste zullen de studenten een Poster maken waarin
beschreven wordt hoe een gewas met de huidige moleculaire technieken verbeterd kan
worden zodat deze voor de toekomst geschikt gemaakt kan worden.
Bio-informatica studenten die deze course als minor volgen moeten ipv het
onderzoeksverslag Carotenoïden in Planten (Vct) een Bio-informatica opdracht (Vct)
maken. De praktijkbeoordeling van deze minorstudenten is op niveau 2.
84
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
13.
Verplichte
literatuur
De OWE wordt in de Engelse taal gegeven.
-Vraagverheldering
- Experimenteren
- Onderzoeksresultaten analyseren
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
- Rapporteren en presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken
- Begeleiden/leiding geven
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren
Deeltentamens
B9-Vct/ASC-M-PL-Vct Onderzoeksverslag Carotenoïden /
Research report Carotenoids (Vct)
B9-Vgo/ASC-M-PL-Vgo Onderzoeksverslag Groei en
Ontwikkeling/Research report
Growth and development (Vgo)
B9-Po/ASC-M-PL-Po
Poster (Po)
B9-P/ /ASC-M-PL-P
Praktijkbeoordeling/Practical (P)
B9-K/ASC-M-PL-K
Kennistoets/Knowledge test (K)
B9-T/ASC-M-PL-T
Thematoets/Themetest (T)
B9-IPV/ASC-M-PL-IPS
IPV/IPS
B9-St
Stagevoorbereiding/solliciteren (St)
Weging
(Vct +Vgo + Po + P + 2*T + K)/7
Compensatiemogelijkheden
Instapvoorwaarden
IPV, labjournaal en B9-St moeten voldaan zijn en alle toettentamen
sen en beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn.
Frequentie (deel)K: periode 1, herkansing periode 2
tentamens
T: periode 2, herkansing periode 3
Po : periode 2, herkansing in overleg
Vct: periode 1, herkansing in overleg
Vgo: periode 2, herkansing in overleg
P: periode 2
IPV: periode 2




14.
15.
16.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig
materiaal
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per
studiejaar (OER art. 7.3)
Smith, A.M., Sablowski, R., ((2006). Plant Biology, Oxford: Taylor & Francis Inc. ISBN:
9780815340256
Kreike, N., Honing, H. van der, en Wilms, F. (2013/2014) Themahandleiding OWE
MPB
Russell, P.J., (2009) iGenetics, a molecular approach, (3th revised edition) New York
NY: Pearson Education Ldt. ISBN: 9780321610225
Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk
toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
85
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
17.
Activiteiten
18.
Werkvormen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie werkvormen
Ondersteunend vak Moleculaire
Planten Biologie
Ondersteunende theoretische workshops
Evolutie van planten
Groei en ontwikkeling
Plant Biochemie
Plant-Pathogeen interactie
Plant-Milieu interactie
Plantfysiologie
Domesticatie
Klassieke en moleculaire veredeling
Molecular markers en MAS
Plant transformatie and GMOs
Gene knockouts
Transposons
Future Plant Breeding
Evolutie van het genoom
Werkvorm: hoorcollege
Plant Identification
Genetics
Gastcolleges over nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijke planten
onderzoek en moleculaire plantenveredeling
Werkvorm: hoorcollege
Ondersteunende workshops
Technieken
qPCR
HPLC
Bio-informatica en fylogenie
Gene mapping
Werkwijze: hoorcollege
Onderzoek naar Carotenoiden in verschillende gewassen
Onderzoek naar genexpressie gedurende
groei en ontwikkeling tijdens stress
Eigen weefselkweek onderzoek
Transformatie tomaat en tabak
Microsporencultuur tomaat en tabak
Fylogenie Solanaceae
Ondersteunende Praktijk
Werkwijze: praktijk
Stagevoorbereiding/solliciteren
Workshop SCV
Werkwijze: training
19.
Les- /
Contacturen
Geprogrammeerde contacttijd:
19,7 lesuren per week, 137 lesuren per periode 1 = 102,75 klokuren
19,9 lesuren per week, 139 uren per periode 2 = 104,25 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:
Periode 1 = 317,25 klokuren
Periode 2 = 315,75 klokuren
86
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
20.
21.
Onderwijsperiode
Maximum
aantal
deelnemers
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Totaal 840 klokuren
Periode 1 en 2
n.v.t.
87
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie (B9) / Molecular Plant Biology (ASC-M-PL)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
B9-T
ASC-M-PL-T
Naam:
B9-T: Thematoets
ASC-M-PL-T: Themetest
Vorm:
Schriftelijk
Open vragen
Individueel
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Competentie 1: Ontwerpen (Niveau II)
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren (niveau III)
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment
begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren (niveau II)
Data processing
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
Validatie
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
Conclusie en discussie
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek.
Toepassen van kennis en vaardigheden van de
volgende onderwerpen:
Evolutie van planten
De student:
 kan de evolutie van planten beschrijven en de
belangrijkste stappen hiervan verklaren;
 kan de overgang van planten van water naar
land bediscussiëren;
 kan de overgang van kleine planten naar bomen
beschrijven bediscussiëren;
 kan het ontstaan van zaadplanten en hun unieke
structuren verklaren;
 kan de levenscyclus van de verschillende plantgroepen verklaren aan de hand van hun evolutie;
 kan het verschil aangeven tussen bedektzadigen
en de andere plantgroepen;
 kan vorm van planten en de functie van de
verschillende organen aan de hand van hun evolutieproces verklaren;
 kan de evolutionaire verwantschappen tussen
de verschillende groepen planten beschrijven.
Thematoets: De volgende onderdelen in
de context Moleculaire
Plantenveredeling worden evenredig
gerepresenteerd in de toets:
In the context of:

Evolutie van planten

Groei en ontwikkeling

Plant Biochemie

Plant-Pathogeen interactie
Groei en ontwikkeling
De student:
 kan de gemeenschappelijke ontwikkeling van
hogere planten beschrijven;
 kan de apicaal-basaal en radiale ontwikkeling
van het embryo uitleggen;
 kan de verschillen en overeenkomsten tussen de
ontwikkeling, organisatie en activiteit van het
scheut- en wortel meristeem uitleggen en verklaren;
 kan beschrijven hoe interne signalen de cellgroei
coördineren gedurende de ontwikkeling van de
plant;
 kan beschrijven hoe de ontwikkeling van organen gereguleerd wordt en door welke genen dat
88
Moleculaire Plantenbiologie (zie
onderdelen kennistoets)
Genetica en Gene mapping
Klassieke en moleculaire veredeling
Molecular markers en MAS
Plant transformatie and GMOs
Gene knockouts
Transposons
Genoom evolutie
qPCR en HPLC
Sequencing technieken
Future Plant Breeding
Gastcolleges
55% van de punten benodigd voor een
voldoende (5.5).
Examinator
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
1 examinator voor
beoordeling
(Expert/Theoriedocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015





















Code:
B9-Vct
B9-Vgo
ASC-M-PL-Vct
ASC-M-PL-Vgo
Naam:
B9-Vct: Onderzoeksverslag
Carotenoïden
B9-Vgo: Onderzoeksverslag
Plant-Milieu interactie
Plantfysiologie
Domesticatie
Klassieke en moleculaire veredeling
Molecular markers en MAS
Plant transformatie and GMOs
Gene knockouts
Transposons
Future Plant Breeding
Evolutie van het genoom
Plant Identification
Genetics
qPCR
HPLC
Bio-informatica en fylogenie
Gene mapping
Planten cel en weefselkweek
Secondaire metabolieten
Sequencing technologie
Moleculaire evolutie
Gastcolleges
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.2. (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. (2.3.2.) Zorgt er (zelfstandig) voor dat alle
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
gebeurt;
 kan ontwikkeling van het bloem meristeem en
de bloem organen beschrijven adhv de genen
die hierbij betrokken zijn;
 kan de ontwikkeling van de mannelijke en vrouwelijke gametofyt van een bedektzadige beschrijven;
 kan de bestuiving en fertilisatie van verschillende bloemen beschrijven en verklaren.

Plant Biochemie

Plant-Pathogeen interactie

Plant-Milieu interactie

Plantfysiologie

Domesticatie

Klassieke en moleculaire veredeling

Molecular markers en MAS

Plant transformatie and GMOs

Gene knockouts

Transposons

Future Plant Breeding

Evolutie van het genoom

Plant Identification

Genetics

qPCR

HPLC

Bio-informatica en fylogenie

Gene mapping

Planten cel en weefselkweek

Secondaire metabolieten

Sequencing technologie

Moleculaire evolutie

Gastcolleges
Zie evaluatieformulier “Research report Course 9”.
Zie evaluatieformulier “Research report
Course 9”.
55% van de punten benodigd voor een
voldoende (5.5).
89
1 examinator voor de
beoordeling (Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Groei en ontwikkeling
ASC-M-PL-Vct: Research
report Carotenoids
ASC-M-PL-Vct: Research
report Growth and
development
Vorm:
Schriftelijk
Groep
Weging:
Vct: 1
Vgo: 1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen.
Competentie 3: Resultaten analyse
3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend
project.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten.
Competentie 5: Beheer en Administratie
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen
Competentie 6: Reporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
90
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang
tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig
geheel gelezen kan worden.
Code:
B9-Po
ASC-M-PL-Po
Naam:
Poster
Vorm:
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
In the context of:
Vct: Verslag Carotenoids
Vgo: Groei en Ontwikkeling
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te
beantwoorden.
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses.
1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Zie evaluatieformulier “Poster Course 9: A new
crop”.
Zie evaluatieformulier “Poster Course 9:
A new crop”.
All onderdelen worden vergelijkbaar
gerepresenteerd in de toets.
55% van de punten benodigd voor een
voldoende (5.5).
91
2 examinatoren voor de
beoordeling
(Expert/Docent/Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 3: Resultaten analyse
3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in
relatie met andere deelexperimenten en legt
verbanden met literatuurwaarden.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang
tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig
geheel gelezen kan worden.
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
92
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B9-P
ASC-M-PL-P
Naam:
B9-P: Praktijk
ASC-M-PL-P: Practical
Vorm:
Praktijk
Groep
Labjournaal:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen van
de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 8: Samenwerken in team
8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner;
8.2.3. neemt initiatief voor gesprek;
8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden;
8.2.5. sluit aan bij gesprekspartner;
8.3.3. houdt gespreksdoel in het oog
In the context of:
Toepassen van de kennis van moleculaire
veredeling voor de verbetering van een gewas.
Competenties worden beoordeeld op niveau 2
(minimum) en niveau III
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen
wordt; maakt oplossingen.
2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment
begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen
wordt.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie evaluatieformulier “Practical work Course 9”.
60% praktijk
40% lab journaal
Cesuur: 55% van het maximum aantal te
behalen punten is voldoende (5.5).
93
1 examinator voor de
beoordeling (Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet.
2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken
indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet.
2.2.4. maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking).
2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde
tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht.
2.1.5. Carries out the experiment within the given
time.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble
shooting).
2.3.6. Maakt zich technieken snel eigen.
Competentie 3: Analyseren resultaten
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek.
3.3. 5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteits controle
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur.
Competentie 5: Beheer en Administratie
94
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op
zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en
lost kleine storingen op).
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden.
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden;
bepaalt prioriteiten in werkzaamheden
Code:
B9-K
ASC-M-PL-K
Naam:
B9-K: Kennistoets
ASC-M-PL-K: Knowledge test
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Open vragen
Weging:
In the context of:
- Groei en ontwikkeling
- Biochemie
- Plant fysiologie
- Plant abiotic stress
- Plant cel- en weefselkweek
- Moleculaire evolutie
- HPLC: Carotenoiden
- qPCR: Gen expressie
Kennis van de Moleculaire Plantenbiologie
Heeft kennis van de volgende onderwerpen:
Plant Identificatie
De student:
 kan de verschillende plantorganen beschrijven;
 kan de uiterlijke kenmerken van verschillende
planten families beschrijven;
 kan voorbeelden van planten en gewassen
geven uit de verschillende plantenfamilies.
Evolutie van planten
De student:
 kan de evolutie van planten van alg tot angiosperm beschrijven.
Groei en ontwikkeling
95
Kennistoets: De volgende onderdelen in
de context Moleculaire Plantenbiologie
worden evenredig gerepresenteerd in
de toets:
Plant Identificatie
Evolutie van planten
Groei en ontwikkeling
Plant Biochemie
Secondaire metabolieten
Plant-Pathogeen interactie
Plant-Milieu interactie
Plantfysiologie
Domesticatie
Plant cell en weefselkweek
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
(Expert/Docent).
1 examinator voor de
beoordeling (Expert/Docent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student:
 kan de ontwikkeling van de plant van embryo
tot plant beschrijven en de genen die hierbij
betrokken zijn benoemen evenals hun functie;
 kan de bestuiving en bevruchting beschrijven;
 kan de ontwikkeling van de bloem beschrijven
en de genen die hierbij betrokken zijn benoemen evenals hun functie;
 kan de overeenkomsten en verschillen tussen
scheut- en wortel meristeem beschrijven.
Plant Biochemie
De student:
 kent belangrijke metabole routes en waar
deze in de cel plaatsvinden;
 kent fotosynthese, fotorespiratie en krebscyclus.
Secondaire metabolieten
De student:
 kent verschillende secundaire metabolieten
en hun functie.
Plant-Pathogeen interactie
De student:
 kan de levenscyclus van de verschillende
pathogenen groepen beschrijven en voorbeelden van organismen noemen;
 kan de veerschillende manieren van de verdediging van de plant benoemen;
 kan het zig-zag model beschrijven
Plant-Milieu interactie (stress)
De student:
 kan de verschillende vormen van abiotische
stress benoemen en het effect op de plant en
de reactie van de plant beschrijven.
Plantfysiologie
Domesticatie en Ontstaan van de landbouw
De student:
 kan het proces van domesticatie beschrijven;
 kan de verschillenden domesticatie eigenschappen van de plant benoemen en voorbeelden hiervan geven.
Plant cel- en weefselkweek
De student:
 heeft kennis van de hormonen en groeibevorderende stoffen die gebruikt worden bij cel en
96
Plant transformatie
Rhziobium
55% van de punten benodigd voor een
voldoende (5.5).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B9-IPV
ASC-M-PL-IPS
Naam:
B9-IPV: IPV
ASC-M-PL-IPS: IPS
Vorm:
Individueel
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/Niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert open en helder met collega’s en
begeleiders volgens basisregel voor communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4.Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen.
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen /
8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
weefselkweek van planten.
Plant transformatie
De student:
 kan de DNA overdracht van Agrobacterium
naar de plant beschrijven;
 heeft kennis van verschillende transformatie
technieken voor genetische modificatie van
planten.
Rhizobium
De student:
 kan de interactie tussen een plant en Rhizobium en de stikstoffixatie door Rhizobium beschrijven.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn
alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit
(k.o.);
 herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn;
gaat hiermee adequaat om; stemt
werkzaamheden met anderen af;
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot
de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt
oogcontact;
 houdt het gespreksdoel in het oog;
 laat anderen uitpraten, sluit aan bij de
gesprekspartner en toetst of de boodschap is
overgekomen;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat
open voor feedback;
 levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
97
Alle k.o. criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een “voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
betrokkenheid van de student als positief (SAS)
Code:
B9-St
Naam:
Stagevoorbereiding/solliciter
en
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Competentie 8: Samenwerken / communicatie
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling
Geeft eigen competentieontwikkeling vorm
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzameld competentiebewijzen.
Toont Hbo werkhouding
11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student.
Deelname aan workshop
stagevoorbereiding/solliciteren wordt afgetekend.
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
98
Deelname aan de workshop is verplicht
voor het voldoende afvinken van de
workshop.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Evaluation form Practical work course 9
Name: ……………………………………………..
Class: …………………………………………………..
Competence/indicator
Insufficient
2.2.1., 2.3.1.,
2.2.2., 2.3.2.
0-5 points
2.1.3., 2.2.3., 2.3.3.,
0-2 points
2.2.4., 2.3.4., 2.2.7
0-2 points
2.2.6., 2.3.6.
0-5 points
4.1.1.
4.2.1.
0-4 points
Date: …………………………………………………
Evaluation criteria
Good
Sufficient
Is able to explain the basic
steps of the experiments;
Selects, with guidance,
necessary experimental
controls.
6 points
Is able to explain more than the
basic, but not all steps of the
experiments;
Independently selects standard
experimental controls
8 points
Ensures that all requirements
are present before beginning
the experiment and that
calculations have been made,
makes solutions.
3 points The experimental results are
reproducible when different
experiments are carried out
more than one time
3 points
Attempts to trouble shoot
experiments when problems
are encountered.
… and independently makes
solutions.
5 points
The experimental results meet the
theoretical expectations / literature
values
Points
Excellent
Is able to explain the all of the experiments;
Independently selects advanced experimental
controls
10 points
… and the student is able to deviate
from/adjust the protocol where needed to
obtain reproducible results that match with
theoretical expectations
5 points
Attempts to trouble shoot experiments when
problems are encountered and solves the
problems independently.
4 points
Attempts to trouble shoot
experiments when problems are
encountered and solves the
problems.
6 points
8 points
10 points
R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon.
Calibrates pipettes and balances.
5 points
99
Knockout
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
5.3.1.
0-5 points
2.1.6., 2.2.5., 2.3.5., 7.2.2.
0-5 points
7.2.3., 7.2.4., 7.3.2.
0-2 points
5.2.1.
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
Leaves all work places
organized and tidy and reports
when reagents are (almost)
finished.
6 points
and: works at an always organized
work place,
Works on one experiment at
the same time and finishes
this within the planned time;
also under time constraints.
6 points
If needed (changing circumstances: makes adjustments to
project plan to reach the
project goal.
3 points
Encodes samples properly on
tubes and in laboratory
notebook.
Laboratory notebook is fully
up to scratch at the end of
the week.
6 points
Each laboratory session
contains aim, M&M, any
deviations from those, used
apparatus and manufacturers
of used kits
6 points
Each laboratory session
contains results, processing of
data and
interpretations/discussion
6 points
conclusions and suggestions
for follow-up research) at the
end of the week.
Works on multiple experiments at the
same time
6 points
8 points
8 points
4 points
and: solves problems at machines
10 points
Works on multiple experiments at the same
time and finishes them without
organisational problems.
10 points
and: sets priorities in working activities
5 points
Knockout
8 points
10 points
8 points
10 points
8 points
and: the conclusions with respect to
the reliability and accuracy of the
results and interpretion of the results
with respect to the research question
are scientifically correct.
8 points
100
10 points
and: the error discussion and suggested
follow-up experiments are meaningful.
10 points
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Overall assessment
Feedback
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10
Name and signature assessor
101
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Evaluation form Poster course 9: A New Crop for the Future
Name student: ……………………………….
Related to
competency/
indicator
Insufficient
Sufficient
Good
Excellent
Content (max 48pts)
Crop information
1
3
4
5
1.3.2
Justification of suggested improvement
1
3
4
5
1.3.3
Description of Technology
1
3
4
6
2.3.1
2
2
6
6
7
7
8
8
1.3.3, 2.3.1
Gene construct:
Size, Genes and their Origin
Promotors and Selection markers
(give Gene bank accession numbers)
Transformation
2
6
7
8
1.3.3, 2.3.1
Regeneration and Tissue culture
2
6
7
8
1
2
3
3
1
1
2
2
3
3
3
3
1
2
3
3
1
2
3
3
1
2
3
3
In suff
Knockout
2
Sufficient
Good
Excellent
6
7
9
1.2.1, 1.3.1
6.2.1.
Evaluation criteria
Crop: ………………………………………………….
Layout (max 18 pts)
The structure of the poster is according
to guidelines used in the workfield
Guidelines:
No too much text. Just enough for a
clear story
Catchy title
Clear overall structure and Readable at
2m distance
Understandable text and logical tables
and figures
Report contains list of references that
are noted in the text
Correct spelling and grammar. Text in a
scientific manner.
Discussion (max 34)
6.3.1,
6.3.2
3.3.4
PPTs tutor assignment
8.2.3
8.1.3
8.2.4
8.3.3
Clear explanation of the content of the
poster.
1
3
4
6
Student gives accurate answers to the
questions.
The student keeps eye contact during
the discussion
Originality and Complexity of the Idea
2
6
7
8
1
2
3
3
-
-
4
8
Discussion of Improvement/Technology
Final mark (score / 10)
Feedback
Name and signature assessor
102
Points
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Evaluation form Research report
Name: ……………………………………………………………….. Report title: ……………………………………..
Competence
/indicator
Evaluation criteria
Insufficient
Sufficient
Good
Describes in 150-250 words what the
purpose, approach, findings and originality of
the research is (abstract > 250 words:
knockout).
Introduction
0-2
6
10
Finds, selects and describes individually
which information from relevant scientific
literature is required to answer the research
questions.
Describes theoretical background and
motivation for research.
Independently describes the goals of the
different research projects.
Independently explains the strategy to
achieve the research goals
Material and methods
0-1
2
3
0-6
7
11
0-1
2
3
0-1
2
3
Describes performed experiments in such a
way that someone else could repeat the
experiment (less than 6 points: knockout).
Describes experimental controls
Results
0-5
6
9
0-2
3
5
Independently describes the results and
refers to figures and tables and explains
what is visible in figures and tables (less than
6 points: knockout)
Starts each results section with short
description of goal/reason for the
experiment
Ends each results section with short
interpretation or conclusion of results
Uses appropriate methods, and, if applicable,
statistics, to analyze results
Adds appropriate title, axis titles, legend and
figure legend to each figure and table.
Figures and tables should be understood
without carefully reading the results
sections.
Discussion
0-5
6
9
0-2
3
5
0-1
2
3
0-1
2
3
0-1
3
5
Repeats research goals and performed
experiments to achieve this. Independently
interprets the relevance of each of the
results based on reliability and accuracy.
Compares results and discusses results by
comparing with expectations and literature.
Conclusion and perspectives
0-2
3
6
3
6
10
Summarizes end conclusions of research.
0-2
3
5
Contents
Summary/Abstract
1.3.1
1.2.2; 2.2.1
1.3.2
1.2.3, 2.2.1
2.3.1
2.3.2
3.3.1
1.2.3, 2.2.1, 6.3.1
3.3.2
3.2.1, 3.3.1
3.3.1
3.3.2, 5.2.3
3.2.3
3.2.4
103
Points
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
3.2.4, 3.2.5
Describes based on own results and
conclusions which experiments could be
done in the future.
Style
6.3.1
Report is written in scientific style, according
to spelling and grammar rules.
More then 8 mistakes per page: report won’t
be evaluated.
Order of sections is according to
international rules: Title, authors,
abstract./summary, introduction, material
and methods, results, conclusion and
discussion, prospects, references
Report contains a list of references and
refers to references in text.
6.3.1
1.2.2, 6.2.1
Total number of points: 100
Mark (number of points/10)
Feedback
Name and signature assessor
104
0-2
3
5
Ok / k.o
Ok / k.o.
0-2
3
5
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamens
Algemene
omschrijving
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 9: Carcinogenese
BD9
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek,
studierichting biologie, afstudeerrichting Biochemie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek.
N.v.t.
Projectopdrachten (Wo)
Onderzoekspresentatie (Pr)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE5-8. In het
bijzonder de laboratorium- en computervaardigheden van OWE 5 en 7 worden hier in
een complexer model toegepast.
OWE 6 en 7 zijn met redelijk succes gevolgd.
Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de
praktijklessen.
Kankercellen vermeerderen zich onafhankelijk van groei-regulerende signalen in hun
directe omgeving. Dit leidt tot een ruimte innemend proces met bijbehorende
pathofysiologische gevolgen. Zolang deze cellen geclusterd blijven in één groep, wordt
dit een benigne tumor genoemd die met chirurgie doorgaans goed te behandelen is.
Wanneer kankercellen in staat zijn tot metastase, spreekt men van een maligne tumor.
Dr. G. Swart van de afdeling Biochemie (NCMLS, Nijmegen) onderzoekt de overgang
van benigne naar maligne tumoren bij huidkanker (melanomen). Dr. G. Swart gebruikt
daarvoor een aantal metastaserende en niet-metastaserende melanomen. Het huidige
model van Dr. G. Swart is dat tijdens de groei van een benigne melanoom het
adhesiemolecuul ALCAM tot expressie komt waardoor melanoomcellen clusteren. De
aan elkaar gekoppelde ALCAM moleculen geven een signaal de cel in (outside-in
signalling) dat leidt tot een veranderd genexpressie patroon van het genoom van deze
cellen en daarmee ook een veranderd transcriptoom, proteoom en metaboloom. Een
van de consequenties van deze veranderingen is dat de cellen los kunnen komen van
de cluster en gaan metastaseren.
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
In deze OWE gaat de student participeren in dit onderzoek om te achterhalen op welke
wijze ALCAM zorgt voor het invasieve gedrag van humane melanomen.
- Vraagverhelderen
- Experimenteren
- Analyseren van resultaten
- Beheer en administratie
- Rapporteren / presenteren
- Samenwerken in een team
- Sturen van professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
BD9-Wo
BD9-Pr
BD9-T
BD9-P
BD9-Vct
105
Projectopdrachten (Wo)
Onderzoekspresentatie (Pr)
Thematoets (T)
Praktijk (P)
Kennistoets Carcinogenese (Vct)
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
13.
Verplichte
literatuur
14.
15.
16.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
BD9-Vgo
Kennistoets ~omics (Vgo)
Eindcijfer = (T+ Vct+Vgo+ Pr)/4
-
Praktijk, projectopdrachten moeten afgevinkt zijn met
voldaan . De cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥
5.5 zijn
Frequentie (deel)Periode 2, herkansing periode 3
tentamens
Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
 Nelson, D.L., & Cox, M.M., (2008) Lehninger Principles of Biochemistry, (5th Ed.)
New York NY: W.H. Freeman & Company. ISBN: 9781429208925
 Paffen, I. (2005), Readers Systems Biology: From ~omics to integrative network:
Transcriptomics, Proteomics, Metabolomics, Dataanalyse transcriptomics. HAN
 Website voor statistiek: http://udel.edu/~mcdonald/statbigchart.html
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen.
Ondersteunend vak
Signaal transductie, pompen en kanaCelbiologie
len
Membranen
Celdeling en apoptosis
Carcinogenese (6 step nature of cancer)
Wetenschappelijke literatuur
Werkwijze: hoorcollege
Transcriptomics (Microarrays)
Proteomics (2D + MS)
Metabolomics (GC-MS data analyse)
Ondersteunend vak
~omics
Werkwijze: hoorcollege
T-test
Anova
Post-hoc
Workshop statistiek
Werkwijze: hoor/werkcollege
HPLC: gebruik, kolommen,
monster voorbereiding en
resultatenanalyse
Workshop HPLC
Werkwijze: hoor/werkcollege
Introductie project (melanomen)
Workshop Melanomen
Werkwijze: gastcollege
19.
Les- /
Contacturen
Praktijk
Geprogrammeerde contacttijd (2 periodes):
10,9 lesuren per week, 75 lesuren per periode = 66 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren
106
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
20.
21.
Onderwijsperiode
Maximum aantal
deelnemers
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Totaal: 420 klokuren
Periode 1 en 2
n.v.t.
107
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 9: Carcinogenese (BD9)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
BD9-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Schriftelijk,
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Competentie 1: Design of experimental set up
(level II/III)
Defining the research question
1.2.1. Independently identifies relevant
background information required to answer the
research question.
Gathering information and developing a research
plan
1.2.2. Searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
Competentie 3: Results analysis
Conclusions and discussion
3.2.3. Relates results with results from their other
experiments and also to data in published literature.
3.2.4. Suggests follow-up experiments.
Competentie 2: Experimenting (level III)
Preparation
2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps
of the experiments.
2.3.2. Independently ensures that all requirements
are present before beginning the experiment,
makes solutions.
2.1.2. Performs calculations prior to beginning lab
work.
Competentie 3: Results analysis (level II)
Data processing
3.2.1. Carries out results analysis using appropriate
methods; uses statistics (if applicable).
Validation
3.1.2. Evaluates the obtained results based on
their accuracy and reliability.
Conclusions and discussion
3.2.2. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible).
3.1.4. Discusses the execution of the experiment
and results.
Beoordelingscriteria
Is able to explain the research question of melanoma
progression.
Understands the molecular principles of the ALCAMrelated research.
Is able to mention alternative research approaches of
melanoma progression.
Understands the multidisciplinary approach to study
melanoma progression indicated with the provided
articles of the two research assignments.
Can calculate end-concentrations
Knows the principle of culturing BLM cells
Knows the principle of RNA isolation and QPCR
Knows the principle of gelatine zymography
Knows the principle of HPLC
108
Waardering /
Cesuur
Zie onderstaand
beoordelings-formulier
‘themetest’
Examinatoren
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
BD9-Pr
Naam:
Onderzoekspresent
atie
Vorm:
Groep
Mondeling
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
BD9-P
Naam:
Competentie 6: Reporting and presenting
Presentation
6.3.2. Presents research to a target audience with
similar knowledge background in a clear and
persuasive manner; applies general presentation
techniques and answers questions:
 there is a introduction-body-conclusion structure to the presentation;
 speaks clearly and coherently;
 has upright posture and hands are freely used;
 makes eye contact with the audience;
 makes organised and clear slides or other visual
products;
 verbal and visual messages complement each
other;
 uses visual aids in PowerPoint to support;
 holds an on-topic discussion with the audience.
Competentie 3: Results analysis (level II)
Data processing
3.2.1. Carries out results analysis using appropriate
methods; uses statistics (if applicable).
Validation
3.1.2. Evaluates the obtained results based on
their accuracy and reliability.
Conclusions and discussion
3.2.2. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible).
3.1.4. Performs error analysis in the correct
manner (if applicable).
3.2.3. Relates results with results from their other
experiments and also to data in published literature.
Competentie 3: Results analysis (level III)
Conclusion and discussion
3.3.3. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible) and the
broader research context.
3.3.4. Independently discusses results in relation
to their other experiments and compares these to
published literature.
Competentie 2: Experimenteren
Preparation
2.2.1. Is able to explain the basic steps of the
experiments.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘presentation’.
Zie onderstaand
beoordelingsformulier
‘presentation’.
2 examinator en voor de
beoordeling.
Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘practical classes’
Zie onderstaand
beoordelingsformulier
‘practical classes’
1 examinator voor de
beoordeling (Praktijkdocent)
109
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Praktijk
Vorm:
Praktijk Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet
voldaan
Ondergrens:
V
Code:
BD9-Vct
2.2.2. Selects, with guidance, necessary experimental controls.
2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab
work.
2.2.3. Ensures that all requirements are present
before beginning the experiment, makes solutions.
Execution
2.2.4. Carries out experiments according to the
protocol in order to obtain reliable, reproducible
data; is aware of what he/she is doing at all times.
2.1.6. Carries out the experiment within the given
time.
2.2.6. Attempts to trouble shoot experiments
when problems are encountered.
2.2.7. Is able to master new techniques quickly.
Competence 4: Quality (level 2)
4.1.1. Is aware of the health and safety rules and
works according to these rules.
4.2.1. Calibrates advanced equipment before
beginning experiments.
Competence 5: Management and
Administration (level 3)
5.2.1. Encodes chemicals and samples; stores
these in the correct manner.
5.3.1. Contributes to an efficiently functioning lab
(tidies up, reports when reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment
and solves minor malfunctions).
Administration
5.3.2. Manages and archives data in lab journal
(aim, experiment description, alterations, results,
conclusion) and if relevant, other ways of storing
data so that others can use it.
Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets
carcinogenese.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets
carcinogenese.
Naam:
Kennistoets
carcinogenese
Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets
carcinoge-nese.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
110
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
BD9-Vgo
Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets
~omics.
Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets
~omics.
Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets
~omics.
Naam:
Kennistoets ~omics
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
BD9-Wo
Zie de onderstaande beoordelingsformulieren ‘plan
of approach – microarray analyse - QPCR, HPLC Tutor class’.
Zie de onderstaande beoordelingsformulieren ‘plan of
approach – QPCR, HPLC - Tutor class’.
Naam:
Projectopdrachten
Vorm:
Groep Schriftelijk
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet
voldaan
Ondergrens:
V
111
Zie de onderstaande
beoordelings-formulieren
‘plan of approach – QPCR,
HPLC - Tutor class’.
1 examinator voor de
beoordeling (tutor).
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
BD9-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet
voldaan
Ondergrens:
V
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert open en helder met collega’s en
begeleiders volgens basisregel voor communicatie:
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4.Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of
boodschap is overgekomen.
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen. /
8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door het
uitwerken van de weekopdracht die nabesproken
wordt en het doorlezen van de weekopdracht die
voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens
afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of
presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde
aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.);
 herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet
welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af;
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de
opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt
deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;
 houdt het gespreksdoel in het oog;
 laat anderen uitpraten, sluit aan bij de
gesprekspartner en toetst of de boodschap is
overgekomen;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat
open voor feedback;
 levert een positieve bijdrage aan het groepsproces
door initiatief te nemen en eventuele conflicten
actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van
de student als positief (SAS)
112
Alle k.o. criteria en 70%
van de overige criteria zijn
nodig voor een “voldaan”
1 examinator voor de
beoordeling (tutor).
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Plan of Approach:
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Competence/Indicator
Design of experimental set up
Defining the research question
1.2.1. Independently identifies relevant
background information required to
answer the research question. (level II)
Criteria
The introduction embeds the practical assignment in the
research assignment and discusses the function of the candidate
gene(s).
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. Searches for, selects and
integrates information from relevant
scientific sources. (level II)
Applicable for first plan of approach.
Gathering information and developing a
research plan
 1.3.1. Independently searches for,
selects and integrates information from
relevant scientific sources. (level III)
Applicable for second plan of approach.
Design of experimental set up
1.2.4. Integrates information into a
comprehensive research plan (e.g.
justifying the chosen method, describing
necessary controls and availability of
equipment) (level II)
Methodology
 7.2.1. Plans and organises activities in a
work plan. (level II)
The document has a time planning in which the sequence of the
work activities (work plan and time schedule) is realistic.
The sequence of activities are visualized in a flow chart.
Except for HPLC and Q-PCR experiments, the activities are
described in detail. Samples, controls and protocols are
included.
Quality control
4.1.1. Is aware of the health and safety rules
and works according to these rules. (level III)
r/s rules are presented.
Overall assessment
Feedback
4 sufficients are required to pass
Name and signature assessor
113
Sufficient
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Microarray analyse
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Competence
Design of experimental set up
Criteria
The research question is presented.
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. Searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
(level II)
 1.3.3. Independently integrates
information into a comprehensive research
plan (e.g. justifying the chosen method,
describing necessary controls and availability
of equipment). (level III)
1.2.3. Forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question. (level III)
Results analysis (level III)
Specify the biological question for every gene in the list.*
Present the variables relevant to the research question (what is
measured?).
Clarifiy which kind of variables are presented (measurement;
nominal or ranked).*
A statistical null hypothesis and alternate hypothesis.*
The statistical test you have chosen and the p-value(s).*
Data processing
 3.3.1. Independently carries out results
analysis according to the appropriate
methods; uses statistics (if applicable).
Validation
 3.3.2. Independently evaulates the obtained results based on their accuracy and
reliability.
Mention the criteria that have to be met to perform this
statistical test and whether your research question meets the
criteria.
The interpretation of the results of the chosen statistical test.
A list with genes which answers the research question.*
Conclusion and discussion
 3.3.3. Independently makes conclusions
relating to the initial research question.
(level II)
Justification of the chosen p-value and a clarification when pvalues are altered?
 3.1.4. Performs error analysis in the
correct manner (if applicable).
Overall assessment
Criteria indicated with an * must be sufficient to pass.
Minimally 4 other criteria must be met to upgrade your report
to ‘good’.
Feedback
Name and signature assessor
114
Sufficient
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form QPCR and HPLC documents
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ………..…………………………….
Competence
Design of experimental set up
Criteria
The information written down is relevant for the goal of the
report and concise.
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. Searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
(level II)
Discussion on how the results will be analysed.
 1.3.3. Independently integrates
information into a comprehensive research
plan (e.g. justifying the chosen method,
describing necessary controls and availability
of equipment). (level III)
1.2.3. Forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question. (level III)
Reporting and presenting
Text
 6.2.1. Reports their research in the form
of a research report/lab journal/poster
according to in-house (HLO) guidelines
(product criteria for lab journal and research report. (level II)
Methodology
 7.3.1. Plans and organises activities in a
work plan; estimates time needed for experiments accurately. (level III)
Advising
Contains a transparent structure from broad to narrow with
logical coherence between the components.
The presented figures/tables are correctly depicted and
supplemented with a legend clarifying its content.
Good (cross-) references in the text (to references, tables,
figures, etc.).
Flow chart of the activities is presented including justification of
input materials.
Justification of the chosen method.
Advises about the acquisition and use of
materials and equipment, and the
application of research methods:
 10.2.1. Translates needs to practical
requirements.
(level II)
Justification of the chosen materials.
Overall assessment
Feedback
6 sufficients are required to pass
Name and signature assessor
115
Sufficient
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Practical classes
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Competence
Experimenting
(level II)
Preparation
Criteria
Is able to explain the basic steps of the experiments.
Sufficient
Selects, with guidance, necessary experimental controls.
 2.2.1. Is able to explain the basic steps
of the experiments

2.2.2. Selects, with guidance, necessary experimental controls.
 2.1.3. Performs calculations prior to
beginning lab work.

2.2.3. Ensures that all requirements
are present before beginning the experiment, makes solutions.
Execution

2.2.4. Carries out experiments according to the protocol in order to obtain
reliable, reproducible data; is aware
of what he/she is doing at all times.

2.1.6. Carries out the experiment
within the given time.
2.2.6. Attempts to trouble shoot
experiments when problems are encountered.


Ensures that all requirements are present before beginning
the experiment, makes solutions.
Carries out experiments according to the protocol in order to
obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is
doing at all times.
Attempts to trouble shoot experiments when problems are
encountered.
2.2.7. Is able to master new techniques quickly.
Quality (level 2)
R/S rules are present in plan of approach and laboratory
notebook, and act upon.
Knock-out
4.1.1. Is aware of the health and safety
rules and works according to these
rules.
 4.2.1. Calibrates advanced equipment
before beginning experiments.
Management and Administration (level
3)
Calibrates pipettes and balances.
Encodes samples properly on tubes and in laboratory
notebook.
 5.2.1. Encodes chemicals and samples;
stores these in the correct manner.
 5.3.1. Contributes to an efficiently
functioning lab (tidies up, reports when
116
Knock-out
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
reagents are nearly finished, performs
minor maintenance of equipment and
solves minor malfunctions).
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Works tidy.
Knock-out
Administration
 5.3.2. Manages and archives data in
lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion)
and if relevant, other ways of storing
data so that others can use it.
Overall assessment
Feedback
Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the
week.
7 sufficients are required to pass
Name and signature assessor
117
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Tutor class
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Competence
Collaboration
(level II)
Criteria
Sticks to appointments and deadlines.
Sufficient
Knock-out
Performance in a group
 8.1.1. Adheres to rules.
 8.2.1. Makes clear agreements with
others and keeps to these.
 8.2.2. Recognises their own role in a
group and is aware of other roles in
the group. Works harmoniously with
others.
 8.1.2. Makes a valuable contribution
to the group.
Participate actively during tutor meetings.
Communication
Is able to communicate about their
assignment with peers and lecturers
applying basic rules of communication:
 8.2.3. Takes initiative in the
conversation.
 8.1.3. Maintains eye contact with
conversation partner.
Has an IPS meeting with the students of the project.
 8.1.4. Gives others opportunity to
speak.

8.2.4. Verbally expresses their opinion/message clearly.

Interacts with conversation partner.
 8.1.6. Accepts and gives feedback.
 8.2.6. Is active in conflict resolution.
Leadership (level 2)
Functions one session as chairman during tutor session.
Meetings
 9.2.1. Composes an agenda in a standard format and uses it to independently lead a meeting.
Overall assessment
Feedback
1 sufficient is required to pass
Name and signature assessor
118
Knock-out
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Presentation
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Competence
Criteria
Reporting
6.3.1. Reports their research in the form of
a research report/lab journal/poster
according to in-house international
guidelines (product criteria for lab journal
and research report. (level III)
All components of the short communication (see assignment
short communication) are presented coherently. Professional
knowledge is applied in the correct manner. (max. 25 pts)
The language English and the preferred spellings are those of
the Oxford English Dictionary. (max. 10 pts)
Points
Papers should be written in the third person in an objective,
formal, and impersonal style. (max. 2 pts)
SI units, symbols are presented correctly. (max. 2 pts)
Abstract of not more than 50 words: covering the aims of the
work, methods used, results obtained, and conclusions. (max.
2 pts).
Body of the paper: organized into logical sections,
sequentially numbered with no more than two grades of
subheadings. (max. 2 pts).
References depicted as ordered. (max. 2 pts).
Figures and Tables depicted as ordered. (max. 5 pts).
Results analysis
 3.1.2. Evaluates the obtained results
based on their accuracy and reliability.
(level II)
Summary
Covering the aims of the work, methods used, results
obtained, and conclusions reached.
(max. 5 pts)
Introduction
Design of experimental set up
Level II
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. Searches for, selects and
integrates information from relevant
scientific sources.
Background information related to the assignment is
presented.
(max. 2 pts)
Normal and pathogenic function and role of gene(s) is
presented.
(max. 3 pts)
1.2.3. Forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question.
1.2.4. Integrates information into a
119
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
comprehensive research plan (e.g.
justifying the chosen method, describing
necessary controls and availability of
equipment)
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Hypothesis is presented. (max. 2 pts)
1.2.5. Is aware of the broader research
context of their own experiments.
Experimenting:
2.3.1. Is able to explain the theory behind
all steps of the experiments. (level III)
Reasons the aim of each experiment in the context of the
goal of the assignment. (max. 3 pts)
Materials and methods
Administration

5.2.3. Manages and archives data in
lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion)
and if relevant, other ways of storing
data so that others can understand it.
Biological materials are presented. (max. 2 pts)
Methods describes how the experiment is performed and can
be repeated by others. (max. 5 pts)
Experimenting:
2.3.2. Independently chooses the
necessary experimental controls. (level III;
level II: selects, with guidance)
Controls steps are included. (max. 1 pts)
Resultaten
Reporting
 Reports their research in the form of a
research report/lab journal/poster
according to in-house international
guidelines (product criteria for lab
journal and research report. (level III)
The research performed is described in a logical order. (max.
4 pts)
Results analysis
Describes the content of the figures/tables in the text and
uses statistics if applicable. (max. 5 pts).
Data processing
The presented figures/tables are correctly depicted and
supplemented with a legend clarifying its content.
(max. 4 pts)
 3.2.1. Carries out results analysis using
appropriate methods; uses statistics (if
applicable). (level II)

Validation
 3.1.2. Evaluates the obtained results
based on their accuracy and reliability.
(level II)
3.3.3. Independently makes conclusions
relating to the initial research question (if
possible) (level II) and the broader
research context. (level III)
Discussion
The discussion section answers the question that was
originally posed (=objective of the experiment)/ confirms or
rejects the hypothesis/draws conclusions.
(level II) (max. 5 pts)
A discussion on the role of the candidate gene in
carcinogenesis process is given. (level III) (max. 5 pts)
120
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
3.1.4. Performs error analysis in the
correct manner. (level II = level III)

6.2.1. Reports their research in
the form of a research report/lab
journal/poster according to inhouse (HLO) guidelines (product
criteria for lab journal and
research report. (level II)
Overall assessment
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
The error discussion is clearly presented and contains
comments on precision and reliability of the results. (max. 5
pts)
Referencing and reference list
Good (cross-) references in the text (to references). (max. 4
pts)
55 points are required to pass
Feedback
Name and signature assessor
121
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Themetest
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Competence
Design of experimental set up (level II/III)
Defining the research question
1.2.1. Independently identifies relevant
background information required to answer
the research question.
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. Searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
Conclusions and discussion
 3.2.3. Relates results with results from
their other experiments and also to data
in published literature.
 2.4. Suggests follow-up experiments.
Experimenting (level III)
Preparation
 2.3.1. Is able to explain the theory
behind all steps of the experiments.
 2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls.
 2.1.3. Performs calculations prior to
beginning lab work.
Results analysis (level II)
Data processing
 3.2.1. Carries out results analysis using
appropriate methods; uses statistics (if
applicable).
Validation
 3.1.2. Evaluates the obtained results
based on their accuracy and reliability.
Conclusions and discussion
 3.2.2. Independently makes conclusions
relating to the initial research question
(if possible).
 3.1.4. Performs error analysis in the
correct manner (if applicable).
Overall assesment
Feedback
Criteria
Is able to explain the research question of melanoma
progression.
Sufficient
20% of the points
Understands the molecular principles of the ALCAM-related
research.
Is able to mention alternative research approaches of melanoma
progression.
Understands the multidisciplinary approach to study melanoma
progression indicated with the provided articles of the research
assignment.
Can calculate end-concentrations
60% of the points
Knows the principle of culturing BLM cells
Knows the principle of RNA isolation and QPCR
Knows the principle of gelatine zymography
Knows the principle of HPLC
Knows the principle of the statistics used in the research
assignments.
Is able to mention the proper controls.
Is able to interpret QPCR, Zymography, HPLC.
55 % of the points are required to pass
Name and signature assessor
122
20% of the points
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Knowledge test carcinogenesis
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Body of Knowledge
Knowlegde test
Overall assessment
Knowledge of:
membranes components and structure
signalling molecules and network
10% of points
20% of points
pumps and channels
cell cycle regulation
apoptosis
Six step nature of cancer
20 % of points
20 % of points
20 % of points
10 % of points
55% of points are required to pass
Knowledge test ~omics.
Body of Knowledge
Knowlegde test
Overall assessment
Knowledge of:
Transcriptomics (Microarrays)
40% of points
Proteomics (2D + MS)
Metabolomics (GC-MS data analysis)
40 % of points
20 % of points
55% of points are required to pass
Feedback
Name and signature assessor
123
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Titel OWE
OWE 10: Moleculaire Pathogenese: bio-informatica, transcriptomics, proteomics
& metabolomics
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
B10
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting
Biologie, afstudeerrichting Biochemie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Beroepstaak/be
roepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamen
s
Algemene
omschrijving
N.v.t.
Projectopdrachten (Wo)
Short communication (Sc)
Verdediging projectvoorstel (Pv)
30 stp
840 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit B5-8. In het
bijzonder de laboratorium- en computervaardigheden van B5 en B7 worden hier in een
complexer model toegepast.
B5 en B7 zijn met redelijk succes gevolgd.
Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren.
Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de
praktijklessen.
Kankercellen vermeerderen zich onafhankelijk van groeiregulerende signalen in hun
directe omgeving. Dit leidt tot een ruimte innemend proces met bijbehorende
pathofysiologische gevolgen. Zolang deze cellen geclusterd blijven in één groep, wordt dit
een benigne tumor genoemd die met chirurgie doorgaans goed te behandelen is.
Wanneer kankercellen in staat zijn tot metastase, spreekt men van een maligne tumor. In
deze onderwijseenheid zullen twee onderzoeksmodellen worden aangeleerd waarmee de
pathogenese van tumorvorming (in het bijzonder huidkanker) kan worden bestudeerd.
Ten eerste door participatie aan het onderzoek van Dr. J. van Kilsdonk van de afdeling
Dermatologie (UMCN, Nijmegen) die onderzoek verricht naar de overgang van benigne
naar maligne tumoren bij huidkanker (melanomen). Het huidige model van Dr. J. van
Kilsdonk is dat tijdens de groei van een benigne melanoom het adhesiemolecuul ALCAM
tot expressie komt waardoor melanoomcellen clusteren. De aan elkaar gekoppelde
ALCAM moleculen geven een signaal de cel in (outside-in signalling) dat leidt tot een
veranderd genexpressie patroon van het genoom van deze cellen en daarmee ook een
veranderd transcriptoom, proteoom en metaboloom. Een van de consequenties van deze
veranderingen is dat de cellen los kunnen komen van de cluster en gaan metastaseren.
Het tweede onderzoeksmodel is van dr. M. Wildwater van de afdeling
ontwikkelingsbiologie (UU, Utrecht) en betreft C. elegans, een nematode van ongeveer
1000 cellen groot. Deze nematode is volledig gekarakteriseerd, dat wil zeggen dat alle
cellen en de wijze waarop ze differentiëren in hun specifieke functies bekend is. Dit model
is erg geschikt om verschillende pathologische condities, zoals tumorvorming, te
bestuderen.
In deze OWE gaat de student participeren in dit onderzoek om te achterhalen op welke
wijze ALCAM zorgt voor het invasieve gedrag van humane melanomen en gaat de student
in C. elegans targetgenen uitknocken om het effect op tumorvorming van de huid te
bestuderen.
Thematoets BLM model: Melanoma and microenvironment+praktijk+tutoropdrachten to
study BLM model
Thematoets C.elegans model: Developmental biology+praktijk+tutoropdrachten to study
124
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
C.elegans model
Kennistoets 1 = Module 1: Pathogenesis: cells turning ill
Kennistoets 2 = Module 2: Fighting pathogenesis: immunology of infectious diseases and
Cancer
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
De OWE wordt in de Engelse taal gegeven.
- Ontwerpen
- Experimenteren
- Analyseren van resultaten
- Beheer en administratie
- Rapporteren / presenteren
- Planmatig en Projectmatig werken
- Samenwerken in een team
- Begeleiden/leiden
- Sturen van professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren
Deeltentamens
B10-Wo
Projectopdrachten (Wo)
B10-Sc
Short communication (Sc)
B10-Pv
Verdediging projectvoorstel (Pv)
B10-Tb
Thematoets BLM model (Tb)
B10-Tc
Thematoets C.elegans model (Tc)
B10-P
Praktijk (P)
B10-K1
Kennistoets 1 (K1)
B10-K2
Kennistoets 2 (K2)
B10–IPV
IPV
B10-St
Stagevoorbereiding/solliciteren (St)
Weging
Eindcijfer = (Tb + Tc + K1+ K2 + Pv + Sc + 2*P)/8
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig
materiaal
15.
16.
-
Workshop SCV, projectopdrachten en IPV verslag moeten
afgevinkt zijn met voldaan. De cijfers van Praktijk
toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn
Frequentie (deel)Periode 1 of 2
tentamens
Herkansing in periode 2 of 3
Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per
studiejaar (OER art. 7.3)
 Alberts, B., & Johnson, A. (2008) e.a. Molecular Biology of The Cell. Oxford: Taylor &
Francis Inc, ISBN: 9780815341062
 Dimmock, N., Easton, A., (2006). Introduction to Modern Virology. Hoboken (New Jersey): John Wiley and Sons Ltd. ISBN: 9781405136457
 Broshoff, J., & Hale, D.K., & Roth, D., Roitt, I.M., (2006). Immunology (7th edition, English), New York NY: Elsevier Health Sciences Division. ISBN: 9780323033992
 Paffen, I., (2005) Readers Systems Biology: From ~omics to integrative network: Transcriptomics, Proteomics, Metabolomics, Data analyse transcriptomics. HAN
 Website voor statistiek: http://udel.edu/~mcdonald/statbigchart.html
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen,
zoals PowerPoint, video en sociale media.
125
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Pathogenese:
celbiologie van kanker
Ondersteunend vak
Beheersing van de
pathogenese:
immunologie van
infectie ziekten en
kanker
Ondersteunend vak
Wetenschappelijke
benaderingen om
pathogenese te
bestuderen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Signaal transductie, pompen en kanalen
Membranen
Celdeling en apoptosis
Carcinogenese (6 step nature of cancer)
Tumor microenvironment
Wnt signalling in colon cancer development
Werkwijze: hoorcollege
Immunologie
Infectie ziekten
Nomenclatuur
Werkwijze: hoorcollege
Moleculaire diagnostiek (o.a. immunofenotypering
en DNA diagnostiek)
~omics
C. elegans als onderzoeksmodel
Statistiek
Chromatografie
Wetenschappelijk schrijven
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
Praktijk
Workshop SCV
19.
Les- /
Contacturen
Stagevoorbereiding / solliteren
Werkwijze: training
Geprogrammeerde contacttijd:
21,4 lesuren per week, 150 lesuren per periode = 112,5 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:
307,5 klokuren
20.
21.
Onderwijsperiode
Maximum
aantal
deelnemers
Totaal: 420 klokuren
Periode 1 en 2
n.v.t.
126
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 10: Moleculaire Pathogeneses: bio-informatics, transcriptomics, proteomics & metabolomics
(B10)
Executing scientific research
ECU 1
Part exam
Code:
B10-Tb
Name:
Theme exam
Form:
Individual
Writing
Weighting:
1
Evaluation:
Mark
Minimum passing grade:
5.5
Competences and indicators
Assessment criteria
Competence 1: Design of experimental set up
(level II/III)
Defining the research question
1.2.1. Independently identifies relevant
background information required to answer the
research question.
Gathering information and developing a research
plan
1.2.2. Searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
Competence 3: Results analysis
Conclusions and discussion
3.2.3. Relates results with results from their other
experiments and also to data in published literature.
3.2.4. Suggests follow-up experiments.
Competence 2: Experimenting (level III)
Preparation
2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps
of the experiments.
2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls.
2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab
work.
Competence 3: Results analysis (level II)
Data processing
3.2.1. Carries out results analysis using appropriate
methods; uses statistics (if applicable).
Validation
3.1.2. Evaluates the obtained results based on their
accuracy and reliability.
Conclusions and discussion
3.2.2. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible).
3.1.4. Performs error analysis in the correct
manner (if applicable).
1: Experimental Design
 Is able to explain the research question of
melanoma progression.
 Understands the molecular principles of ALCAMrelated research.
 Understands the components of the tumour
microenvironment and its relation to tumour
progression.
2: Experimenting
 Can calculate end-concentrations
 Knows the principle of culturing BLM cells.
 Knows the principle of RNA isolation and QPCR.
 Knows the principle of gelatine zymography.
 Knows the principle of HPLC.
 Understands the principle of ~omics.
3: Results analysis
 Knows the principle of the statistics used in the
research assignments.
 Is able to mention the proper controls.
 Is able to interpret QPCR, Zymography, HPLC.
127
Weighting
Cut off value
1: Experimental design 20%
2: Experimenting 60%
3: Results analysis 20%
Examiners
2 examiners for construction
and evaluation.
1 examiner for assessment.
55% is sufficiënt (5.5)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B10-Tc
Name:
Theme test
Form:
Individual
Writing
Weighting:
1
Evaluation:
Mark
Minimum passing grade:
5.5
Code:
B10-Sc
Name:
Short communication
Form:
Competence 1: Design of experimental set up
(level II/III)
Defining the research question
1.2.1. Independently identifies relevant
background information required to answer the
research question.
Gathering information and developing a research
plan
1.2.2. Searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
Competence 3: Results analysis
Conclusions and discussion
3.2.3. Relates results with results from their other
experiments and also to data in published literature.
3.2.4. Suggests follow-up experiments.
Experimenting
(level III)
Competence 2: Experimenting
Preparation
2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps
of the experiments.
2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls.
2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab
work.
Competence 3: Results analysis (level II)
Data processing
3.2.1. Carries out results analysis using appropriate
methods; uses statistics (if applicable).
Validation
3.1.2. Evaluates the obtained results based on their
accuracy and reliability.
Conclusions and discussion
3.2.2. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible).
3.1.4. Performs error analysis in the correct
manner (if applicable).
Competence 6: Reporting and presenting
Reporting
6.3.1. Reports their research in the form of a
research report/lab journal/poster according to inhouse international guidelines (product criteria for
lab journal and research report. (level III).
Competence 3: Results analysis
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
1: Experimental design
 Understands the C. elegans-related research in
the context of developmental biology.
 Understands the multidisciplinary approach to
study melanoma progression indicated with the
provided articles of the research assignments.
1: Experimental design 15%
2: Experimenting 50%
3: Results analyses 15%
4:Molecular Diagnostics 20%
2 examiners for construction
and evaluation.
1 examiner for assessment.
55% is sufficient (5.5)
2: Experimenting
 Can calculate end-concentrations
 Knows the principle of culturing C. Elegans.
 Knows the principle of RNAi.
 Knows the principle of Western blotting.
 Knows the principle of Immunofluorescence.
 Is able to mention the proper controls.
3: Results analysis
 Is able to interpret RNAi, Immunofluoresence
data.
4: Molecular Diagnostics
 Knowledge of Molecular Diagnostic tools and its
application
1. Layout
All components of a short communication are
presented coherently and professional knowledge
is applied. English and the preferred spellings are
those of the Oxford English Dictionary. Paper is
written in the third person in an objective, formal,
and impersonal style. AI units, symbols are
128
See Assessmentform Short
communication.
55% is sufficient (5.5)
2 examiners for assessment.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Group
Writing
Weighting:
1
Evaluation:
Mark
Minimum passing grade:
5.5
3.1.2. Evaluates the obtained results based on their
accuracy and reliability. (level II).
Competence 1: Design of experimental set up
(level II)
Gathering information and developing a research
plan
1.2.2. Searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
1.2.3. Forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question.
1.2.4. Integrates information into a comprehensive
research plan (e.g. justifying the chosen method,
describing necessary controls and availability of
equipment)
1.2.5. Is aware of the broader research context of
their own experiments.
Competence 2 Experimenting
2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps
of the experiments. (level III).
Compentence 5: Management and Administration
Administration
5.2.3. Manages and archives data in lab journal
(aim, experiment description, alterations, results,
conclusion) and if relevant, other ways of storing
data so that others can understand it.
Competence 2: Experimenting
2.3.2. Independently chooses the necessary
experimental controls. (level III; level II: selects,
with guidance).
Competence 6: Reporting and presenting
Reporting
6.3.1. Reports their research in the form of a
research report/lab journal/poster according to inhouse international guidelines (product criteria for
lab journal and research report. (level III).
Competence 3: Results analysis
Data processing
3.2.1. Carries out results analysis using appropriate
methods; uses statistics (if applicable). (level II).
Validation
3.1.2. Evaluates the obtained results based on their
accuracy and reliability. (level II).
3.3.3. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible) (level II)
and the broader research context. (level III).
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
presented correctly.
Body of the paper: organized into logical sections.
2. Summary
3. Materials and methods
4. Results
5. Discussion and conclusion
6. List of references
In general: content should be scientifically correct.
129
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B10-Pv
Name:
Defence project proposal
Form:
Group
Oral
Weighting:
1
Evaluation:
Mark
Minimum passing grade:
5.5
Code:
B10-P
Name:
Practical
3.1.4. Performs error analysis in the correct
manner. (level II = level III).
Competence 6: Reporting and presenting
Text
6.2.1. Reports their research in the form of a
research report/lab journal/poster according to inhouse (HLO) guidelines (product criteria for lab
journal and research report. (level II).
Competence 6: Reporting and presenting
Presentation
6.3.2. Presents research to a target audience with
similar knowledge background in a clear and
persuasive manner; applies general presentation
techniques and answers questions. (level III).
Competence 3: Results analysis (level II)
Data processing
3.2.1. Carries out results analysis using appropriate
methods; uses statistics (if applicable).
Validation
3.1.2. Evaluates the obtained results based on their
accuracy and reliability.
Conclusions and discussion
3.2.2. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible).
3.1.4. Performs error analysis in the correct
manner (if applicable).
3.2.3. Relates results with results from their other
experiments and also to data in published literature.
Competence 3: Results analysis (level III)
Conclusion and discussion
3.3.3. Independently makes conclusions relating to
the initial research question (if possible) and the
broader research context.
3.3.4. Independently discusses results in relation to
their other experiments and compares these to
published literature.
3.2.4. Suggests follow-up experiments.
Competentie 2: Experimenteren
Preparation
2.2.1. Is able to explain the basic steps of the
experiments.
2.2.2. Selects, with guidance, necessary experimental controls.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
1: reporting and presenting
Indicates the goal of the presentation and the goal
matches the assignment.
Presentation structure has a beginning – middle –
end with logical coherence.
The presented figures/tables are correctly depicted
and complete.
See Assessmentform Project proposal.
2 examiners for assessment.
55% is sufficient (5.5)
2: results analysis level II
Results are presented in a critical and impartial
manner and analysed statistically.
Presented results are interpreted on accuracy and
reliability.
A correlation/association between the results and
the question/aim of the research question is made.
3: results analysis level III
relates own research to the overall research on
melanoma.
Proposes a new follow-up hypothesis or follow-up
experiments.
Skills
The student:
 is able to answer questions concerning the
methodology of different protocols;
 controls if all materials are ready for use at
the start of an experiment;
130
See Assessmentform Practical.
55% is sufficient (5,5)
1 examiner for assessment
(Practice teacher).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Form:
Individual
Practical
Weighting:
2
Evaluation:
Mark
Minimum passing grade:
5.5
Code:
B10-K1
Name:
Knowledge test 1
2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab
work.
2.2.3. Ensures that all requirements are present
before beginning the experiment, makes solutions.
Execution
2.2.4. Carries out experiments according to the
protocol in order to obtain reliable, reproducible
data; is aware of what he/she is doing at all times.
2.1.6. Carries out the experiment within the given
time.
2.2.6. Attempts to trouble shoot experiments
when problems are encountered.
2.2.7. Is able to master new techniques quickly.
Competence 4: Quality (level 2)
4.1.1. Is aware of the health and safety rules and
works according to these rules.
4.2.1. Calibrates advanced equipment before
beginning experiments.
Competence 5: Management and
Administration (level 3)
5.2.1. Encodes chemicals and samples; stores these
in the correct manner.
5.3.1. Contributes to an efficiently functioning lab
(tidies up, reports when reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment
and solves minor malfunctions).
Administration
5.3.2. Manages and archives data in lab journal
(aim, experiment description, alterations, results,
conclusion) and if relevant, other ways of storing
data so that others can use it.
Knowledge of Module 1: Pathogenesis-Cells
turning ill
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase

executes the experimenr according the
guidelines of the protocols;
 is able to explain the underlying principle of
each step in a protocol;
 standardizes equipment at the start of the
experiment;
 solves simple problems by himself;
 makes sure that targets are met and that goals
are reached and if necessary adapts the
working activities;
 anticipates to changing circumestances ;
 executes experiments according to plan and, if
necessary, under time pressure;
 demonstrates his ability to execute more
experiments simultaneously;
 works according to safety and health
regulations;
 leaves his bench cleaned and tidy;
 starts on time, is prepared and has an active
working attitude;
 shows integrity, adaptability, perseverance
and is motivated.
Laboratory notebook
The student:
 has his aim, hypothesis, methods,
controles,safety and environmental
regulations, and calculations noted in his
notebook;
 keeps track of changes in his methods;
 encodes and stores chemicals and samples
according to the appropriate method and
records this in his notebook;
 has analysed his results according to the
appropiate method;
 executes the proper error analysis.
A justified conclusion is drawn.
The laboratory notebook is up to scratch and
representative.
Knowledge of the following cell biology topics:
1. Membranes – signalling molecules – pumps
and channels – cell cycle regulation –
apoptosis.
2. Basic understanding of colon cancer
development and nine step nature of cancer.
131
1: 80%
2: 10%
3: 10%
55% is sufficient
2 examiners for construction
and evaluation.
1 examiner for assessment.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Form:
Individual
Writing
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
3.
Guest Lecture GTPases
1.
Knowledge of the pathogens: viruses and
bacteria, infection process, replication,
disease development.
Knowledge of the immunity to pathogens
viruses, bacteria. Tolerance.
Basic Knowledge of vaccination.
Basic Knowledge of allergies, prim. and sec.
and auto immune diseases. Immunity to
cancers.
Weighting:
1
Evaluation:
Mark
Minimum passing grade:
5.5
Code:
B10-K2
Knowledge of Module 2: Fighting pathogenesis:
immunology of infectious diseases and Cancer.
Name:
Knowledge test 2
2.
3.
4.
Form:
Individual
Writing
1: 50%
2: 25%
3: 10%
4: 15%
2 examiners for construction
and evaluation.
1 examiner for assessment.
55% is sufficient
Weighting:
1
Evaluation:
Mark
Minimum passing grade:
5.5
Code:
B10-Wo
Name:
Project assignments
Form:
Group
Writing
Consult the evaluation forms
- ‘plan of approach
–microarray analysis
- QPCR, HPLC, and genetic cross breeding
documents
- RNAi presentation
- Immunofluoresence report.
Consult the evaluation forms
- ‘plan of approach
–microarray analysis
- QPCR, HPLC, and genetic cross breeding
documents
- RNAi presentation
- Immunofluoresence report.
Weighting:
0
Evaluation:
132
Consult the assessment forms
- ‘plan of approach
–microarray analysis
- QPCR, HPLC, and genetic cross
breeding documents
- RNAi presentation
- Immunofluoresence report.
1 examiner for assessment.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Sufficient/insufficient
Minimum passing grade:
V
Code:
B10-IPS
Name:
IPS
Form:
Individual
IPS
Weighting:
0
Evaluation:
Sufficient /insufficient
Minimum passing grade:
V
Code:
B10-St
Name:
Placement preparation/Job
interview
Competence 8: Co-operating
Functioning in a group
8.1.1. Adheres to the rules.
8.2.1. Makes clear agreements with others and
keeps to these.
8.3.1. Recognises their own role in a group; is
aware of other roles in the group and works efficiently in the team structure. Works harmoniously
with others.
8.1.2. Makes a valuable contribution to the group
Communication
Is able to communicate about their assignment
with peers and lecturers applying basic rules of
communication:
8.2.3. Takes initiative in the conversation.
8.1.3. Maintains eye contact with conversation
partner.
8.1.4. Gives others opportunity to speak.
8.2.4. Verbally expresses their opinion/message
clearly.
8.3.2. Interacts with conversation partner/ensures
the message is understood.
8.3.3. Keeps conversation on topic.
8.1.6. Accepts and gives feedback.
8.2.6. Is active in conflict resolution. / 8.3.4. Is
skilled in conflict resolution.
Competence 8: Co-operating / communication
Communication
Is able to communicate about their assignment
with peers and lecturers applying basic rules of
communication:
8.2.3. Takes initiative in the conversation.
8.1.3. Maintains eye contact with conversation
The student:

has prepared the meetings by specifying the
answers to the week assignments which are
discussed and the assignments which are
reviewed (k.o.);
 can demonstrate the specified answers to the
week assignment to the tutor after setting a
date (in writing or presentation): in all
assignments all issues addressed are
answered (k.o.);
 fulfils his roles (chair, minute taker, etc.)
(k.o.);
 recognises own role and input in the group
and knows the other roles in the team;
adjusts own work to the work of others;
 The student adheres to the rules agreed on
(k.o.)
 asks questions and shares knowledge
regarding the assignment, during tutor
meetings. The student verbalises clearly and
audibly, maintains eye contact;
 focuses on the aim of the talk;
 lets others finish, interacts with his
conversation partner and checks if the
message is understood;
 gives group and class members feedback and
is open to receiving feedback;
 offers a positive contribution to the group
process by taking initiative and actively
resolve conflicts.
Group members evaluate the student's effort and
involvement as positive (SAS)
Participated in SCS workshop “placement
preparation/job application” (is ticked off).
133
All k.o. criteria and 70% of the other
criteria need to be Satisfactory”.
1 examiner for assessment
(Tutor).
Participation in workshop is compulsory
to be marked ‘sufficient’ of the
workshop.
1 examiner (Teacher
workshop) for assessment.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Form:
Individual
Writing
Oral
Weighting:
0
Evaluation:
Sufficient /insufficient
Minimum passing grade:
V
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
partner.
8.1.4. Gives others opportunity to speak.
8.2.4. Verbally expresses their opinion/message
clearly.
8.2.5. Interacts with conversation partner.
Competence 11: Guiding professional
development
Shapes their own competence development
11.1.2. Works on learning aims as described in the
PDP and collated competence assessment
products.
Possesses a work attitude appropriate to higher
professional education
11.2.5. acts reliably, adjusts quickly, shows perseverance and is a motivated student.
134
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Evaluation form Practical work course 10
Name: ……………………………………………..
Class: …………………………………………………..
Competence/indicator
Insufficient
2.2.1., 2.3.1.,
2.2.2., 2.3.2.
0-5 points
2.1.3., 2.2.3., 2.3.3.,
0-2 points
2.2.4., 2.3.4., 2.2.7
0-2 points
2.2.6., 2.3.6.
0-5 points
4.1.1.
4.2.1.
0-4 points
Date: …………………………………………………
Evaluation criteria
Good
Sufficient
Is able to explain the basic
steps of the experiments;
Selects, with guidance,
necessary experimental
controls.
6 points
Is able to explain more than the
basic, but not all steps of the
experiments;
Independently selects standard
experimental controls
8 points
Ensures that all requirements
are present before beginning
the experiment and that
calculations have been made,
makes solutions.
3 points The experimental results are
reproducible when different
experiments are carried out
more than one time
3 points
Attempts to trouble shoot
experiments when problems
are encountered.
… and independently makes
solutions.
5 points
The experimental results meet the
theoretical expectations / literature
values
Points
Excellent
Is able to explain the all of the experiments;
Independently selects advanced experimental
controls
10 points
… and the student is able to deviate
from/adjust the protocol where needed to
obtain reproducible results that match with
theoretical expectations
5 points
Attempts to trouble shoot experiments when
problems are encountered and solves the
problems independently.
4 points
Attempts to trouble shoot
experiments when problems are
encountered and solves the
problems.
6 points
8 points
10 points
R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon.
Calibrates pipettes and balances.
5 points
135
Knockout
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
5.3.1.
0-5 points
2.1.6., 2.2.5., 2.3.5., 7.2.2.
0-5 points
7.2.3., 7.2.4., 7.3.2.
0-2 points
5.2.1.
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
0-5 points
Leaves all work places
organized and tidy and reports
when reagents are (almost)
finished.
6 points
and: works at an always organized
work place,
Works on one experiment at
the same time and finishes
this within the planned time;
also under time constraints.
6 points
If needed (changing circumstances: makes adjustments to
project plan to reach the
project goal.
3 points
Encodes samples properly on
tubes and in laboratory
notebook.
Laboratory notebook is fully
up to scratch at the end of
the week.
6 points
Each laboratory session
contains aim, M&M, any
deviations from those, used
apparatus and manufacturers
of used kits
6 points
Each laboratory session
contains results, processing of
data and
interpretations/discussion
6 points
conclusions and suggestions
for follow-up research) at the
end of the week.
Works on multiple experiments at the
same time
6 points
8 points
8 points
4 points
and: solves problems at machines
10 points
Works on multiple experiments at the same
time and finishes them without
organisational problems.
10 points
and: sets priorities in working activities
5 points
Knockout
8 points
10 points
8 points
10 points
8 points
and: the conclusions with respect to
the reliability and accuracy of the
results and interpretion of the results
with respect to the research question
are scientifically correct.
8 points
136
10 points
and: the error discussion and suggested
follow-up experiments are meaningful.
10 points
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Overall assessment
Feedback
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10
Name and signature assessor
137
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Short communication B10
Name: ………………………………..………………….…………………………………………………………………..
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Competence
Criteria
Reporting
All components of the short communication (see assignment
short communication) are presented coherently. Professional
knowledge is applied in the correct manner. (max. 25 pts)
The language English and the preferred spellings are those of
the Oxford English Dictionary. (max. 10 pts)
6.3.1. reports their research in the form of
a research report/lab journal/poster
according to in-house international
guidelines (product criteria for lab journal
and research report. (level III)
Points
Papers should be written in the third person in an objective,
formal, and impersonal style. (max. 2 pts)
SI units, symbols are presented correctly. (max. 2 pts)
Abstract of not more than 50 words: covering the aims of the
work, methods used, results obtained, and conclusions. (max.
2 pts)
Body of the paper: organized into logical sections,
sequentially numbered with no more than two grades of
subheadings. (max. 2 pts)
References depicted as ordered. (max. 2 pts)
Figures and Tables depicted as ordered. (max. 5 pts)
Results analysis
3.1.2. evaluates the obtained results based
on their accuracy and reliability. (level II)
Summary
Covering the aims of the work, methods used, results
obtained, and conclusions reached. (max. 5 pts)
Introduction
Design of experimental set up
Level II
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. searches for, selects and integrates
information from relevant scientific
sources.
1.2.3. forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question.
1.2.4. integrates information into a
comprehensive research plan (e.g.
justifying the chosen method, describing
necessary controls and availability of
equipment)
1.2.5. is aware of the broader research
context of their own experiments.
Background information related to the assignment is
presented. (max. 2 pts)
Experimenting:
2.3.1. is able to explain the theory behind
all steps of the experiments. (level III)
Reasons the aim of each experiment in the context of the
goal of the assignment. (max. 3 pts)
Normal and pathogenic function and role of gene(s) is
presented. (max. 3 pts)
Hypothesis is presented. (max. 2 pts)
Materials and methods
138
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Administration
5.2.3. manages and archives data in lab
journal (aim, experiment description,
alterations, results, conclusion) and if
relevant, other ways of storing data so
that others can understand it.
Experimenting:
2.3.2. independently chooses the
necessary experimental controls. (level III;
level II: selects, with guidance)
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Biological materials are presented. (max. 2 pts)
Methods describes how the experiment is performed and can
be repeated by others. (max. 5 pts)
Controls steps are included. (max. 1 pts)
Resultaten
Reporting
6.3.1. reports their research in the form of
a research report/lab journal/poster
according to in-house international
guidelines (product criteria for lab journal
and research report. (level III)
Results analysis
Data processing
3.2.1. carries out results analysis using
appropriate methods; uses statistics (if
applicable). (level II)
The research performed is described in a logical order. (max.
4 pts)
The presented figures/tables are correctly depicted and
supplemented with a legend clarifying its content. (max. 4
pts)
Describes the content of the figures/tables in the text and
uses statistics if applicable. (max. 5 pts)
Validation
3.1.2. evaluates the obtained results based
on their accuracy and reliability. (level II)
3.3.3. independently makes conclusions
relating to the initial research question (if
possible) (level II) and the broader
research context. (level III)
Discussion
The discussion section answers the question that was
originally posed (=objective of the experiment)/ confirms or
rejects the hypothesis/draws conclusions.
(level II) (max. 5 pts)
A discussion on the role of the candidate gene in
carcinogenesis process is given. (level III) (max. 5 pts)
3.1.4. performs error analysis in the
correct manner. (level II = level III)
6.2.1. reports their research in the form of
a research report/lab journal/poster
according to in-house (HLO) guidelines
(product criteria for lab journal and
research report. (level II)
Overall assessment
Feedback
The error discussion is clearly presented and contains
comments on precision and reliability of the results. (max. 5
pts)
Referencing and reference list
Good (cross-) references in the text (to references). (max. 4
pts)
55 points are required to pass
Name and signature assessor
139
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Project proposal B10
Name: ………………………………..………………….………………………………………………………………….
Class: ………………………………..
Competence
Reporting and presenting
Presentation
6.3.2. presents research to a target audience
with similar knowledge background in a
clear and persuasive manner; applies
general presentation techniques and
answers questions. (level III)
Date: ……………………………….
Criteria
Indicates the goal of the presentation and the goal matches the
assignment.
Sufficient
Knock-out
Presentation structure has a beginning – middle – end with
logical coherence.
Knock-out
The presented figures/tables are correctly depicted and
complete.
The presentation is suited to the level of the target audience in
both language and terminology. (max 5 pts)
Clear and definite conclusions are drawn. (max 5 pts)
Knock-out
Engages in a professional discussion with the audience. (max 5
pts)
Has contact with the audience (eye contact/verbal/non-verbal).
(max 5 pts)
Attitude: stands straight and moves hands freely. Varies his
speaking. (max 5 pts)
Speaks clearly and intelligibly. (max 5 pts)
Volume is appropriate for the space/venue and audience. (max
5 pts)
The (powerpoint) slides are balanced in terms of text and use of
graphics. (max 5 pts)
Use a pointer correctly. (max 5 pts)
Results analysis (level II)
Data processing
3.2.1. carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable).
Validation
3.1.2. evaluates the obtained results based
on their accuracy and reliability.
Conclusions and discussion
3.2.2. independently makes conclusions
relating to the initial research question (if
possible).
3.1.4. performs error analysis in the correct
manner (if applicable).
3.2.3. relates results with results from their
other experiments and also to data in published literature.
Results analysis (level III)
Conclusion and discussion
3.3.3. independently makes conclusions
relating to the initial research question (if
possible) and the broader research context.
3.3.4. independently discusses results in
Results are presented in a critical and impartial manner and
analysed statistically. (max 10 pts)
Presented results are interpreted on accuracy and reliability.
(max 5 pts)
A correlation/association between the results and the
question/aim of the research question is made. (max 10 pts)
BLM cells: relation between microarray and QPCR data.
C. elegans: relation between RNAi and immunofluorescence.
relates own research to the overall research on melanoma. (max
10 pts)
Proposes a new follow-up hypothesis. (max 2 pts)
140
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
relation to their other experiments and
compares these to published literature.
3.2.4. suggests follow-up experiments
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Proposes follow-up experiments to push the fundamental OR
applied research on melanoma forward. (max 10 pts)
Proposes other experimental techniques than used in this
module. (max 3 pts)
Justifies subsequent research or experiments to push the
fundamental OR applied research forward in the elucidation or
treatment of melanoma. (max 5 pts)
Overall assesment
Feedback
55 points are required to pass
Name and signature assessor
141
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Plan of Approach:
Name: ........................................
Class: ......................................
Competence/Indicator
Design of experimental set up
Defining the research question
1.2.1. independently identifies relevant
background information required to answer
the research question. (level II)
Date: ................................
Criteria
The introduction embeds the practical assignment in the
research assignment and discusses the function of the candidate
gene(s).
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
(level II)
Applicable for first plan of approach.
Gathering information and developing a
research plan
1.3.1. independently searches for, selects
and integrates information from relevant
scientific sources. (level III)
Applicable for second plan of approach.
Design of experimental set up
1.2.4. integrates information into a
comprehensive research plan (e.g. justifying
the chosen method, describing necessary
controls and availability of equipment) (level
II)
Methodology
7.2.1. plans and organises activities in a work
plan. (level II)
Quality control
4.1.1. is aware of the health and safety rules
and works according to these rules. (level III)
Overall assessment
Feedback:
The document has a time planning in which the sequence of the
work activities (work plan and time schedule) is realistic.
The sequence of activities are visualized in a flow chart.
In case of BLM: Except for HPLC and Q-PCR experiments, the
activities are described in detail. Samples, controls and protocols
are included.
In case of C. elegans: Expect for genetic cross experiments and
immunofluorescence, , the activities are described in detail.
Samples, controls and protocols are included.
r/s rules are presented.
4 sufficients are required to pass
Name and signature assessor
142
Sufficiënt
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Microarray analyse:
Name: ........................................
Class: ......................................
Date: ................................
Competence
Design of experimental set up
Criteria
The research question is presented.
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
(level II)
Specify the biological question for every gene in the list.*
1.3.3. independently integrates information
into a comprehensive research plan (e.g.
justifying the chosen method, describing
necessary controls and availability of
equipment). (level III)
1.2.3. forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question. (level III)
Results analysis (level III)
Data processing
3.3.1. independently carries out results
analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable).
Validation
3.3.2. independently evaulates the obtained
results based on their accuracy and reliability.
Present the variables relevant to the research question (what is
measured?).
Clarify which kind of variables are presented (measurement;
nominal or ranked).*
A statistical null hypothesis and alternate hypothesis.*
The statistical test you have chosen and the p-value(s).*
Mention the criteria that have to be met to perform this
statistical test and whether the variables meet the criteria.
The interpretation of the results of the chosen statistical test.
A list with genes which answers the research question.*
Conclusion and discussion
3.3.3. independently makes conclusions
relating to the initial research question.
(level II)
3.1.4. performs error analysis in the correct
manner (if applicable).
Overall assessment
Justification of the chosen p-value and a clarification when pvalues are altered?
Criteria indicated with an * must be sufficient to pass.
Minimally 4 other criteria must be met to upgrade your report
to ‘good’.
Feedback
Name and signature assessor
143
Sufficiënt
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form QPCR, HPLC and genetic cross breeding documents:
Name: ........................................
Class: ......................................
Competence
Design of experimental set up
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. searches for, selects and integrates
information from relevant scientific sources.
(level II)
1.3.3. independently integrates information
into a comprehensive research plan (e.g.
justifying the chosen method, describing
necessary controls and availability of
equipment). (level III)
1.2.3. forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question. (level III)
Reporting and presenting
Text
6.2.1. reports their research in the form of a
research report/lab journal/poster according
to in-house (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level
II)
Date: ................................
Criteria
The information written down is relevant for the goal of the
report and concise.
Discussion on how the results will be analysed.
Contains a transparent structure from broad to narrow with
logical coherence between the components.
The presented figures/tables are correctly depicted and
supplemented with a legend clarifying its content.
Good (cross-) references in the text (to references, tables,
figures, etc.).
Methodology
7.3.1. plans and organises activities in a work
plan; estimates time needed for experiments accurately. (level III)
Advising
Advises about the acquisition and use of
materials and equipment, and the
application of research methods:
10.2.1. translates needs to practical
requirements.
(level II)
Flow chart of the activities is presented including justification of
input materials.
Overall assessment
Feedback
6 sufficients are required to pass
Justification of the chosen method.
Justification of the chosen materials.
Name and signature assessor
144
Sufficient
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form RNAi presentation:
Name: ........................................
Class: ......................................
Competence
Reporting and presenting
6.2.3. presents research to a target audience with similar knowledge background
in a clear manner; applies general presentation techniques and answers questions.
(level II)
Date: ................................
Criteria
Indicates the goal of the presentation and the goal matches
the assignment:
Different RNA silencing methods are discussed.
Molecular principles of RNA silencing is presented.
One application of RNA silencing is discussed.
Presentation structure has a beginning – middle – end with
logical coherence.
The presentation is suited to the level of the target audience
in both language and terminology.
The information presented is concise and correct.
The presented figures/tables are correctly depicted and
complete.
The (powerpoint) slides are balanced in terms of text and use
of graphics.
Overall assessment
Feedback
4 sufficients are required to pass
Name and signature assessor
145
Sufficiënt
Knock-out
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Immunofluorescence report:
Name: ........................................
Class: ......................................
Competence
Designing of an experimental setup
Defining the research question
1.2.1. independently identifies relevant
background information required to
answer the research question.
Gathering information and developing a
research plan
1.2.2. searches for, selects and integrates
information from relevant scientific
sources.
1.2.3. forms a hypothesis based on the
(intermediate) research question.
1.2.4. integrates information into a
comprehensive research plan (e.g.
justifying the chosen method, describing
necessary controls and availability of
equipment)
Date: ................................
Criteria
Sufficiënt
The information written down is relevant for the goal of the
report and concise.
The presented figures/tables are correctly depicted and
supplemented with a legend clarifying its content.
Good (cross-) references in the text (to references, tables,
figures, etc.).
Justification of the chosen materials and method.
Understands the principle of IF.
Mentions suitable antibodies for IF.
Experimenting
Preparation
2.2.1. is able to explain the basic steps of
the experiments
2.2.2. selects, with guidance, necessary
experimental controls.
Describes principle of fixation and several means of fixation.
Reporting and presenting
Contains a transparent structure from broad to narrow with
logical coherence between the components.
Describes antibody modification with fluorescent dyes in the
context of IF.
Text
6.2.1. reports their research in the form of
a research report/lab journal/poster according to in-house (HLO) guidelines
(product criteria for lab journal and research report; level 2).
Overall assessment
Feedback
6 sufficients are required to pass
Name and signature assessor
146
Knock-out
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Titel OWE
OWE 10: Virologie en moleculaire diagnostiek
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
BD10
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek,
studierichting biologie, afstudeerrichting Biochemie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamen
s
Algemene
omschrijving
N.v.t.
Labjournaal (Lj)
Projectopdrachten (Wo)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit B5-8. In het
bijzonder de laboratoriumvaardigheden van B 5 en 7 worden hier in een complexer
model toegepast.
Alle onderdelen van B7 zijn gevolgd en de praktijk van deze OWE is met een voldoende
beoordeeld.
Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de
praktijklessen.
In deze cursus staan "virussen en het vakgebied van de moleculaire diagnostiek"
centraal. Er is een groot aantal virussen dat ziekteverwekkend is voor de mens, dier en
plant en als zodanig een belangrijk onderzoeksonderwerp voor moleculaire biologen.
Wanneer iemand een virale infectie heeft, wordt door middel van de moleculaire
diagnostiek precies bepaald om welke virus het gaat. Met deze gegevens kan de juiste
therapie worden ingezet om de patiënt te behandelen. Naast het feit dat virussen
gevaarlijk zijn voor ons mensen, hebben virussen voor de mens ook een zeer
interessante toepassing bij de overdracht van (humane) genen (gentherapie) en als
expressiesysteem van eiwitten.
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
In deze OWE krijgen zowel de moleculaire diagnostiek als de toepassing aandacht.
- Vraagverheldering
- Experimenteren
- Analyseren resultaten
- Samenwerken in een team,
- Methodisch werken,
- Begeleiden / leiden,
- Adviseren
- Rapporteren en presenteren
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
BD10-T
BD10-Kgem
BD10-K1
BD10-K2
BD10-Lj
BD10-Wo
BD10-Pp
BD10-P
147
Thematoets (T)
Gemiddelde kennistoetsen (Kgem)
Kennistoets virologie (K1)
Kennistoets immunologie (K2)
Labjournaal (Lj)
Projectopdrachten (Wo)
Posterpresentatie (Pp)
Praktijk (P)
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instapvoorwaarden
tentamen
13.
Verplichte
literatuur
14.
17.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig
materiaal
Activiteiten
18.
Werkvormen
15.
16.
Eindcijfer: ( 2T+ 2Kgem + Pp)/5
Kgem =(K1+K2)/2 ≥ 5,5;
K1 en K2 ≥ 4,0
Labjournaals, projectopdrachten en praktijk moeten
afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de
thematoets en posterpresentatie moeten ≥ 5.5.
Frequentie (deel)Periode 3-4, herkansing periode 4
tentamens
Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)

Dimmock, N., Easton, A., (2006). Introduction to Modern Virology. Hoboken (New
Jersey): John Wiley and Sons Ltd. ISBN: 9781405136457

Broshoff, J., & Hale, D.K., & Roth, D., Roitt, I.M., (2006). Immunology (7th edition,
English), New York NY: Elsevier Health Sciences Division. ISBN: 9780323033992
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen.
Gastcolleges worden mogelijk in het Engels gegeven
Ondersteunend vak
Cultuursystemen
Virologie
Kwantificering van virussen
Serologische diagnostiek
De structuur van virussen
Virale reproductie
Interacties tussen animale virussen
en de gastheer
Virusproductie
Overzicht en classificatie van animale/humane virussen
Werkwijze: hoorcollege
Moleculaire diagnostiek van infectieziektes
Ontwikkelen, valideren en uitvoeren
van moleculaire diagnostiek
Toekomstige ontwikkelingen in de
moleculaire diagnostiek
Real Time PCR
Proteomics
DNA micro arrays
DGGE
Dataverwerking via internet
Ondersteunend vak
Moleculaire diagnostiek
Werkwijze: hoorcollege
Immuniteit tegen virussen
Immuniteit tegen bacteriën
Primaire immunodeficiënties
Vaccinatie
Tumor Immunologie
Ondersteunend vak
Immunologie
Werkwijze: hoorcollege
148
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2013-2014
19.
Les- /
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Maximum
aantal
deelnemers
21.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Gastcollege
Flow cytometrie
FACS
Immunofenotypering
Gastcollege
Baculo systeem
Werkwijze: workshop
Bac – bac systeem
Eiwitexpressie
Werkwijze: workshop
Ondersteunend vak
Praktijk
Werkwijze: practicum
Geprogrammeerde contacttijd (2 periodes):
10,9 lesuren per week, 75 lesuren per periode = 66 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren
Totaal: 420 klokuren
Periode 3 en 4
n.v.t.
149
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE10: Virologie en moleculaire diagnostiek (BD10)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
BD10-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Examinatoren
Grote lijn bestaat uit activiteiten die te maken hebben met
virologie. Hierbij komen aan de orde:
Virologische technieken en betrokken moleculair genetische
technieken, DNA technieken en immunologische detectie met
technieken als immunolblotting en ELISA.
Theoretische ondersteuning:
- Wetenschappelijke artikelen;
- College’s moleculaire diagnostiek;
- Colleges van gastdocenten:
 DNA diagnostiek;
 Immunophenotyping by flowcytometrie;
 Recombinant Baculovirus.
De student:
 kan de titer en TCID 50 berekenen en de
berekeningsmethode uitleggen;
 kan baculovirus als expressievector beschrijven en
de moleculaire achtergrond hiervan verklaren;
 kent de experimentele aspecten van technieken als
Northern, Southern en Western blotting technieken;
 kan beoordelen welke controles relevant zijn en
verantwoorden;
 kan het verschil tussen bac to bac systeem en
baculodirect uitleggen en in nieuwe situaties
toepassen;
 kent de theoretische achtergrond van
eiwitconcentreringstechnieken en kann een
proefopzet beschrijven.
Per vraag wordt
aangeduid hoeveel
punten behaald kunnen
worden.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag
zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses.
1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen
(inclusieve vereiste controles).
1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch
verantwoorden.
2.3.2. Kiest zelfstandig benodigde experimentele controles.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.3.3. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt
oplossingen.
Uitvoering
2.3.4. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen,
maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde
exact wat hij/zij doet.
150
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
BD10-Pr
Naam:
Posterpresentatie
Vorm:
Individueel Mondeling
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
2.3.5. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan
deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk
switchen en behoudt overzicht.
2.3.6. Lost praktische problemen op als het experiment niet
loopt zoals was voorzien (trouble shooting).
2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyse
Data processing
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.).
3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten.
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de
geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
Validatie
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van
de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid.
Conclusies en discussie
3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten.
Competentie 1: Ontwerpen
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie
benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek.
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een
verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels
(productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 8: Samenwerken in team
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en
docent volgens basisregels voor communicatie.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder
woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Poster Course 12
Virologie”.
151
Zie onderstaand
beoordelingsformulier
“Poster Course 12
Virologie”.
2 examinator en voor de
beoordeling.
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
BD10-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Competentie nivo II (minimum) en niveau III
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch
verantwoorden.
2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele controles.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan
voordat met het experiment begonnen wordt; maakt
oplossingen.
Uitvoering
2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat
betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te
allen tijde exact wat hij/zij doet.
2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit.
2.2.5. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van
meerdere experimenten (multitasking).
2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als het
experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting).
2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen.
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch
verantwoorden.
2.3.2. Kiest zelfstandig benodigde experimentele controles.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.3.3. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt
oplossingen.
2.3.4. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen,
maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde
exact wat hij/zij doet.
2.3.5. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan
deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk
switchen en behoudt overzicht.
2.3.6. Lost praktische problemen op als het experiment niet
loopt zoals was voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyse
Data processing
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.).
3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten.
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de
geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
Validatie
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk Biologie
Niveau III.
152
Zie onderstaand
beoordelingsformulier
“Praktijk Biologie Niveau
III”.
1 examinator voor de
beoordeling (Praktijkdocent).
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
BD10-Lj
Naam:
labjournaal
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
0
de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid.
Conclusies en discussie
3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten.
Competentie 5: Management en Administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op
correcte wijze.
5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab
(ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein
onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op).
Competentie 4: Kwaliteit beheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en
milieuregels en werkt volgens deze regels.
4.2.1. Kalibreert bij de aanvang van experimenten
geavanceerde apparatuur.
Competentie 7: Planmatig en Projectmatig werken
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder
tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij.
7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden.
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt
prioriteiten in werkzaamheden.
Competentie 5: Management en Administratie
Administratie
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel,
experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op
andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen.
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel,
experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie,
voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een
verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende
regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaande Beoordelingsformulier Lab. Journaal.
1 examinator voor de
beoordeling (Praktijkdocent).
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Code:
BD10-Kgem
Kgem =(K1+K2)/2 ≥ 5,5;
K1 en K2 ≥ 4,0
153
1 examinator voor de
beoordeling
(coursetrekker)
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Naam:
Gemiddelde
Kennistoetsen
Vorm:
Administratief
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5.5
Code:
BD10-K1
Naam:
Kennistoets Virologie
Kennis van Virologie:
 Opbouw en structuur van virussen
- Infectie proces
- Replicatie en Gen expressie
- Ziekte ontwikkeling in de gastheer
Zie onderstaand beoordelingsformulier.
Kennis van Immunologie
 Immuunreacties tegen virussen en bacteriën
 Vaccinatie
 Allergie
 Primaire en Secundaire Immuunziekten
 Auto immuunziekte
Zie onderstaand beoordelingsformulier.
Zie onderstaand
beoordelingsformulier
Knowledgetest.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
0
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
4
Code:
BD10-K2
Naam:
Kennistoets
immunologie
Zie onderstaand
beoordelingsformulier
Knowledgetest.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
154
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Weging:
0
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
4
Code:
BD10-wo
Naam:
Project-opdrachten
Vorm:
Groep
Schriftelijk
Zie de onderstaande beoordelingsformulieren .
Zie de onderstaande beoordelingsformulieren.
EIA en ELISA
Molecular diagnostics
Interacties tussen animale virussen en de gastheer
Risico-inventarisatie / preventieplan WHO
(zie poster presentatie)
EIA en ELISA
Molecular diagnostics
Interacties tussen animale virussen en de gastheer
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke
andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om;
stemt werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders
volgens basisregel voor communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder
woorden.
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is
overgekomen.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door het
uitwerken van de weekopdracht die nabesproken
wordt en het doorlezen van de weekopdracht die
voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens
afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of
presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde
aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.);
 herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet
welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af;
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de
opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt
deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;
1 examinator voor de
beoordeling.
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Code:
BD10-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Individueel
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
155
Alle k.o. criteria en 70%
van de overige criteria
zijn nodig voor een
“voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen / 8.3.4. Weet
goed met conflicten om te gaan.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase




houdt het gespreksdoel in het oog;
laat anderen uitpraten, sluit aan bij de
gesprekspartner en toetst of de boodschap is
overgekomen;
geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat
open voor feedback;
levert een positieve bijdrage aan het groepsproces
door initiatief te nemen en eventuele conflicten
actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van
de student als positief (SAS)
156
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Practical Level III
Name: ………………………………..………………….….
Competence/indicator
2.2.1., 2.3.1.,
2.2.2., 2.3.2.
2.1.3., 2.2.3., 2.3.3.,
2.2.4., 2.3.4., 2.2.7
2.2.6., 2.3.6..
4.1.1.
Studentnr: ………………………………
Evaluation criteria
Is able to explain the basic steps
of the experiments;
Selects, with guidance, necessary
experimental controls.
6 points Ensures that all requirements are
present before beginning the
experiment and that calculations
have been made, makes
solutions.
6 points The experimental results are
reproducible when different
experiments are carried out more
than one time
6 points -
Class: ……………………………….. Date: ……………………………….
Points
Is able to explain more than the basic,
but not all steps of the experiments;
Independently selects standard
experimental controls
8 points -
Is able to explain the all of the experiments;
Independently selects advanced experimental
controls
10 points -
… and independently makes
solutions.
8 points The experimental results meet the
theoretical expectations / literature
values
8 points -
… and the student is able to deviate
from/adjust the protocol where needed to
obtain reproducible results that match with
theoretical expectations
12 points -
Attempts to trouble shoot
experiments when problems are
encountered.
Attempts to trouble shoot
Attempts to trouble shoot experiments when
experiments when problems are
problems are encountered and solves the
encountered and solves the
problems independently.
problems.
6 points 8 points 12 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon.
Knockout
Calibrates pipettes and balances.
6 points -
4.2.1.
5.2.1.
Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook.
157
Knockout
Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
5.3.1.
2.1.6., 2.2.5., 2.3.5., 7.2.2.
7.2.3., 7.2.4., 7.3.2.
5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4.,
3.2.4.
Overall assessment
Feedback
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Leaves all work places organized
and tidy and reports when
reagents are (almost) finished.
6 points Works on one experiment at the
same time and finishes this
within the planned time; also
under time constraints.
6 points -
Works at an always organized work
place,
Solves problems at machines
8 points Works on multiple experiments at the
same time
12 points Works on multiple experiments at the same
time and finishes them without
organisational problems.
8 points -
If needed (changing circumstances: makes adjustments to project
plan to reach the project goal.
6 points Laboratory notebook is fully up
to scratch (aim, M&M, any
deviations from those, results
and interpretations) at the end of
the week.
7 points -
10 points Sets priorities in working activities
… and: The conclusions with respect to
the reliability and accuracy of the
results and interpretion of the results
with respect to the research question
are scientifically correct.
10 points -
All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10
Name and signature assessor
158
10 points And: the error discussion and suggested
follow-up experiments are meaningful.
15 points -
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Poster Course 10 Virologie
Naam: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Klas: ………………………………..
Datum: ……………………………….
Gerelateerd aan
competentie/
indicator
Beoordelingscriteria
Voldoende
Goed
1.2.1, 1.3.1
Inhoud
Beschrijving pathogeen agens
8
15
1.2.1, 1.3.1
Beschrijving risk assessment
7
15
1.2.1, 1.3.1
Beschrijving preventieplan
7
15
1.2.1, 1.3.1
Beschrijving referenties
3
5
6.3.1.

De poster omvat een samenvatting die als
zelfstandig geheel gelezen kan worden.
 De opbouw van de poster is conform in het
werkveld gebruikte richtlijnen:
Richtlijnen:
 Zo weinig mogelijk tekst maar voldoende voor
een duidelijk verhaal.
 Goede pakkende titel
 Duidelijke structuur, geen zoekplaatje!
 Leesbaar op 2 m afstand
 Beschrijft gegevens zodat de lezer deze
begrijpen kan; gebruikt hiervoor grafieken en
tabellen met een juiste titel.
 Rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst
 Hanteert correcte spelling, grammatica,
zinsbouw en wetenschappelijke stijl
 Professionele lay-out
13
25
1.2.5
8.1.3
8.2.4
8.2.5

12
25


De student legt de inhoud van de poster helder
uit en beantwoordt vragen.
Bij het beantwoorden van vragen sluit de
student aan bij de vraag.
De student houdt tijdens de discussie
oogcontact met de gesprekspartner.
Cijfer (aantal
punten / 10)
55
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
159
100
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Kennistoets
Naam: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Klas: ………………………………..
Datum: ……………………………….
Body of Knowledge
Kennistoets Virologie
K1
Kennistoets Immunologie K2
Kennis van
-opbouw en structuur van virussen
25% van de punten
Kennis van
-infectie proces
25% van de punten
Kennis van
-Replicatie en Gen expressie
Kennis van
-ziekte ontwikkeling in de gastheer
25% van de punten
Kennis van:
-immuun reacties tegen virussen en
bacteriën.
30% van de punten
Kennis van:
-vaccinatie
20% van de punten
Kennis van:
-allergie
10% van de punten
Kennis van:
-Primaire en Secundaire Immuun ziekten
10% van de punten
Kennis van:
-auto immuun ziekte
10% van de punten
Voor elke kennistoets
minimaal: 4.0
K Gemiddelde (K1+K2)/2 ≥ 5,5
Feedback
Name and signature assessor
160
25% van de punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier EIA en ELISA
Naam: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Klas: ………………………………..
Datum: ……………………………….
Competenties
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.5. kent overkoepelende context van
eigen onderzoek
1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt
zelfstandig informatie uit relevante
bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek
Criteria
De beschreven informatie is relevant tot het doel van de
presentatie.
De figuren/tabellen zijn correct weergegeven en voorzien
van een verklarende legenda.
Goede referenties naar de tekst, tabellen en figuren, etc.).
Begrijpt de principes van EIA en Elisa
Vermeld de geschikte antibodies voor EIA en ELISA.
Rapporteren en presenteren
Tekst
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in
vorm van een verslag/labjournaal volgens
internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)
Overall assessment
Feedback
Bevat een duidelijke en transparante structuur. Toont een
verdieping en verbreding met een logische verbinding van
de onderwerpen/ componenten.
4 voldoende zijn minimaal vereist
Name and signature assessor
161
Sufficient
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Moleculaire Diagnostiek
Naam: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Klas: ………………………………..
Datum: ……………………………….
Competenties
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.5. kent overkoepelende context van
eigen onderzoek
1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt
zelfstandig informatie uit relevante
bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek
Criteria
De beschreven informatie is relevant tot het doel van de
presentatie.
De figuren/tabellen zijn correct weergegeven en voorzien
van een verklarende legenda.
Goede referenties naar de tekst, tabellen en figuren, etc.).
Begrijpt de principes van diverse moleculaire technieken
gebruikt in de diagnostiek
Benoemt de juiste apparatuur en benodigdheden
Rapporteren en presenteren
Tekst
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in
vorm van een verslag/labjournaal volgens
internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)
Overall assessment
Feedback
Bevat een duidelijke en transparante structuur. Toont een
verdieping en verbreeding met een logische verbinding van
de onderwerpen/ componenten.
4 voldoendes zijn minimaal vereist
Name and signature assessor
162
Sufficient
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Interacties tussen animale virussen en de gastheer
Naam: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………………
Klas: ………………………………..
Datum: ……………………………….
Competenties
Vraagverhelderen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.5. kent overkoepelende context van
eigen onderzoek
1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt
zelfstandig informatie uit relevante
bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek
Criteria
De beschreven informatie is relevant tot het doel van de
presentatie.
Rapporteren en presenteren
Bevat een duidelijke en transparante structuur. Toont een
verdieping en verbreding met een logische verbinding van
de onderwerpen/ componenten.
Tekst
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in
vorm van een verslag/labjournaal volgens
internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)
Overall assessment
Feedback:
De figuren/tabellen zijn correct weergegeven en voorzien
van een verklarende legenda.
Goede referenties naar de tekst, tabellen en figuren, etc.).
3 voldoendes zijn minimaal vereist
Naam en paraaf beoordelaar
163
Sufficient
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Assessment form Laboratory notebook
Name: ………………………………..………………….….
Studentnr: ………………………
Class: ………………………………..
Date: ……………………………….
Outline of the contents of the laboratory notebook:
Maximal number
of point
General
Bond system or loose-leaf system
Pages numbered
Written only on right side; left side is for notes, comments, and
other pertinent information that can be added during the research
Each experiment or date on a new page
Well-organized and readable
Own experiment
on algae, biofuel and biobased products
Name
Date
Title of the laboratory session or module, or numbered code
Introduction and Objective of the experiment (short)
Materials and Methods
-protocol and laboratory activity
-apparatus used is noted (if important)
All of the results and observations, plus the processing of the data
Direct conclusions and suggestions for follow-up research
Endmark (number of points / 10)
Feedback
Name and signature assessor
164
5
5
5
5
5
5
5
5
10
15
5
20
10
Number of points
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Titel OWE
OWE 11: Stage Biologie
Code
B11
1.
2.
3.
Opleiding
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Doelgroep
Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek, studierichting Biologie, niveau 3
Beroepstaak/
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
N.v.t.
5.
(Beroeps)
Producten
6.
Studiepunten,
studielast
Stage POP
Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten
Reflectieverslag
30 stp
840 SBU
7.
Samenhang met
andere OWE’en
De stage sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de stage worden de
ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst.
8.
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
Minimaal 45 stp in het 2e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2e
studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld.
Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft
plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van
RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de
werkplek.
9.
Algemene
omschrijving
De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de
vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past
bij jouw POP.
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
- Ontwerpen van experimentele opzet
- Experimenteren
- Resultaten analyseren
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
- Rapporteren en presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
Weging
HB-11-PB
Portfolio assessment (PB)
HB-11-V
Verslag (V)
HB-11-P
Praktische werkzaamheden (P)
(1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden +
1 x cijfer verslag) / 4
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
-
Frequentie (deel)-
Wordt het hele jaar aangeboden. 2 kansen per jaar.
Alle deeltentamens moeten voldoende zijn (≥5.5)
165
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
tentamens
Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de
laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor
de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een
nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2
maanden na de laatste stagedag.
 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk
toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
 Stagegids (Scholar)
 Stagevoorbereidingsgids (Scholar)
Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase.
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
15.
Software
-
16.
Overig materiaal
17.
Activiteiten
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen.
18.
Werkvormen
De Slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het
persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk
voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek).
De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de
afstudeeropdracht wordt vervuld.
Tijdens de stageperiode wordt een intervisie bijeenkomst georganiseerd waaraan
actieve deelname verplicht is.
Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor
begeleiding.
19.
Les- /
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase
21.
Maximum aantal
deelnemers
n.v.t.
166
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 11: Stage Biologie (B11)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Competentie 11 Sturen professionele
ontwikkeling
Geeft eigen competentieontwikkeling vorm
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten.
11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte
analyse (zelfstandig) POP op.
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzamelt competentiebewijzen.
11.1.3. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten /
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
 POP, goedgekeurd door Slb-er (zie
beoordelingsformulier “stage-POP”)
 Definitieve POP, goedgekeurd door
stagebegeleider
 Sollicitatiebrief met CV
 Verslag sollicitatiegesprek
 Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de
stagedocent
 Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken
met bedrijfsbegeleider
 Beoordelingsformulier werkzaamheden
 Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen
 Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier
Reflectieverslag)
Alle onderdelen van het portfolio
moeten aanwezig zijn in het portfolio en
de eindbeoordeling van het portfolio
moet voldoende zijn (≥ 5.5).
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig)
om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid
methode en beschikbaarheid apparatuur)
onderzoeksplan te komen.
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de
experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle
benodigdheden klaar staan voordat met het
experiment begonnen wordt; maakt oplossingen.
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage
Biologie&Medisch Laboratoriumonderzoek,
Chemie”
Zie beoordelings-formulier “Werkzaamheden Biologie, Medische Research en
Chemie”.
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
OWE 1
Deeltentamen
Code:
B11-PB
Naam:
Portfolio assessment
Vorm:
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
B11-P
Naam:
Praktische werkzaamheden
Vorm:
Praktijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
167
Examinatoren
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken
indien nodig).
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten
(multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren
binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en
behoudt overzicht.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische
problemen op als het experiment niet loopt zoals
was voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1.,(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en
overkoepelend project).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
168
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en
bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren/presenteren
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en
beantwoordt vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint
als visuele ondersteuning;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen van
de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
169
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B11-V
Naam:
Stageverslag
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken
7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn
experimenten resulterend in een werkplan dat
minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en
organiseert zijn project resulterend in een
werkplan van minimaal 4 weken).
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden;
bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen.
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie
en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”
Zie beoordelings-formulier
“Stageverslag biologie en medisch
laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
170
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en Administratie
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3).
171
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst werkzaamheden stage Biologie, Medische Research en Chemie
Naam student: ……………………………………….………
Student nr: ………………………………………
Klas: …..………..
Stageplaats: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.
Aantal gewerkte dagen is 90 of meer.
Professionele ontwikkeling:
Werkhouding
 Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een
gemotiveerde medewerker.
Kwalititeitsbeheer:
Veiligheid
 Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen.
Beheer & adminstratie:
Labjournaal (adm)
Regels
 Verwerkt informatie in een labjournaal/ Laboratorium Management Systeem volgens de geldende criteria op de
afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage
van de student is afgelopen.
 Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen
indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc.
172
onvoldoende
voldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal
mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd.
Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten
excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN
PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
ontwerpen
(5 pnt)
inwerken
Punten
- verdiept zich in het
onderzoek. Bestudeert
literatuur op aanwijzingen
van de begeleider.
voorbereiden
Punten:
bovengemiddeld
excellent
… en raadpleegt uit eigen
beweging begeleiders/
collega’s/ literatuur.
0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3
- komt met voorstellen voor
de aanpak van het
onderzoek
ontwerpen
Punten
experimenteren
(45 pnt)
voldoende
… komt met juiste voorstellen
voor de aanpak van het
onderzoek
0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2
- maakt voorstellen voor
controles
- voert berekeningen uit,
- maakt oplossingen, zorgt
ervoor dat alles klaar staat
- begrijpt wat hij/zij moet
doen.
- bespreekt de
voorbereidingen dagelijks
met de begeleider
- maakt weinig fouten in de
voorbereidingsfase dat de
snelheid van het werk ten
goede komt.
… en doet dit zelfstandig
0...…2...…4..…..6.…......8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
173
Aantal
gegeven
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
tempo van
werken
Punten:
beheersing
technieken
Punten:
resultaten analyseren
(15 pnt)
dataprocessing
Punten:
validatie
Punten:
conclusie
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- werkt aan één experiment
tegelijkertijd. Voert het
experiment binnen de
gestelde tijd uit. Weet
wachttijden zinvol te
gebruiken.
- werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd
… en kan makkelijk switchen
tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt
behouden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- heeft zich de benodigde
technieken eigen gemaakt
en beheerst deze
- werkt nauwkeurig
- weet tijdens en na de
uitvoering van het
experiment ten alle tijden
exact wat hij doet
… en heeft technieken zich
snel eigen gemaakt en
beheerst deze goed (af te
leiden uit
reproduceerbaarheid van de
gegevens)
… en kan afwijken van protocol
indien nodig om
betrouwbare resultaten te
krijgen en zijn handelingen
theoretisch verantwoorden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- voert op de juiste wijze
volgens de geschikte
methoden de analyse van
resultaten uit (onder
begeleiding)
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- doet uitspraak over de
bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- leidt uit de verkregen
resultaten conclusies af
m.b.t. de onderzoeksvraag
(onder begeleiding).
- voert op de juiste wijze
foutendiscussie uit
… doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met
voorstellen voor
andere deelexperimenten en
vervolgexperimenten
literatuurwaarden
0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7
174
samenwerken
(10 pnt)
planmatig projectmatig werken
(10 pnt)
rapporteren/
presenteren
(10 pnt)
beheer en
adminis-tratie
(5 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
beheer
Punten:
presentatie
Punten:
plannen
Punten:
uitvoeren
Punten:
functioneren in
groep
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- codeert
monsters/oplossingen/chemi
caliën en bewaart deze op
de juiste manier
- ruimt op, signaleert als
reagentia op zijn
… en draagt bij aan een
efficiënt functionerend lab
(geeft verbetervoorstellen)
0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5
- presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking)
- en kan vragen beantwoorden.
… presenteert en discussieert
op een heldere en
overtuigende wijze
0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10
- plant en organiseert zijn
werkzaamheden dagelijks
onder begeleiding
… doet dit zelfstandig en
schat uitvoeringstijd goed in
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- voert werkzaamheden
volgens planning uit (ook
onder tijdsdruk),
- ziet erop toe dat doelen
worden gehaald; stuurt zijn
werkzaamheden bij op
aanwijzingen van begeleider
…- stuurt zelfstandig zijn
werkzaamheden bij indien
nodig
… en stelt prioriteiten
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
- kan samenwerken in een
team: houdt zich aan de
gemaakte afspraken;
herkent de eigen rol en die
van anderen in het team en
gaat hier adequaat mee om
- kan goed samenwerken in
een team: … en stemt de
eigen werkzaamheden af op
die van anderen
… en heeft een duidelijke
inbreng in het team
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
175
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- communiceert (volgens de
basisregels van
communicatie) met
collega's, begeleiders (kan
luisteren, neemt initiatief
voor gesprek, staat open
voor feedback, probeert
conflicten op te lossen)
communicatie
Punten:
… en doet dit open en helder
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
Aantal punten totaal
Aanvullend commentaar
Aantal punten student:
………… punten
Naam stagebegeleider:
……………………………………
Handtekening stagebegeleider:
……………………………………
Datum:
……………………………………
Naam stagedocent:
……………………………………
Handtekening stagedocent:
……………………………………
Indicatie cijfer
0 – 55 :
55 - 65:
65 - 75:
75 - 85:
85 - 100:
Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment.
Cijfer
Opmerkingen
176
≤ 5,5
5,5 - 6,5
6,5 - 7,5
7,5 - 8,5
8,5 - 10
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica
Naam student: ……………………………………….………
Student nr: ………………………………………
Klas: …..………..
Stageplaats: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE
KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
Vormgeving
(15 pnt)
vormgeving
Punten
Taalgebruik
samenvatting
(7 pnt)
Punten
voldoende
Rapport voldoet aan
vormgevingseisen genoemd in
Exact Communiceren (van der
Laan)
excellent
Het layout van het rapport is
zeer overzichtelijke en zorgt
voor een professionele
uitstraling.
0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5
Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik (=geen
taal/spelfouten).
- Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik.
b. Eenduidig taalgebruik
c. Taalgebruik sluit aan bij
doelgroep (lezers)
Verslag is in andere taal
zijnde niet de moedertaal
geschreven op een correcte
manier.
0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10
De samenvatting beschrijft
doel, methode en
eindresultaten van het
onderzoek in maximaal ½
A4 zodanig dat het als een
zelfstandig geheel gelezen
kan worden.
samenvatting
Punten:
bovengemiddeld
0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7
177
Aantal
gegeven
punten
Inleiding
(10 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Inleiding
Punten:
Materialen en
methoden
middenstuk(29 pnt)
Punten:
resultaten
Punten:
-De onderzoeksvraag is in een
theoretisch kader geplaatst. De
samenhang met de methoden,
materialen en resultaten komt
niet duidelijk naar voren..
… Onderzoeksvraag wordt
ingeleid d.m.v. literatuur
waardoor de keuze voor
materialen/methoden en de
resultaten duidelijk zijn te
begrijpen.
0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10
- Beschrijft de specifiek
gebruikte
methode/materialen.
Beschrijft materialen en
methoden zodanig dat de
experimenten door anderen
herhaald kunnen worden.
0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst die de
lezer handvatten aanreikt
om de data zo goed
mogelijk te begrijpen.
0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10
Rapport bevat leesbare
figuren die compleet zijn en
helder te begrijpen zijn.
Punten:
afsluiting
(25 pnt)
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
discussie
0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4
- Voert aan de hand van de
gevonden resultaten een
discussie: is de
onderzoeksvraag te
beantwoorden met behulp
van de verzamelde data
178
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Brengt de
resultaten in verband met
de literatuur.
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Uit de
discussie blijkt een correcte
toepassing van de
theoretische inzichten.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Vergelijkt de
onderzoeksresultaten met
andere analyses,
referentiewaarden of
theoretische waarden uit de
literatuur.
Punten:
0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8
Er worden duidelijke
aanbevelingen voor
vervolgexperimenten en
onderzoek beschreven.
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
De discussie bevat
uitspraken over
nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de
resultaten
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
- In de conclusie wordt een
antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag.
conclusie
Gehantee
rde
bronnen
(4 pnt)
Punten:
literatuur
Punten:
0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9
Rapport bevat literatuurlijst. In
de tekst wordt verwezen naar
bronnen die opgenomen zijn in
de literatuurlijst.
0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4
179
Mate waarin student
zelfstandig aan
onderzoeksverslag
heeft gewerkt (10
pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Veel begeleiding nodig
Punten:
Op kritieke momenten
begeleiding nodig.
Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10
Aantal punten totaal
Cijfer student
(aantal punten / 10)
Aanvullend commentaar
Naam en handtekening stagebegeleider
Naam en handtekening stagedocent
Datum
Datum
180
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
BEOORDELINGSFORMULIER STAGE
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Instituut Applied Sciences
Student:
Stagedocent:
Studentnummer:
Course: 13-stage
Beroepstaak:
Stagebedrijf:
Portfolio:
…………
Werkzaamheden:
…………
Verslag:
…………
Eindcijfer:
…………
(1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4
Naam en handtekening stagedocent
Datum
………………………………………………….…….
…………………….
181
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier portfolio & assessment
Naam:
Datum:
Deel 1: Checklist portfolio
Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te
zijn in het portfolio.
Onderdeel portfolio
Definitieve POP
Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent
Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider
Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met
bedrijfsbegeleider
Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider
Reflectieverslag
Onderzoeksverslag
Aanwezig
Alle onderdelen aanwezig:
Deel 2: Checklist assessment
Comp.
Beoordelingscriterium
Onvoldoende
6.3.1
Het portfolio is
toegankelijk.
11.3.2
Het
reflectieverslag
bevat een
duidelijke
terugblik op
eigen handelen
en ontwikkeling
in relatie tot het
POP.
De structuur en
inhoudsopgave
ontbreken, het is
bijzonder lastig
documenten te
vinden.
-0Het verslag bevat
een onvolledige
terugblik en
vooruitblik waarin
niet alle
onderdelen van
het POP aan bod
komen.
-0-
1.3.4
1.3.5
2.3.1
2.3.3
De student kan
de gebruikte
technieken
theoretisch
toelichten.
1.3.5
2.3.1
De student kan
vragen naar
aanleiding van
het stageverslag
beantwoorden.
De student heeft
regelmatig moeite
met het uitleggen
van de
achtergrond van
een techniek.
-0De student
beantwoordt
regelmatig vragen
over eigen
experimenten en
resultaten niet
Voldoende
Portfolio
Het is soms lastig
documenten te
vinden en de
structuur
ontbreekt hier en
daar.
-3Het verslag bevat
een terugblik en
vooruitblik van de
belangrijkste
onderdelen uit het
POP.
-12Assessment
De student kan
elke stap uit de
gebruikte
technieken
uitleggen en
verantwoorden.
-12De student weet
het antwoord op
vragen over zijn
eigen
experimenten en
resultaten.
182
Goed
Uitmuntend
Alle documenten
zijn vindbaar en
het is
gestructureerd.
Alle documenten zijn
vindbaar en het is
bijzonder netjes en
gestructureerd.
-4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een
een volledige en
buitengewoon
kritische terugblik
nauwkeurige en
en vooruitblik in
kritische terugblik en
relatie tot het POP.
vooruitblik met
daarin een duidelijke
koppeling naar het
POP.
-16-20De student kan de
De student heeft
gebruikte
correcte ideeën over
technieken in een
het verbeteren van
overkoepelend
de gebruikte
theoretisch kader
technieken voor
plaatsen.
vervolgonderzoek.
-16-20De student weet De student weet het
het antwoord op
antwoord op vragen
vragen over
over een
onderwerpen die overkoepelend thema
zijdelings met het
of onderzoek.
zijn onderzoek te
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
correct.
-01.3.4
3.1.4
3.3.4
3.2.4
3.3.5
De student kan
reflecteren op
de inhoud van
het onderzoek.
De student heeft
moeite met het
bedenken van
alternatieve opties.
-0-
2.3.4
Het onderzoek
was van
voldoende hoog
niveau doordat
het inhoudelijk
complex was, of
doordat de
experimentele
handelingen
complex waren.
De student
communiceert
op een heldere
en prettige
manier.
De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig en de
experimenten zijn
lineair
(achtereenvolgens)
uitgevoerd.
8.1.3
8.1.4
8.2.4
8.3.2
8.3.3
8.1.6
-0De student heeft
vaak moeite met
het helder
formuleren en
structuren van zijn
antwoorden.
-0-
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-12-
maken hebben.
-16-
-20-
De student
bedenkt
alternatieve
experimenten.
De student
bedenkt een
alternatieve
onderzoekslijn.
De student bedenkt
een alternatieve
onderzoeksvraag en
onderzoekslijn.
-6De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig maar er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-8De inhoud van het
onderzoek was
redelijk complex
en er werden
meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-10De inhoud van het
onderzoek was zeer
complex en er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-12De student
formuleert
antwoorden op
een begrijpelijke
manier en
beantwoord over
het algemeen de
vraag van de
assessor.
-3-
-16De student sluit in
zijn antwoorden
goed aan op de
vragen van de
assessor.
-20De student sluit in
zijn antwoorden zo
goed aan op de
vragen van de
assessor dat er een
dialoog ontstaat.
-4-
-5Totaal aantal punten:
Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10):
Feedback:
Naam en paraaf assessor:
183
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP voor stage
Naam: ……………………………….
Studentnummer:
………………
Klas: ………………………………….
Datum:
……………….
niet voldaan
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:
De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten.
11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op:
De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de
sterkte-zwakte-analyse.
De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer,
welke activiteiten) om de doelen te bereiken.
De student benoemt gewenste resultaten of producten die
aantoonbaar zijn.
Het tijdspad is reëel.
De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.
Het POP is overzichtelijk gestructureerd.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie)
184
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam: ……………………………….
Studentnummer:
………………
Klas: ………………………………….
Datum:
……………….
REFLECTIEVERSLAG
ONVOLDOENDE
INHOUD
11.1.2.
11.3.2.
De student beschrijft de handelingen die
bijgedragen hebben aan het realiseren van de
POP
(in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt
naar bewijsdocumenten van de resultaten
hiervan verwezen.
De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar
leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat
minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor,
koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen.
De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft
(in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete
resultaten en/of producten.
De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken
anders had kunnen aanpakken (alternatieven).
Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.
VORM
6.1.3.
Er is een heldere stijl van formulering.
Het verslag ziet er verzorgd uit.
Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn)
Opmerkingen
Naam en handtekening stagedocent
185
VOLDOENDE
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE12: Afstudeeropdracht Biologie
B12 of BD12
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd en deeltijd hoofdfase Biologie afstudeerrichtingen Biochemie en Moleculaire
Plantenbiologie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
AfstudeerPOP
Plan van Aanpak
Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten
Reflectieverslag
Eindpresentatie
30 stp
840 SBU
De afstudeeropdracht sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de
afstudeeropdracht worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst.
 Propedeuse is behaald.
 Uit het majorprogramma van het tweede studiejaar 60 stp;
 Twee onderdelen (bewijsmateriaal) van de toetsing van het derde studiejaar mogen
onvoldoende zijn met uitzondering van de praktijk; de praktijkbeoordeling dient
voldoende te zijn.
 De integrale toets hoofdfase dient behaald te zijn.
 Onderzoeksverslag stage (B11) is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. Portfolio
(muv onderzoeksverslag) is voldoende afgerond. Indien een researchminor (RM15 of
RM30) voorafgaand aan het afstudeerproject heeft plaatsgevonden geldt als instapeis
dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van
RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek.
De afstudeercoördinator beoordeelt of de afstudeeropdracht voldoet aan de eisen die de
opleiding stelt. Een van de eisen is dat de afstudeeropdracht moet aansluiten bij de
afstudeerrichting.
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
Het portfolio en het verslag zijn voorwaardelijk:pas bij voldoende beoordeling kan de student deelnemen aan de afstudeerzitting (eindpresentatie/verdediging).
Studenten kunnen afstuderen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. In de
afstudeeropdracht laat de student zien dat hij in staat is om onderzoek uit te voeren en over
de benodigde competenties beschikt om dit onderzoek zelfstandig uit te voeren. Dit
onderzoek kan een fundamenteel research karakter of een toegepast research karakter
hebben.
- Ontwerpen
- Experimenteren
- Analyseren onderzoeksresultaten
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
Naar eigen keuze kan de student in zijn POP opnemen de competentie “leiding
geven/begeleiden” en de competentie “adviseren”.
Daarnaast moet de student laten zien dat competent gehandeld kan worden met betrekking
tot:
- Rapporteren en presenteren;
186
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
11.
Beoordelingscriteria
- Planmatig en projectmatig werken;
- Samenwerken in een team;
- Sturen professionele ontwikkeling.
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
Weging
Compensatie-mogelijkheden
Instapvoorwaarden tentamen
Frequentie (deel)-tentamens
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
Software
15.
16.
17.
Overig
materiaal
Activiteiten
B(D)12-Pr Mondelinge presentatie en verdediging (Pr)
B(D)12-PB Portfolio assessment (PB)
B(D)12-P
Praktische werkzaamheden (P)
B(D)12-V
Afstudeerverslag (V)
BD12-HBO HBO-competentiekaart
(P+V+Pr)/3.
Het portfolio is voorwaardelijk: bij voldoende beoordeling
kan de student deelnemen aan de afstudeerzitting
Het portfolio is met een voldaan afgevinkt en de
cijfers/beroepsproducten moeten ≥ 5,5
BD12: HBO-competentiekaart is met een voldaan afgevinkt.
2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden.
Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de
laatste dag van het afstudeerproject. Voor deadlines
inleveren verslagen mbt afstudeerzittingen zie jaarrooster
Applied Sciences. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor
kans 1. In overleg met de begeleidende docent wordt een
nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2
maanden na de laatste dag van het afstudeerproject.



Afstudeergids (Scholar)
Alle boeken die in de opleiding zijn gebruikt
Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan).
Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase.
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen,
zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
De plaats waar de afstudeeropdracht vervuld wordt, is een andere plaats dan waar de stage
is gelopen. Het bedrijf of organisatie voert fundamenteel of toegepast onderzoek uit op het
gebied van natuurwetenschappen.
Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit
voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren.
De afstudeercoördinator beoordeelt of de plaats van afstuderen voldoet aan de eisen die
het instituut stelt.
18.
Werkvormen
19.
Les- /
Contacturen
Onderwijsperiode
20.
Er zijn geen schoolactiviteiten gepland tijdens de afstudeeropdracht.
Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent (tevens 1e assessor) heeft 15
klokuren voor begeleiding. De 2e assessor heeft 4 klokuren voor het assessment.
Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase
n.v.t.
187
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
21.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Maximum
aantal
deelnemers
188
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 12: Afstudeeropdracht Biologie (B12/BD12)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
B12-PB
BD12-PB
Naam:
Portfolio assessment
Vorm:
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
V
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Plan van aanpak:
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses.
1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten. Er is sprake van samenhang
tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een
onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend
in een werkplan van minimaal 4 weken.
 POP, goedgekeurd door SLB-er (zie
beoordelingsformulier “POP-afstuderen”).
 Definitieve POP, goedgekeurd door
afstudeerbegeleider (zie Beoordelingsformulier
“Reflectieverslag”).
 Sollicitatiebrief (goedgekeurd door SLB-er).
 Formulier goedkeuring afstudeeropdracht.
 Plan van aanpak (zie beoordelingsformulier
“Plan van aanpak”).
 Verslag bezoek afstudeerbegeleider
(goedgekeurd door begeleider).
 Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek.
 Bedrijfsbevestiging over minstens 90
werkdagen.
Alle onderdelen van het portfolio
moeten aanwezig zijn in het portfolio en
de eindbeoordeling van het portfolio
moet voldaan zijn.
189
Examinatoren
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B12-P
BD12-P
Naam:
Praktische werkzaamheden
Vorm:
Praktijk
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 11: Sturen professionele
ontwikkeling
Geeft zelfstandig eigen competentieontwikkeling
vorm:
POP
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten.
11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse
zelfstandig POP op.
Reflectieverslag
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzamelt competentiebewijzen.
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses.
1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen.
1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van
resultaten.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment
begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken
indien nodig.
2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden
Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch
Laboratoriumonderzoek”.
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie &
Medisch Laboratoriumonderzoek”.
55% van de punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
190
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht.
2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble
shooting).
2.2.6. Maakt zich technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en
overkoepelend project.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de
resultaten van het experiment.
3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in
relatie met andere deelexperimenten en legt
verbanden met literatuurwaarden.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op
zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en
lost kleine storingen op).
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
191
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten. Er is sprake van samenhang
tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een
onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden.
6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in
productcriteria notulen niveau 2 +3.
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
 Er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 Spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 Staat rechtop en laat de handen vrij;
 Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
 Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 Verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen van
de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend
in een werkplan van minimaal 4 weken.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
192
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B12-V
BD12-V
Naam:
Afstudeerverslag
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden;
bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.
Competentie 8: Samenwerken in team
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker.
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en
overkoepelend project.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de
resultaten van het experiment.
3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in
relatie met andere deelexperimenten en legt
verbanden met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoe-
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Afstudeerverslag
Biologie&Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie
en Bio-informatica”.
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Biologie& Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”.
55% van de punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
193
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
B12-PR
BD12-PR
Naam:
Mondelinge presentatie en
verdediging
Vorm:
Mondeling
Individueel
ring van het onderzoek.
3.2.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica,
zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten. Er is sprake van samenhang
tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze
begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk
gelabelde afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een
onderzoek in een samenvatting die als
zelfstandig geheel gelezen kan worden.
.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand voorlopig beoordelingsformulier
“Presentatie en verdediging Biologie&Medisch
Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica”.
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Biologie& Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”.
55% van de punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
194
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
overkomt;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen van
de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses.
1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van
resultaten.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en
overkoepelend project.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de
resultaten van het experiment.
3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in
relatie met andere deelexperimenten en legt
verbanden met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek.
3.2.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 8: Samenwerken
Communicatie
195
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
BD12-HBO
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen.
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
Zie document "Monitoring van de competentie
ontwikkeling student deeltijdopleiding Biologie en
Medisch (Applied Sciences, HAN)".
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie document "Monitoring van de competentie
ontwikkeling student deeltijdopleiding Biologie en
Medisch (Applied Sciences, HAN)".
Naam:
HBO-Competentiekaart
Vorm:
Mondeling
Sschriftelijk
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/Niet voldaan
Ondergrens:
voldaan
196
Zie document "Monitoring van de
competentie ontwikkeling student
deeltijdopleiding Biologie en Medisch
(Applied Sciences HAN)".
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst werkzaamheden afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek
Naam student: ……………………………………………….…… Studentnummer: ……………
Afstudeerplaats: ………………………………………………………………
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan
worden.
Aantal gewerkte dagen is 90 of meer
Competentie
4. Kwaliteitsbeheer
Indicator
4.1.1, 4.3.1, 4.3.2
5. Beheer en administratie
5.2.1, 5.3.1., 5.3.2
8. Samenwerken in een team
8.1.1., 8.2.1, 8.3.1,
8.3.4, 8.1.6
Werkt veilig volgens de geldende Arbo-,
milieuregelgeving en kwaliteitsnormen.
controleert de houdbaarheid van reagentia en
oplossing
Houdt zich aan de voorgeschreven
kwaliteitsvoorschriften
Codeert monsters/oplossingen/chemicaliën zorgvuldig
en op de juiste manier.
draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab
(ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt
klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine
storingen op)
Verwerkt relevante informatie in een labjournaal
volgens de geldende criteria op de afdeling. De
rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega’s
het onderzoek over kunnen nemen als de
afstudeerperiode van de student is afgelopen
Kan functioneren in een team.
197
onvoldoende
voldoende
1.3.1
Ontwerpen
(max 40 pt)
1.3.2
1.3.4
2.3.3
2.3.5.
2.3.1
Experimenteren
(max 70 pt)
2.3.3
2.1.2
2.3.2
2.3.6
Voert de experimenten zodanig uit dat
betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen
Hanteert de juiste controles in de
deelexperimenten. Stelt de controles in
overleg met de begeleider vast.
Werkt nauwkeurig, zorgvuldig en
gestructureerd
Lost praktische problemen op als het
experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting)
Weet tijdens de uitvoering van het
experiment (te allen tijde) exact wat hij doet,
is daarbij kritisch op zijn eigen handelen en is
in staat zijn eigen handelen te
verantwoorden.
Voert een voldoende aantal experimenten
volgens voorschriften praktisch goed uit
binnen de gestelde tijd.
Bereidt de experimenten goed voor: plant
zijn experimenten, voert berekeningen uit,
maakt oplossingen etc…
……en stelt de juiste vragen.
Werkt zich snel in het
onderzoeksonderwerp in aan de hand van
het bestuderen van vakliteratuur.
.. en heeft helicopterview.
Is in staat om bij een onderzoeksvraag
nieuwe experimenten te ontwerpen.
5
10
5
10
5
10
5
10
5
Hanteert de juiste controles in de
deelexperimenten. Stelt zelfstandig de
controles vast.
5
10
5
Pakt probleem gestructureerd aan, is
creatief, inventief, neemt initiatief, weet
waar grenzen liggen
Past het experiment aan tijdens de
uitvoering indien nodig en verantwoord
aanpassingen aan het onderzoek.
5
10
5
10
5
Bereidt de experimenten goed en snel voor.
Maakt weinig fouten in de
voorbereidingsfase dat de snelheid van het
werk ten goede komt.
Heeft zich de technieken die nodig zijn voor
de afstudeeropdracht op het lab eigen
gemaakt.
5
5
198
10
Zeer goed
Neemt initiatieven om helderheid te krijgen
over zijn onderzoeksopdracht. Raadpleegt
begeleiders/ collega’s/ literatuurbronnen.
Werkt zich in het onderzoeksonderwerp in
aan de hand van het bestuderen van
vakliteratuur.
Legt de relatie tussen de uit te voeren
deelexperimenten en de aan de
experimenten ten grondslag liggende
onderzoeksvraag (=van het eigen onderzoek)
Komt op basis van resultaten met realistische
voorstellen voor vervolgexperimenten.
voor afstuderen
Uitmuntend niveau
goed
1.2.1
Bovengemiddeld niveau
voldoende
Minimaal vereist niveau
Niet of
onvoldoende
aangetoond
Competenties
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
indicator
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
2.3.4.
3.3.1
3.3.2
3.3.3.
Resultaten analyseren
(max. 45 pt)
3.3.4
Sturen professionele
ontwikkeling
(max 15 pt)
Analyseert ruwe data op passende wijze.
Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af
over betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af
over de deelvraag die met het experiment
onderzocht werd.
Kan de onderzoeksresultaten toelichten aan
het onderzoeksteam tijdens een
werkbespreking.
Werkt efficiënt, kwaliteit en kwantiteit van
data is groot
5
10
5
5
… en doet dit in het licht van de
projectvraag (helikopterview)
Voert aan de hand van gevonden resultaten
een zinvolle discussie met het
onderzoeksteam tijdens een
werkbespreking(en).
3.2.4
Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
6.3.2
Houdt over zijn onderzoek een (tussentijdse)
presentatie voor collega onderzoekers op de
afdeling, waarbij de presentatie een
duidelijke structuur heeft en de
onderzoeksresultaten helder en overtuigend
worden gepresenteerd.
De presentatie is inhoudelijk goed
onderbouwd en geeft een volledig beeld
van het onderzoek.
7.2.2
Werkt systematisch volgens planning
Pakt de werkzaamheden efficiënt aan.
7.2.3
Bewaakt de voortgang van het werk.
7.3.2.
Stelt onder tijdsdruk prioriteiten.
11.3.3
Toont een professionele werkhouding: past
zich snel aan; handelt integer, efficiënt en
doelmatig en motiveert zichzelf om aan de
slag te gaan
Rapporteren en
presenteren
(max 15 pt)
Planmatig en
projectmatig werken
(max 25 pt)
Werkt aan meerdere experimenten
tegelijkertijd. Kan makkelijk switchen tussen
de experimenten terwijl hij toch het
overzicht blijft houden.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
….. en vergelijkt deze met andere
analyses, referentiewaarden of
theoretische waarden uit de literatuur.
Levert een zinvolle discussie over het
eigen onderzoek en een zinvolle
bedrage aan de discussie over
onderzoek waar andere collega´s aan
werken.
5
10
15
5
10
15
5
10
15
5
10
5
De rapportage en presentatie van het
onderzoek is rijp voor publicaties in
(internationale) vakbladen en/of
symposia
5
Geeft prioriteiten aan in het werk en werkt
onder tijdsdruk alle activiteiten tijdig en
correct af.
… en toont een nieuwsgierige,
natuurwetenschappelijke houding. Toont
dit door o.a. op eigen initiatief vakliteratuur
bij te houden en zich op de hoogte te
stellen van ontwikkelingen in het vakgebied
(actief informatie verzamelen)
199
.. en heeft een reflecterende houding.
Staat open voor leermomenten die zich
in het werk voordoen. Ziet in gemaakte
fouten aangrijpingspunten voor het
leren. Maakt daarbij gebruik van
feedback van collega’s en
werkbegeleider en staat daarbij open
voor discussies met collega’s en
werkbegeleider(s).
5
10
5
10
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Totaal
Mate waarin student
zelfstandig aan het
onderzoeksverslag heeft
gewerkt (15 pnt) *)
Veel begeleiding nodig
Op kritieke momenten begeleiding nodig.
Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
Heeft geheel zelfstandig aan het verslag
gewerkt
5
10
*) dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag
Opmerkingen
Naam begeleider
Handtekening begeleider
Datum
NB. Het eindcijfer van de werkzaamheden wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie.
Instituut Applied Sciences© HAN
200
Indicatie eindcijfer bepaling:
115 - 120 punten
= 5,5
125 –130 punten
= 6,0
135 - 140 punten
= 6,5
145 – 150 punten
= 7,0
155 – 165 punten
= 7,5
170 – 175 punten
= 8,0
180 – 185 punten
= 8,5
190 – 195 punten
= 9,0
200 - 205 punten
= 9,5
210 punten
= 10,0
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst presentatie afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek
Naam student: ……………………………………………….…… Studentnummer: ……………
Competentie
Presenteren
Presenteren
Indicator
6.3.2
6.3.2; 8.1.3, 8.1.4
1.3.2, 1.3.4, 1.3.5,
3.1.4, 3.2.4.,
3.3.1, 3.3.2, ,
3.3.3, 3.3.4, 4.1.3,
11.1.3
Afstudeerplaats: ………………………………………………………………
onvoldoende
voldoende
 Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:
- past correcte spelling en grammatica toe
- beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor
duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen
 Spreekt duidelijk en verstaanbaar
 Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug
 Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij
doelgroep overkomt, maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek
 Laat anderen uitpraten
De presentatie bevat de volgende onderdelen:
- Doel
- Methode
- Resultaten
- Discussie/conclusive
- Aanbevelingen over vervolg onderzoek
Subtotaal (1)
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden, indien alle onderdelen voldoende zijn komt dit
overeen met 40 punten.
201
40 punten ja/nee
Inhoud presentatie is
gedetailleerd,
juist en gerelateerd
aan onderwerp
8.2.4, 8.3.2
De student heeft
kennis van het
onderwerp
2.3.1,
3.2.4,
3.3.4,
3.3.5,
6.3.2,
Gebruik van de multmedia (Powerpoint)
middelen.
6.3.2
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De inhoud is basaal en het
onderwerp wordt soms
onderbouwd door argumenten.
De inhoud is gerelateerd aan het
onderwerp
en vaak onderbouwd door
argumenten
De inhoud is gerelateerd aan
het onderwerp
en altijd onderbouwd door
argumenten
5
12
20
Heeft basale kennis van het
onderwerp. Kan vragen
beantwoorden door gedeelten van
de presentatie te herhalen. Geeft
geen extra informatie.
Heeft kennis van het onderwerp
en kan de vragen beantwoorden
Kan aanvullende informatie geven
indien gevraagd.
Laat een gedegen kennis zien
van het onderwerp. Gebruikt de
vragen om zijn kennis te tonen
van het onderwerp. Laat zien
een expert te zijn op het
onderwerp.
8
20
25
Het gebruik van (multi) media is
sterk gevarieerd. Tabellen en
grafieken ondersteunen de relatie
met het doel.
Het gebruik van (multi) media is
zeer gevarieerd (animatie).
Tabellen en grafieken
verhelderen het doel.
De presentatie (Powerpoint)
heeft een professionele
uitstraling.
2
8
15
voor afstuderen
Het gebruik van (multi) is
gevarieerd. Tabellen en grafieken
hebben niet altijd een relatie met
het doel.
Subtotaal (2)
Subtotaal (1)
Totaal: sub 1+2
Cijfer (totaal aantal
punten / 10)
202
Zeer goed
Uitmuntend niveau
goed
Bovengemiddeld niveau
voldoende
Minimaal vereist niveau
Niet of
onvoldoende
aangetoond
indicator
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Opmerkingen:
Naam docent
Handtekening docent
Datum
NB. Het eindcijfer van de presentatie wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie.
203
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingscriteria voor het onderzoeksverslag Chemie, Biologie en Medisch laboratorium onderzoek (B&M) en
Bioinformatica
Vormgeving
(max 15 pnt)
6.3.1
6.3.1
Samenvatting
(5 pnt)
3.3.3
6.3.1
Samenvatting
Inleiding
(12 punt)
Inleiding
Materialen
1.2.1
1.3.1
1.3.2
1.3.5
2.3.12.3.3
Vormgeving:
Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact
Communiceren (van der Laan);
Rapport bevat literatuurlijst. In de
tekst wordt verwezen naar
bronnen die opgenomen zijn in de
literatuurlijst.
Taalgebruik:
a.
Is correct (geen
taal/spelfouten).
De samenvatting beschrijft alle
relevante aspecten van het
onderzoek in maximaal ½ A4
zodanig dat het als een zelfstandig
geheel gelezen kan worden.
De onderzoeksvraag is in een
theoretisch kader geplaatst. De
samenhang met de methoden,
materialen en resultaten komt
niet duidelijk naar voren.
Taalgebruik:
a. Is correct.
b. Is eenduidig.
c. Sluit aan bij doelgroep (lezers)
Of:
Verslag is in andere taal zijnde niet de
moedertaal geschreven maar bevat
taal/spelfouten.
Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v.
literatuur waardoor de keuze voor
materialen/
methoden en de resultaten duidelijk
zijn te begrijpen.
Beschrijft de specifiek gebruikte
204
Verslag is in andere taal
zijnde niet de moedertaal
geschreven op een
correcte manier.
De inleiding blinkt uit in
helderheid. De
onderzoeksvraag wordt
ingeleid d.m.v. literatuur
waardoor de keuze voor
de aanpak en resultaten
van het onderzoek
duidelijk is.
0
5
0
5
0
5
0
5
0
5
Zeer goed
Excellent
goed
Bovengemiddeld niveau
voldoende
Minimum niveau voor
afstuderen
Afstudeerplaats: ………………………………………………………………
Onvoldoende =
niet aangetoond
Naam student: ……………………………………………….…… Studentnummer: ……………
7
10
9
12
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Methoden
5.3.2
Middenstuk
(26 punt)
6.3.1
6.3.1
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
methode/materialen en doet dit
zodanig dat de experimenten
door anderen herhaald kunnen
worden.
Er is een logische volgorde van de
datapresentatie met verbindende
tekst.
Rapport bevat figuren/tabellen
die van een legenda voorzien zijn.
In de tekst wordt eenduidig naar
de figuren verwezen.
Er is een logische volgorde van de
datapresentatie met verbindende tekst
die de lezer handvatten aanreikt om de
data zo goed mogelijk te begrijpen.
Rapport bevat figuren/tabellen die van
een legenda voorzien zijn. Figuur/tabel
en legenda zijn helder. In de tekst
wordt eenduidig naar de figuren
verwezen.
Resultaten
3.3.1
3.3.2,
3.1.4,
3.2.4
Afsluiting
(23 punt)
3.3.4
Discussie
3.3.5
De resultaten worden op de juiste
wijze geïnterpreteerd.
De resultaten worden op de juiste wijze
geïnterpreteerd. De beschrijving is
volledig en correct.
De discussie bevat uitspraken
over nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de
resultaten. Bediscussieert
problemen in de uitvoering van
de experimenten en maakt
hiervoor verbetervoorstellen.
Voert aan de hand van de
gevonden resultaten een
discussie: is de onderzoeksvraag
te beantwoorden met behulp van
de verzamelde data. Brengt de
resultaten in verband met de
literatuur.
De discussie bevat heldere uitspraken
over nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de resultaten.
Bediscussieert op heldere wijze
problemen in de uitvoering van de
experimenten en maakt hiervoor
passende verbetervoorstellen.
Voert een zinvolle discussie: geeft een
heldere verklaring waarom de
hypothese wel of niet gesteund kan
worden met behulp van de verzamelde
data. Brengt de resultaten in verband
met de literatuur.
Maakt voorstellen voor
vervolgonderzoek
Er worden duidelijke en passende
aanbevelingen voor
vervolgexperimenten en onderzoek
beschreven.
205
Rapport bevat
figuren/tabellen die van
een legenda voorzien zijn.
Figuur/tabel en legenda
zijn helder en compleet
zodat figuur/tabel
zelfstandig leesbaar is. In
de tekst wordt eenduidig
naar de figuren verwezen.
De resultaten worden op
de juiste wijze
geïnterpreteerd. De
beschrijving is volledig en
correct en is zeer
inzichtelijk.
Voert een zinvolle
discussie: geeft een
heldere verklaring waarom
de hypothese wel of niet
gesteund kan worden met
behulp van de verzamelde
data. Uit de discussie blijkt
een correcte toepassing
van de theoretische
inzichten.
0
3
6
0
3
4
5
0
5
7
10
0
4
6
0
3
5
0
2
4
8
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
3.3.2., 3.3.3
Conclusie
Gehanteerde
bronnen
(4 pnt)
1.2.1
Literatuur
Mate waarin student zelfstandig
aan het onderzoeksverslag heeft
gewerkt (15 pnt)
11.3.2
11.3.3
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
In de conclusie wordt een
antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag (indien
mogelijk).
Er worden niet-relevante en
relevante, deels zelfstandig
gekozen literatuurbronnen
gebruikt voor het beantwoorden
van de onderzoeksvraag.
De conclusie is onderbouwd met de
juiste argumenten.
De conclusie is zeer helder
en de onderbouwing
daarvan is volledig.
Er wordt alleen gebruik gemaakt van
relevante, deels zelfstandig gekozen
literatuurbronnen Gebruikt worden
peer-review artikelen.
De eigen keuze voor de
literatuurbronnen zijn zeer
relevant, en van hoog
niveau.
Veel begeleiding nodig
Op kritieke momenten begeleiding
nodig. Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
Heeft zelfstandig aan het
verslag gewerkt
Totaal aantal punten
Eindoordeel (totaal aantal
punten / 10)
Voor een voldoende moeten álle
criteria met minstens voldoende
beoordeeld worden.
Opmerkingen
Naam en handtekening docent
Datum:
206
0
3
4
5
0
2
3
4
0
5
10
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Plan van aanpak/onderzoeksplan afstuderen Biologie
en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam student: ……………………………………….……
Studentnummer: ……………
Afstudeerplaats: …………………………………………………………………………………..………
Competentie-indicatoren
Beoordelingscriteria
Onvoldoende
1.3.1.
Geeft een inleiding in het onderwerp op basis van
actuele wetenschappelijke literatuur
1.3.2.
Doelstelling en hypothese zijn juist geformuleerd (=
m.b.v. onderzoek kan deze geverifieerd worden).
1.3.3.
De volgorde van de onderzoeksstappen is logisch en de
gedetailleerdheid van de beschrijving van de stappen is
gerelateerd aan het niveau van het onderzoek.
2.3.1.
Gemaakte keuzen worden onderbouwd en
beargumenteerd (laat zien dat hij de vakkennis op de
juist wijze kan toepassen).
7.3.1.
Stappen worden in de tijd geplaatst.
6.3.1.
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl
 brengt helder en logische structuur aan in complexere
teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen
 opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt
verwezen naar bronnen in literatuurlijst
Eindbeoordeling (voldoende indien alle criteria voldoende zijn)
Opmerkingen
Naam en handtekening afstudeerdocent
207
Voldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP afstuderen Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam student: ……………………………………………….
Studentnummer: ……………
Afstudeerplaats: ………………………………………………
Datum: ……………………..……
Beoordelingscriteria
niet voldaan
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:
De student benoemt zijn persoonlijke sterke en zwakke punten en de
mogelijke consequenties hiervan tijdens het afstuderen.
11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op:
De student baseert persoonlijke leervragen of doelen op de sterkte- en
zwakte-analyse om negatieve consequenties zo veel mogelijk te
voorkomen. Hierbij komen zowel werkhouding als
beroepscompetenties aan bod.
De student maakt een concreet en realistisch actieplan (wat, met wie,
wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken.
De student benoemt gewenste resultaten of producten die
aantoonbaar zijn.
Het tijdspad is reëel.
De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.
Het POP is overzichtelijk gestructureerd.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening afstudeerdocent
208
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Reflectieverslag afstuderen Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam student: ……………………………………………….
Studentnummer: ……………
Afstudeerplaats: ………………………………………………
Datum: ……………………..……
REFLECTIEVERSLAG
ONVOLDOENDE
INHOUD
11.1.2. werkt aan
leerdoelen volgens POP en
verzameld
competentiebewijzen.
11.3.2. kijkt kritisch terug
(reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces;
leert van zijn fouten; staat
open voor leermomenten.
De student beschrijft de handelingen die
bijgedragen hebben aan het realiseren van de
POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing,
wordt naar bewijsdocumenten van de
resultaten hiervan verwezen.
De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar
leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat
minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor,
koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen.
De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft
(in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete
resultaten en/of producten.
De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken
anders had kunnen aanpakken (alternatieven).
Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.
VORM
6.1.3.
Er is een heldere stijl van formulering.
Het verslag ziet er verzorgd uit.
Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn)
Opmerkingen
Naam en handtekening afstudeerdocent
209
VOLDOENDE
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier portfolio afstuderen
Student:………………………..
Afstudeerbegeleider:……………………
Opleiding:………………………..
Datum:………………………….
Afstudeerbedrijf:……………………….. Afstudeeropdracht:………………………
======================================================================
Verplichte onderdelen
Definitieve POP goedgekeurd door Afstudeerbegeleider:
ja / nee
Reflectieverslag
ja / nee
Sollicitatiebrief goedgekeurd (SLB-er):
ja / nee
Formulier goedkeuring afstudeeropdracht aanwezig:
ja / nee
Plan van aanpak goedgekeurd:
ja / nee
Verslag bezoek afstudeerbegeleider:
ja / nee
Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek:
ja / nee
======================================================================
Beoordeling portfolio
Vorm: toegankelijkheid (inhoudsopgave, volgorde, vindbaarheid onderdelen etc.)
Beoordeling: ………………………………………………………………………………………..
Inhoud: aantal beoordeelde producten en variatie in producten in relatie tot POP.
Beoordeling:…………………………………………………………………………………………
Kwaliteit: producten zijn authentiek (afkomstig van student) en voorzien van een adequaat reflectieverslag
Beoordeling:…………………………………………………………………………………………
Eindreflectie: terugblik op het afstuderen in relatie tot POP (= procesverslag)
Beoordeling:………………………………………………………………………………………….
Eindbeoordeling Portfolio: voldaan / niet voldaan
210
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Procesverbaal afstudeeropdracht
Naam student: ………………………………………….
Student nr: ……………………………………………
Klas:………………………………………………………….
Datum: ………………………………………………….
Titel afstudeeropdracht: ………………….……………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Assessoren
1.
2.
Gecommitteerde
Werkbegeleider
Beoordeling
1. Portfolio
Voldaan/ Niet Voldaan
2. Werkzaamheden
…… (cijfer invullen)
3. Onderzoeksverslag
…… (cijfer invullen)
4. Verdediging
…… (cijfer invullen)
Eindcijfer = (2+3+4)/3 = ………. en portfolio voldaan.
Handtekening assessor (voorzitter):
(voor akkoord)
………………………………………………………..
Handtekening assessor:
(voor akkoord)
………………………………………………………..
Handtekening gecommitteerde:
(voor gezien)
………………………………………………………..
Handtekening bedrijfsbegeleider:
(voor gezien)
………………………………………………………..
N.B.
Het eindcijfer dient afgerond te worden naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
211
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 5: Medische diagnostiek:cellen & weefsels
M5
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek,
studierichting Medisch, niveau 2
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
Presentatie (Pr)
Poster (Po)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE1-4.
In het tweede jaar worden in OWE5-6 de vakgebieden Cytohistopathologie
(OWE5) en Medische Microbiologie (OWE6) apart behandeld.
OWE 4 (B&M) is gevolgd of MLO diploma.
Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica
Voor beoordeling praktijk (P) aanwezigheid van alle praktijklessen verplicht.
Voor beoordeling van IPV aanwezigheid van alle Tutorlessen verplicht.
Voor beoordeling van Presentatie of verslag, voldoende inbreng en deelname
vereist aan het tot stand komen van dit product.
De context waarin de beroepstaak in OWE 5 vervuld wordt is “cellen en
weefsels”.
Cellen en weefsels worden in een pathologisch anatomisch laboratorium
bestudeerd om veranderingen op te sporen en daarmee een bijdrage te leveren
aan de diagnose van een ziekte(proces) en de prognose van de ziekte.
Meest gebruikt zijn cytologische en histologische technieken waarmee
structuren van cellen en weefsels zichtbaar gemaakt kunnen worden. Omdat
cellen microscopisch klein zijn, zijn microscopische technieken nodig om
veranderingen ten opzichte van de normale morfologie zichtbaar te maken
(lichtmicroscopie, elektronenmicroscopie, fluorescentie-microscopie).
Centraal in deze OWE staat de vraag welke fysiologische en pathologische
veranderingen in cel- en weefselstructuren kunnen optreden al dan niet als
gevolg van een ziekteproces én hoe deze structuren zichtbaar gemaakt en als
zodanig waargenomen kunnen worden. Dit thema wordt uitgewerkt in een
aantal casus.
- Experimenteren
- Analyseren onderzoeksresultaten
- Kwaliteitszorg
- Rapporteren en presenteren
- Samenwerken
- Sturen van de professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren
Deeltentamens
M5-T
Thematoets (T)
M5-K
Kennistoets Biochemie en Immunologie (K)
M5-Pht
Praktijk histotechniek (Pht)
M5-Pcy
Praktijk cytodiagnostiek (Pcy)
M5-Pr
Presentatie (Pr)
212
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instapvoorwaarden
tentamen
Frequentie
(deel)tentamens
13.
Verplichte
literatuur






Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
M5-Po
Poster (Po)
M5-IPV
IPV
Eindcijfer: (2*T + 2*K + Pht + Pcy + Po + Pr)/8
IPV moet afgevinkt zijn met voldaan.
Cijfers van Pht, Pcy, Po, Pr, K en T moeten ≥ 5.5 zijn
Periode 1 herkansing in periode 2 of,
in geval van voldoende studenten voor spiegeling van
course 5M en 6M, periode 2, herkansing periode 3.
M5-K (Biochemie I en Immunologie I ) wordt afgenomen in
periode 1, herkansing in periode 2.
Voor deelname aan de workshops SCV en de deeltentamens
IPV is er maar 1 kans per studiejaar. (OER art. 7.3)
Practicumhandleiding cytodiagnostiek
Stevens, A., Lowe, J., (2005). Human Histology (3th revised ed.) Maryland
Heights, MO: Elsevier Mosby. ISBN: 9780323036634
Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson
Education. ISBN: ISBN: 9780321558237
Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie,
Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631
Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry,
(3th revised ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health
Sciences). ISBN: 9780323071550
Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2004). Exact Communiceren, (3e druk).
Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789031343485
Raymakers, J.A., et al., (1996). Interpretatie van medisch
laboratoriumonderzoek, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN:
9789031318612
14.
Aanbevolen
literatuur

15.
16.
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Onderzoeksmateriaal
Histotechniek
Weefselbewerking:
Fixatie
Inbedden
Kleuring
Principe cytochemie en histochemie
Vriestechniek
Analyse preparaten
Speciale technieken
- een overzicht
Werkwijze: hoorcollege en vaardigheidspracticum
Macroscopische en microscopische bouw en
functie van cellen en weefsels:
Bouw en functie van cellen
Bouw en functie van organellen
Algemene celpathologie
Epitheel en klierweefsel
Ondersteunend vak
Cyto-histopathologie
213
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Bindweefsel, kraakbeen en bot
Spierweefsels (glad, skelet, hart)
Zenuwweefsel
Werkwijze: hoorcollege
Cervix diagnostiek:
Squameuze metaplasie
Endometriumcellen en endocervicaal poliep
Hormonale celbeelden
Ontstekingen: virussen
Ontstekingen: aspecifiek, chronisch, bacteriën,
schimmels en protozoa
Benigne afwijkingen
Morfogenese cervixcarcinoom
Ondersteunend vak
Cytologie
Werkwijze: college en practicum
Structuur en eigenschappen van aminozuren
Structuur van eiwitten, met name de secundaire,
tertiaire en quarternaire structuur
Relatie structuur en functie van eiwitten,
geïllustreerd aan een aantal voorbeelden
Natieve structuur, met denaturatie en met
detergentia
Cytoskelet
Extracellulaire matrix
Membranen
Ondersteunend vak
Biochemie I
Werkwijze: hoorcollege
Overzicht immuunsysteem
Structuur van immuunglobulinen
Wisselwerking antigen en antistof in vitro
Immunologische technieken
Immuunhistochemie
Ondersteunend vak
Immunologie I
Workshop Microscopie
Werkwijze: workshop
Conflicthantering en onderhandelen
Training SCV
19.
Les- / Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Werkwijze: hoorcollege
Lichtmicroscopie: principe werking, scheidend
vermogen en scherptediepte
Fluorescentiemicroscopie: principe werking,
toepassing
Elektronenmicroscopie: principe werking
Andere vormen van microscopie
Beoordeling in OWE8M
Werkwijze: training
Geprogrammeerde contacttijd:
160 lesuren per periode 1 = 120 klokuren per periode
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 300 klokuren
Totaal: 420 klokuren.
Periode 1
Ook in periode 2 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course
214
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
21.
Maximum aantal
deelnemers
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
5M en 6M
n.v.t.
215
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 5: medische diagnostiek: Cellen en weefsels (M5)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M5-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1. Kan de basisstappen van de
experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Uitvoering
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data
wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat
hij/zij doet
2.2.5. Doet een poging om problemen op te
lossen als het experiment niet loopt zoals was
voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten Analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de
geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van
de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk)
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de
resultaten van het experiment.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels
4.1.3. gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid
van de resultaten
Histologie en (microscopische) anatomie:
De student:
 kan de bouw en functie van cellen en
organellen benoemen en tekenen;
 kan onderscheid maken tussen de 4
primaire weefsels: epitheel, spierweefsel,
bindweefsel, zenuwweefsel en kan de
eigenschappen van deze primaire weefsels
benoemen en tekenen;
 kan van onderstaande organen:
(schematische) tekeningen maken van de
microscopische anatomie, bouw en
onderdelen van deze organen benoemen,
functie van (onderdelen) van deze organen
benoemen, bouw en functie van deze
organen met elkaar in verband brengen:
- bloedvaten en lymfevaten;
- hart, atherosclerose en hartinfarct;
- nieren;
- lever.
Histotechniek:
De student
 kan uitleggen waarvoor fixatie dient;
 kent het verschil tussen chemische en
fysische fixatie en kan uitleggen wanneer
men zou kiezen voor chemische en
wanneer men zou kiezen voor fysische
fixatie;
 kan het proces van tissue processing
beschrijven en weet waartoe de stappen
in het proces dienen;
 kan het proces van inbedding beschrijven
en kan verschillende inbedmedia
benoemen;
 kan het proces van coupes snijden
beschrijven en kan snijartefacten
herkennen en problemen tijdens het
snijden herkennen en oplossen;
 kan het proces van deparaffineren en
In de context van:
Cellen, weefsels en organen
216
Waardering /
Cesuur
Bij 55% van de punten is het een
voldoende. (5.5)
Verdeling van de onderwerpen over
de toets:
Histotechniek incl microscopie +/30%
Bouw en functie cellen, weefsels en
organen
+/- 30-40%%
Cytodiagnostiek +/- 20%
Labrekenen 5-10%
Veiligheid op het lab 5-10%
Examinatoren
2 examinatoren voor
toetsconstructie en
evaluatie (Coursetrekker
iom Tutoren en
Praktijkdocenten).
1 examinator voor
beoordeling (elke
vakdocent beoordeelt zijn
eigen onderdeel).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Histotechniek
Cytodiagnostiek
Biochemie
Immunologie
Microscopie
Code:
M5-K
Naam:
Kennistoets Immunologie/
Biochemie
Vorm:
Individueel Schriftelijk
Multiple Choice
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
rehydreren beschrijven en weet waartoe
deze processen dienen;
 kan het proces van kleuren van
weefselcoupes beschrijven;
 kan overzichtskleuring en speciale
kleuringen benoemen;
 kan aangeven wanneer men zou kiezen
voor overzichtskleuring of wanneer men
zou kiezen voor een speciale kleuring;
 kan eenvoudige problemen bij het kleuren
herkennen en oplossen;
 kan voorberekeningen maken voor het
maken van kleurstoffen vanuit
stockoplossingen en/of vaste stof;
 is op de hoogte van verwerking van afval
op het laboratorium;
 kent de veiligheidsregels die op het
laboratorium gelden en kan deze
toepassen.
Cytodiagnostiek:
De student:
 weet hoe materiaal voor een cervixuitstrijk
verkregen en verwerkt wordt en kan de
kwaliteit ervan beoordelen;
 weet welke cellen fysiologisch voorkomen
in de cervixuitstrijk;
 kent een aantal ontstekingsorganismen en
hun invloed op het epitheel;
 kent enkele benigne aandoeningen van de
cervixuitstrijk;
 herkent in een microscopisch preparaat
van de cervix artefacten;
 verkrijgt inzicht in de morfogenese van het
carcinoom van de cervix.
Immunologie:
De student:

heeft kennis van de bescherming door
het lichaam tegen ongewenste,
lichaamsvreemde zaken; van buiten
(huid) tot binnen (cellen) het lichaam;

kent de begrippen aspecifiek en specifiek
afweermechanisme en kan de onderdelen
van het immuunsysteem behorend bij elk
mechanisme benoemen;

kent de begrippen macrofagen, B-cellen,
217
Cesuur: 70% juiste antwoorden is
een 5,5.
50% immunologie
50% biochemie
2 examinatoren
Toetsconstructie: Docent
immunologie en docent
biochemie.
Toetsevaluatie:
Coursetrekker.
1 examinator voor
beoordeling (Docent
immunologie voor
onderdeel immunologie
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
antilichamen en complementsysteem en
kan de bouw en functie van
bovengenoemde onderdelen van het
immuunsysteem beschrijven;

kan uitleggen wanneer en hoe de cellen
van het immuunsysteem worden
'getriggerd';

kan uitleggen wat de relatie is tussen Bcellen en complementsysteem;

kan uitleggen hoe de diversiteit van B en T
cel receptoren tot stand komt. De student
kan de term V(D)J recombinatie gebruiken
en uitleggen;

heeft kennis van markermoleculen op het
oppervlak van B en T cellen en kan enkele
benoemen;

kan onderscheid maken tussen primaire
en secundaire lymfoide organen, deze
organen benoemen en hun functie
uitleggen.
Biochemie I:
De student:

kent de structuur en de eigenschappen
van aminozuren;

kan de structuurformules van belangrijke
aminozuren tekenen;

kent de structuur van eiwitten, en kan de
begrippen secundaire, tertiaire en
quarternaire structuur uitleggen;

kan de relatie uitleggen tussen de
structuur en de functie van eiwitten en
voor de uitleg hiervan een aantal
voorbeelden geven;

ken de natieve structuur, met denaturatie
en met detergentia;

kan onderdelen van het cytoskelet
benoemen, hun functie weergeven en
aangeven wat de bouw en de functie is
van de cytoskeleteiwitten;

kent de bouw en de functie van de
extracellulaire matrix;

kent de bouw en de functie van
membranen;

kan membranen tekenen;

kan fosfolipiden tekenen en de
218
en Docent biochemie voor
onderdeel biochemie).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
eigenschappen benoemen;
kan verschillende transportmechanismen
over de celmembraan benoemen en
beschrijven en aangeven of het gaat om
actief of passief transport.
Zie onderstaand beoordelingsformulier
“Praktijk course 5M”.

Code:
M5 Pht
Naam: Praktijk
histotechniek
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de
experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden
klaar staan voordat met het experiment
begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data
wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat
hij/zij doet.
2.1.5. Voert de experimenten binnen de
gestelde tijd uit.
2.2.4. Maakt een begin met multitasking.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te
lossen als het experiment niet loopt zoals was
voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de
geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van
de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de
resultaten van het experiment.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de
veiligheids- (arbo) en milieuregels en werkt
volgens deze regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid
van de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en
bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia
219
Bij 55% van de punten is het een
voldoende. (5,5).
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M5-Pcy
Naam: Praktijktoets
cytodiagnostiek
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Multiple Choice,
Praktijkopdracht
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de
apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving,
resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in
vorm van een verslag/labjournaal/ poster
volgens in opleiding geldende regels
(productcriteria labjournaal en verslag niveau
2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten
resulterend in een werkplan dat minimaal 4
praktijklessen bestrijkt.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning
uit; ook onder tijdsdruk.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de
geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van
de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieerdtde uitvoering en de
resultaten van het experiment.
In de context van:
Cytodiagnostiek
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student herkent en benoemt in een
cytologisch preparaat voorgeselecteerd en
aangeduid (normaal) celmateriaal:
oppervlakkige intermediaire
plaveiselcellen
endocervicale cylindercellen
leukocyten en erytrocyten
döderlein bacteriën
squameuze metaplasie
veranderingen in het celbeeld en de cellen
ten gevolge van ontstekingsprocessen
histiocyten
chronische ontsteking (folliculaire
cervicitis)
bacteriële infecties
actinomyces, leptothrix
monilia (candida albicans)
trichomonas vaginalis
virusinfecties (herpes genitalis) en HPV
reparatie-epitheel
hyperkeratose en parakeratose
endocervicale micropoliepjes
contaminatie (alternaria, talk, vezels,
enzovoort)
artefacten
endometrium en epitheelatrofie
220
Cesuur: 9 van de 15 preparaten
moeten goed benoemd zijn voor een
voldoende (5,5).
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-
Code:
M5-Pr
Naam:
Presentatie
Vorm:
Presentatie
Groep
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders
met zelfde achtergrond op heldere wijze
volgens de normen van presentatietechnieken
en beantwoordt vragen:
er zit structuur in de presentatie (kopromp-staart);
spreekt duidelijk en verstaanbaar;
staat rechtop en laat de handen vrij;
maakt oogcontact met het publiek;
maakt overzichtelijke en duidelijke slides
of andere visuele producten;
verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
gebruikt visuele mogelijkheden van
PowerPoint als visuele ondersteuning;
gaat inhoudelijke discussie met publiek
aan.
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie
uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
Competentie 8: Samenwerken in team
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep
en weet welke andere rollen er in het team zijn;
stemt werkzaamheden met anderen af.
celbeelden tijdens de verschillende fasen
van de menstruele cyclus
celbeelden tijdens de verschillende
levensfasen
Zie onderstaand beoordelingsformulier
Presentatie.
In de context van:
Organellen en hun functies in gezondheid en
ziekte
221
Voor een voldoende beoordeling van
de presentatie dienen ≥33 punten
voor het onderdeel ‘inhoud’ behaald
te zijn, ≥21 punten voor het
onderdeel presentatie en ≥4 punten
voor het onderdeel discussie.
2 examinatoren voor de
beoordeling (Coursetrekker i.o.m. tutoren).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M5-Po
Naam:
Poster
Groep
Vorm:
Poster
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M5-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Competentie 6: Presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in
vorm van een verslag/labjournaal/ poster
volgens in opleiding geldende regels
(productcriteria labjournaal en verslag niveau
2):
hanteert correcte spelling, grammatica,
zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
is zich bewust van samenhang tussen
tekstonderdelen;
opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;
rapport omvat een literatuurlijst. In de
tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
beschrijft resultaten zodat de lezer deze
begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk
gelabelde afbeeldingen en tabellen;
beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting;
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie
uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
In de context van:
Bouw en functie spijsverteringskanaal
Competentie 8: Samenwerken
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep
en weet welke andere rollen er in het team zijn;
stemt werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels
voor communicatie:
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier Poster.
Voor een voldoende dienen ≥ 55
punten behaald te zijn.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
De student:
 is minimaal 80% van de volledige
bijeenkomsten aanwezig (k.o.);
 heeft zich voorbereid op de vergadering
door het uitwerken van de weekopdracht
die nabesproken wordt en het doorlezen
van de weekopdracht die voorgesproken
wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn
weekopdrachten volgens afspraak aan de
tutor laten zien (in schrift of presentatie);
in alle opdrachten zijn alle gevraagde
aspecten uitgewerkt (k.o.);
Alle k.o. criteria en 70% van de
overige criteria zijn nodig voor een
“voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
222
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
voldaan
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat andere uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap
helder onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te
lossen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase






voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.)
uit (k.o.);
houdt zich aan de afgesproken regels
(k.o.);
stelt vragen en deelt kennis met
betrekking tot de opdracht tijdens
tutorvergaderingen; verwoordt deze
helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;
laat anderen uitpraten en sluit aan bij de
gesprekspartner;
geeft groeps- en klasgenoten feedback en
staat open voor feedback;
levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief
(SAS)
223
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk histotechniek course 5M
Naam: …………………………………………………………………………………
Gerelateerd aan comp/
indicatoren
1.2.3, 2.2.1., 4.1.3.,
2.1.3.,
5.2.3., 6.2.1.
11.1.4, 11.2.3
2.2.2.
2.2.1., 2.2.3, 2.2.4
2.2.5.; 4.1.2., 4.2.1
5.2.3.
2.1.5.
7.2.2.
7.2.3., 7.3.2.
4.1.1, 5.2.2.
5.2.1., 5.2.3.
3.2.1., 3.2.2., 3.2.3.,
3.1.4.,
5.2.3., 6.2.1.
Klas: ……………………….
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze
(i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen
(i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de
methode en werkwijze beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken
controles. De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij
zich en heeft een actieve werkhouding.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan
voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen
(i.v.t.)
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen.
Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode
hij/zij uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit
(multitasking).
Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment
niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt
wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal
bij.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en
volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk.
Past zich aan de gewijzigde omstandigheden aan.
Datum: ………………………….
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Afhankelijk aantal
criteria dat mist
Voldoet aan alle
criteria
- 0 - 10-
-12-
De meeste
voorberekeningen en
antwoorden /
voorstellen zijn
correct
-16-
Niet voldaan
Voldoet aan alle
criteria
-0-,
-6-, -12- of
-18-
-20-
-24-
Experimentele
resultaten komen
altijd overeen met
theoretische
verwachtingen
-40-
Loopt vaak uit
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
- 0-5 -
-6-
-8-
Is buitengewoon
efficiënt
-10-
Niet voldaan
224
Alle
Voorbereiding
voorberekeningen
Theorie
en antwoorden/
voorstellen zijn
correct.
Experimentele
resultaten komen
meestal overeen
met theoretische
verwachtingen
-32-
Niet voldaan
Voldoet niet
Aantal
punten
Voldaan
Voldoet niet aan
minstens één criterium:
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat
werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon
achter; signaleert als reagentia bijna op zijn.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten
volgens de geschikte methode geanalyseerd en een
beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de
hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie
Uitmuntend
Labwerk
Praktijk
Voldaan
De resultatenanalyse, conclusie
en foutendiscussie
bevatten fouten.
Voldaan
De resultatenDe resultatenLabjournaal
analyse, conclusie analyse, conclusie en Meetrapport
en
foutendiscussie zijn
foutendiscussie
juist en
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
uit.
5.2.3., 6.2.1.
zijn juist.
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven
dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving,
resultaten en conclusie kunnen begrijpen.
Totaal aantal punten
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten / 10 en overal aan voldaan
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
225
-0-10-
-12-
-16-
buitengewoon
helder.
-20-
-0-4-
-6-
-8-
-10-
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Presentatie Course 5
Naam: ………………………………………………………..
Gerelateerd aan
comp.
indicatoren
Klas: ……………….
Beoordelingscriteria
De student heeft de handouts (digitaal of hardcopy) bij de docent
ingeleverd.
Inhoud (totaal aantal punten: 60)
Datum: ……………….
Max.
aantal
punten
V / NV
1.2.5.
Leidt het onderzoek in vanuit de overkoepelende context.
5
2.2.1
Presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk
correcte wijze:
Bouw en functie van het organel
10
1.2.1, 1.2.2.
6.2.3
6.2.3,
8.1.4, 8.2.5
8.2.4
Laesies die in het organel kunnen optreden, de gevolgen daarvan zowel
morfologisch als fysiologisch voor het functioneren van de cel.
De symptomen die met deze laesies gepaard gaan.
20
Hoe de diagnose gesteld kan worden met de nadruk op het laboratorium.
15
De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk
betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld.
Presentatie (totaal aantal punten: 30)
V / NV
10
 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart):
 De student maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten:
- past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in
de gehele presentatie betekenen onvoldoende);
- beschrijft gegevens zodat de toehoorder deze begrijpen kan;
gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;
- gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint zinvol (b.v.
animaties).
5
 De student spreekt duidelijk en verstaanbaar
 De student staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of
op de rug
 De student maakt oogcontact met het publiek en maakt op geschikte
momenten verbaal contact met het publiek
 Verbale en visuele boodschap vormen een geheel
3
3
3
5
3
3
5
Discussie (totaal aantal punten: 10)
 De student gaat inhoudelijke discussie met het publiek aan.
V / NV
 De student laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner
V / NV
 De student onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke
argumenten.
10
Totaal aantal punten
100
Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10)
Voor een voldoende moeten alle criteria die met ‘voldaan/ niet voldaan’ beoordeeld worden
met ‘voldaan’ beoordeeld worden.
Feedback
10
Datum en handtekening beoordelaar
226
Gescoord
aantal punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Poster
Naam:……………………………………..Klas: ………………… Datum: ……………………
Gerelateerd aan
competentie /
indicator
1.1.1., 2.2.1., 1.2.5.
1.1.1., 2.2.1.,
1.1.1., 2.2.1.,
1.1.1., 2.2.1.,
6.2.1., 1.2.2
Beoordelingscriteria
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Uitstekend
4
7
9
12
4
6
9
12
4
6
9
12
4
6
9
12
goede pakkende titel en poster leesbaar op 2m
afstand;
duidelijke structuur, geen zoekplaatje!;
1
2
3
4
2
4
6
8
niet te veel tekst maar voldoende voor een
duidelijk verhaal;
voldoende informatieve figuren;
1
2
3
4
1
2
3
4
rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.
1
2
3
4
1
2
3
4
De student legt de inhoud van de poster helder uit
en beantwoordt vragen.
3
6
7
9
Bij het beantwoorden van vragen sluit de student
aan bij de vraag.
De student houdt tijdens de discussie oogcontact
met de gesprekspartner.
3
6
7
9
2
4
5
6
Inhoud (max 48 pt)
Bouw van (een onderdeel van) het
spijsverteringskanaal.
Functie van (een onderdeel van) het
spijsverteringskanaal.
Samenhang van bouw met de functie van het
spijsverteringskanaal.
Zichtbaar maken van de bouw van (een onderdeel
van) het orgaan/orgaansysteem
Opmaak (max 28 punten)
De opbouw van de poster is conform in het
werkveld gebruikte richtlijnen:
-
Discussie (max 24 punten)
8.1.3.,
8.2.4.,
8.2.5.
1.2.2.
De student heeft de vragenlijst aan de achterkant
van het beoordelingsformulier ingevuld.
Totaal aantal punten
Cijfer (aantal punten / 10)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
227
Voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Titel OWE
OWE 6 : Medische diagnostiek: bacteriële infecties
Code
Opleiding
M6
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting
medisch, niveau 2
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
Doelgroep
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale beroepstaak
(Beroeps) Producten
Studiepunten,
Studielast
Samenhang met
andere OWE’s
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
10
Competenties
11
Beoordelingscriteria
12
Tentaminering
N.v.t.
Onderzoeksverslag (V)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1 - 4. In het
tweede jaar worden in OWE5 Cytohistopathologie en OWE6 Medische Microbiologie apart
behandeld.
OWE4 (B&M) is gevolgd of een MLO diploma.
Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bio-informatica
Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij alle praktijklessen en de excursie verplicht.
Voor beoordeling onderzoeksverslag (V) is voldoende inbreng aan het tot stand komen van dit
product en deelname aan de workshops en praktijkonderdelen verplicht.
Voor beoordeling van M6-IPV: (IPV) is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht.
De beroepstaak van OWE6 is het `Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek`. De
context waarin de beroepstaak wordt uitgevoerd is het uitvoeren van onderzoek op het
gebied van de medische microbiologie.
In deze OWE wordt diagnostisch onderzoek gedaan met behulp van een verscheidenheid aan
isolatie en identificatietechnieken om de oorzaak van infecties op te sporen en identificeren.
Waarbij tevens de gevoeligheid van de veroorzaker van de infectie voor antibiotica bepaald
wordt teneinde de arts van voldoende informatie te voorzien op basis waarvan een zinvolle
keuze gemaakt kan worden uit gangbare antimicrobiële middelen. Rekening wordt gehouden
met de kwaliteit van het monster en mogelijke storingen of verontreinigingen in de
verschillende onderzoeksmethoden. Daarnaast wordt er onderzoek verricht in het kader van
Biodiscovery naar antbiotica producerende micro-organismen. De nadruk in deze OWE ligt op
het uitvoeren van diagnostisch onderzoek waarbij een beroep gedaan wordt op kennis van dit
vakgebied.
- Experimenteren
- Analyseren onderzoeksresultaten
- Kwaliteitszorg
- Rapporteren en presenteren
- Samenwerken
- Sturen van de professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor kenmerken deeltentamens, beoordelingscriteria, competenties en
indicatoren
Deeltentamens
M6-T
Thematoets (T)
M6-K
Kennistoets (K)
M6-P
Beoordeling praktijk (P)
M6-V
Onderzoeksverslag (V)
M6-IPV
IPV
Weging
Eindcijfer: (T + K + P + V)/4
Compensatiemogelijkheden
Geen
Instapvoorwaarden tentamen
IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en cijfers
toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5
228
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Frequentie (deel)-tentamens
Periode 2 herkansing in periode 3 of,
in geval van voldoende studenten voor spiegeling van
courses 5M en 6M: periode 1, herkansing in periode 2.
M6-K (Biochemie II en Immunologie II ) wordt afgenomen
in periode 2, herkansing in periode 3.
Voor deelname aan de workshops SCV en de
deeltentamens IPV is er maar 1 kans per studiejaar. (OER
art. 7.3)
13
Verplichte literatuur








14
Aanbevolen literatuur
15
16
Software
Overig materiaal
17
18
Activiteiten
Werkvormen

Scholarsite OWE 6M
Themahandleiding Medische Microbiologie
Praktijkbundel Medische Microbiologie
Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en kliniek, deel 1,
(Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media, ISBN: 9789077423424
Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan).
Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry, (3th revised
ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN:
9780323071550
Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn
Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631
Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron reeks), 2e
druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950.
Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson Education. ISBN:
ISBN: 9780321558237
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen,
zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
- Medische microbiologie als wetenschap
Medische microbiologie
- Morfologie en structuur van bacteriën
- De bouwstenen via DNA- analyse tot classificatie van microorganismen.
- Moleculaire diagnostiek.
- De wisselwerking tussen bacteriën en mens, besmetten,
infecteren en verspreiden.
- Infecterende bacteriën, Gram positieve en Gram negatieve
bacteriën.
- Geïnfecteerde organen, luchtwegen, spijsverteringskanaal
en urinewegen.
- Serologische diagnostiek
- Desinfecterende en steriliserende middelen ter bestrijding
van besmetting.
- Antimicrobiële middelen ter bestrijding van infecties en
gevoeligheidsbepalingen in het laboratorium.
- Afname, transport en behandelen van kweken van patiëntenmateriaal.
- Groei van bacteriën in het laboratorium.
Werkwijze: hoorcollege en zelfstudie met ondersteuning van
een expert
229
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Ondersteunend vak
Praktijk medische
microbiologie
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Algemene microbiologische technieken.
Diagnostisch onderzoek naar pathogene micro-organismen in
urine, feces en sputum, mycologie en parasitologie.
Onderzoek naar antibiotica producerende micro-organismen
met behulp van moleculaire technieken.
Een excursie naar een medisch microbiologisch laboratorium is
opgenomen in het programma.
Ondersteunend vak
BiochemieII
Ondersteunend vak
Immunologie II
19
Les- / Contacturen
20
Onderwijsperiode
21
Maximum aantal
deelnemers
Werkwijze: practicum
Anabolisme en katabolisme
Energiedragers, 'vrije energie' en vrijmaking energie
Schematisch overzicht van het katabolisme
Glycolyse
Gisting
Citroenzuurcyclus en ademhalingsketen
Oxidatieve fosforylering en de relatie met de
ademhalingsketen
Werking van het enzym ATP-synthase
Functie eiwitten 'ATP/ADP-translocase' en glycerol fosfaat
shuttle
Regulatie stofwisseling
Werkwijze: hoorcollege
Algemene inleiding
Lymfoïde organen, lymfocyten en lymfocytencirculatie
Antigeen presentatie
Vorming en activatie van T cellen
Cellulaire immuniteit
Aspecifieke en specifieke afweer, cellulaire en humorale
afweer bij de bestrijding van virussen en bacteriën.
Workshop SCV
Werkwijze: hoorcollege
Coaching
Beoordeelding in OWE8M
Werkwijze: training
Ondersteunende workshops
Literatuurstudie
Natuurwetenschappelijk onderzoek
Plan van aanpak
Bio-informatica
Onderzoeksverslag schrijven
Werkwijze: training
Geprogrammeerde contacttijd:
Gemiddeld 21,7 lesuren in 7 weken, 152 lesuren per periode =114 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 306 klokuren
Totaal: 420 klokuren
Periode 2
Ook in periode 1 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course 5M en 6M.
n.v.t.
230
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 6M: Medische diagnostiek: bacteriële infecties (M6)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE
Deeltentamen
Code:
M6-T
Naam:
Thematoets
Indicatoren-
Kennisdeel bestaat uit:
A.
Kennis van de medische microbiologie welke
noodzakelijk is voor de diagnostiek van urineweg,
diepere luchtwegen en spijsverteringsinfecties.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
B.
Kennis opgedaan tijdens het uitwerken van de
PGO taken.
Beoordelingscriteria
De student heeft kennis en inzicht in:

basis indeling van eencelligen;

de vorm en structuur van bacteriën;

de bouwstenen van bacteriën;

de bouwstenen via DNA-analyse tot classificatie
van micro-organismen;

besmettingswegen van micro-organismen;

infecterend vermogen van micro-organismen;

verspreiding van infectieziekten;

infecterende bacteriën:
Gram positieve kokken;
Gram positieve staven;
Gram negatieve kokken;
Gram negatieve staven.

geïnfecteerde organen:
Luchtwegen;
Spijsverteringskanaal;
Urinewegen.

specifieke en niet specifieke
verdedigingsmechanismen tegen microorganismen;

serologische diagnostiek;

desinfecterende / steriliserende middelen ter
bestrijding van besmettingen;

werkingsmechanismen van antibiotica;

synergisme/ antagonisme;

ongevoeligheidmechanismen van bacteriën tegen
antimicrobiële middelen;

antibiotica afkomstig van schimmels;

antibiotica afkomstig van Actinomyceten;

antibiotica afkomstig van Bacillus;

gevoeligheidsbepalingen;

voedingsbodems;

bacteriële groei.
De student heeft kennis en inzicht in:

de hoogtepunten uit drie eeuwen bacteriologie;
231
Waardering /
Cesuur
T > 5,5 dus 55 % goed is een
voldoende (5,5).
Het eindcijfer van de toets
wordt op een decimaal
afgerond.
Toetsopbouw zal zijn:
40% kennis en begrip
microbiologie
30% experimenteren
30% resultaten analyseren en
kwaliteitsbeheer
Examinatoren
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
(Coursetrekker en
Docent/Expert
microbiologie).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase










C.
Kennis opgedaan tijdens praktijklessen
microbiologie, parasitologie, mycologie en eigen
onderzoek naar antibiotica producerende microorganismen.
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele
controles.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan
voordat met het experiment begonnen wordt; maakt
oplossingen.
Uitvoering
2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat
betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen;
weet te allen tijde exact wat hij/zij doet.
2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit.
2.2.5. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren
van meerdere experimenten (multitasking).
2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als
het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble
shooting).
MRSA;
ongevoeligheidmechanismen van bacteriën tegen
antimicrobiële middelen;
het bacteriologisch laboratorium;
afnemen, transporteren, behandelen en kweken
van patiëntenmateriaal;
infecties van de urineweg infecties;
infecties van het spijsverteringskanaal;
cel en weefselkweek;
immunologie;
prikaccident;
infecties van de diepere luchtwegen.
De student heeft kennis en inzicht in:

algemene microscopische morfologie;

groeicondieties en technieken;

determinatie technieken;

urine onderzoek;

fecesonderzoek;

sputumonderzoek;

tractusdiagnostiek;

moleculaire diagnostiek;

bioinformatica.
De student kan opgedane kennis en inzichten toepassen
op de gegeven casus uit de dagelijkse praktijk van een
microbiologisch laboratorium.
232
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M6-K
2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
Data processing
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt
hiervoor gebruik van statistiek.
Validatie
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid.
Conclusies en discussie
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit
(i.v.t.).
3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere
deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)en milieuregels en werkt volgens deze regels.
4.2.2. Valideert het analyseresultaat (voert
eerstelijnscontroles uit).
Kennis van immunologie
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Multiple choice
Weging:
1
Kennis van biochemie
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student kan de in de casus vermelde resultaten
analyseren en de vereiste kwaliteitsbeheer beschrijven.
Immunologie II: Kennis en inzicht in:
 infectieziekten;
 het proces de vorming van T cellen en hun TCR;
 T cellen en cytokinen, wanneer en hoe worden de
cellen geactiveerd en wat is hun functie;
 lichaamscellen met MHC I en/of II moleculen;.
 Antigeen presentatie;
 Lymfocytencirculatie;
 de samenwerking tussen cytokinen, T en B cellen;
 infecties en hoe het immuunsysteem en bacteriële
infectie opruimt.
Biochemie II: Kennis en inzicht in:
 Metabolisme;
 Free Energy, ATP en NADH;
 Glycolyse en Fermentaties;
 Gluconeogenese;
 Cori Cycle, Rode en Witte spierweefsels;
 Pentose Phosphate Pathway;
 Glycogeen; synthese en afbraak;
 Citric Acid Cycle;
 Respiratory Chain en Oxidative Phosphorylation;
233
Cesuur: 70% juiste antwoorden
is een 5,5.
50% immunologie
50% biochemie
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
(Docenten biochemie
en immunologie).
1 examinator
voor de beoordeling
(Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase

Code:
M6-P
Naam:
Beoordeling
Praktijk
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Kennis en vaardigheden opgedaan tijdens de
praktijklessen microbiologie, parasitologie, mycologie
en eigen onderzoek naar antibiotica producerende
micro-organismen.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele
controles.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan
voordat met het experiment begonnen wordt; maakt
oplossingen.
2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat
betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen;
weet te allen tijde exact wat hij/zij doet.
2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit.
2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als
het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble
shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit
(i.v.t.).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)en milieuregels en werkt volgens deze regels.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze
op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab
(ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt
klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal
(doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie)
vetzuren, triglyceriden, lipoproteineb, adipose
weefsel, lipolyse, β-oxidatie en ketogenese;
 integratie van het metabolisme.
Producten:
- literatuurstudie, plan van aanpak en labjournaal
eigen onderzoek;
- opdracht macroscopische en microscopische morfologie;
- opdracht groeiomstandigheden bacteriën;
- opdracht determinatie;
Beoordeling Praktijk Niveau 2 (zie onderstaand beoordelingsformulier);
Praktijktoets:
De student voert individueel een aantal proeven uit die
ook tijdens de praktijklessen gedaan zijn. De student
wordt beoordeeld op correcte uitvoering van de proeven volgens de aangeleerde protocollen en het trekken
van de juiste conclusies met betrekking tot onderstaande onderwerpen:
- microscopische morfologie;
- macroscopische morfologie en groeicondities;
- determinatietechnieken en resistentiebepaling;
- Mycologie;
- Urineweginfecties;
- Fecesonderzoek;
- serologisch en immunologisch onderzoek;
- parasitologisch onderzoek;
- sputumonderzoek;
- tractus diagnostiek.
234
P = (1x Producten + 1x
Beoordeling praktijk + 4x
praktijktoets)/6
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie
van de praktijktoets
(Coursetrekker).
Voor elk van de onderdelen
geldt dat 55% van de punten
behaald moet zijn voor een
voldoende (5,5).
1 examinator voor de
beoordeling van de
praktijktoets
(Praktijkdocent
microbiologie).
P is voldoende (5.5) indien het
gemiddelde van de onderdelen
volgens bovenstaande
berekening 5,5 punten is.
Beoordeling praktijk (zie
beoordelingsformulier praktijk)
moet ≥5.5 zijn, praktijktoets en
producten moet ≥4.0 zijn.
2 examinatoren
(Praktijkdocenten
microbiologie en
biodiscovery) voor de
beoordeling van de
opdrachten en de
praktijk.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M6-V
Naam:
Onderzoeksverslag
Vorm:
Groep
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen
begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een
verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding
geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag
niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in
een werkplan.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook
onder tijdsdruk.
Competentie 6 Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert in vorm van een verslag/labjournaal/
poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in complexere
teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt
verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen
kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in
productcriteria notulen niveau 2.
Planmatig en projectmatig werken.
7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in
een werkplan.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook
onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij.
7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden.
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordeling onderzoeksverslag Niveau 2 (zie onderstaand beoordelingsformulier).
100 punten te behalen.
V > 5,5 dus 55 % goed is een
voldoende.
Het eindcijfer van het verslag
wordt op een decimaal
afgerond.
235
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent
Biodiscovery).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M6-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Individueel
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
V/ NV
Ondergrens:
Voldaan
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet
welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten
en docent volgens basisregels voor communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat andere uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder
woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen.
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet
welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten
en docent volgens basisregels voor communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder
woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student
 heeft zich voorbereid op de vergadering door het
uitwerken van de weekopdracht die nabesproken
wordt en het doorlezen van de weekopdracht die
voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens
afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of
presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde
aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.);
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de
opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt
deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;
 laat anderen uitpraten en sluit aan bij de
gesprekspartner;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat
open voor feedback;
 levert een positieve bijdrage aan het groepsproces
door initiatief te nemen en eventuele conflicten
actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van
de student als positief (SAS)
236
Voldoen aan alle knock-out
criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een
beoordeling “voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk Microbiologie course 6M
Naam: ……………………………………………………………………………….
Gerelateerd aan comp/
indicatoren
1.2.3, 2.2.1., 4.1.3., 2.1.3.,
5.2.3., 6.2.1.
11.1.4, 11.2.3
2.2.2.
2.2.1., 2.2.3, 2.2.4 2.2.5.;
4.1.2., 4.2.1
5.2.3.
2.1.5.
7.2.2.
7.2.3., 7.3.2
4.1.1, 5.2.2.
5.2.1., 5.2.3.
Klas: ………………………….
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.),
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn
labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze
beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles.
Student heeft een actieve werkhouding, is gemotiveerd.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij
met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.)
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen;
Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij
uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit (multitasking);
Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt
zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de
geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de
planning uit, ook onder tijdsdruk.
Past zich aan gewijzigde omstandigheden aan.
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat
werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter;
signaleert als reagentia bijna op zijn.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze
en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Afhankelijk aantal criteria
dat mist
Voldoet aan alle
criteria
De meeste
voorberekeningen
en antwoorden /
voorstellen zijn
correct
-16-
Alle voorberekeningen Voorbereiding
en antwoorden/
Theorie
voorstellen zijn correct.
experimentele
resultaten komen altijd
overeen met
theoretische
verwachtingen
-40Is buitengewoon
efficiënt
-15-
- 0 - 10Niet voldaan
Voldoet niet aan minstens
één criterium:
-12voldaan Voldoet aan alle
criteria
-0-,
-6-, -12- of
-18Loopt vaak uit
-24-
experimentele
resultaten komen
meestal overeen
met theoretische
verwachtingen
-32-
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
- 0-5 -
-8-
-10-
Niet voldaan
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat
anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en
conclusie kunnen begrijpen.
Totaal aantal punten
237
Uitmuntend
Aantal
punten
-20-
Labwerk
Praktijk
Voldaan
Niet voldaan
3.2.1., 3.2.2., 3.2.3., 3.1.4., De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de
5.2.3., 6.2.1.
geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met
betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze
een foutendiscussie uit.
5.2.3., 6.2.1.
Datum: …………………………………….
Voldaan
Voldoet niet
De resultatenanalyse, conclusie en
foutendiscussie
bevatten fouten.
De resultatenanalyse, conclusie
en foutendiscussie
zijn juist.
-0-5-
-8-
-10-
De resultatenanalyse,
conclusie en
foutendiscussie zijn
juist en buitengewoon
helder.
-15-
-0-5-
-6-
-8-
-10-
Labjournaal
Meetrapport
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten/ 10 en overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
238
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag course 6M: Biodiscovery
Naam:
Gerelateerd aan
comp./
indicator
6.2.1.
1.2.2, 1.2.5.
1.2.3.
2.2.1
2.2.1
2.2.1
4.1.3
1.2.3., 2.2.1
3.2.1.,
6.2.1.
3.2.1.
3.1.2
3.1.4.
3.2.3.
3.2.2
3.2.4.
6.2.1.
6.2.1.
6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
…………………………………………. Klas: ……………….
Beoordelingscriteria
Datum:
Max aantal
punten
Inhoud (max 90 pt)
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
Inleiding (max 15 pt)
Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit.
Plaatst dit in de overkoepelende context.
Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen
/hypotheses van het onderzoek.
Legt de strategie om het doel te bereiken uit.
10
2
2
4
Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende
methodes.
Materiaal en Methodes (max 5 pt)
Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze
zou kunnen herhalen.
De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele
controles.
Resultaten (max 40 pt)
Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment
met de beknopte beschrijving van het doel van het
(deel)experiment.
Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar
afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is.
Verbindt en verheldert de resultaten (in de tabel) in de tekst.
(minder dan 3 punten: k.o.)
Volgende resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd:
 kweekresultaten / antibiotica productie;
 16S PCR/Gel electroforese;
 Bio-informatica.
(minder dan 9 punten totaal: k.o.)
Discussie (max 10 pt)
Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op
basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
7
Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de
resultaten van de experimenten.
Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen
en literatuurwaardes.
Conclusie (max 10 pt)
Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t.
de onderzoeksvragen.
Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken
conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het
onderzoek.
Schrijfvaardigheden (max 10 pt)
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.
4
2
3
8
8
6
6
6
6
4
2
5
5
Voldaan/
niet voldaan
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte
richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal
en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie,
Bronnenlijst.
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat
dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.*
Voldaan/
niet voldaan
Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode).
Voldaan/
niet voldaan
Cijfer (aantal punten / 10)
239
10
……………….
Behaald
aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en
minstens 55% van de punten behaald zijn.
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
240
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Titel OWE
OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
M7
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en medisch laboratoriumonderzoek,
studierichting Medisch
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
N.v.t.
Presentatie (Pr)
Opdracht kwaliteitszorg (Opdr)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE1-4
OWE 4 (B&M) is gevolgd of MLO diploma.
Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica
Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid van de praktijklessen verplicht.
Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid van de tutorlessen verplicht.
Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist
aan het tot stand komen van dit product.
Toegepast onderzoek wordt uitgevoerd op het gebied van de
laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie en hematologie). In deze OWE staat
het bloed centraal en gaat het om verbanden te leggen tussen de klachten van de
patiënt, de gestelde diagnose en de laboratoriumonderzoeken die uitgevoerd
kunnen worden. Aan de hand van een aantal casussen met een bepaald
ziektebeeld, komen de volgende vragen naar voren:
hoe (dis)functioneert het menselijk lichaam;
welk onderzoek wordt uitgevoerd, welke gegevens levert dit onderzoek op;
waarom wordt dit onderzoek uitgevoerd in relatie met het (dis)functioneren van
het lichaam;
hoe wordt het onderzoek, gevalideerd en hoe wordt de betrouwbaarheid van de
meetresultaten en/of de analyses bepaald.
Niet enkel het uitvoeren van een analyse of een omschreven onderzoek maar ook
het betrekken van klinische gegevens bij de uitvoering en (tussentijdse)
interpretatie van de onderzoeken en het leggen van verbanden tussen de medische
vraagstelling en de (tussentijdse) onderzoeksresultaten zijn belangrijke aspecten in
het onderzoek. Daarbij dient men zich te realiseren dat het onderzoek betrouwbaar
dient te zijn.
- Experimenteren
- Resultaten analyseren
- Kwaliteitszorg
- Beheer en administratie
- Presenteren/Rapporteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken
- Leiding geven/ coachen
- Sturen van de professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
Deeltentamens
M7-T
Thematoets (T)
M7-K
Kennistoets (K)
M7-P
Praktijk (P)
M7-Pr
Presentatie (Pr)
M7-Ok
Opdracht kwaliteitszorg (Ok)
M7-IPV
IPV
241
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
Frequentie (deel)tentamens
Eindcijfer: (T+ P+ Pr+ K)/4
Opdracht kwaliteitszorg en IPV moeten afgevinkt zijn met
voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5
zijn.
Periode 3, herkansing periode 4, of
in geval van voldoende studenten voor spiegeling van
courses 7M en 8M: periode 4, herkansing in periode 4.
M7-K (Biochemie III, Immunologie III) wordt afgenomen in
periode 3, herkansing in periode 4.
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
15.
16.
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
Voor deelname aan de workshops SCV en aan
deeltentamens IPV en P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
 Hoffmann, J.J.M.L., Peters, F.P.A.M.N., Schneeberger, P.M., Slabbers, G.H.P.R.
(2012). Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek, (2e druk), Houten:
Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN: 9789031389926
 Hoffmann, J.J.M.L., et al, (2006). Hematologie, (2e druk), Utrecht: Synthax Media.
ISBN: 9789077423257
 Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson
Education. ISBN: ISBN: 9780321558237
 Reece. J.B., (2014). Campbell Biology, (10th edition). New York, NY: Pearson
Education. ISBN: 9780321739759
 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten:
Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631
 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2012). Principles Of Medical Biochemistry, (3rd
ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN:
9780323071550
 Laan, A., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax Media.
ISBN: 9789077423813
 Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004). Zakwoordenboek der
geneeskunde, Amsterdam: Reed Business Education (voorheen: Elsevier Gezondheidszorg). ISBN: 9789062284207
 Pekelharing, J.H., et al (2009 ). Handboek medische laboratoriumdiagnostiek,
Houten: Prelum Uitgevers. ISBN: 9789085620136
 Reed, R., Holmes, D.A., Weyers, J., Jones, A.M. (2013). Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th ed.) New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN:
9781408245521
 Houwelingen, J.C., (2009). Inleiding tot de medische statistiek, Amsterdam: Reed
Business, ISBN: 9789063480097
Scholar
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint en video.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Enzymen
Biochemie III
Enzymkinetiek
Enzymatische analyses
Spectrofotometrie
Plasmaeiwitten
Zuurstoftransporters
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
Enzymatische analyses
UV-VIS spectrometrie
HPLC
Vlamfotometrie
Ondersteunend vak
Klinische chemie praktijk
242
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Elektroforese
Hematologische bepalingen
Hematomorfologie
Moleculaire diagnostiek
Diagnostiek van streptokokken
Werkwijze: practicum
Cytokines
Bloedgroepen
Antiserum
Immunologische technieken, principes en
achtergronden (immunofluorescentie,
labelingstechnieken,, immuunelectroforese,
single radial immuno diffusion,
precipitatiereacties, agglutinatiereacties,
ELISA)
Ondersteunend vak
Immunologie III
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
Gemiddelde en standaarddeviatie
Soorten fouten bij kwantitatieve analyses,
willekeurige en systematische fouten
Steekproeven en
betrouwbaarheidsintervallen
Betrouwbaarheidsintervallen
Toetsen van hypothesen en significantie
Verschillende t-toetsen
F-toets
ANOVA
Ondersteunend vak
Statistiek
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
SOP
Kwaliteitshandboek
1e,2e,3e lijns controle
Workshop
Kwaliteitszorg
19.
Les- /
Contacturen
Workshop
Hematomorfologie
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
Morfologie en cytometrie van de rode en
witte bloedcellen
Workshop
Hemostase
Werkwijze: workshop
Achtergronden en laboratoriumdiagnostiek
van bloedstolling (APTT/PT)
Workshop SCV
Werkwijze: workshop
Interviewtechnieken
Beoordeling in OWE8M
Werkwijze: training
Geprogrammeerde contacturen:
20,1 lesuren per week; 141 lesuren per periode = 105,75 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 314.25 klokuren
20.
Onderwijsperiode
21.
Maximum aantal
deelnemers
Totaal 420 klokuren
Periode 3
Ook in periode 4 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course 7M
en 8M.
n.v.t.
243
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde (M7)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M7-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel Schriftelijk
Open vragen
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 2 experimenteren
Uitvoering
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3 Resultaten Analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere
deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering
van het onderzoek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels.
De student:
 heeft kennis van de samenstelling van het bloed; de
student kan de bloedcellen benoemen en herkennen
in microscopische preparaten, de student kan de functie van de bloedcellen benoemen, heeft kennis van en
inzicht in afwijkingen van bloedcellen;
 heeft kennis van en inzicht in infecties in het bloed;
 kan de belangrijkste eiwitten in het bloed benoemen,
de student kan het verschil uitleggen tussen serum en
plasma;
 heeft kennis van en inzicht in het bloedstollingsproces
en afwijkingen in dit proces. De student kan het
bloedstollingsproces beschrijven en voorbeelden
noemen van afwijkingen in het proces en aangeven
waar in het proces de afwijking plaatsvindt;
 heeft kennis van en inzicht in het zuur-base evenwicht
in het bloed, afwijkingen van dit evenwicht en compensatiemechanismen. De student kan aan de hand
van labuitslagen aangeven of er sprake is van een
normale of afwijkende zuur-base status van de patient, de student kan de betekenis geven van de begrippen alkalose en acidose en kan aangeven of er
sprake is van compensatie;
 kan de Henderson-Hasselbalch vergelijking opschrijven en met deze vergelijking werken;
 heeft kennis van en inzicht in bloedgassen, en kan
afwijkende bloedgaswaarden herkennen;
 kan op basis van bloedwaarden afwijkingen in de
samenstelling van het bloed, bloedgassen, zuurbaseevenwicht, bloedstolling, hartwerking of nierfunctie
beschrijven;
 heeft kennis van laboratoriumtechnieken waarmee
afwijkingen (in bloedwaarden) gemeten kunnen worden (fluorescentie)spectrometrie, eiwit-electroforese,
vlamfotometrie, hematologische bepalingen,HPLC,
microbiologische bepalingen, moleculair biologische
bepalingen (DNA isolatie, PCR, restrictie analyse), kan
de principes van de experimenten uitleggen en kan
aangeven en beargumenteren welke techniek voor
In de context van:
Hematologie
Klinische chemie
244
Waardering /
Cesuur
exa
Examinator
Voor een voldoende (5.5)
moet 55% van de punten
behaald zijn.
2 examinatoren voor
toets constructie en
evaluatie.
Toetsmatrijs:
40-50% Hematologie en
klinische chemie
40-50%
laboratoriumtechnieken
10-15% statistiek
5-10% Veiligheid.
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
welk doeleinde het meest geschikt is;
is op de hoogte van verwerking van afval op het
laboratorium;
 kent de veiligheidsregels die op het laboratorium
gelden en kan deze toepassen;
 kennis van de statistische analyses van gemeten
waarden;
 kan een nulhypothese en de alternatieve hypothese
opstellen;
 kan bepalen welke toets je het beste kunt gebruiken
om een hypothese te toetsen;
 kan de one-sample t-test handmatig uitvoeren;
 kan de betekenis van een p-waarde op de juiste wijze
gebruiken;
 kan juiste conclusies trekken over hypothesen m.b.v.
Excel computeroutput;
 heeft kennis van het ABO bloedgroepsysteem en kan
dit toepassen in vraagstukken;
 heeft kennis van precipitatie en agglutinatie;
 kan de principes uitleggen van hier genoemde immunologische technieken en heeft inzicht in de toepassing van deze technieken, waarbij antilichamen
gebruikt worden. Precipitatie techniek bij Ouchterlony en immuunelectroforese, technieken met gelabelde antilichamen, zoals aantonen cellen/organellen met immuunkleuring; aantonen of
bepaling concentratiestoffen mbv ELISA; scheiden
van cellen mbv Flow Cytometrie;
 heeft kennis van enzymkinetiek en kan berekeningen
maken die betrekking hebben op enzymkinetiek;
 kan enkele belangrijke plasmaproteinen benoemen
en kent de werking van het bloedbuffersysteem;
 kan de werking uitleggen van het zuurstoftransport
door zuurstof transporterende proteinen zoals
hemoglobine en myoglobine.
Immunologie III
De student:

heeft kennis van het ABO bloedgroepsysteem en kan
dit toepassen in vraagstukken;
 heeft kennis van precipitatie en agglutinatie;
 kan de principes uitleggen van hier genoemde
immunologische technieken en heeft inzicht in de
toepassing van deze technieken, waarbij antilichamen gebruikt worden. Precipitatie techniek bij Ouchterlony en immuunelectroforese, technieken met ge
Code:
M7-K
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel Schriftelijk
Multiple Choice Open
vragen
Kennis en inzicht in:
Immunologie
245
Voor een voldoende (5.5)
moet 55% van de punten
behaald zijn.
2 examinatoren voor
toets constructie en
evaluatie.
Toetsmatrijs:
Biochemie 50%
Immunologie 50%
1 examinator voor de
beoordeling.
Toetscorrectie: Docent
immunologie (onderdeel
immunologie), Docent
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Biochemie
Ondergrens:
5,5
Code:
M7-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Praktijk
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen wordt;
maakt oplossingen.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat
betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet.
2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten
(multitasking).
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd
uit.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
labelde antilichamen, zoals aantonen cellen/organellen met immuunkleuring; aantonen of
bepaling concentratiestoffen mbv ELISA; scheiden
van cellen mbv Flow Cytometrie.
Biochemie III
De student:
 heeft kennis van enzymkinetiek en kan berekeningen
maken die betrekking hebben op enzymkinetiek;
 kan enkele belangrijke plasmaproteïnen benoemen
en kent de werking van het bloedbuffersysteem;
 kan de werking uitleggen van het zuurstoftransport
door zuurstof transporterende proteinen zoals
hemoglobine en myoglobine.
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course
7M”.
246
biochemie (onderdeel
biochemie)
Voor een voldoende (5.5)
moet 55% van de punten
behaald zijn.
1 examinator voor de
beoordeling
(Coursetrekker/Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M7-Pr
Naam:
Presentatie
Vorm:
Mondeling
Groep
Weging:
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere
deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering
van het onderzoek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels.
4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur.
4.1.3 Gebruikt controles, waarvan het resultaat een
uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de
resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart
deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab
(ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal
(doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze
kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van
een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en beantwoordt
vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of ande-
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier presentatie C7M.
247
Voor een voldoende (5.5)
moet 55% van de punten
behaald zijn.
1 examinator voor de
beoordeling
(Tutor/coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M7-Ok
Naam:
Opdracht kwaliteitszorg
Vorm:
Schriftelijk
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
re visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een geheel;
 gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint
als visuele ondersteuning;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
Competentie 8: Samenwerken in team
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
In de context van:
Casus bloedwaarden klinische chemie
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en beantwoordt
vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een geheel;
 gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint
als visuele ondersteuning;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
In het verslag komen de volgende zaken aan de orde:
 waarom is kwaliteitszorg belangrijk;
 toepassing in de laboratoria;
 bewaking en continuering van kwaliteit.
248
Wanneer het verslag
voldoende is krijgt de
student voldaan.
1 examinator voor de
beoordeling
(Tutor/Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
onderzoek.
Competentie 8: Samenwerken in team
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
Code:
M7-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Onderwerpen:
Kwaliteitszorg in de organisatie
Kwaliteitszorg rond het monster
De studenten maken een overzichtsverslag van de
colleges, maximaal 1 A4.
Competentie 8: Samenwerken
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door het
uitwerken van de weekopdracht die nabesproken
wordt en het doorlezen van de weekopdracht die
voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens
afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of
presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde
aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.);
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de
opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze
helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;
 laat anderen uitpraten en sluit aan bij de
gesprekspartner;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open
voor feedback;
 levert een positieve bijdrage aan het groepsproces
door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief
op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van
de student als positief (SAS)
249
Alle k.o. criteria en 70%
van de overige criteria zijn
nodig voor een “voldaan”.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk course 7M
Naam: ……………………………………………………………………..…
Gerelateerd aan comp/
indicatoren
1.2.3, 2.2.1., 4.1.3., 2.1.3.,
5.2.3., 6.2.1.
11.1.4, 11.2.3
2.2.2.
2.2.1., 2.2.3, 2.2.4.
2.2.5.; 4.1.2., 4.2.1
5.2.3.
Klas: ……………..……………..
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.),
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn
labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze
beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles.
Student heeft een actieve werkhouding, is gemotiveerd.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij
met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.)
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen;
Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij
uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit (multitasking);
Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt
zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de
geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij.
2.1.5.
7.2.2.
7.2.3., 7.3.2
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de
planning uit, ook onder tijdsdruk.
Past zich aan gewijzigde omstandigheden aan.
4.1.1, 5.2.2.
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat
werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter;
signaleert als reagentia bijna op zijn.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze
en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
5.2.1., 5.2.3.
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Afhankelijk aantal criteria
dat mist
Voldoet aan alle
criteria
Alle voorberekeningen Voorbereiding
en antwoorden/
Theorie
voorstellen zijn correct.
- 0 - 10Niet voldaan
-12-
De meeste
voorbere-keningen
en antwoorden /
voorstellen zijn
correct
-16Voldaan -
Voldoet niet aan minstens
één criterium:
Voldoet aan alle
criteria
-0-,
-6-, -12- of
-18-
-24-
experimentele
resultaten komen
meestal overeen
met theoretische
verwachtingen
-32-
experimentele
resultaten komen altijd
overeen met
theoretische
verwachtingen
-40-
Loopt vaak uit
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
-0-
-2-
-3-
Is buitengewoon
efficiënt
-5-
Niet voldaan
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat
anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en
conclusie kunnen begrijpen.
Totaal aantal punten
250
Uitmuntend
Aantal
punten
-20-
Labwerk
Praktijk
Voldaan
Niet voldaan
3.2.1., 3.2.2., 3.2.3., 3.1.4., De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de
5.2.3., 6.2.1.
geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met
betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze
een foutendiscussie uit.
5.2.3., 6.2.1.
Datum: ………..……………………….
Voldaan
Voldoet niet
De resultatenanalyse, conclusie en
foutendiscussie
bevatten fouten.
De resultatenanalyse, conclusie
en foutendiscussie
zijn juist.
-0-5-
-10-
-20-
De resultaten-analyse,
conclusie en
foutendiscussie zijn
juist en buitengewoon
helder.
-25-
-0-5-
-6-
-8-
-10-
Labjournaal
Meetrapport
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten / 10 en overal aan voldaan
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
251
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Presentatie Jaar 2
Naam: …………………………………..
Gerelateerd aan
competentieindicatoren
Klas: …………………….. Datum: …………..
Beoordelingscriteria
Max.
aantal
punten
Gescoord
aantal punten
Nvt
Nvt
nvt
Nvt
Nvt
Nvt
nvt
nvt
Inhoud (totaal aantal punten: 60)
Criteria voor onderzoekspresentatie
Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze:
1.2.3, 1.2.5.
2.2.1, 4.1.3.
3.1.2., 3.2.1.,
3.2.2.
3.2.3., 3.1.4.,
11.1.3, 3.2.4.
-
overkoepelende context
doel
strategie en experimentele uitvoering (inclusief controles)
- resultaten
- conclusie
- discussie in vergelijking met verwachtingen en/of literatuurwaardes.
- discussie van experimentele problemen
- verbetervoorstellen
Criteria voor literatuurpresentatie
1.2.5.
Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context.
1.2.2.
Presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze:
 Casus wordt beschreven
 (Bloed)waarden worden vergeleken met referentiewaarden
 Afwijkende waarden worden genoemd.
 Verklaring voor afwijkende waarden wordt gegeven
 Symptomen en ziektebeeld worden verklaard
 Normaal en afwijkend functioneren van betrokken organen wordt
helder uitgelegd
 Uitleg over de labmethoden die worden gebruikt om de waarden te
bepalen wordt gegeven
De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk
betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld.
Presentatie (totaal aantal punten: 20)
1.2.1, 1.2.2.
6.2.3
6.2.3
8.1.4, 8.2.5
8.2.4



Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart)
Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s
Spreekt op professionele en overtuigende wijze
De dia’s ondersteunen de verbale boodschap.
5
5
5
5
10
5
10
5
10
5
5
5
5
Discussie (totaal aantal punten: 20)
 Voert een vakinhoudelijke discussie
10
 Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner.
5
 Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten.
5
Totaal aantal punten
100
Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10)
10
Feedback
Naam en handtekening beoordelaar
252
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Tentaminering
12.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek
M8
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek,
Studierichting Medisch
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
Interview (I)
Poster (Po)
Onderzoeksverslag (V)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE1-4.
OWE 4 (B&M) is gevolgd of MLO diploma.
Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica
Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht.
Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht.
Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname
vereist aan het tot stand komen van dit product.
Werktitel: Analyse in het medisch laboratorium 2
In deze OWE staat het spijsverteringskanaal centraal en gaat het om verbanden
te leggen tussen de klachten van de patiënt, de gestelde diagnose en de
laboratoriumonderzoeken die uitgevoerd kunnen worden. Aan de hand van een
aantal casus met een bepaald ziektebeeld, komen de volgende vragen naar
voren:
- hoe (dis)functioneert het menselijk lichaam;
- welk onderzoek wordt uitgevoerd, welke gegevens levert dit onderzoek op;
- waarom wordt dit onderzoek uitgevoerd in relatie met het (dis)functioneren
van het lichaam;
- hoe wordt het onderzoek, gevalideerd en hoe wordt de betrouwbaarheid van
de meetresultaten en/of de analyses bepaald.
Niet enkel het uitvoeren van een analyse of een omschreven onderzoek maar
ook het betrekken van klinische gegevens bij de uitvoering en (tussentijdse)
interpretatie van de onderzoeken en het leggen van verbanden tussen de
medische vraagstelling en de (tussentijdse) onderzoeksresultaten zijn belangrijke
aspecten in het onderzoek. Daarbij dient men zich te realiseren dat het
onderzoek betrouwbaar dient te zijn.
- Experimenteren
- Onderzoeksresultaten analyseren
- Kwaliteitszorg
- Beheer en administratie
- Presenteren/Rapporteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken
- Leiding geven/ coachen
- Sturen van de professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren
M8-T
Thematoets (T)
M8-K
Kennistoets (K)
253
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instapvoorwaarden
tentamen
Frequentie (deel)tentamens
M8-P
Praktijk (P)
M8-Po
Poster (Po)
M8-V
Onderzoeksverslag (V)
M8-Iv
Interviewverslag (Iv)
M8-IPV
IPV
M8-HBO
HBO-competentiekaart
M8-Iv
Interviewverslag (Iv)
M8-It
Interviewtechnieken (It)
M8-Ch
Conflicthantering (Ch)
M8-Co
Coaching (Co)
M8-Cop
Coaching opdracht (Cop)
M8-St
Stagevoorbeiding/solliciteren (St)
M8-FG1
Funct.Gespr.1 (FG1)
M8-FG2
Funct.Gespr.2 (FG2)
M8-FGIT
Funct.Gespr.Int.Toets (FGIT)
Eindcijfer: (K + P + T + V ) / 4r
Workshops SCV, beroepsproducten, Interviewverslag, IPV
en HBO competentiekaart moeten afgevinkt zijn met
voldaan.
Deeltentamens Po, K, P, T en V moeten ≥ 5.5 zijn
Blok 4, herkansing blok 4, of in geval van voldoende
studenten voor spiegeling van courses 7M en 8M: periode
3, herkansing in periode 4.
M8-K (Biochemie IV, Immunologie IV) wordt afgenomen in
periode 4, herkansing in periode 4.
13.
Verplichte
literatuur

-




-
14.
Aanbevolen
literatuur


Voor deelname aan de workshops SCV en Ethiek en aan de
deeltentamens IPV en P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
Scholarsite OWE 8M
Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en
kliniek, deel 1, (Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media, ISBN:
9077423427
Stevens, A., Lowe, J., (2005). Human Histology, (3th revised ed.) Maryland
Heights, MO: Elsevier Mosby. ISBN: 9780323036634
Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson
Education. ISBN: ISBN: 9780321558237
Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631
Meisenberg G., Simmons, W.H. (2012). Principles Of Medical Biochemistry,
(3rd ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences).
ISBN: 9780323071550
Laan, A., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax
Media. ISBN: 9789077423813
Hoffmann, J.J.M.L., Peters, F.P.A.M.N., Schneeberger, P.M., Slabbers, G.H.P.R.
(2012). Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek, (2e druk), Houten:
Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN: 9789031389926
Deijen-Visser, van M.P., (2005). Antilichamen als reagens, (2e druk), Houten:
Bohn, Stafleu, Van Loghum. ISBN: 9789077423196
Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004). Zakwoordenboek der
geneeskunde, Amsterdam: Reed Business Education (voorheen: Elsevier Gezondheidszorg). ISBN: 9789062284207
Reed, R., Holmes, D.A., Weyers, J., Jones, A.M. (2013). Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th ed.) New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN:
254
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
9781408245521
15.
16.
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
DNA en RNA structuur en functie
Biochemie IV
Centraal dogma
Genen en chromosomen (prokaryoten en
eukaryoten)
Opbouw chromosomen
Exons en Introns; splicen
Restrictie enzymen
Sequencing
Probes
Reverse transcriptase
Genetic markers
DNA microarrays
Ondersteunend vak
Virologie
Ondersteunend vak
Immunologie IV
Ondersteunend vak
Statistiek
Ondersteunend vak
Histologie
Praktijk
Labtechnieken / studie
keuze voorlichting
Workshop SCV
Werkwijze: hoor/werkcollege
Algemene eigenschappen van virussen
Replicatie van virussen
Diagnostiek van virussen
Virussen en tumoren
Behandeling en preventie van virusinfecties
Classificatie van de virussen en een globale
bespreking van een aantal virussen met de nadruk
op kliniek, risico's en therapie/preventie
Werkwijze: hoor/werkcollege
Auto-immuunziekten
Intolerantie
Allergieën
Werkwijze: hoor/werkcollege
Nauwkeurigheid, juistheid
Prevalentie, gevoeligheid, specificiteit
Het berekenen van de voorspellende waarde van
een positieve of negatieve uitslag
Werkwijze: workshop
Histologie van het spijsverteringskanaal
Werkwijze: hoor/werkcollege
Elisa
Real-time reverse transcriptase PCR
Analyse van microscopische preparaten
AAS
Enzymbepaling
Vitamine bepalingen
Diagnostiek Helicobacter pylori
Cel- en weefselkweek
Voorlichting
Werkwijze: workshop
Interviewtechnieken
255
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Workshop SCV
Ondersteunend vak
ethiek
19.
Les- / Contacturen
20.
Onderwijsperiode
21.
Maximum aantal
deelnemers
Werkwijze: training
Stagevoorbereiding/solliciteren
Werkwijze: workshop
Ethiek
Werkwijze: workshop
Geprogrammeerde contacturen:
22 lesuren per week; 154 lesuren per periode = 116 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 304 klokuren
Totaal: 420 klokuren
Periode 4
Ook in periode 3 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course
7M en 8M.
n.v.t.
256
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek (M8)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M8-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
De student:
 kan de algemene structurele eigenschappen van
virussen benoemen;
 kan de replicatie van de verschillende
(Baltimore) klassen virussen beschrijven;
 kent de principes van de technieken die gebruikt
worden voor de diagnostiek van virussen;
 kan de relatie tussen virussen en tumoren
uitleggen en voorbeelden geven;
 kan de principes beschrijven van behandeling en
preventie van virusinfecties;
 kan van een aantal virussen de structuur,
klinische verschijnselen, risico's en
therapie/preventie beschrijven;
 kan de bouw van het spijsverteringskanaal
beschrijven en schematische tekeningen maken
van de microscopische anatomie van de
organen van het spijsverteringskanaal;
 kan de functie van de organen van het
spijsverteringskanaal beschrijven en aangeven
hoe de bouw van deze organen samenhangt
met hun functie;
 kent de achtergrond en principes van
immunologische lab- technieken;
 kan de organellen in een cel benoemen;
 kan aangeven wat het verschil is tussen
eukaryotische en prokaryotische cellen;
 kan de bouw van het DNA beschrijven en kan
een stukje DNA schematisch tekenen;
 kan de transcriptie beschrijven;
 kent de begrippen introns en exons;
 kan uitleggen wat mRNA processing is en wat de
functie is van mRNA processing;
 kan aangeven wat de genetische code inhoudt;
 kent het Centrale Dogma en kan de volgende
processen beschrijven: transcriptie en
translatie;
 kan aangeven wat de rol is van de ribosomen in
de eiwitsynthese;
Toetsmatrijs Thematoets:
20-30% Achtergronden,principes en
uitvoering van laboratoriumtechnieken
20-30% Bouw en functie
spijsverteringskanaal
20-30% Virologie
10-20% Biochemie
5-10% Immunologie
5-10% veiligheid
5-10% rekenen
0-10% praktijk
0-10% ethiek
0-10% Statistiek
In de context van:
Medische diagnostiek
Medische microbiologie
Histopathologie
Virologie
Klinische chemie
Biochemie
Immunologie
257
Voor een voldoende (5.5) moet 55% van
de punten behaald zijn.
Examinatoren
2 examinatoren voor toets
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M8-K
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 kan de principes uitleggen van de volgende DNA
technieken: DNA technieken: electroforese,
knippen met restrictie enzymen, plakken met
ligase enzymen, maken van recombinant DNA
en cloneren, PCR amplificatie, qPCR, maken van
cDNA met reverse transcriptase en microarrays
(DNA chips);
 weet waar de verschillende DNA technieken in
de moleculaire diagnostiek kunnen gebruikt
worden
 kan voorbeelden noemen van verworven
stoornissen van de afweer;
 kent de invloed van voedsel, ziekten en
genotsmiddelen op het afweersysteem;
 kan de immunologische mechanismen van
allergie en overgevoeligheid uitleggen, m.n.
type I tm IV (Gell en Coombs)
overgevoeligheidsreacties;
 heeft kennis van auto-immuniteit,
immunologische tolerantie, de verstoring
hiervan en het effect op het lichaam;
 kan de predictieve waarde van een positief
testresultaat berekenen;
 kan de predictieve waarde van een negatief
testresultaat berekenen;
 kan de specificiteit van een test bepalen;
 kan de sensitiviteit van een test bepalen;
 begrijpt wat de rol is van prevalentie,
sensitiviteit van een test en specificiteit van een
test;
 kan klinische gegevens interpreteren in
combinatie met laboratoriumuitslagen;
 kan op basis van laboratoriumuitslagen een
uitspraak doen over een mogelijke afwijking in
het spijsverteringskanaal.
Heeft inzicht en kennis over de cel-en
weefselkweek
De student:
 kent de achtergrond en principes van
immunologische lab- technieken;
 kan de organellen in een cel benoemen;
 kan aangeven wat het verschil is tussen
eukaryotische en prokaryotische cellen;
 kan de bouw van het DNA beschrijven en kan
een stukje DNA schematisch tekenen;
258
Cesuur: 70 %
Toetsmatrijs:
50 % Immunologie
50% Biochemie
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
 kan de transcriptie beschrijven;
 kent de begrippen introns en exons;
 kan uitleggen wat mRNA processing is en wat de
functie is van mRNA processing;
 kan aangeven wat de genetische code inhoudt;
 kent het Centrale Dogma en kan de volgende
processen beschrijven: transcriptie en
translatie;
 kan aangeven wat de rol is van de ribosomen in
de eiwitsynthese;
 kan de principes uitleggen van de volgende DNA
technieken: DNA technieken: electroforese,
knippen met restrictie enzymen, plakken met
ligase enzymen, maken van recombinant DNA
en cloneren, PCR amplificatie, maken van cDNA
met reverse transcriptase en microarrays (DNA
chips);
 kan voorbeelden noemen van verworven
stoornissen van de afweer;
 kent de invloed van voedsel, ziekten en
genotsmiddelen op het afweersysteem;
 kan de immunologische mechanismen van
allergie en overgevoeligheid uitleggen, m.n.
type I tm IV (Gell en Coombs)
overgevoeligheidsreacties;
 heeft kennis van auto-immuniteit,
immunologische tolerantie, de verstoring
hiervan en het effect op het lichaam;
Schriftelijk
Multiple choice
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M8-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
1.2.3. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende
hypotheses.
1.2.4. Integreert informatie om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles).
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk
course 8M”.
Voor een voldoende (5.5) moet 55% van
de punten behaald zijn.
Voor praktijk: 'IJzer in Volbloed 'wordt ook het plan
van aanpak beoordeeld volgens het bijgevoegde
beoordelingsformulier werkprotocol.
Plan van aanpak moet voldaan zijn. Zie
beoordelingsformulier werkprotocol.
259
1 examinator voor de
beoordeling (Coursetrekker /
Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
theoretisch verantwoorden.
2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen
wordt; maakt oplossingen.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten (Multitasking).
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.5. Det een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
260
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M8-V
Naam: Onderzoeksverslag
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerend
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten
resulterend in een werkplan dat minimaal 4
praktijklessen bestrijkt.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t.
maakt hiervoor gebruik van statistiek.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier
onderzoeksverslag.
261
Voor een voldoende (5.5) moet 55% van
de punten behaald zijn.
1 examinator voor de
beoordeling
(Coursetrekker/praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Validatie
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
Conclusies en discussie
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie1: Ontwerpen
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Code:
M8-Po
Naam:
Poster
Vorm:
Schriftelijk
Groep
Weging:
0
Beoordeling:
In de context van:
Moleculaire diagnostiek van RNA-virussen met
behulp van RNA isolatie, Reverse Transcriptie,
Real-time PCR
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
Zie onderstaand beoordelingsformulier Poster.
262
Voor een voldoende (5.5) moet 55% van
de punten behaald zijn.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M8-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek.
In de context van:
Virologie en diagnostiek van virale infecties
Competentie 8: Samenwerken
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn
alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit
(k.o.);
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot
de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt
oogcontact;
 laat anderen uitpraten en sluit aan bij de
gesprekspartner;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat
open voor feedback;
 levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief (SAS)
263
Alle k.o. criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een “voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M8-HBO
Naam:
HBO-competentiekaart
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
V (voldaan) of NV (niet
voldaan)
Ondergrens:
Voldaan
Code:
M8-Iv
Naam:
Interviewverslag
Vorm:
Schriftelijk
Groep
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in
productcriteria notulen niveau 2.
Competentie 9: Leiden/ begeleiden
Vergaderen
9.2.1. Stelt een agenda op volgens
standaardformaat en gebruikt deze om
vergadering zelfstandig te leiden.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
Presentatie
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen.
Competentie 8: Samenwerken / communicatie
8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Notulen
Niveau 2’

2 handtekeningen (=voldoende
beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist.
Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan.
Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘leiding
geven aan OGO/PO-groep, niveau 2’

2 handtekeningen (=voldoende
beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist.
Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan.
Zie onderstaand beoordelingsformulier
‘Presenteren Niveau 2’

2 handtekeningen (=voldoende
beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist.
Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
 is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens in een
samenvatting.
Competentie 8: Samenwerken in team
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
Zie onderstaand beoordelingsformulier Interviewverslag.
Interviewverslag wordt afgetekend met
voldaan indien 55% van de punten zijn
behaald.
264
1 voor de beoordeling
examinator (Tutor, SLB,
Vakdocent workshops).
Elke examinator beoordeelt
zijn eigen onderdelen.
De coursetrekker voert
voldaan in, indien de kaart
volledig is ingevuld.
1 examinator voor de
beoordeling (Docent SCV/
coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M8-It
Naam:
Interviewtechnieken
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Code:
M8-Ch
weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt
werkzaamheden met anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Competentie 8: Samenwerken
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2):
- hanteert correcte spelling, grammatica,
zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
- brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten;
- is zich bewust van samenhang tussen
tekstonderdelen;
- opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen.
Competentie 8: Samenwerken / communicatie
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Deelname aan de workshop interviewtechnieken is
verplicht.
Interviewtechnieken wordt afgetekend
met voldaan indien is deelgenomen aan
de workshop.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop).
Deelname workshop conflicthantering is verplicht.
Deelname aan de workshop is verplicht
voor het voldoende afvinken van de
workshop.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop).
Naam:
Conflicthantering
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
265
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Code:
M8-Co
M8-Cop
Naam:
Coaching
Coaching opdracht
Competentie 9: Leiden/ begeleiden
Coaching
9.2.2. Past zijn manier van begeleiden aan, aan het
niveau en persoonlijkheid van zijn medestudent.
9.2.3. Weet anderen te motiveren.
Deelname workshop coaching (wordt afgetekend)
Competentie 8: Samenwerken / communicatie
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling
Geeft eigen competentieontwikkeling vorm
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzameld competentiebewijzen.
Toont Hbo werkhouding
11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student.
Deelname aan workshop
stagevoorbereiding/solliciteren wordt afgetekend.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Toepassen coaching wordt beoordeeld met behulp
van:
Beoordelingsformulier ‘coaching, in te vullen
door gecoachte student’, OF
Beoordelingsformulier ‘coaching, af te
tekenen door SLB-er’
1 handtekening (=voldoende beoordeling) op
HBO-competentiekaart is vereist.
Deelname aan de workshop is verplicht
voor het voldoende afvinken van de
workshop.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop/SLB-er ).
Alle criteria van het
beoordelingsformulier coaching moeten
minimaal beoordeeld zijn met een
voldoende voor een voldoende
beoordeling van de coaching opdracht.
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Code:
M8-St
Naam:
Stagevoorbereiding/solliciter
en
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
266
Deelname aan de workshop is verplicht
voor het voldoende afvinken van de
workshop.
1 examinator voor de
beoordeling (Vakdocent
workshop).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Code:
M8-FG1
M8-FG2
M8-FGIT
Naam:
Funct.gespr.1
Funct.gespr.2
Funct.gespr.Int.toets
Competentie 11: Sturen professionele
ontwikkeling
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzameld competentiebewijzen.
11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten.
Toont Hbo werkhouding
11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student.
Zie onderstaand beoordelingsformulier
Functioneringsgesprekken, niveau 2.
Aan alle criteria moet zijn voldaan voor
een voldoende.
Het functioneringsgesprek in het kader van de
integrale toets propedeuse wordt afgetekend
indien de integrale toets van de propedeuse is
behaald.
Het functioneringsgesprek in het kader
van de integrale toets propedeuse
wordt afgetekend indien de integrale
toets van de propedeuse is behaald.
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
267
1 examinator voor de
beoordeling (SLBer).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk course 8M
Naam: ………………………………………………………………….………..
Gerelateerd aan comp/
indicatoren
1.2.3, 2.2.1., 4.1.3., 2.1.3.,
5.2.3., 6.2.1.
11.1.4, 11.2.3
2.2.2.
2.2.1., 2.2.3, 2.2.4 2.2.5.;
4.1.2., 4.2.1
5.2.3.
Klas: …………………………
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.),
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn
labjournaal genoteerd en Kan vragen over de methode en werkwijze
beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles.
Student heeft een actieve werkhouding, is gemotiveerd.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij
met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.)
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen;
Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij
uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit (multitasking);
Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt
zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de
geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij.
2.1.5.
7.2.2.
7.2.3., 7.3.2
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de
planning uit, ook onder tijdsdruk.
Past zich aan gewijzigde omstandigheden aan.
4.1.1, 5.2.2.
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat
werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter;
signaleert als reagentia bijna op zijn.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze
en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
5.2.1., 5.2.3.
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Afhankelijk aantal criteria
dat mist
Voldoet aan alle
criteria
Alle voorberekeningen Voorbereiding
en antwoorden/
Theorie
voorstellen zijn correct.
- 0 - 10Niet voldaan
-12-
De meeste
voorbere-keningen
en antwoorden /
voorstellen zijn
correct
-16Voldaan
Voldoet niet aan minstens
één criterium:
Voldoet aan alle
criteria
-0-,
-6-, -12- of
-18-
-24-
Experimentele
resultaten komen
meestal overeen
met theoretische
verwachtingen
-32-
Experimentele
Labwerk
resultaten komen altijd Praktijk
overeen met
theoretische
verwachtingen
-40-
Loopt vaak uit
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
-0-
-2-
-3-
Niet voldaan
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat
anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en
conclusie kunnen begrijpen.
268
Uitmuntend
Aantal
punten
-20-
Is buitengewoon
efficiënt
-5-
Voldaan
Niet voldaan
3.2.1., 3.2.2., 3.2.3., 3.1.4., De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de
5.2.3., 6.2.1.
geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met
betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze
een foutendiscussie uit.
5.2.3., 6.2.1.
Datum: …………………..
Voldaan
Voldoet niet
De resultatenanalyse, conclusie en
foutendiscussie
bevatten fouten.
De resultatenanalyse, conclusie
en foutendiscussie
zijn juist.
-0-5-
-10-
-20-
-0-4-
-6-
-8-
De resultaten-analyse, Labjournaal
conclusie en
Meetrapport
foutendiscussie zijn
juist en buitengewoon
helder.
-25-10-
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Totaal aantal punten
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten / 10 en overal aan voldaan
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
269
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Plan van aanpak (ijzer in volbloed m.b.v. AAS)
Naam: ……………………………………………………….………….………..
Klas: …………………………
Datum: …………………..
Plan van aanpak
Ontwerpen van een werkprotocol voor een medisch-analytische bepaling (ijzer in volbloed mbv AAS).
1.2.1., 1.2.2., 1.2.3., 1.2.4. De student identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie
benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden.
7.2.1.
Voldaan
Niet voldaan
De student zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen
voor natuurwetenschappelijk onderzoek
Voldaan
Niet voldaan
De student formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen
met bijbehorende hypotheses
Voldaan
Niet voldaan
De student integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v.
geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur, materialen en
chemicaliën) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles)
Voldaan
Niet voldaan
De student maakt de juiste voorberekeningen
Voldaan
Niet voldaan
De student plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een
werkplan dat ook door andere studenten uitgevoerd kan worden
Voldaan
Niet voldaan
Aan alle 6 criteria voor het werkprotocol moet voldaan zijn als voorwaarde om het bijbehorende experiment uit te voeren.
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
270
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Poster course 8M
Namen (groep): .......................................................
Gerelateerd
aan
competentie/
Klas: .................... Datum: …………….
Beoordelingscriteria
Onvoldoende
Voldoende
Volledig/
goed
0
0
3
4
5
8
0
0
0
0
7
3
7
3
12
6
12
5
1
3
4
1
3
4
1
1
1
3
3
3
4
4
4
Leesbaar op 2 m afstand
Beschrijft gegevens zodat de lezer deze begrijpen
kan; gebruikt hiervoor grafieken en tabellen met een
juiste titel.
Rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt
verwezen naar bronnen in literatuurlijst
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl
1
1
3
3
4
4
1
3
4
1
3
4
Discussie (16 punten)
De student legt de inhoud van de poster helder uit
en beantwoordt vragen.
Bij het beantwoorden van vragen sluit de student
aan bij de vraag.
De student houdt tijdens de discussie oogcontact
met de gesprekspartner.
2
5
8
1
3
4
1
3
4
indicator
6.2.1., 1.2.2
8.1.3.,
8.2.4.,
8.2.5.
Inhoud
Morfologie van het virus
Replicatie van het virus
Interactie van virus met de gastheer (infectie en
immuunreactie)
Ziektebeeld veroorzaakt door het virus
Diagnostiek van het virus
Medicatie en preventie
Opmaak (36 punten)
De opbouw van de poster is conform in het
werkveld gebruikte richtlijnen:
Richtlijnen:
Zo weinig mogelijk tekst maar voldoende voor een
duidelijk verhaal.
Goed leesbaar, leuke achtergrond maar niet
overheersend
Goede pakkende titel
Duidelijke structuur, geen zoekplaatje!
Plaatjes leuken de poster op, niet te overheersend.
Totaal aantal punten
Cijfer (aantal punten / 10)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
271
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Interviewverslag C8M
Namen (groep): .......................................................
Klas: .................... Datum: …………….
Evaluatie criteria
Content
Een lopend verslag, geen vraag antwoord.
Inleiding (doel interview, wie is geïnterviewd door wie en een
overzicht van de thema's uit het verslag).
Inhoudelijke beoordeling van de thema's.
De tekst is ingedeeld in thema’s, die voorzien zijn van een titelkopje.
Afsluiting met daarin van iedere student een persoonlijke conclusie
(wat heeft dit interview mij opgeleverd voor de verdere keuzes in mijn
studie en wat vond ik van het werk van deze laborant/onderzoeker en
deze organisatie wat spreekt mij aan en wat niet).
Stijl
Correct gebruik van spelling, zinsopbouw en interpunctie.
Max aantal punten
Gescoord aantal
punten
V / NV
Knock out
15
V / NV
50
15
10
Juiste indeling in paragrafen en alinea's.
10
Totaal aantal punten
100
Eindbeoordeling: (total aantal punten / 10)
10
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
272
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier onderzoeksverslag course 8M (in de vorm van een
wetenschappelijk artikel)
Naam: …………………………………………. Klas: ……………….
Gerelateerd aan
comp./
indicator
.
1.2.2
1.2.2
2.2.1
2.2.1
2.2.2
3.2.1
1.2.3., 2.2.1
3.1.2, 3.2.2
3.1.2, 5.2.3
3.2.3.
3.2.4
3.2.4.
6.2.1.
6.2.1.
Datum: ……………….
Beoordelingscriteria
Max aantal
punten
Inhoud
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.
Inleiding (max 12 pt)
Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit.
Plaatst dit in de overkoepelende context.
Beschrijft het hieruit volgende doel van het onderzoek.
Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende
methodes:
Real-time PCR
Materiaal en Methodes (max 20 pt)
Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze
zou kunnen herhalen. *
Is een lopend bondig verhaal en geen opsomming van
protocollen en materialen
De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele
controles en markers.
Resultaten (max 20 pt)
Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar
afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is.
(minder dan 6 punten: k.o.)
Resultaten dienen zowel in woord als in beeld beschreven te
zijn.
Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment
met de beknopte beschrijving van het doel/de reden van het
(deel)experiment.
Geeft een korte conclusie/interpretatie van de PCR/gelelectroforese resultaten zodat de beschrijving van het volgende
experiment logisch aansluit.
Discussie (max 13 pt)
Herhaalt het doel van het onderzoek en de hiervoor
uitgevoerde experimenteren.
Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op
basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Concludeert op basis van resultaten en conclusies van
deelexperimenten over de centrale onderzoeksvraag.
Vergelijkt en bediscussieert deze met verwachtingen en
literatuurwaardes.
Conclusie (max 10 pt)
Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t.
de onderzoeksvragen.
Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken
conclusies voorstellen voor vervolgexperimenten.
Schrijfvaardigheden (max 20 pt)
Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte
richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal
en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie,
Bronnenlijst.
273
5
5
3
4
10
5
5
12
k.o.
5
3
5
5
3
5
5
5
5
Behaald
aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
6.2.1.
1.2.2., 6.2.1.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat
dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.*
5
Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode).
5
100
Cijfer (aantal punten / 10)
Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en
minstens 55% van de punten voor criteria gemarkeerd met * behaald zijn.
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
274
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 2
Naam: ………………………………………………..…………..
Klas: ……………….Datum: ……………….
niet voldaan
9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om
vergadering zelfstandig te leiden:
Agenda:
Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld.
De agenda is volgens afspraken op tijd verspreid.
De agenda omvat de gewenste bespreekpunten en is overzichtelijk.
Voorzitterschap:
De student leidt de agenda in en bewaakt de agenda.
De student geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te
houden.
De student vat belangrijke punten regelmatig samen.
Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt en laat deelnemers
standpunten inbrengen.
De student stimuleert dat iedereen naar elkaars standpunten luistert.
Zorgt dat er besluiten worden genomen en afspraken genotuleerd worden.
Eindoordeel
(Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening tutor
275
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Notulen Jaar 2
Naam: …………………………………………….……..…..
Klas: ……………….
Competentie 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in
productcriteria notulen niveau 2:
Vermelding:
Aanwezigen, datum, plaats, tijd vergadering, voorzitter en
notulist.
Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt.
Iemand die niet bij de vergadering is geweest moet de kern er
uit op kunnen maken.
Informatie is in heldere taal weergegeven.
Actielijst is toegevoegd.
Notulen zijn volgens afspraken op tijd verspreid.
Eindoordeel
(Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening tutor
276
niet voldaan
Datum: ……………….
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan
(afvinken op competentiekaart)
Naam: ……………………………..…………..……….. Klas:………………….
Gerelateerd aan
comp.
indicatoren
Datum: ………………………..
Beoordelingscriteria
Niet
voldaan
Inhoud:
Criteria voor onderzoekspresentatie
n.v.t.
De student geeft het doel van de presentatie aan.
De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk
correct.
Presentatie:
6.2.3
 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht
de opbouw van de presentatie aan het begin toe.
 De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past
correcte spelling en grammatica toe.
 Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende
wetenschappelijke terminologie.
 Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie.
 Maakt oogcontact met het publiek.
 Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar.
6.2.3,
8.1.4, 8.2.5
Discussie:
 Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek.
 Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner.
Eindbeoordeling
Alle criteria zijn voldaan
Feedback
Naam en handtekening beoordelaar
277
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP, niveau 2.
Naam: ………………………………………………………………….
Klas: ………………………
POP niveau 2
Goed
INHOUD
Er is een persoonlijke sterkte- zwakte analyse gemaakt.
Gemotiveerd wordt aan welke competenties de student
expliciet wil werken.
Persoonlijke leervragen of leerdoelen zijn SMART uitgewerkt.
Er is een actieplan.
De resultaten worden in de vorm van producten beschreven.
Het tijdspad is reëel.
VORM
Heldere stijl van formulering.
POP ziet er verzorgd uit.
Eindoordeel
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
278
Datum: …………………
Voldoende
Onvoldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 2
Naam: …………………………………………………………..
Competentie-indicator
Klas: ……………….
Beoordelingscriterium
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en
houdt zich aan hieraan.
De student maakt zelfstandig afspraken, komt
deze na en heeft zich voorbereid.
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens
POP en verzamelt
competentiebewijzen.
De student kan aantonen dat hij/ zij actief aan
de in zijn/haar POP beschreven leerdoelen
gewerkt heeft.
5.2.3.Beheert en archiveert gegevens
in labjournaal en i.v.t. andere
manieren zodat anderen deze kunnen
begrijpen.
11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert)
op eigen handelingen en leerproces;
leert van zijn fouten.
In het portfolio zijn de documenten
overzichtelijk gearchiveerd en duidelijk
gekoppeld aan de competenties die ermee
bewezen worden.
De student kijkt methodisch kritisch terug naar
zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is
gegaan en wat minder goed, benoemt de
oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar
eigen handelen en formuleert hoe hij/ zijn hier
in de toekomst mee om wil gaan. Hij/zij
reflecteert zowel op studiehouding als op
beroepscompetenties.
De student toont een actieve houding en
motivatie.
Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn
studie en kan zich daarbij aanpassen aan
verschillende omstandigheden. Hij/zij handelt
integer.
11.2.5. Toont hbo-werkhouding:
handelt integer, past zich snel aan,
toont doorzettingsvermogen en is
gemotiveerde student.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn)
Feedback:
Naam en handtekening SLB-er:
279
Datum: …………….
Niet voldaan
Voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier coaching
In te vullen door SLB-er
Naam: ………………………………………………………………… Klas: ………………
Goed
Beschrijving van activiteiten en daarbij horende verantwoording
besteedde uren.
Student heeft minimaal 10 uur aan coaching besteed.
N.v.t.
Ingevulde evaluatieformulier(en) zijn aanwezig.
N.v.t.
Het coachingsverslag ziet er verzorgd uit.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach bereidde de bijeenkomst(en) goed voor.’ En geeft hierbij
een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te
passen aan mijn niveau.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach was goed in staat mij te motiveren.’ En geeft hierbij een
voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach luisterde goed naar mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach stelde vragen aan mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd
op: ‘De coach liet mij uitpraten.’ En geeft hierbij een voorbeeld.
Student heeft twee tips en twee tops geformuleerd naar aanleiding van
het coachingstraject.
Eindoordeel
Feedback
Naam en paraaf SLB-er
280
Datum: ……………..
Voldoende
Onvoldoende
Niet
aanwezig
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier coaching, niveau 2 (in te vullen door gecoachte).
Naam student: ……………………………….
Klas: …………………………
Goed
Datum: …………………………………..
Voldoende
De coach bereidde de bijeenkomsten goed
voor.
De coach was goed in staat om zijn manier
van begeleiden aan te passen aan jouw
niveau.
De coach gaf constructieve feedback.
De coach was goed in staat om mij te
motiveren.
De coach daagde mij uit om te leren van
mijn fouten.
Met de coach kon ik goede afspraken
maken.
Eindoordeel
281
Onvoldoende.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1
2
3
4
5
6
7
8
Titel OWE
Code
Opleiding
Doelgroep
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale beroepstaak
(Beroeps) Producten
Studiepunten,
Studielast
Samenhang met
andere OWE’s
Ingangseisen
9
Algemene
omschrijving
10
Competenties
11
Beoordelingscriteria
12
Tentaminering
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1
M9
Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek,
studierichting Medisch, afstudeerrichting medische microbiologie, niveau 3
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
n.v.t.
Literatuurverslag (L)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit
OWE 5-8, met name OWE 6 (Medische diagnostiek: bacteriële infecties)
De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend.
OWE 6M en OWE 8M zijn met redelijk succes gevolgd en er is voldaan aan
de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE6.
Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij de praktijklessen
verplicht. Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen
verplicht. Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en
deelname vereist aan het tot stand komen van dit product.
In OWE 6 uit het 2e studiejaar van de medische opleiding is kennis gemaakt
met de medische microbiologie. In het derde studiejaar, tijdens de
specialisatie van de major medische microbiologie, vindt een verbreding en
verdieping plaats van de theoretische kennis en van de theoretische en
praktische vaardigheden op het gebied van de medisch microbiologische
diagnostiek. Daarbij is er ook aandacht voor serologische technieken en
voor moleculair biologische technieken.
De nadruk in deze OWE ligt op het zelfstandig uitvoeren van diagnostisch
onderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een verscheidenheid aan
technieken en waarbij een beroep wordt gedaan op een gedegen kennis
van dit vakgebied.
-Experimenteren
-Resultaten analyseren
-Kwaliteitsbeheer
-Beheer en administratie
-Rapporteren en presenteren
-Planmatig en projectmatig werken
-Samenwerken in team
-Professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor kenmerken deeltentamens, beoordelingscriteria,
competenties en indicatoren
Deeltentamens
M9-P
Praktijk (P)
M9-T
Thematoets (T)
M9-K
Kennistoets (K)
M9-L
Literatuurverslag (L)
M9-IPV
IPV
Weging
Eindcijfer: (2*T + 2*K+ 2*P+L)/7
Compensatiemogelijkheden
Instapvoorwaarden tentamen
Frequentie (deel)-tentamens
282
IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en
cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn.
Periode 1, herkansing periode 2.
Voor deelname aan deeltentamens IPV
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
en P is er maar één kans per studiejaar
(OER art. 7.3)
13
Verplichte literatuur
14
Aanbevolen literatuur
15
16
Software
Overig materiaal
17
18
Activiteiten
Werkvormen
 Praktijkhandleiding
 Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2008). Exact Communiceren, (6e
druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
 Washington, C.W., Allen, S.D. (2006). Koneman’s Color Atlas and Textbook of Diagnostic Microbiology, (6th revised ed.) Philadelphia PD: Lippincott Williams & Wilkins. ISBN: 9780781730143
 Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium
en kliniek, deel 1, (Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media,
ISBN: 9077423427
 Mutsaers, J.A.E.M., e.a. (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en
kliniek, deel 2, (Heron reeks), (4e herziene druk), Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423431
 Polderman A.M., (2005). Medische Parasitologie,(Heron reeks),
Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9077423141
 Shors T., (2013). Understanding Viruses, second edition Burlington MA:
Jones and Bartlett Publishers, ISBN: 9781449648923
 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN:
9789077423950
 Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004).
Zakwoordenboek der geneeskunde, Amsterdam: Reed Business
Education (voorheen: Elsevier Gezondheidszorg). ISBN:
9789062284207
 Kirchmann, L.L., Kirchman, L.L., (2012). Anatomie en fysiologie van de
mens, (17e herziene druk), Amsterdam: Reed Business, ISBN:
9789035234550
Scholar
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint en video.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Antimicrobiële middelen
Algemene microbiologie
Infectiepreventie en ziekenhuishygiëne
Kwaliteitszorg
Werkwijze: hoorcollege/werkcollege
Speciële virologie
Ondersteunend vak
Virologie
Werkwijze: hoorcollege/werkcollege
Ondersteunend vak
Mycologie
Algemene en specifieke Mycologie
Werkwijze: hoorcollege/werkcollege
Ondersteunend vak
Parasitologie
Algemene en specifieke Parasitologie
Werkwijze: hoorcollege/werkcollege
Ondersteunend vak
Moleculaire diagnostiek
PCR, probes en primers
In situ hybridisatie
Real time PCR en multiplex-PCR
Sequencing
Moleculaire diagnostiek in de medische
microbiologie
Toepassing bioinformatica tools
Werkwijze: hoorcollege/werkcollege
283
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 Basistechnieken determinatie en
antimicrobiële gevoeligheden.
 Macroscopische en microscopische
morfologie van micro organismen
 Moleculaire diagnostiek
 Medisch microbiologische diagnostiek
van het bloed en bloedvaten
 Medisch microbiologische diagnostiek
van het spijsverteringssysteem
 Virologie
Ondersteunend vak
Praktijk medische
microbiologie
Werkwijze: practicum met ondersteuning
van expert
19
20
21
Les- / Contacturen
Onderwijsperiode
Maximum aantal
deelnemers
Geprogrammeerde contacttijd:
28 lesuren per week; 195 lesuren per periode = 146 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 274 klokuren
Totaal: 420 klokuren
Periode 1
n.v.t.
284
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1 (M9)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE
Deeltentamen
Code:
M9-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Indicatoren
Beoordelingscriteria
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten
resulterend in een werkplan dat minimaal 4
praktijklessen bestrijkt.
Competentie 10: Adviseren
10.2.1. Vertaalt wensen naar praktische eisen.
Infectiepreventie en ziekenhuishygiëne:
De student:
heeft kennis van sterilisatie en desinfectie
met fysische en chemische middelen.
heeft kennis van gebruik en toepassing van
fysische en chemische middelen.
kan enkele methoden ter controle van sterilisatie- en een desinfectieprocessen benoemen.
is bekend met de principes van
epidemiologisch onderzoek.
kent de bronnen van besmetting.
kan de besmettingsroutes benoemen.
kan de belangrijkste factoren benoemen die
een rol spelen bij het ontstaan van ziekenhuisinfecties.
is bekend met de epidemiologie van ziekenhuisinfecties.
kan diverse typen ziekenhuisinfecties benoemen.
is op de hoogte van de preventie van ziekenhuisinfecties.
kent de rol van het bacteriologisch laboratorium.
Antimicrobiële therapie:
De student:
kan de werkingsmechanismen waarop
antimicrobiële middelen op het microorganisme ingrijpen uitleggen.
is bekend met resistentieproblematiek.
kent de moleculair-biologische achtergronden van resistentieontwikkeling.
kan factoren benoemen die de keuze van
antimicrobiële middelen bepalen.
kent het onderscheid tussen therapeutisch en
profylactisch gebruik van antimicrobiële middelen.
kent methoden ter bepaling van de gevoeligheid van bacteriën.
In de context van:
 Risico management en kwaliteitscontrole in de
microbiologie
 Antimicrobiële middelen
 Infectiepreventie en ziekenhuishygiëne
 Kwaliteitszorg
 Algemene en specifieke Mycologie
 Algemene en specifieke Parasitologie
 Algemene en specifieke Virologie
 Moleculaire diagnostiek
 Basistechnieken determinatie en antimicrobiële
285
Waardering /
Cesuur
Thematoets
De contextonderwerpen zijn
representatief verdeeld over de toets:
Toetsmatrijs:
15-25% antimicrobiële middelen
10-20% mycologie
10-20% parasitologie
15-25% virologie
10-15% kwaliteit
10-15% infectiepreventie en
ziekenhuishygiene
0-10% moleculaire diagnostiek
55% van de te behalen punten is een 5,5
(voldoende).
Examinatoren
2 examinatoren voor de
toets constructie en de
evaluatie (Coursetrekker,
Praktijkdocent).
1 examinator voor de
beoordeling
(Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
gevoeligheden.
 Macroscopische en microscopische morfologie
van micro organismen
 Medisch microbiologische diagnostiek
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-
heeft kennis ten aanzien van het spectrum en
werkingsmechanisme van chemotherapeutica
en antibiotica, tuberculostatica en fungistatica.
Virologie:
De student:
kan algemene kenmerken, structuur en
classificaties van virussen benoemen.
kan uitleggen hoe de vermenigvuldiging van
virussen verloopt.
kent transmissieroutes van virussen, pathogenese en de afweer tegen virussen.
is bekend met methoden voor detectie en
analyse van virussen.
kent de methoden van laboratoriumdiagnostiek van virusinfecties.
kan moleculaire technieken in de virologie
benoemen en kent de principes.
kent de werkingsprincipes van antivirale
middelen en vaccins.
kent de kenmerken, ziektebeelden, pathogenese, laboratoriumdiagnostiek, immunisatie
van belangrijke virusinfecties.
kent de kenmerken, ziektebeelden, pathogenese, laboratoriumdiagnostiek, immunisatie
van actuele virusinfecties.
Parasitologie:
De student:
kent de betekenis van de begrippen gastheerparasiet, monoxeen-polyxeen (heteroxeen),
definitieve gastheer-tussengastheer,
trofozoiet-cyste.
is bekend met de principes van diagnostiek:
direct preparaat, kleuringen en
concentratiemethoden.
is bekend met frequent en sporadisch
voorkomende parasieten bij immuun
competente personen.
is bekend met: frequent voorkomende
parasieten bij immuun deficiënte personen.
kent de indeling van protozoa.
kent belangrijke inheemse en uitheemse
protozoa met bijbehorende infecties.
kent de indeling van de flagellata.
kent de belangrijke inheemse en uitheemse
286
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
flagellaten met bijbehorende infecties.
kent de indeling van sporozoa.
kent de belangrijke inheemse en uitheemse
sporozoa met bijbehorende infecties.
kent de indeling van de wormen.
kent de belangrijke inheemse en uitheemse
wormen met bijbehorende infecties.
kan antiparasitaire middelen en hun werkingsmechanismen benoemen.
Mycologie
De student:
is bekend met schimmelinfecties bij de mens.
is bekend met systematiek van schimmels.
is bekend met bouw en voortplanting van
schimmels en gisten.
is bekend met fungistatica en hun toepassingsgebied.
is bekend met methoden waarmee materiaal
van patiënten op schimmels wordt onderzocht.
is bekend met methoden waarmee schimmels worden geïsoleerd en gedetermineerd.
kent de microscopische morfologie van
schimmels en gisten.
is bekend met isolatie-methoden en de
macroscopische morfologie.
is op de hoogte van de kenmerkende eigenschappen voor determinatie.
kent de ziekte resp. de ziektebeelden die
kunnen worden veroorzaakt.
kan microscopische en macroscopische
morfologie beoordelen en op basis hiervan de
schimmels determineren.
is bekend met Speciële mycologie: Candida,
Cryptococcus neoformans, Histoplasma capsulatum, Blastomyces dermatitidis, Coccidoides immitis, dermatofyten, saprofyten.
Kwaliteit
De student:
heeft kennis van kwaliteitszorg van laboratoria
heeft kennis van 1e, 2e en 3e lijns kwaliteitscontroles.
heeft kennis van het kwaliteitssysteem
Moleculaire diagnostiek
-
287
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M9-K
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Multiple Choice
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten
resulterend in een werkplan dat minimaal 4
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student heeft kennis:
van nucleïnezuren
van DNA en RNA isolatie
van technieken om DNA en RNA te analyseren
over primers en primer-ontwerp
over probes en probe-ontwerp
over labels en reporters die gebruikt worden
bij primers en probes
over nucleïnezuur-hybridisatie
over de amplificatie van nucleïnezuren
over de chemie van PCR reacties
over de efficiëntie van PCR reacties
over real-time PCR
over kwaliteit en controles bij PCR-technieken
van DNA sequencen en NGS
van moleculaire diagnostiek in de medische
microbiologie
over typeren en bijbehorende gebruikte
technieken
over verschillende bio-informatica tools
over huidige en toekomstige ontwikkelingen
Moleculaire diagnostiek
De student heeft kennis:
van nucleïnezuren;
van DNA en RNA isolatie;
van technieken om DNA en RNA te analyseren;
over primers en primer-ontwerp;
over probes en probe-ontwerp;
over labels en reporters die gebruikt worden
bij primers en probes;
over nucleïnezuur-hybridisatie;
over de amplificatie van nucleïnezuren;
over de chemie van PCR reacties;
over de efficiëntie van PCR reacties;
over real-time PCR;
over kwaliteit en controles bij PCRtechnieken;
van DNA sequencen en NGS;
van moleculaire diagnostiek in de medische
microbiologie;
over typeren en bijbehorende gebruikte
technieken;
over verschillende bio-informatica tools;
288
Kennistoets
Toetsmatrijs:
100% moleculaire diagnostiek
2 examinatoren voor de
toets constructie en de
evaluatie (Coursetrekker,
Praktijkdocent).
Cesuur: 70%
1 examinator voor de
beoordeling
(Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M9-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
praktijklessen bestrijkt.
Competentie 10: Adviseren
10.2.1. Vertaalt wensen naar praktische eisen.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment
begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken
indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet.
2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde
tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting).
2.3.6. Maakt zich technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters,
pipetten).
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
4.3.2 Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase

over huidige en toekomstige ontwikkelingen.
 Beoordeling Praktijk Niveau 3 (zie beoordelingsformulier)
 Praktijktoets:
 Bestaat uit toets over 2 dagen waarbij kennis,
vaardigheden en inzicht worden getoetst met
betrekking tot:
- bacteriologie; basistechnieken, macroscopische en microscopische morfologie, antimicrobiële gevoeligheden;
- parasitologie; microscopische morfologie;
- infecties van het bloed en bloedvaten;
- infecties van het spijsverteringssysteem.
Beoordeling praktijk volgens beoordelingsformulier praktijk waarbij geldt 55%
van de te behalen punten is een 5,5
(voldoende)
Praktijktoets waarbij geldt 55% van de
te behalen punten is een 5,5 (voldoende)
Cijfer P is het gemiddelde van Beoordeling praktijk (weging 1) en Praktijktoets
(weging 3).
Een 5,5 is een voldoende.
289
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie van
de praktijktoets
(Coursetrekker/Praktijkdocent).
1 examinator voor de
beoordeling van de
praktijktoets
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur)
5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten
resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden.
7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend
in een werkplan van minimaal 4 weken.
In de context van:
Bacteriologie
 Macroscopische en Microscopische morfologie
 Basistechnieken
-determinatie
-resistentie
Parasitologie
 Bloedparasieten
 Intestinale parasieten
-Moleculaire technieken
-Microscopie en concentratietechnieken
Moleculaire diagnostiek
PCR
Sequencing
290
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M9-L
Naam:
Literatuurverslag
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M9-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Individueel
Mondeling
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
Competentie 6: Rapporteren
6.3.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens
internationaal geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 3).
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier Literatuurverslag
55% van de te behalen punten is een
5,5.
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent/coursetrekker).
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn
alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit
(k.o.);
 herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn;
gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af;
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot
de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt
oogcontact;
 houdt het gespreksdoel in het oog;
 laat anderen uitpraten, sluit aan bij de
gesprekspartner en toetst of de boodschap is
overgekomen;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat
open voor feedback;
 levert een positieve bijdrage aan het
Alle k.o. criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een beoordeling
“voldaan”
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
In de context van actuele en toekomstige
ontwikkelingen van technieken en toepassingen in
de medische microbiologische diagnostiek inclusief
de moleculaire diagnostiek en de serologische
diagnostiek
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert open en helder met collega’s en
begeleiders volgens basisregel voor communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen.
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief conflicten actief op te lossen.
8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan.
291
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief (SAS).
292
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk M9
Naam student:……………………………………..…….
Gerelateerd aan
competenties/
indicatoren
2.3.1., 2.2.2.,
2.1.3.,
5.2.3., 6.2.1.
2.2.3
2.3.2.
2.2.1., 2.2.4,
2.2.6.; 4.1.2.
2.3.4.
2.3.5.
2.3.6.
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.),
werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en
voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd
en kan vragen over de methode en werkwijze
beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te
gebruiken controles.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt
oplossingen (i.v.t.)
Studentnr.: ………………….…….
Onvoldoende
Voldoende
Afhankelijk aantal
criteria dat mist
Voldoet aan alle
criteria
- 0 - 8-
-12-
Klas: …………………
Goed
Datum: …………………………………
Uitmuntend
De meeste voorbereAlle voorberekeningen en
keningen en
antwoorden/ voorstellen zijn
antwoorden /
correct.
voorstellen zijn correct
-16-20-
Niet voldaan
Voldaan -
kiest zelfstandig benodigde experimentele controles
De student voert experimenten zodanig uit dat duploen/of triplo-metingen met elkaar overeen komen;
kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de
methode hij/zij uitvoert;
voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te
allen tijde exact wat hij/zij doet
Voldoet niet aan
minstens één
criterium:
Voldoet aan alle
criteria
experimentele
resultaten komen
meestal overeen met
theoretische
verwachtingen
experimentele resultaten
komen altijd overeen met
theoretische verwachtingen
-0-,
-8-, -12- of
-16-
-24-
-32-
-40-
Loopt vaak uit
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
Is buitengewoon efficiënt
-10-
- 0-4 -
-6-
-8-
werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan
deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk
switchen en behoudt overzicht
lost praktische problemen op als het experiment niet
loopt zoals was voorzien (trouble shooting)
2.1.6,
7.2.2.
4.1.1, 5.2.2.
De student voert de experimenten binnen de gestelde
tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk.
De student werkt volgens de veiligheids- en
milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte
apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als
reagentia bijna op zijn.
Niet voldaan
voldaan
293
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
5.2.1., 5.2.3.
3.2.1., 3.1.2.,
3.2.3., 3.1.4.,
5.2.3., 6.2.1.
5.2.3., 6.2.1.
De student codeert en bewaart chemicaliën en
monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar
labjournaal.
De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de
resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd
en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot
het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste
wijze een foutendiscussie uit.
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig
geschreven dat anderen de doelstellingen,
experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie
kunnen begrijpen.
Totaal aantal punten
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Niet voldaan
Voldoet niet
-0-8-
-0-4-
Voldaan
De resultatenanalyse, conclusie
en
foutendiscussie
bevatten fouten.
-12-
De resultatenanalyse, conclusie en
foutendiscussie zijn
juist.
-16-
De resultaten-analyse,
conclusie en foutendiscussie
zijn juist en buitengewoon
helder.
-20-
-6-
-8-
-10-
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
294
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Literatuurverslag M9-L
Naam student: …………………………………..………………….
Student nr.: ………………………………….
Klas: ………………………………….
Datum: ……………………………
Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.
onvoldoende
voldoende
Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar.
Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen.
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8
WEERGEGEVEN IS.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere
voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is.
Lieratuur onderzoek(35
punten)
Competentie
Trefwoord
onvoldoende
Definiëren van
achtergrondinformatie en
aanvullende vragen (1.2.1.,
1.3.2.)
Punten:
bovengemiddeld
De student identificeert de
relevante aspecten van het
onderwerp dat in het review
besproken wordt.
excellent
De selectie van
onderwerpen/aspecten die
besproken worden is zeer
relevant
0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10
Selecteren van literatuur
(1.3.1. (1.2.2.))
voldoende
De student selecteert
natuurwetenschappelijk
literatuur de relevant is voor
het onderwerp.
295
De student verzamelt een
brede selectie aan relevante
literatuur en kan deze in het
verslag correct integreren.
Aantal
gegeven
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
0……….…3……….….…6………..….….9….……………….…10…….…………….…..…12………......……..…..13…..…………………...............15
Samenhang (1.3.5.)
Analyse resultaten(25
punten)
Punten:
De onderwerpen die in het
De manier waarop de review
review besproken worden
verwijst naar de groter context
plaatst de student in een
is zeer logisch en bondig.
grotere context m.b.t
onderzoek en maatschappelijke
betekenis.
0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..……………..……..............10
De discussie van de literatuur is
wetenschappelijk correct.
Wetenschappelijke
discussie
(3.3.5.)
Punten:
Conclusies
(3.3.3)
Punten:
0…………3……….….…6………..….….9….……………….…10…….……………….…..…12………......……..…..13…..………………...............15
De student concludeert over de
stand van de kennis in het
onderzoeksveld, mogelijke
toekomstige vragen en geeft
advies (indien van toepassing)
… en de conclusie is logisch
gebaseerd op de algemene
introductie van het onderwerp
en op verschillende specifieke
aspecten die in het verslag
aan de orde gekomen zijn
0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10
Rapporteren (30 puten)
Schrijven (6.2.1/6.3.1):
spelling, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl:
Punten:
Het rapport bevat weinig maar
structurele fouten m.b.t.
spelling, zinsbouw en/of
schrijfstijl.
Het rapport bevat zeer weinig
fouten m.b.t. spelling,
zinsbouw en/of schrijfstijl.
0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10
Schrijven (6.2.1/6.3.1):
Structuur
Punten:
… en de informatie uit
verschillende bronnen is
logisch gecombineerd
Het review begint met een
algemenen inleiding op het
thema en de onderwerpen die
besproken worden, gevolgd
door een gestructureerde
discussie van de specifieke
onderwerpen. Het rapport
eindigt met een algemene
conclusie gebaseerd op de
specifieke onderwerpen
Er is een goed samenhangende
en logische overgang tussen
de verschillende delen van het
rapport.
0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10
296
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Schrijven (6.2.1/6.3.1):
Afbeeldingen en tabellen
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Afbeeldingen en/of tabellen
worden gebruikt om de
bootschap te visualiseren en te
ondersteunen. Ze bevatten
beschrijvingen die duidelijk
zonder de tekst te moeten
lezen.
0…………1………….…2…………………..3….……..……………………………………………….……4………………………………………..…………...………..5
Schrijven (6.2.1/6.3.1):
Samenvatting
Punten:
De samenvatting is een
afspiegeling van de inhoud van
het rapport.
De samenvatting geeft bondig
de inhoud van het rapport
weer.
…. en wekt het interesse
van de lezer om het hele
rapport te lezen
0…………………2…………………..3….……..………………………………….……4……………………...………..5
Totaal aantal punten (max. 90 punten te behalen)
Aanvullend commentaar
Cijfer student:
Tekst en afbeeldingen dragen
optimaal bij aan het vertellen
van één verhaal.
………… (aantal punten/9)
Naam en paraaf docent:
297
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1
2
3
4
5
6
7
8
Titel OWE
Code
Opleiding
Doelgroep
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale beroepstaak
(Beroeps) Producten
Studiepunten,
Studielast
Samenhang met
andere OWE’s
Ingangseisen
9
Algemene
omschrijving
10
Competenties
11
Beoordelingscriteria
12
Tentaminering
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2
M10
Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek,
studierichting Medisch, afstudeerrichting medische microbiologie niveau 3
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
n.v.t.
Onderzoeksverslag qPCR project (V)
15 stp
420 SBU
Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 9
De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend.
OWE 6M, OWE 8M en OWE9M zijn met redelijk succes gevolgd en er is
voldaan aan de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE6M.
Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht.
Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht.
Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname
vereist aan het tot stand komen van dit product.
Werktitel: Medische microbiologische diagnostiek 2
In OWE 6 uit het 2e studiejaar van de medische opleiding is kennis gemaakt
met de medische microbiologie. In het derde studiejaar, tijdens de
specialisatie van de major medische microbiologie, vindt een verbreding en
verdieping plaats van de theoretische kennis en van de theoretische en
praktische vaardigheden op het gebied van de medische microbiologische
diagnostiek. Daarbij is er ook aandacht voor serologische technieken en voor
moleculair biologische technieken.
De nadruk in deze OWE ligt op het zelfstandig uitvoeren van diagnostisch
onderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een verscheidenheid aan
technieken en waarbij een beroep wordt gedaan op een gedegen kennis van
dit vakgebied.
-Ontwerpen van experimentele opzet
-Experimenteren
-Resultaten analyseren
-Kwaliteitsbeheer
-Beheer en administratie
-Rapporteren en presenteren
-Planmatig en projectmatig werken
-Samenwerken
-Adviseren
-Sturen van de professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor kenmerken deeltentamens, beoordelingscriteria,
competenties en indicatoren
Deeltentamens
M10-P
Praktijk (P)
M10-T
Thematoets (T)
M10-K
Kennistoets (K)
M10-V
Onderzoeksverslag (V)
M10-Pr
Presentatie (Pr)
M10-IPV
IPV
Weging
Eindcijfer: (2*T+ 2*P + 2*K + V + Pr)/8
Compensatiemogelijkheden
Instapvoorwaarden tentamen
IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en de
298
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
13
Verplichte literatuur
14
Aanbevolen literatuur
15
16
Software
Overig materiaal
17
18
Activiteiten
Werkvormen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
cijfers voor de toetsen/beroepsproducten
moeten ≥ 5.5 zijn.
Frequentie (deel)tentamens
Periode 2, herkansing periode 3
Voor deelname aan deeltentamens IPV en
P is er maar één kans per studiejaar (OER
art. 7.3)
 Praktijkhandleiding van de OWE
 Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk).
Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
 Washington, C.W., Allen, S.D. (2006). Koneman’s Color Atlas and Textbook
of Diagnostic Microbiology, (6th revised ed.) Philadelphia PD: Lippincott
Williams & Wilkins. ISBN: 9780781730143
 Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en
kliniek, deel 1, (Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media, ISBN:
9077423427
 Mutsaers, J.A.E.M., e.a. (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en
kliniek, deel 2, (Heron reeks), (4e herziene druk), Utrecht: Syntax Media.
ISBN: 9789077423431
 Polderman A.M., (2005). Medische Parasitologie,(Heron reeks), Utrecht:
Syntax Media. ISBN: 9077423141
 Shors T., (2013). Understanding Viruses, second edition Burlington MA:
Jones and Bartlett Publishers, ISBN: 9781449648923
 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek,
(Heron reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950
 Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004). Zakwoordenboek
der geneeskunde, Amsterdam: Reed Business Education (voorheen:
Elsevier Gezondheidszorg). ISBN: 9789062284207
 Kirchmann, L.L., Kirchman, L.L., (2012). Anatomie en fysiologie van de
mens, (17e herziene druk), Amsterdam: Reed Business, ISBN:
9789035234550
Scholar
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
 Taxonomie en nomenclatuur
Ondersteunend vak
Systematische bacteriologie  Gram-positieve coccen en staven
 Gram-negatieve coccen en staven
 Spirillen en overigen
Ondersteunend vak
Tractus diagnostiek
Werkwijze: hoorcollege / werkcollege
Medisch microbiologische diagnostiek van
verschillende orgaansystemen (tracti); Diverse
serologische bepalingen
Ondersteunend vak
Medische microbiologie
Werkwijze: hoorcollege / werkcollege
 Macroscopische en microscopische
morfologie van micro organismen
 Tractus diagnostiek
Werkwijze: praktijk met ondersteuning van
expert
Ondersteunend vak
qPCR project
Moleculaire diagnostiek van infectieziekten
Werkwijze: praktijk met ondersteuning van
hoorcollege/werkcollege
299
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
19
20
21
Les- / Contacturen
Onderwijsperiode
Maximum aantal
deelnemers
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Geprogrammeerde contacttijd:
27 lesuren per week; 186 lesuren per periode = 140 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 280 klokuren
Totaal: 420 klokuren
Periode 2
n.v.t.
300
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2 (M10)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE
Deeltentamen
Code:
M10-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel, Schriftelijk
Open vragen.
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Indicatoren
Beoordelingscriteria
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.1.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan.
Competentie 10: Adviseren
10.1.1. Vertaalt wensen naar praktische eisen.
De student heeft met bepaling tot bacteriën kennis van:
 Taxonomie;
 Microscopische en macroscopische morfologie;
 Isolatie (eventueel met gebruik van selectieve
voedingsbodems);
 Groeieigenschappen;
 Determinatie, biochemische eigenschappen en
antigene structuur;
 Gevoeligheidsbepaling, te verwachten gevoeligheidspatroon, de gebruikelijke antibiotica die
voor therapie worden toegepast en eventuele
resistentieproblematiek.
In de context van:
 Algemeen;
 Taxonomie en nomenclatuur
 Gram-positieve coccen en staven
 Gram-negatieve coccen en staven
 Spirillen en overigen
 Medisch microbiologische diagnostiek van
verschillende orgaansystemen (tracti)
 Diverse serologische bepalingen
 Macroscopische en microscopische morfologie
van micro organismen
De student is bekend met onderstaande bacteriën:
 Enterobacteriaceae;
 Pseudomonas - Vibrio - Campylobacter - Non fermenters;
 Kleine Aerobe Gram- negatieve staven;
 obligaat Anaerobe bacteriën;
 Gram - positieve kokken;
 Gram - negatieve kokken;
 Gram - positieve staven;
 Mycobacterium;
 Actinomyces en nocardia;
 Mycoplasmatales;
 Spirochetales.
De student heeft kennis van onderstaande infecties per orgaansysteem, met in begrip van (beknopte) symptomatologie, beloop en complicaties:
- Urineweginfecties;
- infecties van de lagere luchtwegen;
- infecties van de hogere luchtwegen;
- infecties van het maagdarmkanaal;
- infecties van het centraal zenuwstelsel;
- infecties van de huid en weke delen;
- intra-abdominale en intra-thoracale infecties;
- infecties van botten en gewrichten;
- infecties van de tractus genitalis;
301
Waardering /
Cesuur
De context-onderwerpen zijn
representatief verdeeld over de toets.
M10-T Thematoets:
60-70% Medisch microbiologische
diagnostiek van verschillende
orgaansystemen (tracti)
10-20% moleculaire diagnostiek
10-20% antimicrobiële middelen
Voor een voldoende (5.5) moet 55% van
de punten behaald zijn.
Examinatoren
2 examinatoren voor de
toets constructie en de
evaluatie (Coursetrekker,
praktijkdocent).
1 examinator voor de
beoordeling (Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M10-K
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- sepsis en endocarditis;
- de epidemiologie van infecties en infectieziekten, zowel binnen als buiten het ziekenhuis;
- de principes van antimicrobiële behandeling en
de talrijke antibiotica en chemotherapeutica
welke daartoe worden gebruikt;
- melding infectieziekten zoals wettelijk is vastgelegd.
De student heeft met bepaling tot bacteriën kennis
van:
 Taxonomie;
 Microscopische en macroscopische morfologie;
 Isolatie (eventueel met gebruik van selectieve
voedingsbodems);
 Groeieigenschappen;
 Determinatie, biochemische eigenschappen en
antigene structuur;
 Gevoeligheidsbepaling, te verwachten gevoeligheidspatroon, de gebruikelijke antibiotica die
voor therapie worden toegepast en eventuele
resistentieproblematiek.
De student is bekend met onderstaande bacteriën:
 Enterobacteriaceae;
 Pseudomonas - Vibrio - Campylobacter - Non fermenters;
 Kleine Aerobe Gram- negatieve staven;
 obligaat Anaerobe bacteriën;
 Gram - positieve kokken;
 Gram - negatieve kokken;
 Gram - positieve staven;
 Mycobacterium;
 Actinomyces en nocardia;
 Mycoplasmatales;
 Spirochetales.
De student heeft kennis van onderstaande infecties per orgaansysteem, met in begrip van (beknopte) symptomatologie, beloop en complicaties:
- Urineweginfecties;
- infecties van de lagere luchtwegen;
- infecties van de hogere luchtwegen;
- infecties van het maagdarmkanaal;
- infecties van het centraal zenuwstelsel;
- infecties van de huid en weke delen;
302
M-10-K Kennistoets:
100% Systematische bacteriologie
Voor een voldoende (5.5) moet 55% van
de punten behaald zijn.
2 examinatoren voor de
toets constructie en de
evaluatie (Coursetrekker,
praktijkdocent).
1 examinator voor de
beoordeling (Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-
Code:
M10-P
Naam:
Praktijk
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses.
1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen (inclusieve vereiste controles.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.2. Maakt voorberekeningen.
2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment
begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken
indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet.
2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde
tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
intra-abdominale en intra-thoracale infecties;
infecties van botten en gewrichten;
infecties van de tractus genitalis;
sepsis en endocarditis;
de epidemiologie van infecties en infectieziekten, zowel binnen als buiten het ziekenhuis;
- de principes van antimicrobiële behandeling en
de talrijke antibiotica en chemotherapeutica
welke daartoe worden gebruikt;
- melding infectieziekten zoals wettelijk is vastgelegd.
Beoordeling praktijk Niveau 3 (zie onderstaand
beoordelingsformulier).
Praktijktoets:
Bestaat uit toets over 2 dagen waarbij kennis,
vaardigheden en inzicht worden getoetst met
bepaling tot:

bacteriologie; basistechnieken, macroscopische en microscopische morfologie;

mycologie; basistechnieken, macroscopische
en microscopische morfologie;

serologie;

tractus diagnostiek.
303
Cijfer P is gemiddelde van Beoordeling
praktijk (weging 1) volgens beoordelingsformulier praktijk (55% van de te
behalen punten is een 5,5)
en Praktijktoets (weging 3) 55% van de
te behalen punten is een 5,5
Beoordeling praktijk moet ≥ 5.5
Beoordeling Praktijktoets moet ≥ 4.5
Voor een voldoende moet het
gemiddelde van praktijk en praktijktoets
volgens bovenstaande weging minimaal
5.5 zijn.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie van
de praktijktoets
(Coursetrekker/Praktijkdocent).
1 examinator voor de
beoordeling van de praktijk
en praktijktoets
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
(trouble shooting).
2.3.6. Maakt zich technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit.
3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid
en betrouwbaarheid.
3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters,
pipetten).
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren
6.3.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 3).
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend
in een werkplan van minimaal 4 weken.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
304
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden.
Code:
M10-V
M10-Pr
Naam:
V: Onderzoeksverslag
Pr: Presentatie
Vorm:
V: Schriftelijk
Groep
Pr: Mondeling Groep
Weging:
V: 1
Pr: 1
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 2)
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen
10.2.2. adviseert over methode nadat meerdere
alternatieven zijn getest en presenteert
onderbouwde keuze
M10-V: Zie onderstaand beoordelingsformulier
onderzoeksverslag
Voor een voldoende (5.5) moet 55% van
de punten behaald zijn.
1 examinator voor de
beoordeling
(Coursetrekker/Praktijkdocent).
Alle k.o. criteria en 70% van de overige
criteria zijn nodig voor een “voldaan
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
M10-Pr: Zie onderstaand beoordelingsformulier
presentatie.
In de context van moleculaire diagnostiek van
infectieziekten.
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M10-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
Voldaan
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Communicatie
Communiceert open en helder met collega’s en
begeleiders volgens basisregel voor communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
De student:
 heeft zich voorbereid op de vergadering door
het uitwerken van de weekopdracht die
nabesproken wordt en het doorlezen van de
weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn
alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit
(k.o.);
 herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn;
gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af;
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot
de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
305
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen.
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief conflicten actief op te lossen.
8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase




verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt
oogcontact;
houdt het gespreksdoel in het oog;
laat anderen uitpraten, sluit aan bij de
gesprekspartner en toetst of de boodschap is
overgekomen;
geeft groeps- en klasgenoten feedback en
staat open voor feedback;
levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS)
306
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk M10-P
Naam student: …………………………………………
Gerelateerd aan
competenties/
indicatoren
2.3.1., 2.2.2., 2.1.3.,
5.2.3., 6.2.1.
2.2.3
2.3.2.
2.2.1., 2.2.4, 2.2.6.;
4.1.2.
2.3.4.
2.3.5.
2.3.6.
Studentnr.: …………………………..
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.),
werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en
voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan
vragen over de methode en werkwijze beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken
controles.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan
voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen
(i.v.t.)
Klas: …………………
Onvoldoende
Voldoende
Afhankelijk aantal
criteria dat mist
Voldoet aan alle
criteria
- 0 - 8Niet voldaan
-12-
Voldoet niet aan
minstens één
criterium:
Voldoet aan alle
criteria
Goed
Datum: …………………………
Uitmuntend
De meeste
Alle
voorberevoorberekeningen en
keningen en
antwoorden/
antwoorden /
voorstellen zijn
voorstellen zijn
correct.
correct
-16-20voldaan -
kiest zelfstandig benodigde experimentele controles
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of
triplo-metingen met elkaar overeen komen;
kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode
hij/zij uitvoert;
voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat
betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar
kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact
wat hij/zij doet
werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze
uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en
behoudt overzicht
experimentele
resultaten komen
meestal overeen
met theoretische
verwachtingen
-0-,
-8-, -12- of
-16-
-24-
Loopt vaak uit
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
- 0-4 -
-6-
-8-
experimentele
resultaten komen
altijd overeen met
theoretische
verwachtingen
-32-40-
lost praktische problemen op als het experiment niet loopt
zoals was voorzien (trouble shooting)
2.1.6,
7.2.2.
4.1.1, 5.2.2.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en
volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk.
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en
laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en
Niet voldaan
307
voldaan
Is buitengewoon
efficiënt
-10-
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn.
5.2.1., 5.2.3.
3.2.1., 3.1.2., 3.2.3.,
3.1.4.,
5.2.3., 6.2.1.
5.2.3., 6.2.1.
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de
resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en
een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel /
de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een
foutendiscussie uit.
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig
geschreven dat anderen de doelstellingen,
experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen
begrijpen.
Totaal aantal punten
Niet voldaan
Voldaan
Voldoet niet
De resultatenanalyse, conclusie
en
foutendiscussie
bevatten fouten.
-0-8-
-12-
-0-4-
-6-
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
308
De resultatenDe resultatenanalyse, conclusie analyse, conclusie en
en
foutendiscussie zijn
foutendiscussie
juist en
zijn juist.
buitengewoon
helder.
-16-20-8-
-10-
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst onderzoeksverslag M10-V
Naam student: ……………………..………………………
Student nr: ……………………… Klas: …….…………
Datum: …………………………..
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA,
GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
voldoende
bovengemiddeld
Rapport voldoet aan
vormgevingseisen genoemd
in Exact Communiceren (van
der Laan)
Vormgeving
(15 pnt)
vormgeving
Punten
Taalgebruik
samenvatting
(7 pnt)
Punten
Inleiding
(10 pnt)
0………………1…………………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5
Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik (=geen
taal/spelfouten).
- Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik.
b. Eenduidig taalgebruik
c. Taalgebruik sluit aan bij
doelgroep (lezers)
Inleiding
Verslag is in andere taal
zijnde niet de moedertaal
geschreven op een correcte
manier.
0……………………..……5………………….6………….………………7………….……………………..………….….10
De samenvatting beschrijft
doel, methode en
eindresultaten van het
onderzoek in maximaal ½
A4 zodanig dat het als een
zelfstandig geheel gelezen
kan worden.
samenvatting
Punten:
excellent
0……………………..…..…………..…3…….…..…………..…………...5...………….…..…..………..................7
-De onderzoeksvraag is in een
theoretisch kader geplaatst. De
samenhang met de methoden,
materialen en resultaten komt
niet duidelijk naar voren..
309
… Onderzoeksvraag wordt
ingeleid d.m.v. literatuur
waardoor de keuze voor
materialen/methoden en de
resultaten duidelijk zijn te
begrijpen.
Aantal
gegeven
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Punten:
Materialen en
methoden
middenstuk(29 pnt)
Punten:
resultaten
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…………………..……..………..………10
- Beschrijft de specifiek
gebruikte
methode/materialen.
Beschrijft materialen en
methoden zodanig dat de
experimenten door anderen
herhaald kunnen worden.
0………..…….…………………………….7…………….…...………10…………………….………………….…………15
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst die de
lezer handvatten aanreikt
om de data zo goed
mogelijk te begrijpen.
0………..………..……6……………......8……..…………….………..……….9.…………………………....…………10
Rapport bevat leesbare
figuren die compleet zijn en
helder te begrijpen zijn.
Punten:
0……..…1…………….………..….…...2……..………………….…...3…………….…..…….…………....……………4
- In de conclusie wordt een
antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag.
conclusie
afsluiting
(25 pnt)
Punten:
discussie
0……….……………2………..…….5……………....6……..……………...7..……..……………………....……………9
- Voert aan de hand van de
gevonden resultaten een
discussie: is de
onderzoeksvraag te
beantwoorden met behulp
van de verzamelde data
310
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Brengt de
resultaten in verband met
de literatuur.
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Uit de
discussie blijkt een correcte
toepassing van de
theoretische inzichten.
Vergelijkt de
onderzoeksresultaten met
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
andere analyses,
referentiewaarden of
theoretische waarden uit de
literatuur.
Punten:
0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8
Er worden duidelijke
aanbevelingen voor
vervolgexperimenten en
onderzoek beschreven.
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
De discussie bevat
uitspraken over
nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de
resultaten
Gehantee
rde
bronnen
(4 pnt)
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
Rapport bevat literatuurlijst.
In de tekst wordt verwezen
naar bronnen die
opgenomen zijn in de
literatuurlijst ,
literatuur
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
Aantal punten totaal
Cijfer
Aantal punten / 9
311
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
312
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst presentatie M10-Pr
Naam student: ……………………..………………………
Student nr: ……………………… Klas: …….…………
Datum: …………………………..
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden, indien alle onderdelen voldoende zijn komt dit overeen met 40
punten.
Competentie
Presenteren
Presenteren
Indicator
6.3.2
6.3.2; 8.1.3, 8.1.4
onvoldoende
voldoende
 Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:
- past correcte spelling en grammatica toe
- beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk
gelabelde afbeeldingen en tabellen
Spreekt duidelijk en verstaanbaar

 Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug
 Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt, maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek
 Laat anderen uitpraten
1.3.2, 1.3.4, 1.3.5, ,
3.1.4, 3.2.4., 3.3.1,
3.3.2, , 3.3.3, 3.3.4,
4.1.3, 11.1.3
De presentatie bevat de volgende onderdelen:
Doel
Methode
Resultaten
Discussie/conclusive
Aanbevelingen over vervolg onderzoek
Subtotaal (1)
40 punten ja/nee
313
Zeer goed
De inhoud is basaal en het onderwerp
wordt soms onderbouwd door
argumenten.
De inhoud is gerelateerd aan het
onderwerp
en vaak onderbouwd door
argumenten
De inhoud is gerelateerd aan het
onderwerp
en altijd onderbouwd door
argumenten
Inhoud presentatie is
gedetailleerd,
juist en gerelateerd
aan onderwerp
8.2.4, 8.3.2
De student heeft kennis
van het onderwerp
2.3.1, 3.2.4,
3.3.4, 3.3.5,
6.3.2,
Heeft basale kennis van het onderwerp.
Kan vragen beantwoorden door
gedeelten van de presentatie te
herhalen. Geeft geen extra informatie.
Heeft kennis van het onderwerp en
kan de vragen beantwoorden Kan
aanvullende informatie geven indien
gevraagd.
Laat een gedegen kennis zien van
het onderwerp. Gebruikt de vragen
om zijn kennis te tonen van het
onderwerp. Laat zien een expert te
zijn op het onderwerp.
6.3.2
Het gebruik van (multi) is gevarieerd.
Tabellen en grafieken hebben niet altijd
een relatie met het doel.
Het gebruik van (multi) media is sterk
gevarieerd. Tabellen en grafieken
ondersteunen de relatie met het doel.
Het gebruik van (multi) media is
zeer gevarieerd (animatie).
Tabellen en grafieken verhelderen
het doel.
De presentatie (Powerpoint) heeft
een professionele uitstraling.
Gebruik van de multmedia (Powerpoint)
middelen.
Subtotaal (2)
Subtotaal (1)
Totaal: sub 1+2
Cijfer (totaal aantal
punten / 10)
Feedback:
314
Zeer goed
goed
goed
voldoende
voldoende
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Niet of
onvoldoende
aangetoond
indicator
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
0
5
12
20
0
8
20
25
0
2
8
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Naam en paraaf beoordelaar
315
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 11: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 1
M11
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting
Medisch, afstudeerrichting Cytohistopathologie, niveau 3
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
Literatuurverslag (L)
15 stp
420 SBU
OWE 11M en OWE 12M maken deel uit van de specialisatie cyto-histopathologie. Er
vindt een verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en de praktische
vaardigheden op het gebied van de cytohistopathologie. Ook is er aandacht voor
moleculair biologische technieken en immunologische technieken en is er aandacht voor
onderzoeksvaardigheden om voorbereid te zijn te participeren in onderzoeken op het
gebied van cytohistopathologie.
De competenties die in deze OWE aan de orde zijn, zijn op niveau 2 geoefend.
OWE 5M en OWE 8M zijn met redelijk succes gevolgd en er is voldaan aan de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE 5M
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Voor beoordeling praktijk (P) aanwezigheid van alle praktijklessen verplicht.
Voor beoordeling van IPV aanwezigheid van alle Tutorlessen verplicht.
Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan
het tot stand komen van dit product.
Werktitel: Cytohistopathologie 1
De bestudering van genetische, biochemische, functionele en vooral de cytohistopathologische aspecten van ziekte en de cytohistotechniek staan centraal in deze OWE
- Experimenteren
- Analyseren onderzoeksresultaten
- Rapporteren / presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Beheer en administratie
- Samenwerken
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria,
competenties en indicatoren
12.
Tentaminering
Deeltentamens
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
Frequentie (deel)tentamens
M11-Pc
Praktijk cytologie (Pc)
M11-Tc
Theorie cytologie (Tc)
M11-Ph
Praktijk histologie (Ph)
M11-T
Thematoets (T)
M11-K
Kennistoets (K)
M11-L
Literatuurverslag (L)
M11-IPV
IPV
Eindcijfer : (2*T+ 2*K + Pc +Tc+Ph+L)/8
IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn.
Periode 1, herkansing periode 2
Voor deelname aan deeltentamens IPV en P is er maar één
kans per studiejaar (OER art. 7.3)
316
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
13.
Verplichte
literatuur
14.
15.
16.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig materiaal
17.
18.
Activiteiten
Werkvormen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 Praktijkhandleiding van de OWE
 Stevens, A., Lowe, J., (2005). Human Histology. Third edition Elsevier Mosby . ISBN:
0323036635
 Grauw, M. de,red., (2001). Gynaecologische cytologie. Leusden: Vereniging Analisten
Pathologie. ISBN: 9789080558847
 Bancroft, J.D., & M. Gamble, e.d. (2013). Theory and practice of histological techniques , (seventh edition). New York, NY: Elsevier Health Sciences. ISBN:
9780702042263
 Rubin, R., Strayer, D.S., (2014) Rubin's Pathology: Clinicopathologic Foundations of
Medicine (Seventh Edition) Philadelphia PD: Lippincott Williams and Wilkins. ISBN:
9781451183900
 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron
reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950
 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn
Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631
 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry, (3th revised ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN:
9780323071550
 Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2008). Exact Communiceren, (5e druk). Utrecht:
Syntax Media. ISBN: 9789077423578
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Risico management en kwaliteitscontrole in de
Cyto/histotechniek
histopatologie
Veiligheid in het histopathologisch laboratorium
Fixatie
Uitsnijkamer
Tissue processing
Microtomie
Histologische kleuringen
Bindweefsel en kleuringen
Nucleinezuren en proteïnes
Amyloid
Koolhydraten
Vetkleuringen
Kleuren van mineralen en pigmenten
Kleuringen voor het neuro-endocriene systeem,
cytoplasmische granules en organellen
Botkleuringen
Micro-organismen
Ondersteunend vak
Cytologie
Ondersteunend vak
Algemene pathologie
Werkwijze: hoorcollege/praktijk
Cytodiagnostiek
Werkwijze: praktijk
Immuunpathologie
Celdood
Celschade
Inflammatie
Erfelijke afwijkingen
Neoplasieën
317
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Tumor biologie
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
Ondersteunend vak
Speciële pathologie
Ondersteunend vak
Moleculaire diagnostiek
Nieren en Urinewegen
Ademhaling
Circulatie en hart
Lever, galwegen en pancreas
Spijsverteringskanaal
Gynaecologische Pathologie
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
Moleculair biologische technieken waaronder
PCR, probes en primers
In situ hybridisatie
Real time PCR en multiplex-PCR
Sequencing
Moleculaire diagnostiek
Toepassing bioinformatica tools
19.
Les- /
Contacturen
Werkwijze: hoorcollege / werkcollege
Geprogrammeerde contacttijd:
25 lesuren p/week; 175 lesuren p/periode = 131 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:289 klokuren
20.
21.
Onderwijsperiode
Maximum aantal
deelnemers
Totaal: 420 klokuren
Periode 1
n.v.t.
318
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 11: Medische diagnostiek: Cytologie en histopathologie 1 (M11)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M11-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch
verantwoorden
2.1.2. maakt voorberekeningen
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt
hiervoor gebruik van statistiek
3.2.2. trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk)
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en
milieuregels en werkt volgens deze regels
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.1. plant en organiseert zijn experimenten resulterend in
een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt
Competentie 10: Adviseren
10.2.1. vertaalt wensen naar praktische eisen
De student
 kan onderstaande tekenen, benoemen en verklaren:
 Bouw en functie van cellen en organellen
 Bouw en functie van primaire weefsels
 Bouw en functie van organen:
 Nieren en Urinewegen
 Ademhaling
 Circulatie en hart
 Lever, galwegen en pancreas
 Spijsverteringskanaal
 Vrouwelijk genitaalstelsel en mamma
 Milt en thymus
 Bouw en functie van bloedvaten en lymfevaten;
 kan de volgende processen beschrijven en theoretisch
verantwoorden:
 Fixatie, tissue processing, inbedden en snijden
 Deparaffineren en rehydratie, kleuren van weefsels
 Antigenen- antilichamen, immunologie en
enzymhistochemie;
 kan de basisstappen van een protocol voor een
kleuring of weefselbehandeling uitleggen en de
student kan beargumenteren of een onbekend
protocol geschikt is voor het aantonen of bewerken
van weefsels;
 kan controles benoemen en uitleggen waarvoor deze
gebruikt worden in de verschillende contextgebieden;
 kan berekenen hoeveel van een stof nodig is om
bepaalde kleuringen/incubaties uit te voeren of juiste
fixaties toe te passen;
 kan op basis van gegeven eindconcentraties en
concentraties van stockoplossingen de samenstelling
van buffers/fixeer of incubatiemedia berekenen;
 kiest de juiste buffer voor incubaties met enzymen en
of andere stoffen zoals antilichamen;
 beschrijft de resultaten van een kleurreactie, vergelijkt
deze met verwachtingen en trekt een conclusie;
 plant werkzaamheden op basis van een bekend
protocol;
De context-onderwerpen zijn
representatief verdeeld over
de toets:
Cyto/histo-techniek-50%
Alg. /Spec. Pathologie
25%
Moleculaire diagn. 25%
In de context van:
 Risico management en kwaliteitscontrole in de
histopathologie
 Veiligheid in het histopathologisch laboratorium
 Fixatie
 Uitsnijkamer
 Tissue processing
 Microtomie
 Histologische kleuringen
 Bindweefsel en kleuringen
 Nucleinezuren en proteïnes
 Amyloid
 Koolhydraten
 Vetkleuringen
 Kleuren van mineralen en pigmenten
 Kleuringen voor het neuro-endocriene systeem,
319
Bij 55% van de punten is het
een voldoende.
Examinator
2 examinatoren voor
toetsconstructie en
evaluatie(Coursetrekker
iom tutoren en
praktijkdocenten).
1 examinator voor
beoordeling (Indien
meerdere docenten de
toets beoordeeld kijkt
elke docent zijn eigen
onderdeel na).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015



















cytoplasmische granules en organellen
Botkleuringen
Micro-organismen
Immuunpathologie
Celdood
Celschade
Inflammatie
Erfelijke afwijkingen
Tumor biologie
Nieren en Urinewegen
Ademhaling
Circulatie en hart
Lever, galwegen en pancreas
Spijsverteringskanaal
Gynaecologische Pathologie
(kwantitatieve) PCR
Multiplex PCR
Sequencing
Detectie van repeats
Southern Blot
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase





heeft kennis over veiligheidsmaatregelen op basis van
MSDS;
begrijpt voor- en nadelen van verschillende bepalingen
en past het experiment hierop aan;
kan het principe van microtomie en kleuringen
uitleggen en uitspraak doen over de geschiktheid van
deze methodes voor een weefsel met bekende
eigenschappen;
maakt op basis van de eigenschappen van een weefsel
een opzet wat mogelijk is op het gebied van
antigeniciteit, fixatie en morfologie;
heeft inzicht in de aanschaf van reagentia op basis van
de prijs en geschiktheid voor de gewenste toepassing.
320
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M11-K
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Multiple Choice
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
In de context van:
 Risico management en kwaliteitscontrole in de
histopathologie
 Veiligheid in het histopathologisch laboratorium
 Fixatie
 Uitsnijkamer
 Tissue processing
 Microtomie
 Histologische kleuringen
 Bindweefsel en kleuringen
 Nucleinezuren en proteïnes
 Amyloid
 Koolhydraten
 Vetkleuringen
 Kleuren van mineralen en pigmenten
 Kleuringen voor het neuro-endocriene systeem,
cytoplasmische granules en organellen
 Botkleuringen
 Micro-organismen
 Immuunpathologie
 Celdood
 Celschade
 Inflammatie
 Erfelijke afwijkingen
 Tumor biologie
 Nieren en Urinewegen
 Ademhaling
 Circulatie en hart
 Lever, galwegen en pancreas
 Spijsverteringskanaal
 Gynaecologische Pathologie
 (kwantitatieve) PCR
 Multiplex PCR
 Sequencing
 Detectie van repeats
 Southern Blot
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student heeft kennis van onderstaande onderdelen:
 bouw en functie van cellen en organellen;
 bouw en functie van primaire weefsels;
 bouw en functie van organen;
 nieren en urinewegen;
 ademhaling;
 circulatie en hart;
 lever, galwegen en pancreas;
 spijsverteringskanaal;
 vrouwelijk genitaalstelsel en mamma;
 milt en thymus;
 bouw en functie van bloedvaten en lymfevaten.
De student kan de volgende processen beschrijven en
theoretisch verantwoorden:
 fixatie, tissue processing, inbedden en snijden;
 deparaffineren en rehydratie, kleuren van weefsels;
 antigenen- antilichamen, immunologie en
enzymhistochemie.
Moleculaire diagnostiek
De student heeft kennis:
van nucleïnezuren;
van DNA en RNA isolatie;
van technieken om DNA en RNA te analyseren;
over primers en primer-ontwerp;
over probes en probe-ontwerp;
over labels en reporters die gebruikt worden bij
primers en probes;
over nucleïnezuur-hybridisatie;
over de amplificatie van nucleïnezuren;
over de chemie van PCR reacties;
over de efficiëntie van PCR reacties;
over real-time PCR;
over kwaliteit en controles bij PCR-technieken;
van DNA sequencen en NGS;
van moleculaire diagnostiek in de medische microbiologie;
over typeren en bijbehorende gebruikte technieken;
over verschillende bio-informatica tools;
over huidige en toekomstige ontwikkelingen.
321
Cesuur: 70% juiste
antwoorden is een 5,5.
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling
(Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M11-L
Naam:
Literatuurverslag
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 6: Rapporteren
1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit
relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek
6.3.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een
verslag/labjournaal/ poster volgens internationaal geldende
regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3)
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Lit. verslag course
11M”.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch
verantwoorden
2.1.2. maakt voorberekeningen
2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt
oplossingen
2.3.3. voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit
zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen,
maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde
exact wat hij/zij doet
2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan
deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht
2.2.5. doet een poging om problemen op te lossen als het
experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting)
2.3.6. maakt zich technieken snel eigen
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte
methoden de analyse van de resultaten uit;
3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde
resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid
3.2.3. discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden
3.1.4. bediscussieerd de uitvoering en de resultaten van het
experiment
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course
11M”.
Zie onderstaand
beoordelingsformulier “Lit.
verslag course 11M”.
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent).
Bij 55% van de punten is het
een voldoende.
Vorm:
Individueel
schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M11-Ph
Naam:
Praktijk
histotechniek
Vorm:
individueel
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
5,5
Zie onderstaand
beoordelingsformulier
“Praktijk course 11M”.
Bij 55% van de punten is het
een voldoende.
322
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M11-Pc
Naam: Praktijktoets
cytodiagnostiek
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en
milieuregels en werkt volgens deze regels
4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten)
4.1.3 gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak
doet over de betrouwbaarheid van de resultaten
4.3.2 houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op
correcte wijze
5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt
op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur)
5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel,
experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op
andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een
verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende
regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.1. plant en organiseert zijn experimenten resulterend in
een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt.
7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder
tijdsdruk
7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij
7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden
7.3.1. plant en organiseert zijn project resulterend in een
werkplan van minimaal 4 weken.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch
verantwoorden
2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar
staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt
oplossingen
2.3.3. voert experimenten (microscopiseren) zelfstandig
volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien
nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet
2.2.5. doet een poging om problemen op te lossen als het
experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting)
2.3.6. maakt zich technieken snel eigen
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Cytodiagnostiek I: de gynaecologische cytodiagnostiek
De student kan de volgende processen beschrijven en
theoretisch verantwoorden;
1.
medische terminologie
2.
classificatie en codering volgens het KOPAC-systeem
3.
hormonale celbeeld:
3.1. prepuberaal
3.2. cyclusperioden
3.3. zwangerschap/postpartum
3.4. postmenopauze
3.5. hormonale stoornissen
4.
normaal cervixbeeld:
(gedurende de menstruele cyclus)
4.1. oppervlakkige en intermediaire plaveiselcellen
4.2. endocervicale cilindrische cellen en micropoliepjes
323
Theorie bestaat uit 10 open
vragen en wordt afgenomen
gedurende 2 lesuren.
Het praktijktentamen m.b.v.
microscoop bestaat uit 10
ongestipte preparaten en
wordt afgenomen
gedurende twee en half
klokuren (15 min. per prep.).
De antwoorden dienen te
bestaan uit diagnose,
KOPAC-codering en PAPClass.
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M11-Tc
Naam:
Theorietoets
cytodiagnostiek
Vorm:
Individueel
open vragen
schiftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
5,5
methoden de analyse van de resultaten uit;
3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde
resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid
3.2.3. discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden
3.1.4. voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.)
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (arbo) en
milieuregels en werkt volgens deze regels
4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten)
4.1.3 gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak
doet over de betrouwbaarheid van de resultaten
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op
correcte wijze
5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt
op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur)
5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel,
experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op
andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een
verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende
regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder
tijdsdruk
7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt
werkzaamheden eventueel bij
7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden
In de context van:
cytodiagnostiek
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
4.3.
5.
6.
6.1.
6.2.
6.2.
6.3.
6.4.
7.
7.1.
7.2.
7.3.
7.4.
8.
8.1.
8.2.
8.3.
9.
10.
11.
endometrium tijdens de eerste cyclushelft
contaminanten
onvoldoende kwaliteit
sterke bloedbijmenging
ontstekingscomponent
te weinig plaveiselepitheel
vrijwel alleen cylinderepitheel
slechte fixatie/kleuring
benigne Neoplasmen
squameuze metaplasie
hyperkeratose
parakeratose
reparatiereactie
ontstekingen
aspecifiek
specifiek
chronisch
atypie van het plaveiselepitheel
atypie van de squameuze metaplasie
dysplasie (niet verhoornend, verhoornend en
metaplastisch)
11.1. geringe dysplasie
11.2. matige dysplasie
11.3. ernstige dysplasie
12.
carcinoma in situ
Concrete doelstellingen
De student:
heeft kennis over de afnametechnieken, de verwerking van
het materiaal en kleurtechniek;
 kan goed om gaan met lichtmicroscoop;
 weet welke cellen fysiologisch in een gynaecologisch
uitstrijke voorkomen en deze kunnen herkennen;
 weet wat het begrip squameuze metaplasie inhoudt
en squameus metaplastische cellen herkennen;
 kan ontstekingsbeelden herkennen en de verschillende ontstekingsorganismen onderscheiden;
 kent de cytologische beelden bij verschillende benigne
aandoeningen (b.v. reparatiereactie, hyperkeratose)
kunnen herkennen;
 weet welke contaminanten voorkomen;
 heeft kennis van de invloed van de geslachtshormonen
op het epitheel en weten welke celbeelden men kan
aantreffen tijdens de verschillende levensfasen, tijdens
de menstruele cyclus en tijdens hormonale stoornis-
324
Bij 55% van de punten is het
een voldoende.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
sen;
heeft inzicht in de morfogenese van het cervixcarcinoom;
 kan de premaligne afwijkingen in een gynaecologisch
uitstrijkje herkennen;
 kan de celbeelden bij de verschillende primaire carnicomen van het vrouwelijk genitale stelsel herkennen;
 heeft kennis van de verschillende iatrogene effecten
en de daarbij passende celbeelden;
 weet welke de high-risk groepen zijn bij de verschillende maligne tumoren vaa het vrouwelijk genitaal
stelsel;
 weet wat kwalitatief goed materiaal is en inzien welk
materiaal ongeschikt is om beoordeeld te worden;
 kan de koppeling leggen tussen de klinische gegevens
van de patiënt en de cytologische bevindingen;
 kan een correcte formulering en een duidelijke conclusie geven;
 kan classificatie en herhalingsadviezen geven.
De student:
 is minimaal 80% van de volledige bijeenkomsten
aanwezig (k.o.);
 heeft zich voorbereid op de vergadering door het
uitwerken van de weekopdracht die nabesproken
wordt en het doorlezen van de weekopdracht die
voorgesproken wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens
afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of
presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde
aspecten uitgewerkt (k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.);
 herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet
welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee
adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af;
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de
opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze
helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;
 houdt het gespreksdoel in het oog;
 laat anderen uitpraten, sluit aan bij de
gesprekspartner en toetst of de boodschap is
overgekomen;
 geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open
voor feedback;

Code:
M11-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling
individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet
voldaan
Ondergrens:
voldaan
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. houdt zich aan regels
8.2.1. maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan
8.3.1. herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke
andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om;
stemt werkzaamheden met anderen af
8.1.2. heeft een duidelijk inbreng in de groep
Communicatie
communiceert open en helder met collega’s en begeleiders
volgens basisregel voor communicatie:
8.2.3. neemt initiatief voor gesprek
8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner
8.1.4. laat andere uitpraten
8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap helder onder
woorden
8.3.2. sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is
overgekomen
8.3.3. houdt gespreksdoel in het oog
8.1.6. staat open voor en geeft feedback
8.2.6. toont initiatief conflicten actief op te lossen
8.3.4. weet goed met conflicten om te gaan
325
Alle k.o. criteria en 70% van
de overige criteria zijn nodig
voor een “voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase

levert een positieve bijdrage aan het groepsproces
door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief
op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van
de student als positief (SAS)
326
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Praktijk course 11M – niveau 3
Naam: ………………………………………………….
Gerelateerd aan
competenties/
indicatoren
2.3.1., 2.1.2., 4.1.3.
5.2.3., 6.2.1.
2.3.2.
2.3.1., 2.3.6.; 4.1.2.
.
2.3.3.
2.3.4.
Studentnr.: ………………………….
Beoordelingscriterium
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.),
veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn
labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze
beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles.
2.1.5,
7.2.2.
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de
planning uit, ook onder tijdsdruk.
5.2.1., 5.2.3.
Goed
Uitmuntend
Afhankelijk aantal criteria
dat mist
Voldoet aan alle
criteria
De meeste
voorbere-keningen
en antwoorden /
voorstellen zijn
correct
-16-
Alle voorberekeningen
en antwoorden/
voorstellen zijn correct.
experimentele
resultaten komen
meestal overeen
met theoretische
verwachtingen
experimentele
resultaten komen altijd
overeen met
theoretische
verwachtingen
- 0 - 10Niet voldaan
Voldoet aan alle
criteria
-0-,
-6-, -12- of
-18-
-24-
Loopt vaak uit
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
- 0-5 -
-6-
-8-
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat
werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter;
signaleert als reagentia bijna op zijn.
-32-
Niet voldaan
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze
en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
Niet voldaan
327
-20-
-12voldaan -
Voldoet niet aan minstens
één criterium:
werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren
binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht
lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was
voorzien (trouble shooting)
4.1.1, 5.2.2.
Voldoende
voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare
reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien
nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet
2.3.5
Datum: …………………………………..
Onvoldoende
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij
met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.)
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen;
kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij
uitvoert;
Klas: ………………………….
-40-
voldaan
Voldaan
Is buitengewoon
efficiënt
-10-
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
3.2.1., 3.1.2., 3.2.3.,
3.1.4.,
5.2.3., 6.2.1.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de
geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met
betrekking tot het doel / de hypothese getrokken.
Voldoet niet
De resultatenanalyse, conclusie
bevatten fouten.
De resultatenanalyse, conclusie
zijn juist.
-12-
-16-
-6-
-8-
De resultaten-analyse,
conclusie zijn juist en
buitengewoon helder.
-20-
-0-105.2.3., 6.2.1.
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat
anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en
conclusie kunnen begrijpen.
-0-4-
Totaal aantal punten
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
328
-10-
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Literatuurverslag course 11M
Naam: …………………………….………………
Gerelateerd
aan
competentie/
indicator
6.3.1
Klas: ……………………
Datum: ……………………………
Beoordelingscriteria
Max
aantal
punten
Inhoud
Inleiding + layout
-De carcinogenese (eventueel om inzicht in tumoren te krijgen)
-De ontwikkeling van oxazafosforines als chemotherapeuticum (achtergrond)
10
Cyclofosfamide, De klinische toepassing
6.2.1.
6.2.1.
6.3.1.
1.3.2., 6.2.1.
6.2.1.
6.3.1.
6.2.1.
Het metabolisme (achtergronden met structuurformules etc.)
Transport en resistentie
CPA in relatie tot andere oxazafosforinen
Cytotoxische bijwerkingen
10
10
10
10
Bijlages, Formules etc. + literatuurbronnen
10
Opmaak
hanteert correcte spelling, grammatica (als Engels: volgens Oxford English
Dictionary), zinsbouw en wetenschappelijke stijl.
brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten: Binnen de verschillende secties (Inleiding, M&M, Resultaten, Discussie) zijn de aspecten in
een voor de lezer logische en makkelijk te bevatten volgorde gepresenteerd.
is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen (niveau II)
Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen. (Niveau III)
5
5
5
rapport omvat een literatuurlijst (min. 10 ref.).
In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst
10
beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.
Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting (max. 250 woorden) die
als zelfstandig geheel gelezen kan worden.
De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel,
auteurs, samenvatting, Inleiding, Verschillende specifieke secties zoals
materiaal/methode, resultaten (pat. Studies), discussie, Conclusie,
Bronnenlijst/literatuur.
5
5
5
Totaal aantal punten;
100
Eindcijfer = totaal / 10
Feedback
10
Naam en paraaf beoordelaar
329
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t.
(deel)tentamen
s
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2
M12
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Studierichting
Medisch, afstudeerrichting Cytohistopathologie,
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
15 stp
420 SBU
OWE 11M en OWE 12M maken deel uit van de specialisatie cyto-histopathologie. Er vindt
een verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en de praktische
vaardigheden op het gebied van de cytohistopathologie. Ook is er aandacht voor
moleculair biologische technieken en immunologische technieken en is er aandacht voor
onderzoeksvaardigheden om voorbereid te zijn te participeren in onderzoeken op het
gebied van cytohistopathologie.
De competenties die in deze OWE aan de orde zijn, zijn op niveau 2 geoefend.
OWE 5M en OWE 8M zijn met redelijk succes gevolgd en er is voldaan aan de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE 5M
Voor beoordeling praktijk (P) aanwezigheid van alle praktijklessen verplicht.
Voor beoordeling van IPV aanwezigheid van alle Tutorlessen verplicht.
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan
het tot stand komen van dit product.
Werktitel: Cytohistopathologie 2
OWE 11M en deze OWE maken deel uit van de specialisatie cytohistopathologie. Er vindt
verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en de praktische vaardigheden
op het gebied van de cytohistopathologie. Ook komen moleculair biologische technieken
en immunologische technieken aan bod en is er aandacht voor onderzoeksvaardigheden
om voorbereid te zijn te participeren in onderzoeken op het gebied van
cytohistopathologie.
De bestudering van genetische, biochemische, functionele en vooral de cytohistopathologische aspecten van ziekte en de cyto-histotechniek staan centraal in deze
OWE.
- Ontwerpen van experimentele opzet
- Experimenteren
- Analyseren onderzoeksresultaten
- Rapporteren / presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Beheer en administratie
- Samenwerken
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren
12.
Tentaminering
Deeltentamens
Weging
M12-Pc
Praktijk cytologie (Pc)
M12-Tc
Theorie cytologie (Tc)
M12-Ph
Praktijk histologie (Ph)
M12-T
Thematoets (T)
M12-K
Kennistoets (K)
M12-IPV
IPV
Eindcijfer : (2*T + 2*K + Ph + Pc + Tc)/7
330
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Compensatiemogelijkheden
-
Instap-voorwaarden
tentamen
Frequentie (deel)tentamens
13.
Verplichte
literatuur









14.
15.
16.
17.
18.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig
materiaal
Activiteiten
Werkvormen
IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de
toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn.
Periode 2, herkansing periode 3
Voor deelname aan deeltentamens IPV en P is er maar één
kans per studiejaar (OER art. 7.3)
Praktijkhandleiding van de OWE
Stevens, A., Lowe, J., (2005) Human Histology. Third edition Elsevier Mosby . ISBN:
0323036635
Grauw, M. de,red., (2001) Gynaecologische cytologie. Leusden: Vereniging Analisten
Pathologie. ISBN: 9789080558847
Bancroft, J.D., & M. Gamble, e.d. (2013). Theory and practice of histological techniques , (seventh edition). New York, NY: Elsevier Health Sciences. ISBN:
9780702042263
Rubin, R., Strayer, D.S., (2014) Rubin's Pathology: Clinicopathologic Foundations of
Medicine (Seventh Edition) Philadelphia PD: Lippincott Williams and Wilkins. ISBN:
9781451183900
Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron
reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950
Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn
Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631
Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry, (3th
revised ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN:
9780323071550
Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2008). Exact Communiceren, (5e druk). Utrecht:
Syntax Media. ISBN: 9789077423578
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen,
zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
Ondersteunend vak
Enzymhistochemie
Cyto/histotechniek
Immunohistochemie
Immunofluorescentie
Tissue microarray
Kwantitatieve morfologie
PCR
In situ hybridisatie
Laser microdissectie
Electronenmicroscopie
Weefselbewerking
Ondersteunend vak
Pathologie
Werkwijze: hoorcollege/praktijk
Genen, mutaties en pathologie
Technieken in de moleculaire pathologie
Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege
331
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Ondersteunend vak
Speciële
cytohistopathologie
Moleculaire diagnostiek
Ondersteunend vak
Cytologie
19.
Les- /
Contacturen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zenuwweefsel
Endocriene systeem
Huid
Bloedvormende organen en bloedcellen
Bot- en steunweefsel
Spierweefsel
Mannelijk genitaal stelsel
Werkwijze: hoorcollege/werkcollege
In situ Hybridisatie
Immunofenotypering/Immunologie
Translationeel/moleculaire diagnostiek
Proteonomics
Klinische genetica
Werkwijze: workshop
Cytodiagnostiek
Werkwijze: praktijk
Geprogrammeerde contacttijd:
25 lesuren p/week; 175 lesuren p/periode = 131 klokuren
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:289 klokuren
20.
21.
Onderwijsperiode
Maximum
aantal
deelnemers
Totaal: 420 klokuren
Periode 2
n.v.t.
332
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2 (HM-cou12)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M12-T
Naam:
Thematoets
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Open vragen
Weging:
2
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
5,5
Competenties met indicatoren
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden
2.1.2. Maakt voorberekeningen
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van
de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik
van statistiek
3.2.2. trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk)
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels
4.1.3. gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid
van de resultaten
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.1.1. plant en organiseert zijn activiteiten
resulterend in een werkplan
Competentie 10: Adviseren
10.1.1. vertaalt wensen naar praktische eisen
In de context van:
 Risico management en kwaliteitscontrole in
de histopathologie
 Veiligheid in het histopathologisch
laboratorium
 Enzymhistochemie
 Immunohistochemie
 Immunofluorescentie
 Tissue microarray
 Kwantitatieve morfologie
Beoordelingscriteria
De student kan onderstaande tekenen,
benoemen en verklaren:
 bouw en functie van cellen en organellen;
 bouw en functie van primaire weefsels;
 bouw en functie van organen;
 zenuwweefsel;
 endocriene systeem;
 huid;
 bloedvormende organen en bloedcellen;
 bot en spierweefsel;
 mannelijk genitaal stelsel;
 bloedvaten en lymfevaten;
 hart, atheroslerose en hartinfarct;
 spijsverteringskanaal;
 nieren, lever, long, milt en thymus.
De student kan de volgende processen
beschrijven en theoretisch verantwoorden:
 fixatie, tissue processing, inbedden en
snijden;
 deparaffineren en rehydratie, kleuren van
weefsels;
 antigenen- antilichamen, immunologie en
enzymhistochemie.
De student
 kan de basisstappen van een protocol voor
een kleuring of weefselbehandeling
uitleggen en beargumenteren of een
onbekend protocol geschikt is voor het
aantonen of bewerken van weefsels;
 kan de controles benoemen en uitleggen
waarvoor deze gebruikt worden in de
verschillende contextgebieden;
 kan de berekenen hoeveel van een stof
nodig is om bepaalde kleuringen/incubaties
uit te voeren of juiste fixaties toe te passen;
 kan de op basis van gegeven
eindconcentraties en concentraties van
333
Waardering /
Cesuur
De context-onderwerpen zijn
representatief verdeeld over de
toets:
Cyto/histo-techniek-50%
Alg. /Spec. Pathologie
25%
Moleculaire diagn. 25%
Eindcesuur: score gedeeld door
maximale score maal 10
Bij 55% van de punten is het een
voldoende.
Examinator
2 examinatoren voor
constructie en evaluatie.
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015




























PCR
In situ hybridisatie
Laser microdissectie
Electronenmicroscopie
Genen, mutaties en pathologie
Technieken in de moleculare pathologie
Alg. pathologie
Immuunpathologie
Aanpassingen aan schade, celdood
Neoplasieën
Celdood
Celschade
Inflammatie
Erfelijke afwijkingen
Tumor biologie
Bouw en functie onderstaande systemen;
Zenuwweefsel
Endocriene systeem
Huid
Bloedvormende organen en bloedcellen
Bot en spierweefsel
Mannelijk genitaal stelsel
In situ Hybridisatie
Immunofenotypering
Immunologie
Klinische genetica
Proteonomics
Cytodiagnostiek
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase








stockoplossingen de samenstelling van
buffers/fixeer of incubatiemedia berekenen;
kan de juiste buffer kiezen voor incubaties
met enzymen en of andere stoffen zoals
antilichamen;
kan de resultaten van een kleurreactie
beschrijven, vergelijkt deze met
verwachtingen en trekt een conclusie;
plant werkzaamheden op basis van een
bekend protocol;
heeft kennis over veiligheidsmaatregelen op
basis van MSDS;
begrijpt voor- en nadelen van verschillende
bepalingen en past het experiment hierop
aan;
kan het principe van microtomie en
kleuringen uitleggen en uitspraak doen over
de geschiktheid van deze methodes voor een
weefsel met bekende eigenschappen;
maakt op basis van de eigenschappen van
een weefsel een opzet wat mogelijk is op het
gebied van antigeniciteit, fixatie en
morfologie;
heeft inzicht in de aanschaf van reagentia op
basis van de prijs en geschiktheid voor de
gewenste toepassing.
334
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M12-K
Naam:
Kennistoets
Vorm:
Individueel Schriftelijk
Multiple Choice
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
In de context van:
 Risico management en kwaliteitscontrole in
de histopathologie
 Veiligheid in het histopathologisch
laboratorium
 Enzymhistochemie
 Immunohistochemie
 Immunofluorescentie
 Tissue microarray
 Kwantitatieve morfologie
 PCR
 In situ hybridisatie
 Laser microdissectie
 Electronenmicroscopie
 Genen, mutaties en pathologie
 Technieken in de moleculare pathologie
 Alg. pathologie
 Immuunpathologie
 Aanpassingen aan schade, celdood
 Neoplasieën
 Celdood
 Celschade
 Inflammatie
 Erfelijke afwijkingen
 Tumor biologie
 Bouw en functie onderstaande systemen:
-Zenuwweefsel;
-Endocriene systeem;
-Huid;
-Bloedvormende organen en bloedcellen;
-Bot en spierweefsel;
-Mannelijk genitaal stelsel.
 In situ Hybridisatie
 Immunofenotypering
 Immunologie
 Proteonomics
 Klinische genetica
 Cytodiagnostiek
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student heeft kennis van::
 bouw en functie van cellen en organellen;
 bouw en functie van primaire weefsels;
 bouw en functie van organen;
 zenuwweefsel;
 endocriene systeem;
 huid;
 bloedvormende organen en bloedcellen;
 bot en spierweefsel;
 mannelijk genitaal stelsel;
 bloedvaten en lymfevaten;
 hart, atheroslerose en hartinfarct;
 spijsverteringskanaal;
 nieren, lever, long, milt en thymus.
De student kan de volgende processen
theoretisch verantwoorden:
 fixatie, tissue processing, inbedden en
snijden;
 deparaffineren en rehydratie, kleuren van
weefsels;
 antigenen- antilichamen, immunologie en
enzymhistochemie;
 moleculaire diagnostiek / Translationeel.
335
Cesuur: 70% juiste antwoorden is
een 5,5.
2 examinatorenvoor
constructie en evaluatie.
1 examinatorvoor de
beoordeling.
(Coursetrekker).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M12-Ph
Naam:
Praktijk histotechniek
Vorm:
Individueel
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek
1.3.2. formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses
1.3.3. integreert informatie zelfstandig om tot
een beargumenteerd (b.v. geschiktheid
methode en beschikbaarheid apparatuur)
onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste
controles)
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden
2.1.2. maakt voorberekeningen
2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen
2.3.3. voert experimenten zelfstandig volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan
afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact
wat hij/zij doet
2.3.4. werkt aan meerdere experimenten
tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de
gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht
2.2.5. doet een poging om problemen op te
lossen als het experiment niet loopt zoals was
voorzien (trouble shooting)
2.3.6. maakt zich technieken snel eigen
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van
de resultaten uit;
3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van
de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid
3.2.3. discussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden
3.1.4. bediscussieerd de uitvoering en de
resultaten van het experiment
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand beoordelingsformulier
“Praktijk course 12M”.
Praktijk totaal moet 5,5 of meer zijn.
Werkplanformulier wordt ingevuld
tijdens de course én bij de
praktijkeindtoets het
beoordelingsformulier.
Bij 55% van de punten is het een
voldoende.
336
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels
4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters,
pipetten)
4.1.3 gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid
van de resultaten
4.3.2 houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en
bewaart deze op correcte wijze
5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna
op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur)
5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving,
resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen
Competentie 6: Rapporteren
6.3.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 3)
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.3.1. plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken
7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning
uit; ook onder tijdsdruk
7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald
en stuurt werkzaamheden eventueel bij
7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden
Competentie 10: Adviseren
10.2.2. adviseert over methode nadat meerdere alternatieven zijn getest en presenteert
onderbouwde keuze
337
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M12-Pc
Naam:
Praktijktoets
cytodiagnostiek
Vorm:
Individueel
Schriftelijk
Praktijk
Weging:
1
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M12-Tc
Naam:
Theorietoets
cytodiagnostiek
Vorm:
Individueel
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden
2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen
2.3.3. voert experimenten (microscopiseren)
zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen,
maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet
te allen tijde exact wat hij/zij doet
2.2.5. doet een poging om problemen op te
lossen als het experiment niet loopt zoals was
voorzien (trouble shooting)
2.3.6. maakt zich technieken snel eigen
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van
de resultaten uit;
3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van
de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid
3.2.3. discussieert resultaten in relatie met
andere deelexperimenten en vergelijkt met
literatuurwaarden
3.1.4. voert op de juiste wijze een
foutendiscussie uit (i.v.t.)
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels
4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters,
pipetten)
4.1.3. gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid
van de resultaten
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en
bewaart deze op correcte wijze
5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna
op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur)
5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving,
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Cytodiagnostiek I en II: de gynaecologische
cytodiagnostiek
De student kan de volgende processen
beschrijven en theoretisch verantwoorden.
1.
medische terminologie
2.
classificatie en codering volgens het
KOPAC-systeem
3.
hormonale celbeeld:
3.1.
prepuberaal
3.2.
cyclusperioden
3.3.
zwangerschap/postpartum
3.4.
postmenopauze
3.5.
hormonale stoornissen
4.
normaal cervixbeeld:
(gedurende de menstruele cyclus)
4.1.
oppervlakkige en intermediaire
plaveiselcellen
4.2.
endocervicale cilindrische cellen en
micropoliepjes
4.3.
endometrium tijdens de eerste
cyclushelft
5.
contaminanten:
6.
onvoldoende kwaliteit
6.3.
sterke bloedbijmenging
6.4.
ontstekingscomponent
6.2.
te weinig plaveiselepitheel
6.3.
vrijwel alleen cylinderepitheel
6.4.
slechte fixatie/kleuring
7.
benigne Neoplasmen:
7.1.
squameuze metaplasie
7.2.
hyperkeratose
7.3.
parakeratose
7.5.
reparatiereactie
8.
ontstekingen:
8.1.
aspecifiek
8.2.
specifiek
8.3.
chronisch
9.
atypie van het plaveiselepitheel:
10.
atypie van de squameuze metaplasie:
11.
dysplasie (niet verhoornend,
verhoornend en metaplastisch):
11.1. geringe dysplasie
11.2. matige dysplasie
11.3. ernstige dysplasie
12.
carcinoma in situ
338
Het praktijktentamen m.b.v.
microscoop bestaat uit 10 ongestipte
preparaten en wordt afgenomen
gedurende twee en half klokuren (15
min. per prep.). De antwoorden
dienen te bestaan uit diagnose,
KOPAC-codering en PAP-Class.
Bij 55% van de punten is het een
voldoende.
Bij 55% van de punten is het een
voldoende.
1 examinator voor de
beoordeling
(Praktijkdocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Open vragen
Schriftelijk
Weging:
1
Beoordeling:
cijfer
Ondergrens:
5,5
resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen
Competentie 6: Rapporteren
6.2.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2)
Competentie 7: Planmatig en projectmatig
werken
7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning
uit; ook onder tijdsdruk
7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald
en stuurt werkzaamheden eventueel bij
7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden
In de context van:
cytodiagnostiek
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
13.
13.1.
13.2.
13.3.
14.
plaveiselcarcinoom:
niet-verhoornend
verhoornend
kleincellig
afwijking van het endocervicale
cylinderepitheel:
14.1. enkele atypische cylindrische cellen
14.2. geringe, matige en ernstige atypie
14.3
adenocarcinoma in situ
14.4. adenocarcinoom van de
cylinderepitheel
15.
afwijkingen van het endometrium:
15.1. endometriumhyperplasie
15.2. endometriumcarcinoom
16.
Iatrogene effecten:
16.1. diethylstilbestrol:
16.1.1. adenosis Vaginae
16.1.2. clear cell carcinoom
16.2. IUD
16.3. bestralingsveranderingen
Concrete doelstellingen
De student:
 heeft kennis over de afnametechnieken, de
verwerking van het materiaal en kleurtechniek;
 kan goed om gaan met lichtmicroscoop;
 weet welke cellen fysiologisch in een gynaecologisch uitstrijkje voorkomen en deze
kunnen herkennen;
 weet wat het begrip squameuze metaplasie
inhoudt en squameus metaplastische cellen
herkennen;
 kan ontstekingsbeelden herkennen en de
verschillende ontstekingsorganismen onderscheiden;
 kent de cytologische beelden bij verschillende benigne aandoeningen (b.v. reparatiereactie, hyperkeratose) kunnen herkennen;
 weet welke contaminanten voorkomen;
 heeft kennis van de invloed van de geslachtshormonen op het epitheel en weten
welke celbeelden men kan aantreffen tijdens de verschillende levensfasen, tijdens
339
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M12-IPV
Naam:
IPV
Vorm:
Mondeling
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens:
voldaan
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. houdt zich aan regels
8.2.1. maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan
8.3.1. herkent eigen rol en inbreng in de groep
en weet welke andere rollen er in het team zijn;
gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af
8.1.2. heeft een duidelijk inbreng in de groep
Communicatie
Communiceert open en helder met collega’s en
begeleiders volgens basisregel voor
communicatie:
8.2.3. neemt initiatief voor gesprek
8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner
8.1.4.laat andere uitpraten
8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap
helder onder woorden
8.3.2. sluit aan bij gesprekspartner/toetst of
boodschap is overgekomen
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
de menstruele cyclus en tijdens hormonale
stoornissen;
 heeft inzicht in de morfogenese van het
cervixcarcinoom;
 kan de premaligne afwijkingen in een
gynaecologisch uitstrijkje herkennen;
 kan de celbeelden bij de verschillende
primaire carnicomen van het vrouwelijk genitale stelsel herkennen;
 heeft kennis van de verschillende iatrogene
effecten en de daarbij passende celbeelden;
 weet welke de high-risk groepen zijn bij de
verschillende maligne tumoren vaa het
vrouwelijk genitaal stelsel;
 weet wat kwalitatief goed materiaal is en
inzien welk materiaal ongeschikt is om beoordeeld te worden;
 kan de koppeling leggen tussen de klinische
gegevens van de patiënt en de cytologische
bevindingen ;
 kan een correcte formulering en een duidelijke conclusie geven;
 kan een classificatie en herhalingsadviezen
geven.
De student:
 is minimaal 80% van de volledige
bijeenkomsten aanwezig (k.o.);
 heeft zich voorbereid op de vergadering
door het uitwerken van de weekopdracht
die nabesproken wordt en het doorlezen
van de weekopdracht die voorgesproken
wordt (k.o.);
 kan de uitwerking van zijn weekopdrachten
volgens afspraak aan de tutor laten zien (in
schrift of presentatie); in alle opdrachten
zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt
(k.o.);
 voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.)
uit (k.o.);
 herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team
zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt
werkzaamheden met anderen af;
 houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);
 stelt vragen en deelt kennis met betrekking
340
Alle k.o. criteria en 70% van de
overige criteria zijn nodig voor een
“voldaan”.
1 examinator voor de
beoordeling (Tutor).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
8.3.3. houdt gespreksdoel in het oog
8.1.6. staat open voor en geeft feedback
8.2.6. toont initiatief conflicten actief op te
lossen
8.3.4. weet goed met conflicten om te gaan
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase




tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen;
verwoordt deze helder en verstaanbaar,
houdt oogcontact;
houdt het gespreksdoel in het oog;
laat anderen uitpraten, sluit aan bij de
gesprekspartner en toetst of de boodschap
is overgekomen;
geeft groeps- en klasgenoten feedback en
staat open voor feedback;
levert een positieve bijdrage aan het
groepsproces door initiatief te nemen en
eventuele conflicten actief op te lossen.
Groepsleden beoordelen de inzet en
betrokkenheid van de student als positief
(SAS)
341
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulieren Praktijk 3e jaar
Naam: ………………………………………………….
Gerelateerd aan
competenties/
indicatoren
2.3.1., 2.1.2., 4.1.3.
5.2.3., 6.3.1., 7.3.1
2.3.2.
2.3.1., 2.3.6.; 4.1.2.
.
2.3.3.
2.3.4.
2.3.5
2.1.5,
7.2.2.
4.1.1, 5.2.2.
Studentnr.: ………………………….
Beoordelingscriterium
Datum: …………………………………..
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Uitmuntend
Afhankelijk aantal
criteria dat mist
Voldoet aan alle
criteria
Alle
voorberekeningen
en antwoorden/
voorstellen zijn
correct.
- 0 - 10Niet voldaan
-12-
De meeste
voorberekeningen en
antwoorden /
voorstellen zijn
correct
-16voldaan -
Voldoet niet aan
minstens één criterium:
Voldoet aan alle
criteria
-0-,
-6-, -12- of
-18-
-24-
experimentele
resultaten komen
meestal overeen
met theoretische
verwachtingen
-32-
experimentele
resultaten komen
altijd overeen met
theoretische
verwachtingen
-40-
Loopt vaak uit
Loopt soms uit
Loopt nooit uit
- 0-5 -
-6-
-8-
Is buitengewoon
efficiënt
-10-
De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze
(i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen
(i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de
methode en werkwijze beantwoorden.
Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken
controles.
De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan
voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen
(i.v.t.)
De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen;
kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode
hij/zij uitvoert;
Klas: ………………………….
voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan
hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij
doet
-20-
werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze
uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en
behoudt overzicht
lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals
was voorzien (trouble shooting)
De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en
volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk.
De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat
werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon
achter; signaleert als reagentia bijna op zijn.
Niet voldaan
342
voldaan
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
5.2.1., 5.2.3.
3.2.1., 3.1.2., 3.2.3.,
3.1.4.,
5.2.3., 6.2.1.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op
correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.
De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten
volgens de geschikte methode geanalyseerd en een
beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de
hypothese getrokken.
Niet voldaan
Voldoet niet
De resultatenanalyse en
conclusie bevatten
fouten.
Voldaan
De resultatenanalyse, conclusie
zijn juist.
-16-
5.2.3., 6.2.1.
Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven
dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving,
resultaten en conclusie kunnen begrijpen.
Totaal aantal punten
Eindbeoordeling
(totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)
Feedback
Naam en paraaf beoordelaar
343
-0-10-
-12-
-0-4-
-6-
-8-
De resultatenanalyse, conclusie
zijn juist en
buitengewoon
helder.
-20-10-
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE 13: Stage klinische cytologie
M13Kc
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, studierichting
Medisch, afstudeerrichting Cytohistopathologie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
Stage POP
Casus-verslag en aanvullende beroepsproducten
Reflectieverslag
30 stp
840 SBU
De stage sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de stage worden de
ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst.
Propedeuse is behaald.
Minimaal 45 stp zijn behaald in het 2e studiejaar van de hoofdfase en de
praktijkbeoordelingen in het tweede studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld.
OWEs die samenhangen met de major moeten voldoende zijn. Voor de afstudeerrichting
Cyto-Histo-Pathologie is dit OWE 5M.
11.
Beoordelingscriteria
Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft
plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van
RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek.
De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming
van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past bij jouw POP.
- Ontwerpen van experimentele opzet
- Experimenteren
- Resultaten analyseren
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
- Rapporteren en presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken in een team
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
9.
10.
Algemene
omschrijving
Competenties
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
M13Kc-P
M13Kc-V
M13Kc-PB
M13Kc-TT
M13Kc-PT
M13Kc-Tgem
Praktische werkzaamheden (P)
Verslag (V)
Portfolio-assessment (PB)
Theorietoets klinische cytologie (TT)
Praktijktoets klinische cytologie (PT)
Gemiddelde theorietoets en
praktijktoets (Tgem)
(1 x cijfer portfolio-assessment + 2 x cijfer praktische
werkzaamheden + 1 x cijfer verslag + 2 x Kc-Tgem) / 6
Het gemiddelde cijfer van de theorietoets klinische
cytologie en praktijktoets klinische cytologie ≥ 5,5 waarbij
de deelcijfers ≥ 5.0.
De deeltentamens verslag, praktische werkzaamheden en
portfolio moeten voldoende zijn.
Het gemiddelde cijfer van de klinische cytologie theorie en
344
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig
materiaal
Activiteiten
Werkvormen
15.
16.
17.
18.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
klinische cytologie praktijk ≥ 5,5 waarbij de deelcijfers ≥ 5.0.
M13Kc-TT en PT: Periode 4, herkansing periode 4.
Frequentie (deel)Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de
tentamens
laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor
de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een
nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2
maanden na de laatste stagedag.
 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan).
Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
 Stagevoorbereidingsgids (Scholar)
 Stagegids (Scholar)
Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase.
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen,
zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
De Slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het
persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het
vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek).
Tijdens de stageperiode wordt de module Klinische Cytologie gevolgd: tijdens
terugkomdagen wordt in theorie- en praktijklessen een onderwerp uit de klinische
cytologie behandeld; op de stageplaats bestudeert de student in theorie en praktijk van
het aan de orde zijnde onderwerp. Daarnaast is het gewenst dat de student de reeds
behandelde onderwerpen oefent en herhaalt zodat hij/zij de nodige kijkervaring opdoet.
Ook de kennis van de cervixcytologie dient tijdens de stage bijgehouden te worden.
19.
20.
21.
Les- /
Contacturen
Onderwijsperiode
Maximum
aantal
deelnemers
Halverwege de stage wordt er een intervisiebijeenkomst georganiseerd die verplicht is
voor alle studenten.
De begeleidende docent heef 10 klokuren voor begeleiding.
10 lesdagen (terugkomdagen) klinische cytologie = 70 contacturen.
Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase
n.v.t.
345
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 13: Stage klinische cytologie (M13Kc)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Competentie 11 Sturen professionele
ontwikkeling
Geeft eigen competentieontwikkeling vorm
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten.
11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte
analyse (zelfstandig) POP op.
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzamelt competentiebewijzen.
11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. /
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
 POP, goedgekeurd door SLB-er (zie
beoordelingsformulier “stage-POP”).
 Definitieve POP, goedgekeurd door
stagebegeleider.
 Sollicitatiebrief met CV.
 Verslag sollicitatiegesprek.
 Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de
stagedocent.
 Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken
met bedrijfsbegeleider.
 Beoordelingsformulier werkzaamheden.
 Bedrijfsbevestiging over minstens 90
werkdagen.
 Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier
Reflectieverslag).
Alle onderdelen van het portfolio
moeten aanwezig zijn in het portfolio en
de eindbeoordeling van het portfolio
moet voldoende zijn (≥ 5.5).
1 examinator voor de
beoordeling (Stage docent).
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig)
om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid
methode en beschikbaarheid apparatuur)
onderzoeksplan te komen
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de
experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle
benodigdheden klaar staan voordat met het
experiment begonnen wordt; maakt oplossingen.
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage
Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek,
Chemie”.
Zie beoordelingsformulier
“Werkzaamheden Stage Medische
Diagnostiek.
1 examinator voor de
beoordeling (Stage docent).
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M13Kc-PB
Naam:
Portfolio assessment
Vorm:
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M13Kc-P
Naam:
Praktische werkzaamheden
Vorm:
Praktijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
346
Examinatoren
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken
indien nodig).
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten
(multitasking). / 2.3.4. Werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren
binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en
behoudt overzicht.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting). / 2.3.5. Lost praktische
problemen op als het experiment niet loopt zoals
was voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1.,(3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en
overkoepelend project).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten
in relatie met andere deelexperimenten en
vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
347
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en
bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren/presenteren
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en
beantwoordt vragen:
• er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
• spreekt duidelijk en verstaanbaar;
• staat rechtop en laat de handen vrij;
• maakt oogcontact met het publiek;
• maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
• verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
• gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint
als visuele ondersteuning;
• gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen van
de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
348
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M13Kc-V
Naam:
Stageverslag
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken
7.2.1., (7.3.1) Plant en organiseert zijn
experimenten resulterend in een werkplan dat
minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en
organiseert zijn project resulterend in een
werkplan van minimaal 4 weken).
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden;
bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. toont initiatief actief conflicten op te lossen.
Competentie 1: Ontwerp van experimentele
opzet
1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie
en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.
Zie beoordelings-formulier
“Stageverslag biologie en medisch
laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
349
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M13Kc-TT
Naam:
Theorietoets klinische
cytologie
Vorm:
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en Administratie
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)/.
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
De student kan de volgende processen beschrijven,
herkennen en theoretisch verantwoorden:
 introductie in de klinische cytopathologie:
toepassing, grenzen en caveats, celtypen - en
patronen, dd’s en verslaglegging;
 cytologie van de thoracale organen: Long
brush/spoeling/TBNA, EUS/EBUS FNA;
Mediastinum en thoraxwand; Indicaties en
350
44 van 80 punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
Meerdere examinatoren
(Docenten cursus klinische
cytologie).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Schriftelijk
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,0
Code:
M13Kc-PT
Naam:
Praktijktoets klinische
cytologie
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Screenen van preparaten
(microscopie).
Weging:
0
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,0
3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)/.
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjour-
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
mogelijkheden, patronen, verslaglegging;
aspiratiecytologie van de mamma en de
oksellymfklieren; indicaties en mogelijkheden,
patronen, verslaglegging;
 cytologische analyse van spontane urine en
BWA; celbeelden, gradering,
bewerkingsmethoden, verslaglegging;
 aspiratiecytologie van hals en hoofd: de
speekselklier en cysteuze afwijkingen;
Indicaties en mogelijkheden, verwerking,
patronen, dd’s en verslaglegging, lymfklier;
 immunocytochemie in de dd van pleuravocht
en ascites: celblokprocedure, techniek,
celtypen en panels, kwaliteitscontrole, pitfalls
en verslaglegging;
 aspiratiecytologie van hals en hoofd: de
schildklier;
 cytologische analyse van vochten(pleura en
ascites): patronen, celtypen,
mesotheelreacties, dd’s, caveats en
verslaglegging.
De student kan de volgende processen beschrijven,
herkennen en theoretisch verantwoorden aan de
hand van microscopische preparaten:
 cytologie van de thoracale organen: Long
brush/spoeling/TBNA, EUS/EBUS FNA;
Mediastinum en thoraxwand; Indicaties en
mogelijkheden, patronen, verslaglegging;
 aspiratiecytologie van de mamma en de
oksellymfklieren; indicaties en mogelijkheden,
patronen, verslaglegging;
 cytologische analyse van spontane urine en
BWA; celbeelden, gradering,
bewerkingsmethoden, verslaglegging;
 aspiratiecytologie van hals en hoofd: de
speekselklier en cysteuze afwijkingen;
Indicaties en mogelijkheden, verwerking,
patronen, dd’s en verslaglegging, lymfklier;
 immunocytochemie in de dd van pleuravocht
en ascites: celblokprocedure, techniek,
celtypen en panels, kwaliteits-controle, pitfalls
en verslaglegging;
 aspiratiecytologie van hals en hoofd: de
schildklier;
 cytologische analyse van vochten(pleura en

351
Screenen van 18 preparaten, 10 punten
per preparaat; 99 van de 180 punten
moeten behaald zijn voor een
voldoende (5.5).
Meerdere Examinatoren
(Docenten cursus klinische
cytologie).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M13Kc-Tgem
naal en verslag niveau 2)/.
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3).
Zie theorietoets en praktijktoets klinische cytologie.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
ascites): patronen, celtypen,
mesotheelreacties, dd’s, caveats en
verslaglegging.
Zie theorietoets en praktijktoets klinische cytologie.
Naam:
Gemiddelde Theorietoets en
praktijktoets klinische
cytologie
Vorm:
Administratief
Weging: 2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
352
Zie theorietoets en praktijktoets
klinische cytologie.
Meerdere Examinatoren
(Docenten cursus klinische
cytologie).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst werkzaamheden stage Klinische Cytologie
Naam student: …………………..………………………………………
Student nr: ………………………………………
Klas: ……….……..
Stageplaats: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.
Aantal gewerkte dagen is 90 of meer.
Professionele ontwikkeling:
Werkhouding
- Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een
gemotiveerde medewerker.
Kwalititeitsbeheer:
Veiligheid
- Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen.
Beheer & adminstratie:
Labjournaal (adm)
Regels
- Verwerkt informatie in een labjournaal/ laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de
afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage
van de student is afgelopen.
- Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen
indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc.
353
onvoldoende
voldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel:
Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een
weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd.
Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten
excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN
PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
ontwerpen
(5 pnt)
inwerken
Punten
- verdiept zich in het
onderwerp. Bestudeert
literatuur op aanwijzingen
van de begeleider.
voorbereiden
Punten:
bovengemiddeld
excellent
… en raadpleegt uit eigen
beweging begeleiders/
collega’s/ literatuur.
0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3
- komt met voorstellen voor
de aanpak van het
casus/onderzoek
ontwerpen
Punten
experimenteren
(45 pnt)
voldoende
… komt met juiste voorstellen
voor de aanpak van het
casus/onderzoek
0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2
- maakt voorstellen voor
controles
- voert berekeningen uit,
- maakt oplossingen, zorgt
ervoor dat alles klaar staat
- begrijpt wat hij/zij moet
doen.
- bespreekt de
voorbereidingen dagelijks
met de begeleider
- maakt weinig fouten in de
voorbereidingsfase dat de
snelheid van het werk ten
goede komt.
… en doet dit zelfstandig
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
354
Aantal
gegeven
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
tempo van
werken
Punten:
beheersing
technieken
Punten:
resultaten analyseren
(15 pnt)
dataprocessing
Punten:
validatie
Punten:
conclusie
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- werkt aan één experiment
tegelijkertijd. Voert het
experiment binnen de
gestelde tijd uit. Weet
wachttijden zinvol te
gebruiken.
-
werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd
… en kan makkelijk switchen
tussen de experimenten,
terwijl toch het overzicht wordt
behouden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- heeft zich de benodigde
technieken eigen gemaakt
en beheerst deze
- werkt nauwkeurig
- weet tijdens en na de
uitvoering van het
experiment ten alle tijden
exact wat hij doet
… en heeft technieken zich
snel eigen gemaakt en
beheerst deze goed (af te
leiden uit
reproduceerbaarheid van de
gegevens)
… en kan afwijken van protocol
indien nodig om
betrouwbare resultaten te
krijgen en zijn handelingen
theoretisch verantwoorden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- voert op de juiste wijze
volgens de geschikte
methoden de analyse van
resultaten uit (onder
begeleiding)
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- doet uitspraak over de
bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- leidt uit de verkregen
resultaten conclusies af
m.b.t. de onderzoeksvraag
(onder begeleiding).
- voert op de juiste wijze
foutendiscussie uit
… doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met
voorstellen voor
andere deelexperimenten en
vervolgexperimenten
literatuurwaarden
0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7
355
rapporteren/
presenteren
(10 pnt)
beheer en
adminis-tratie
(5 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
beheer
Punten:
presentatie
samenwerken
(10 pnt)
planmatig projectmatig werken
(10 pnt)
Punten:
plannen
Punten:
uitvoeren
Punten:
functioneren in
groep
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- codeert
monsters/oplossingen/chemi
caliën en bewaart deze op
de juiste manier
- ruimt op, signaleert als
reagentia op zijn
… en draagt bij aan een
efficiënt functionerend lab
(geeft verbetervoorstellen)
0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5
- presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking)
- en kan vragen beantwoorden.
… presenteert en discussieert
op een heldere en
overtuigende wijze
0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10
- plant en organiseert zijn
werkzaamheden dagelijks
onder begeleiding
… doet dit zelfstandig en
schat uitvoeringstijd goed in
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- voert werkzaamheden
volgens planning uit (ook
onder tijdsdruk),
- ziet erop toe dat doelen
worden gehaald; stuurt zijn
werkzaamheden bij op
aanwijzingen van begeleider
…- stuurt zelfstandig zijn
werkzaamheden bij indien
nodig
… en stelt prioriteiten
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
- kan samenwerken in een
team: houdt zich aan de
gemaakte afspraken;
herkent de eigen rol en die
van anderen in het team en
gaat hier adequaat mee om
- kan goed samenwerken in
een team: … en stemt de
eigen werkzaamheden af op
die van anderen
… en heeft een duidelijke
inbreng in het team
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
356
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- communiceert (volgens de
basisregels van
communicatie) met
collega's, begeleiders (kan
luisteren, neemt initiatief
voor gesprek, staat open
voor feedback, probeert
conflicten op te lossen)
communicatie
Punten:
… en doet dit open en helder
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
Aantal punten totaal
Aanvullend commentaar
Aantal punten student:
………… punten
Naam stagebegeleider:
……………………………………
Handtekening stagebegeleider:
……………………………………
Datum:
……………………………………
Naam stagedocent:
……………………………………
Handtekening stagedocent:
……………………………………
Indicatie cijfer
0 – 55 :
55 - 65:
65 - 75:
75 - 85:
85 - 100:
Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment.
Cijfer
Opmerkingen
357
≤ 5,5
5,5 - 6,5
6,5 - 7,5
7,5 - 8,5
8,5 - 10
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica
Naam student: …………………..………………………………………
Student nr: ………………………………………
Klas: ……….……..
Stageplaats: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE
KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
Vormgeving
(15 pnt)
vormgeving
Punten
Taalgebruik
samenvatting
(7 pnt)
Punten
voldoende
Rapport voldoet aan
vormgevingseisen genoemd in
Exact Communiceren (van der
Laan)
excellent
Het layout van het rapport is
zeer overzichtelijke en zorgt
voor een professionele
uitstraling.
0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5
Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik (=geen
taal/spelfouten).
- Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik.
b. Eenduidig taalgebruik
c. Taalgebruik sluit aan bij
doelgroep (lezers)
Verslag is in andere taal
zijnde niet de moedertaal
geschreven op een correcte
manier.
0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10
De samenvatting beschrijft
doel, methode en
eindresultaten van het
onderzoek in maximaal ½
A4 zodanig dat het als een
zelfstandig geheel gelezen
kan worden.
samenvatting
Punten:
bovengemiddeld
0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7
358
Aantal
gegeven
punten
Inleiding
(10 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Inleiding
Punten:
Materialen en
methoden
middenstuk(29 pnt)
Punten:
resultaten
Punten:
-De onderzoeksvraag is in een
theoretisch kader geplaatst. De
samenhang met de methoden,
materialen en resultaten komt
niet duidelijk naar voren..
… Onderzoeksvraag wordt
ingeleid d.m.v. literatuur
waardoor de keuze voor
materialen/methoden en de
resultaten duidelijk zijn te
begrijpen.
0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10
- Beschrijft de specifiek
gebruikte
methode/materialen.
Beschrijft materialen en
methoden zodanig dat de
experimenten door anderen
herhaald kunnen worden.
0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst die de
lezer handvatten aanreikt
om de data zo goed
mogelijk te begrijpen.
0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10
Rapport bevat leesbare
figuren die compleet zijn en
helder te begrijpen zijn.
Punten:
afsluiting
(25 pnt)
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
discussie
0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4
- Voert aan de hand van de
gevonden resultaten een
discussie: is de
onderzoeksvraag te
beantwoorden met behulp
van de verzamelde data
359
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Brengt de
resultaten in verband met
de literatuur.
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Uit de
discussie blijkt een correcte
toepassing van de
theoretische inzichten.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Vergelijkt de
onderzoeksresultaten met
andere analyses,
referentiewaarden of
theoretische waarden uit de
literatuur.
Punten:
0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8
Er worden duidelijke
aanbevelingen voor
vervolgexperimenten en
onderzoek beschreven.
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
De discussie bevat
uitspraken over
nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de
resultaten
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
- In de conclusie wordt een
antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag.
conclusie
Gehantee
rde
bronnen
(4 pnt)
Punten:
literatuur
Punten:
0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9
Rapport bevat literatuurlijst. In
de tekst wordt verwezen naar
bronnen die opgenomen zijn in
de literatuurlijst.
0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4
360
Mate waarin student
zelfstandig aan
onderzoeksverslag
heeft gewerkt (10
pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Veel begeleiding nodig
Punten:
Op kritieke momenten
begeleiding nodig.
Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10
Aantal punten totaal
Cijfer Student
Aantal punten / 10
Feedback
Naam en paraaf stagebegeleider:
datum
Naam en paraaf stagedocent:
361
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
BEOORDELINGSFORMULIER STAGE
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Instituut Applied Sciences
Student:
Stagedocent:
Studentnummer:
Course: 13-stage
Beroepstaak:
Stagebedrijf:
Portfolio:
…………
Werkzaamheden:
…………
Verslag:
…………
Theorie Klinische cytologie:
…………
Praktijk Klinische cytologie:
…………
Eindcijfer:
…………
(1 x cijfer portfolio-assessment + 2 x cijfer praktische werkzaamheden + 1 x cijfer verslag + 2 x Kc-Tgem) / 6
De deeltentamens verslag, praktische werkzaamheden en portfolio moeten voldoende zijn.
Het gemiddelde cijfer van de klinische cytologie theorie en klinische cytologie praktijk ≥ 5,5 waarbij de deelcijfers ≥ 5.0.
Naam en handtekening stagedocent
Datum
………………………………………………….…….
…………………….
362
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier portfolio & assessment
Naam student: …………………..…………………………
Klas: ……….……..
Student nr: ………………………………
Stageplaats: .…………………………………………………………………………
Deel 1: Checklist portfolio
Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te
zijn in het portfolio.
Onderdeel portfolio
Definitieve POP
Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent
Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider
Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met
Bedrijfsbegeleider
Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider
Reflectieverslag
Onderzoeksverslag
Aanwezig
Alle onderdelen aanwezig:
Deel 2: Assessment portfolio
Comp.
Beoordelingscri
terium
Onvoldoende
6.3.1
Het portfolio is
toegankelijk.
11.3.2
Het
reflectieverslag
bevat een
duidelijke
terugblik op
eigen handelen
en ontwikkeling
in relatie tot het
POP.
De structuur en
inhoudsopgave
ontbreken, het is
bijzonder lastig
documenten te
vinden.
-0Het verslag bevat
een onvolledige
terugblik en
vooruitblik waarin
niet alle
onderdelen van
het POP aan bod
komen.
-0-
1.3.4
1.3.5
2.3.1
2.3.3
De student kan
de gebruikte
technieken
theoretisch
toelichten.
1.3.5
2.3.1
De student kan
vragen naar
aanleiding van
het stageverslag
De student heeft
regelmatig moeite
met het uitleggen
van de
achtergrond van
een techniek.
-0De student
beantwoordt
regelmatig vragen
over eigen
Voldoende
Portfolio
Het is soms lastig
documenten te
vinden en de
structuur
ontbreekt hier en
daar.
-3Het verslag bevat
een terugblik en
vooruitblik van de
belangrijkste
onderdelen uit het
POP.
-12Assessment
De student kan
elke stap uit de
gebruikte
technieken
uitleggen en
verantwoorden.
-12De student weet
het antwoord op
vragen over zijn
eigen
363
Goed
Uitmuntend
Alle documenten
zijn vindbaar en
het is
gestructureerd.
Alle documenten zijn
vindbaar en het is
bijzonder netjes en
gestructureerd.
-4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een
een volledige en
buitengewoon
kritische terugblik
nauwkeurige en
en vooruitblik in
kritische terugblik en
relatie tot het POP.
vooruitblik met
daarin een duidelijke
koppeling naar het
POP.
-16-20De student kan de
De student heeft
gebruikte
correcte ideeën over
technieken in een
het verbeteren van
overkoepelend
de gebruikte
theoretisch kader
technieken voor
plaatsen.
vervolgonderzoek.
-16-20De student weet De student weet het
het antwoord op
antwoord op vragen
vragen over
over een
onderwerpen die overkoepelend thema
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
beantwoorden.
1.3.4
3.1.4
3.3.4
3.2.4
3.3.5
2.3.4
8.1.3
8.1.4
8.2.4
8.3.2
8.3.3
8.1.6
De student kan
reflecteren op
de inhoud van
het onderzoek.
Het onderzoek
was van
voldoende hoog
niveau doordat
het inhoudelijk
complex was, of
doordat de
experimentele
handelingen
complex waren.
De student
communiceert
op een heldere
en prettige
manier.
experimenten en
resultaten niet
correct.
-0De student heeft
moeite met het
bedenken van
alternatieve opties.
-0De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig en de
experimenten zijn
lineair
(achtereenvolgens)
uitgevoerd.
-0-
De student heeft
vaak moeite met
het helder
formuleren en
structuren van zijn
antwoorden.
-0-
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
experimenten en
resultaten.
-12De student
bedenkt
alternatieve
experimenten.
-6De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig maar er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-12-
De student
formuleert
antwoorden op
een begrijpelijke
manier en
beantwoord over
het algemeen de
vraag van de
assessor.
-3-
zijdelings met het
zijn onderzoek te
maken hebben.
-16De student
bedenkt een
alternatieve
onderzoekslijn.
-8De inhoud van het
onderzoek was
redelijk complex
en er werden
meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-16-
of onderzoek.
-20De student bedenkt
een alternatieve
onderzoeksvraag en
onderzoekslijn.
-10De inhoud van het
onderzoek was zeer
complex en er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-20-
De student sluit in
zijn antwoorden
goed aan op de
vragen van de
assessor.
De student sluit in
zijn antwoorden zo
goed aan op de
vragen van de
assessor dat er een
dialoog ontstaat.
-4-
-5Totaal aantal punten:
Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10):
Feedback:
Naam en paraaf assessor:
364
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP voor stage
Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ………………
Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….………….
niet voldaan
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:
De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten.
11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op:
De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de
sterkte-zwakte-analyse.
De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer,
welke activiteiten) om de doelen te bereiken.
De student benoemt gewenste resultaten of producten die
aantoonbaar zijn.
Het tijdspad is reëel.
De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.
Het POP is overzichtelijk gestructureerd.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie)
365
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ………………
Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….………….
REFLECTIEVERSLAG
ONVOLDOENDE
INHOUD
11.1.2.
11.3.2.
De student beschrijft de handelingen die bijgedragen
hebben aan het realiseren van de POP
(in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar
bewijsdocumenten van de resultaten hiervan
verwezen.
De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar
leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat
minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt
dit aan zijn/haar eigen handelen.
De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ikvorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of
producten.
De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders
had kunnen aanpakken (alternatieven).
Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.
VORM
6.1.3.
Er is een heldere stijl van formulering.
Het verslag ziet er verzorgd uit.
Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn)
Opmerkingen
Naam en handtekening stagedocent
366
VOLDOENDE
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
OWE 13: Stage medische microbiologie
2.
Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek studierichting
Medisch, afstudeerrichting Medische Microbiologie, niveau 3
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Doelgroep
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
M13Mm
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
N.v.t.
Stage POP
Casus-verslag en aanvullende beroepsproducten
Reflectieverslag
30 stp
840 SBU
De stage sluit aan op de gevolgde OWE’en van de major. Tijdens de stage worden de
ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst.
Propedeuse is behaald.
Minimaal 45 stp zijn in het 2e studiejaar van de hoofdfase gehaald en de
praktijkbeoordelingen in het tweede studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld.
OWE’en die samenhangen met de major moeten voldoende zijn: voor de afstudeerrichting
medische microbiologie is OWE 6M.
11.
Beoordelingscriteria
Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden
geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het
onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek.
De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming van
jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past bij jouw POP.
- Ontwerpen van experimentele opzet
- Experimenteren
- Resultaten analyseren
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
- Rapporteren en presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken in een team
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
9.
10.
Algemene
omschrijving
Competenties
Weging
Compensatie-mogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
Frequentie (deel)-tentamens
13.
Verplichte
literatuur

M13Mm-PB
Portfolio assessment (PB)
M13Mm-V
Verslag (V)
M13Mm-P
Praktische werkzaamheden (P)
(1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden +
1 x cijfer verslag) / 4
Alle deeltentamens moeten voldoende zijn (≥5.5).
2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden.
Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de
laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor
de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een
nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2
maanden na de laatste stagedag.
Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan).
Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
367
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig
materiaal
Activiteiten
Werkvormen
Les- /
Contacturen
Onderwijsperiode
Maximum
aantal
deelnemers
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
 Stagevoorbereidingsgids (Scholar)
 Stagegids (Scholar)
Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase.
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen,
zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen
De slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk
ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van
een stageplek (solliciteren naar een stageplek).
Tijdens de stageperiode wordt een intervisiebijeenkomst georganiseerd waaraan actieve
deelname verplicht is.
Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heef 10 klokuren voor begeleiding.
Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase.
n.v.t.
368
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 13: Stage medische microbiologie (M13Mm)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
Competenties met indicatoren
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M13Mm-PB
Naam:
Portfolio assessment
Vorm:
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Weging:
1
Competentie 11 Sturen professionele
ontwikkeling
Geeft eigen competentieontwikkeling vorm
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten.
11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte
analyse (zelfstandig) POP op.
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzamelt competentiebewijzen.
11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. /
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
Beoordelingscriteria
-
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M13Mm-P
Naam:
Praktische werkzaamheden
Vorm:
Praktijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig)
om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid
methode en beschikbaarheid apparatuur)
onderzoeksplan te komen
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de
experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.2.,(2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle
benodigdheden klaar staan voordat met het
experiment begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.2.3.,(2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol
POP, goedgekeurd door SLBer (zie beoordelingsformulier “stage-POP”).
Definitieve POP, goedgekeurd door stagebegeleider.
Sollicitatiebrief met CV.
Verslag sollicitatiegesprek.
Agenda en notulen van stagebezoek(en) van
de stagedocent.
Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider.
Beoordelingsformulier werkzaamheden.
Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen.
Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier
Reflectieverslag).
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage
Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek,
Chemie”.
Waardering /
Cesuur
Alle onderdelen van het portfolio
moeten aanwezig zijn in het portfolio en
de eindbeoordeling van het portfolio
moet voldoende zijn (≥ 5.5).
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
Zie beoordelingsformulier
“Werkzaamheden Stage Medische
Diagnostiek.
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
369
Examinatoren
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
uit zodat betrouwbare reproduceerbare data
wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken
indien nodig).
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten
(multitasking). / 2.3.4. Werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren
binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en
behoudt overzicht.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting). / 2.3.5. Lost praktische
problemen op als het experiment niet loopt zoals
was voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1.,(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en
overkoepelend project).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten
in relatie met andere deelexperimenten en
vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en
370
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in
labjournaal (doel, experimentenbeschrijving,
resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren
zodat anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren/presenteren
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en
beantwoordt vragen:
- er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
- spreekt duidelijk en verstaanbaar;
- staat rechtop en laat de handen vrij;
- maakt oogcontact met het publiek;
- maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
- verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
- gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning;
- gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
- er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
- spreekt duidelijk en verstaanbaar;
- staat rechtop en laat de handen vrij;
- maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
- maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
- verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
- gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen
van de boodschap;
- gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken
371
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M13Mm-V
Naam:
Stageverslag
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
7.2.1., (7.3.1) Plant en organiseert zijn
experimenten resulterend in een werkplan dat
minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. (Plant en
organiseert zijn project resulterend in een
werkplan van minimaal 4 weken).
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden;
bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.
Competentie 8: samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen.
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie
en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.
Zie beoordelings-formulier
“Stageverslag biologie en medisch
laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
372
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en
overkoepelend project,).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en Administratie
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in
labjournaal (doel, experimentenbeschrijving,
wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld
vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria
labjournaal en verslag niveau 2)./
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3).
373
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst werkzaamheden stage Medische Diagnostiek
Naam student: …………………………………………….……………
Student nr: …………………………
Klas: ……………………………..
Stageplaats: ……………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.
Aantal gewerkte dagen is 90 of meer.
Professionele ontwikkeling:
Werkhouding
- Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een
gemotiveerde medewerker.
Kwalititeitsbeheer:
Veiligheid
- Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen.
Beheer & adminstratie:
Labjournaal (adm)
Regels
- Verwerkt informatie in een labjournaal/ laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de
afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage
van de student is afgelopen.
- Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen
indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc.
374
onvoldoende
voldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel:
Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een
weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd.
Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten
excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN
PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
ontwerpen
(5 pnt)
inwerken
Punten
- verdiept zich in het
onderwerp. Bestudeert
literatuur op aanwijzingen
van de begeleider.
voorbereiden
Punten:
bovengemiddeld
excellent
… en raadpleegt uit eigen
beweging begeleiders/
collega’s/ literatuur.
0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3
- komt met voorstellen voor
de aanpak van het
casus/onderzoek
ontwerpen
Punten
experimenteren
(45 pnt)
voldoende
… komt met juiste voorstellen
voor de aanpak van het
casus/onderzoek
0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2
- maakt voorstellen voor
controles
- voert berekeningen uit,
- maakt oplossingen, zorgt
ervoor dat alles klaar staat
- begrijpt wat hij/zij moet
doen.
- bespreekt de
voorbereidingen dagelijks
met de begeleider
- maakt weinig fouten in de
voorbereidingsfase dat de
snelheid van het werk ten
goede komt.
… en doet dit zelfstandig
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
375
Aantal
gegeven
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
tempo van
werken
Punten:
beheersing
technieken
Punten:
resultaten analyseren
(15 pnt)
dataprocessing
Punten:
validatie
Punten:
conclusie
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- werkt aan één experiment
tegelijkertijd. Voert het
experiment binnen de
gestelde tijd uit. Weet
wachttijden zinvol te
gebruiken.
-
werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd
… en kan makkelijk switchen
tussen de experimenten,
terwijl toch het overzicht wordt
behouden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- heeft zich de benodigde
technieken eigen gemaakt
en beheerst deze
- werkt nauwkeurig
- weet tijdens en na de
uitvoering van het
experiment ten alle tijden
exact wat hij doet
… en heeft technieken zich
snel eigen gemaakt en
beheerst deze goed (af te
leiden uit
reproduceerbaarheid van de
gegevens)
… en kan afwijken van protocol
indien nodig om
betrouwbare resultaten te
krijgen en zijn handelingen
theoretisch verantwoorden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- voert op de juiste wijze
volgens de geschikte
methoden de analyse van
resultaten uit (onder
begeleiding)
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- doet uitspraak over de
bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- leidt uit de verkregen
resultaten conclusies af
m.b.t. de onderzoeksvraag
(onder begeleiding).
- voert op de juiste wijze
foutendiscussie uit
… doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met
voorstellen voor
andere deelexperimenten en
vervolgexperimenten
literatuurwaarden
0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7
376
rapporteren/
presenteren
(10 pnt)
beheer en
adminis-tratie
(5 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
beheer
Punten:
presentatie
samenwerken
(10 pnt)
planmatig projectmatig werken
(10 pnt)
Punten:
plannen
Punten:
uitvoeren
Punten:
functioneren in
groep
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- codeert
monsters/oplossingen/chemi
caliën en bewaart deze op
de juiste manier
- ruimt op, signaleert als
reagentia op zijn
… en draagt bij aan een
efficiënt functionerend lab
(geeft verbetervoorstellen)
0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5
- presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking)
- en kan vragen beantwoorden.
… presenteert en discussieert
op een heldere en
overtuigende wijze
0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10
- plant en organiseert zijn
werkzaamheden dagelijks
onder begeleiding
… doet dit zelfstandig en
schat uitvoeringstijd goed in
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- voert werkzaamheden
volgens planning uit (ook
onder tijdsdruk),
- ziet erop toe dat doelen
worden gehaald; stuurt zijn
werkzaamheden bij op
aanwijzingen van begeleider
…- stuurt zelfstandig zijn
werkzaamheden bij indien
nodig
… en stelt prioriteiten
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
- kan samenwerken in een
team: houdt zich aan de
gemaakte afspraken;
herkent de eigen rol en die
van anderen in het team en
gaat hier adequaat mee om
- kan goed samenwerken in
een team: … en stemt de
eigen werkzaamheden af op
die van anderen
… en heeft een duidelijke
inbreng in het team
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
377
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- communiceert (volgens de
basisregels van
communicatie) met
collega's, begeleiders (kan
luisteren, neemt initiatief
voor gesprek, staat open
voor feedback, probeert
conflicten op te lossen)
communicatie
Punten:
… en doet dit open en helder
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
Aantal punten totaal
Aanvullend commentaar
Aantal punten student:
………… punten
Naam stagebegeleider:
……………………………………
Handtekening stagebegeleider:
……………………………………
Datum:
……………………………………
Naam stagedocent:
……………………………………
Handtekening stagedocent:
……………………………………
Indicatie cijfer
0 – 55 :
55 - 65:
65 - 75:
75 - 85:
85 - 100:
Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment.
Cijfer
Opmerkingen
378
≤ 5,5
5,5 - 6,5
6,5 - 7,5
7,5 - 8,5
8,5 - 10
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica
Naam student: …………………………………………….……………
Student nr: …………………………
Klas: ……………………………..
Stageplaats: ……………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE
KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
Vormgeving
(15 pnt)
vormgeving
Punten
Taalgebruik
samenvatting
(7 pnt)
Punten
voldoende
Rapport voldoet aan
vormgevingseisen genoemd in
Exact Communiceren (van der
Laan)
excellent
Het layout van het rapport is
zeer overzichtelijke en zorgt
voor een professionele
uitstraling.
0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5
Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik (=geen
taal/spelfouten).
- Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik.
b. Eenduidig taalgebruik
c. Taalgebruik sluit aan bij
doelgroep (lezers)
Verslag is in andere taal
zijnde niet de moedertaal
geschreven op een correcte
manier.
0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10
De samenvatting beschrijft
doel, methode en
eindresultaten van het
onderzoek in maximaal ½
A4 zodanig dat het als een
zelfstandig geheel gelezen
kan worden.
samenvatting
Punten:
bovengemiddeld
0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7
379
Aantal
gegeven
punten
Inleiding
(10 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Inleiding
Punten:
Materialen en
methoden
middenstuk(29 pnt)
Punten:
resultaten
Punten:
-De onderzoeksvraag is in een
theoretisch kader geplaatst. De
samenhang met de methoden,
materialen en resultaten komt
niet duidelijk naar voren..
… Onderzoeksvraag wordt
ingeleid d.m.v. literatuur
waardoor de keuze voor
materialen/methoden en de
resultaten duidelijk zijn te
begrijpen.
0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10
- Beschrijft de specifiek
gebruikte
methode/materialen.
Beschrijft materialen en
methoden zodanig dat de
experimenten door anderen
herhaald kunnen worden.
0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst die de
lezer handvatten aanreikt
om de data zo goed
mogelijk te begrijpen.
0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10
Rapport bevat leesbare
figuren die compleet zijn en
helder te begrijpen zijn.
Punten:
afsluiting
(25 pnt)
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
discussie
0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4
- Voert aan de hand van de
gevonden resultaten een
discussie: is de
onderzoeksvraag te
beantwoorden met behulp
van de verzamelde data
380
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Brengt de
resultaten in verband met
de literatuur.
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Uit de
discussie blijkt een correcte
toepassing van de
theoretische inzichten.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Vergelijkt de
onderzoeksresultaten met
andere analyses,
referentiewaarden of
theoretische waarden uit de
literatuur.
Punten:
0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8
Er worden duidelijke
aanbevelingen voor
vervolgexperimenten en
onderzoek beschreven.
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
De discussie bevat
uitspraken over
nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de
resultaten
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
- In de conclusie wordt een
antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag.
conclusie
Gehantee
rde
bronnen
(4 pnt)
Punten:
literatuur
Punten:
0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9
Rapport bevat literatuurlijst. In
de tekst wordt verwezen naar
bronnen die opgenomen zijn in
de literatuurlijst.
0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4
381
Mate waarin student
zelfstandig aan
onderzoeksverslag
heeft gewerkt (10
pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Veel begeleiding nodig
Punten:
Op kritieke momenten
begeleiding nodig.
Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10
Aantal punten totaal
Cijfer student
Aantal punten / 10
Feedback
Naam en paraaf stagebegeleider
Datum:
Naam en paraaf stagedocent
382
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
BEOORDELINGSFORMULIER STAGE
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Instituut Applied Sciences
Student:
Stagedocent:
Studentnummer:
Course: 13-stage
Beroepstaak:
Stagebedrijf:
Portfolio:
…………
Werkzaamheden:
…………
Verslag:
…………
Eindcijfer:
…………
(1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4
Naam en handtekening stagedocent
Datum
………………………………………………….
…………………….
383
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier portfolio & assessment
Naam student: …………………..…………………………
Klas: ……….……..
Student nr: ………………………………
Stageplaats: .…………………………………………………………………………
Deel 1: Checklist portfolio
Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te
zijn in het portfolio.
Onderdeel portfolio
Definitieve POP
Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent
Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider
Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met
bedrijfsbegeleider
Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider
Reflectieverslag
Onderzoeksverslag
Aanwezig
Alle onderdelen aanwezig:
Deel 2: Assessment portfolio
Comp.
Beoordelingscri
terium
Onvoldoende
6.3.1
Het portfolio is
toegankelijk.
11.3.2
Het
reflectieverslag
bevat een
duidelijke
terugblik op
eigen handelen
en ontwikkeling
in relatie tot het
POP.
De structuur en
inhoudsopgave
ontbreken, het is
bijzonder lastig
documenten te
vinden.
-0Het verslag bevat
een onvolledige
terugblik en
vooruitblik waarin
niet alle
onderdelen van
het POP aan bod
komen.
-0-
1.3.4
1.3.5
2.3.1
2.3.3
De student kan
de gebruikte
technieken
theoretisch
toelichten.
1.3.5
2.3.1
De student kan
vragen naar
aanleiding van
het stageverslag
beantwoorden.
De student heeft
regelmatig moeite
met het uitleggen
van de
achtergrond van
een techniek.
-0De student
beantwoordt
regelmatig vragen
over eigen
experimenten en
resultaten niet
Voldoende
Portfolio
Het is soms lastig
documenten te
vinden en de
structuur
ontbreekt hier en
daar.
-3Het verslag bevat
een terugblik en
vooruitblik van de
belangrijkste
onderdelen uit het
POP.
-12Assessment
De student kan
elke stap uit de
gebruikte
technieken
uitleggen en
verantwoorden.
-12De student weet
het antwoord op
vragen over zijn
eigen
experimenten en
resultaten.
384
Goed
Uitmuntend
Alle documenten
zijn vindbaar en
het is
gestructureerd.
Alle documenten zijn
vindbaar en het is
bijzonder netjes en
gestructureerd.
-4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een
een volledige en
buitengewoon
kritische terugblik
nauwkeurige en
en vooruitblik in
kritische terugblik en
relatie tot het POP.
vooruitblik met
daarin een duidelijke
koppeling naar het
POP.
-16-20De student kan de
De student heeft
gebruikte
correcte ideeën over
technieken in een
het verbeteren van
overkoepelend
de gebruikte
theoretisch kader
technieken voor
plaatsen.
vervolgonderzoek.
-16-20De student weet De student weet het
het antwoord op
antwoord op vragen
vragen over
over een
onderwerpen die overkoepelend thema
zijdelings met het
of onderzoek.
zijn onderzoek te
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
correct.
-01.3.4
3.1.4
3.3.4
3.2.4
3.3.5
2.3.4
8.1.3
8.1.4
8.2.4
8.3.2
8.3.3
8.1.6
De student kan
reflecteren op
de inhoud van
het onderzoek.
Het onderzoek
was van
voldoende hoog
niveau doordat
het inhoudelijk
complex was, of
doordat de
experimentele
handelingen
complex waren.
De student
communiceert
op een heldere
en prettige
manier.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-12-
De student heeft
moeite met het
bedenken van
alternatieve opties.
-0De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig en de
experimenten zijn
lineair
(achtereenvolgens)
uitgevoerd.
-0-
De student
bedenkt
alternatieve
experimenten.
-6De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig maar er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
De student heeft
vaak moeite met
het helder
formuleren en
structuren van zijn
antwoorden.
De student
formuleert
antwoorden op
een begrijpelijke
manier en
beantwoord over
het algemeen de
vraag van de
assessor.
-3-
-0-
-12-
maken hebben.
-16-
-20-
De student
bedenkt een
alternatieve
onderzoekslijn.
-8De inhoud van het
onderzoek was
redelijk complex
en er werden
meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-16-
De student bedenkt
een alternatieve
onderzoeksvraag en
onderzoekslijn.
-10De inhoud van het
onderzoek was zeer
complex en er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
De student sluit in
zijn antwoorden
goed aan op de
vragen van de
assessor.
De student sluit in
zijn antwoorden zo
goed aan op de
vragen van de
assessor dat er een
dialoog ontstaat.
-4-
-5Totaal aantal punten:
-20-
Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10):
Eventuele opmerkingen:
Naam en paraaf assessor:
385
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP voor stage
Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ………………
Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….………….
niet voldaan
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:
De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten.
11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op:
De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de
sterkte-zwakte-analyse.
De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer,
welke activiteiten) om de doelen te bereiken.
De student benoemt gewenste resultaten of producten die
aantoonbaar zijn.
Het tijdspad is reëel.
De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.
Het POP is overzichtelijk gestructureerd.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie)
386
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ………………
Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….………….
REFLECTIEVERSLAG
ONVOLDOENDE
INHOUD
11.1.2.
11.3.2.
De student beschrijft de handelingen die bijgedragen
hebben aan het realiseren van de POP
(in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar
bewijsdocumenten van de resultaten hiervan
verwezen.
De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar
leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat
minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt
dit aan zijn/haar eigen handelen.
De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ikvorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of
producten.
De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders
had kunnen aanpakken (alternatieven).
Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.
VORM
6.1.3.
Er is een heldere stijl van formulering.
Het verslag ziet er verzorgd uit.
Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn)
Feedback
Naam en handtekening stagedocent
387
VOLDOENDE
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Titel OWE
OWE 13: Stage Medische Research
Code
M13MR
1.
2.
Opleiding
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Doelgroep
Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek, studierichting Medisch, niveau 3
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
4.
Centrale
beroepstaak
N.v.t.
5.
(Beroeps)
Producten
6.
Studiepunten,
studielast
Stage POP
Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten
Reflectieverslag
30 stp
840 SBU
7.
Samenhang met
andere OWE’en
De stage sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de stage worden de
ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst.
8.
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
Propedeuse is behaald.
Minimaal 45 stp in het 2e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2e
studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. OWEs die samenhangen met de
major moeten voldoende zijn. Voor de afstudeerrichting Cyto-Histo-Pathologie is dit
OWE 5M, voor de afstudeerrichting Medische Microbiologie is dit OWE 6M.
Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft
plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van
RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de
werkplek.
9.
Algemene
omschrijving
De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de
vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past
bij jouw POP.
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
- Ontwerpen van experimentele opzet
- Experimenteren
- Resultaten analyseren
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
- Rapporteren en presenteren
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
M13-PB
Portfolio assessment (PB)
M13-V
Verslag (V)
M13-P
Praktische werkzaamheden (P)
(1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden +
1 x cijfer verslag) / 4
Alle deeltentamens moeten voldoende zijn (≥5.5)
388
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Frequentie (deel)tentamens
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden.
Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de
laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor
de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een
nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2
maanden na de laatste stagedag.

Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk
toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813
 Stagegids (Scholar)
 Stagevoorbereidingsgids (Scholar)
Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase.
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
15.
Software
-
16.
Overig materiaal
17.
Activiteiten
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te
ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media.
Zie werkvormen.
18.
Werkvormen
De Slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het
persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk
voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek).
De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de
afstudeeropdracht wordt vervuld.
Tijdens de stageperiode wordt een intervisie bijeenkomst georganiseerd waaraan
actieve deelname verplicht is.
Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor
begeleiding.
19.
Les- /
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase
21.
Maximum aantal
deelnemers
n.v.t.
389
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 13: Stage Medische Research (M13MR)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
Competenties met indicatoren
Beoordelingscriteria
Waardering /
Cesuur
Competentie 11 Sturen professionele
ontwikkeling
Geeft eigen competentieontwikkeling vorm
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten.
11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte
analyse (zelfstandig) POP op.
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzamelt competentiebewijzen.
11.1.3. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten /
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
 POP, goedgekeurd door Slb-er (zie
beoordelingsformulier “stage-POP”).
 Definitieve POP, goedgekeurd door
stagebegeleider.
 Sollicitatiebrief met CV.
 Verslag sollicitatiegesprek.
 Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de
stagedocent.
 Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken
met bedrijfsbegeleider.
 Beoordelingsformulier werkzaamheden.
 Bedrijfsbevestiging over minstens 90
werkdagen.
 Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier
Reflectieverslag).
Alle onderdelen van het portfolio
moeten aanwezig zijn in het portfolio en
de eindbeoordeling van het portfolio
moet voldoende zijn (≥ 5.5).
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.2.2. (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.2.4. (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig)
om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid
methode en beschikbaarheid apparatuur)
onderzoeksplan te komen.
Competentie 2: Experimenteren
Voorbereiding
2.2.1. (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de
experimenten theoretisch verantwoorden.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.2.2. (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle
benodigdheden klaar staan voordat met het
experiment begonnen wordt; maakt oplossingen.
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage
Biologie&Medisch Laboratoriumonderzoek,
Chemie”.
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Biologie, Medische Research en
Chemie”.
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
OWE 1
Deeltentamen
Code:
M13MR-PB
Naam:
Portfolio assessment
Vorm:
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Code:
M13MR-P
Naam:
Praktische werkzaamheden
Vorm:
Praktijk
Weging:
2
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
390
Examinatoren
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
2.2.3. (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol
uit zodat betrouwbare reproduceerbare data
wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken
indien nodig).
2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde
tijd uit.
2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd
uitvoeren van meerdere experimenten
(multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren
binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en
behoudt overzicht.
2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen
als het experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische
problemen op als het experiment niet loopt zoals
was voorzien (trouble shooting).
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1.(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en
overkoepelend project).
3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie
uit (i.v.t.).
3.2.3. (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids
(arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
391
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en
bewaart deze op correcte wijze.
5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende
lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn,
pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).
5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten,
conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat
anderen deze kunnen begrijpen.
Competentie 6: Rapporteren/presenteren
6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met
zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de
normen van presentatietechnieken en
beantwoordt vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint
als visuele ondersteuning;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen van
de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
392
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
M13MR-V
Naam:
Stageverslag
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken
7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn
experimenten resulterend in een werkplan dat
minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en
organiseert zijn project resulterend in een
werkplan van minimaal 4 weken).
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden;
bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.
Competentie 8: Samenwerken
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
Communicatie
Communiceert over zijn onderzoek met
medestudenten en docent volgens basisregels voor
communicatie.
8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek.
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner.
8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.
8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen.
Competentie 1: Ontwerpen van experimentele
opzet
1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt
(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie
en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.
Zie beoordelings-formulier
“Stageverslag biologie en medisch
laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.
55 punten moeten behaald zijn voor
een voldoende (5.5).
393
1 examinator voor de
beoordeling (Stagedocent).
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens:
5,5
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
volgens de geschikte methoden de analyse van de
resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van
statistiek.
3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de
bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project).
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig)
resultaten in relatie met andere deelexperimenten
en vergelijkt met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
3.3.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en Administratie
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm
van een verslag/labjournaal/ poster volgens in
opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3).
394
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst werkzaamheden stage Medische Research
Naam student: …………………………………………….……………
Student nr: …………………………
Klas: ……………………………..
Stageplaats: ……………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.
Aantal gewerkte dagen is 90 of meer.
Professionele ontwikkeling:
Werkhouding
- Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een
gemotiveerde medewerker.
Kwalititeitsbeheer:
Veiligheid
- Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen.
Beheer & adminstratie:
Labjournaal (adm)
Regels
- Verwerkt informatie in een labjournaal/ laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de
afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage
van de student is afgelopen.
- Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen
indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc.
395
onvoldoende
voldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel:
Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een
weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd.
Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten
excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN
PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
ontwerpen
(5 pnt)
inwerken
Punten
- verdiept zich in het
onderwerp. Bestudeert
literatuur op aanwijzingen
van de begeleider.
voorbereiden
Punten:
bovengemiddeld
excellent
… en raadpleegt uit eigen
beweging begeleiders/
collega’s/ literatuur.
0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3
- komt met voorstellen voor
de aanpak van het
casus/onderzoek
ontwerpen
Punten
experimenteren
(45 pnt)
voldoende
… komt met juiste voorstellen
voor de aanpak van het
casus/onderzoek
0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2
- maakt voorstellen voor
controles
- voert berekeningen uit,
- maakt oplossingen, zorgt
ervoor dat alles klaar staat
- begrijpt wat hij/zij moet
doen.
- bespreekt de
voorbereidingen dagelijks
met de begeleider
- maakt weinig fouten in de
voorbereidingsfase dat de
snelheid van het werk ten
goede komt.
… en doet dit zelfstandig
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
396
Aantal
gegeven
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
tempo van
werken
Punten:
beheersing
technieken
Punten:
resultaten analyseren
(15 pnt)
dataprocessing
Punten:
validatie
Punten:
conclusie
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- werkt aan één experiment
tegelijkertijd. Voert het
experiment binnen de
gestelde tijd uit. Weet
wachttijden zinvol te
gebruiken.
-
werkt aan meerdere
experimenten tegelijkertijd
… en kan makkelijk switchen
tussen de experimenten,
terwijl toch het overzicht wordt
behouden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- heeft zich de benodigde
technieken eigen gemaakt
en beheerst deze
- werkt nauwkeurig
- weet tijdens en na de
uitvoering van het
experiment ten alle tijden
exact wat hij doet
… en heeft technieken zich
snel eigen gemaakt en
beheerst deze goed (af te
leiden uit
reproduceerbaarheid van de
gegevens)
… en kan afwijken van protocol
indien nodig om
betrouwbare resultaten te
krijgen en zijn handelingen
theoretisch verantwoorden
0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15
- voert op de juiste wijze
volgens de geschikte
methoden de analyse van
resultaten uit (onder
begeleiding)
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- doet uitspraak over de
bruikbaarheid van de
behaalde resultaten op basis
van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid
… doet dit zelfstandig
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- leidt uit de verkregen
resultaten conclusies af
m.b.t. de onderzoeksvraag
(onder begeleiding).
- voert op de juiste wijze
foutendiscussie uit
… doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met
voorstellen voor
andere deelexperimenten en
vervolgexperimenten
literatuurwaarden
0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7
397
rapporteren/
presenteren
(10 pnt)
beheer en
adminis-tratie
(5 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
beheer
Punten:
presentatie
samenwerken
(10 pnt)
planmatig projectmatig werken
(10 pnt)
Punten:
plannen
Punten:
uitvoeren
Punten:
functioneren in
groep
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- codeert
monsters/oplossingen/chemi
caliën en bewaart deze op
de juiste manier
- ruimt op, signaleert als
reagentia op zijn
… en draagt bij aan een
efficiënt functionerend lab
(geeft verbetervoorstellen)
0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5
- presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking)
- en kan vragen beantwoorden.
… presenteert en discussieert
op een heldere en
overtuigende wijze
0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10
- plant en organiseert zijn
werkzaamheden dagelijks
onder begeleiding
… doet dit zelfstandig en
schat uitvoeringstijd goed in
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
- voert werkzaamheden
volgens planning uit (ook
onder tijdsdruk),
- ziet erop toe dat doelen
worden gehaald; stuurt zijn
werkzaamheden bij op
aanwijzingen van begeleider
…- stuurt zelfstandig zijn
werkzaamheden bij indien
nodig
… en stelt prioriteiten
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
- kan samenwerken in een
team: houdt zich aan de
gemaakte afspraken;
herkent de eigen rol en die
van anderen in het team en
gaat hier adequaat mee om
- kan goed samenwerken in
een team: … en stemt de
eigen werkzaamheden af op
die van anderen
… en heeft een duidelijke
inbreng in het team
0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6
398
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- communiceert (volgens de
basisregels van
communicatie) met
collega's, begeleiders (kan
luisteren, neemt initiatief
voor gesprek, staat open
voor feedback, probeert
conflicten op te lossen)
communicatie
Punten:
… en doet dit open en helder
0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4
Aantal punten totaal
Aanvullend commentaar
Aantal punten student:
………… punten
Naam stagebegeleider:
……………………………………
Handtekening stagebegeleider:
……………………………………
Datum:
……………………………………
Naam stagedocent:
……………………………………
Handtekening stagedocent:
……………………………………
Indicatie cijfer
0 – 55 :
55 - 65:
65 - 75:
75 - 85:
85 - 100:
Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment.
Cijfer
Opmerkingen
399
≤ 5,5
5,5 - 6,5
6,5 - 7,5
7,5 - 8,5
8,5 - 10
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica
Naam student: …………………………………………….……………
Student nr: …………………………
Klas: ……………………………..
Stageplaats: ……………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………
LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE
KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS.
Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of
meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is.
Competentie
Trefwoord
Onvoldoende
Vormgeving
(15 pnt)
vormgeving
Punten
Taalgebruik
samenvatting
(7 pnt)
Punten
voldoende
Rapport voldoet aan
vormgevingseisen genoemd in
Exact Communiceren (van der
Laan)
excellent
Het layout van het rapport is
zeer overzichtelijke en zorgt
voor een professionele
uitstraling.
0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5
Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik (=geen
taal/spelfouten).
- Taalgebruik:
a. Correct taalgebruik.
b. Eenduidig taalgebruik
c. Taalgebruik sluit aan bij
doelgroep (lezers)
Verslag is in andere taal
zijnde niet de moedertaal
geschreven op een correcte
manier.
0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10
De samenvatting beschrijft
doel, methode en
eindresultaten van het
onderzoek in maximaal ½
A4 zodanig dat het als een
zelfstandig geheel gelezen
kan worden.
samenvatting
Punten:
bovengemiddeld
0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7
400
Aantal
gegeven
punten
Inleiding
(10 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Inleiding
Punten:
Materialen en
methoden
middenstuk(29 pnt)
Punten:
resultaten
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-De onderzoeksvraag is in een
theoretisch kader geplaatst. De
samenhang met de methoden,
materialen en resultaten komt
niet duidelijk naar voren..
… Onderzoeksvraag wordt
ingeleid d.m.v. literatuur
waardoor de keuze voor
materialen/methoden en de
resultaten duidelijk zijn te
begrijpen.
0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10
- Beschrijft de specifiek
gebruikte
methode/materialen.
Beschrijft materialen en
methoden zodanig dat de
experimenten door anderen
herhaald kunnen worden.
0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst
Er is een logische volgorde
van de datapresentatie met
verbindende tekst die de
lezer handvatten aanreikt
om de data zo goed
mogelijk te begrijpen.
0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10
Rapport bevat leesbare
figuren die compleet zijn en
helder te begrijpen zijn.
Punten:
0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4
401
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
discussie
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
- Voert aan de hand van de
gevonden resultaten een
discussie: is de
onderzoeksvraag te
beantwoorden met behulp
van de verzamelde data
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Brengt de
resultaten in verband met
de literatuur.
Voert een zinvolle discussie:
geeft een heldere verklaring
waarom de hypothese wel of
niet gesteund kan worden
met behulp van de
verzamelde data. Uit de
discussie blijkt een correcte
toepassing van de
theoretische inzichten.
Vergelijkt de
onderzoeksresultaten met
andere analyses,
referentiewaarden of
theoretische waarden uit de
literatuur.
0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8
afsluiting
(25 pnt)
Er worden duidelijke
aanbevelingen voor
vervolgexperimenten en
onderzoek beschreven.
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
De discussie bevat
uitspraken over
nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de
resultaten
Punten:
0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4
- In de conclusie wordt een
antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag.
conclusie
Punten:
0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9
402
Gehantee
rde
bronnen
(4 pnt)
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Rapport bevat literatuurlijst. In
de tekst wordt verwezen naar
bronnen die opgenomen zijn in
de literatuurlijst.
literatuur
0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4
Mate waarin student
zelfstandig aan
onderzoeksverslag
heeft gewerkt (10
pnt)
Punten:
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Veel begeleiding nodig
Punten:
Op kritieke momenten
begeleiding nodig.
Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10
Aantal punten totaal
Cijfer student
Aantal punten / 10
Feedback
Naam en paraaf stagebegeleider
Datum:
Naam en paraaf stagedocent
403
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
BEOORDELINGSFORMULIER STAGE
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Instituut Applied Sciences
Student:
Stagedocent:
Studentnummer:
Course: 13-stage
Beroepstaak:
Stagebedrijf:
Portfolio:
…………
Werkzaamheden:
…………
Verslag:
…………
Eindcijfer:
…………
(1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4
Naam en handtekening stagedocent
Datum
………………………………………………….…….
…………………….
404
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier portfolio & assessment
Naam student: …………………..…………………………
Klas: ……….……..
Student nr: ………………………………
Stageplaats: .…………………………………………………………………………
Deel 1: Checklist portfolio
Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te
zijn in het portfolio.
Onderdeel portfolio
Definitieve POP
Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent
Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider
Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met
Bedrijfsbegeleider
Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider
Reflectieverslag
Onderzoeksverslag
Aanwezig
Alle onderdelen aanwezig:
Deel 2: Assessment portfolio
Comp.
Beoordelingscri
terium
Onvoldoende
6.3.1
Het portfolio is
toegankelijk.
11.3.2
Het
reflectieverslag
bevat een
duidelijke
terugblik op
eigen handelen
en ontwikkeling
in relatie tot het
POP.
De structuur en
inhoudsopgave
ontbreken, het is
bijzonder lastig
documenten te
vinden.
-0Het verslag bevat
een onvolledige
terugblik en
vooruitblik waarin
niet alle
onderdelen van
het POP aan bod
komen.
-0-
1.3.4
1.3.5
2.3.1
2.3.3
De student kan
de gebruikte
technieken
theoretisch
toelichten.
1.3.5
2.3.1
De student kan
vragen naar
aanleiding van
het stageverslag
beantwoorden.
De student heeft
regelmatig moeite
met het uitleggen
van de
achtergrond van
een techniek.
-0De student
beantwoordt
regelmatig vragen
over eigen
experimenten en
resultaten niet
Voldoende
Portfolio
Het is soms lastig
documenten te
vinden en de
structuur
ontbreekt hier en
daar.
-3Het verslag bevat
een terugblik en
vooruitblik van de
belangrijkste
onderdelen uit het
POP.
-12Assessment
De student kan
elke stap uit de
gebruikte
technieken
uitleggen en
verantwoorden.
-12De student weet
het antwoord op
vragen over zijn
eigen
experimenten en
resultaten.
405
Goed
Uitmuntend
Alle documenten
zijn vindbaar en
het is
gestructureerd.
Alle documenten zijn
vindbaar en het is
bijzonder netjes en
gestructureerd.
-4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een
een volledige en
buitengewoon
kritische terugblik
nauwkeurige en
en vooruitblik in
kritische terugblik en
relatie tot het POP.
vooruitblik met
daarin een duidelijke
koppeling naar het
POP.
-16-20De student kan de
De student heeft
gebruikte
correcte ideeën over
technieken in een
het verbeteren van
overkoepelend
de gebruikte
theoretisch kader
technieken voor
plaatsen.
vervolgonderzoek.
-16-20De student weet De student weet het
het antwoord op
antwoord op vragen
vragen over
over een
onderwerpen die overkoepelend thema
zijdelings met het
of onderzoek.
zijn onderzoek te
Aantal
punten
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
correct.
-01.3.4
3.1.4
3.3.4
3.2.4
3.3.5
2.3.4
8.1.3
8.1.4
8.2.4
8.3.2
8.3.3
8.1.6
De student kan
reflecteren op
de inhoud van
het onderzoek.
Het onderzoek
was van
voldoende hoog
niveau doordat
het inhoudelijk
complex was, of
doordat de
experimentele
handelingen
complex waren.
De student
communiceert
op een heldere
en prettige
manier.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
-12-
De student heeft
moeite met het
bedenken van
alternatieve opties.
-0De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig en de
experimenten zijn
lineair
(achtereenvolgens)
uitgevoerd.
-0-
De student
bedenkt
alternatieve
experimenten.
-6De inhoud van het
onderzoek was
eenvoudig maar er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
De student heeft
vaak moeite met
het helder
formuleren en
structuren van zijn
antwoorden.
De student
formuleert
antwoorden op
een begrijpelijke
manier en
beantwoord over
het algemeen de
vraag van de
assessor.
-3-
-0-
-12-
maken hebben.
-16-
-20-
De student
bedenkt een
alternatieve
onderzoekslijn.
-8De inhoud van het
onderzoek was
redelijk complex
en er werden
meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
-16-
De student bedenkt
een alternatieve
onderzoeksvraag en
onderzoekslijn.
-10De inhoud van het
onderzoek was zeer
complex en er
werden meerdere
tegelijkertijd
uitgevoerd.
De student sluit in
zijn antwoorden
goed aan op de
vragen van de
assessor.
De student sluit in
zijn antwoorden zo
goed aan op de
vragen van de
assessor dat er een
dialoog ontstaat.
-4-
-5Totaal aantal punten:
-20-
Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10):
Eventuele opmerkingen:
Naam en paraaf assessor:
406
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP voor stage
Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ………………
Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….………….
niet voldaan
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:
De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten.
11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op:
De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de
sterkte-zwakte-analyse.
De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer,
welke activiteiten) om de doelen te bereiken.
De student benoemt gewenste resultaten of producten die
aantoonbaar zijn.
Het tijdspad is reëel.
De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.
Het POP is overzichtelijk gestructureerd.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie)
407
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ………………
Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….………….
REFLECTIEVERSLAG
ONVOLDOENDE
INHOUD
11.1.2.
11.3.2.
De student beschrijft de handelingen die bijgedragen
hebben aan het realiseren van de POP
(in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar
bewijsdocumenten van de resultaten hiervan
verwezen.
De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar
leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat
minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt
dit aan zijn/haar eigen handelen.
De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ikvorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of
producten.
De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders
had kunnen aanpakken (alternatieven).
Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.
VORM
6.1.3.
Er is een heldere stijl van formulering.
Het verslag ziet er verzorgd uit.
Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn)
Feedback
Naam en handtekening stagedocent
408
VOLDOENDE
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Titel OWE
Code
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
(Beroeps)
Producten
Studiepunten,
studielast
Samenhang met
andere OWE’en
Ingangseisen
m.b.t. (deel)
tentamens
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE14: Afstudeeropdracht Medisch
HM-14
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, studierichting
Medisch afstudeerrichtingen Medische Microbiologie en Cytohistopathologie
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
N.v.t.
AfstudeerPOP
Plan van Aanpak
Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten
Reflectieverslag
Eindpresentatie
30 stp
840 SBU
De afstudeeropdracht sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de
afstudeeropdracht worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en
getoetst.
- Propedeuse is behaald.
- 60 stp in het majorprogramma van het tweede studiejaar. Twee onderdelen
(bewijsmateriaal) van de toetsing van het derde studiejaar mogen onvoldoende zijn met
uitzondering van de praktijk; de praktijkbeoordeling dient voldoende te zijn.
- De integrale toets hoofdfase dient behaald te zijn.
- Indien de stage voorafgaand aan de afstudeeropdracht heeft plaatsgevonden, dient het
onderzoeksverslag stage (M13) te zijn ingeleverd bij de begeleider op de werkplek.
Portfolio (muv onderzoeksverslag) is voldoende afgerond. Indien een researchminor
(RM15 of RM30) voorafgaand aan het afstudeerproject heeft plaatsgevonden geldt als
instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het
onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek.
De afstudeercoördinator beoordeelt of de afstudeeropdracht voldoet aan de eisen die de
opleiding stelt. Een van de eisen is dat de afstudeeropdracht moet aansluiten bij de
afstudeerrichting.
9.
Algemene
omschrijving
10.
Competenties
Het portfolio en het verslag zijn voorwaardelijk: pas bij voldoende beoordeling kan de
student deelnemen aan de afstudeerzitting (eindpresentatie/verdediging).
Studenten kunnen afstuderen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. In de
afstudeeropdracht laat de student zien dat hij in staat is om onderzoek uit te voeren en
over de benodigde competenties beschikt om dit onderzoek zelfstandig uit te voeren. Dit
onderzoek kan een fundamenteel research karakter of een toegepast research karakter
hebben.
Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit
voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren.
- Ontwerpen
- Experimenteren
- Analyseren onderzoeksresultaten
- Kwaliteitsbeheer
- Beheer en administratie
Naar eigen keuze kan de student de competentie “leiding geven/begeleiden” en de
competentie “adviseren” in zijn POP opnemen.
Daarnaast laat de student zien dat competent gehandeld kan worden met betrekking tot:
- Rapporteren en presenteren
409
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
11.
Beoordelingscriteria
- Planmatig en projectmatig werken
- Samenwerken in een team
- Sturen professionele ontwikkeling
Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en
indicatoren.
12.
Tentaminering
Deeltentamens
Weging
Compensatiemogelijkheden
Instap-voorwaarden
tentamen
Frequentie (deel)tentamens
M14-P
Praktische werkzaamheden (P)
M14-V
Afstudeerverslag (V)
M14-Pr
Mondelinge presentatie en verdediging (Pr)
M14-PB
Portfolio assessment (PB)
Het eindcijfer is het gemiddelde cijfer van het praktisch
werk, verslag en eindpresentatie/verdediging
Het portfolio is met een voldaan afgevinkt en de
deeltentamens moeten ≥ 5,5.
2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden.
Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de
laatste dag van het afstudeerproject. Voor deadlines
inleveren verslagen mbt afstudeerzittingen zie jaarrooster
Applied Sciences. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor
kans 1. In overleg met de begeleidende docent wordt een
nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2
maanden na de laatste dag van het afstudeerproject.
13.
Verplichte
literatuur
 Afstudeergids (Scholar)
 Alle boeken die in de opleiding zijn gebruikt
 Laan, A., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN:
9789077423813
14.
Aanbevolen
literatuur
Software
Overig
materiaal
Activiteiten
Werkvormen
Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase.
15.
16.
17.
18.
In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen,
zoals powerpoints, video en sociale media.
Zie werkvormen
Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit
voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren.
De afstudeercoördinator beoordeelt of de plaats van afstuderen voldoet aan de eisen die
het instituut stelt.
19.
20.
21.
Les- /
Contacturen
Onderwijsperiode
Maximum
aantal
deelnemers
Er zijn geen schoolactiviteiten gepland tijdens de afstudeeropdracht.
Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent (tevens 1 e assessor) heeft 15
klokuren voor begeleiding. De 2e assessor heeft 4 klokuren voor het assessment.
Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase
n.v.t.
410
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Toetsprogramma OWE 14: Afstudeeropdracht medisch (HM-14)
Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek
OWE 1
Deeltentamen
Code:
HM-14-PB
Naam:
Portfolio assessment
Vorm:
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Weging:
0
Beoordeling:
Voldaan/niet voldaan
Ondergrens
Voldaan
Competenties met indicatoren
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses.
1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een
onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend
in een werkplan van minimaal 4 weken.
Beoordelingscriteria
 POP, goedgekeurd door SLB-er (zie
beoordelingsformulier “POP-afstuderen”).
 Definitieve POP, goedgekeurd door
afstudeerbegeleider (zie Beoordelingsformulier
“Reflectieverslag”).
 Sollicitatiebrief (goedgekeurd door SLB-er).
 Formulier goedkeuring afstudeeropdracht.
 Plan van aanpak (zie beoordelingsformulier
“Plan van aanpak”).
 Verslag bezoek afstudeerbegeleider
(goedgekeurd door begeleider).
 Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek.
 Bedrijfsbevestiging over minstens 90
werkdagen.
411
Waardering /
Cesuur
Alle onderdelen van het portfolio
moeten aanwezig zijn in het portfolio en
de eindbeoordeling van het portfolio
moet voldaan zijn.
Examinatoren
1 examinator voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
HC-14-P
Naam:
Praktische werkzaamheden
Vorm:
Praktijk
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens
5,5
Competentie 11: Sturen professionele
ontwikkeling
Geeft zelfstandig eigen competentieontwikkeling
vorm
POP
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten.
11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse
zelfstandig POP op.
Reflectieverslag
11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en
verzamelt competentiebewijzen.
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
Competentie 1: Ontwerpen
1.2.1. Identificeert zelfstandig welke
achtergrondinformatie benodigd is om de
onderzoeksvraag te beantwoorden.
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses.
1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een
beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en
beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te
komen.
1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van
resultaten.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
2.1.3. Maakt voorberekeningen.
2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment
begonnen wordt; maakt oplossingen.
2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens
protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare
data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken
indien nodig.
2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden
Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch
Laboratoriumonderzoek”
Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie &
Medisch Laboratoriumonderzoek”
55% van de punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5)
412
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht.
2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble
shooting).
2.2.6. Maakt zich technieken snel eigen.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en
overkoepelend project.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten
van het experiment.
3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in
relatie met andere deelexperimenten en legt
verbanden met literatuurwaarden.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze
regels.
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze.
5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op
zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en
lost kleine storingen op).
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
413
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig
geheel gelezen kan worden.
6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in
productcriteria notulen niveau 2 +3.
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoord vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen van
de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken
7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend
in een werkplan van minimaal 4 weken.
7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;
ook onder tijdsdruk.
7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en
stuurt werkzaamheden eventueel bij.
414
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
HC-14-V
Naam:
Afstudeerverslag
Vorm:
Schriftelijk
Individueel
Weging:
1
Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens
5,5
7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden;
bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.
Competentie 8: Samenwerken in team
Functioneren in een groep
8.1.1. Houdt zich aan regels.
8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich
hieraan.
8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en
weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat
hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met
anderen af.
8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep.
Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling
11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen
handelingen en leerproces; leert van zijn fouten;
staat open voor leermomenten.
11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont
doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker.
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig
informatie uit relevante bronnen voor
natuurwetenschappelijk onderzoek.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en
overkoepelend project.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de
resultaten van het experiment.
3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in
relatie met andere deelexperimenten en legt
verbanden met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoe-
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie beoordelingsformulier “Afstudeerverslag
Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek,
Chemie en Bio-informatica”
Zie beoordelings-formulier
“Afstudeeverslag Biologie & Medisch
Laborato-riumonderzoek, Chemie”
55% van de punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
415
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Code:
HC-14-PR
Naam:
Mondelinge presentatie en
verdediging
Vorm:
Mondeling Individueel
Weging:
1
ring van het onderzoek.
3.2.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 5: Beheer en administratie
5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen,
resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t.
op andere manieren zodat anderen deze kunnen
gebruiken.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van
een verslag/labjournaal volgens internationaal
geldende regels (productcriteria labjournaal en
verslag niveau 3):
 hanteert correcte spelling, grammatica,
zinsbouw en wetenschappelijke stijl;
 brengt helder en logische structuur aan in
complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;
 opbouw van tekst is conform in het werkveld
gebruikte richtlijnen;
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst
wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;
 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde
afbeeldingen en tabellen;
 beschrijft alle relevante gegevens van een
onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden.
Competentie 6: Rapporteren en presenteren
6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groepen
toehoorders op heldere en overtuigende wijze
volgens de normen van presentatietechnieken en
beantwoordt vragen:
 er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);
 spreekt duidelijk en verstaanbaar;
 staat rechtop en laat de handen vrij;
 maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
overkomt;
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Zie onderstaand voorlopig beoordelingsformulier
“Presentatie en verdediging Biologie & Medisch
Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica”.
Zie beoordelingsformulier “Presentatie
en verdediging Biologie& Medisch
Laboratoriumonderzoek, Chemie”.
55% van de punten moeten behaald zijn
voor een voldoende (5.5).
416
2 examinatoren voor de
beoordeling.
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase

Beoordeling:
Cijfer
Ondergrens
5,5
maakt overzichtelijke en duidelijke slides of
andere visuele producten;
 verbale en visuele boodschap vormen een
geheel;
 gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als
visuele ondersteuning voor het overbrengen
van de boodschap;
 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.
Competentie 1: Ontwerpen
1.3.2. Formuleert op basis van gegeven
onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met
bijbehorende hypotheses.
1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van
resultaten.
1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met
overkoepelend project.
Competentie 2: Experimenteren
2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten
theoretisch verantwoorden.
Competentie 3: Resultaten analyseren
3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens
de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.
3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid.
3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de
onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en
overkoepelend project.
3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de
resultaten van het experiment.
3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in
relatie met andere deelexperimenten en legt
verbanden met literatuurwaarden.
3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek.
3.2.5. Maakt voorstellen voor
vervolgexperimenten.
Competentie 4: Kwaliteitsbeheer
4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat
een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van
de resultaten.
Competentie 8: Samenwerken
Communicatie
8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner.
417
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
8.1.4. Laat anderen uitpraten.
8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder
onder woorden.
8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen.
8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.
418
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst werkzaamheden afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek
Studentnummer: ……………………………
Afstudeerplaats:…………………………………………
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.
Aantal gewerkte dagen is 90 of meer
8. Samenwerken in een team
8.1.1., 8.2.1, 8.3.1,
8.3.4, 8.1.6
Competenties
1.2.1
Ontwerpen
(max 40 pt)
1.3.1
Minimaal vereist niveau
Bovengemiddeld niveau
voor afstuderen
Neemt initiatieven om helderheid te krijgen
over zijn onderzoeksopdracht. Raadpleegt
begeleiders/ collega’s/ literatuurbronnen.
Werkt zich in het onderzoeksonderwerp in
aan de hand van het bestuderen van
Uitmuntend niveau
……en stelt de juiste vragen.
Werkt zich snel in het
onderzoeksonderwerp in aan de hand van
419
5
10
5
10
Zeer goed
5.2.1, 5.3.1., 5.3.2
Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en
kwaliteitsnormen.
controleert de houdbaarheid van reagentia en oplossing
Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften
Codeert monsters/oplossingen/chemicaliën zorgvuldig en op
de juiste manier.
draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op,
signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud
aan de apparatuur en lost kleine storingen op)
Verwerkt relevante informatie in een labjournaal volgens de
geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het
labjournaal is zodanig dat collega’s het onderzoek over
kunnen nemen als de afstudeerperiode van de student is
afgelopen
Kan functioneren in een team.
goed
5. Beheer en administratie
voldoende
voldoende
Indicator
4.1.1, 4.3.1, 4.3.2
indicator
Competentie
4. Kwaliteitsbeheer
onvoldoende
Niet of
onvoldoende
aangetoond
Naam student: …………………………………………
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
1.3.2
1.3.4
2.3.3
2.3.5.
2.3.1
Experimenteren
(max 70 pt)
2.3.3
2.1.2
2.3.2
2.3.6
2.3.4.
Resultaten analyseren
(max. 45 pt)
3.3.1
3.3.2
3.3.3.
vakliteratuur.
Legt de relatie tussen de uit te voeren
deelexperimenten en de aan de
experimenten ten grondslag liggende
onderzoeksvraag (=van het eigen onderzoek)
Komt op basis van resultaten met realistische
voorstellen voor vervolgexperimenten.
Voert de experimenten zodanig uit dat
betrouwbare reproduceerbare data wordt
verkregen
Hanteert de juiste controles in de
deelexperimenten. Stelt de controles in
overleg met de begeleider vast.
Werkt nauwkeurig, zorgvuldig en
gestructureerd
Lost praktische problemen op als het
experiment niet loopt zoals was voorzien
(trouble shooting)
Weet tijdens de uitvoering van het
experiment (te allen tijde) exact wat hij doet,
is daarbij kritisch op zijn eigen handelen en is
in staat zijn eigen handelen te
verantwoorden.
Voert een voldoende aantal experimenten
volgens voorschriften praktisch goed uit
binnen de gestelde tijd.
Bereidt de experimenten goed voor: plant
zijn experimenten, voert berekeningen uit,
maakt oplossingen etc…
Heeft zich de technieken die nodig zijn voor
de afstudeeropdracht op het lab eigen
gemaakt.
Werkt aan meerdere experimenten
tegelijkertijd. Kan makkelijk switchen tussen
de experimenten terwijl hij toch het
overzicht blijft houden.
Analyseert ruwe data op passende wijze.
Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af
over betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af
over de deelvraag die met het experiment
onderzocht werd.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
het bestuderen van vakliteratuur.
.. en heeft helicopterview.
Is in staat om bij een onderzoeksvraag
nieuwe experimenten te ontwerpen.
5
10
5
10
5
Hanteert de juiste controles in de
deelexperimenten. Stelt zelfstandig de
controles vast.
5
10
5
Pakt probleem gestructureerd aan, is
creatief, inventief, neemt initiatief, weet
waar grenzen liggen
Past het experiment aan tijdens de
uitvoering indien nodig en verantwoord
aanpassingen aan het onderzoek.
5
10
5
10
5
Bereidt de experimenten goed en snel voor.
Maakt weinig fouten in de
voorbereidingsfase dat de snelheid van het
werk ten goede komt.
5
10
5
Werkt efficiënt, kwaliteit en kwantiteit van
data is groot
5
10
5
5
… en doet dit in het licht van de
projectvraag (helikopterview)
420
….. en vergelijkt deze met andere
analyses, referentiewaarden of
theoretische waarden uit de literatuur.
5
10
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
3.3.4
Sturen professionele
ontwikkeling
(max 15 pt)
Voert aan de hand van gevonden resultaten
een zinvolle discussie met het
onderzoeksteam tijdens een
werkbespreking(en).
3.2.4
Maakt verbetervoorstellen voor de
uitvoering van het onderzoek.
6.3.2
Houdt over zijn onderzoek een (tussentijdse)
presentatie voor collega onderzoekers op de
afdeling, waarbij de presentatie een
duidelijke structuur heeft en de
onderzoeksresultaten helder en overtuigend
worden gepresenteerd.
De presentatie is inhoudelijk goed
onderbouwd en geeft een volledig beeld
van het onderzoek.
7.2.2
Werkt systematisch volgens planning
Pakt de werkzaamheden efficiënt aan.
7.2.3
Bewaakt de voortgang van het werk.
Rapporteren en
presenteren
(max 15 pt)
Planmatig en
projectmatig werken
(max 25 pt)
Kan de onderzoeksresultaten toelichten aan
het onderzoeksteam tijdens een
werkbespreking.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Levert een zinvolle discussie over het
eigen onderzoek en een zinvolle
bedrage aan de discussie over
onderzoek waar andere collega´s aan
werken.
5
10
15
5
10
15
5
10
5
De rapportage en presentatie van het
onderzoek is rijp voor publicaties in
(internationale) vakbladen en/of
symposia
5
7.3.2.
Stelt onder tijdsdruk prioriteiten.
11.3.3
Toont een professionele werkhouding: past
zich snel aan; handelt integer, efficiënt en
doelmatig en motiveert zichzelf om aan de
slag te gaan
Geeft prioriteiten aan in het werk en werkt
onder tijdsdruk alle activiteiten tijdig en
correct af.
… en toont een nieuwsgierige,
natuurwetenschappelijke houding. Toont
dit door o.a. op eigen initiatief vakliteratuur
bij te houden en zich op de hoogte te
stellen van ontwikkelingen in het vakgebied
(actief informatie verzamelen)
Subtotaal
Totaal
421
.. en heeft een reflecterende houding.
Staat open voor leermomenten die zich
in het werk voordoen. Ziet in gemaakte
fouten aangrijpingspunten voor het
leren. Maakt daarbij gebruik van
feedback van collega’s en
werkbegeleider en staat daarbij open
voor discussies met collega’s en
werkbegeleider(s).
5
10
5
10
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Mate waarin student
zelfstandig aan het
onderzoeksverslag heeft
gewerkt (15 pnt)*
Veel begeleiding nodig
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Op kritieke momenten begeleiding nodig.
Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
Heeft geheel zelfstandig aan het verslag
gewerkt
5
Opmerkingen:
* dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag
Naam begeleider:
…………………………………………………………………………………..
Handtekening begeleider:
…………………………………………………………………………………..
Datum:
NB. Het eindcijfer van de werkzaamheden wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie.
Indicatie eindcijfer bepaling:
115 - 120 punten
= 5,5
125 – 130 punten
= 6,0
135 -140 punten
= 6,5
145 – 150 punten
= 7,0
155 – 165 punten
= 7,5
170 – 175 punten
= 8,0
180 – 185 punten
= 8,5
190 – 195 punten
= 9,0
200 - 205 punten
= 9,5
210 punten
= 10,0
Instituut Applied Sciences© HAN
422
…………………………………………………………………………………..
10
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier voor het onderzoeksverslag Chemie, Biologie en Medisch laboratorium onderzoek (B&M) en Bioinformatica
Vormgeving
(max 15 pnt)
6.3.1
6.3.1
Samenvatting
(5 pnt)
Samenvatting
Inleiding
(12 punt)
Inleiding
Vormgeving:
Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact
Communiceren (van der Laan);
Rapport bevat literatuurlijst. In de
tekst wordt verwezen naar
bronnen die opgenomen zijn in de
literatuurlijst.
Taalgebruik:
b. Is correct (geen
taal/spelfouten).
Maximaal aantal punten vormgeving
3.3.3
De samenvatting beschrijft alle
6.3.1
relevante aspecten van het
onderzoek in maximaal ½ A4
zodanig dat het als een
zelfstandig geheel gelezen kan
worden.
1.2.1
De onderzoeksvraag is in een
1.3.1
theoretisch kader geplaatst. De
1.3.2
samenhang met de methoden,
1.3.5
materialen en resultaten komt
niet duidelijk naar voren.
Taalgebruik:
a. Is correct.
b. Is eenduidig.
d. Sluit aan bij doelgroep (lezers)
Of:
Verslag is in andere taal zijnde niet de
moedertaal geschreven maar bevat
taal/spelfouten.
Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v.
literatuur waardoor de keuze voor
materialen/
methoden en de resultaten duidelijk
zijn te begrijpen.
423
Excellent
Verslag is in andere taal
zijnde niet de moedertaal
geschreven op een
correcte manier.
De inleiding blinkt uit in
helderheid. De
onderzoeksvraag wordt
ingeleid d.m.v. literatuur
waardoor de keuze voor
de aanpak en resultaten
van het onderzoek
0
5
0
5
7
10
0
10
12
15
0
5
0
5
9
12
Zeer goed
Bovengemiddeld niveau
Datum: …………………….…...
goed
Klas: ………………..
voldoende
Minimum niveau voor
afstuderen
………….……
Onvoldoende =
niet aangetoond
Naam: ……………..……………………………………………….. Studentnummer:
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
duidelijk is.
Middenstuk
(26 punt)
Materialen
Methoden
2.3.12.3.3
5.3.2
6.3.1
6.3.1
Beschrijft de specifiek gebruikte
methode/materialen en doet dit
zodanig dat de experimenten
door anderen herhaald kunnen
worden.
Er is een logische volgorde van de
datapresentatie met verbindende
tekst.
Rapport bevat figuren/tabellen
die van een legenda voorzien zijn.
In de tekst wordt eenduidig naar
de figuren verwezen.
Er is een logische volgorde van de
datapresentatie met verbindende tekst
die de lezer handvatten aanreikt om de
data zo goed mogelijk te begrijpen.
Rapport bevat figuren/tabellen die van
een legenda voorzien zijn. Figuur/tabel
en legenda zijn helder. In de tekst
wordt eenduidig naar de figuren
verwezen.
Resultaten
3.3.1
3.3.2,
3.1.4,
3.2.4
Afsluiting
(23 punt)
3.3.4
Discussie
De resultaten worden op de juiste
wijze geïnterpreteerd.
De discussie bevat uitspraken
over nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de
resultaten. Bediscussieert
problemen in de uitvoering van
de experimenten en maakt
hiervoor verbetervoorstellen.
Voert aan de hand van de
gevonden resultaten een
discussie: is de onderzoeksvraag
te beantwoorden met behulp van
de verzamelde data. Brengt de
resultaten in verband met de
literatuur.
De resultaten worden op de juiste wijze
geïnterpreteerd. De beschrijving is
volledig en correct.
De discussie bevat heldere uitspraken
over nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid van de resultaten.
Bediscussieert op heldere wijze
problemen in de uitvoering van de
experimenten en maakt hiervoor
passende verbetervoorstellen.
Voert een zinvolle discussie: geeft een
heldere verklaring waarom de
hypothese wel of niet gesteund kan
worden met behulp van de verzamelde
data. Brengt de resultaten in verband
met de literatuur.
424
Rapport bevat
figuren/tabellen die van
een legenda voorzien zijn.
Figuur/tabel en legenda
zijn helder en compleet
zodat figuur/tabel
zelfstandig leesbaar is. In
de tekst wordt eenduidig
naar de figuren verwezen.
De resultaten worden op
de juiste wijze
geïnterpreteerd. De
beschrijving is volledig en
correct en is zeer
inzichtelijk.
Voert een zinvolle
discussie: geeft een
heldere verklaring waarom
de hypothese wel of niet
gesteund kan worden met
behulp van de verzamelde
data. Uit de discussie blijkt
een correcte toepassing
van de theoretische
inzichten.
0
5
0
3
6
0
3
4
5
0
5
7
10
0
4
6
0
3
5
8
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
3.3.5
3.3.2., 3.3.3
Conclusie
Gehanteerde
bronnen
(4 pnt)
1.2.1
Literatuur
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Maakt voorstellen voor
vervolgonderzoek
Er worden duidelijke en passende
aanbevelingen voor
vervolgexperimenten en onderzoek
beschreven.
In de conclusie wordt een
antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag (indien
mogelijk).
Er worden niet-relevante en
relevante, deels zelfstandig
gekozen literatuurbronnen
gebruikt voor het beantwoorden
van de onderzoeksvraag.
De conclusie is onderbouwd met de
juiste argumenten.
De conclusie is zeer helder
en de onderbouwing
daarvan is volledig.
Er wordt alleen gebruik gemaakt van
relevante, deels zelfstandig gekozen
literatuurbronnen Gebruikt worden
peer-review artikelen.
De eigen keuze voor de
literatuurbronnen zijn zeer
relevant, en van hoog
niveau.
0
2
4
0
3
4
5
2
3
4
0
40
58
70
0
5
10
15
0
Maximaal aantal punten inhoud
Mate waarin student zelfstandig
aan het onderzoeksverslag heeft
gewerkt (15 pnt)
11.3.2
11.3.3
Veel begeleiding nodig
Op kritieke momenten begeleiding
nodig. Voornamelijk zelfstandig aan
onderzoeksverslag gewerkt
Totaal aantal punten
vormgeving
Totaal aantal punten inhoud
Totaal aantal punten zelfstandig
werken
Totaal aantal punten
Eindoordeel (totaal aantal
punten / 10)
Voor een voldoende moeten álle
criteria met minstens voldoende
beoordeeld worden.
Opmerkingen
Naam en handtekening docent
Datum:
425
Heeft zelfstandig aan het
verslag gewerkt
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingslijst presentatie afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek
Naam: ……………..……………………………………………….. Studentnummer:
………….……
Klas: ………………..
Datum: …………………….…...
Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden, indien alle onderdelen voldoende zijn komt dit overeen met 40
punten.
Competentie
Presenteren
Indicator
6.3.2
Presenteren
onvoldoende
voldoende
 Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:
- past correcte spelling en grammatica toe
- beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk
gelabelde afbeeldingen en tabellen
Spreekt duidelijk en verstaanbaar

 Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug
 Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep
6.3.2; 8.1.3, 8.1.4
overkomt, maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek
 Laat anderen uitpraten
1.3.2, 1.3.4, 1.3.5, ,
3.1.4, 3.2.4., 3.3.1,
3.3.2, , 3.3.3, 3.3.4,
4.1.3, 11.1.3
De presentatie bevat de volgende onderdelen:
Doel
Methode
Resultaten
Discussie/conclusive
Aanbevelingen over vervolg onderzoek
Inhoud presentatie is
gedetailleerd,
juist en gerelateerd
aan onderwerp
8.2.4, 8.3.2
Uitmuntend niveau
De inhoud is gerelateerd aan het
onderwerp
en vaak onderbouwd door
argumenten
De inhoud is gerelateerd aan het
onderwerp
en altijd onderbouwd door
argumenten
voor afstuderen
De inhoud is basaal en het onderwerp
wordt soms onderbouwd door
argumenten.
426
5
12
Zeer goed
Bovengemiddeld niveau
goed
indicator
Minimaal vereist niveau
voldoende
40 punten ja/nee
Niet of
onvoldoende
aangetoond
Subtotaal (1)
20
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
De student heeft kennis
van het onderwerp
Gebruik van de multmedia (Powerpoint)
middelen.
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
2.3.1, 3.2.4,
3.3.4, 3.3.5,
6.3.2,
Heeft basale kennis van het onderwerp.
Kan vragen beantwoorden door
gedeelten van de presentatie te
herhalen. Geeft geen extra informatie.
Heeft kennis van het onderwerp en
kan de vragen beantwoorden Kan
aanvullende informatie geven indien
gevraagd.
Laat een gedegen kennis zien van
het onderwerp. Gebruikt de vragen
om zijn kennis te tonen van het
onderwerp. Laat zien een expert te
zijn op het onderwerp.
6.3.2
Het gebruik van (multi) is gevarieerd.
Tabellen en grafieken hebben niet altijd
een relatie met het doel.
Het gebruik van (multi) media is sterk
gevarieerd. Tabellen en grafieken
ondersteunen de relatie met het doel.
Het gebruik van (multi) media is
zeer gevarieerd (animatie).
Tabellen en grafieken verhelderen
het doel.
De presentatie (Powerpoint) heeft
een professionele uitstraling.
Subtotaal (2)
Subtotaal (1)
Totaal: sub 1+2
Cijfer (totaal aantal
punten / 10)
Feedback
Naam en paraaf docent
Datum
NB. Het eindcijfer van de presentatie wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie.
Instituut Applied Sciences© HAN
427
8
20
25
2
8
15
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Plan van aanpak/onderzoeksplan afstuderen Biologie
en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam student: ………………………….………
Studentnummer: ………..
Klas: ………………………………………..
Datum: …………….……..….
Competentie-indicatoren
Beoordelingscriteria
Onvoldoende
1.3.1.
Geeft een inleiding in het onderwerp op basis van
actuele wetenschappelijke literatuur
1.3.2.
Doelstelling en hypothese zijn juist geformuleerd (=
m.b.v. onderzoek kan deze geverifieerd worden).
1.3.3.
De volgorde van de onderzoeksstappen is logisch en de
gedetailleerdheid van de beschrijving van de stappen is
gerelateerd aan het niveau van het onderzoek.
2.3.1.
Gemaakte keuzen worden onderbouwd en
beargumenteerd (laat zien dat hij de vakkennis op de
juist wijze kan toepassen).
7.3.1.
Stappen worden in de tijd geplaatst.
6.3.1.
 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en
wetenschappelijke stijl
 brengt helder en logische structuur aan in complexere
teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen
 opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen
 rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt
verwezen naar bronnen in literatuurlijst
Eindbeoordeling (voldoende indien alle criteria voldoende zijn)
Opmerkingen
Naam en handtekening afstudeerdocent
428
Voldoende
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier POP afstuderen Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam student: ………………………….………
Studentnummer: ………..
Klas: ………………………………………………...
Datum: …………….……..….
Beoordelingscriteria
niet voldaan
11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:
De student benoemt zijn persoonlijke sterke en zwakke punten en de
mogelijke consequenties hiervan tijdens het afstuderen.
11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op:
De student baseert persoonlijke leervragen of doelen op de sterkte- en
zwakte-analyse om negatieve consequenties zo veel mogelijk te
voorkomen. Hierbij komen zowel werkhouding als
beroepscompetenties aan bod.
De student maakt een concreet en realistisch actieplan (wat, met wie,
wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken.
De student benoemt gewenste resultaten of producten die
aantoonbaar zijn.
Het tijdspad is reëel.
De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.
Het POP is overzichtelijk gestructureerd.
Eindoordeel
(voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.)
Feedback
Naam en handtekening afstudeerdocent
429
voldaan
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier Reflectieverslag afstuderen Biologie en Medisch
Laboratoriumonderzoek en Chemie
Naam student: ………………………….………
Studentnummer: ………..
Klas: …………………………………………………
Datum: …………….……..….
REFLECTIEVERSLAG
ONVOLDOENDE
INHOUD
11.1.2.
11.3.2.
De student beschrijft de handelingen die
bijgedragen hebben aan het realiseren van de
POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing,
wordt naar bewijsdocumenten van de
resultaten hiervan verwezen.
De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar
leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat
minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor,
koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen.
De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft
(in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete
resultaten en/of producten.
De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken
anders had kunnen aanpakken (alternatieven).
Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.
VORM
6.1.3.
Er is een heldere stijl van formulering.
Het verslag ziet er verzorgd uit.
Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn)
Feedback
Naam en handtekening afstudeerdocent
430
VOLDOENDE
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Beoordelingsformulier portfolio afstuderen
Student:………………………..
Afstudeerbegeleider:……………………
Opleiding:………………………..
Datum:………………………….
Afstudeerbedrijf:………………………..
Afstudeeropdracht:………………………
======================================================================
Verplichte onderdelen
Definitieve POP goedgekeurd door Afstudeerbegeleider:
ja / nee
Reflectieverslag
ja / nee
Sollicitatiebrief goedgekeurd (SLB-er):
ja / nee
Formulier goedkeuring afstudeeropdracht aanwezig:
ja / nee
Plan van aanpak goedgekeurd:
ja / nee
Verslag bezoek afstudeerbegeleider:
ja / nee
Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek:
ja / nee
======================================================================
Beoordeling portfolio
Vorm: toegankelijkheid (inhoudsopgave, volgorde, vindbaarheid onderdelen etc.)
Beoordeling: ………………………………………………………………………………………..
Inhoud: aantal beoordeelde producten en variatie in producten in relatie tot POP.
Beoordeling:…………………………………………………………………………………………
Kwaliteit: producten zijn authentiek (afkomstig van student) en voorzien van een adequaat reflectieverslag
Beoordeling:…………………………………………………………………………………………
Eindreflectie: terugblik op het afstuderen in relatie tot POP (= procesverslag)
Beoordeling:………………………………………………………………………………………….
Eindbeoordeling Portfolio: voldaan / niet voldaan
431
Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences
2014-2015
Deel 2
Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en Examen Regeling (OER)
Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Procesverbaal afstudeeropdracht
Naam student:
Student nr:
Klas:
Datum:
Titel afstudeeropdracht: ……………………………………………………………………………….…
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Assessoren
1.
2.
Gecommitteerde
Werkbegeleider
Beoordeling
1. Portfolio
Voldaan/ Niet Voldaan
2. Werkzaamheden
…… (cijfer invullen)
3. Onderzoeksverslag
…… (cijfer invullen)
4. Verdediging
…… (cijfer invullen)
Eindcijfer = (2+3+4)/3 = ………. en portfolio voldaan.
Handtekening assessor (voorzitter): ………………………………………………………..
(voor akkoord)
Handtekening assessor:
(voor akkoord)
………………………………………………………..
Handtekening gecommitteerde:
(voor gezien)
………………………………………………………..
Handtekening bedrijfsbegeleider:
(voor gezien)
………………………………………………………..
N.B.
Het eindcijfer dient afgerond te worden naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
432