Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Bijlage conform artikel 6.1 lid 2 1 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Inhoud OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving ............................................................................4 Toetsprogramma OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving (B5 of BD5) ........................7 OWE 6: Genetische Variatie en Modificatie ...........................................................................................21 Toetsprogramma OWE6: Genetische Variatie en Modificatie (B6 of BD6) ........................................24 OWE 7: Eiwitten: motor van de immunologie .......................................................................................37 Toetsprogramma: Eiwitten: motor van de immunologie (B7 en BD7) ...............................................40 OWE 8a: Genetic and metabolic engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan ...............................53 OWE 8b: Genetic and metabolic engineering: genetic engineering,overproductie & secretie van hoogwaardige biotechnologische producten.........................................................................................53 Toetsprogramma OWE 8a: Genetic en Metabole engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan (B8a, BD8a) .........................................................................................................................................57 Toetsprogramma OWE 8b: Genetic en Metabole engineering:genetic engineering, overproductie & secretie van metabolieten (B8b, BD8b) ..................................................................60 OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie .....................................................................................................84 Toetsprogramma OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie (B9) / Molecular Plant Biology (ASC-MPL) .......................................................................................................................................................88 OWE 9: Carcinogenese .........................................................................................................................105 Toetsprogramma OWE 9: Carcinogenese (BD9) ...............................................................................108 OWE 10: Moleculaire Pathogenese: bio-informatica, transcriptomics, proteomics & metabolomics 124 Toetsprogramma OWE 10: Moleculaire Pathogeneses: bio-informatics, transcriptomics, proteomics & metabolomics (B10) ...................................................................................................127 OWE 10: Virologie en moleculaire diagnostiek ....................................................................................147 Toetsprogramma OWE10: Virologie en moleculaire diagnostiek (BD10) ........................................150 OWE 11: Stage Biologie ........................................................................................................................165 Toetsprogramma OWE 11: Stage Biologie (B11) ..............................................................................167 OWE12: Afstudeeropdracht Biologie ...................................................................................................186 Toetsprogramma OWE 12: Afstudeeropdracht Biologie (B12/BD12) ..............................................189 OWE 5: Medische diagnostiek:cellen & weefsels ................................................................................212 Toetsprogramma OWE 5: medische diagnostiek: Cellen en weefsels (M5) .....................................216 OWE 6 : Medische diagnostiek: bacteriële infecties ............................................................................228 Toetsprogramma OWE 6M: Medische diagnostiek: bacteriële infecties (M6) ................................231 OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde .................................................................241 Toetsprogramma OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde (M7)........................244 OWE8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek ...........................................253 Toetsprogramma OWE 8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek (M8).257 OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1 ..................................................................282 2 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1 (M9) .........................285 OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2 ................................................................298 Toetsprogramma OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2 (M10) .....................301 OWE 11: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 1 .........................................................316 Toetsprogramma OWE 11: Medische diagnostiek: Cytologie en histopathologie 1 (M11) ............319 OWE12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2 ..........................................................330 Toetsprogramma OWE 12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2 (HM-cou12) ....333 OWE 13: Stage klinische cytologie .......................................................................................................344 Toetsprogramma OWE 13: Stage klinische cytologie (M13Kc) ........................................................346 OWE 13: Stage medische microbiologie ..............................................................................................367 Toetsprogramma OWE 13: Stage medische microbiologie (M13Mm).............................................369 OWE 13: Stage Medische Research......................................................................................................388 Toetsprogramma OWE 13: Stage Medische Research (M13MR) .....................................................390 OWE14: Afstudeeropdracht Medisch ..................................................................................................409 Toetsprogramma OWE 14: Afstudeeropdracht medisch (HM-14) ...................................................411 3 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving. B5 of BD5 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting Biologie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Review artikelen (Ra1 en Ra2) Praktijk beoordeling (P) Onderzoekswerkplan (Op) 15 stp 420 SBU In deze course staan de biochemische en fysiologische processen in een cel (plantaardige en dierlijk) centraal. In de andere courses van het 1ste jaar van de hoofdfase komen andere facetten van de cel aan bod: het genoom, de eiwitten en de metabolieten. HBM-3 gevolgd, MLO-diploma of deelnemer aan de verkorte route VWO. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk beoordeling geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Centraal staat de cel (plantaardig en dierlijk) en de invloed van de omgeving op groei en ontwikkeling. Aan de hand van een tweetal opdrachten uit het werkveld leert de student een review te schrijven, een werkplan op te stellen, een zelf bedacht experiment uit te voeren en deze resultaten in een labjournaal te schrijven. De eerste opdracht (review) heeft als onderwerp “Algen: biobrandstof en biobased products”. De tweede opdracht (werkplan) gaat over celorganellen en de gevolgen van het disfunctioneren ervan in een organisme. Naast de kennis over cellen en celprocessen zal de student ook in de praktijk zich vaardigheden eigen maken. Naast dit celbiologisch onderzoek wordt er ook onderzoek gedaan aan dierlijke en plantaardige cel- en weefselkweek systemen. Na afloop van dit thema is de student is staat om: (comp.nr; niveau): - een werkplan te ontwerpen aan de hand van een zelf geschreven review (C1, II); - een zelf bedacht experiment goed uit te voeren (C2; II); - de verkregen onderzoeksresultaten te analyseren (C3, II); - eigen gegevens te beheren (C5; II); - eigen werk te rapporteren en te presenteren in de vorm van een labjournaal (C6; II); - plan- en projectmatig te werken (C7; II); - samen te werken in een onderzoeksgroep (C8; II); - te reflecteren op opgedane ervaringen (C12; II). Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens B(D)5-Ra Gem. Reviewartikelen (Ra) B(D)5-Ra1 Review artikel 1 (Ra1) 4 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 13. Verplichte literatuur 14. 15. 16. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase B(D)5-Ra2 Review artikel 2 (Ra2) B(D)5-P Praktijk beoordeling (P) B(D)5-T Thematoets (T) B(D)5-K Kennistoets (K) B(D)5-Op Onderzoeksplan (Op) B5-IPV IPV Weging Eindcijfer: (2*Ra + T + K + 2*P)/6 CompensatieRa=(Ra1 + Ra2)/2 mogelijkheden Ra1, Ra2 ≥ 4,0 Instapvoorwaarden IPV en Op moeten afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers tentamen Ra, T, K en P moeten ≥ 5.5 zijn Frequentie (deel)B5: Periode 2, herkansing periode 3. tentamens Voor deelname aan het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) BD-5: Periode 2, herkansing periode 2 Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Wilms F. et al, (2013). Coursehandleiding OWE 5 Alberts, B., &Bray, D. e.a. Essential Cell Biology.4th edition, Garland Science ISBN 9780815344551 In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Cellen en organellen van plant en dier Celbiologie Celcyclus Cytoskelet Intercellulair transport Membraantransport Celcommunicatie en signaaltransductie Metabolisme Cellulaire respiratie Fotosynthese Ondersteunend vak Fysiologie Ondersteunende workshop Rapporteren Werkwijze: hoorcollege Hormonen en regulatie bij plant en dier Cel- en weefselkweek bij plant en dier Werkwijze: hoorcollege Schrijven van labjournaal Schrijven van onderzoekswerkplan Ondersteunende workshop Data analyse Werkwijze: werkcollege Basisbeginselen van data analyse, o.a. opstellen van hypothese en toetsen met Student-T toets en One-way Anova. Workhop SCV Werkwijze: hoorcollege Coaching 5 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Beoordeling in OWE8 Ondersteunend vak Praktijk 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers 21. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Werkwijze: training Celbiologie en fysiologie Cel- en weefselkweek bij plant en dier Werkwijze: practicum Geprogrammeerde contacturen: 19.7 lesuren/week, 138 lesuren /periode = 103.5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 316.5 klokuren Totaal: 420 klokuren B5: Periode 2 BD5: Periode 1 en 2 n.v.t. 6 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 5: Inleiding Celbiologie: De cel en zijn omgeving (B5 of BD5) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: B5-T BD5-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Competentie 1: Ontwerpen 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; maakt gebruik van data analyse (indien van toepassing). 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 7: Planmatig en Projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. De student: kn verschillende fasen van mitose benoemen, begrijpen en toepassen; kan de functie van verschillende celorganellen benoemen en weet ze toe te passen in een theoretische casus; kan berekeningen doen aan concentraties in media; kan verschillende vormen van biobrandstof en “bio-based products” toepassen in een theoretische casus; kan verschillen in dierlijke en plantaardige celsystemen toepassen in een theoretische casus; kan de weg van eiwitten van kern naar celmembraan beschrijven en toepassen; kan de werking van verschillende receptoren in membraan of cytoplasma begrijpen en toepassen; kan de energiehuishouding van een cel begrijpen en toepassen in een theoretische casus; kan de gangbare veiligheidsvoorschriften op een lab toepassen in een theoretische casus; kan berekeningen uitvoeren met betrekking tot eiwitkinetiek; kan data analyse toepassen in een theoretische casus; kan theoretische kennis van en praktische vaardigheden met betrekking tot celbiologie, celfysiologie, dierlijke en plantaardige celkweek toepassen in een theoretische casus; kan vanuit een theoretische casus een opzet voor een experiment opstellen; kan verkregen resultaten uitwerken en conclusies trekken; kan alle kennis en vaardigheden opgedaan tijdens de theorie en praktijk toepassen op een In de context van: - Celbiologie o Celcyclus en apoptose o Energieconversie o Intercellulaire compartimenten en eiwit verdeling o Cytoskelet o Membraanstructuur en -transport 7 Waardering / Cesuur Verschillende onderdelen van de theorie en praktijk komen aan bod: Labrekenen: 5 - 15% Data analyse: 5 – 15% Praktijk: 40 – 60 % Theorie: 40 – 60% Eindcesuur: score gedeeld door maximale score maal 10. Voldoende cijfer (5,5) bij 55%van het maximaal aantal punten. Examinatoren 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Expert/Coursetrekker). 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 o Celcommunicatie - dierlijke en plantaardige cel- en weefselkweek - Celfysiologie o Plantenhormonen - algen als biobrandstof - algen als “bio-based products” Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase theoretische casus. Code: B5-Ra BD5-Ra Ra=(Ra1+Ra2)/2 Ra=(Ra1 + Ra2)/2 Ra1, Ra2 ≥ 4,0 Naam: Gem. Reviewartikelen 1 examinator voor de beoordeling (Expert en/of Coursetrekker en/of Docent). Voldoende wanneer gemiddelde Ra1 en Ra2 groter of gelijk is aan 5,5. Vorm: Administratief Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: B5-Ra1 BD5-Ra1 Naam: Review 1 Vorm: Schriftelijk Groep (3-4 studenten) Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4 Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Zie onderstaand beoordelingsformulier “Review artikel 1”. Zie onderstaand beoordelings-formulier “Review artikel 1”. Voldoende (cijfer 5,5) bij 55 van het maximaal aantal punten. In de context van: - algen als biobrandstof 8 1 examinator voor de beoordeling (Expert en/of Coursetrekker en/of Docent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - algen als “bio-based products” Code: B5-Ra2 BD5-Ra2 Naam: Review 2 Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4 Code: B5-P BD5-P Naam: Praktijk Vorm: Individueel Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). In de context van: - verschillende celorganellen in planten en dieren - natuurlijk functioneren van celorganellen - visualisatie en isolatie van celorganellen - gevolgen disfunctioneren van organellen Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele controles. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte Zie onderstaand beoordelingsformulier “Review artikel 2”. Zie onderstaand beoordelings-formulier “Review artikel 2”. 1 examinator voor de beoordeling (Expert en/of Coursetrekker en/of Docent). Voldoende (cijfer 5,5) bij 55 van het maximaal aantal punten. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk. Cesuur: P = Beoordeling (3 x (beoordeling volgens Beoordelingsformulier praktijk Course 5B: Celbiologie, Dierlijke celkweek, Plantaardige celkweek) + 1 x (beoordeling volgens Beoordelingsformulier praktijk Course 5B: eigen experiment))/4 Voldoende cijfer (5,5) als P ≥ 5.5. 9 1 examinator (P-docent) voor ieder van de vier beoordelingen. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase methoden de analyse van de resultaten uit; maakt gebruik van data analyse (indien van toepassing). 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. In de context van: - celbiologie - cellen - mitochondriën - chloroplasten - algen - celfysiologie - dierlijke celkweek - opstarten en doorzetten cultuur - eigen experiment - plantaardige cel- en weefselkweek - vegetatieve vermeerdering 10 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B5-K BD5-K - meristeemcultuur - embryo rescue Kennis van celbiologie. Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Kennis van Cellen en organellen van dierlijke en plantaardige cellen Celdeling en mitose Meiose Cytoskelet Groei en ontwikkeling Energie, Katalyse en biosynthese Metabolisme Fotosynthese Signaaltransductie Membranen en signaaltransductie Hormonen van plant en dier Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: B5-Op BD5-Op Naam: Onderzoeksplan Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Verschillende onderdelen van de theorie komen aan bod in de volgende verhoudingen: Celcyclus, celdeling, mitose, meiose en apoptose: 5 – 15% Cytoskelet: 5 – 15% Energie, katalyse, biosynthese en metabolisme: 15 – 30% Eiwitsortering en vesiculair transport: 5 – 15% Groei en ontwikkeling, hormonen van plant en dier en fysiologie: 5 – 15% Membranen en signaaltransductie: 15 – 30%. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Expert/Coursetrekker). 1 examinator voor de beoordeling. Multiple Choice: 70% juiste antwoorden is een 5,5. Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele controles. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. Zie onderstaand beoordelingsformulier “Onderzoeksplan course 5”. Zie onderstaand beoordelings-formulier “Onderzoeksplan course 5”. Voldoende indien 55% van de punten zijn behaald. 11 2 examinatoren voor de beoordeling (Pdocent/Expert). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van data analyse. Competentie 4: kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. In de context van: - de toepassing van algen als biobrandstof en “biobased products” 12 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B5-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie 8: Samenwerken 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4.Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.). De student kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.). De student voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.). De student houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.). De student stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact. De student laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner. De student geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS). 13 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier praktijk Course 5B: Celbiologie, Dierlijke celkweek, Plantaardige celkweek, niveau II Naam: ………………….……………………………………………….. Competentie/ indicatoren 1.2.3., 2.2.1, 2.1.3. 2.2.2 2.2.3, Klas: ………………. Datum: ………………. Beoordelingscriteria Vaardigheden 50% De student kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden. De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. De student voert experimenten volgens protocol uit. Aantal punten Onvoldoende 0-9 Voldoende 10 Niet voldaan Goed 14 Zeer Goed 18 Voldaan 0-9 10 14 18 2.2.3. De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert. 0-1 2 3 4 4.2.1. 2.2.5. IJkt bij aanvang apparatuur De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen. 0-1 0-1 2 2 3 3 4 4 De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. De student speelt in op wijzigende omstandigheden. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. 0-9 10 14 18 Loopt vaak uit 0-9 Loopt soms uit 10 Loopt nooit uit 14 Is buitengewoon efficiënt 18 De student maakt een begin met het aan meerdere experimenten tegelijk werken De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en vult de veiligheidskaart in. 0-1 2 3 5 0-1 2 3 5 De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. De student handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student. Subtotaal Vaardigheden 0-1 Niet voldaan 2 7.2.3., 7.2.4. 2.1.5, 2.2.4, 7.2.2. 2.2.4. 4.1.1. 4.1.1, 5.2.2. 11.1.4. 11.2.3 Niet voldaan 14 3 Voldaan Voldaan 6 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Labjournaal (50%) 1.2.3., 4.1.3. De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd. 0-11 12 15 20 5.2.3. De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij 0-11 12 15 20 5.2.1., 5.2.3. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Niet voldaan Voldaan 3.2.1. De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd 0-11 12 15 20 3.1.4, 3.1.2.. De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. 0-5 6 8 10 3.2.2. Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken 0-5 6 8 10 5.1.3. Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. 0-11 12 15 20 Subtotaal Labjournaal Eindbeoordeling, (subtotaal Vaardigheden * 0,5) + (subtotaal Labjournaal * 0,5)/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier praktijk Course 5B: Eigen Experiment, niveau II Naam: ………………….……………………………………………….. Competentie/ indicatoren 1.2.3., 2.2.1, 2.1.3. 2.2.2 2.2.3, Klas: ………………. Datum: ………………. Beoordelingscriteria Vaardigheden 20% De student kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden. De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. De student voert experimenten volgens protocol uit. Aantal punten Onvoldoende 0-9 Voldoende 10 Niet voldaan Goed 14 Zeer Goed 18 Voldaan 0-9 10 14 18 2.2.3. De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert. 0-1 2 3 4 4.2.1. 2.2.5. IJkt bij aanvang apparatuur De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen. 0-1 0-1 2 2 3 3 4 4 De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. De student speelt in op wijzigende omstandigheden. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. 0-9 10 14 18 Loopt vaak uit 0-9 Loopt soms uit 10 Loopt nooit uit 14 Is buitengewoon efficiënt 18 De student maakt een begin met het aan meerdere experimenten tegelijk werken De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en vult de veiligheidskaart in. 0-1 2 3 5 0-1 2 3 5 De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. De student handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student. Subtotaal Vaardigheden 0-1 Niet voldaan 2 7.2.3., 7.2.4. 2.1.5, 2.2.4., 7.2.2. 2.2.4. 4.1.1. 4.1.1, 5.2.2. 11.1.4. 11.2.3 Niet voldaan 16 3 Voldaan Voldaan 6 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Labjournaal (80%) 1.2.3., 4.1.3. De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd. 0-11 12 15 20 5.2.3. De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij 0-11 12 15 20 5.2.1., 5.2.3. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Niet voldaan Voldaan 3.2.1. De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd 0-11 12 15 20 3.1.4, 3.1.2.. De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. 0-5 6 8 10 3.2.2. Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken 0-5 6 8 10 5.1.3. Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. 0-11 12 15 20 Subtotaal Labjournaal Eindbeoordeling, (subtotaal Vaardigheden * 0,2) + (subtotaal Labjournaal * 0,8)/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 17 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Review artikel 1 Naam:……………………................................... Datum:……………………… Gerelateerd aan competentie / indicator 6.2.1. 1.2.1., 1.2.2., 1.2.5. 1.2.1., 1.2.2. 1.2.1., 1.2.2., 1.2.5. 6.2.1. 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. 6.2.1. Beoordelingscriteria Klas:……………………. Max aantal punten Inhoud (70%) Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Introductie: Achtergrondinformatie om het review in een context te plaatsten (beschrijft algen in relatie tot biobrandstof en biobased produckten) en het doel van het review Verschillende hoofdstukken mbt algen in relatie tot biobrandstof en biobased producten. Heldere en inhoudelijke discussie en conclusie mbt algen in relatie tot biobrandstof en biobased producten. Heldere en inhoudelijk beschreven toekomst perspectieven. Opmaak/schrijven (30%) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen. Het rapport omvat duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. 10 15 30 15 10 10 10 Het rapport omvat verwijzingen naar de bronnen en een literatuurlijst volgens de algemene standaard (APA methode). Ok / k.o. De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Verschillende Hoofdstukken, Discussie, Conclusie en Toekomstperspectieven, Bronnenlijst. Het verslag omvat minimaal 15 pagina’s. Ok / k.o. Ok / k.o. 100 Totaal aantal punten Cijfer (aantal punten / 10) Voldoende cijfer (5,5) bij 55 van het maximaal aantal punten Feedback Naam en handtekening beoordelaar 18 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier “Review artikel 2” Naam:……………………................................... Klas: ……………………… Datum: ……………………. Gerelateerd aan competentie / indicator 6.2.1. 1.2.1., 1.2.2., 1.2.5. 1.2.1., 1.2.2. 1.2.1., 1.2.2., 1.2.5. 6.2.1. 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. 6.2.1. Beoordelingscriteria Max aantal punten Inhoud(70%) Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Introductie: Achtergrondinformatie om het review in een context te plaatsten (beschrijft het functioneren en dysfunctioneren van een zelfgekozen celorganel) en het doel van het review. Verschillende hoofdstukken mbt het functioneren en disfunctioneren van een zelfgekozen celorganel (zoals isolatie, visualisatie, functie, dysfunctie) Heldere en inhoudelijke discussie en conclusie mbt functioneren en dysfucntioneren van een zelfgekozen celorganel. Opmaak/schrijven (30%) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen. Het rapport omvat duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Het rapport omvat verwijzingen naar de bronnen en een literatuurlijst volgens de algemene standaard (APA methode). De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Verschillende Hoofdstukken, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. Het verslag omvat minimaal 15 pagina’s. 10 15 35 10 10 10 10 Ok /k.o. Ok /k.o. Ok /k.o. 100 Totaal aantal punten Cijfer (aantal punten / 10) Voldoende cijfer (5,5) bij 55 van het maximaal aantal punten. Feedback Naam en handtekening beoordelaar 19 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Onderzoeksplan Course 5B niveau II Naam: ………………………………………………………... Gerelateerd aan comp./ indicator Klas: ………………. Beoordelingscriterium Datum: ………………. Max aantal punten Inhoud (80 punten) 6.2.1 1.2.1, 1.2.5, 6.2.1. 1.2.1, 1.2.4 1.2.3 1.2.4. 1.2.4., 2.2.1 1.2.4., 2.2.2 Het abstract beschrijft alle relevante informatie van het plan De introductie beschrijft de context van algen als biobrandstof en biobased products. Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn beschreven. De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes beschreven. De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd. Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd. De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken. De benodigde materialen zijn in vorm van een bestellijst opgegeven. 4.1.1 7.2.1 Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd. De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel manuren aan de verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ het project in totaal duren. 2.2.3., 2.2.1. De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn beschreven. Opmaak/schrijfstijl (20 punten) 6.2.1. hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. 6.2.1. De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen. 1.2.2., 6.2.1. Het rapport omvat een literatuurlijst In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APAnormen). 6.2.1. De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, abstract, inleiding, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen , literatuurlijst (volgens APA-normen). Totaal aantal punten Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback Naam en handtekening beoordelaar 20 5 15 15 5 15 15 Ok / k.o. 10 Ok / k.o. nvt 10 5 5 Ok / k.o. 100 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten 6. Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens 7. 8. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 6: Genetische Variatie en Modificatie B6 of BD6 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting Biologie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Onderzoeksverslag (V) Poster (Po) Labjournaal (Lj) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE3 OWE 3 gevolgd of MLO diploma, of deelnemer aan de verkorte route VWO. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijkbeoordeling geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Onderzoeken van de genetische variatie bij planten ten behoeve van de veredeling met behulp van moleculaire merkers en analyse van de gegevens. Analyseren van een humane erfelijke ziekte en vervolgens isoleren en cloneren van (onderdelen van) het gen betrokken bij deze ziekte. Elke projectgroep werkt aan deze opdrachten d.m.v. practica, weektaken, computeropdrachten, en literatuuronderzoek. - Experimenteren - Onderzoeksresultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren/presenteren - Planmatig werken - Samenwerken - Leiding geven/begeleiding geven - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens B6-P / BD6-P Praktijkbeoordeling (P) B6-V Onderzoeksverslag (V) B6-K / BD6-K Kennistoets (K) B6-T / BD6-T Thematoets (T) B6-Po / BD6-Po Poster (Po) B6-IPV IPV Weging B Eindcijfer: (P+Po+V+ K + 2*T)/6 BD Eindcijfer: (P+ Po+ K + 2*T)/5 Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden IPV moet voldaan zijn. De cijfers voor de toetsen, praktijk 21 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase tentamen Frequentie (deel)tentamens 13. Verplichte literatuur 14. 15. 16. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen en beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. B6: periode 1, herkansing periode 2 Voor deelname aan de workshops SCV en voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) BD6: periode 4, herkansing periode 4 of augustus. Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Russell, P.J., (2009). iGenetics, a molecular approach, (3th revised edition) New York NY: Pearson Education Ldt. ISBN: 9780321610225 Holmes, D.A., Reed, R., Jones, A.M., Dean, J. (2012). Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th revised ed.) New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN: 9781408245521 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Alberts, B., &Bray, D. e.a. Essential Cell Biology.4th edition, Garland Science ISBN 9780815344551 Course handleiding Practicum handleiding In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunende DNA typing workshops Stamboom analyse CLCBio Primer design Human Genome Project DNA and Medicine Gastcollege Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Genetica Moleculaire biologie (Recombinant) DNA technieken Genomics Ondersteunend vak Moleculaire genetica Werkwijze: hoorcollege Conflicthantering Workshop SCV 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Beoordeling in OWE8 Werkwijze: workshop Ondersteunend vak Praktijk Werkwijze: practicum Geprogrammeerde contacturen: 19,4 lesuren/week, 136 lesuren per periode = 102 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 318 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 1 22 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 21. Maximum aantal deelnemers Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase n.v.t. 23 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE6: Genetische Variatie en Modificatie (B6 of BD6) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: B6-T BD6-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Competentie1: Ontwerpen 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.4. Maakt voorstellen voor verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. De student: kan de regels van de Mendelse genetica toepassen en de type overerving van ziekten weergegeven in stambomen benoemen; kan de gevolgen van mutaties in DNA of chromosomen beschrijven; kan de oorzaak van genetische variatie benoemen en verklaren; kan de verschillen en overeenkomsten tussen DNA replicatie, transcriptie en translatie benoemen en verklaren; kan de basisstappen van een protocol voor genomisch DNA isolatie uit mens, plant, bacterie (plasmied) en de isolatie van cDNA uitleggen; begrijpt voor- en nadelen van verschillende DNAbepalingen en past deze op de juiste wijze toe; kan de basisstappen van een protocol voor PCR en afgeleide technieken uitleggen; kan de controles in een PCR, restrictieenzymanalyse, DNA gelelectroforese benoemen en uitleggen waarvoor deze gebruikt worden; kan op basis van gegeven eindconcentraties en concentraties van stockoplossingen de samenstelling van restrictie-enzymreacties, PCR en monsters met sample buffer voor electroforese berekenen; kan de veiligheid van procedures beschrijven en toepassen; kan primers ontwerpen en op basis van deze informatie annealingstemperaturen voorstellen en de lengte van het PCRproduct voorspellen; beschrijft de resultaten van een PCR, op een agarosegelelectroforese, vergelijkt deze met verwachtingen en trekt een conclusie; In de context van - Mendeliaanse Genetica - Stambomen analyse - Genetische variatie - DNA replicatie, transcriptie, translatie, mutatie en reparatie - Bacteriële genetica - Genomisch DNA isolatie van planten en dieren - Plasmied DNA isolatie uit bacteriën - Recombinant DNA technieken - Restrictieanalyse en gel-electroforese van DNA - PCR: touchdown, gradient, colony - Primerdesign - Merkeranalyse met SSR, (geldt niet voor HDB) - Genetische modificatie - Ligatie en transformatie van recombinant DNA moleculen in E. coli. 24 Waardering / Cesuur 5-10 % punten voor berekeningen en veiligheid. De volgende onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets: Genetica , ong. 25% Moleculaire biologie, ong. 25% (Recombinant) DNA technieken, ong. 25% Genomics, ong. 25% De context-onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets. Eindcesuur: Score gedeeld door de maximale score maal 10. Cesuur: 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5) Examinatoren 2 examinatoren voor constructie en beoordeling (Coursetrekker/Theoriedocent). 2 examinatoren voor beoordeling (Theorie docent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 - Code: B6-V Naam: Verslag Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Vectoren Regulatie genexpressie van pro- en eukaryoten Epigenetica, (geldt niet voor HDB) Transposons, (geldt niet voor HDB) Genomics: genoom structuur Toepassingen van DNA technologie Competentie1: Ontwerpen 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.5. Kent de overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase kan de juiste vector kiezen voor een bepaald experiment; kan een figuur van een vector map begrijpen en de onderdelen benoemen en aangeven waarvoor ze dienen; kan de verschillen en overeenkomsten in het maken van genomische en cDNA banken uitleggen en verklaren; kan de regulatie van genexpressie van prokaryoten uitleggen en de gevolgen van mutaties in dit proces aangeven; kan de regulatie van genexpressie van eukaryoten op meerdere niveaus uitleggen en de gevolgen van mutaties in dit proces aangeven; kan de procedure van genoom analysen uitleggen en kan de toepassingen van het onderzoek aangeven; kan het gebruik van verschillende DNA technologieën uitleggen en op de juiste manier toepassen. Zie beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag course 6: Genetische Variatie”. Zie beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag course 6: Genetische Variatie. Cesuur: 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 25 2 examinator voor beoordeling (Coursetrekker/Theoriedocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase van het experiment. 3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt voorstellen voor verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Code: B6-P BD6-P Naam: Praktijk Vorm: Individueel In de context van: Onderzoek naar de genetische variatie in planten met behulp van moleculaire merkers ten behoeve van de veredeling Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk niveau II”. Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk niveau II”. Cesuur: 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5,5). 26 1 examinator voor beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): 27 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. Code: B6-K BD6-K Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: In de context van: - DNA isolatie uit planten - nanodrop - PCR, touchdown, gradient, colony - Agarose Gel electropforese - Plasmide DNA isolatie - DNA isolatie uit bloed - DNA isolatie uit gel - DNA digestie - Ligatie - Transformatie - Recombinant DNA technieken Kennis van Genetica De student heeft: kennis van de wetten van Mendel en overerving van eigenschappen; kennis van genetische begrippen zoals, dominant, recessief, geslachtsgebonden, allelen, genen, genotype, phenotype, monohybride en dihybride kruizingen, homozygoor heterozygoot, zelfbestuiving, kruisbestuiving, P, F1, F2, truebreeding, reciprokal cross, locus, eigenschap, wildtype, mutant, hemizygoot, loss of function, gain of function; kennis van chromosomen en chromosoom afwijkingen m.b.t. structuur en aantal; 28 Open vragen met 2 punten per vraag. De volgende onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets: Genetica , ong. 25% Moleculaire biologie, ong. 25% (Recombinant) DNA technieken, ong. 25% Genomics, ong. 25% Eindcesuur: Score gedeeld door de maximale score maal 10. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Coursetrekker/Theoriedocent). 2 examinator voor beoordeling (Theoriedocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 kennis van overeenkomsten en verschillen tussen mitose en meoise. 1 Beoordeling: Cijfer Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Kennis van Moleculaire biologie De student heeft: kennis en inzicht van de opbouw en eigenschappen van de biomoleculen DNA en RNA; inzicht in de relatie tussen eigenschappen van biomoleculen en hun lokalisatie en functie in cel; kennis en inzicht in replicatieproces en alle moleculen die daarbij betrokken zijn; kennis en inzicht in transcriptieproces en alle moleculen die daarbij betrokken zijn; kennis en inzicht van de genetische code; kennis en inzicht van de verschillen tussen bacteriën en eukaryoten m.b.t. replicatie en transcriptie; kennis en inzicht in translatieproces; kennis en inzicht van DNA mutaties en de consequenties hiervan op eiwitniveau; kennis en inzicht in de reparatie processen van het DNA. Ondergrens: 5,5 Kennis van (Recombinant) DNA technieken Kennis van Genomics De student heeft: kennis en inzicht in de volgende DNA technieken: DNA isolatie, DNA digestie, DNA gel electroforese, PCR, Sequencen, Southern blotting, Hybridisatie; kennis en inzicht van de volgende recombiant DNA technieken: plasmied isolatie, ligatie, transformatie; kennis van bacteriële genetica, transformatie, transductie en conjugatie; kennis van plant transformatie; kennis en inzicht in de toepassingen van DNA technieken zoals: moleculaire merkers, DNA typing, maken van genomische banken, maken van cDNA banken, whole genome sequencing; kennis van Microarray en RNAi technieken. De student heeft: kennis en inzicht van genexpressie in prokaryoten, met name het lac, trp en ara operon; 29 Cesuur: 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B6-Po BD6-Po Naam: Poster Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting). Competentie 8: Samenwerken in team Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase kennis en inzicht van genexpressie in eukaryoten; kennis van gene silencing en RNA interferentie; kennis van epigenetische processen; Kennis van de organisatie van DNA in chromosomen. kennis van de organisatie van het genoom; kennis van transposons; kennis en inzicht in het Humane Genoom Project; kennis van de genoomopbouw van pro- en eukaryoten. Zie beoordelingsformulier “Poster course 6”. Zie beoordelings-formulier “Poster course 6”. Cesuur: 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 30 1 examinator voor beoordeling (Coursetrekker/Theoriedocent/Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Code: B6-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 knockout Beoordeling: Voldaan/ niet voldaan Ondergrens: Voldaan In de context van Beschrijf de overerving en van een erfelijke monogene afwijking. Geef aan welk gen voor de ziekte verantwoordelijk is en welke mutatie(s) aan het ziektebeeld ten grondslag liggen. Verklaar het phenotype nav de functie van het eiwit en de verandering van de genexpressie. Competentie 8: Samenwerken 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief om actief conflicten op te lossen. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 31 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk B6 Naam: …………………………………………………………………………………….. Competentie/ indicatoren 1.2.3., 2.2.1, 2.1.3. 2.2.2 Beoordelingscriteria Vaardigheden (max 50 punten) De student kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden. De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. Klas: ……………………………. Datum: …………………………. ONVOLDOENDE VOLDOENDE GOED UITSTEKEND -0-1- -2- -4- -5- -0-1- -2- -2- -2- 2.2.3, De student voert experimenten volgens protocol uit. -0-1- -2- -4- -5- 2.2.3. De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert. -0-1- -2- -4- -5- 4.2.1. Ijkt bij aanvang apparatuur (n.v.t) 2.2.5. De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen. -0-1- -2- -2- -3- De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. De student speelt in op wijzigende omstandigheden. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. -0-1- -2- -4- -5- Loopt vaak uit -0-1- Loopt soms uit -2- Loopt nooit uit -4- De student maakt een begin met het aan meerdere experimenten tegelijk werken De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en vult de veiligheidskaart in. De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. -0-1- -2- -2- Is buitengewoon efficiënt -5-3- -0-1- -2- -4- -5- -0-1- -2- -2- -2- De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. De student handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student. Labjournaal (max 50 punten) -0-2- -3- -4- -5- -0-2- -3- -4- -5- 7.2.3., 7.2.4. 2.1.5, 2.2.4., 7.2.2. 2.2.4. 4.1.1. 4.1.1, 5.2.2. 11.1.4. 11.2.3 32 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1.2.3., 4.1.3. 5.2.3. De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd. De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase -0-5- -6- -8- -10- -0-2- -3- -4- -5- De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Niet voldaan De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd -0-5- -6- -8- -10- 3.1.4, 3.1.2.. De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. -0-2- -3- -4- -5- 3.2.2. Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken -0-5- -6- -8- -10- -0-5- -6- -8- -10- 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1. 5.1.3. Voldaan Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. Totaal aantal punten Eindbeoordeling, (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 33 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier onderzoeksverslag B6: Genetische Variatie Naam: …………………………………………………. Gerelateerd aan comp./ indicator 6.2.1. 1.2.2, 1.2.5. 1.2.3. 2.2.1 2.2.1 2.2.1 4.1.3 1.2.3., 2.2.1 3.2.1., 6.2.1. 3.2.1. 3.1.2 3.1.4. 3.2.3. 3.2.2 3.2.4. 6.2.1. 6.2.1. Klas: ………..………. Beoordelingscriteria Datum: ……….………. Max aantal punten Inhoud (max 90 pt) Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Inleiding (max 15 pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende methodes: PCR, SSR, Jaccard Index Materiaal en Methodes (max 5 pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen. De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles (en markers) . Resultaten (max 40 pt) Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. (minder dan 4 punten: k.o.) Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en legt uit wat daarin te zien is. (minder dan 4 punten: k.o.) Verbindt en verheldert de resultaten (in de tabel) in de tekst (minder dan 3 punten: k.o.). Volgende resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd: Gel electroforese Binaire tabel Jaccard index tabel (minder dan 9 punten totaal: k.o.) Discussie (max 10 pt) Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. Conclusie (max 10 pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Schrijfvaardigheden (max 10 pt) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. 34 10 2 2 4 7 2 3 8 8 6 6 6 6 4 4 2 5 5 Voldaan/ niet voldaan Voldaan/ niet voldaan Behaald aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 6.2.1. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.* 10 1.2.2., 6.2.1. Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). Voldaan/ niet voldaan Cijfer (aantal punten /10) Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en 55pt behaald Feedback Naam en paraaf beoordelaar 35 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Poster B6B Naam: ………………………….…………………. Klas: …………………… Datum: …………………. Naam genetische afwijking: ………………………………………………………………………………………… Gerelateerd aan Beoordelingscriteria competentie/indica tor Onvoldoen de Voldoende Goed Uitstekend 1 3 5 6 1 3 5 6 1 3 5 6 2 6 7 9 1.1.1., 2.2.1., Een stamboom is aanwezig en het overervingspatroon is aan hand hiervan uitgelegd. De locatie, grootte en het aantal exonen van het gen is beschreven. Mutaties: waar, welke, hoeveel en effect op de eiwitstructuur Eiwit Structuur en Functie: normal en mutant 2 6 7 9 1.1.1., 2.2.1., Verklaring fenotype. 1 3 5 6 DNA test en uitleg. 2 5 7 8 1 2 3 4 1 3 5 6 niet te veel tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal voldoende informatieve figuren rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl 1 2 3 4 1 1 2 2 3 3 4 4 1 2 3 4 Discussie (max 24 punten) De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen. Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag. De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner. 2 6 7 9 2 6 7 9 1 3 5 6 1.1.1., 2.2.1., 1.2.5. 1.1.1., 2.2.1., 1.1.1., 2.2.1., 1.1.1., 2.2.1., 1.1.1., 2.2.1.,1.2.5. Inhoud (max 50 pt) Beschrijving ziekte-phenotype. Opmaak (max 26 punten) 6.2.1., 1.2.2 8.1.3., 8.2.4., 8.2.5. 1.2.2. De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: goede pakkende titel en poster leesbaar op 2m afstand duidelijke structuur, geen zoekplaatje! De student heeft de vragenlijst aan de achterkant van het beoordelingsformulier ingevuld. Cijfer (aantal punten / 10) Feedback Naam en paraaf beoordelaar: 36 Niet voldaan Voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens Algemene omschrijving Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 7: Eiwitten: motor van de immunologie B7 of BD7 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek, studierichting Biologie. Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek. N.v.t. Onderzoeksverslag (V) (literatuur)Presentatie (Pr) Afvinkopdrachten (Afvink) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 3 en 5. OWE 3 gevolgd hebben of MLO-diploma niveau 4, of deelnemer aan de verkorte route VWO. Propedeuse Chemie of Bio-informatica Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijkbeoordeling geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Bij de afdeling Rheumatologie van de St. Maartenskliniek in Nijmegen wordt onderzoek gedaan naar “Rheumatoïde Arthritis” (RA). De St. Maartenskliniek behandelt RA patiënten met behulp van anti-TNF behandeling. Voor deze behandeling is het van groot belang dat er een methode is om aan te tonen dat de behandeling effect heeft. Hiervoor is de afdeling Rheumatologie een ELISA aan het ontwikkelen. Voor deze ELISA is een goed antilichaam tegen TNFα nodig. Om een TNFα antilichaam te maken wordt TNFα eiwit ingespoten in proefdieren. Hiervoor is dus een grote hoeveelheid TNFα-eiwit nodig. De St. Maartenskliniek heeft het HAN Biocentre gevraagd om het TNFα-eiwit te produceren. Hiermee kan de St. Maartenskliniek specifiek anti-TNFα antilichaam maken. 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Elke projectgroep werkt aan deze opdracht d.m.v. laboratorium practica, computeropdrachten, zelfstudieopdrachten en literatuuronderzoek. - Ontwerpen van een experimentele opzet - Experimenteren - Onderzoeksresultaten analyseren - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken in een team - Leiding geven/begeleiding geven - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens B(D)7-V B(D)7-Pr B(D)7-P B(D)7-T 37 Onderzoeksverslag (V) (literatuur)Presentatie (Pr) Praktijkbeoordeling (P) Thematoets (T) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens 13. Verplichte literatuur 14. 15. 16. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase B(D)7-Kbc Kennistoets Biochemie (Kbc) B(D)7-Kim Kennistoets Immunologie (Kim) B7-IPV IPV B(D)7-Af Afvinkopdrachten (Af) Eindcijfer: (V+ Pr + 2*T+ 2*Kbc + 2*Kim + 2*P )/10 - Afvinkopdrachten en IPV moeten afgevinkt zijn met voldaan. De cijfers van toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5. B7: Periode 4, herkansing periode 4 Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) BD7: Periode 1-2, herkansing periode 2 Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Agostino, M., (2012) Practical Bioinformatics (1st edition). New York, NY: Garland Science, ISBN: 9780815344568 Broshoff, J., & Hale, D.K., & Roth, D., Roitt, I.M., (2006). Immunology (7th edition, English), New York NY: Elsevier Health Sciences Division. ISBN: 9780323033992 Alberts, B., & Johnson, A. (2008) e.a. Molecular Biology of The Cell. Oxford: Taylor & Francis Inc, ISBN: 9780815341062 In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Algemene inleiding immunologie- lymfoïde Immunologie organen Lymfocyten en lymfocytencirculatie Antilichaamstructuur en –functie Antilichaamdiversiteit Inleiding complementsysteem Cellulaire immuniteit Werkwijze: hoorcollege Genetische code, translatie, aminozuren en vouwing. Eiwitbepaling, -isolatie en –zuivering Biologische activiteit Enzymkinetiek + metabolisme Ondersteunend vak Biochemie Werkwijze: hoorcollege Databases + database searches Wetenschappelijke literatuur zoeken m.b.v PubMed PDB, α-helix en β-sheet, 1D-4D BLAST, Multiple alignments Orthologen/Paralogen/Homologen, Fylogenie Ondersteunend vak Bio-informatica 38 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Werkwijze: hoorcollege 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers 21. Ondersteunend vak Praktijk Werkwijze: practicum Geprogrammeerde contacttijd: 21,4 lesuren per week, 150 lesuren per periode = 112,5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren Totaal: 420 klokuren B7: Periode 4 BD7: Periode 1-2 n.v.t. 39 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma: Eiwitten: motor van de immunologie (B7 en BD7) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: B7-T BD7-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 3: Resultaten analyseren Conclusie en discussie 3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.2.Kiest in overleg benodigde experimentele controles. 1: Ontwerp Begrijpt de materialen en methode sectie en de resultaten van het artikel. 2: Experimenteren kan eindconcentraties berekenen; kent het principe van E. coli kweken; kent het principe van eiwitzuiveringen; kent het principe van eiwitscheidingen; kent het principe van eiwitbepalingen; kent het principe van bepaling biologische activiteit; kent het principe van eiwit detectie en het gebruik van antilichamen hierbij; kent en begrijpt de chemicalien en methods gebruikt in het artikel; 3: kennis van de bio-informatica principes: Database onderzoek; Orthologen/paralogen; BLAST; Multiple alignments /fylogeny. Inhoud Beschrijft het doel van de opdracht en het doel komt overeen met de opdracht. Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context. Presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze: Principe van een immunologische methode is uitgelegd Voordelen en nadelen van de methode worden besproken Een toepassing van de techniek worden besproken Ondergrens: 5,5 Code: B7-Pr BD7-Pr Naam: (literatuur)Presentatie Vorm: Groep Mondeling Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 1: Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses . De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. 40 Waardering / Cesuur Examinatoren 1:Ontwerp 11% 2: Experimenteren 55% 3:Bio-informatica 34% 55% goed is voldoende (5,5) 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. Zie onderstaand Beoordelingsformulier literatuurpresentatie. 2 examinatoren voor de beoordeling. 55% goed is voldoende (5,5). 1 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 5,5 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). Code: B7-V BD7-V Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; maakt Naam: Verslag Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Presentatie • Er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart) • Maakt overzichtelijke en duidelijke dia's - past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in de gehele presentatie betekenen onvoldoende); - beschrijft gegevens zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; - gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint zinvol (b.v. animaties)/ • Spreekt op professionele en overtuigende wijze. • De dia's ondersteunen de verbale boodschap Discussie • Gaat inhoudelijke discussie met het publiek aan. • Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. • Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten. Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 1: Inleiding Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. De gekozen methodiek wordt kort benoemd en verantwoord: 2: Materiaal en Methodes Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen. * De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles. 3: Resultaten Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. * 41 Zie onderstaand Beoordelingsformulier Onderzoeksverslag. 55% goed is voldoende (5,5) 1 examinator voor de beoordeling (Expert). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 gebruik van data analyse (indien van toepassing). 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Code: B7-P BD7-P Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: Competentie 1: Ontwerpen 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. Competentie 2: Experimenteren 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst. Ruwe data is afwezig, alleen geanalyseerde data in overzichtelijke figuren en tabellen (met bijbehorende legenda) 4: Discussie Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. 5:Conclusie Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 6:Schrijfvaardigheden Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl (SI eenheden, symbolen, nomenclatuur worden correct toegepast). 7:Opbouw De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.* Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk niveau II”. Vaardigheden De student: kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden; controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; voert experimenten volgens protocol uit; kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert; 42 Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk niveau II”. Cesuur: 55% goed is voldoende (5,5) 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 wordt; maakt oplossingen. 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.2.2. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase ijkt bij aanvang apparatuur; kan eenvoudige problemen zelf oplossen; zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij; speelt in op wijzigende omstandigheden; voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk; maakt een begin met het aan meerdere experimenten tegelijk werken; werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en vult de veiligheidskaart in; laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter; is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding; handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student. Labjournaal De student: heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd; houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij; codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal; heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd; voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit; Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. 43 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B7-Kbc BD7-Kbc Naam: Kennistoets Biochemie Vorm: Individueel Schriftelijk Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. De student speelt in op wijzigende omstandigheden. 7.2.2. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. 11.2.3 De student handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student. Aminozuren, structuur formules, verschillende ion vormen, pK en pI definities, indeling in groepen. Peptiden en proteinen, primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuur Denaturatie en oplosbaarheid van proteinen. Proteine functies; zuurstof bindende proteinen. Enzym kinetiek. 1: Aminozuren, structuur formules, verschillende ionvormen, pK en pI definities, indeling in groepen 2: Peptiden en proteïnen, primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuur 3: Denaturatie en oplosbaarheid van proteïnen. 4: Proteïne functies; zuurstof bindende proteïnen. 5: Enzym kinetiek. Cellen en componenten van het immuunsysteem en hun functie Aangeboren immuunsysteem Verworven immuunsysteem Antilichamen –bouw en functie, V(D)J recombinatie, klasse switch Complementsysteem Antigeenpresentatie, professionele APCs, T cel receptor, MHC moleculen, T helper cellen Cytotoxiciteit : NK cellen, Tc Cellen, granzyme perforine systeem 1: Cellen en componenten van het immuunsysteem en hun functie Aangeboren immuunsysteem Verworven immuunsysteem 2: Antilichamen –bouw en functie, V(D)J recombinatie, klasse switch, immuunrespons 3: Complementsysteem 4: Antigeenpresentatie, professionele APCs, T cel receptor, MHC moleculen, T helper cellen 5: Cytotoxiciteit : NK cellen, Tc Cellen, granzyme perforine systeem 1: 2: 3: 4: 5: 30% van de punten 30% van de punten 10 % van de punten 10 % van de punten 20 % van de punten 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling. 70% goed van multiple choice vragen (70% van toets) en 55% goed van de open vragen (30% van toets) is voldoende (5,5) Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: B7-Kim BD7-Kim Naam: Kennistoets Immunologie Vorm: Individueel, Schriftelijk Weging: 44 1: 2: 3: 4: 5: 6: 10-20% van de punten 20-30% van de punten 10-20% van de punten 20-30% van de punten 10-20 % van de punten 10-20% van de punten 55% goed is voldoende (5,5) 2 examinatoren voor constructie en evaluatie 1 examinator voor de beoordeling Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 2 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Fagocyten ( neutrofielen en macrofagen, fagocytose), opsonisatie 6: Fagocyten ( neutrofielen en macrofagen, fagocytose), opsonisatie Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen. / 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: B7-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS). 45 Alle k.o. criteria, 70% van de overige criteria en een voldoende beoordeling van de afvinkopdrachten is nodig voor een “voldaan”. Zie voor beoordeling afvinkopdrachten de beoordelingsformulieren: - Plan van Aanpak; -Chromatografie Presentatie. 1 examinator voor de beoordeling IPV (Tutor). Beoordeling afvinkopdrachten: 1 examinator voor de beoordeling (vakdocent of expert) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk B7 Naam: …………………………………………………………………………………….. Competentie/ indicatoren 1.2.3., 2.2.1, 2.1.3. 2.2.2 Beoordelingscriteria Vaardigheden (max 50 punten) De student kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden. De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. 2.2.3, De student voert experimenten volgens protocol uit. 2.2.3. De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert. 4.2.1. Ijkt bij aanvang apparatuur (n.v.t) 2.2.5. De student kan eenvoudige problemen zelf oplossen. 7.2.3., 7.2.4. 2.1.5, 2.2.4., 7.2.2. 2.2.4. 4.1.1. 4.1.1, 5.2.2. 11.1.4. 11.2.3 De student zorgt ervoor dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. De student speelt in op wijzigende omstandigheden. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. De student maakt een begin met het aan meerdere experimenten tegelijk werken De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels en vult de veiligheidskaart in. De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. De student handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde student. Labjournaal (max 50 punten) Klas: ……………………………. Datum: …………………………. ONVOLDOENDE VOLDOENDE GOED UITSTEKEND -0-1- -2- -4- -5- -0-1- -2- -2- -2- -0-1- -2- -4- -5- -0-1- -2- -4- -5- -0-1- -2- -2- -3- -0-1- -2- -4- -5- Loopt vaak uit -0-1- Loopt soms uit -2- Loopt nooit uit -4- Is buitengewoon efficiënt -5- -0-1- -2- -2- -3- -0-1- -2- -4- -5- -0-1- -2- -2- -2- -0-2- -3- -4- -5- -0-2- -3- -4- -5- 46 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1.2.3., 4.1.3. 5.2.3. De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd. De student houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase -0-5- -6- -8- -10- -0-2- -3- -4- -5- De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Niet voldaan 3.2.1. De student heeft in zijn labjournaal de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd -0-5- -6- -8- -10- 3.1.4, 3.1.2.. De student voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. -0-2- -3- -4- -5- 3.2.2. Er is een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken -0-5- -6- -8- -10- 5.1.3. Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. -0-5- -6- -8- -10- 5.2.1., 5.2.3. Totaal aantal punten Eindbeoordeling, (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 47 Voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Literatuurpresentatie Jaar 2 voor cijferbeoordeling Naam: ………………………………….. Gerelateerd aan competentieindicatoren Klas: …………………….. Datum: ………….. Beoordelingscriteria Max. aantal punten Inhoud (totaal aantal punten: 50) Criteria voor literatuurpresentatie 1.2.3, 1.2.5. 1.2.5. 1.2.2. 1.2.1, 1.2.2. 6.2.3 6.2.3 8.1.4, 8.2.5 8.2.4 Beschrijft het doel van de opdracht en de opdracht komt overeen met de opdracht Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context. Presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze: Principe van een immunologische methode is uitgelegd Voordelen en nadelen van de methode worden besproken Een toepassing van de techniek wordt besproken Knock-out Knock-out 25 15 10 De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. Presentatie (totaal aantal punten: 15) Knock-out Knock-out 5 5 5 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s Spreekt op professionele en overtuigende wijze De dia’s ondersteunen de verbale boodschap. Discussie (totaal aantal punten: 35) Voert een vakinhoudelijke discussie 20 Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. 5 Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten. 10 Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) 10 Feedback Naam en handtekening beoordelaar 48 Gescoord aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier onderzoeksverslag BML en chemie jaar 2 Naam: Gerelateerd aan comp./ indicator 6.2.1. 1.2.2, 1.2.5. 1.2.3. 2.2.1 2.2.1 2.2.1 4.1.3 1.2.3., 2.2.1 3.2.1., 6.2.1. 3.2.1. 3.1.2 3.1.4. 3.2.3. 3.2.2 3.2.4. 6.2.1. 6.2.1. 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. …………………………………………. Klas: ………………. Beoordelingscriteria Datum: Max aantal punten Inhoud (max 90 pt) Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Inleiding (max 21pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. De gekozen methodiek wordt kort benoemd en verantwoord. Materiaal en Methodes (max 18 pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen. * De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles. Resultaten (max 21 pt) Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. * Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst. De data wordt op de juiste wijze geanalyseerd: Ruwe data is afwezig, alleen geanalyseerde data in overzichtelijke figuren en tabellen (met bijbehorende legenda) Discussie (max 16 pt) Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. Conclusie (max 6 pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Schrijfvaardigheden (max 10 pt) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. 8 8 5 5 3 13 5 4 8 3 6 5 8 3 3 3 Voldaan/ niet voldaan De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.* Voldaan/ niet voldaan Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). Voldaan/ niet voldaan Cijfer (aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, 49 10 ………………. Behaald aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase en minstens 55% van de punten voor criteria gemarkeerd met * behaald zijn. Feedback Naam en paraaf beoordelaar 50 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Plan van aanpak Naam: ………………………….…………………. Competentie Ontwerpen van experimentele opzet Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Klas: …………………… Criteria Niet voldaan De introductie beschrijft de praktische opdracht van de centrale opdracht. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.2.2. zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Ontwerpen van experimentele opzet 1.2.4. integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles) Methodologie 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan Datum: …………………. Het document heeft een tijdsplanning waarin de werkactiviteiten staan beschreven en is realistisch van opzet. Flowschema met de activiteiten is aanwezig. Monsters, controles en protocollen zijn aanwezig. Kwaliteitsbeheer 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels r/s regels zijn aanwezig. Uiteindelijke beoordeling 4 voldoendes zijn nodig voor beoordeling voldaan Feedback Naam en paraaf beoordelaar 51 Voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Chromatografie presentatie: Naam: ………………………….…………………. Klas: …………………… Competentie Criteria Rapporteren en presenteren Beschrijft het doel van de opdracht en het doel komt over een met de opdracht. Presentatie 6.2.3. presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen Niet voldaan Een chromatografie methode wordt besproken. Structuur van de presentatie heeft een begin – midden en einde. Opbouw is logisch. Presentatie is aangepast aan het publiek in gebruik van taal en terminologie. Informatie is bondig en correct. Gepresenteerde figuren en tabellen zijn correct en compleet. De (powerpoint) dia’s hebben een goede balans tussen tekst en figuren. Uiteindelijke beoordeling Datum: …………………. 4 voldoendes zijn nodig voor beoordeling voldaan Feedback Naam en paraaf beoordelaar 52 Voldaan Knock-out Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.. 8. 9. Code Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten/ Studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens Algemene omschrijving Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 8a: Genetic and metabolic engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan OWE 8b: Genetic and metabolic engineering: genetic engineering,overproductie & secretie van hoogwaardige biotechnologische producten B8a, BD8a, B8b, BD8b Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek, studierichting Biologie B8a / BD-8a: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek B8b / BD-8b: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. 8a: Onderzoeksplan (Op) Literatuurverslag (L) 8b: Presentatie (Pr) Interviewverslag (Iv) Praktijk inclusief labjournaal (P) OWE 8a: 7,5 stp; OWE 8b: 7,5 stp OWE 8a: 210 SBU; OWE 8b: 210 SBU Course 8a dient als ondersteuning voor 8b. Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit course BM3 en B6 met de nadruk op B6. Beroep specifieke en algemene HBO competenties zijn op niveau 1 afgerond en verder dien je ervaring te hebben met het opzetten en uitvoeren van onderzoek op het gebied van eiwitten en genetische variatie (BM3: Moleculair biologisch en biochemisch onderzoek naar DNA en eiwit en B6: Genetische variatie en modificatie). Deeltijdstudenten kunnen deze OWE volgen als ze een vergelijkbaar niveau bezitten. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijkbeoordeling geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. In deze OWE werk je aan de volgende opdrachten: het maken van een onderzoeksplan (OWE 8a) en het uitvoeren van een goedgekeurd onderzoeksplan (OWE 8b): het genetisch modificeren van organismen, het volgen de secretie van metabolieten / producten en/of het kwantificeren van deze producten. Witte biotechnologie is de industriële toepassing van biotechnologie. Voorbeelden van producten die met witte biotechnologie gemaakt worden zijn enzymen (b.v. in wasmiddelen), biobrandstoffen en fijnchemicaliën. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). Witte Biotechnologie heeft veel potentie omdat het bij kan dragen aan duurzame industriële ontwikkeling en het ons onafhankelijker maakt van fossiele brandstoffen. In deze course wordt aan een onderzoekscasus gewerkt waarin door genetic en/of metabolic engineering gestreeft wordt naar (hogere)productie van een biotechnologisch product. Om onderzoek, bedrijfsleven en onderwijs te integreren participeren in het studiejaar 2014 - 2015 diverse bedrijven en opdrachtgevers aan deze OWE. Men kan denken aan opdrachtgevers zoals HAN-Biocentre, PURAC en Dyadic. Daarnaast is er 53 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase de mogelijkheid dat een andere externe partner aanschuift. De opdrachten zullen aangepast worden aan de dan lopende onderzoeken binnen de hier gestelde kaders. - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaat analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren / presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken in een team - Begeleiden/leiden - Sturen van professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens 8a B(D)-8a-Op Onderzoeksplan (Op) B(D)-8a-T Thematoets (T) B(D)-8a-L Literatuurverslag (L) Weging 8a Eindcijfer: (L+Op +2*T)/4 Compensatien.v.t. mogelijkheden 8a Instap-voorwaarden Eindcijfer ≥ 5.5 tentamen OWE 8a Beoordeling Op, T en L ≥ 5.5 Deeltentamens 8b B(D)8b-Pr Presentatie (Pr) B(D)8b-P Praktijk (P) B(D)8b-Kgem Gemiddelde kennistoetsen (Kgem) B(D)8b-Kbw Kennistoets biochemie (Kbw) B(D)8b-Kmb Kennistoets microbiologie en fermentatie (Kmb) B8b-IPV IPV B8b-HBO HBO-competentiekaart B8b-Iv Interviewverslag (Iv) B8b-Ivt Interviewtechnieken (Ivt) B8b-Ch Conflicthantering (Ch) B8b-Co Coaching (Co) B8b-Cop Coaching opdracht (Cop) B8b-FG1 Funct.Gespr.1 (FG1) B8b-FG2 Funct.Gespr.2 (FG2) B(D)8b-FGIT Funct.Gespr.Int.Toets (FGIT) Weging 8b Eindcijfer: (3*P+Pr+2*Kgem)/6 Compensatiemogelijkheden 8b Kgem= (Kbw+Kmb)/2; Kbw en Kmb ≥ 4.5 Workshops, Interviewverslag, HBO-competentiekaart en IPV moeten afgevinkt zijn met voldaan (V). Cijfers van beroepsproducte en toetsen≥ 5.5 Voltijd: Periode 3, herkansing periode 4 Voor deelname aan de workshops en voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Deeltijd: Periode 3 en 4, herkansing periode 4 Voor het deeltentamen P en deelname aan de workshops is er maar één kans per studiejaar (OER art. Instap-voorwaarden tentamen OWE 8b Frequentie (deel)tentamens 8a en 8b 54 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. 16. Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 7.3) Alberts, B., & Johnson, A. (2008) e.a. Molecular Biology of The Cell. Oxford: Taylor & Francis Inc, ISBN: 9780815341062 Martinko, J.M., Madigan, M. T., (2014). Brock, Biology of Microorganisms (14th international ed.). New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN: 9781292018317 (13e druk toegestaan) Russell, P.J., (2009). iGenetics, a molecular approach, (3th revised edition) New York NY: Pearson Education Ldt. ISBN: 9780321610225 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Geselecteerde publicaties Waites, M.J., e.a (2001). Industrial microbiology: An introduction. Wiley-Blackwell, ISBN 9780632053070 Publicaties t.b.v. onderzoeksopdracht: afhankelijk van opdracht krijgen studenten basisliteratuur aangeboden en kunnen studenten vervolgliteratuurstudies uitvoeren; lijst met publicaties/literatuurreferenties wordt studenten aangeboden CLC-bio, websites als NCBI, EBI en DBGET In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals Powerpoint, video en sociale media. Zie werkvormen Zelfstudie Expressievectoren: transcriptioneel en Recombinant DNA technieken translationeel Amplificatie van DNA Digesteren en ligeren van DNA Expressie van genen Gecombineerd hoor-/werkcollege Basisprincipes van de microbiologie Ondersteunend vak Microbiologie Evolutionaire microbiologie en microbiële diversiteit Micro-organismen als gereedschap voor industrie en onderzoek Hoorcollege Karakterisatie en analyse van Ondersteunend vak Biochemische expressieproducten Werkwijzen Centrifugeren: batch wise, continu Filtreren: Dead end filtratie, TFF Kolomchromatografie: LPLC, FPLC en HPLC SDS PAGE: molecule massa bepaling van eiwitten IEF: iso-elektrisch punt bepalen van eiwitten CE: peptide mapping Aminozuuranalyse: terminale AZ analyse Proteomics: 2 D elektroforese Gecombineerd hoor-/ werkcollege Energiecarriers (ATP, NADH), vrije energie, Ondersteunend vak Biochemie oxidatie-reductie Metabole routes: Glycolyse Citroenzuurcyclus Ademhalingsketen en Fermentatieve routes Glyoxylaatcyclus Afbraak van vetten en vetzuren Gluconeogenese 55 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Gecombineerd hoor-/werkcollege Ondersteunend vak Fermentatie Werkcollege / Workshop Bio-informatica Workshop Wetenschappelijk onderzoek College / workshop /discussie 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers 21. Glycogeen-synthese en afbraak Coricyclus Pentose-fosfaat-route Afbraak van aminozuren Integratie van stofwisselwegen Regulatie van bloedsuikerspiegel Basisprincipes van de fermentatietechnologie Groeikinetiek van microorganismen en cellijnen Theorie van batch, fed-batch en continu fermentatieprocessen Maintenance energie van cellen Agitatie en aeratie Fermentordesign en opschaling Medium design Industriele toepassingen van microorganismen Product recovery Basisprincipes van de biobased economy KEGG database CLC Bio NCBI Lezen wetenschappelijke literatuur Houden van een presentatie Opzetten van plan van aanpak / onderzoeksplan (Op) Ethiek Workshop Interviewtechnieken Training SCV Geprogrammeerde contacttijd: 30 lesuren per week, 210 lesuren per periode = 157.5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 52.5 klokuren Totaal: 420 klokuren HB-8: Periode 3 HBD-8: Periode 3 en 4 - 56 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 8a: Genetic en Metabole engineering: literatuurstudie & onderzoeksplan (B8a, BD8a) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: B8a-T BD8a-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Grote lijn bestaat uit activiteiten die te maken hebben met voorbereidingen m.b.t. natuurwetenschappelijk onderzoek op het gebied van metabole engineering / genexpressie: het lezen van een beperkt aantal wetenschappelijke artikelen met betrekking tot de aangerijkte projectend; het maken van een literatuurverslag over de voorgeschreven artikelen; het maken van een in silico model gebaseerd op het gekozen project; het maken van een plan van aanpak /onderzoeksplan gebaseerd op het gekozen project. Vervolgens wordt in course 8b het project uitgevoerd. Course 8a wordt afgerond met een thematoets relevant voor het gevolgde project Up-to-date bedrijfsprojecten staan centraal in deze course om integratie van onderzoek en bedrijfsleven in het onderwijs mogelijk te maken. Relevante competenties: Competentie 1: Ontwerpen 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek (25 - 50 %). 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles) (25 %). 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek (10 %). Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden (15 %) 2.1.2. Maakt voorberekeningen (10 %). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (10 %). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze De student kan ongeacht het onderwerp van project het volgende: 1. ontwerpen: De student: legt strategieen en methoden uit die in de onderzoekscasus gebruikt worden; is in staat de onderzoeks vraag en/of hypothese uit te leggen; kent de moleculaire en biochemische principes van het project; kan de huidige stand van zaken rondom het project uitleggen; kan, indien van toepassing, de bijdrage van het project aan de Biobased Economy uitleggen. 2. Experimenteren: De student: kan alle gebruikte materialen en methoden uitleggen en verklaren; - beargumenteert de controles die van belang zijn voor het project en de uitgevoerde praktijk; - kan uitleggen welke genen bij voorkeur uitgeknockt/overexpressed dienen te worden om overexpressie van de gewenste producten te verkrijgen; - kan uitleggen welke primers, sequenties of constructen geschikt zijn /ontworpen kunnen worden op basis van aangeleverde DNA sequenties en motiveert welke controles hierbij nodig zijn; - kent de chemische eigenschappen van geproduceerde producten en kan op basis hiervan methodes beschrijven / uitleggen / benoemen om deze producten te zuiveren en te kwantificeren. 57 Waardering / Cesuur Per vraag / opdracht wordt het aantal te behalen punten vermeld. 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. Toetsmatrijs: 1: ontwerpen 20-40% 2: experimenteren 50-70% 3: resultaten analyseren 10-30% 4: ethiek 5-10% Examinatoren 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Expert / Coursetrekker). 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 regels (5 %). 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten (15 %). In de context van: de productie en kwantificering van genetische en metabole producten m.b.v. knock-out stammen van diverse micro organismen In deze course worden twee gastcolleges verzorgd over de rol van de ethiek in het natuurwetenschappelijk onderzoek. Code: B8a-L BD8a-L Naam: Literatuurverslag Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 de: B8a-Op BD8a-Op Naam: Onderzoeksplan Vorm: Groep Schriftelijk Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 3. Resultaten analyseren: De student: kan verkregen resultaten en soort gelijke resultaten op een correcte manier interpreteren; trekt juiste conclusies uit verkregen en voorgedragen casus resultaten; kan berekeningen maken aan de hand van verkregen en voorgedragen casus resultaten. 4. Ethiek In de thematoets wordt kennis omtrent ethiek getoetst en gevraagd naar de persoonlijke mening van de student. Zie onderstaande beoordelingsformulier “Literatuurverslag”. De student wordt met het beoordelingsformulier beoordeeld. Zie onderstaand beoordelingsformulier. 2 examinatoren voor de beoordeling (Tutor/Expert). 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. Cijfer vormt 25 % van het eindcijfer voor Course 8a. In de context van: de productie van een biotechnologisch product en metabolic engineering in relatie tot de gegeven onderzoekscasus. Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven Zie beoordelingsformulieren “Plan van aanpak “. Zie onderstaand beoordelingsformulier. De student wordt met het beoordelingsformulier beoordeeld. 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. Cijfer vormt 25 % van het eindcijfer voor Course 8a. 58 2 examinatoren voor de beoordeling (Tutor/Expert). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. In de context van: Een metabolic engineering strategie om te komen tot (hogere)productie van een metaboliet in de gegeven onderzoekscasus 59 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 8b: Genetic en Metabole engineering:genetic engineering, overproductie & secretie van metabolieten (B8b, BD8b) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Code: B8b-P BD8b-P Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 3 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjour- Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk niveau II”. Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk niveau II”. 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 60 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase naal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. Code: B8b-Pr BD8b-Pr Naam: Presentatie Vorm: Mondeling Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: Het uitvoeren van een metabolic engineering strategie om te komen tot (hogere)productie van een metaboliet in de gegeven onderzoekscasus. Competentie1: Ontwerpen 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt voorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van Zie beoordelingsformulier“Presentatie course 8”. De student wordt met het beoordelingsformulier beoordeeld. 61 Zie beoordelings-formulier “Presentatie course 8”. 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 2 examinatoren voor de beoordeling + deskundige externe toezichthouder. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken in team Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Code: B8b-Kbw BD8b-Kbw Naam: Kennistoets Biochemie Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen / Multiple choice In de context van: Het uitvoeren en de resultaten van een metabolic engineering strategie om te komen tot (hogere)productie van een metaboliet in de gegeven onderzoekscasus. Vrije Energie, ATP en NADH Glycolyse en fermentatie Gluconeogenese Cori Cyclus, rode en witte spieren Pentose fosfaat route Glycogeen; synthese en afbraak Citroenzuurcyclus Ademhalingsketen en oxidatieve fosforylering Vetzuren, triglyceriden, lipoproteïnen, vetweefsel, lipolyse, β-oxidatie en ketogenese Afbraak van aminozuren; glucogene en ketogene aminozuren. Integratie van metabolisme De student: kan energierijke verbindingen benoemen en uitleggen door welke chemische structuren deze energierijk zijn (oxidatie, reductie, energierijke electronen, overdraagbare groepen); kan de conversie van energie van glucose naar ATP via glycolyse, citroenzuurcyclus, ademhalingsketen en oxidatieve fosforylering uitleggen; kan van gegeven metabolieten aangeven welke het meest geoxideerd of gereduceerd is en wat de consequentie hiervan voor 62 Toetsmatrijs: Alle onderwerpen (1 t/m 18) zullen evenredig verdeeld worden over de toets. 70 punten kunnen gescoord worden voor 30 multiple choice vragen. 30 punten voor 5 open vragen 70% van de punten voor de multiple choice vragen en 55% van de punten voor de open vragen zijn nodig voor een voldoende 2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent: biochemie). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,5 Regulatie van glucoseconcentratie in het bloed Metabole route gerelateerd aan onderzoekscasus Speciale aandacht voor de bestudering van de glycolyse, citroenzuurcyclus en glyoxylate cyclus Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase energievrijzetting is; kan de stappen van de glycolyse, citroenzuurcyclus, ademhalingsketen en oxidatieve fosforylering uitleggen, inclusieve structuurformules van de metabolieten en namen van de enzymen; kan het proces van anerobe ademhalingsketen uitleggen, benoemen in welke organismen deze voorkomt en wat het verschil met aerobe ademhalingsketen uitleggen; kan de verschillende fermentatieroutes uitleggen en uitleggen wat de verschillen in mechanisme en energiebalans (kwantitatief en in tijd) tussen aerobe glucoseverbraning en fermentatie zijn; kan de structuurformules van betrokken metabolieten tekenen; kan benoemen in welke cellen/ organismen fermentatie voorkomt; kan de processen van vetopname, transport in het lichaam, vetopslag en vetverbranding uitleggen, inclusieve de energiebalans van beta-oxidatie, vorming van ketonbodies; kan de rollen van verschillende lipoproteinen benoemen; kan de verschillen tussen rode en witte spieren benoemen; kan het principe van Coricyclus uitleggen; kan de stappen van de pentosefosphaatcyclus benoemen en uitleggen wat de rol van deze metabole route is; kan het prinicipe en de basisstappen van de afbraak van aminozuren uitleggen: verwijderen van stickstof, urea cycle, glucogene en ketogene aminozuren; kan de stappen van gluconeogenese uitleggen, inclusieve de betrokken enzymen; kan de stappen van synthese en afpraak van glycogeen uitleggen, inclusieve de betrokken enzymen; kan uitleggen wat de rol van insulin en glucagoon bij hoge en lage bloedsuikerspiegel is op de verschillende metabole routes en de glucoseconcentratie in het bloed; kan het effect van epinephrine op metabole routes uitleggen; 63 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Code: B8b-Kmb BD8b-Kmb Kennis van microbiologie ter ondersteuning van het project metabole engineering / genexpressie. Naam: Kennistoets Microbiologie en Fermentatie Vorm: Schriftelijk Individueel Multiple choice. Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,5 Kennis van fermentatietechnologie ter ondersteuning van het project metabole engineering / genexpressie. kan de metabole routes bij overvoeding, ondervoeding en diabetes uitleggen; kan de metabole route(s) gerelateerd aan de onderzoekscasus in detail uitleggen. Microbiologie: De student: 1. heeft kennis van enkele historische personen in de microbiologie; 2. heeft kennis van het ontstaan van prokaryote en eukaryote micro-organismen; 3. heeft kennis van de indeling van de prokaryote en eukaryote micro-organismen; 4. heeft kennis van de celstructuur en -functie van prokaryote en eukaryote microorganismen; 5. heeft kennis van microbiële voeding en verschillende metabole routes; 6. heeft kennis en toepassing van microbiële groei; 7. heeft kennis van industriële toepassingen van micro-organismen; 8. heeft kennis van evolutionaire microbiologie; 9. heeft kennis van microbiële diversiteit waaronder extremofielen en de verschillen tussen micro-organismen; 10. heeft kennis van toepassing van microorganismen als gereedschap voor industrie en onderzoek. Fermentatie: De student heeft: kennis van fermentatiesystemen; kennis van batch fermentatieprocessen.; kennis van fed-batch fermentatieprocessen; kennis van continu fermentatieprocessen; kennis van fermentoren; kennis van groeikinetiek van microorganismen en cellijnen; kan berekeningen maken aan de groeikinetiek van micro-organismen en cellijnen; heeft kennis van zuurstofoverdracht; heeft kennis van agitatie en aereatie; kan berekening maken van KlA. Heeft kennis over substraten; Heeft kennis over media design; 64 Toetsmatrijs: Microbiologie: 50% Fermentatie: 50% Microbiologie onderverdeeld in: 1: 0-5% 2: 0-5% 3: 0-5% 4: 10-20% 5: 10-20% 6: 5-10% 7: 0-5% 8: 0-5% 9: 5-15% 10: 5-10% Fermentatie onderverdeeld in: 20% fermentatieprocessen en systemen 20% Kennis en berekeningen groeikinetiek 20% kennis en berekeningen zuurstofoverdracht, agittie , aeratie en KIA 10% kennis voer substraten, media design en berekenen C/N ratio`s. 10% Kennis van basisprincipes van opschaling en product recovery 10% Kennis van basisprincipes van de biobased economy 10% Kennis van industriële toepassingen van micro- 2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent: microbiologie). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase kan berekening maken van C/N ratio’s; heeft kennis van basisprincipes van opschaling; heeft kennis van basisprincipes van product recovery; heeft kennis van basisprincipes van de biobased economy; heeft kennis van industriële toepassingen van micro-organismen. Code: B8b-Kgem BD8b-Kgem organismen Cesuur: 70% juiste antwoorden van de multiple choice vragen is cijfer 5,5 Kgem= (Kbw+Kmb)/2; Kbw en Kmb ≥ 4.5 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker). Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Naam: Gemiddelde van kennistoetsen Kbw en Kmb Vorm: Administratief Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: B8b-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Competentie 8: Samenwerken 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de 65 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Voldaan 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Code: B8b-HBO Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2. Naam: HBO-competentie kaart Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: V (voldaan) of NV (niet voldaan) Ondergrens: Voldaan Code: B8b-Ivt B8b-Iv Naam: B8b-Ivt: Interviewtechnieken B8b-Iv: Interview verslag Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Competentie 9: Leiden/ begeleiden Vergaderen 9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Notulen Niveau 2’ 2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘leiding geven aan OGO/PO-groep, niveau 2’ 2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Presenteren Niveau 2’ 2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist Deelname aan de workshop interviewtechnieken is verplicht. Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan; 1 examinator voor de beoordeling (Tutor/SLB/Vakdocent workshops). Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan; Elke examinator beoordeelt zijn eigen onderdelen. Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan; De coursetrekker voert voldaan in, indien de kaart volledig is ingevuld. Interviewtechnieken wordt afgetekend met voldaan indien is deelgenomen aan de workshop. Ivt: 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop). Interviewverslag wordt afgetekend met voldaan indien 55% van de punten zijn behaald is cijfer 5,5.. Iv: 2 examinatoren voor de beoordeling (Vakdocent/Tutor/Coursetrekker). Zie beoordelingsformulier interviewverslag. 66 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Beoordeling: V (voldaan) of NV (niet voldaan) Ondergrens: Voldaan Code: B8b-Ch Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): - hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; - brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; - is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; - opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen. Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Deelname workshop conflicthantering is verplicht. Naam: Conflicthantering Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 67 Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B8b-Co B8b-Cop Naam: Coaching Coaching opdracht Competentie 9: Leiden/ begeleiden Coaching 9.2.2. Past zijn manier van begeleiden aan, aan het niveau en persoonlijkheid van zijn medestudent. 9.2.3. Weet anderen te motiveren. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Deelname workshop coaching (wordt afgetekend) Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Toepassen coaching wordt beoordeeld met behulp van: Beoordelingsformulier ‘coaching, in te vullen door gecoachte student’, OF Beoordelingsformulier ‘coaching, af te tekenen door SLB-er’ 1 handtekening (=voldoende beoordeling) op hbo-competentiekaart is vereist Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop/SLB-er). Alle criteria van het beoordelingsformulier coaching moeten minimaal beoordeeld zijn met een voldoende voor een voldoende beoordeling van de coaching opdracht. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: B8b-FG1 B8b-FG2 B8b-FGIT BD8b-FGIT Naam: Funct.gespr.1 Funct.gespr.2 Funct.gespr.Int.toets Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Toont Hbo werkhouding 11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Zie onderstaand beoordelingsformulier Functioneringsgesprekken, niveau 2 Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende. Het functionerings gesprek in het kader van de integrale toets propedeuse wordt afgetekend indien de integrale toets van de propedeuse is behaald. Het functionerings gesprek in het kader van de integrale toets propedeuse wordt afgetekend indien de integrale toets van de propedeuse is behaald. Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 68 1 examinator voor de beoordeling (SLB-er). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Beoordelingsformulier Praktijk niveau 2 Gerelateerd aan competenties/ indicatoren 2.2.1., 2.1.2., 4.1.3., 5.2.3., 6.2.1. Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. 2.2.2. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo2.2.1., 2.2.3, 2.2.5.; 4.1.2. metingen met elkaar overeen komen; kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; 5.2.3. doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij. Onvoldoende Voldoende Afhankelijk aantal criteria dat men mist Voldoet aan alle criteria - 0 - 10Niet voldaan -12- Voldoet niet aan minstens één criterium: Voldoet aan alle criteria -0-, -6-, -12- of -18- -24- Loopt soms uit -6- Goed Uitmuntend De meeste Alle voorberekeningen en voorbereantwoorden/ voorstellen zijn correct. keningen en antwoorden / voorstellen zijn correct -16-20Voldaan - experimentele experimentele resultaten komen altijd resultaten komen overeen met theoretische meestal overeen verwachtingen met theoretische verwachtingen -32-40- 2.1.5, 2.2.4., 7.2.2. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Loopt vaak uit - 0-5 - 4.1.1, 5.2.2. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. Niet voldaan Voldaan Niet voldaan Voldaan 5.2.1., 5.2.3. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.2., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. 5.2.3., 6.2.1. Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Voldoet niet Loopt nooit uit -8- Is buitengewoon efficiënt -10- De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist. -16- De resultaten-analyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist en buitengewoon helder. -0-10- De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten. -12- -0-8- -6- -8- -10- 69 -20- Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 70 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Literatuurverslag jaar 2 Naam student: ………………………………. Gerelateerd aan competentie / indicator 6.2.1. 1.2.2., 1.2.5. 1.2.2. Klas: ………………………… Datum: ………………………………….. Beoordelingscriteria Max aantal punten Inhoud (70%) Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Introductie: Achtergrondinformatie om het review in een context te plaatsten en het doel van het review. Geeft alle relevante informatie over het toegewezen product zoals maar niet beperkt tot: Conventionele productie methoden van het product. Uitleg van de betrokken (metabole) pathway of regulatie mechanismen. Het uiteindelijke doel/nut van het te produceren product. Zuiverings en kwantificatie methoden. Verschillende hoofdstukken met o.a.: 10 20 20 De student geeft zelf aan hoe ze het toegewezen product gemaakt gaat kan worden en denk hierbij aan het volgende: Geeft duidelijk aan waar aanpassingen gedaan moeten worden in bepaalde (metabole) pathway(s) om een zo hoog mogelijke productie te krijgen. Geeft hierbij aan, met behulp van bioinformatica, welke middelen hierbij nodig zijn (Primers, DNA sequenties, vectoren etc). Veklaard de werking van de gebuikte middelen om de pathway(s) te manipuleren. Geeft aan welke productie stammen ze kunnen gebruiken met de bijbehorende kweekcondities. 1.2.2., 1.2.5. 1.2.1. 6.2.1. 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. 6.2.1. Geeft aan hoe ze het product kunnen isoleren/zuiveren en kwantificeren. Heldere en inhoudelijke discussie en conclusie mbt boven genoemde aspecten. Geeft duidelijk de meest belovende productie strategie. Heldere en inhoudelijk beschreven toekomst perspectieven. De selectie van gebruikte literatuur (niet aangereikt), is representatief voor het onderwerp. Opmaak/schrijven (30%) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen. Het rapport omvat duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. 15 5 10 10 10 Het rapport omvat verwijzingen naar de bronnen en een literatuurlijst volgens de algemene standaard (APA methode). Voldaan / niet voldaan De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Verschillende Hoofdstukken, Discussie, Conclusie en Toekomstperspectieven, Bronnenlijst. Het verslag omvat een minimum van 6 en maximum van 10pagina’s. Voldaan / niet voldaan Voldaan / niet voldaan 100 Totaal aantal punten 71 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Cijfer (aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle voldaan/niet voldaan criteria voldaan zijn. Feedback Naam beoordelaar en handtekening 72 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier “Onderzoeksplan course 8” Groep (studentnamen): ………………………………. Gerelateerd aan competentie/ indicator 1.2.1 1.2.1 1.2.1, 1.2.2 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 Klas: ………………………… Datum: ………………………………….. Beoordelingscriterium Max. aantal punten Inhoud Een inleiding is gegeven Het onderzoeksdoel is beschreven. Het in silico model van de betrokken pathway(s) is beschreven. 5 5 5 De bedoelde aanpassing in de betrokken pathway(s) is beargumenteerd en sluit aan bij het onderzoeksdoel. In dien van toepassing is de gebruikte stam(men) van het organisme waarin de aanpassingen gedaan gaan worden beschreven en beargumenteerd. De in silico producten (zoals te gebruiken constructen of primers) die in de praktijk gebruikt en/of gemaakt worden zijn zodanig gepresenteerd dat de lezer de eigenschappen van deze producten makkelijk kan herkennen. De gepresenteerde producten zijn geschikt voor de bedoelde (genetische) aanpassing. 10 Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die leiden tot de genetische modificatie is overzichtelijk gepresenteerd. De toegevoegde protocollen voor het uitvoeren van alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken en uitvoerbaar binnen het HLO (apparatuur, kosten). Experimentele controles zijn voor alle experimentele stappen (i.v.t.) beschreven De benodigde materialen en media zijn opgegeven. Arbo en Milieu regels worden hierbij in acht genomen en genoteerd. 10 De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel manuren aan de verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ het project in totaal duren (inclusieve incubatietijd; tijdschema). 1.2.3., 1.2.4., 2.2.1., Het is beschreven hoe geanalyseerd kan worden of het doel met betrekking tot uitknocken dan wel overproductie van de eindproducten 3.2.1 bereikt is. De te verwachten resultaten zijn beschreven. 5 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4. 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4. 1.2.4., 2.2.1 1.2.4., 2.2.1, 4.1.3. 1.2.4., 2.2.2., 4.1.1 1.2.4., 7.2.1 6.2.1. 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. Opmaak/schrijven Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke Stijl.geheel is voorzien van een heldere en logische structuur. Het Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen. 10 10 5 5 5 5 5 Het rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst. 5 6.2.1. Duidelijk gelabelde figuren, afbeeldingen en tabellen worden gebruikt. 5 6.2.1. 6.2.1. Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen en Bronnenlijst. Totaal aantal punten 5 Ok/ k.o. 100 Cijfer (totaal aantal punten / 10) 73 Gescoord aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Feedback Naam en paraaf beoordelaar 74 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier “Presentatie course 8” Groep (studentnamen): ………………………………. Gerelateerd aan comp./ indicatoren Klas: ………………………… Datum: ………………………………….. Beoordelingscriteria Max. aantal punten Inhoud 1.2.2 Geeft het doel van het onderzoek helder aan. 2.2.1 Legt de gekozen strategie om het doel te bereiken uit. 5 Beschrijft voor ieder van de gepresenteerde experimentele stappen de hoofdaspecten van de experimentele uitvoering (inclusieve controles). Presenteert de verkregen resultaten. Maakt hierbij een selectie van representatieve resultaten en noemt overige resultaten (i.v.t.) Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten voor de voortgang van het project op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Concludeert op basis van resultaten van deelexperimenten over de deelvraag (indien mogelijk) of voert een beknopte discussie van experimentele problemen. Concludeert op basis van resultaten en conclusies van deelexperimenten over de centrale onderzoeksvraag; Vergelijkt en bediscussieert deze met verwachtingen en literatuurwaardes. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies voorstellen voor vervolgexperimenten. Presentatie 10 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten: - past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in de gehele presentatie betekenen onvoldoende) - beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen - gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint zinvol (b.v. animaties) Spreekt duidelijk en verstaanbaar Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug Maakt oogcontact met het publiek Maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek Verbale en visuele boodschap vormen een geheel Discussie Gaat inhoudelijke discussie met het publiek aan Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten 5 2.2.1, 4.1.3. 3.2.1. 3.1.2., 5.2.3. 3.2.2., 3.1.4., 11.1.3. 3.2.3. 3.2.4. 6.2.3, 5.2.3. 6.2.3, 8.1.3, 8.1.4, 8.2.4, 8.2.5 Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 75 2 5 5 10 10 10 10 2 3 1 2 2 2 1 2 5 1 2 5 100 Gescoord aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier “Interviewverslag” Namen (groep): ....................................................... Klas: .................... Datum: ……………. Evaluatie criteria Content Een lopend verslag, geen vraag antwoord. Inleiding (doel interview, wie is geïnterviewd door wie en een overzicht van de thema's uit het verslag). Inhoudelijke beoordeling van de thema's. De tekst is ingedeeld in thema’s, die voorzien zijn van een titelkopje. Afsluiting met daarin van iedere student een persoonlijke conclusie (wat heeft dit interview mij opgeleverd voor de verdere keuzes in mijn studie en wat vond ik van het werk van deze laborant/onderzoeker en deze organisatie wat spreekt mij aan en wat niet). Stijl Correct gebruik van spelling, zinsopbouw en interpunctie. Max aantal punten Gescoord aantal punten V / NV Knock out 15 V / NV 50 15 10 Juiste indeling in paragrafen en alinea's. 10 Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling: (totaal aantal punten / 10) 10 Voldaan indien eindbeoordeling ≥ 5.5 Feedback Naam en paraaf beoordelaar 76 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 2 Naam student: ………………………………. Klas: ………………………… Datum: ………………………………….. niet voldaan 9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden: Agenda: Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld. De agenda is volgens afspraken op tijd verspreid. De agenda omvat de gewenste bespreekpunten en is overzichtelijk. Voorzitterschap: De student leidt de agenda in en bewaakt de agenda. De student geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te houden. De student vat belangrijke punten regelmatig samen. Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt en laat deelnemers standpunten inbrengen. De student stimuleert dat iedereen naar elkaars standpunten luistert. Zorgt dat er besluiten worden genomen en afspraken genotuleerd worden. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening tutor 77 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Notulen Jaar 2 Naam student: ………………………………. Klas: ………………………… Competentie 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2: Vermelding: Aanwezigen, datum, plaats, tijd vergadering, voorzitter en notulist. Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt. Iemand die niet bij de vergadering is geweest moet de kern er uit op kunnen maken. Informatie is in heldere taal weergegeven. Actielijst is toegevoegd. Notulen zijn volgens afspraken op tijd verspreid. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening tutor 78 Datum: ………………………………….. niet voldaan voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam student: ………………………………. Gerelateerd aan comp. indicatoren Klas: ………………………… Datum: ………………………………….. Beoordelingscriteria Niet voldaan Inhoud: Criteria voor onderzoekspresentatie n.v.t. De student geeft het doel van de presentatie aan. De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct. Presentatie: 6.2.3 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe. De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe. Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie. Maakt oogcontact met het publiek. Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar. 6.2.3, 8.1.4, 8.2.5 Discussie: Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek. Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. Eindbeoordeling Alle criteria zijn voldaan Feedback Naam en handtekening beoordelaar 79 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP Eind Jaar 2 voor stage Naam student: ………………………………. Klas: ………………………… Datum: ………………………………….. niet voldaan 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. 11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakte-analyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening Slb-er (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 80 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 2 Naam student: ………………………………. Klas: ………………………… Competentie-indicator Datum: ………………………………….. Beoordelingscriterium 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. maakt concrete afspraken en houdt zich aan hieraan. De student maakt zelfstandig afspraken, komt deze na en heeft zich voorbereid. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. De student kan aantonen dat hij/ zij actief aan de in zijn/haar POP beschreven leerdoelen gewerkt heeft. 5.2.3.beheert en archiveert gegevens in labjournaal en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. In het portfolio zijn de documenten overzichtelijk gearchiveerd en duidelijk gekoppeld aan de competenties die ermee bewezen worden. De student kijkt methodisch kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen en formuleert hoe hij/ zijn hier in de toekomst mee om wil gaan. Hij/zij reflecteert zowel op studiehouding als op beroepscompetenties. De student toont een actieve houding en motivatie. Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn studie en kan zich daarbij aanpassen aan verschillende omstandigheden. Hij/zij handelt integer. 11.2.5. toont hbo-werkhouding: handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn) Feedback: Naam en handtekening SLB-er: 81 Niet voldaan Voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier coaching In te vullen door SLB-er Naam coach:…………………………………… Klas: ………………………. Datum: …………………………. Goed Beschrijving van activiteiten en daarbij horende verantwoording besteedde uren. Student heeft minimaal 10 uur aan coaching besteed. Ingevulde evaluatieformulier(en) zijn aanwezig. Het coachingsverslag ziet er verzorgd uit. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach bereidde de bijeenkomst(en) goed voor.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan mijn niveau.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach was goed in staat mij te motiveren.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach luisterde goed naar mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach stelde vragen aan mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach liet mij uitpraten.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft twee tips en twee tops geformuleerd naar aanleiding van het coachingstraject. Eindoordeel Feedback Naam en paraaf SLB-er 82 N.v.t. N.v.t. Voldoende Onvoldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier coaching, niveau 2 (in te vullen door gecoachte) Naam student: ………………………………. Klas: ………………………… Goed De coach bereidde de bijeenkomsten goed voor. De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan jouw niveau. De coach gaf constructieve feedback. De coach was goed in staat om mij te motiveren. De coach daagde mij uit om te leren van mijn fouten. Met de coach kon ik goede afspraken maken. Eindoordeel Feedback Naam en paraaf SLB-er 83 Datum: ………………………………….. Voldoende Onvoldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamen s Algemene omschrijving Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie B9 of ASC-M-PL (Molecular Plant Biology) Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting biologie, afstudeerrichting Moleculaire Plantenbiologie. Voltijd studenten hoofdfase Bio-informatica. Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Onderzoeksverslag Carotenoïden of bio-informatica opdracht (Vct) Onderzoeksverslag Groei en Ontwikkeling (Vgo) Poster (Po) 30 stp 840 SBU Verdieping en uitbreiding van onderwerpen uit het 2e jaar, met name uit OWE5, OWE6, maar ook uit OWE7, OWE8 nu toegespitst op planten. De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend en B5 en B6 of BI5 en BI7 zijn met redelijk succes gevolgd. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Gewassen voor de Toekomst Planten zijn van onschatbare waarde; ze geven ons voedsel, zuurstof, bouwmaterialen, kleding en brandstof. Zonder planten zou ons leven onmogelijk zijn. Sinds het begin van de landbouw, zo’n 6000 jaar geleden, hebben we door middel van Domesticatie, planten veranderd en aangepast voor onze voedselvoorziening. Plantenveredeling, het maken van kruisingen gevolgd door selectie, wordt nu zo’n 100 jaar uitgevoerd en heeft ervoor gezorgd dat er nu planten zijn die makkelijker te telen zijn en hogere opbrengsten geven . Met de komst van de Moleculaire Biologie en Genomics is het de laatste 10 jaar mogelijk om belangrijke processen in de planten te bestuderen en om de gewassen nog verder te verbeteren, zodat er voedsel voor iedereen is in de toekomst. Deze nieuwe gewassen zijn hard nodig omdat onze voedselproductie bedreigd wordt door een vermindering van het landbouwareaal, klimaatverandering en plantenziekten die de oogst vernietigen, terwijl de menselijke populatie blijft groeien. Om onze voedselproductie te waarborgen in de toekomst moeten er planten ontwikkeld worden die nog efficiënter kunnen groeien, een hogere voedingswaarde hebben en die resistent zijn tegen een groot aantal plantenziekten en beter om kunnen gaan met abiotische stress. Om deze uitdaging aan te gaan, gaan we de voedingswaarde van verschillende gewassen onderzoeken door de aanwezigheid van speciale secondaire metabolieten te bepalen. We richten op ons op de groep van carotenoïden die een belangrijke werking hebben als anti-oxidant en pro-vitamine A. Daarnaast gaan we de groei en ontwikkeling van planten onder verschillende stress situaties bestuderen in een eigen experiment. Dit doen we door de expressie van verschillende stress gerelateerde genen in Arabidopsis te bestuderen. Als laatste zullen de studenten een Poster maken waarin beschreven wordt hoe een gewas met de huidige moleculaire technieken verbeterd kan worden zodat deze voor de toekomst geschikt gemaakt kan worden. Bio-informatica studenten die deze course als minor volgen moeten ipv het onderzoeksverslag Carotenoïden in Planten (Vct) een Bio-informatica opdracht (Vct) maken. De praktijkbeoordeling van deze minorstudenten is op niveau 2. 84 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. 13. Verplichte literatuur De OWE wordt in de Engelse taal gegeven. -Vraagverheldering - Experimenteren - Onderzoeksresultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Begeleiden/leiding geven - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens B9-Vct/ASC-M-PL-Vct Onderzoeksverslag Carotenoïden / Research report Carotenoids (Vct) B9-Vgo/ASC-M-PL-Vgo Onderzoeksverslag Groei en Ontwikkeling/Research report Growth and development (Vgo) B9-Po/ASC-M-PL-Po Poster (Po) B9-P/ /ASC-M-PL-P Praktijkbeoordeling/Practical (P) B9-K/ASC-M-PL-K Kennistoets/Knowledge test (K) B9-T/ASC-M-PL-T Thematoets/Themetest (T) B9-IPV/ASC-M-PL-IPS IPV/IPS B9-St Stagevoorbereiding/solliciteren (St) Weging (Vct +Vgo + Po + P + 2*T + K)/7 Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden IPV, labjournaal en B9-St moeten voldaan zijn en alle toettentamen sen en beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. Frequentie (deel)K: periode 1, herkansing periode 2 tentamens T: periode 2, herkansing periode 3 Po : periode 2, herkansing in overleg Vct: periode 1, herkansing in overleg Vgo: periode 2, herkansing in overleg P: periode 2 IPV: periode 2 14. 15. 16. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Smith, A.M., Sablowski, R., ((2006). Plant Biology, Oxford: Taylor & Francis Inc. ISBN: 9780815340256 Kreike, N., Honing, H. van der, en Wilms, F. (2013/2014) Themahandleiding OWE MPB Russell, P.J., (2009) iGenetics, a molecular approach, (3th revised edition) New York NY: Pearson Education Ldt. ISBN: 9780321610225 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 85 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 17. Activiteiten 18. Werkvormen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie werkvormen Ondersteunend vak Moleculaire Planten Biologie Ondersteunende theoretische workshops Evolutie van planten Groei en ontwikkeling Plant Biochemie Plant-Pathogeen interactie Plant-Milieu interactie Plantfysiologie Domesticatie Klassieke en moleculaire veredeling Molecular markers en MAS Plant transformatie and GMOs Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Evolutie van het genoom Werkvorm: hoorcollege Plant Identification Genetics Gastcolleges over nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijke planten onderzoek en moleculaire plantenveredeling Werkvorm: hoorcollege Ondersteunende workshops Technieken qPCR HPLC Bio-informatica en fylogenie Gene mapping Werkwijze: hoorcollege Onderzoek naar Carotenoiden in verschillende gewassen Onderzoek naar genexpressie gedurende groei en ontwikkeling tijdens stress Eigen weefselkweek onderzoek Transformatie tomaat en tabak Microsporencultuur tomaat en tabak Fylogenie Solanaceae Ondersteunende Praktijk Werkwijze: praktijk Stagevoorbereiding/solliciteren Workshop SCV Werkwijze: training 19. Les- / Contacturen Geprogrammeerde contacttijd: 19,7 lesuren per week, 137 lesuren per periode 1 = 102,75 klokuren 19,9 lesuren per week, 139 uren per periode 2 = 104,25 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: Periode 1 = 317,25 klokuren Periode 2 = 315,75 klokuren 86 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 20. 21. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Totaal 840 klokuren Periode 1 en 2 n.v.t. 87 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 9: Moleculaire Plantenbiologie (B9) / Molecular Plant Biology (ASC-M-PL) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: B9-T ASC-M-PL-T Naam: B9-T: Thematoets ASC-M-PL-T: Themetest Vorm: Schriftelijk Open vragen Individueel Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Competentie 1: Ontwerpen (Niveau II) 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren (niveau III) 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren (niveau II) Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusie en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Toepassen van kennis en vaardigheden van de volgende onderwerpen: Evolutie van planten De student: kan de evolutie van planten beschrijven en de belangrijkste stappen hiervan verklaren; kan de overgang van planten van water naar land bediscussiëren; kan de overgang van kleine planten naar bomen beschrijven bediscussiëren; kan het ontstaan van zaadplanten en hun unieke structuren verklaren; kan de levenscyclus van de verschillende plantgroepen verklaren aan de hand van hun evolutie; kan het verschil aangeven tussen bedektzadigen en de andere plantgroepen; kan vorm van planten en de functie van de verschillende organen aan de hand van hun evolutieproces verklaren; kan de evolutionaire verwantschappen tussen de verschillende groepen planten beschrijven. Thematoets: De volgende onderdelen in de context Moleculaire Plantenveredeling worden evenredig gerepresenteerd in de toets: In the context of: Evolutie van planten Groei en ontwikkeling Plant Biochemie Plant-Pathogeen interactie Groei en ontwikkeling De student: kan de gemeenschappelijke ontwikkeling van hogere planten beschrijven; kan de apicaal-basaal en radiale ontwikkeling van het embryo uitleggen; kan de verschillen en overeenkomsten tussen de ontwikkeling, organisatie en activiteit van het scheut- en wortel meristeem uitleggen en verklaren; kan beschrijven hoe interne signalen de cellgroei coördineren gedurende de ontwikkeling van de plant; kan beschrijven hoe de ontwikkeling van organen gereguleerd wordt en door welke genen dat 88 Moleculaire Plantenbiologie (zie onderdelen kennistoets) Genetica en Gene mapping Klassieke en moleculaire veredeling Molecular markers en MAS Plant transformatie and GMOs Gene knockouts Transposons Genoom evolutie qPCR en HPLC Sequencing technieken Future Plant Breeding Gastcolleges 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5). Examinator 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor beoordeling (Expert/Theoriedocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B9-Vct B9-Vgo ASC-M-PL-Vct ASC-M-PL-Vgo Naam: B9-Vct: Onderzoeksverslag Carotenoïden B9-Vgo: Onderzoeksverslag Plant-Milieu interactie Plantfysiologie Domesticatie Klassieke en moleculaire veredeling Molecular markers en MAS Plant transformatie and GMOs Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Evolutie van het genoom Plant Identification Genetics qPCR HPLC Bio-informatica en fylogenie Gene mapping Planten cel en weefselkweek Secondaire metabolieten Sequencing technologie Moleculaire evolutie Gastcolleges Competentie 1: Ontwerpen 1.2.2. (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. (2.3.2.) Zorgt er (zelfstandig) voor dat alle Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase gebeurt; kan ontwikkeling van het bloem meristeem en de bloem organen beschrijven adhv de genen die hierbij betrokken zijn; kan de ontwikkeling van de mannelijke en vrouwelijke gametofyt van een bedektzadige beschrijven; kan de bestuiving en fertilisatie van verschillende bloemen beschrijven en verklaren. Plant Biochemie Plant-Pathogeen interactie Plant-Milieu interactie Plantfysiologie Domesticatie Klassieke en moleculaire veredeling Molecular markers en MAS Plant transformatie and GMOs Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Evolutie van het genoom Plant Identification Genetics qPCR HPLC Bio-informatica en fylogenie Gene mapping Planten cel en weefselkweek Secondaire metabolieten Sequencing technologie Moleculaire evolutie Gastcolleges Zie evaluatieformulier “Research report Course 9”. Zie evaluatieformulier “Research report Course 9”. 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5). 89 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Groei en ontwikkeling ASC-M-PL-Vct: Research report Carotenoids ASC-M-PL-Vct: Research report Growth and development Vorm: Schriftelijk Groep Weging: Vct: 1 Vgo: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Competentie 3: Resultaten analyse 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Competentie 6: Reporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; 90 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. Code: B9-Po ASC-M-PL-Po Naam: Poster Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: In the context of: Vct: Verslag Carotenoids Vgo: Groei en Ontwikkeling Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Zie evaluatieformulier “Poster Course 9: A new crop”. Zie evaluatieformulier “Poster Course 9: A new crop”. All onderdelen worden vergelijkbaar gerepresenteerd in de toets. 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5). 91 2 examinatoren voor de beoordeling (Expert/Docent/Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 3: Resultaten analyse 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep 92 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B9-P ASC-M-PL-P Naam: B9-P: Praktijk ASC-M-PL-P: Practical Vorm: Praktijk Groep Labjournaal: Schriftelijk Individueel Weging: toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 8: Samenwerken in team 8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner; 8.2.3. neemt initiatief voor gesprek; 8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden; 8.2.5. sluit aan bij gesprekspartner; 8.3.3. houdt gespreksdoel in het oog In the context of: Toepassen van de kennis van moleculaire veredeling voor de verbetering van een gewas. Competenties worden beoordeeld op niveau 2 (minimum) en niveau III Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie evaluatieformulier “Practical work Course 9”. 60% praktijk 40% lab journaal Cesuur: 55% van het maximum aantal te behalen punten is voldoende (5.5). 93 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.2.4. maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.1.5. Carries out the experiment within the given time. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Analyseren resultaten 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3. 5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteits controle 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. Competentie 5: Beheer en Administratie 94 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden Code: B9-K ASC-M-PL-K Naam: B9-K: Kennistoets ASC-M-PL-K: Knowledge test Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: In the context of: - Groei en ontwikkeling - Biochemie - Plant fysiologie - Plant abiotic stress - Plant cel- en weefselkweek - Moleculaire evolutie - HPLC: Carotenoiden - qPCR: Gen expressie Kennis van de Moleculaire Plantenbiologie Heeft kennis van de volgende onderwerpen: Plant Identificatie De student: kan de verschillende plantorganen beschrijven; kan de uiterlijke kenmerken van verschillende planten families beschrijven; kan voorbeelden van planten en gewassen geven uit de verschillende plantenfamilies. Evolutie van planten De student: kan de evolutie van planten van alg tot angiosperm beschrijven. Groei en ontwikkeling 95 Kennistoets: De volgende onderdelen in de context Moleculaire Plantenbiologie worden evenredig gerepresenteerd in de toets: Plant Identificatie Evolutie van planten Groei en ontwikkeling Plant Biochemie Secondaire metabolieten Plant-Pathogeen interactie Plant-Milieu interactie Plantfysiologie Domesticatie Plant cell en weefselkweek 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Expert/Docent). 1 examinator voor de beoordeling (Expert/Docent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student: kan de ontwikkeling van de plant van embryo tot plant beschrijven en de genen die hierbij betrokken zijn benoemen evenals hun functie; kan de bestuiving en bevruchting beschrijven; kan de ontwikkeling van de bloem beschrijven en de genen die hierbij betrokken zijn benoemen evenals hun functie; kan de overeenkomsten en verschillen tussen scheut- en wortel meristeem beschrijven. Plant Biochemie De student: kent belangrijke metabole routes en waar deze in de cel plaatsvinden; kent fotosynthese, fotorespiratie en krebscyclus. Secondaire metabolieten De student: kent verschillende secundaire metabolieten en hun functie. Plant-Pathogeen interactie De student: kan de levenscyclus van de verschillende pathogenen groepen beschrijven en voorbeelden van organismen noemen; kan de veerschillende manieren van de verdediging van de plant benoemen; kan het zig-zag model beschrijven Plant-Milieu interactie (stress) De student: kan de verschillende vormen van abiotische stress benoemen en het effect op de plant en de reactie van de plant beschrijven. Plantfysiologie Domesticatie en Ontstaan van de landbouw De student: kan het proces van domesticatie beschrijven; kan de verschillenden domesticatie eigenschappen van de plant benoemen en voorbeelden hiervan geven. Plant cel- en weefselkweek De student: heeft kennis van de hormonen en groeibevorderende stoffen die gebruikt worden bij cel en 96 Plant transformatie Rhziobium 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B9-IPV ASC-M-PL-IPS Naam: B9-IPV: IPV ASC-M-PL-IPS: IPS Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4.Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen / 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase weefselkweek van planten. Plant transformatie De student: kan de DNA overdracht van Agrobacterium naar de plant beschrijven; heeft kennis van verschillende transformatie technieken voor genetische modificatie van planten. Rhizobium De student: kan de interactie tussen een plant en Rhizobium en de stikstoffixatie door Rhizobium beschrijven. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en 97 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase betrokkenheid van de student als positief (SAS) Code: B9-St Naam: Stagevoorbereiding/solliciter en Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. Toont Hbo werkhouding 11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Deelname aan workshop stagevoorbereiding/solliciteren wordt afgetekend. Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 98 Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Evaluation form Practical work course 9 Name: …………………………………………….. Class: ………………………………………………….. Competence/indicator Insufficient 2.2.1., 2.3.1., 2.2.2., 2.3.2. 0-5 points 2.1.3., 2.2.3., 2.3.3., 0-2 points 2.2.4., 2.3.4., 2.2.7 0-2 points 2.2.6., 2.3.6. 0-5 points 4.1.1. 4.2.1. 0-4 points Date: ………………………………………………… Evaluation criteria Good Sufficient Is able to explain the basic steps of the experiments; Selects, with guidance, necessary experimental controls. 6 points Is able to explain more than the basic, but not all steps of the experiments; Independently selects standard experimental controls 8 points Ensures that all requirements are present before beginning the experiment and that calculations have been made, makes solutions. 3 points The experimental results are reproducible when different experiments are carried out more than one time 3 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. … and independently makes solutions. 5 points The experimental results meet the theoretical expectations / literature values Points Excellent Is able to explain the all of the experiments; Independently selects advanced experimental controls 10 points … and the student is able to deviate from/adjust the protocol where needed to obtain reproducible results that match with theoretical expectations 5 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems independently. 4 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems. 6 points 8 points 10 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Calibrates pipettes and balances. 5 points 99 Knockout Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 5.3.1. 0-5 points 2.1.6., 2.2.5., 2.3.5., 7.2.2. 0-5 points 7.2.3., 7.2.4., 7.3.2. 0-2 points 5.2.1. 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points Leaves all work places organized and tidy and reports when reagents are (almost) finished. 6 points and: works at an always organized work place, Works on one experiment at the same time and finishes this within the planned time; also under time constraints. 6 points If needed (changing circumstances: makes adjustments to project plan to reach the project goal. 3 points Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook. Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the week. 6 points Each laboratory session contains aim, M&M, any deviations from those, used apparatus and manufacturers of used kits 6 points Each laboratory session contains results, processing of data and interpretations/discussion 6 points conclusions and suggestions for follow-up research) at the end of the week. Works on multiple experiments at the same time 6 points 8 points 8 points 4 points and: solves problems at machines 10 points Works on multiple experiments at the same time and finishes them without organisational problems. 10 points and: sets priorities in working activities 5 points Knockout 8 points 10 points 8 points 10 points 8 points and: the conclusions with respect to the reliability and accuracy of the results and interpretion of the results with respect to the research question are scientifically correct. 8 points 100 10 points and: the error discussion and suggested follow-up experiments are meaningful. 10 points Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Overall assessment Feedback Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10 Name and signature assessor 101 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Evaluation form Poster course 9: A New Crop for the Future Name student: ………………………………. Related to competency/ indicator Insufficient Sufficient Good Excellent Content (max 48pts) Crop information 1 3 4 5 1.3.2 Justification of suggested improvement 1 3 4 5 1.3.3 Description of Technology 1 3 4 6 2.3.1 2 2 6 6 7 7 8 8 1.3.3, 2.3.1 Gene construct: Size, Genes and their Origin Promotors and Selection markers (give Gene bank accession numbers) Transformation 2 6 7 8 1.3.3, 2.3.1 Regeneration and Tissue culture 2 6 7 8 1 2 3 3 1 1 2 2 3 3 3 3 1 2 3 3 1 2 3 3 1 2 3 3 In suff Knockout 2 Sufficient Good Excellent 6 7 9 1.2.1, 1.3.1 6.2.1. Evaluation criteria Crop: …………………………………………………. Layout (max 18 pts) The structure of the poster is according to guidelines used in the workfield Guidelines: No too much text. Just enough for a clear story Catchy title Clear overall structure and Readable at 2m distance Understandable text and logical tables and figures Report contains list of references that are noted in the text Correct spelling and grammar. Text in a scientific manner. Discussion (max 34) 6.3.1, 6.3.2 3.3.4 PPTs tutor assignment 8.2.3 8.1.3 8.2.4 8.3.3 Clear explanation of the content of the poster. 1 3 4 6 Student gives accurate answers to the questions. The student keeps eye contact during the discussion Originality and Complexity of the Idea 2 6 7 8 1 2 3 3 - - 4 8 Discussion of Improvement/Technology Final mark (score / 10) Feedback Name and signature assessor 102 Points Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Evaluation form Research report Name: ……………………………………………………………….. Report title: …………………………………….. Competence /indicator Evaluation criteria Insufficient Sufficient Good Describes in 150-250 words what the purpose, approach, findings and originality of the research is (abstract > 250 words: knockout). Introduction 0-2 6 10 Finds, selects and describes individually which information from relevant scientific literature is required to answer the research questions. Describes theoretical background and motivation for research. Independently describes the goals of the different research projects. Independently explains the strategy to achieve the research goals Material and methods 0-1 2 3 0-6 7 11 0-1 2 3 0-1 2 3 Describes performed experiments in such a way that someone else could repeat the experiment (less than 6 points: knockout). Describes experimental controls Results 0-5 6 9 0-2 3 5 Independently describes the results and refers to figures and tables and explains what is visible in figures and tables (less than 6 points: knockout) Starts each results section with short description of goal/reason for the experiment Ends each results section with short interpretation or conclusion of results Uses appropriate methods, and, if applicable, statistics, to analyze results Adds appropriate title, axis titles, legend and figure legend to each figure and table. Figures and tables should be understood without carefully reading the results sections. Discussion 0-5 6 9 0-2 3 5 0-1 2 3 0-1 2 3 0-1 3 5 Repeats research goals and performed experiments to achieve this. Independently interprets the relevance of each of the results based on reliability and accuracy. Compares results and discusses results by comparing with expectations and literature. Conclusion and perspectives 0-2 3 6 3 6 10 Summarizes end conclusions of research. 0-2 3 5 Contents Summary/Abstract 1.3.1 1.2.2; 2.2.1 1.3.2 1.2.3, 2.2.1 2.3.1 2.3.2 3.3.1 1.2.3, 2.2.1, 6.3.1 3.3.2 3.2.1, 3.3.1 3.3.1 3.3.2, 5.2.3 3.2.3 3.2.4 103 Points Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 3.2.4, 3.2.5 Describes based on own results and conclusions which experiments could be done in the future. Style 6.3.1 Report is written in scientific style, according to spelling and grammar rules. More then 8 mistakes per page: report won’t be evaluated. Order of sections is according to international rules: Title, authors, abstract./summary, introduction, material and methods, results, conclusion and discussion, prospects, references Report contains a list of references and refers to references in text. 6.3.1 1.2.2, 6.2.1 Total number of points: 100 Mark (number of points/10) Feedback Name and signature assessor 104 0-2 3 5 Ok / k.o Ok / k.o. 0-2 3 5 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens Algemene omschrijving Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 9: Carcinogenese BD9 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, studierichting biologie, afstudeerrichting Biochemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek. N.v.t. Projectopdrachten (Wo) Onderzoekspresentatie (Pr) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE5-8. In het bijzonder de laboratorium- en computervaardigheden van OWE 5 en 7 worden hier in een complexer model toegepast. OWE 6 en 7 zijn met redelijk succes gevolgd. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Kankercellen vermeerderen zich onafhankelijk van groei-regulerende signalen in hun directe omgeving. Dit leidt tot een ruimte innemend proces met bijbehorende pathofysiologische gevolgen. Zolang deze cellen geclusterd blijven in één groep, wordt dit een benigne tumor genoemd die met chirurgie doorgaans goed te behandelen is. Wanneer kankercellen in staat zijn tot metastase, spreekt men van een maligne tumor. Dr. G. Swart van de afdeling Biochemie (NCMLS, Nijmegen) onderzoekt de overgang van benigne naar maligne tumoren bij huidkanker (melanomen). Dr. G. Swart gebruikt daarvoor een aantal metastaserende en niet-metastaserende melanomen. Het huidige model van Dr. G. Swart is dat tijdens de groei van een benigne melanoom het adhesiemolecuul ALCAM tot expressie komt waardoor melanoomcellen clusteren. De aan elkaar gekoppelde ALCAM moleculen geven een signaal de cel in (outside-in signalling) dat leidt tot een veranderd genexpressie patroon van het genoom van deze cellen en daarmee ook een veranderd transcriptoom, proteoom en metaboloom. Een van de consequenties van deze veranderingen is dat de cellen los kunnen komen van de cluster en gaan metastaseren. 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria In deze OWE gaat de student participeren in dit onderzoek om te achterhalen op welke wijze ALCAM zorgt voor het invasieve gedrag van humane melanomen. - Vraagverhelderen - Experimenteren - Analyseren van resultaten - Beheer en administratie - Rapporteren / presenteren - Samenwerken in een team - Sturen van professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens BD9-Wo BD9-Pr BD9-T BD9-P BD9-Vct 105 Projectopdrachten (Wo) Onderzoekspresentatie (Pr) Thematoets (T) Praktijk (P) Kennistoets Carcinogenese (Vct) Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen 13. Verplichte literatuur 14. 15. 16. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase BD9-Vgo Kennistoets ~omics (Vgo) Eindcijfer = (T+ Vct+Vgo+ Pr)/4 - Praktijk, projectopdrachten moeten afgevinkt zijn met voldaan . De cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn Frequentie (deel)Periode 2, herkansing periode 3 tentamens Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Nelson, D.L., & Cox, M.M., (2008) Lehninger Principles of Biochemistry, (5th Ed.) New York NY: W.H. Freeman & Company. ISBN: 9781429208925 Paffen, I. (2005), Readers Systems Biology: From ~omics to integrative network: Transcriptomics, Proteomics, Metabolomics, Dataanalyse transcriptomics. HAN Website voor statistiek: http://udel.edu/~mcdonald/statbigchart.html In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen. Ondersteunend vak Signaal transductie, pompen en kanaCelbiologie len Membranen Celdeling en apoptosis Carcinogenese (6 step nature of cancer) Wetenschappelijke literatuur Werkwijze: hoorcollege Transcriptomics (Microarrays) Proteomics (2D + MS) Metabolomics (GC-MS data analyse) Ondersteunend vak ~omics Werkwijze: hoorcollege T-test Anova Post-hoc Workshop statistiek Werkwijze: hoor/werkcollege HPLC: gebruik, kolommen, monster voorbereiding en resultatenanalyse Workshop HPLC Werkwijze: hoor/werkcollege Introductie project (melanomen) Workshop Melanomen Werkwijze: gastcollege 19. Les- / Contacturen Praktijk Geprogrammeerde contacttijd (2 periodes): 10,9 lesuren per week, 75 lesuren per periode = 66 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren 106 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 20. 21. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Totaal: 420 klokuren Periode 1 en 2 n.v.t. 107 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 9: Carcinogenese (BD9) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: BD9-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk, Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Competentie 1: Design of experimental set up (level II/III) Defining the research question 1.2.1. Independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Competentie 3: Results analysis Conclusions and discussion 3.2.3. Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. 3.2.4. Suggests follow-up experiments. Competentie 2: Experimenting (level III) Preparation 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. 2.3.2. Independently ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions. 2.1.2. Performs calculations prior to beginning lab work. Competentie 3: Results analysis (level II) Data processing 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion 3.2.2. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. Discusses the execution of the experiment and results. Beoordelingscriteria Is able to explain the research question of melanoma progression. Understands the molecular principles of the ALCAMrelated research. Is able to mention alternative research approaches of melanoma progression. Understands the multidisciplinary approach to study melanoma progression indicated with the provided articles of the two research assignments. Can calculate end-concentrations Knows the principle of culturing BLM cells Knows the principle of RNA isolation and QPCR Knows the principle of gelatine zymography Knows the principle of HPLC 108 Waardering / Cesuur Zie onderstaand beoordelings-formulier ‘themetest’ Examinatoren 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: BD9-Pr Naam: Onderzoekspresent atie Vorm: Groep Mondeling Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: BD9-P Naam: Competentie 6: Reporting and presenting Presentation 6.3.2. Presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear and persuasive manner; applies general presentation techniques and answers questions: there is a introduction-body-conclusion structure to the presentation; speaks clearly and coherently; has upright posture and hands are freely used; makes eye contact with the audience; makes organised and clear slides or other visual products; verbal and visual messages complement each other; uses visual aids in PowerPoint to support; holds an on-topic discussion with the audience. Competentie 3: Results analysis (level II) Data processing 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion 3.2.2. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner (if applicable). 3.2.3. Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. Competentie 3: Results analysis (level III) Conclusion and discussion 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context. 3.3.4. Independently discusses results in relation to their other experiments and compares these to published literature. Competentie 2: Experimenteren Preparation 2.2.1. Is able to explain the basic steps of the experiments. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘presentation’. Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘presentation’. 2 examinator en voor de beoordeling. Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘practical classes’ Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘practical classes’ 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent) 109 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: V Code: BD9-Vct 2.2.2. Selects, with guidance, necessary experimental controls. 2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab work. 2.2.3. Ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions. Execution 2.2.4. Carries out experiments according to the protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is doing at all times. 2.1.6. Carries out the experiment within the given time. 2.2.6. Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. 2.2.7. Is able to master new techniques quickly. Competence 4: Quality (level 2) 4.1.1. Is aware of the health and safety rules and works according to these rules. 4.2.1. Calibrates advanced equipment before beginning experiments. Competence 5: Management and Administration (level 3) 5.2.1. Encodes chemicals and samples; stores these in the correct manner. 5.3.1. Contributes to an efficiently functioning lab (tidies up, reports when reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment and solves minor malfunctions). Administration 5.3.2. Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can use it. Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets carcinogenese. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets carcinogenese. Naam: Kennistoets carcinogenese Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets carcinoge-nese. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling. Vorm: Individueel Schriftelijk 110 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: BD9-Vgo Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets ~omics. Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets ~omics. Zie onderstaand beoordelingsformulier kennistoets ~omics. Naam: Kennistoets ~omics 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling. Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: BD9-Wo Zie de onderstaande beoordelingsformulieren ‘plan of approach – microarray analyse - QPCR, HPLC Tutor class’. Zie de onderstaande beoordelingsformulieren ‘plan of approach – QPCR, HPLC - Tutor class’. Naam: Projectopdrachten Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: V 111 Zie de onderstaande beoordelings-formulieren ‘plan of approach – QPCR, HPLC - Tutor class’. 1 examinator voor de beoordeling (tutor). Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: BD9-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: V Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie: 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4.Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen. / 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 112 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan” 1 examinator voor de beoordeling (tutor). Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Plan of Approach: Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Competence/Indicator Design of experimental set up Defining the research question 1.2.1. Independently identifies relevant background information required to answer the research question. (level II) Criteria The introduction embeds the practical assignment in the research assignment and discusses the function of the candidate gene(s). Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level II) Applicable for first plan of approach. Gathering information and developing a research plan 1.3.1. Independently searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level III) Applicable for second plan of approach. Design of experimental set up 1.2.4. Integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment) (level II) Methodology 7.2.1. Plans and organises activities in a work plan. (level II) The document has a time planning in which the sequence of the work activities (work plan and time schedule) is realistic. The sequence of activities are visualized in a flow chart. Except for HPLC and Q-PCR experiments, the activities are described in detail. Samples, controls and protocols are included. Quality control 4.1.1. Is aware of the health and safety rules and works according to these rules. (level III) r/s rules are presented. Overall assessment Feedback 4 sufficients are required to pass Name and signature assessor 113 Sufficient Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Microarray analyse Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Competence Design of experimental set up Criteria The research question is presented. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level II) 1.3.3. Independently integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment). (level III) 1.2.3. Forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. (level III) Results analysis (level III) Specify the biological question for every gene in the list.* Present the variables relevant to the research question (what is measured?). Clarifiy which kind of variables are presented (measurement; nominal or ranked).* A statistical null hypothesis and alternate hypothesis.* The statistical test you have chosen and the p-value(s).* Data processing 3.3.1. Independently carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.3.2. Independently evaulates the obtained results based on their accuracy and reliability. Mention the criteria that have to be met to perform this statistical test and whether your research question meets the criteria. The interpretation of the results of the chosen statistical test. A list with genes which answers the research question.* Conclusion and discussion 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question. (level II) Justification of the chosen p-value and a clarification when pvalues are altered? 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner (if applicable). Overall assessment Criteria indicated with an * must be sufficient to pass. Minimally 4 other criteria must be met to upgrade your report to ‘good’. Feedback Name and signature assessor 114 Sufficient Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form QPCR and HPLC documents Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………..……………………………. Competence Design of experimental set up Criteria The information written down is relevant for the goal of the report and concise. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level II) Discussion on how the results will be analysed. 1.3.3. Independently integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment). (level III) 1.2.3. Forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. (level III) Reporting and presenting Text 6.2.1. Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level II) Methodology 7.3.1. Plans and organises activities in a work plan; estimates time needed for experiments accurately. (level III) Advising Contains a transparent structure from broad to narrow with logical coherence between the components. The presented figures/tables are correctly depicted and supplemented with a legend clarifying its content. Good (cross-) references in the text (to references, tables, figures, etc.). Flow chart of the activities is presented including justification of input materials. Justification of the chosen method. Advises about the acquisition and use of materials and equipment, and the application of research methods: 10.2.1. Translates needs to practical requirements. (level II) Justification of the chosen materials. Overall assessment Feedback 6 sufficients are required to pass Name and signature assessor 115 Sufficient Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Practical classes Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Competence Experimenting (level II) Preparation Criteria Is able to explain the basic steps of the experiments. Sufficient Selects, with guidance, necessary experimental controls. 2.2.1. Is able to explain the basic steps of the experiments 2.2.2. Selects, with guidance, necessary experimental controls. 2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab work. 2.2.3. Ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions. Execution 2.2.4. Carries out experiments according to the protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is doing at all times. 2.1.6. Carries out the experiment within the given time. 2.2.6. Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. Ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions. Carries out experiments according to the protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is doing at all times. Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. 2.2.7. Is able to master new techniques quickly. Quality (level 2) R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Knock-out 4.1.1. Is aware of the health and safety rules and works according to these rules. 4.2.1. Calibrates advanced equipment before beginning experiments. Management and Administration (level 3) Calibrates pipettes and balances. Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook. 5.2.1. Encodes chemicals and samples; stores these in the correct manner. 5.3.1. Contributes to an efficiently functioning lab (tidies up, reports when 116 Knock-out Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment and solves minor malfunctions). Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Works tidy. Knock-out Administration 5.3.2. Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can use it. Overall assessment Feedback Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the week. 7 sufficients are required to pass Name and signature assessor 117 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Tutor class Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Competence Collaboration (level II) Criteria Sticks to appointments and deadlines. Sufficient Knock-out Performance in a group 8.1.1. Adheres to rules. 8.2.1. Makes clear agreements with others and keeps to these. 8.2.2. Recognises their own role in a group and is aware of other roles in the group. Works harmoniously with others. 8.1.2. Makes a valuable contribution to the group. Participate actively during tutor meetings. Communication Is able to communicate about their assignment with peers and lecturers applying basic rules of communication: 8.2.3. Takes initiative in the conversation. 8.1.3. Maintains eye contact with conversation partner. Has an IPS meeting with the students of the project. 8.1.4. Gives others opportunity to speak. 8.2.4. Verbally expresses their opinion/message clearly. Interacts with conversation partner. 8.1.6. Accepts and gives feedback. 8.2.6. Is active in conflict resolution. Leadership (level 2) Functions one session as chairman during tutor session. Meetings 9.2.1. Composes an agenda in a standard format and uses it to independently lead a meeting. Overall assessment Feedback 1 sufficient is required to pass Name and signature assessor 118 Knock-out Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Presentation Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Competence Criteria Reporting 6.3.1. Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house international guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level III) All components of the short communication (see assignment short communication) are presented coherently. Professional knowledge is applied in the correct manner. (max. 25 pts) The language English and the preferred spellings are those of the Oxford English Dictionary. (max. 10 pts) Points Papers should be written in the third person in an objective, formal, and impersonal style. (max. 2 pts) SI units, symbols are presented correctly. (max. 2 pts) Abstract of not more than 50 words: covering the aims of the work, methods used, results obtained, and conclusions. (max. 2 pts). Body of the paper: organized into logical sections, sequentially numbered with no more than two grades of subheadings. (max. 2 pts). References depicted as ordered. (max. 2 pts). Figures and Tables depicted as ordered. (max. 5 pts). Results analysis 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. (level II) Summary Covering the aims of the work, methods used, results obtained, and conclusions reached. (max. 5 pts) Introduction Design of experimental set up Level II Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Background information related to the assignment is presented. (max. 2 pts) Normal and pathogenic function and role of gene(s) is presented. (max. 3 pts) 1.2.3. Forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. 1.2.4. Integrates information into a 119 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment) Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Hypothesis is presented. (max. 2 pts) 1.2.5. Is aware of the broader research context of their own experiments. Experimenting: 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. (level III) Reasons the aim of each experiment in the context of the goal of the assignment. (max. 3 pts) Materials and methods Administration 5.2.3. Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can understand it. Biological materials are presented. (max. 2 pts) Methods describes how the experiment is performed and can be repeated by others. (max. 5 pts) Experimenting: 2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls. (level III; level II: selects, with guidance) Controls steps are included. (max. 1 pts) Resultaten Reporting Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house international guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level III) The research performed is described in a logical order. (max. 4 pts) Results analysis Describes the content of the figures/tables in the text and uses statistics if applicable. (max. 5 pts). Data processing The presented figures/tables are correctly depicted and supplemented with a legend clarifying its content. (max. 4 pts) 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). (level II) Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. (level II) 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) (level II) and the broader research context. (level III) Discussion The discussion section answers the question that was originally posed (=objective of the experiment)/ confirms or rejects the hypothesis/draws conclusions. (level II) (max. 5 pts) A discussion on the role of the candidate gene in carcinogenesis process is given. (level III) (max. 5 pts) 120 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner. (level II = level III) 6.2.1. Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to inhouse (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level II) Overall assessment Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase The error discussion is clearly presented and contains comments on precision and reliability of the results. (max. 5 pts) Referencing and reference list Good (cross-) references in the text (to references). (max. 4 pts) 55 points are required to pass Feedback Name and signature assessor 121 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Themetest Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Competence Design of experimental set up (level II/III) Defining the research question 1.2.1. Independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Conclusions and discussion 3.2.3. Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. 2.4. Suggests follow-up experiments. Experimenting (level III) Preparation 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. 2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls. 2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab work. Results analysis (level II) Data processing 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion 3.2.2. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner (if applicable). Overall assesment Feedback Criteria Is able to explain the research question of melanoma progression. Sufficient 20% of the points Understands the molecular principles of the ALCAM-related research. Is able to mention alternative research approaches of melanoma progression. Understands the multidisciplinary approach to study melanoma progression indicated with the provided articles of the research assignment. Can calculate end-concentrations 60% of the points Knows the principle of culturing BLM cells Knows the principle of RNA isolation and QPCR Knows the principle of gelatine zymography Knows the principle of HPLC Knows the principle of the statistics used in the research assignments. Is able to mention the proper controls. Is able to interpret QPCR, Zymography, HPLC. 55 % of the points are required to pass Name and signature assessor 122 20% of the points Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Knowledge test carcinogenesis Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Body of Knowledge Knowlegde test Overall assessment Knowledge of: membranes components and structure signalling molecules and network 10% of points 20% of points pumps and channels cell cycle regulation apoptosis Six step nature of cancer 20 % of points 20 % of points 20 % of points 10 % of points 55% of points are required to pass Knowledge test ~omics. Body of Knowledge Knowlegde test Overall assessment Knowledge of: Transcriptomics (Microarrays) 40% of points Proteomics (2D + MS) Metabolomics (GC-MS data analysis) 40 % of points 20 % of points 55% of points are required to pass Feedback Name and signature assessor 123 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Titel OWE OWE 10: Moleculaire Pathogenese: bio-informatica, transcriptomics, proteomics & metabolomics Code 1. Opleiding 2. Doelgroep B10 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting Biologie, afstudeerrichting Biochemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Beroepstaak/be roepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamen s Algemene omschrijving N.v.t. Projectopdrachten (Wo) Short communication (Sc) Verdediging projectvoorstel (Pv) 30 stp 840 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit B5-8. In het bijzonder de laboratorium- en computervaardigheden van B5 en B7 worden hier in een complexer model toegepast. B5 en B7 zijn met redelijk succes gevolgd. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Kankercellen vermeerderen zich onafhankelijk van groeiregulerende signalen in hun directe omgeving. Dit leidt tot een ruimte innemend proces met bijbehorende pathofysiologische gevolgen. Zolang deze cellen geclusterd blijven in één groep, wordt dit een benigne tumor genoemd die met chirurgie doorgaans goed te behandelen is. Wanneer kankercellen in staat zijn tot metastase, spreekt men van een maligne tumor. In deze onderwijseenheid zullen twee onderzoeksmodellen worden aangeleerd waarmee de pathogenese van tumorvorming (in het bijzonder huidkanker) kan worden bestudeerd. Ten eerste door participatie aan het onderzoek van Dr. J. van Kilsdonk van de afdeling Dermatologie (UMCN, Nijmegen) die onderzoek verricht naar de overgang van benigne naar maligne tumoren bij huidkanker (melanomen). Het huidige model van Dr. J. van Kilsdonk is dat tijdens de groei van een benigne melanoom het adhesiemolecuul ALCAM tot expressie komt waardoor melanoomcellen clusteren. De aan elkaar gekoppelde ALCAM moleculen geven een signaal de cel in (outside-in signalling) dat leidt tot een veranderd genexpressie patroon van het genoom van deze cellen en daarmee ook een veranderd transcriptoom, proteoom en metaboloom. Een van de consequenties van deze veranderingen is dat de cellen los kunnen komen van de cluster en gaan metastaseren. Het tweede onderzoeksmodel is van dr. M. Wildwater van de afdeling ontwikkelingsbiologie (UU, Utrecht) en betreft C. elegans, een nematode van ongeveer 1000 cellen groot. Deze nematode is volledig gekarakteriseerd, dat wil zeggen dat alle cellen en de wijze waarop ze differentiëren in hun specifieke functies bekend is. Dit model is erg geschikt om verschillende pathologische condities, zoals tumorvorming, te bestuderen. In deze OWE gaat de student participeren in dit onderzoek om te achterhalen op welke wijze ALCAM zorgt voor het invasieve gedrag van humane melanomen en gaat de student in C. elegans targetgenen uitknocken om het effect op tumorvorming van de huid te bestuderen. Thematoets BLM model: Melanoma and microenvironment+praktijk+tutoropdrachten to study BLM model Thematoets C.elegans model: Developmental biology+praktijk+tutoropdrachten to study 124 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase C.elegans model Kennistoets 1 = Module 1: Pathogenesis: cells turning ill Kennistoets 2 = Module 2: Fighting pathogenesis: immunology of infectious diseases and Cancer 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. De OWE wordt in de Engelse taal gegeven. - Ontwerpen - Experimenteren - Analyseren van resultaten - Beheer en administratie - Rapporteren / presenteren - Planmatig en Projectmatig werken - Samenwerken in een team - Begeleiden/leiden - Sturen van professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens B10-Wo Projectopdrachten (Wo) B10-Sc Short communication (Sc) B10-Pv Verdediging projectvoorstel (Pv) B10-Tb Thematoets BLM model (Tb) B10-Tc Thematoets C.elegans model (Tc) B10-P Praktijk (P) B10-K1 Kennistoets 1 (K1) B10-K2 Kennistoets 2 (K2) B10–IPV IPV B10-St Stagevoorbereiding/solliciteren (St) Weging Eindcijfer = (Tb + Tc + K1+ K2 + Pv + Sc + 2*P)/8 Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal 15. 16. - Workshop SCV, projectopdrachten en IPV verslag moeten afgevinkt zijn met voldaan. De cijfers van Praktijk toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn Frequentie (deel)Periode 1 of 2 tentamens Herkansing in periode 2 of 3 Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Alberts, B., & Johnson, A. (2008) e.a. Molecular Biology of The Cell. Oxford: Taylor & Francis Inc, ISBN: 9780815341062 Dimmock, N., Easton, A., (2006). Introduction to Modern Virology. Hoboken (New Jersey): John Wiley and Sons Ltd. ISBN: 9781405136457 Broshoff, J., & Hale, D.K., & Roth, D., Roitt, I.M., (2006). Immunology (7th edition, English), New York NY: Elsevier Health Sciences Division. ISBN: 9780323033992 Paffen, I., (2005) Readers Systems Biology: From ~omics to integrative network: Transcriptomics, Proteomics, Metabolomics, Data analyse transcriptomics. HAN Website voor statistiek: http://udel.edu/~mcdonald/statbigchart.html In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 125 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 17. 18. Activiteiten Werkvormen Zie werkvormen Ondersteunend vak Pathogenese: celbiologie van kanker Ondersteunend vak Beheersing van de pathogenese: immunologie van infectie ziekten en kanker Ondersteunend vak Wetenschappelijke benaderingen om pathogenese te bestuderen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Signaal transductie, pompen en kanalen Membranen Celdeling en apoptosis Carcinogenese (6 step nature of cancer) Tumor microenvironment Wnt signalling in colon cancer development Werkwijze: hoorcollege Immunologie Infectie ziekten Nomenclatuur Werkwijze: hoorcollege Moleculaire diagnostiek (o.a. immunofenotypering en DNA diagnostiek) ~omics C. elegans als onderzoeksmodel Statistiek Chromatografie Wetenschappelijk schrijven Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Praktijk Workshop SCV 19. Les- / Contacturen Stagevoorbereiding / solliteren Werkwijze: training Geprogrammeerde contacttijd: 21,4 lesuren per week, 150 lesuren per periode = 112,5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren 20. 21. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Totaal: 420 klokuren Periode 1 en 2 n.v.t. 126 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 10: Moleculaire Pathogeneses: bio-informatics, transcriptomics, proteomics & metabolomics (B10) Executing scientific research ECU 1 Part exam Code: B10-Tb Name: Theme exam Form: Individual Writing Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Competences and indicators Assessment criteria Competence 1: Design of experimental set up (level II/III) Defining the research question 1.2.1. Independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Competence 3: Results analysis Conclusions and discussion 3.2.3. Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. 3.2.4. Suggests follow-up experiments. Competence 2: Experimenting (level III) Preparation 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. 2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls. 2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab work. Competence 3: Results analysis (level II) Data processing 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion 3.2.2. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner (if applicable). 1: Experimental Design Is able to explain the research question of melanoma progression. Understands the molecular principles of ALCAMrelated research. Understands the components of the tumour microenvironment and its relation to tumour progression. 2: Experimenting Can calculate end-concentrations Knows the principle of culturing BLM cells. Knows the principle of RNA isolation and QPCR. Knows the principle of gelatine zymography. Knows the principle of HPLC. Understands the principle of ~omics. 3: Results analysis Knows the principle of the statistics used in the research assignments. Is able to mention the proper controls. Is able to interpret QPCR, Zymography, HPLC. 127 Weighting Cut off value 1: Experimental design 20% 2: Experimenting 60% 3: Results analysis 20% Examiners 2 examiners for construction and evaluation. 1 examiner for assessment. 55% is sufficiënt (5.5) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B10-Tc Name: Theme test Form: Individual Writing Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: B10-Sc Name: Short communication Form: Competence 1: Design of experimental set up (level II/III) Defining the research question 1.2.1. Independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Competence 3: Results analysis Conclusions and discussion 3.2.3. Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. 3.2.4. Suggests follow-up experiments. Experimenting (level III) Competence 2: Experimenting Preparation 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. 2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls. 2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab work. Competence 3: Results analysis (level II) Data processing 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion 3.2.2. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner (if applicable). Competence 6: Reporting and presenting Reporting 6.3.1. Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to inhouse international guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level III). Competence 3: Results analysis Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 1: Experimental design Understands the C. elegans-related research in the context of developmental biology. Understands the multidisciplinary approach to study melanoma progression indicated with the provided articles of the research assignments. 1: Experimental design 15% 2: Experimenting 50% 3: Results analyses 15% 4:Molecular Diagnostics 20% 2 examiners for construction and evaluation. 1 examiner for assessment. 55% is sufficient (5.5) 2: Experimenting Can calculate end-concentrations Knows the principle of culturing C. Elegans. Knows the principle of RNAi. Knows the principle of Western blotting. Knows the principle of Immunofluorescence. Is able to mention the proper controls. 3: Results analysis Is able to interpret RNAi, Immunofluoresence data. 4: Molecular Diagnostics Knowledge of Molecular Diagnostic tools and its application 1. Layout All components of a short communication are presented coherently and professional knowledge is applied. English and the preferred spellings are those of the Oxford English Dictionary. Paper is written in the third person in an objective, formal, and impersonal style. AI units, symbols are 128 See Assessmentform Short communication. 55% is sufficient (5.5) 2 examiners for assessment. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Group Writing Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. (level II). Competence 1: Design of experimental set up (level II) Gathering information and developing a research plan 1.2.2. Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. 1.2.3. Forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. 1.2.4. Integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment) 1.2.5. Is aware of the broader research context of their own experiments. Competence 2 Experimenting 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. (level III). Compentence 5: Management and Administration Administration 5.2.3. Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can understand it. Competence 2: Experimenting 2.3.2. Independently chooses the necessary experimental controls. (level III; level II: selects, with guidance). Competence 6: Reporting and presenting Reporting 6.3.1. Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to inhouse international guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level III). Competence 3: Results analysis Data processing 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). (level II). Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. (level II). 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) (level II) and the broader research context. (level III). Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase presented correctly. Body of the paper: organized into logical sections. 2. Summary 3. Materials and methods 4. Results 5. Discussion and conclusion 6. List of references In general: content should be scientifically correct. 129 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B10-Pv Name: Defence project proposal Form: Group Oral Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: B10-P Name: Practical 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner. (level II = level III). Competence 6: Reporting and presenting Text 6.2.1. Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to inhouse (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level II). Competence 6: Reporting and presenting Presentation 6.3.2. Presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear and persuasive manner; applies general presentation techniques and answers questions. (level III). Competence 3: Results analysis (level II) Data processing 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2. Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion 3.2.2. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. Performs error analysis in the correct manner (if applicable). 3.2.3. Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. Competence 3: Results analysis (level III) Conclusion and discussion 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context. 3.3.4. Independently discusses results in relation to their other experiments and compares these to published literature. 3.2.4. Suggests follow-up experiments. Competentie 2: Experimenteren Preparation 2.2.1. Is able to explain the basic steps of the experiments. 2.2.2. Selects, with guidance, necessary experimental controls. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 1: reporting and presenting Indicates the goal of the presentation and the goal matches the assignment. Presentation structure has a beginning – middle – end with logical coherence. The presented figures/tables are correctly depicted and complete. See Assessmentform Project proposal. 2 examiners for assessment. 55% is sufficient (5.5) 2: results analysis level II Results are presented in a critical and impartial manner and analysed statistically. Presented results are interpreted on accuracy and reliability. A correlation/association between the results and the question/aim of the research question is made. 3: results analysis level III relates own research to the overall research on melanoma. Proposes a new follow-up hypothesis or follow-up experiments. Skills The student: is able to answer questions concerning the methodology of different protocols; controls if all materials are ready for use at the start of an experiment; 130 See Assessmentform Practical. 55% is sufficient (5,5) 1 examiner for assessment (Practice teacher). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Form: Individual Practical Weighting: 2 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: B10-K1 Name: Knowledge test 1 2.1.3. Performs calculations prior to beginning lab work. 2.2.3. Ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions. Execution 2.2.4. Carries out experiments according to the protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is doing at all times. 2.1.6. Carries out the experiment within the given time. 2.2.6. Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. 2.2.7. Is able to master new techniques quickly. Competence 4: Quality (level 2) 4.1.1. Is aware of the health and safety rules and works according to these rules. 4.2.1. Calibrates advanced equipment before beginning experiments. Competence 5: Management and Administration (level 3) 5.2.1. Encodes chemicals and samples; stores these in the correct manner. 5.3.1. Contributes to an efficiently functioning lab (tidies up, reports when reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment and solves minor malfunctions). Administration 5.3.2. Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can use it. Knowledge of Module 1: Pathogenesis-Cells turning ill Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase executes the experimenr according the guidelines of the protocols; is able to explain the underlying principle of each step in a protocol; standardizes equipment at the start of the experiment; solves simple problems by himself; makes sure that targets are met and that goals are reached and if necessary adapts the working activities; anticipates to changing circumestances ; executes experiments according to plan and, if necessary, under time pressure; demonstrates his ability to execute more experiments simultaneously; works according to safety and health regulations; leaves his bench cleaned and tidy; starts on time, is prepared and has an active working attitude; shows integrity, adaptability, perseverance and is motivated. Laboratory notebook The student: has his aim, hypothesis, methods, controles,safety and environmental regulations, and calculations noted in his notebook; keeps track of changes in his methods; encodes and stores chemicals and samples according to the appropriate method and records this in his notebook; has analysed his results according to the appropiate method; executes the proper error analysis. A justified conclusion is drawn. The laboratory notebook is up to scratch and representative. Knowledge of the following cell biology topics: 1. Membranes – signalling molecules – pumps and channels – cell cycle regulation – apoptosis. 2. Basic understanding of colon cancer development and nine step nature of cancer. 131 1: 80% 2: 10% 3: 10% 55% is sufficient 2 examiners for construction and evaluation. 1 examiner for assessment. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Form: Individual Writing Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 3. Guest Lecture GTPases 1. Knowledge of the pathogens: viruses and bacteria, infection process, replication, disease development. Knowledge of the immunity to pathogens viruses, bacteria. Tolerance. Basic Knowledge of vaccination. Basic Knowledge of allergies, prim. and sec. and auto immune diseases. Immunity to cancers. Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: B10-K2 Knowledge of Module 2: Fighting pathogenesis: immunology of infectious diseases and Cancer. Name: Knowledge test 2 2. 3. 4. Form: Individual Writing 1: 50% 2: 25% 3: 10% 4: 15% 2 examiners for construction and evaluation. 1 examiner for assessment. 55% is sufficient Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: B10-Wo Name: Project assignments Form: Group Writing Consult the evaluation forms - ‘plan of approach –microarray analysis - QPCR, HPLC, and genetic cross breeding documents - RNAi presentation - Immunofluoresence report. Consult the evaluation forms - ‘plan of approach –microarray analysis - QPCR, HPLC, and genetic cross breeding documents - RNAi presentation - Immunofluoresence report. Weighting: 0 Evaluation: 132 Consult the assessment forms - ‘plan of approach –microarray analysis - QPCR, HPLC, and genetic cross breeding documents - RNAi presentation - Immunofluoresence report. 1 examiner for assessment. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Sufficient/insufficient Minimum passing grade: V Code: B10-IPS Name: IPS Form: Individual IPS Weighting: 0 Evaluation: Sufficient /insufficient Minimum passing grade: V Code: B10-St Name: Placement preparation/Job interview Competence 8: Co-operating Functioning in a group 8.1.1. Adheres to the rules. 8.2.1. Makes clear agreements with others and keeps to these. 8.3.1. Recognises their own role in a group; is aware of other roles in the group and works efficiently in the team structure. Works harmoniously with others. 8.1.2. Makes a valuable contribution to the group Communication Is able to communicate about their assignment with peers and lecturers applying basic rules of communication: 8.2.3. Takes initiative in the conversation. 8.1.3. Maintains eye contact with conversation partner. 8.1.4. Gives others opportunity to speak. 8.2.4. Verbally expresses their opinion/message clearly. 8.3.2. Interacts with conversation partner/ensures the message is understood. 8.3.3. Keeps conversation on topic. 8.1.6. Accepts and gives feedback. 8.2.6. Is active in conflict resolution. / 8.3.4. Is skilled in conflict resolution. Competence 8: Co-operating / communication Communication Is able to communicate about their assignment with peers and lecturers applying basic rules of communication: 8.2.3. Takes initiative in the conversation. 8.1.3. Maintains eye contact with conversation The student: has prepared the meetings by specifying the answers to the week assignments which are discussed and the assignments which are reviewed (k.o.); can demonstrate the specified answers to the week assignment to the tutor after setting a date (in writing or presentation): in all assignments all issues addressed are answered (k.o.); fulfils his roles (chair, minute taker, etc.) (k.o.); recognises own role and input in the group and knows the other roles in the team; adjusts own work to the work of others; The student adheres to the rules agreed on (k.o.) asks questions and shares knowledge regarding the assignment, during tutor meetings. The student verbalises clearly and audibly, maintains eye contact; focuses on the aim of the talk; lets others finish, interacts with his conversation partner and checks if the message is understood; gives group and class members feedback and is open to receiving feedback; offers a positive contribution to the group process by taking initiative and actively resolve conflicts. Group members evaluate the student's effort and involvement as positive (SAS) Participated in SCS workshop “placement preparation/job application” (is ticked off). 133 All k.o. criteria and 70% of the other criteria need to be Satisfactory”. 1 examiner for assessment (Tutor). Participation in workshop is compulsory to be marked ‘sufficient’ of the workshop. 1 examiner (Teacher workshop) for assessment. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Form: Individual Writing Oral Weighting: 0 Evaluation: Sufficient /insufficient Minimum passing grade: V Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase partner. 8.1.4. Gives others opportunity to speak. 8.2.4. Verbally expresses their opinion/message clearly. 8.2.5. Interacts with conversation partner. Competence 11: Guiding professional development Shapes their own competence development 11.1.2. Works on learning aims as described in the PDP and collated competence assessment products. Possesses a work attitude appropriate to higher professional education 11.2.5. acts reliably, adjusts quickly, shows perseverance and is a motivated student. 134 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Evaluation form Practical work course 10 Name: …………………………………………….. Class: ………………………………………………….. Competence/indicator Insufficient 2.2.1., 2.3.1., 2.2.2., 2.3.2. 0-5 points 2.1.3., 2.2.3., 2.3.3., 0-2 points 2.2.4., 2.3.4., 2.2.7 0-2 points 2.2.6., 2.3.6. 0-5 points 4.1.1. 4.2.1. 0-4 points Date: ………………………………………………… Evaluation criteria Good Sufficient Is able to explain the basic steps of the experiments; Selects, with guidance, necessary experimental controls. 6 points Is able to explain more than the basic, but not all steps of the experiments; Independently selects standard experimental controls 8 points Ensures that all requirements are present before beginning the experiment and that calculations have been made, makes solutions. 3 points The experimental results are reproducible when different experiments are carried out more than one time 3 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. … and independently makes solutions. 5 points The experimental results meet the theoretical expectations / literature values Points Excellent Is able to explain the all of the experiments; Independently selects advanced experimental controls 10 points … and the student is able to deviate from/adjust the protocol where needed to obtain reproducible results that match with theoretical expectations 5 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems independently. 4 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems. 6 points 8 points 10 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Calibrates pipettes and balances. 5 points 135 Knockout Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 5.3.1. 0-5 points 2.1.6., 2.2.5., 2.3.5., 7.2.2. 0-5 points 7.2.3., 7.2.4., 7.3.2. 0-2 points 5.2.1. 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points Leaves all work places organized and tidy and reports when reagents are (almost) finished. 6 points and: works at an always organized work place, Works on one experiment at the same time and finishes this within the planned time; also under time constraints. 6 points If needed (changing circumstances: makes adjustments to project plan to reach the project goal. 3 points Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook. Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the week. 6 points Each laboratory session contains aim, M&M, any deviations from those, used apparatus and manufacturers of used kits 6 points Each laboratory session contains results, processing of data and interpretations/discussion 6 points conclusions and suggestions for follow-up research) at the end of the week. Works on multiple experiments at the same time 6 points 8 points 8 points 4 points and: solves problems at machines 10 points Works on multiple experiments at the same time and finishes them without organisational problems. 10 points and: sets priorities in working activities 5 points Knockout 8 points 10 points 8 points 10 points 8 points and: the conclusions with respect to the reliability and accuracy of the results and interpretion of the results with respect to the research question are scientifically correct. 8 points 136 10 points and: the error discussion and suggested follow-up experiments are meaningful. 10 points Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Overall assessment Feedback Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10 Name and signature assessor 137 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Short communication B10 Name: ………………………………..………………….………………………………………………………………….. Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Competence Criteria Reporting All components of the short communication (see assignment short communication) are presented coherently. Professional knowledge is applied in the correct manner. (max. 25 pts) The language English and the preferred spellings are those of the Oxford English Dictionary. (max. 10 pts) 6.3.1. reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house international guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level III) Points Papers should be written in the third person in an objective, formal, and impersonal style. (max. 2 pts) SI units, symbols are presented correctly. (max. 2 pts) Abstract of not more than 50 words: covering the aims of the work, methods used, results obtained, and conclusions. (max. 2 pts) Body of the paper: organized into logical sections, sequentially numbered with no more than two grades of subheadings. (max. 2 pts) References depicted as ordered. (max. 2 pts) Figures and Tables depicted as ordered. (max. 5 pts) Results analysis 3.1.2. evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. (level II) Summary Covering the aims of the work, methods used, results obtained, and conclusions reached. (max. 5 pts) Introduction Design of experimental set up Level II Gathering information and developing a research plan 1.2.2. searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. 1.2.3. forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. 1.2.4. integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment) 1.2.5. is aware of the broader research context of their own experiments. Background information related to the assignment is presented. (max. 2 pts) Experimenting: 2.3.1. is able to explain the theory behind all steps of the experiments. (level III) Reasons the aim of each experiment in the context of the goal of the assignment. (max. 3 pts) Normal and pathogenic function and role of gene(s) is presented. (max. 3 pts) Hypothesis is presented. (max. 2 pts) Materials and methods 138 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Administration 5.2.3. manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can understand it. Experimenting: 2.3.2. independently chooses the necessary experimental controls. (level III; level II: selects, with guidance) Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Biological materials are presented. (max. 2 pts) Methods describes how the experiment is performed and can be repeated by others. (max. 5 pts) Controls steps are included. (max. 1 pts) Resultaten Reporting 6.3.1. reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house international guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level III) Results analysis Data processing 3.2.1. carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). (level II) The research performed is described in a logical order. (max. 4 pts) The presented figures/tables are correctly depicted and supplemented with a legend clarifying its content. (max. 4 pts) Describes the content of the figures/tables in the text and uses statistics if applicable. (max. 5 pts) Validation 3.1.2. evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. (level II) 3.3.3. independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) (level II) and the broader research context. (level III) Discussion The discussion section answers the question that was originally posed (=objective of the experiment)/ confirms or rejects the hypothesis/draws conclusions. (level II) (max. 5 pts) A discussion on the role of the candidate gene in carcinogenesis process is given. (level III) (max. 5 pts) 3.1.4. performs error analysis in the correct manner. (level II = level III) 6.2.1. reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level II) Overall assessment Feedback The error discussion is clearly presented and contains comments on precision and reliability of the results. (max. 5 pts) Referencing and reference list Good (cross-) references in the text (to references). (max. 4 pts) 55 points are required to pass Name and signature assessor 139 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Project proposal B10 Name: ………………………………..………………….…………………………………………………………………. Class: ……………………………….. Competence Reporting and presenting Presentation 6.3.2. presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear and persuasive manner; applies general presentation techniques and answers questions. (level III) Date: ………………………………. Criteria Indicates the goal of the presentation and the goal matches the assignment. Sufficient Knock-out Presentation structure has a beginning – middle – end with logical coherence. Knock-out The presented figures/tables are correctly depicted and complete. The presentation is suited to the level of the target audience in both language and terminology. (max 5 pts) Clear and definite conclusions are drawn. (max 5 pts) Knock-out Engages in a professional discussion with the audience. (max 5 pts) Has contact with the audience (eye contact/verbal/non-verbal). (max 5 pts) Attitude: stands straight and moves hands freely. Varies his speaking. (max 5 pts) Speaks clearly and intelligibly. (max 5 pts) Volume is appropriate for the space/venue and audience. (max 5 pts) The (powerpoint) slides are balanced in terms of text and use of graphics. (max 5 pts) Use a pointer correctly. (max 5 pts) Results analysis (level II) Data processing 3.2.1. carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2. evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion 3.2.2. independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. performs error analysis in the correct manner (if applicable). 3.2.3. relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. Results analysis (level III) Conclusion and discussion 3.3.3. independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context. 3.3.4. independently discusses results in Results are presented in a critical and impartial manner and analysed statistically. (max 10 pts) Presented results are interpreted on accuracy and reliability. (max 5 pts) A correlation/association between the results and the question/aim of the research question is made. (max 10 pts) BLM cells: relation between microarray and QPCR data. C. elegans: relation between RNAi and immunofluorescence. relates own research to the overall research on melanoma. (max 10 pts) Proposes a new follow-up hypothesis. (max 2 pts) 140 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 relation to their other experiments and compares these to published literature. 3.2.4. suggests follow-up experiments Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Proposes follow-up experiments to push the fundamental OR applied research on melanoma forward. (max 10 pts) Proposes other experimental techniques than used in this module. (max 3 pts) Justifies subsequent research or experiments to push the fundamental OR applied research forward in the elucidation or treatment of melanoma. (max 5 pts) Overall assesment Feedback 55 points are required to pass Name and signature assessor 141 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Plan of Approach: Name: ........................................ Class: ...................................... Competence/Indicator Design of experimental set up Defining the research question 1.2.1. independently identifies relevant background information required to answer the research question. (level II) Date: ................................ Criteria The introduction embeds the practical assignment in the research assignment and discusses the function of the candidate gene(s). Gathering information and developing a research plan 1.2.2. searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level II) Applicable for first plan of approach. Gathering information and developing a research plan 1.3.1. independently searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level III) Applicable for second plan of approach. Design of experimental set up 1.2.4. integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment) (level II) Methodology 7.2.1. plans and organises activities in a work plan. (level II) Quality control 4.1.1. is aware of the health and safety rules and works according to these rules. (level III) Overall assessment Feedback: The document has a time planning in which the sequence of the work activities (work plan and time schedule) is realistic. The sequence of activities are visualized in a flow chart. In case of BLM: Except for HPLC and Q-PCR experiments, the activities are described in detail. Samples, controls and protocols are included. In case of C. elegans: Expect for genetic cross experiments and immunofluorescence, , the activities are described in detail. Samples, controls and protocols are included. r/s rules are presented. 4 sufficients are required to pass Name and signature assessor 142 Sufficiënt Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Microarray analyse: Name: ........................................ Class: ...................................... Date: ................................ Competence Design of experimental set up Criteria The research question is presented. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level II) Specify the biological question for every gene in the list.* 1.3.3. independently integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment). (level III) 1.2.3. forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. (level III) Results analysis (level III) Data processing 3.3.1. independently carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.3.2. independently evaulates the obtained results based on their accuracy and reliability. Present the variables relevant to the research question (what is measured?). Clarify which kind of variables are presented (measurement; nominal or ranked).* A statistical null hypothesis and alternate hypothesis.* The statistical test you have chosen and the p-value(s).* Mention the criteria that have to be met to perform this statistical test and whether the variables meet the criteria. The interpretation of the results of the chosen statistical test. A list with genes which answers the research question.* Conclusion and discussion 3.3.3. independently makes conclusions relating to the initial research question. (level II) 3.1.4. performs error analysis in the correct manner (if applicable). Overall assessment Justification of the chosen p-value and a clarification when pvalues are altered? Criteria indicated with an * must be sufficient to pass. Minimally 4 other criteria must be met to upgrade your report to ‘good’. Feedback Name and signature assessor 143 Sufficiënt Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form QPCR, HPLC and genetic cross breeding documents: Name: ........................................ Class: ...................................... Competence Design of experimental set up Gathering information and developing a research plan 1.2.2. searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. (level II) 1.3.3. independently integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment). (level III) 1.2.3. forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. (level III) Reporting and presenting Text 6.2.1. reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level II) Date: ................................ Criteria The information written down is relevant for the goal of the report and concise. Discussion on how the results will be analysed. Contains a transparent structure from broad to narrow with logical coherence between the components. The presented figures/tables are correctly depicted and supplemented with a legend clarifying its content. Good (cross-) references in the text (to references, tables, figures, etc.). Methodology 7.3.1. plans and organises activities in a work plan; estimates time needed for experiments accurately. (level III) Advising Advises about the acquisition and use of materials and equipment, and the application of research methods: 10.2.1. translates needs to practical requirements. (level II) Flow chart of the activities is presented including justification of input materials. Overall assessment Feedback 6 sufficients are required to pass Justification of the chosen method. Justification of the chosen materials. Name and signature assessor 144 Sufficient Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form RNAi presentation: Name: ........................................ Class: ...................................... Competence Reporting and presenting 6.2.3. presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear manner; applies general presentation techniques and answers questions. (level II) Date: ................................ Criteria Indicates the goal of the presentation and the goal matches the assignment: Different RNA silencing methods are discussed. Molecular principles of RNA silencing is presented. One application of RNA silencing is discussed. Presentation structure has a beginning – middle – end with logical coherence. The presentation is suited to the level of the target audience in both language and terminology. The information presented is concise and correct. The presented figures/tables are correctly depicted and complete. The (powerpoint) slides are balanced in terms of text and use of graphics. Overall assessment Feedback 4 sufficients are required to pass Name and signature assessor 145 Sufficiënt Knock-out Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Immunofluorescence report: Name: ........................................ Class: ...................................... Competence Designing of an experimental setup Defining the research question 1.2.1. independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan 1.2.2. searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. 1.2.3. forms a hypothesis based on the (intermediate) research question. 1.2.4. integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment) Date: ................................ Criteria Sufficiënt The information written down is relevant for the goal of the report and concise. The presented figures/tables are correctly depicted and supplemented with a legend clarifying its content. Good (cross-) references in the text (to references, tables, figures, etc.). Justification of the chosen materials and method. Understands the principle of IF. Mentions suitable antibodies for IF. Experimenting Preparation 2.2.1. is able to explain the basic steps of the experiments 2.2.2. selects, with guidance, necessary experimental controls. Describes principle of fixation and several means of fixation. Reporting and presenting Contains a transparent structure from broad to narrow with logical coherence between the components. Describes antibody modification with fluorescent dyes in the context of IF. Text 6.2.1. reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report; level 2). Overall assessment Feedback 6 sufficients are required to pass Name and signature assessor 146 Knock-out Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Titel OWE OWE 10: Virologie en moleculaire diagnostiek Code 1. Opleiding 2. Doelgroep BD10 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, studierichting biologie, afstudeerrichting Biochemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamen s Algemene omschrijving N.v.t. Labjournaal (Lj) Projectopdrachten (Wo) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit B5-8. In het bijzonder de laboratoriumvaardigheden van B 5 en 7 worden hier in een complexer model toegepast. Alle onderdelen van B7 zijn gevolgd en de praktijk van deze OWE is met een voldoende beoordeeld. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. In deze cursus staan "virussen en het vakgebied van de moleculaire diagnostiek" centraal. Er is een groot aantal virussen dat ziekteverwekkend is voor de mens, dier en plant en als zodanig een belangrijk onderzoeksonderwerp voor moleculaire biologen. Wanneer iemand een virale infectie heeft, wordt door middel van de moleculaire diagnostiek precies bepaald om welke virus het gaat. Met deze gegevens kan de juiste therapie worden ingezet om de patiënt te behandelen. Naast het feit dat virussen gevaarlijk zijn voor ons mensen, hebben virussen voor de mens ook een zeer interessante toepassing bij de overdracht van (humane) genen (gentherapie) en als expressiesysteem van eiwitten. 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria In deze OWE krijgen zowel de moleculaire diagnostiek als de toepassing aandacht. - Vraagverheldering - Experimenteren - Analyseren resultaten - Samenwerken in een team, - Methodisch werken, - Begeleiden / leiden, - Adviseren - Rapporteren en presenteren - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens BD10-T BD10-Kgem BD10-K1 BD10-K2 BD10-Lj BD10-Wo BD10-Pp BD10-P 147 Thematoets (T) Gemiddelde kennistoetsen (Kgem) Kennistoets virologie (K1) Kennistoets immunologie (K2) Labjournaal (Lj) Projectopdrachten (Wo) Posterpresentatie (Pp) Praktijk (P) Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Weging Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen 13. Verplichte literatuur 14. 17. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten 18. Werkvormen 15. 16. Eindcijfer: ( 2T+ 2Kgem + Pp)/5 Kgem =(K1+K2)/2 ≥ 5,5; K1 en K2 ≥ 4,0 Labjournaals, projectopdrachten en praktijk moeten afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de thematoets en posterpresentatie moeten ≥ 5.5. Frequentie (deel)Periode 3-4, herkansing periode 4 tentamens Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Dimmock, N., Easton, A., (2006). Introduction to Modern Virology. Hoboken (New Jersey): John Wiley and Sons Ltd. ISBN: 9781405136457 Broshoff, J., & Hale, D.K., & Roth, D., Roitt, I.M., (2006). Immunology (7th edition, English), New York NY: Elsevier Health Sciences Division. ISBN: 9780323033992 In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen. Gastcolleges worden mogelijk in het Engels gegeven Ondersteunend vak Cultuursystemen Virologie Kwantificering van virussen Serologische diagnostiek De structuur van virussen Virale reproductie Interacties tussen animale virussen en de gastheer Virusproductie Overzicht en classificatie van animale/humane virussen Werkwijze: hoorcollege Moleculaire diagnostiek van infectieziektes Ontwikkelen, valideren en uitvoeren van moleculaire diagnostiek Toekomstige ontwikkelingen in de moleculaire diagnostiek Real Time PCR Proteomics DNA micro arrays DGGE Dataverwerking via internet Ondersteunend vak Moleculaire diagnostiek Werkwijze: hoorcollege Immuniteit tegen virussen Immuniteit tegen bacteriën Primaire immunodeficiënties Vaccinatie Tumor Immunologie Ondersteunend vak Immunologie Werkwijze: hoorcollege 148 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2013-2014 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers 21. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Gastcollege Flow cytometrie FACS Immunofenotypering Gastcollege Baculo systeem Werkwijze: workshop Bac – bac systeem Eiwitexpressie Werkwijze: workshop Ondersteunend vak Praktijk Werkwijze: practicum Geprogrammeerde contacttijd (2 periodes): 10,9 lesuren per week, 75 lesuren per periode = 66 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 3 en 4 n.v.t. 149 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE10: Virologie en moleculaire diagnostiek (BD10) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: BD10-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Examinatoren Grote lijn bestaat uit activiteiten die te maken hebben met virologie. Hierbij komen aan de orde: Virologische technieken en betrokken moleculair genetische technieken, DNA technieken en immunologische detectie met technieken als immunolblotting en ELISA. Theoretische ondersteuning: - Wetenschappelijke artikelen; - College’s moleculaire diagnostiek; - Colleges van gastdocenten: DNA diagnostiek; Immunophenotyping by flowcytometrie; Recombinant Baculovirus. De student: kan de titer en TCID 50 berekenen en de berekeningsmethode uitleggen; kan baculovirus als expressievector beschrijven en de moleculaire achtergrond hiervan verklaren; kent de experimentele aspecten van technieken als Northern, Southern en Western blotting technieken; kan beoordelen welke controles relevant zijn en verantwoorden; kan het verschil tussen bac to bac systeem en baculodirect uitleggen en in nieuwe situaties toepassen; kent de theoretische achtergrond van eiwitconcentreringstechnieken en kann een proefopzet beschrijven. Per vraag wordt aangeduid hoeveel punten behaald kunnen worden. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.3.2. Kiest zelfstandig benodigde experimentele controles. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.3.3. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.3.4. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 150 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: BD10-Pr Naam: Posterpresentatie Vorm: Individueel Mondeling Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 2.3.5. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.6. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyse Data processing 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 8: Samenwerken in team Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier “Poster Course 12 Virologie”. 151 Zie onderstaand beoordelingsformulier “Poster Course 12 Virologie”. 2 examinator en voor de beoordeling. Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: BD10-P Naam: Praktijk Vorm: Individueel Praktijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie nivo II (minimum) en niveau III Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele controles. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.5. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.3.2. Kiest zelfstandig benodigde experimentele controles. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.3.3. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.4. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.5. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.6. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyse Data processing 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk Biologie Niveau III. 152 Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk Biologie Niveau III”. 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: BD10-Lj Naam: labjournaal Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 5: Management en Administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). Competentie 4: Kwaliteit beheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.1. Kalibreert bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. Competentie 7: Planmatig en Projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 5: Management en Administratie Administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaande Beoordelingsformulier Lab. Journaal. 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BD10-Kgem Kgem =(K1+K2)/2 ≥ 5,5; K1 en K2 ≥ 4,0 153 1 examinator voor de beoordeling (coursetrekker) Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Naam: Gemiddelde Kennistoetsen Vorm: Administratief Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5.5 Code: BD10-K1 Naam: Kennistoets Virologie Kennis van Virologie: Opbouw en structuur van virussen - Infectie proces - Replicatie en Gen expressie - Ziekte ontwikkeling in de gastheer Zie onderstaand beoordelingsformulier. Kennis van Immunologie Immuunreacties tegen virussen en bacteriën Vaccinatie Allergie Primaire en Secundaire Immuunziekten Auto immuunziekte Zie onderstaand beoordelingsformulier. Zie onderstaand beoordelingsformulier Knowledgetest. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 2 examinatoren voor de beoordeling. Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 4 Code: BD10-K2 Naam: Kennistoets immunologie Zie onderstaand beoordelingsformulier Knowledgetest. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 2 examinatoren voor de beoordeling. Vorm: Individueel Schriftelijk 154 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4 Code: BD10-wo Naam: Project-opdrachten Vorm: Groep Schriftelijk Zie de onderstaande beoordelingsformulieren . Zie de onderstaande beoordelingsformulieren. EIA en ELISA Molecular diagnostics Interacties tussen animale virussen en de gastheer Risico-inventarisatie / preventieplan WHO (zie poster presentatie) EIA en ELISA Molecular diagnostics Interacties tussen animale virussen en de gastheer Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; 1 examinator voor de beoordeling. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BD10-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 155 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen / 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 156 Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Practical Level III Name: ………………………………..………………….…. Competence/indicator 2.2.1., 2.3.1., 2.2.2., 2.3.2. 2.1.3., 2.2.3., 2.3.3., 2.2.4., 2.3.4., 2.2.7 2.2.6., 2.3.6.. 4.1.1. Studentnr: ……………………………… Evaluation criteria Is able to explain the basic steps of the experiments; Selects, with guidance, necessary experimental controls. 6 points Ensures that all requirements are present before beginning the experiment and that calculations have been made, makes solutions. 6 points The experimental results are reproducible when different experiments are carried out more than one time 6 points - Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Points Is able to explain more than the basic, but not all steps of the experiments; Independently selects standard experimental controls 8 points - Is able to explain the all of the experiments; Independently selects advanced experimental controls 10 points - … and independently makes solutions. 8 points The experimental results meet the theoretical expectations / literature values 8 points - … and the student is able to deviate from/adjust the protocol where needed to obtain reproducible results that match with theoretical expectations 12 points - Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. Attempts to trouble shoot Attempts to trouble shoot experiments when experiments when problems are problems are encountered and solves the encountered and solves the problems independently. problems. 6 points 8 points 12 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Knockout Calibrates pipettes and balances. 6 points - 4.2.1. 5.2.1. Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook. 157 Knockout Opleidingsstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 5.3.1. 2.1.6., 2.2.5., 2.3.5., 7.2.2. 7.2.3., 7.2.4., 7.3.2. 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. Overall assessment Feedback Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bijlage 4:Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Leaves all work places organized and tidy and reports when reagents are (almost) finished. 6 points Works on one experiment at the same time and finishes this within the planned time; also under time constraints. 6 points - Works at an always organized work place, Solves problems at machines 8 points Works on multiple experiments at the same time 12 points Works on multiple experiments at the same time and finishes them without organisational problems. 8 points - If needed (changing circumstances: makes adjustments to project plan to reach the project goal. 6 points Laboratory notebook is fully up to scratch (aim, M&M, any deviations from those, results and interpretations) at the end of the week. 7 points - 10 points Sets priorities in working activities … and: The conclusions with respect to the reliability and accuracy of the results and interpretion of the results with respect to the research question are scientifically correct. 10 points - All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10 Name and signature assessor 158 10 points And: the error discussion and suggested follow-up experiments are meaningful. 15 points - Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Poster Course 10 Virologie Naam: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Klas: ……………………………….. Datum: ………………………………. Gerelateerd aan competentie/ indicator Beoordelingscriteria Voldoende Goed 1.2.1, 1.3.1 Inhoud Beschrijving pathogeen agens 8 15 1.2.1, 1.3.1 Beschrijving risk assessment 7 15 1.2.1, 1.3.1 Beschrijving preventieplan 7 15 1.2.1, 1.3.1 Beschrijving referenties 3 5 6.3.1. De poster omvat een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Richtlijnen: Zo weinig mogelijk tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal. Goede pakkende titel Duidelijke structuur, geen zoekplaatje! Leesbaar op 2 m afstand Beschrijft gegevens zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor grafieken en tabellen met een juiste titel. Rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl Professionele lay-out 13 25 1.2.5 8.1.3 8.2.4 8.2.5 12 25 De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen. Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag. De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner. Cijfer (aantal punten / 10) 55 Feedback Naam en paraaf beoordelaar 159 100 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Kennistoets Naam: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Klas: ……………………………….. Datum: ………………………………. Body of Knowledge Kennistoets Virologie K1 Kennistoets Immunologie K2 Kennis van -opbouw en structuur van virussen 25% van de punten Kennis van -infectie proces 25% van de punten Kennis van -Replicatie en Gen expressie Kennis van -ziekte ontwikkeling in de gastheer 25% van de punten Kennis van: -immuun reacties tegen virussen en bacteriën. 30% van de punten Kennis van: -vaccinatie 20% van de punten Kennis van: -allergie 10% van de punten Kennis van: -Primaire en Secundaire Immuun ziekten 10% van de punten Kennis van: -auto immuun ziekte 10% van de punten Voor elke kennistoets minimaal: 4.0 K Gemiddelde (K1+K2)/2 ≥ 5,5 Feedback Name and signature assessor 160 25% van de punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier EIA en ELISA Naam: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Klas: ……………………………….. Datum: ………………………………. Competenties Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.5. kent overkoepelende context van eigen onderzoek 1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Criteria De beschreven informatie is relevant tot het doel van de presentatie. De figuren/tabellen zijn correct weergegeven en voorzien van een verklarende legenda. Goede referenties naar de tekst, tabellen en figuren, etc.). Begrijpt de principes van EIA en Elisa Vermeld de geschikte antibodies voor EIA en ELISA. Rapporteren en presenteren Tekst 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Overall assessment Feedback Bevat een duidelijke en transparante structuur. Toont een verdieping en verbreding met een logische verbinding van de onderwerpen/ componenten. 4 voldoende zijn minimaal vereist Name and signature assessor 161 Sufficient Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Moleculaire Diagnostiek Naam: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Klas: ……………………………….. Datum: ………………………………. Competenties Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.5. kent overkoepelende context van eigen onderzoek 1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Criteria De beschreven informatie is relevant tot het doel van de presentatie. De figuren/tabellen zijn correct weergegeven en voorzien van een verklarende legenda. Goede referenties naar de tekst, tabellen en figuren, etc.). Begrijpt de principes van diverse moleculaire technieken gebruikt in de diagnostiek Benoemt de juiste apparatuur en benodigdheden Rapporteren en presenteren Tekst 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Overall assessment Feedback Bevat een duidelijke en transparante structuur. Toont een verdieping en verbreeding met een logische verbinding van de onderwerpen/ componenten. 4 voldoendes zijn minimaal vereist Name and signature assessor 162 Sufficient Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Interacties tussen animale virussen en de gastheer Naam: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………………… Klas: ……………………………….. Datum: ………………………………. Competenties Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.5. kent overkoepelende context van eigen onderzoek 1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Criteria De beschreven informatie is relevant tot het doel van de presentatie. Rapporteren en presenteren Bevat een duidelijke en transparante structuur. Toont een verdieping en verbreding met een logische verbinding van de onderwerpen/ componenten. Tekst 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Overall assessment Feedback: De figuren/tabellen zijn correct weergegeven en voorzien van een verklarende legenda. Goede referenties naar de tekst, tabellen en figuren, etc.). 3 voldoendes zijn minimaal vereist Naam en paraaf beoordelaar 163 Sufficient Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Assessment form Laboratory notebook Name: ………………………………..………………….…. Studentnr: ……………………… Class: ……………………………….. Date: ………………………………. Outline of the contents of the laboratory notebook: Maximal number of point General Bond system or loose-leaf system Pages numbered Written only on right side; left side is for notes, comments, and other pertinent information that can be added during the research Each experiment or date on a new page Well-organized and readable Own experiment on algae, biofuel and biobased products Name Date Title of the laboratory session or module, or numbered code Introduction and Objective of the experiment (short) Materials and Methods -protocol and laboratory activity -apparatus used is noted (if important) All of the results and observations, plus the processing of the data Direct conclusions and suggestions for follow-up research Endmark (number of points / 10) Feedback Name and signature assessor 164 5 5 5 5 5 5 5 5 10 15 5 20 10 Number of points Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Titel OWE OWE 11: Stage Biologie Code B11 1. 2. 3. Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Doelgroep Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting Biologie, niveau 3 Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale beroepstaak N.v.t. 5. (Beroeps) Producten 6. Studiepunten, studielast Stage POP Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 30 stp 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE’en De stage sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Minimaal 45 stp in het 2e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. 9. Algemene omschrijving De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past bij jouw POP. 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens Weging HB-11-PB Portfolio assessment (PB) HB-11-V Verslag (V) HB-11-P Praktische werkzaamheden (P) (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen - Frequentie (deel)- Wordt het hele jaar aangeboden. 2 kansen per jaar. Alle deeltentamens moeten voldoende zijn (≥5.5) 165 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase tentamens Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Stagegids (Scholar) Stagevoorbereidingsgids (Scholar) Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software - 16. Overig materiaal 17. Activiteiten In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen. 18. Werkvormen De Slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de afstudeeropdracht wordt vervuld. Tijdens de stageperiode wordt een intervisie bijeenkomst georganiseerd waaraan actieve deelname verplicht is. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase 21. Maximum aantal deelnemers n.v.t. 166 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 11: Stage Biologie (B11) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte analyse (zelfstandig) POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.1.3. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten / 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. POP, goedgekeurd door Slb-er (zie beoordelingsformulier “stage-POP”) Definitieve POP, goedgekeurd door stagebegeleider Sollicitatiebrief met CV Verslag sollicitatiegesprek Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier Reflectieverslag) Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn (≥ 5.5). 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage Biologie&Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie” Zie beoordelings-formulier “Werkzaamheden Biologie, Medische Research en Chemie”. 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). OWE 1 Deeltentamen Code: B11-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: B11-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 167 Examinatoren Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.,(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 168 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 169 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B11-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica” Zie beoordelings-formulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 170 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). 171 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst werkzaamheden stage Biologie, Medische Research en Chemie Naam student: ……………………………………….……… Student nr: ……………………………………… Klas: …..……….. Stageplaats: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. Aantal gewerkte dagen is 90 of meer. Professionele ontwikkeling: Werkhouding Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde medewerker. Kwalititeitsbeheer: Veiligheid Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm) Regels Verwerkt informatie in een labjournaal/ Laboratorium Management Systeem volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen. Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc. 172 onvoldoende voldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Competentie Trefwoord Onvoldoende ontwerpen (5 pnt) inwerken Punten - verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. voorbereiden Punten: bovengemiddeld excellent … en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega’s/ literatuur. 0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3 - komt met voorstellen voor de aanpak van het onderzoek ontwerpen Punten experimenteren (45 pnt) voldoende … komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het onderzoek 0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2 - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. … en doet dit zelfstandig 0...…2...…4..…..6.…......8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 173 Aantal gegeven punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 tempo van werken Punten: beheersing technieken Punten: resultaten analyseren (15 pnt) dataprocessing Punten: validatie Punten: conclusie Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. - werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd … en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet … en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens) … en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding) … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit … doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met voorstellen voor andere deelexperimenten en vervolgexperimenten literatuurwaarden 0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7 174 samenwerken (10 pnt) planmatig projectmatig werken (10 pnt) rapporteren/ presenteren (10 pnt) beheer en adminis-tratie (5 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 beheer Punten: presentatie Punten: plannen Punten: uitvoeren Punten: functioneren in groep Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - codeert monsters/oplossingen/chemi caliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn … en draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (geeft verbetervoorstellen) 0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5 - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden. … presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze 0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10 - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding … doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk), - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider …- stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig … en stelt prioriteiten 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team en gaat hier adequaat mee om - kan goed samenwerken in een team: … en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen … en heeft een duidelijke inbreng in het team 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 175 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) communicatie Punten: … en doet dit open en helder 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Aantal punten student: ………… punten Naam stagebegeleider: …………………………………… Handtekening stagebegeleider: …………………………………… Datum: …………………………………… Naam stagedocent: …………………………………… Handtekening stagedocent: …………………………………… Indicatie cijfer 0 – 55 : 55 - 65: 65 - 75: 75 - 85: 85 - 100: Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment. Cijfer Opmerkingen 176 ≤ 5,5 5,5 - 6,5 6,5 - 7,5 7,5 - 8,5 8,5 - 10 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica Naam student: ……………………………………….……… Student nr: ……………………………………… Klas: …..……….. Stageplaats: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Onvoldoende Vormgeving (15 pnt) vormgeving Punten Taalgebruik samenvatting (7 pnt) Punten voldoende Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) excellent Het layout van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. 0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5 Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. 0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10 De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. samenvatting Punten: bovengemiddeld 0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7 177 Aantal gegeven punten Inleiding (10 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Inleiding Punten: Materialen en methoden middenstuk(29 pnt) Punten: resultaten Punten: -De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. … Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. 0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10 - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. 0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15 Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. 0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10 Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten: afsluiting (25 pnt) Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase discussie 0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4 - Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data 178 Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Punten: 0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8 Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. conclusie Gehantee rde bronnen (4 pnt) Punten: literatuur Punten: 0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9 Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. 0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4 179 Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (10 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Veel begeleiding nodig Punten: Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt 0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10 Aantal punten totaal Cijfer student (aantal punten / 10) Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagebegeleider Naam en handtekening stagedocent Datum Datum 180 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut Applied Sciences Student: Stagedocent: Studentnummer: Course: 13-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: ………… Werkzaamheden: ………… Verslag: ………… Eindcijfer: ………… (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Naam en handtekening stagedocent Datum ………………………………………………….……. ……………………. 181 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier portfolio & assessment Naam: Datum: Deel 1: Checklist portfolio Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te zijn in het portfolio. Onderdeel portfolio Definitieve POP Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider Reflectieverslag Onderzoeksverslag Aanwezig Alle onderdelen aanwezig: Deel 2: Checklist assessment Comp. Beoordelingscriterium Onvoldoende 6.3.1 Het portfolio is toegankelijk. 11.3.2 Het reflectieverslag bevat een duidelijke terugblik op eigen handelen en ontwikkeling in relatie tot het POP. De structuur en inhoudsopgave ontbreken, het is bijzonder lastig documenten te vinden. -0Het verslag bevat een onvolledige terugblik en vooruitblik waarin niet alle onderdelen van het POP aan bod komen. -0- 1.3.4 1.3.5 2.3.1 2.3.3 De student kan de gebruikte technieken theoretisch toelichten. 1.3.5 2.3.1 De student kan vragen naar aanleiding van het stageverslag beantwoorden. De student heeft regelmatig moeite met het uitleggen van de achtergrond van een techniek. -0De student beantwoordt regelmatig vragen over eigen experimenten en resultaten niet Voldoende Portfolio Het is soms lastig documenten te vinden en de structuur ontbreekt hier en daar. -3Het verslag bevat een terugblik en vooruitblik van de belangrijkste onderdelen uit het POP. -12Assessment De student kan elke stap uit de gebruikte technieken uitleggen en verantwoorden. -12De student weet het antwoord op vragen over zijn eigen experimenten en resultaten. 182 Goed Uitmuntend Alle documenten zijn vindbaar en het is gestructureerd. Alle documenten zijn vindbaar en het is bijzonder netjes en gestructureerd. -4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een een volledige en buitengewoon kritische terugblik nauwkeurige en en vooruitblik in kritische terugblik en relatie tot het POP. vooruitblik met daarin een duidelijke koppeling naar het POP. -16-20De student kan de De student heeft gebruikte correcte ideeën over technieken in een het verbeteren van overkoepelend de gebruikte theoretisch kader technieken voor plaatsen. vervolgonderzoek. -16-20De student weet De student weet het het antwoord op antwoord op vragen vragen over over een onderwerpen die overkoepelend thema zijdelings met het of onderzoek. zijn onderzoek te Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 correct. -01.3.4 3.1.4 3.3.4 3.2.4 3.3.5 De student kan reflecteren op de inhoud van het onderzoek. De student heeft moeite met het bedenken van alternatieve opties. -0- 2.3.4 Het onderzoek was van voldoende hoog niveau doordat het inhoudelijk complex was, of doordat de experimentele handelingen complex waren. De student communiceert op een heldere en prettige manier. De inhoud van het onderzoek was eenvoudig en de experimenten zijn lineair (achtereenvolgens) uitgevoerd. 8.1.3 8.1.4 8.2.4 8.3.2 8.3.3 8.1.6 -0De student heeft vaak moeite met het helder formuleren en structuren van zijn antwoorden. -0- Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase -12- maken hebben. -16- -20- De student bedenkt alternatieve experimenten. De student bedenkt een alternatieve onderzoekslijn. De student bedenkt een alternatieve onderzoeksvraag en onderzoekslijn. -6De inhoud van het onderzoek was eenvoudig maar er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -8De inhoud van het onderzoek was redelijk complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -10De inhoud van het onderzoek was zeer complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -12De student formuleert antwoorden op een begrijpelijke manier en beantwoord over het algemeen de vraag van de assessor. -3- -16De student sluit in zijn antwoorden goed aan op de vragen van de assessor. -20De student sluit in zijn antwoorden zo goed aan op de vragen van de assessor dat er een dialoog ontstaat. -4- -5Totaal aantal punten: Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10): Feedback: Naam en paraaf assessor: 183 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP voor stage Naam: ………………………………. Studentnummer: ……………… Klas: …………………………………. Datum: ………………. niet voldaan 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. 11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakte-analyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 184 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: ………………………………. Studentnummer: ……………… Klas: …………………………………. Datum: ………………. REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE INHOUD 11.1.2. 11.3.2. De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 6.1.3. Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Opmerkingen Naam en handtekening stagedocent 185 VOLDOENDE Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE12: Afstudeeropdracht Biologie B12 of BD12 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd en deeltijd hoofdfase Biologie afstudeerrichtingen Biochemie en Moleculaire Plantenbiologie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. AfstudeerPOP Plan van Aanpak Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag Eindpresentatie 30 stp 840 SBU De afstudeeropdracht sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de afstudeeropdracht worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. Propedeuse is behaald. Uit het majorprogramma van het tweede studiejaar 60 stp; Twee onderdelen (bewijsmateriaal) van de toetsing van het derde studiejaar mogen onvoldoende zijn met uitzondering van de praktijk; de praktijkbeoordeling dient voldoende te zijn. De integrale toets hoofdfase dient behaald te zijn. Onderzoeksverslag stage (B11) is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. Portfolio (muv onderzoeksverslag) is voldoende afgerond. Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan het afstudeerproject heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. De afstudeercoördinator beoordeelt of de afstudeeropdracht voldoet aan de eisen die de opleiding stelt. Een van de eisen is dat de afstudeeropdracht moet aansluiten bij de afstudeerrichting. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Het portfolio en het verslag zijn voorwaardelijk:pas bij voldoende beoordeling kan de student deelnemen aan de afstudeerzitting (eindpresentatie/verdediging). Studenten kunnen afstuderen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. In de afstudeeropdracht laat de student zien dat hij in staat is om onderzoek uit te voeren en over de benodigde competenties beschikt om dit onderzoek zelfstandig uit te voeren. Dit onderzoek kan een fundamenteel research karakter of een toegepast research karakter hebben. - Ontwerpen - Experimenteren - Analyseren onderzoeksresultaten - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie Naar eigen keuze kan de student in zijn POP opnemen de competentie “leiding geven/begeleiden” en de competentie “adviseren”. Daarnaast moet de student laten zien dat competent gehandeld kan worden met betrekking tot: - Rapporteren en presenteren; 186 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 11. Beoordelingscriteria - Planmatig en projectmatig werken; - Samenwerken in een team; - Sturen professionele ontwikkeling. Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens Weging Compensatie-mogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)-tentamens 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur Software 15. 16. 17. Overig materiaal Activiteiten B(D)12-Pr Mondelinge presentatie en verdediging (Pr) B(D)12-PB Portfolio assessment (PB) B(D)12-P Praktische werkzaamheden (P) B(D)12-V Afstudeerverslag (V) BD12-HBO HBO-competentiekaart (P+V+Pr)/3. Het portfolio is voorwaardelijk: bij voldoende beoordeling kan de student deelnemen aan de afstudeerzitting Het portfolio is met een voldaan afgevinkt en de cijfers/beroepsproducten moeten ≥ 5,5 BD12: HBO-competentiekaart is met een voldaan afgevinkt. 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de laatste dag van het afstudeerproject. Voor deadlines inleveren verslagen mbt afstudeerzittingen zie jaarrooster Applied Sciences. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor kans 1. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste dag van het afstudeerproject. Afstudeergids (Scholar) Alle boeken die in de opleiding zijn gebruikt Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen De plaats waar de afstudeeropdracht vervuld wordt, is een andere plaats dan waar de stage is gelopen. Het bedrijf of organisatie voert fundamenteel of toegepast onderzoek uit op het gebied van natuurwetenschappen. Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren. De afstudeercoördinator beoordeelt of de plaats van afstuderen voldoet aan de eisen die het instituut stelt. 18. Werkvormen 19. Les- / Contacturen Onderwijsperiode 20. Er zijn geen schoolactiviteiten gepland tijdens de afstudeeropdracht. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent (tevens 1e assessor) heeft 15 klokuren voor begeleiding. De 2e assessor heeft 4 klokuren voor het assessment. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase n.v.t. 187 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 21. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Maximum aantal deelnemers 188 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 12: Afstudeeropdracht Biologie (B12/BD12) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: B12-PB BD12-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: V Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Plan van aanpak: Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. POP, goedgekeurd door SLB-er (zie beoordelingsformulier “POP-afstuderen”). Definitieve POP, goedgekeurd door afstudeerbegeleider (zie Beoordelingsformulier “Reflectieverslag”). Sollicitatiebrief (goedgekeurd door SLB-er). Formulier goedkeuring afstudeeropdracht. Plan van aanpak (zie beoordelingsformulier “Plan van aanpak”). Verslag bezoek afstudeerbegeleider (goedgekeurd door begeleider). Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek. Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen. Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldaan zijn. 189 Examinatoren 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B12-P BD12-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft zelfstandig eigen competentieontwikkeling vorm: POP 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op. Reflectieverslag 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek”. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek”. 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 190 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.6. Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en 191 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2 +3. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: Er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); Spreekt duidelijk en verstaanbaar; Staat rechtop en laat de handen vrij; Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; Verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 192 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B12-V BD12-V Naam: Afstudeerverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken in team Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoe- Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Afstudeerverslag Biologie&Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bio-informatica”. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Biologie& Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 193 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: B12-PR BD12-PR Naam: Mondelinge presentatie en verdediging Vorm: Mondeling Individueel ring van het onderzoek. 3.2.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. . Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand voorlopig beoordelingsformulier “Presentatie en verdediging Biologie&Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica”. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Biologie& Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 194 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 1: Ontwerpen 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.2.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 8: Samenwerken Communicatie 195 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: BD12-HBO 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. Zie document "Monitoring van de competentie ontwikkeling student deeltijdopleiding Biologie en Medisch (Applied Sciences, HAN)". Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie document "Monitoring van de competentie ontwikkeling student deeltijdopleiding Biologie en Medisch (Applied Sciences, HAN)". Naam: HBO-Competentiekaart Vorm: Mondeling Sschriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: voldaan 196 Zie document "Monitoring van de competentie ontwikkeling student deeltijdopleiding Biologie en Medisch (Applied Sciences HAN)". 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst werkzaamheden afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Naam student: ……………………………………………….…… Studentnummer: …………… Afstudeerplaats: ……………………………………………………………… Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. Aantal gewerkte dagen is 90 of meer Competentie 4. Kwaliteitsbeheer Indicator 4.1.1, 4.3.1, 4.3.2 5. Beheer en administratie 5.2.1, 5.3.1., 5.3.2 8. Samenwerken in een team 8.1.1., 8.2.1, 8.3.1, 8.3.4, 8.1.6 Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. controleert de houdbaarheid van reagentia en oplossing Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften Codeert monsters/oplossingen/chemicaliën zorgvuldig en op de juiste manier. draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op) Verwerkt relevante informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega’s het onderzoek over kunnen nemen als de afstudeerperiode van de student is afgelopen Kan functioneren in een team. 197 onvoldoende voldoende 1.3.1 Ontwerpen (max 40 pt) 1.3.2 1.3.4 2.3.3 2.3.5. 2.3.1 Experimenteren (max 70 pt) 2.3.3 2.1.2 2.3.2 2.3.6 Voert de experimenten zodanig uit dat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen Hanteert de juiste controles in de deelexperimenten. Stelt de controles in overleg met de begeleider vast. Werkt nauwkeurig, zorgvuldig en gestructureerd Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) Weet tijdens de uitvoering van het experiment (te allen tijde) exact wat hij doet, is daarbij kritisch op zijn eigen handelen en is in staat zijn eigen handelen te verantwoorden. Voert een voldoende aantal experimenten volgens voorschriften praktisch goed uit binnen de gestelde tijd. Bereidt de experimenten goed voor: plant zijn experimenten, voert berekeningen uit, maakt oplossingen etc… ……en stelt de juiste vragen. Werkt zich snel in het onderzoeksonderwerp in aan de hand van het bestuderen van vakliteratuur. .. en heeft helicopterview. Is in staat om bij een onderzoeksvraag nieuwe experimenten te ontwerpen. 5 10 5 10 5 10 5 10 5 Hanteert de juiste controles in de deelexperimenten. Stelt zelfstandig de controles vast. 5 10 5 Pakt probleem gestructureerd aan, is creatief, inventief, neemt initiatief, weet waar grenzen liggen Past het experiment aan tijdens de uitvoering indien nodig en verantwoord aanpassingen aan het onderzoek. 5 10 5 10 5 Bereidt de experimenten goed en snel voor. Maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. Heeft zich de technieken die nodig zijn voor de afstudeeropdracht op het lab eigen gemaakt. 5 5 198 10 Zeer goed Neemt initiatieven om helderheid te krijgen over zijn onderzoeksopdracht. Raadpleegt begeleiders/ collega’s/ literatuurbronnen. Werkt zich in het onderzoeksonderwerp in aan de hand van het bestuderen van vakliteratuur. Legt de relatie tussen de uit te voeren deelexperimenten en de aan de experimenten ten grondslag liggende onderzoeksvraag (=van het eigen onderzoek) Komt op basis van resultaten met realistische voorstellen voor vervolgexperimenten. voor afstuderen Uitmuntend niveau goed 1.2.1 Bovengemiddeld niveau voldoende Minimaal vereist niveau Niet of onvoldoende aangetoond Competenties Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase indicator Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 2.3.4. 3.3.1 3.3.2 3.3.3. Resultaten analyseren (max. 45 pt) 3.3.4 Sturen professionele ontwikkeling (max 15 pt) Analyseert ruwe data op passende wijze. Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af over betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af over de deelvraag die met het experiment onderzocht werd. Kan de onderzoeksresultaten toelichten aan het onderzoeksteam tijdens een werkbespreking. Werkt efficiënt, kwaliteit en kwantiteit van data is groot 5 10 5 5 … en doet dit in het licht van de projectvraag (helikopterview) Voert aan de hand van gevonden resultaten een zinvolle discussie met het onderzoeksteam tijdens een werkbespreking(en). 3.2.4 Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 6.3.2 Houdt over zijn onderzoek een (tussentijdse) presentatie voor collega onderzoekers op de afdeling, waarbij de presentatie een duidelijke structuur heeft en de onderzoeksresultaten helder en overtuigend worden gepresenteerd. De presentatie is inhoudelijk goed onderbouwd en geeft een volledig beeld van het onderzoek. 7.2.2 Werkt systematisch volgens planning Pakt de werkzaamheden efficiënt aan. 7.2.3 Bewaakt de voortgang van het werk. 7.3.2. Stelt onder tijdsdruk prioriteiten. 11.3.3 Toont een professionele werkhouding: past zich snel aan; handelt integer, efficiënt en doelmatig en motiveert zichzelf om aan de slag te gaan Rapporteren en presenteren (max 15 pt) Planmatig en projectmatig werken (max 25 pt) Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd. Kan makkelijk switchen tussen de experimenten terwijl hij toch het overzicht blijft houden. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase ….. en vergelijkt deze met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Levert een zinvolle discussie over het eigen onderzoek en een zinvolle bedrage aan de discussie over onderzoek waar andere collega´s aan werken. 5 10 15 5 10 15 5 10 15 5 10 5 De rapportage en presentatie van het onderzoek is rijp voor publicaties in (internationale) vakbladen en/of symposia 5 Geeft prioriteiten aan in het werk en werkt onder tijdsdruk alle activiteiten tijdig en correct af. … en toont een nieuwsgierige, natuurwetenschappelijke houding. Toont dit door o.a. op eigen initiatief vakliteratuur bij te houden en zich op de hoogte te stellen van ontwikkelingen in het vakgebied (actief informatie verzamelen) 199 .. en heeft een reflecterende houding. Staat open voor leermomenten die zich in het werk voordoen. Ziet in gemaakte fouten aangrijpingspunten voor het leren. Maakt daarbij gebruik van feedback van collega’s en werkbegeleider en staat daarbij open voor discussies met collega’s en werkbegeleider(s). 5 10 5 10 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Totaal Mate waarin student zelfstandig aan het onderzoeksverslag heeft gewerkt (15 pnt) *) Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Heeft geheel zelfstandig aan het verslag gewerkt 5 10 *) dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag Opmerkingen Naam begeleider Handtekening begeleider Datum NB. Het eindcijfer van de werkzaamheden wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie. Instituut Applied Sciences© HAN 200 Indicatie eindcijfer bepaling: 115 - 120 punten = 5,5 125 –130 punten = 6,0 135 - 140 punten = 6,5 145 – 150 punten = 7,0 155 – 165 punten = 7,5 170 – 175 punten = 8,0 180 – 185 punten = 8,5 190 – 195 punten = 9,0 200 - 205 punten = 9,5 210 punten = 10,0 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst presentatie afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Naam student: ……………………………………………….…… Studentnummer: …………… Competentie Presenteren Presenteren Indicator 6.3.2 6.3.2; 8.1.3, 8.1.4 1.3.2, 1.3.4, 1.3.5, 3.1.4, 3.2.4., 3.3.1, 3.3.2, , 3.3.3, 3.3.4, 4.1.3, 11.1.3 Afstudeerplaats: ……………………………………………………………… onvoldoende voldoende Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten: - past correcte spelling en grammatica toe - beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen Spreekt duidelijk en verstaanbaar Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt, maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek Laat anderen uitpraten De presentatie bevat de volgende onderdelen: - Doel - Methode - Resultaten - Discussie/conclusive - Aanbevelingen over vervolg onderzoek Subtotaal (1) Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden, indien alle onderdelen voldoende zijn komt dit overeen met 40 punten. 201 40 punten ja/nee Inhoud presentatie is gedetailleerd, juist en gerelateerd aan onderwerp 8.2.4, 8.3.2 De student heeft kennis van het onderwerp 2.3.1, 3.2.4, 3.3.4, 3.3.5, 6.3.2, Gebruik van de multmedia (Powerpoint) middelen. 6.3.2 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De inhoud is basaal en het onderwerp wordt soms onderbouwd door argumenten. De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en vaak onderbouwd door argumenten De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en altijd onderbouwd door argumenten 5 12 20 Heeft basale kennis van het onderwerp. Kan vragen beantwoorden door gedeelten van de presentatie te herhalen. Geeft geen extra informatie. Heeft kennis van het onderwerp en kan de vragen beantwoorden Kan aanvullende informatie geven indien gevraagd. Laat een gedegen kennis zien van het onderwerp. Gebruikt de vragen om zijn kennis te tonen van het onderwerp. Laat zien een expert te zijn op het onderwerp. 8 20 25 Het gebruik van (multi) media is sterk gevarieerd. Tabellen en grafieken ondersteunen de relatie met het doel. Het gebruik van (multi) media is zeer gevarieerd (animatie). Tabellen en grafieken verhelderen het doel. De presentatie (Powerpoint) heeft een professionele uitstraling. 2 8 15 voor afstuderen Het gebruik van (multi) is gevarieerd. Tabellen en grafieken hebben niet altijd een relatie met het doel. Subtotaal (2) Subtotaal (1) Totaal: sub 1+2 Cijfer (totaal aantal punten / 10) 202 Zeer goed Uitmuntend niveau goed Bovengemiddeld niveau voldoende Minimaal vereist niveau Niet of onvoldoende aangetoond indicator Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Opmerkingen: Naam docent Handtekening docent Datum NB. Het eindcijfer van de presentatie wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie. 203 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingscriteria voor het onderzoeksverslag Chemie, Biologie en Medisch laboratorium onderzoek (B&M) en Bioinformatica Vormgeving (max 15 pnt) 6.3.1 6.3.1 Samenvatting (5 pnt) 3.3.3 6.3.1 Samenvatting Inleiding (12 punt) Inleiding Materialen 1.2.1 1.3.1 1.3.2 1.3.5 2.3.12.3.3 Vormgeving: Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan); Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Taalgebruik: a. Is correct (geen taal/spelfouten). De samenvatting beschrijft alle relevante aspecten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren. Taalgebruik: a. Is correct. b. Is eenduidig. c. Sluit aan bij doelgroep (lezers) Of: Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven maar bevat taal/spelfouten. Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/ methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. Beschrijft de specifiek gebruikte 204 Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. De inleiding blinkt uit in helderheid. De onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor de aanpak en resultaten van het onderzoek duidelijk is. 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 Zeer goed Excellent goed Bovengemiddeld niveau voldoende Minimum niveau voor afstuderen Afstudeerplaats: ……………………………………………………………… Onvoldoende = niet aangetoond Naam student: ……………………………………………….…… Studentnummer: …………… 7 10 9 12 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Methoden 5.3.2 Middenstuk (26 punt) 6.3.1 6.3.1 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase methode/materialen en doet dit zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst. Rapport bevat figuren/tabellen die van een legenda voorzien zijn. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. Rapport bevat figuren/tabellen die van een legenda voorzien zijn. Figuur/tabel en legenda zijn helder. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. Resultaten 3.3.1 3.3.2, 3.1.4, 3.2.4 Afsluiting (23 punt) 3.3.4 Discussie 3.3.5 De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. De beschrijving is volledig en correct. De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten. Bediscussieert problemen in de uitvoering van de experimenten en maakt hiervoor verbetervoorstellen. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. De discussie bevat heldere uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten. Bediscussieert op heldere wijze problemen in de uitvoering van de experimenten en maakt hiervoor passende verbetervoorstellen. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Maakt voorstellen voor vervolgonderzoek Er worden duidelijke en passende aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. 205 Rapport bevat figuren/tabellen die van een legenda voorzien zijn. Figuur/tabel en legenda zijn helder en compleet zodat figuur/tabel zelfstandig leesbaar is. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. De beschrijving is volledig en correct en is zeer inzichtelijk. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. 0 3 6 0 3 4 5 0 5 7 10 0 4 6 0 3 5 0 2 4 8 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 3.3.2., 3.3.3 Conclusie Gehanteerde bronnen (4 pnt) 1.2.1 Literatuur Mate waarin student zelfstandig aan het onderzoeksverslag heeft gewerkt (15 pnt) 11.3.2 11.3.3 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag (indien mogelijk). Er worden niet-relevante en relevante, deels zelfstandig gekozen literatuurbronnen gebruikt voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. De conclusie is onderbouwd met de juiste argumenten. De conclusie is zeer helder en de onderbouwing daarvan is volledig. Er wordt alleen gebruik gemaakt van relevante, deels zelfstandig gekozen literatuurbronnen Gebruikt worden peer-review artikelen. De eigen keuze voor de literatuurbronnen zijn zeer relevant, en van hoog niveau. Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Heeft zelfstandig aan het verslag gewerkt Totaal aantal punten Eindoordeel (totaal aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten álle criteria met minstens voldoende beoordeeld worden. Opmerkingen Naam en handtekening docent Datum: 206 0 3 4 5 0 2 3 4 0 5 10 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Plan van aanpak/onderzoeksplan afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam student: ……………………………………….…… Studentnummer: …………… Afstudeerplaats: …………………………………………………………………………………..……… Competentie-indicatoren Beoordelingscriteria Onvoldoende 1.3.1. Geeft een inleiding in het onderwerp op basis van actuele wetenschappelijke literatuur 1.3.2. Doelstelling en hypothese zijn juist geformuleerd (= m.b.v. onderzoek kan deze geverifieerd worden). 1.3.3. De volgorde van de onderzoeksstappen is logisch en de gedetailleerdheid van de beschrijving van de stappen is gerelateerd aan het niveau van het onderzoek. 2.3.1. Gemaakte keuzen worden onderbouwd en beargumenteerd (laat zien dat hij de vakkennis op de juist wijze kan toepassen). 7.3.1. Stappen worden in de tijd geplaatst. 6.3.1. hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst Eindbeoordeling (voldoende indien alle criteria voldoende zijn) Opmerkingen Naam en handtekening afstudeerdocent 207 Voldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam student: ………………………………………………. Studentnummer: …………… Afstudeerplaats: ……………………………………………… Datum: ……………………..…… Beoordelingscriteria niet voldaan 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student benoemt zijn persoonlijke sterke en zwakke punten en de mogelijke consequenties hiervan tijdens het afstuderen. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op: De student baseert persoonlijke leervragen of doelen op de sterkte- en zwakte-analyse om negatieve consequenties zo veel mogelijk te voorkomen. Hierbij komen zowel werkhouding als beroepscompetenties aan bod. De student maakt een concreet en realistisch actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening afstudeerdocent 208 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Reflectieverslag afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam student: ………………………………………………. Studentnummer: …………… Afstudeerplaats: ……………………………………………… Datum: ……………………..…… REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE INHOUD 11.1.2. werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.3.2. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 6.1.3. Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Opmerkingen Naam en handtekening afstudeerdocent 209 VOLDOENDE Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier portfolio afstuderen Student:……………………….. Afstudeerbegeleider:…………………… Opleiding:……………………….. Datum:…………………………. Afstudeerbedrijf:……………………….. Afstudeeropdracht:……………………… ====================================================================== Verplichte onderdelen Definitieve POP goedgekeurd door Afstudeerbegeleider: ja / nee Reflectieverslag ja / nee Sollicitatiebrief goedgekeurd (SLB-er): ja / nee Formulier goedkeuring afstudeeropdracht aanwezig: ja / nee Plan van aanpak goedgekeurd: ja / nee Verslag bezoek afstudeerbegeleider: ja / nee Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek: ja / nee ====================================================================== Beoordeling portfolio Vorm: toegankelijkheid (inhoudsopgave, volgorde, vindbaarheid onderdelen etc.) Beoordeling: ……………………………………………………………………………………….. Inhoud: aantal beoordeelde producten en variatie in producten in relatie tot POP. Beoordeling:………………………………………………………………………………………… Kwaliteit: producten zijn authentiek (afkomstig van student) en voorzien van een adequaat reflectieverslag Beoordeling:………………………………………………………………………………………… Eindreflectie: terugblik op het afstuderen in relatie tot POP (= procesverslag) Beoordeling:…………………………………………………………………………………………. Eindbeoordeling Portfolio: voldaan / niet voldaan 210 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Procesverbaal afstudeeropdracht Naam student: …………………………………………. Student nr: …………………………………………… Klas:…………………………………………………………. Datum: …………………………………………………. Titel afstudeeropdracht: ………………….…………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Assessoren 1. 2. Gecommitteerde Werkbegeleider Beoordeling 1. Portfolio Voldaan/ Niet Voldaan 2. Werkzaamheden …… (cijfer invullen) 3. Onderzoeksverslag …… (cijfer invullen) 4. Verdediging …… (cijfer invullen) Eindcijfer = (2+3+4)/3 = ………. en portfolio voldaan. Handtekening assessor (voorzitter): (voor akkoord) ……………………………………………………….. Handtekening assessor: (voor akkoord) ……………………………………………………….. Handtekening gecommitteerde: (voor gezien) ……………………………………………………….. Handtekening bedrijfsbegeleider: (voor gezien) ……………………………………………………….. N.B. Het eindcijfer dient afgerond te worden naar het dichtstbijzijnde gehele getal. 211 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 5: Medische diagnostiek:cellen & weefsels M5 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek, studierichting Medisch, niveau 2 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Presentatie (Pr) Poster (Po) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE1-4. In het tweede jaar worden in OWE5-6 de vakgebieden Cytohistopathologie (OWE5) en Medische Microbiologie (OWE6) apart behandeld. OWE 4 (B&M) is gevolgd of MLO diploma. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica Voor beoordeling praktijk (P) aanwezigheid van alle praktijklessen verplicht. Voor beoordeling van IPV aanwezigheid van alle Tutorlessen verplicht. Voor beoordeling van Presentatie of verslag, voldoende inbreng en deelname vereist aan het tot stand komen van dit product. De context waarin de beroepstaak in OWE 5 vervuld wordt is “cellen en weefsels”. Cellen en weefsels worden in een pathologisch anatomisch laboratorium bestudeerd om veranderingen op te sporen en daarmee een bijdrage te leveren aan de diagnose van een ziekte(proces) en de prognose van de ziekte. Meest gebruikt zijn cytologische en histologische technieken waarmee structuren van cellen en weefsels zichtbaar gemaakt kunnen worden. Omdat cellen microscopisch klein zijn, zijn microscopische technieken nodig om veranderingen ten opzichte van de normale morfologie zichtbaar te maken (lichtmicroscopie, elektronenmicroscopie, fluorescentie-microscopie). Centraal in deze OWE staat de vraag welke fysiologische en pathologische veranderingen in cel- en weefselstructuren kunnen optreden al dan niet als gevolg van een ziekteproces én hoe deze structuren zichtbaar gemaakt en als zodanig waargenomen kunnen worden. Dit thema wordt uitgewerkt in een aantal casus. - Experimenteren - Analyseren onderzoeksresultaten - Kwaliteitszorg - Rapporteren en presenteren - Samenwerken - Sturen van de professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens M5-T Thematoets (T) M5-K Kennistoets Biochemie en Immunologie (K) M5-Pht Praktijk histotechniek (Pht) M5-Pcy Praktijk cytodiagnostiek (Pcy) M5-Pr Presentatie (Pr) 212 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens 13. Verplichte literatuur Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase M5-Po Poster (Po) M5-IPV IPV Eindcijfer: (2*T + 2*K + Pht + Pcy + Po + Pr)/8 IPV moet afgevinkt zijn met voldaan. Cijfers van Pht, Pcy, Po, Pr, K en T moeten ≥ 5.5 zijn Periode 1 herkansing in periode 2 of, in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course 5M en 6M, periode 2, herkansing periode 3. M5-K (Biochemie I en Immunologie I ) wordt afgenomen in periode 1, herkansing in periode 2. Voor deelname aan de workshops SCV en de deeltentamens IPV is er maar 1 kans per studiejaar. (OER art. 7.3) Practicumhandleiding cytodiagnostiek Stevens, A., Lowe, J., (2005). Human Histology (3th revised ed.) Maryland Heights, MO: Elsevier Mosby. ISBN: 9780323036634 Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson Education. ISBN: ISBN: 9780321558237 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry, (3th revised ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN: 9780323071550 Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2004). Exact Communiceren, (3e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789031343485 Raymakers, J.A., et al., (1996). Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN: 9789031318612 14. Aanbevolen literatuur 15. 16. Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Onderzoeksmateriaal Histotechniek Weefselbewerking: Fixatie Inbedden Kleuring Principe cytochemie en histochemie Vriestechniek Analyse preparaten Speciale technieken - een overzicht Werkwijze: hoorcollege en vaardigheidspracticum Macroscopische en microscopische bouw en functie van cellen en weefsels: Bouw en functie van cellen Bouw en functie van organellen Algemene celpathologie Epitheel en klierweefsel Ondersteunend vak Cyto-histopathologie 213 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Bindweefsel, kraakbeen en bot Spierweefsels (glad, skelet, hart) Zenuwweefsel Werkwijze: hoorcollege Cervix diagnostiek: Squameuze metaplasie Endometriumcellen en endocervicaal poliep Hormonale celbeelden Ontstekingen: virussen Ontstekingen: aspecifiek, chronisch, bacteriën, schimmels en protozoa Benigne afwijkingen Morfogenese cervixcarcinoom Ondersteunend vak Cytologie Werkwijze: college en practicum Structuur en eigenschappen van aminozuren Structuur van eiwitten, met name de secundaire, tertiaire en quarternaire structuur Relatie structuur en functie van eiwitten, geïllustreerd aan een aantal voorbeelden Natieve structuur, met denaturatie en met detergentia Cytoskelet Extracellulaire matrix Membranen Ondersteunend vak Biochemie I Werkwijze: hoorcollege Overzicht immuunsysteem Structuur van immuunglobulinen Wisselwerking antigen en antistof in vitro Immunologische technieken Immuunhistochemie Ondersteunend vak Immunologie I Workshop Microscopie Werkwijze: workshop Conflicthantering en onderhandelen Training SCV 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Werkwijze: hoorcollege Lichtmicroscopie: principe werking, scheidend vermogen en scherptediepte Fluorescentiemicroscopie: principe werking, toepassing Elektronenmicroscopie: principe werking Andere vormen van microscopie Beoordeling in OWE8M Werkwijze: training Geprogrammeerde contacttijd: 160 lesuren per periode 1 = 120 klokuren per periode Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 300 klokuren Totaal: 420 klokuren. Periode 1 Ook in periode 2 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course 214 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 21. Maximum aantal deelnemers Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 5M en 6M n.v.t. 215 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 5: medische diagnostiek: Cellen en weefsels (M5) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: M5-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Uitvoering 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten Analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels 4.1.3. gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten Histologie en (microscopische) anatomie: De student: kan de bouw en functie van cellen en organellen benoemen en tekenen; kan onderscheid maken tussen de 4 primaire weefsels: epitheel, spierweefsel, bindweefsel, zenuwweefsel en kan de eigenschappen van deze primaire weefsels benoemen en tekenen; kan van onderstaande organen: (schematische) tekeningen maken van de microscopische anatomie, bouw en onderdelen van deze organen benoemen, functie van (onderdelen) van deze organen benoemen, bouw en functie van deze organen met elkaar in verband brengen: - bloedvaten en lymfevaten; - hart, atherosclerose en hartinfarct; - nieren; - lever. Histotechniek: De student kan uitleggen waarvoor fixatie dient; kent het verschil tussen chemische en fysische fixatie en kan uitleggen wanneer men zou kiezen voor chemische en wanneer men zou kiezen voor fysische fixatie; kan het proces van tissue processing beschrijven en weet waartoe de stappen in het proces dienen; kan het proces van inbedding beschrijven en kan verschillende inbedmedia benoemen; kan het proces van coupes snijden beschrijven en kan snijartefacten herkennen en problemen tijdens het snijden herkennen en oplossen; kan het proces van deparaffineren en In de context van: Cellen, weefsels en organen 216 Waardering / Cesuur Bij 55% van de punten is het een voldoende. (5.5) Verdeling van de onderwerpen over de toets: Histotechniek incl microscopie +/30% Bouw en functie cellen, weefsels en organen +/- 30-40%% Cytodiagnostiek +/- 20% Labrekenen 5-10% Veiligheid op het lab 5-10% Examinatoren 2 examinatoren voor toetsconstructie en evaluatie (Coursetrekker iom Tutoren en Praktijkdocenten). 1 examinator voor beoordeling (elke vakdocent beoordeelt zijn eigen onderdeel). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Histotechniek Cytodiagnostiek Biochemie Immunologie Microscopie Code: M5-K Naam: Kennistoets Immunologie/ Biochemie Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple Choice Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase rehydreren beschrijven en weet waartoe deze processen dienen; kan het proces van kleuren van weefselcoupes beschrijven; kan overzichtskleuring en speciale kleuringen benoemen; kan aangeven wanneer men zou kiezen voor overzichtskleuring of wanneer men zou kiezen voor een speciale kleuring; kan eenvoudige problemen bij het kleuren herkennen en oplossen; kan voorberekeningen maken voor het maken van kleurstoffen vanuit stockoplossingen en/of vaste stof; is op de hoogte van verwerking van afval op het laboratorium; kent de veiligheidsregels die op het laboratorium gelden en kan deze toepassen. Cytodiagnostiek: De student: weet hoe materiaal voor een cervixuitstrijk verkregen en verwerkt wordt en kan de kwaliteit ervan beoordelen; weet welke cellen fysiologisch voorkomen in de cervixuitstrijk; kent een aantal ontstekingsorganismen en hun invloed op het epitheel; kent enkele benigne aandoeningen van de cervixuitstrijk; herkent in een microscopisch preparaat van de cervix artefacten; verkrijgt inzicht in de morfogenese van het carcinoom van de cervix. Immunologie: De student: heeft kennis van de bescherming door het lichaam tegen ongewenste, lichaamsvreemde zaken; van buiten (huid) tot binnen (cellen) het lichaam; kent de begrippen aspecifiek en specifiek afweermechanisme en kan de onderdelen van het immuunsysteem behorend bij elk mechanisme benoemen; kent de begrippen macrofagen, B-cellen, 217 Cesuur: 70% juiste antwoorden is een 5,5. 50% immunologie 50% biochemie 2 examinatoren Toetsconstructie: Docent immunologie en docent biochemie. Toetsevaluatie: Coursetrekker. 1 examinator voor beoordeling (Docent immunologie voor onderdeel immunologie Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase antilichamen en complementsysteem en kan de bouw en functie van bovengenoemde onderdelen van het immuunsysteem beschrijven; kan uitleggen wanneer en hoe de cellen van het immuunsysteem worden 'getriggerd'; kan uitleggen wat de relatie is tussen Bcellen en complementsysteem; kan uitleggen hoe de diversiteit van B en T cel receptoren tot stand komt. De student kan de term V(D)J recombinatie gebruiken en uitleggen; heeft kennis van markermoleculen op het oppervlak van B en T cellen en kan enkele benoemen; kan onderscheid maken tussen primaire en secundaire lymfoide organen, deze organen benoemen en hun functie uitleggen. Biochemie I: De student: kent de structuur en de eigenschappen van aminozuren; kan de structuurformules van belangrijke aminozuren tekenen; kent de structuur van eiwitten, en kan de begrippen secundaire, tertiaire en quarternaire structuur uitleggen; kan de relatie uitleggen tussen de structuur en de functie van eiwitten en voor de uitleg hiervan een aantal voorbeelden geven; ken de natieve structuur, met denaturatie en met detergentia; kan onderdelen van het cytoskelet benoemen, hun functie weergeven en aangeven wat de bouw en de functie is van de cytoskeleteiwitten; kent de bouw en de functie van de extracellulaire matrix; kent de bouw en de functie van membranen; kan membranen tekenen; kan fosfolipiden tekenen en de 218 en Docent biochemie voor onderdeel biochemie). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase eigenschappen benoemen; kan verschillende transportmechanismen over de celmembraan benoemen en beschrijven en aangeven of het gaat om actief of passief transport. Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course 5M”. Code: M5 Pht Naam: Praktijk histotechniek Vorm: Individueel Praktijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met multitasking. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia 219 Bij 55% van de punten is het een voldoende. (5,5). 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M5-Pcy Naam: Praktijktoets cytodiagnostiek Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple Choice, Praktijkopdracht Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieerdtde uitvoering en de resultaten van het experiment. In de context van: Cytodiagnostiek Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student herkent en benoemt in een cytologisch preparaat voorgeselecteerd en aangeduid (normaal) celmateriaal: oppervlakkige intermediaire plaveiselcellen endocervicale cylindercellen leukocyten en erytrocyten döderlein bacteriën squameuze metaplasie veranderingen in het celbeeld en de cellen ten gevolge van ontstekingsprocessen histiocyten chronische ontsteking (folliculaire cervicitis) bacteriële infecties actinomyces, leptothrix monilia (candida albicans) trichomonas vaginalis virusinfecties (herpes genitalis) en HPV reparatie-epitheel hyperkeratose en parakeratose endocervicale micropoliepjes contaminatie (alternaria, talk, vezels, enzovoort) artefacten endometrium en epitheelatrofie 220 Cesuur: 9 van de 15 preparaten moeten goed benoemd zijn voor een voldoende (5,5). 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - Code: M5-Pr Naam: Presentatie Vorm: Presentatie Groep Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kopromp-staart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 8: Samenwerken in team 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. celbeelden tijdens de verschillende fasen van de menstruele cyclus celbeelden tijdens de verschillende levensfasen Zie onderstaand beoordelingsformulier Presentatie. In de context van: Organellen en hun functies in gezondheid en ziekte 221 Voor een voldoende beoordeling van de presentatie dienen ≥33 punten voor het onderdeel ‘inhoud’ behaald te zijn, ≥21 punten voor het onderdeel presentatie en ≥4 punten voor het onderdeel discussie. 2 examinatoren voor de beoordeling (Coursetrekker i.o.m. tutoren). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M5-Po Naam: Poster Groep Vorm: Poster Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M5-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling individueel Weging: 0 Beoordeling: Competentie 6: Presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting; Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. In de context van: Bouw en functie spijsverteringskanaal Competentie 8: Samenwerken 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie: 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier Poster. Voor een voldoende dienen ≥ 55 punten behaald te zijn. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). De student: is minimaal 80% van de volledige bijeenkomsten aanwezig (k.o.); heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). 222 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Voldaan/niet voldaan Ondergrens: voldaan 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 223 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk histotechniek course 5M Naam: ………………………………………………………………………………… Gerelateerd aan comp/ indicatoren 1.2.3, 2.2.1., 4.1.3., 2.1.3., 5.2.3., 6.2.1. 11.1.4, 11.2.3 2.2.2. 2.2.1., 2.2.3, 2.2.4 2.2.5.; 4.1.2., 4.2.1 5.2.3. 2.1.5. 7.2.2. 7.2.3., 7.3.2. 4.1.1, 5.2.2. 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.2.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1. Klas: ………………………. Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen. Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit (multitasking). Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Past zich aan de gewijzigde omstandigheden aan. Datum: …………………………. Onvoldoende Voldoende Goed Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria - 0 - 10- -12- De meeste voorberekeningen en antwoorden / voorstellen zijn correct -16- Niet voldaan Voldoet aan alle criteria -0-, -6-, -12- of -18- -20- -24- Experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen -40- Loopt vaak uit Loopt soms uit Loopt nooit uit - 0-5 - -6- -8- Is buitengewoon efficiënt -10- Niet voldaan 224 Alle Voorbereiding voorberekeningen Theorie en antwoorden/ voorstellen zijn correct. Experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen -32- Niet voldaan Voldoet niet Aantal punten Voldaan Voldoet niet aan minstens één criterium: De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie Uitmuntend Labwerk Praktijk Voldaan De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten. Voldaan De resultatenDe resultatenLabjournaal analyse, conclusie analyse, conclusie en Meetrapport en foutendiscussie zijn foutendiscussie juist en Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase uit. 5.2.3., 6.2.1. zijn juist. Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10 en overal aan voldaan Feedback Naam en paraaf beoordelaar 225 -0-10- -12- -16- buitengewoon helder. -20- -0-4- -6- -8- -10- Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Presentatie Course 5 Naam: ……………………………………………………….. Gerelateerd aan comp. indicatoren Klas: ………………. Beoordelingscriteria De student heeft de handouts (digitaal of hardcopy) bij de docent ingeleverd. Inhoud (totaal aantal punten: 60) Datum: ………………. Max. aantal punten V / NV 1.2.5. Leidt het onderzoek in vanuit de overkoepelende context. 5 2.2.1 Presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze: Bouw en functie van het organel 10 1.2.1, 1.2.2. 6.2.3 6.2.3, 8.1.4, 8.2.5 8.2.4 Laesies die in het organel kunnen optreden, de gevolgen daarvan zowel morfologisch als fysiologisch voor het functioneren van de cel. De symptomen die met deze laesies gepaard gaan. 20 Hoe de diagnose gesteld kan worden met de nadruk op het laboratorium. 15 De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. Presentatie (totaal aantal punten: 30) V / NV 10 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart): De student maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten: - past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in de gehele presentatie betekenen onvoldoende); - beschrijft gegevens zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; - gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint zinvol (b.v. animaties). 5 De student spreekt duidelijk en verstaanbaar De student staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug De student maakt oogcontact met het publiek en maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek Verbale en visuele boodschap vormen een geheel 3 3 3 5 3 3 5 Discussie (totaal aantal punten: 10) De student gaat inhoudelijke discussie met het publiek aan. V / NV De student laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner V / NV De student onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten. 10 Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle criteria die met ‘voldaan/ niet voldaan’ beoordeeld worden met ‘voldaan’ beoordeeld worden. Feedback 10 Datum en handtekening beoordelaar 226 Gescoord aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Poster Naam:……………………………………..Klas: ………………… Datum: …………………… Gerelateerd aan competentie / indicator 1.1.1., 2.2.1., 1.2.5. 1.1.1., 2.2.1., 1.1.1., 2.2.1., 1.1.1., 2.2.1., 6.2.1., 1.2.2 Beoordelingscriteria Onvoldoende Voldoende Goed Uitstekend 4 7 9 12 4 6 9 12 4 6 9 12 4 6 9 12 goede pakkende titel en poster leesbaar op 2m afstand; duidelijke structuur, geen zoekplaatje!; 1 2 3 4 2 4 6 8 niet te veel tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal; voldoende informatieve figuren; 1 2 3 4 1 2 3 4 rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. 1 2 3 4 1 2 3 4 De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen. 3 6 7 9 Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag. De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner. 3 6 7 9 2 4 5 6 Inhoud (max 48 pt) Bouw van (een onderdeel van) het spijsverteringskanaal. Functie van (een onderdeel van) het spijsverteringskanaal. Samenhang van bouw met de functie van het spijsverteringskanaal. Zichtbaar maken van de bouw van (een onderdeel van) het orgaan/orgaansysteem Opmaak (max 28 punten) De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: - Discussie (max 24 punten) 8.1.3., 8.2.4., 8.2.5. 1.2.2. De student heeft de vragenlijst aan de achterkant van het beoordelingsformulier ingevuld. Totaal aantal punten Cijfer (aantal punten / 10) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 227 Voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Titel OWE OWE 6 : Medische diagnostiek: bacteriële infecties Code Opleiding M6 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting medisch, niveau 2 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, Studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen Algemene omschrijving 10 Competenties 11 Beoordelingscriteria 12 Tentaminering N.v.t. Onderzoeksverslag (V) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1 - 4. In het tweede jaar worden in OWE5 Cytohistopathologie en OWE6 Medische Microbiologie apart behandeld. OWE4 (B&M) is gevolgd of een MLO diploma. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bio-informatica Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij alle praktijklessen en de excursie verplicht. Voor beoordeling onderzoeksverslag (V) is voldoende inbreng aan het tot stand komen van dit product en deelname aan de workshops en praktijkonderdelen verplicht. Voor beoordeling van M6-IPV: (IPV) is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. De beroepstaak van OWE6 is het `Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek`. De context waarin de beroepstaak wordt uitgevoerd is het uitvoeren van onderzoek op het gebied van de medische microbiologie. In deze OWE wordt diagnostisch onderzoek gedaan met behulp van een verscheidenheid aan isolatie en identificatietechnieken om de oorzaak van infecties op te sporen en identificeren. Waarbij tevens de gevoeligheid van de veroorzaker van de infectie voor antibiotica bepaald wordt teneinde de arts van voldoende informatie te voorzien op basis waarvan een zinvolle keuze gemaakt kan worden uit gangbare antimicrobiële middelen. Rekening wordt gehouden met de kwaliteit van het monster en mogelijke storingen of verontreinigingen in de verschillende onderzoeksmethoden. Daarnaast wordt er onderzoek verricht in het kader van Biodiscovery naar antbiotica producerende micro-organismen. De nadruk in deze OWE ligt op het uitvoeren van diagnostisch onderzoek waarbij een beroep gedaan wordt op kennis van dit vakgebied. - Experimenteren - Analyseren onderzoeksresultaten - Kwaliteitszorg - Rapporteren en presenteren - Samenwerken - Sturen van de professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor kenmerken deeltentamens, beoordelingscriteria, competenties en indicatoren Deeltentamens M6-T Thematoets (T) M6-K Kennistoets (K) M6-P Beoordeling praktijk (P) M6-V Onderzoeksverslag (V) M6-IPV IPV Weging Eindcijfer: (T + K + P + V)/4 Compensatiemogelijkheden Geen Instapvoorwaarden tentamen IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 228 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Frequentie (deel)-tentamens Periode 2 herkansing in periode 3 of, in geval van voldoende studenten voor spiegeling van courses 5M en 6M: periode 1, herkansing in periode 2. M6-K (Biochemie II en Immunologie II ) wordt afgenomen in periode 2, herkansing in periode 3. Voor deelname aan de workshops SCV en de deeltentamens IPV is er maar 1 kans per studiejaar. (OER art. 7.3) 13 Verplichte literatuur 14 Aanbevolen literatuur 15 16 Software Overig materiaal 17 18 Activiteiten Werkvormen Scholarsite OWE 6M Themahandleiding Medische Microbiologie Praktijkbundel Medische Microbiologie Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en kliniek, deel 1, (Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media, ISBN: 9789077423424 Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry, (3th revised ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN: 9780323071550 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950. Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson Education. ISBN: ISBN: 9780321558237 In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak - Medische microbiologie als wetenschap Medische microbiologie - Morfologie en structuur van bacteriën - De bouwstenen via DNA- analyse tot classificatie van microorganismen. - Moleculaire diagnostiek. - De wisselwerking tussen bacteriën en mens, besmetten, infecteren en verspreiden. - Infecterende bacteriën, Gram positieve en Gram negatieve bacteriën. - Geïnfecteerde organen, luchtwegen, spijsverteringskanaal en urinewegen. - Serologische diagnostiek - Desinfecterende en steriliserende middelen ter bestrijding van besmetting. - Antimicrobiële middelen ter bestrijding van infecties en gevoeligheidsbepalingen in het laboratorium. - Afname, transport en behandelen van kweken van patiëntenmateriaal. - Groei van bacteriën in het laboratorium. Werkwijze: hoorcollege en zelfstudie met ondersteuning van een expert 229 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Ondersteunend vak Praktijk medische microbiologie Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Algemene microbiologische technieken. Diagnostisch onderzoek naar pathogene micro-organismen in urine, feces en sputum, mycologie en parasitologie. Onderzoek naar antibiotica producerende micro-organismen met behulp van moleculaire technieken. Een excursie naar een medisch microbiologisch laboratorium is opgenomen in het programma. Ondersteunend vak BiochemieII Ondersteunend vak Immunologie II 19 Les- / Contacturen 20 Onderwijsperiode 21 Maximum aantal deelnemers Werkwijze: practicum Anabolisme en katabolisme Energiedragers, 'vrije energie' en vrijmaking energie Schematisch overzicht van het katabolisme Glycolyse Gisting Citroenzuurcyclus en ademhalingsketen Oxidatieve fosforylering en de relatie met de ademhalingsketen Werking van het enzym ATP-synthase Functie eiwitten 'ATP/ADP-translocase' en glycerol fosfaat shuttle Regulatie stofwisseling Werkwijze: hoorcollege Algemene inleiding Lymfoïde organen, lymfocyten en lymfocytencirculatie Antigeen presentatie Vorming en activatie van T cellen Cellulaire immuniteit Aspecifieke en specifieke afweer, cellulaire en humorale afweer bij de bestrijding van virussen en bacteriën. Workshop SCV Werkwijze: hoorcollege Coaching Beoordeelding in OWE8M Werkwijze: training Ondersteunende workshops Literatuurstudie Natuurwetenschappelijk onderzoek Plan van aanpak Bio-informatica Onderzoeksverslag schrijven Werkwijze: training Geprogrammeerde contacttijd: Gemiddeld 21,7 lesuren in 7 weken, 152 lesuren per periode =114 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 306 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 2 Ook in periode 1 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course 5M en 6M. n.v.t. 230 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 6M: Medische diagnostiek: bacteriële infecties (M6) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: M6-T Naam: Thematoets Indicatoren- Kennisdeel bestaat uit: A. Kennis van de medische microbiologie welke noodzakelijk is voor de diagnostiek van urineweg, diepere luchtwegen en spijsverteringsinfecties. Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 B. Kennis opgedaan tijdens het uitwerken van de PGO taken. Beoordelingscriteria De student heeft kennis en inzicht in: basis indeling van eencelligen; de vorm en structuur van bacteriën; de bouwstenen van bacteriën; de bouwstenen via DNA-analyse tot classificatie van micro-organismen; besmettingswegen van micro-organismen; infecterend vermogen van micro-organismen; verspreiding van infectieziekten; infecterende bacteriën: Gram positieve kokken; Gram positieve staven; Gram negatieve kokken; Gram negatieve staven. geïnfecteerde organen: Luchtwegen; Spijsverteringskanaal; Urinewegen. specifieke en niet specifieke verdedigingsmechanismen tegen microorganismen; serologische diagnostiek; desinfecterende / steriliserende middelen ter bestrijding van besmettingen; werkingsmechanismen van antibiotica; synergisme/ antagonisme; ongevoeligheidmechanismen van bacteriën tegen antimicrobiële middelen; antibiotica afkomstig van schimmels; antibiotica afkomstig van Actinomyceten; antibiotica afkomstig van Bacillus; gevoeligheidsbepalingen; voedingsbodems; bacteriële groei. De student heeft kennis en inzicht in: de hoogtepunten uit drie eeuwen bacteriologie; 231 Waardering / Cesuur T > 5,5 dus 55 % goed is een voldoende (5,5). Het eindcijfer van de toets wordt op een decimaal afgerond. Toetsopbouw zal zijn: 40% kennis en begrip microbiologie 30% experimenteren 30% resultaten analyseren en kwaliteitsbeheer Examinatoren 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Coursetrekker en Docent/Expert microbiologie). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase C. Kennis opgedaan tijdens praktijklessen microbiologie, parasitologie, mycologie en eigen onderzoek naar antibiotica producerende microorganismen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele controles. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.5. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). MRSA; ongevoeligheidmechanismen van bacteriën tegen antimicrobiële middelen; het bacteriologisch laboratorium; afnemen, transporteren, behandelen en kweken van patiëntenmateriaal; infecties van de urineweg infecties; infecties van het spijsverteringskanaal; cel en weefselkweek; immunologie; prikaccident; infecties van de diepere luchtwegen. De student heeft kennis en inzicht in: algemene microscopische morfologie; groeicondieties en technieken; determinatie technieken; urine onderzoek; fecesonderzoek; sputumonderzoek; tractusdiagnostiek; moleculaire diagnostiek; bioinformatica. De student kan opgedane kennis en inzichten toepassen op de gegeven casus uit de dagelijkse praktijk van een microbiologisch laboratorium. 232 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M6-K 2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.2. Valideert het analyseresultaat (voert eerstelijnscontroles uit). Kennis van immunologie Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple choice Weging: 1 Kennis van biochemie Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student kan de in de casus vermelde resultaten analyseren en de vereiste kwaliteitsbeheer beschrijven. Immunologie II: Kennis en inzicht in: infectieziekten; het proces de vorming van T cellen en hun TCR; T cellen en cytokinen, wanneer en hoe worden de cellen geactiveerd en wat is hun functie; lichaamscellen met MHC I en/of II moleculen;. Antigeen presentatie; Lymfocytencirculatie; de samenwerking tussen cytokinen, T en B cellen; infecties en hoe het immuunsysteem en bacteriële infectie opruimt. Biochemie II: Kennis en inzicht in: Metabolisme; Free Energy, ATP en NADH; Glycolyse en Fermentaties; Gluconeogenese; Cori Cycle, Rode en Witte spierweefsels; Pentose Phosphate Pathway; Glycogeen; synthese en afbraak; Citric Acid Cycle; Respiratory Chain en Oxidative Phosphorylation; 233 Cesuur: 70% juiste antwoorden is een 5,5. 50% immunologie 50% biochemie 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Docenten biochemie en immunologie). 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Code: M6-P Naam: Beoordeling Praktijk Vorm: Individueel Praktijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Kennis en vaardigheden opgedaan tijdens de praktijklessen microbiologie, parasitologie, mycologie en eigen onderzoek naar antibiotica producerende micro-organismen. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Kiest in overleg benodigde experimentele controles. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.3. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.6. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) vetzuren, triglyceriden, lipoproteineb, adipose weefsel, lipolyse, β-oxidatie en ketogenese; integratie van het metabolisme. Producten: - literatuurstudie, plan van aanpak en labjournaal eigen onderzoek; - opdracht macroscopische en microscopische morfologie; - opdracht groeiomstandigheden bacteriën; - opdracht determinatie; Beoordeling Praktijk Niveau 2 (zie onderstaand beoordelingsformulier); Praktijktoets: De student voert individueel een aantal proeven uit die ook tijdens de praktijklessen gedaan zijn. De student wordt beoordeeld op correcte uitvoering van de proeven volgens de aangeleerde protocollen en het trekken van de juiste conclusies met betrekking tot onderstaande onderwerpen: - microscopische morfologie; - macroscopische morfologie en groeicondities; - determinatietechnieken en resistentiebepaling; - Mycologie; - Urineweginfecties; - Fecesonderzoek; - serologisch en immunologisch onderzoek; - parasitologisch onderzoek; - sputumonderzoek; - tractus diagnostiek. 234 P = (1x Producten + 1x Beoordeling praktijk + 4x praktijktoets)/6 2 examinatoren voor constructie en evaluatie van de praktijktoets (Coursetrekker). Voor elk van de onderdelen geldt dat 55% van de punten behaald moet zijn voor een voldoende (5,5). 1 examinator voor de beoordeling van de praktijktoets (Praktijkdocent microbiologie). P is voldoende (5.5) indien het gemiddelde van de onderdelen volgens bovenstaande berekening 5,5 punten is. Beoordeling praktijk (zie beoordelingsformulier praktijk) moet ≥5.5 zijn, praktijktoets en producten moet ≥4.0 zijn. 2 examinatoren (Praktijkdocenten microbiologie en biodiscovery) voor de beoordeling van de opdrachten en de praktijk. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M6-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. Competentie 6 Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2. Planmatig en projectmatig werken. 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordeling onderzoeksverslag Niveau 2 (zie onderstaand beoordelingsformulier). 100 punten te behalen. V > 5,5 dus 55 % goed is een voldoende. Het eindcijfer van het verslag wordt op een decimaal afgerond. 235 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent Biodiscovery). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M6-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: V/ NV Ondergrens: Voldaan 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 236 Voldoen aan alle knock-out criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een beoordeling “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk Microbiologie course 6M Naam: ………………………………………………………………………………. Gerelateerd aan comp/ indicatoren 1.2.3, 2.2.1., 4.1.3., 2.1.3., 5.2.3., 6.2.1. 11.1.4, 11.2.3 2.2.2. 2.2.1., 2.2.3, 2.2.4 2.2.5.; 4.1.2., 4.2.1 5.2.3. 2.1.5. 7.2.2. 7.2.3., 7.3.2 4.1.1, 5.2.2. 5.2.1., 5.2.3. Klas: …………………………. Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. Student heeft een actieve werkhouding, is gemotiveerd. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen; Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit (multitasking); Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Past zich aan gewijzigde omstandigheden aan. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Onvoldoende Voldoende Goed Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria De meeste voorberekeningen en antwoorden / voorstellen zijn correct -16- Alle voorberekeningen Voorbereiding en antwoorden/ Theorie voorstellen zijn correct. experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen -40Is buitengewoon efficiënt -15- - 0 - 10Niet voldaan Voldoet niet aan minstens één criterium: -12voldaan Voldoet aan alle criteria -0-, -6-, -12- of -18Loopt vaak uit -24- experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen -32- Loopt soms uit Loopt nooit uit - 0-5 - -8- -10- Niet voldaan Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten 237 Uitmuntend Aantal punten -20- Labwerk Praktijk Voldaan Niet voldaan 3.2.1., 3.2.2., 3.2.3., 3.1.4., De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de 5.2.3., 6.2.1. geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. 5.2.3., 6.2.1. Datum: ……………………………………. Voldaan Voldoet niet De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten. De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist. -0-5- -8- -10- De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist en buitengewoon helder. -15- -0-5- -6- -8- -10- Labjournaal Meetrapport Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Eindbeoordeling (totaal aantal punten/ 10 en overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 238 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag course 6M: Biodiscovery Naam: Gerelateerd aan comp./ indicator 6.2.1. 1.2.2, 1.2.5. 1.2.3. 2.2.1 2.2.1 2.2.1 4.1.3 1.2.3., 2.2.1 3.2.1., 6.2.1. 3.2.1. 3.1.2 3.1.4. 3.2.3. 3.2.2 3.2.4. 6.2.1. 6.2.1. 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. …………………………………………. Klas: ………………. Beoordelingscriteria Datum: Max aantal punten Inhoud (max 90 pt) Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Inleiding (max 15 pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. 10 2 2 4 Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende methodes. Materiaal en Methodes (max 5 pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen. De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles. Resultaten (max 40 pt) Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. Verbindt en verheldert de resultaten (in de tabel) in de tekst. (minder dan 3 punten: k.o.) Volgende resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd: kweekresultaten / antibiotica productie; 16S PCR/Gel electroforese; Bio-informatica. (minder dan 9 punten totaal: k.o.) Discussie (max 10 pt) Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. 7 Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. Conclusie (max 10 pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Schrijfvaardigheden (max 10 pt) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. 4 2 3 8 8 6 6 6 6 4 2 5 5 Voldaan/ niet voldaan De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.* Voldaan/ niet voldaan Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). Voldaan/ niet voldaan Cijfer (aantal punten / 10) 239 10 ………………. Behaald aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en minstens 55% van de punten behaald zijn. Feedback Naam en paraaf beoordelaar 240 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Titel OWE OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde Code 1. Opleiding 2. Doelgroep M7 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, studierichting Medisch Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. N.v.t. Presentatie (Pr) Opdracht kwaliteitszorg (Opdr) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE1-4 OWE 4 (B&M) is gevolgd of MLO diploma. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid van de praktijklessen verplicht. Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid van de tutorlessen verplicht. Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan het tot stand komen van dit product. Toegepast onderzoek wordt uitgevoerd op het gebied van de laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie en hematologie). In deze OWE staat het bloed centraal en gaat het om verbanden te leggen tussen de klachten van de patiënt, de gestelde diagnose en de laboratoriumonderzoeken die uitgevoerd kunnen worden. Aan de hand van een aantal casussen met een bepaald ziektebeeld, komen de volgende vragen naar voren: hoe (dis)functioneert het menselijk lichaam; welk onderzoek wordt uitgevoerd, welke gegevens levert dit onderzoek op; waarom wordt dit onderzoek uitgevoerd in relatie met het (dis)functioneren van het lichaam; hoe wordt het onderzoek, gevalideerd en hoe wordt de betrouwbaarheid van de meetresultaten en/of de analyses bepaald. Niet enkel het uitvoeren van een analyse of een omschreven onderzoek maar ook het betrekken van klinische gegevens bij de uitvoering en (tussentijdse) interpretatie van de onderzoeken en het leggen van verbanden tussen de medische vraagstelling en de (tussentijdse) onderzoeksresultaten zijn belangrijke aspecten in het onderzoek. Daarbij dient men zich te realiseren dat het onderzoek betrouwbaar dient te zijn. - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitszorg - Beheer en administratie - Presenteren/Rapporteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Leiding geven/ coachen - Sturen van de professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens M7-T Thematoets (T) M7-K Kennistoets (K) M7-P Praktijk (P) M7-Pr Presentatie (Pr) M7-Ok Opdracht kwaliteitszorg (Ok) M7-IPV IPV 241 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Weging Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens Eindcijfer: (T+ P+ Pr+ K)/4 Opdracht kwaliteitszorg en IPV moeten afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. Periode 3, herkansing periode 4, of in geval van voldoende studenten voor spiegeling van courses 7M en 8M: periode 4, herkansing in periode 4. M7-K (Biochemie III, Immunologie III) wordt afgenomen in periode 3, herkansing in periode 4. 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. 16. Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen Voor deelname aan de workshops SCV en aan deeltentamens IPV en P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Hoffmann, J.J.M.L., Peters, F.P.A.M.N., Schneeberger, P.M., Slabbers, G.H.P.R. (2012). Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek, (2e druk), Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN: 9789031389926 Hoffmann, J.J.M.L., et al, (2006). Hematologie, (2e druk), Utrecht: Synthax Media. ISBN: 9789077423257 Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson Education. ISBN: ISBN: 9780321558237 Reece. J.B., (2014). Campbell Biology, (10th edition). New York, NY: Pearson Education. ISBN: 9780321739759 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2012). Principles Of Medical Biochemistry, (3rd ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN: 9780323071550 Laan, A., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004). Zakwoordenboek der geneeskunde, Amsterdam: Reed Business Education (voorheen: Elsevier Gezondheidszorg). ISBN: 9789062284207 Pekelharing, J.H., et al (2009 ). Handboek medische laboratoriumdiagnostiek, Houten: Prelum Uitgevers. ISBN: 9789085620136 Reed, R., Holmes, D.A., Weyers, J., Jones, A.M. (2013). Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th ed.) New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN: 9781408245521 Houwelingen, J.C., (2009). Inleiding tot de medische statistiek, Amsterdam: Reed Business, ISBN: 9789063480097 Scholar In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint en video. Zie werkvormen Ondersteunend vak Enzymen Biochemie III Enzymkinetiek Enzymatische analyses Spectrofotometrie Plasmaeiwitten Zuurstoftransporters Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Enzymatische analyses UV-VIS spectrometrie HPLC Vlamfotometrie Ondersteunend vak Klinische chemie praktijk 242 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Elektroforese Hematologische bepalingen Hematomorfologie Moleculaire diagnostiek Diagnostiek van streptokokken Werkwijze: practicum Cytokines Bloedgroepen Antiserum Immunologische technieken, principes en achtergronden (immunofluorescentie, labelingstechnieken,, immuunelectroforese, single radial immuno diffusion, precipitatiereacties, agglutinatiereacties, ELISA) Ondersteunend vak Immunologie III Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Gemiddelde en standaarddeviatie Soorten fouten bij kwantitatieve analyses, willekeurige en systematische fouten Steekproeven en betrouwbaarheidsintervallen Betrouwbaarheidsintervallen Toetsen van hypothesen en significantie Verschillende t-toetsen F-toets ANOVA Ondersteunend vak Statistiek Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege SOP Kwaliteitshandboek 1e,2e,3e lijns controle Workshop Kwaliteitszorg 19. Les- / Contacturen Workshop Hematomorfologie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Morfologie en cytometrie van de rode en witte bloedcellen Workshop Hemostase Werkwijze: workshop Achtergronden en laboratoriumdiagnostiek van bloedstolling (APTT/PT) Workshop SCV Werkwijze: workshop Interviewtechnieken Beoordeling in OWE8M Werkwijze: training Geprogrammeerde contacturen: 20,1 lesuren per week; 141 lesuren per periode = 105,75 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 314.25 klokuren 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal 420 klokuren Periode 3 Ook in periode 4 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course 7M en 8M. n.v.t. 243 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 7: Medische diagnostiek: laboratoriumgeneeskunde (M7) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: M7-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2 experimenteren Uitvoering 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3 Resultaten Analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.2.3. Discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. De student: heeft kennis van de samenstelling van het bloed; de student kan de bloedcellen benoemen en herkennen in microscopische preparaten, de student kan de functie van de bloedcellen benoemen, heeft kennis van en inzicht in afwijkingen van bloedcellen; heeft kennis van en inzicht in infecties in het bloed; kan de belangrijkste eiwitten in het bloed benoemen, de student kan het verschil uitleggen tussen serum en plasma; heeft kennis van en inzicht in het bloedstollingsproces en afwijkingen in dit proces. De student kan het bloedstollingsproces beschrijven en voorbeelden noemen van afwijkingen in het proces en aangeven waar in het proces de afwijking plaatsvindt; heeft kennis van en inzicht in het zuur-base evenwicht in het bloed, afwijkingen van dit evenwicht en compensatiemechanismen. De student kan aan de hand van labuitslagen aangeven of er sprake is van een normale of afwijkende zuur-base status van de patient, de student kan de betekenis geven van de begrippen alkalose en acidose en kan aangeven of er sprake is van compensatie; kan de Henderson-Hasselbalch vergelijking opschrijven en met deze vergelijking werken; heeft kennis van en inzicht in bloedgassen, en kan afwijkende bloedgaswaarden herkennen; kan op basis van bloedwaarden afwijkingen in de samenstelling van het bloed, bloedgassen, zuurbaseevenwicht, bloedstolling, hartwerking of nierfunctie beschrijven; heeft kennis van laboratoriumtechnieken waarmee afwijkingen (in bloedwaarden) gemeten kunnen worden (fluorescentie)spectrometrie, eiwit-electroforese, vlamfotometrie, hematologische bepalingen,HPLC, microbiologische bepalingen, moleculair biologische bepalingen (DNA isolatie, PCR, restrictie analyse), kan de principes van de experimenten uitleggen en kan aangeven en beargumenteren welke techniek voor In de context van: Hematologie Klinische chemie 244 Waardering / Cesuur exa Examinator Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 2 examinatoren voor toets constructie en evaluatie. Toetsmatrijs: 40-50% Hematologie en klinische chemie 40-50% laboratoriumtechnieken 10-15% statistiek 5-10% Veiligheid. 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase welk doeleinde het meest geschikt is; is op de hoogte van verwerking van afval op het laboratorium; kent de veiligheidsregels die op het laboratorium gelden en kan deze toepassen; kennis van de statistische analyses van gemeten waarden; kan een nulhypothese en de alternatieve hypothese opstellen; kan bepalen welke toets je het beste kunt gebruiken om een hypothese te toetsen; kan de one-sample t-test handmatig uitvoeren; kan de betekenis van een p-waarde op de juiste wijze gebruiken; kan juiste conclusies trekken over hypothesen m.b.v. Excel computeroutput; heeft kennis van het ABO bloedgroepsysteem en kan dit toepassen in vraagstukken; heeft kennis van precipitatie en agglutinatie; kan de principes uitleggen van hier genoemde immunologische technieken en heeft inzicht in de toepassing van deze technieken, waarbij antilichamen gebruikt worden. Precipitatie techniek bij Ouchterlony en immuunelectroforese, technieken met gelabelde antilichamen, zoals aantonen cellen/organellen met immuunkleuring; aantonen of bepaling concentratiestoffen mbv ELISA; scheiden van cellen mbv Flow Cytometrie; heeft kennis van enzymkinetiek en kan berekeningen maken die betrekking hebben op enzymkinetiek; kan enkele belangrijke plasmaproteinen benoemen en kent de werking van het bloedbuffersysteem; kan de werking uitleggen van het zuurstoftransport door zuurstof transporterende proteinen zoals hemoglobine en myoglobine. Immunologie III De student: heeft kennis van het ABO bloedgroepsysteem en kan dit toepassen in vraagstukken; heeft kennis van precipitatie en agglutinatie; kan de principes uitleggen van hier genoemde immunologische technieken en heeft inzicht in de toepassing van deze technieken, waarbij antilichamen gebruikt worden. Precipitatie techniek bij Ouchterlony en immuunelectroforese, technieken met ge Code: M7-K Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple Choice Open vragen Kennis en inzicht in: Immunologie 245 Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 2 examinatoren voor toets constructie en evaluatie. Toetsmatrijs: Biochemie 50% Immunologie 50% 1 examinator voor de beoordeling. Toetscorrectie: Docent immunologie (onderdeel immunologie), Docent Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Biochemie Ondergrens: 5,5 Code: M7-P Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase labelde antilichamen, zoals aantonen cellen/organellen met immuunkleuring; aantonen of bepaling concentratiestoffen mbv ELISA; scheiden van cellen mbv Flow Cytometrie. Biochemie III De student: heeft kennis van enzymkinetiek en kan berekeningen maken die betrekking hebben op enzymkinetiek; kan enkele belangrijke plasmaproteïnen benoemen en kent de werking van het bloedbuffersysteem; kan de werking uitleggen van het zuurstoftransport door zuurstof transporterende proteinen zoals hemoglobine en myoglobine. Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course 7M”. 246 biochemie (onderdeel biochemie) Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker/Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M7-Pr Naam: Presentatie Vorm: Mondeling Groep Weging: 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.1.3 Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of ande- Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier presentatie C7M. 247 Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor/coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M7-Ok Naam: Opdracht kwaliteitszorg Vorm: Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase re visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 8: Samenwerken in team 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. In de context van: Casus bloedwaarden klinische chemie Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk In het verslag komen de volgende zaken aan de orde: waarom is kwaliteitszorg belangrijk; toepassing in de laboratoria; bewaking en continuering van kwaliteit. 248 Wanneer het verslag voldoende is krijgt de student voldaan. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor/Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase onderzoek. Competentie 8: Samenwerken in team 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. Code: M7-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Onderwerpen: Kwaliteitszorg in de organisatie Kwaliteitszorg rond het monster De studenten maken een overzichtsverslag van de colleges, maximaal 1 A4. Competentie 8: Samenwerken 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 249 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk course 7M Naam: ……………………………………………………………………..… Gerelateerd aan comp/ indicatoren 1.2.3, 2.2.1., 4.1.3., 2.1.3., 5.2.3., 6.2.1. 11.1.4, 11.2.3 2.2.2. 2.2.1., 2.2.3, 2.2.4. 2.2.5.; 4.1.2., 4.2.1 5.2.3. Klas: ……………..…………….. Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. Student heeft een actieve werkhouding, is gemotiveerd. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen; Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit (multitasking); Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij. 2.1.5. 7.2.2. 7.2.3., 7.3.2 De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Past zich aan gewijzigde omstandigheden aan. 4.1.1, 5.2.2. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. 5.2.1., 5.2.3. Onvoldoende Voldoende Goed Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria Alle voorberekeningen Voorbereiding en antwoorden/ Theorie voorstellen zijn correct. - 0 - 10Niet voldaan -12- De meeste voorbere-keningen en antwoorden / voorstellen zijn correct -16Voldaan - Voldoet niet aan minstens één criterium: Voldoet aan alle criteria -0-, -6-, -12- of -18- -24- experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen -32- experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen -40- Loopt vaak uit Loopt soms uit Loopt nooit uit -0- -2- -3- Is buitengewoon efficiënt -5- Niet voldaan Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten 250 Uitmuntend Aantal punten -20- Labwerk Praktijk Voldaan Niet voldaan 3.2.1., 3.2.2., 3.2.3., 3.1.4., De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de 5.2.3., 6.2.1. geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. 5.2.3., 6.2.1. Datum: ………..………………………. Voldaan Voldoet niet De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten. De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist. -0-5- -10- -20- De resultaten-analyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist en buitengewoon helder. -25- -0-5- -6- -8- -10- Labjournaal Meetrapport Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10 en overal aan voldaan Feedback Naam en paraaf beoordelaar 251 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Presentatie Jaar 2 Naam: ………………………………….. Gerelateerd aan competentieindicatoren Klas: …………………….. Datum: ………….. Beoordelingscriteria Max. aantal punten Gescoord aantal punten Nvt Nvt nvt Nvt Nvt Nvt nvt nvt Inhoud (totaal aantal punten: 60) Criteria voor onderzoekspresentatie Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze: 1.2.3, 1.2.5. 2.2.1, 4.1.3. 3.1.2., 3.2.1., 3.2.2. 3.2.3., 3.1.4., 11.1.3, 3.2.4. - overkoepelende context doel strategie en experimentele uitvoering (inclusief controles) - resultaten - conclusie - discussie in vergelijking met verwachtingen en/of literatuurwaardes. - discussie van experimentele problemen - verbetervoorstellen Criteria voor literatuurpresentatie 1.2.5. Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context. 1.2.2. Presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze: Casus wordt beschreven (Bloed)waarden worden vergeleken met referentiewaarden Afwijkende waarden worden genoemd. Verklaring voor afwijkende waarden wordt gegeven Symptomen en ziektebeeld worden verklaard Normaal en afwijkend functioneren van betrokken organen wordt helder uitgelegd Uitleg over de labmethoden die worden gebruikt om de waarden te bepalen wordt gegeven De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. Presentatie (totaal aantal punten: 20) 1.2.1, 1.2.2. 6.2.3 6.2.3 8.1.4, 8.2.5 8.2.4 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s Spreekt op professionele en overtuigende wijze De dia’s ondersteunen de verbale boodschap. 5 5 5 5 10 5 10 5 10 5 5 5 5 Discussie (totaal aantal punten: 20) Voert een vakinhoudelijke discussie 10 Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. 5 Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten. 5 Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) 10 Feedback Naam en handtekening beoordelaar 252 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Tentaminering 12. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek M8 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek, Studierichting Medisch Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Interview (I) Poster (Po) Onderzoeksverslag (V) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE1-4. OWE 4 (B&M) is gevolgd of MLO diploma. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht. Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan het tot stand komen van dit product. Werktitel: Analyse in het medisch laboratorium 2 In deze OWE staat het spijsverteringskanaal centraal en gaat het om verbanden te leggen tussen de klachten van de patiënt, de gestelde diagnose en de laboratoriumonderzoeken die uitgevoerd kunnen worden. Aan de hand van een aantal casus met een bepaald ziektebeeld, komen de volgende vragen naar voren: - hoe (dis)functioneert het menselijk lichaam; - welk onderzoek wordt uitgevoerd, welke gegevens levert dit onderzoek op; - waarom wordt dit onderzoek uitgevoerd in relatie met het (dis)functioneren van het lichaam; - hoe wordt het onderzoek, gevalideerd en hoe wordt de betrouwbaarheid van de meetresultaten en/of de analyses bepaald. Niet enkel het uitvoeren van een analyse of een omschreven onderzoek maar ook het betrekken van klinische gegevens bij de uitvoering en (tussentijdse) interpretatie van de onderzoeken en het leggen van verbanden tussen de medische vraagstelling en de (tussentijdse) onderzoeksresultaten zijn belangrijke aspecten in het onderzoek. Daarbij dient men zich te realiseren dat het onderzoek betrouwbaar dient te zijn. - Experimenteren - Onderzoeksresultaten analyseren - Kwaliteitszorg - Beheer en administratie - Presenteren/Rapporteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Leiding geven/ coachen - Sturen van de professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren M8-T Thematoets (T) M8-K Kennistoets (K) 253 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Weging Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens M8-P Praktijk (P) M8-Po Poster (Po) M8-V Onderzoeksverslag (V) M8-Iv Interviewverslag (Iv) M8-IPV IPV M8-HBO HBO-competentiekaart M8-Iv Interviewverslag (Iv) M8-It Interviewtechnieken (It) M8-Ch Conflicthantering (Ch) M8-Co Coaching (Co) M8-Cop Coaching opdracht (Cop) M8-St Stagevoorbeiding/solliciteren (St) M8-FG1 Funct.Gespr.1 (FG1) M8-FG2 Funct.Gespr.2 (FG2) M8-FGIT Funct.Gespr.Int.Toets (FGIT) Eindcijfer: (K + P + T + V ) / 4r Workshops SCV, beroepsproducten, Interviewverslag, IPV en HBO competentiekaart moeten afgevinkt zijn met voldaan. Deeltentamens Po, K, P, T en V moeten ≥ 5.5 zijn Blok 4, herkansing blok 4, of in geval van voldoende studenten voor spiegeling van courses 7M en 8M: periode 3, herkansing in periode 4. M8-K (Biochemie IV, Immunologie IV) wordt afgenomen in periode 4, herkansing in periode 4. 13. Verplichte literatuur - - 14. Aanbevolen literatuur Voor deelname aan de workshops SCV en Ethiek en aan de deeltentamens IPV en P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Scholarsite OWE 8M Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en kliniek, deel 1, (Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media, ISBN: 9077423427 Stevens, A., Lowe, J., (2005). Human Histology, (3th revised ed.) Maryland Heights, MO: Elsevier Mosby. ISBN: 9780323036634 Reece. J.B., (2010). Campbell Biology, (9th edition). New York, NY: Pearson Education. ISBN: ISBN: 9780321558237 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2012). Principles Of Medical Biochemistry, (3rd ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN: 9780323071550 Laan, A., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Hoffmann, J.J.M.L., Peters, F.P.A.M.N., Schneeberger, P.M., Slabbers, G.H.P.R. (2012). Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek, (2e druk), Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN: 9789031389926 Deijen-Visser, van M.P., (2005). Antilichamen als reagens, (2e druk), Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum. ISBN: 9789077423196 Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004). Zakwoordenboek der geneeskunde, Amsterdam: Reed Business Education (voorheen: Elsevier Gezondheidszorg). ISBN: 9789062284207 Reed, R., Holmes, D.A., Weyers, J., Jones, A.M. (2013). Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th ed.) New York NY: Pearson Education Ltd. ISBN: 254 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 9781408245521 15. 16. Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak DNA en RNA structuur en functie Biochemie IV Centraal dogma Genen en chromosomen (prokaryoten en eukaryoten) Opbouw chromosomen Exons en Introns; splicen Restrictie enzymen Sequencing Probes Reverse transcriptase Genetic markers DNA microarrays Ondersteunend vak Virologie Ondersteunend vak Immunologie IV Ondersteunend vak Statistiek Ondersteunend vak Histologie Praktijk Labtechnieken / studie keuze voorlichting Workshop SCV Werkwijze: hoor/werkcollege Algemene eigenschappen van virussen Replicatie van virussen Diagnostiek van virussen Virussen en tumoren Behandeling en preventie van virusinfecties Classificatie van de virussen en een globale bespreking van een aantal virussen met de nadruk op kliniek, risico's en therapie/preventie Werkwijze: hoor/werkcollege Auto-immuunziekten Intolerantie Allergieën Werkwijze: hoor/werkcollege Nauwkeurigheid, juistheid Prevalentie, gevoeligheid, specificiteit Het berekenen van de voorspellende waarde van een positieve of negatieve uitslag Werkwijze: workshop Histologie van het spijsverteringskanaal Werkwijze: hoor/werkcollege Elisa Real-time reverse transcriptase PCR Analyse van microscopische preparaten AAS Enzymbepaling Vitamine bepalingen Diagnostiek Helicobacter pylori Cel- en weefselkweek Voorlichting Werkwijze: workshop Interviewtechnieken 255 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Workshop SCV Ondersteunend vak ethiek 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Werkwijze: training Stagevoorbereiding/solliciteren Werkwijze: workshop Ethiek Werkwijze: workshop Geprogrammeerde contacturen: 22 lesuren per week; 154 lesuren per periode = 116 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 304 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 4 Ook in periode 3 in geval van voldoende studenten voor spiegeling van course 7M en 8M. n.v.t. 256 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 8: Medische diagnostiek: immunologie en moleculaire diagnostiek (M8) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: M8-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. De student: kan de algemene structurele eigenschappen van virussen benoemen; kan de replicatie van de verschillende (Baltimore) klassen virussen beschrijven; kent de principes van de technieken die gebruikt worden voor de diagnostiek van virussen; kan de relatie tussen virussen en tumoren uitleggen en voorbeelden geven; kan de principes beschrijven van behandeling en preventie van virusinfecties; kan van een aantal virussen de structuur, klinische verschijnselen, risico's en therapie/preventie beschrijven; kan de bouw van het spijsverteringskanaal beschrijven en schematische tekeningen maken van de microscopische anatomie van de organen van het spijsverteringskanaal; kan de functie van de organen van het spijsverteringskanaal beschrijven en aangeven hoe de bouw van deze organen samenhangt met hun functie; kent de achtergrond en principes van immunologische lab- technieken; kan de organellen in een cel benoemen; kan aangeven wat het verschil is tussen eukaryotische en prokaryotische cellen; kan de bouw van het DNA beschrijven en kan een stukje DNA schematisch tekenen; kan de transcriptie beschrijven; kent de begrippen introns en exons; kan uitleggen wat mRNA processing is en wat de functie is van mRNA processing; kan aangeven wat de genetische code inhoudt; kent het Centrale Dogma en kan de volgende processen beschrijven: transcriptie en translatie; kan aangeven wat de rol is van de ribosomen in de eiwitsynthese; Toetsmatrijs Thematoets: 20-30% Achtergronden,principes en uitvoering van laboratoriumtechnieken 20-30% Bouw en functie spijsverteringskanaal 20-30% Virologie 10-20% Biochemie 5-10% Immunologie 5-10% veiligheid 5-10% rekenen 0-10% praktijk 0-10% ethiek 0-10% Statistiek In de context van: Medische diagnostiek Medische microbiologie Histopathologie Virologie Klinische chemie Biochemie Immunologie 257 Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. Examinatoren 2 examinatoren voor toets constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M8-K Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase kan de principes uitleggen van de volgende DNA technieken: DNA technieken: electroforese, knippen met restrictie enzymen, plakken met ligase enzymen, maken van recombinant DNA en cloneren, PCR amplificatie, qPCR, maken van cDNA met reverse transcriptase en microarrays (DNA chips); weet waar de verschillende DNA technieken in de moleculaire diagnostiek kunnen gebruikt worden kan voorbeelden noemen van verworven stoornissen van de afweer; kent de invloed van voedsel, ziekten en genotsmiddelen op het afweersysteem; kan de immunologische mechanismen van allergie en overgevoeligheid uitleggen, m.n. type I tm IV (Gell en Coombs) overgevoeligheidsreacties; heeft kennis van auto-immuniteit, immunologische tolerantie, de verstoring hiervan en het effect op het lichaam; kan de predictieve waarde van een positief testresultaat berekenen; kan de predictieve waarde van een negatief testresultaat berekenen; kan de specificiteit van een test bepalen; kan de sensitiviteit van een test bepalen; begrijpt wat de rol is van prevalentie, sensitiviteit van een test en specificiteit van een test; kan klinische gegevens interpreteren in combinatie met laboratoriumuitslagen; kan op basis van laboratoriumuitslagen een uitspraak doen over een mogelijke afwijking in het spijsverteringskanaal. Heeft inzicht en kennis over de cel-en weefselkweek De student: kent de achtergrond en principes van immunologische lab- technieken; kan de organellen in een cel benoemen; kan aangeven wat het verschil is tussen eukaryotische en prokaryotische cellen; kan de bouw van het DNA beschrijven en kan een stukje DNA schematisch tekenen; 258 Cesuur: 70 % Toetsmatrijs: 50 % Immunologie 50% Biochemie Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 kan de transcriptie beschrijven; kent de begrippen introns en exons; kan uitleggen wat mRNA processing is en wat de functie is van mRNA processing; kan aangeven wat de genetische code inhoudt; kent het Centrale Dogma en kan de volgende processen beschrijven: transcriptie en translatie; kan aangeven wat de rol is van de ribosomen in de eiwitsynthese; kan de principes uitleggen van de volgende DNA technieken: DNA technieken: electroforese, knippen met restrictie enzymen, plakken met ligase enzymen, maken van recombinant DNA en cloneren, PCR amplificatie, maken van cDNA met reverse transcriptase en microarrays (DNA chips); kan voorbeelden noemen van verworven stoornissen van de afweer; kent de invloed van voedsel, ziekten en genotsmiddelen op het afweersysteem; kan de immunologische mechanismen van allergie en overgevoeligheid uitleggen, m.n. type I tm IV (Gell en Coombs) overgevoeligheidsreacties; heeft kennis van auto-immuniteit, immunologische tolerantie, de verstoring hiervan en het effect op het lichaam; Schriftelijk Multiple choice Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M8-P Naam: Praktijk Vorm: Individueel Praktijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course 8M”. Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. Voor praktijk: 'IJzer in Volbloed 'wordt ook het plan van aanpak beoordeeld volgens het bijgevoegde beoordelingsformulier werkprotocol. Plan van aanpak moet voldaan zijn. Zie beoordelingsformulier werkprotocol. 259 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker / Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (Multitasking). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.5. Det een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.6. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.7. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 260 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M8-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier onderzoeksverslag. 261 Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker/praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie1: Ontwerpen 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Code: M8-Po Naam: Poster Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 0 Beoordeling: In de context van: Moleculaire diagnostiek van RNA-virussen met behulp van RNA isolatie, Reverse Transcriptie, Real-time PCR 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; Zie onderstaand beoordelingsformulier Poster. 262 Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M8-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. In de context van: Virologie en diagnostiek van virale infecties Competentie 8: Samenwerken 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 263 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M8-HBO Naam: HBO-competentiekaart Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: V (voldaan) of NV (niet voldaan) Ondergrens: Voldaan Code: M8-Iv Naam: Interviewverslag Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2. Competentie 9: Leiden/ begeleiden Vergaderen 9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Notulen Niveau 2’ 2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist. Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan. Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘leiding geven aan OGO/PO-groep, niveau 2’ 2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist. Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan. Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Presenteren Niveau 2’ 2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbocompetentiekaart zijn vereist. Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Competentie 8: Samenwerken in team 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en Zie onderstaand beoordelingsformulier Interviewverslag. Interviewverslag wordt afgetekend met voldaan indien 55% van de punten zijn behaald. 264 1 voor de beoordeling examinator (Tutor, SLB, Vakdocent workshops). Elke examinator beoordeelt zijn eigen onderdelen. De coursetrekker voert voldaan in, indien de kaart volledig is ingevuld. 1 examinator voor de beoordeling (Docent SCV/ coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M8-It Naam: Interviewtechnieken Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: M8-Ch weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): - hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; - brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; - is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; - opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen. Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Deelname aan de workshop interviewtechnieken is verplicht. Interviewtechnieken wordt afgetekend met voldaan indien is deelgenomen aan de workshop. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop). Deelname workshop conflicthantering is verplicht. Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop). Naam: Conflicthantering Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling 265 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: M8-Co M8-Cop Naam: Coaching Coaching opdracht Competentie 9: Leiden/ begeleiden Coaching 9.2.2. Past zijn manier van begeleiden aan, aan het niveau en persoonlijkheid van zijn medestudent. 9.2.3. Weet anderen te motiveren. Deelname workshop coaching (wordt afgetekend) Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. Toont Hbo werkhouding 11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Deelname aan workshop stagevoorbereiding/solliciteren wordt afgetekend. Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Toepassen coaching wordt beoordeeld met behulp van: Beoordelingsformulier ‘coaching, in te vullen door gecoachte student’, OF Beoordelingsformulier ‘coaching, af te tekenen door SLB-er’ 1 handtekening (=voldoende beoordeling) op HBO-competentiekaart is vereist. Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop/SLB-er ). Alle criteria van het beoordelingsformulier coaching moeten minimaal beoordeeld zijn met een voldoende voor een voldoende beoordeling van de coaching opdracht. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: M8-St Naam: Stagevoorbereiding/solliciter en Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: 266 Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: M8-FG1 M8-FG2 M8-FGIT Naam: Funct.gespr.1 Funct.gespr.2 Funct.gespr.Int.toets Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Toont Hbo werkhouding 11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Zie onderstaand beoordelingsformulier Functioneringsgesprekken, niveau 2. Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende. Het functioneringsgesprek in het kader van de integrale toets propedeuse wordt afgetekend indien de integrale toets van de propedeuse is behaald. Het functioneringsgesprek in het kader van de integrale toets propedeuse wordt afgetekend indien de integrale toets van de propedeuse is behaald. Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 267 1 examinator voor de beoordeling (SLBer). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk course 8M Naam: ………………………………………………………………….……….. Gerelateerd aan comp/ indicatoren 1.2.3, 2.2.1., 4.1.3., 2.1.3., 5.2.3., 6.2.1. 11.1.4, 11.2.3 2.2.2. 2.2.1., 2.2.3, 2.2.4 2.2.5.; 4.1.2., 4.2.1 5.2.3. Klas: ………………………… Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en Kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. Student heeft een actieve werkhouding, is gemotiveerd. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen; Kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; en voert meerdere experimenten tegelijkertijd uit (multitasking); Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij. 2.1.5. 7.2.2. 7.2.3., 7.3.2 De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Past zich aan gewijzigde omstandigheden aan. 4.1.1, 5.2.2. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. 5.2.1., 5.2.3. Onvoldoende Voldoende Goed Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria Alle voorberekeningen Voorbereiding en antwoorden/ Theorie voorstellen zijn correct. - 0 - 10Niet voldaan -12- De meeste voorbere-keningen en antwoorden / voorstellen zijn correct -16Voldaan Voldoet niet aan minstens één criterium: Voldoet aan alle criteria -0-, -6-, -12- of -18- -24- Experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen -32- Experimentele Labwerk resultaten komen altijd Praktijk overeen met theoretische verwachtingen -40- Loopt vaak uit Loopt soms uit Loopt nooit uit -0- -2- -3- Niet voldaan Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. 268 Uitmuntend Aantal punten -20- Is buitengewoon efficiënt -5- Voldaan Niet voldaan 3.2.1., 3.2.2., 3.2.3., 3.1.4., De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de 5.2.3., 6.2.1. geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. 5.2.3., 6.2.1. Datum: ………………….. Voldaan Voldoet niet De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten. De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist. -0-5- -10- -20- -0-4- -6- -8- De resultaten-analyse, Labjournaal conclusie en Meetrapport foutendiscussie zijn juist en buitengewoon helder. -25-10- Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10 en overal aan voldaan Feedback Naam en paraaf beoordelaar 269 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Plan van aanpak (ijzer in volbloed m.b.v. AAS) Naam: ……………………………………………………….………….……….. Klas: ………………………… Datum: ………………….. Plan van aanpak Ontwerpen van een werkprotocol voor een medisch-analytische bepaling (ijzer in volbloed mbv AAS). 1.2.1., 1.2.2., 1.2.3., 1.2.4. De student identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 7.2.1. Voldaan Niet voldaan De student zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Voldaan Niet voldaan De student formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Voldaan Niet voldaan De student integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur, materialen en chemicaliën) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles) Voldaan Niet voldaan De student maakt de juiste voorberekeningen Voldaan Niet voldaan De student plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan dat ook door andere studenten uitgevoerd kan worden Voldaan Niet voldaan Aan alle 6 criteria voor het werkprotocol moet voldaan zijn als voorwaarde om het bijbehorende experiment uit te voeren. Feedback Naam en paraaf beoordelaar 270 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Poster course 8M Namen (groep): ....................................................... Gerelateerd aan competentie/ Klas: .................... Datum: ……………. Beoordelingscriteria Onvoldoende Voldoende Volledig/ goed 0 0 3 4 5 8 0 0 0 0 7 3 7 3 12 6 12 5 1 3 4 1 3 4 1 1 1 3 3 3 4 4 4 Leesbaar op 2 m afstand Beschrijft gegevens zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor grafieken en tabellen met een juiste titel. Rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl 1 1 3 3 4 4 1 3 4 1 3 4 Discussie (16 punten) De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen. Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag. De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner. 2 5 8 1 3 4 1 3 4 indicator 6.2.1., 1.2.2 8.1.3., 8.2.4., 8.2.5. Inhoud Morfologie van het virus Replicatie van het virus Interactie van virus met de gastheer (infectie en immuunreactie) Ziektebeeld veroorzaakt door het virus Diagnostiek van het virus Medicatie en preventie Opmaak (36 punten) De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Richtlijnen: Zo weinig mogelijk tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal. Goed leesbaar, leuke achtergrond maar niet overheersend Goede pakkende titel Duidelijke structuur, geen zoekplaatje! Plaatjes leuken de poster op, niet te overheersend. Totaal aantal punten Cijfer (aantal punten / 10) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 271 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Interviewverslag C8M Namen (groep): ....................................................... Klas: .................... Datum: ……………. Evaluatie criteria Content Een lopend verslag, geen vraag antwoord. Inleiding (doel interview, wie is geïnterviewd door wie en een overzicht van de thema's uit het verslag). Inhoudelijke beoordeling van de thema's. De tekst is ingedeeld in thema’s, die voorzien zijn van een titelkopje. Afsluiting met daarin van iedere student een persoonlijke conclusie (wat heeft dit interview mij opgeleverd voor de verdere keuzes in mijn studie en wat vond ik van het werk van deze laborant/onderzoeker en deze organisatie wat spreekt mij aan en wat niet). Stijl Correct gebruik van spelling, zinsopbouw en interpunctie. Max aantal punten Gescoord aantal punten V / NV Knock out 15 V / NV 50 15 10 Juiste indeling in paragrafen en alinea's. 10 Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling: (total aantal punten / 10) 10 Feedback Naam en paraaf beoordelaar 272 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier onderzoeksverslag course 8M (in de vorm van een wetenschappelijk artikel) Naam: …………………………………………. Klas: ………………. Gerelateerd aan comp./ indicator . 1.2.2 1.2.2 2.2.1 2.2.1 2.2.2 3.2.1 1.2.3., 2.2.1 3.1.2, 3.2.2 3.1.2, 5.2.3 3.2.3. 3.2.4 3.2.4. 6.2.1. 6.2.1. Datum: ………………. Beoordelingscriteria Max aantal punten Inhoud Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Inleiding (max 12 pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel van het onderzoek. Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende methodes: Real-time PCR Materiaal en Methodes (max 20 pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen. * Is een lopend bondig verhaal en geen opsomming van protocollen en materialen De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles en markers. Resultaten (max 20 pt) Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. (minder dan 6 punten: k.o.) Resultaten dienen zowel in woord als in beeld beschreven te zijn. Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel/de reden van het (deel)experiment. Geeft een korte conclusie/interpretatie van de PCR/gelelectroforese resultaten zodat de beschrijving van het volgende experiment logisch aansluit. Discussie (max 13 pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en de hiervoor uitgevoerde experimenteren. Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Concludeert op basis van resultaten en conclusies van deelexperimenten over de centrale onderzoeksvraag. Vergelijkt en bediscussieert deze met verwachtingen en literatuurwaardes. Conclusie (max 10 pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies voorstellen voor vervolgexperimenten. Schrijfvaardigheden (max 20 pt) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. 273 5 5 3 4 10 5 5 12 k.o. 5 3 5 5 3 5 5 5 5 Behaald aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 6.2.1. 1.2.2., 6.2.1. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.* 5 Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). 5 100 Cijfer (aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en minstens 55% van de punten voor criteria gemarkeerd met * behaald zijn. Feedback Naam en paraaf beoordelaar 274 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 2 Naam: ………………………………………………..………….. Klas: ……………….Datum: ………………. niet voldaan 9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden: Agenda: Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld. De agenda is volgens afspraken op tijd verspreid. De agenda omvat de gewenste bespreekpunten en is overzichtelijk. Voorzitterschap: De student leidt de agenda in en bewaakt de agenda. De student geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te houden. De student vat belangrijke punten regelmatig samen. Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt en laat deelnemers standpunten inbrengen. De student stimuleert dat iedereen naar elkaars standpunten luistert. Zorgt dat er besluiten worden genomen en afspraken genotuleerd worden. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening tutor 275 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Notulen Jaar 2 Naam: …………………………………………….……..….. Klas: ………………. Competentie 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2: Vermelding: Aanwezigen, datum, plaats, tijd vergadering, voorzitter en notulist. Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt. Iemand die niet bij de vergadering is geweest moet de kern er uit op kunnen maken. Informatie is in heldere taal weergegeven. Actielijst is toegevoegd. Notulen zijn volgens afspraken op tijd verspreid. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening tutor 276 niet voldaan Datum: ………………. voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam: ……………………………..…………..……….. Klas:…………………. Gerelateerd aan comp. indicatoren Datum: ……………………….. Beoordelingscriteria Niet voldaan Inhoud: Criteria voor onderzoekspresentatie n.v.t. De student geeft het doel van de presentatie aan. De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct. Presentatie: 6.2.3 Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe. De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe. Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie. Maakt oogcontact met het publiek. Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar. 6.2.3, 8.1.4, 8.2.5 Discussie: Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek. Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. Eindbeoordeling Alle criteria zijn voldaan Feedback Naam en handtekening beoordelaar 277 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP, niveau 2. Naam: …………………………………………………………………. Klas: ……………………… POP niveau 2 Goed INHOUD Er is een persoonlijke sterkte- zwakte analyse gemaakt. Gemotiveerd wordt aan welke competenties de student expliciet wil werken. Persoonlijke leervragen of leerdoelen zijn SMART uitgewerkt. Er is een actieplan. De resultaten worden in de vorm van producten beschreven. Het tijdspad is reëel. VORM Heldere stijl van formulering. POP ziet er verzorgd uit. Eindoordeel Feedback Naam en paraaf beoordelaar 278 Datum: ………………… Voldoende Onvoldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 2 Naam: ………………………………………………………….. Competentie-indicator Klas: ………………. Beoordelingscriterium 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich aan hieraan. De student maakt zelfstandig afspraken, komt deze na en heeft zich voorbereid. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. De student kan aantonen dat hij/ zij actief aan de in zijn/haar POP beschreven leerdoelen gewerkt heeft. 5.2.3.Beheert en archiveert gegevens in labjournaal en i.v.t. andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. In het portfolio zijn de documenten overzichtelijk gearchiveerd en duidelijk gekoppeld aan de competenties die ermee bewezen worden. De student kijkt methodisch kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen en formuleert hoe hij/ zijn hier in de toekomst mee om wil gaan. Hij/zij reflecteert zowel op studiehouding als op beroepscompetenties. De student toont een actieve houding en motivatie. Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn studie en kan zich daarbij aanpassen aan verschillende omstandigheden. Hij/zij handelt integer. 11.2.5. Toont hbo-werkhouding: handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn) Feedback: Naam en handtekening SLB-er: 279 Datum: ……………. Niet voldaan Voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier coaching In te vullen door SLB-er Naam: ………………………………………………………………… Klas: ……………… Goed Beschrijving van activiteiten en daarbij horende verantwoording besteedde uren. Student heeft minimaal 10 uur aan coaching besteed. N.v.t. Ingevulde evaluatieformulier(en) zijn aanwezig. N.v.t. Het coachingsverslag ziet er verzorgd uit. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach bereidde de bijeenkomst(en) goed voor.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan mijn niveau.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach was goed in staat mij te motiveren.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach luisterde goed naar mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach stelde vragen aan mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach liet mij uitpraten.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft twee tips en twee tops geformuleerd naar aanleiding van het coachingstraject. Eindoordeel Feedback Naam en paraaf SLB-er 280 Datum: …………….. Voldoende Onvoldoende Niet aanwezig Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier coaching, niveau 2 (in te vullen door gecoachte). Naam student: ………………………………. Klas: ………………………… Goed Datum: ………………………………….. Voldoende De coach bereidde de bijeenkomsten goed voor. De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan jouw niveau. De coach gaf constructieve feedback. De coach was goed in staat om mij te motiveren. De coach daagde mij uit om te leren van mijn fouten. Met de coach kon ik goede afspraken maken. Eindoordeel 281 Onvoldoende. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1 2 3 4 5 6 7 8 Titel OWE Code Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, Studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen 9 Algemene omschrijving 10 Competenties 11 Beoordelingscriteria 12 Tentaminering Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1 M9 Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, studierichting Medisch, afstudeerrichting medische microbiologie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek n.v.t. Literatuurverslag (L) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 5-8, met name OWE 6 (Medische diagnostiek: bacteriële infecties) De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend. OWE 6M en OWE 8M zijn met redelijk succes gevolgd en er is voldaan aan de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE6. Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht. Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan het tot stand komen van dit product. In OWE 6 uit het 2e studiejaar van de medische opleiding is kennis gemaakt met de medische microbiologie. In het derde studiejaar, tijdens de specialisatie van de major medische microbiologie, vindt een verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en van de theoretische en praktische vaardigheden op het gebied van de medisch microbiologische diagnostiek. Daarbij is er ook aandacht voor serologische technieken en voor moleculair biologische technieken. De nadruk in deze OWE ligt op het zelfstandig uitvoeren van diagnostisch onderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een verscheidenheid aan technieken en waarbij een beroep wordt gedaan op een gedegen kennis van dit vakgebied. -Experimenteren -Resultaten analyseren -Kwaliteitsbeheer -Beheer en administratie -Rapporteren en presenteren -Planmatig en projectmatig werken -Samenwerken in team -Professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor kenmerken deeltentamens, beoordelingscriteria, competenties en indicatoren Deeltentamens M9-P Praktijk (P) M9-T Thematoets (T) M9-K Kennistoets (K) M9-L Literatuurverslag (L) M9-IPV IPV Weging Eindcijfer: (2*T + 2*K+ 2*P+L)/7 Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)-tentamens 282 IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. Periode 1, herkansing periode 2. Voor deelname aan deeltentamens IPV Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase en P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) 13 Verplichte literatuur 14 Aanbevolen literatuur 15 16 Software Overig materiaal 17 18 Activiteiten Werkvormen Praktijkhandleiding Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2008). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Washington, C.W., Allen, S.D. (2006). Koneman’s Color Atlas and Textbook of Diagnostic Microbiology, (6th revised ed.) Philadelphia PD: Lippincott Williams & Wilkins. ISBN: 9780781730143 Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en kliniek, deel 1, (Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media, ISBN: 9077423427 Mutsaers, J.A.E.M., e.a. (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en kliniek, deel 2, (Heron reeks), (4e herziene druk), Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423431 Polderman A.M., (2005). Medische Parasitologie,(Heron reeks), Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9077423141 Shors T., (2013). Understanding Viruses, second edition Burlington MA: Jones and Bartlett Publishers, ISBN: 9781449648923 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950 Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004). Zakwoordenboek der geneeskunde, Amsterdam: Reed Business Education (voorheen: Elsevier Gezondheidszorg). ISBN: 9789062284207 Kirchmann, L.L., Kirchman, L.L., (2012). Anatomie en fysiologie van de mens, (17e herziene druk), Amsterdam: Reed Business, ISBN: 9789035234550 Scholar In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint en video. Zie werkvormen Ondersteunend vak Antimicrobiële middelen Algemene microbiologie Infectiepreventie en ziekenhuishygiëne Kwaliteitszorg Werkwijze: hoorcollege/werkcollege Speciële virologie Ondersteunend vak Virologie Werkwijze: hoorcollege/werkcollege Ondersteunend vak Mycologie Algemene en specifieke Mycologie Werkwijze: hoorcollege/werkcollege Ondersteunend vak Parasitologie Algemene en specifieke Parasitologie Werkwijze: hoorcollege/werkcollege Ondersteunend vak Moleculaire diagnostiek PCR, probes en primers In situ hybridisatie Real time PCR en multiplex-PCR Sequencing Moleculaire diagnostiek in de medische microbiologie Toepassing bioinformatica tools Werkwijze: hoorcollege/werkcollege 283 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Basistechnieken determinatie en antimicrobiële gevoeligheden. Macroscopische en microscopische morfologie van micro organismen Moleculaire diagnostiek Medisch microbiologische diagnostiek van het bloed en bloedvaten Medisch microbiologische diagnostiek van het spijsverteringssysteem Virologie Ondersteunend vak Praktijk medische microbiologie Werkwijze: practicum met ondersteuning van expert 19 20 21 Les- / Contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Geprogrammeerde contacttijd: 28 lesuren per week; 195 lesuren per periode = 146 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 274 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 1 n.v.t. 284 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 9: Medische diagnostiek: medische microbiologie 1 (M9) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: M9-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Indicatoren Beoordelingscriteria Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. Competentie 10: Adviseren 10.2.1. Vertaalt wensen naar praktische eisen. Infectiepreventie en ziekenhuishygiëne: De student: heeft kennis van sterilisatie en desinfectie met fysische en chemische middelen. heeft kennis van gebruik en toepassing van fysische en chemische middelen. kan enkele methoden ter controle van sterilisatie- en een desinfectieprocessen benoemen. is bekend met de principes van epidemiologisch onderzoek. kent de bronnen van besmetting. kan de besmettingsroutes benoemen. kan de belangrijkste factoren benoemen die een rol spelen bij het ontstaan van ziekenhuisinfecties. is bekend met de epidemiologie van ziekenhuisinfecties. kan diverse typen ziekenhuisinfecties benoemen. is op de hoogte van de preventie van ziekenhuisinfecties. kent de rol van het bacteriologisch laboratorium. Antimicrobiële therapie: De student: kan de werkingsmechanismen waarop antimicrobiële middelen op het microorganisme ingrijpen uitleggen. is bekend met resistentieproblematiek. kent de moleculair-biologische achtergronden van resistentieontwikkeling. kan factoren benoemen die de keuze van antimicrobiële middelen bepalen. kent het onderscheid tussen therapeutisch en profylactisch gebruik van antimicrobiële middelen. kent methoden ter bepaling van de gevoeligheid van bacteriën. In de context van: Risico management en kwaliteitscontrole in de microbiologie Antimicrobiële middelen Infectiepreventie en ziekenhuishygiëne Kwaliteitszorg Algemene en specifieke Mycologie Algemene en specifieke Parasitologie Algemene en specifieke Virologie Moleculaire diagnostiek Basistechnieken determinatie en antimicrobiële 285 Waardering / Cesuur Thematoets De contextonderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets: Toetsmatrijs: 15-25% antimicrobiële middelen 10-20% mycologie 10-20% parasitologie 15-25% virologie 10-15% kwaliteit 10-15% infectiepreventie en ziekenhuishygiene 0-10% moleculaire diagnostiek 55% van de te behalen punten is een 5,5 (voldoende). Examinatoren 2 examinatoren voor de toets constructie en de evaluatie (Coursetrekker, Praktijkdocent). 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 gevoeligheden. Macroscopische en microscopische morfologie van micro organismen Medisch microbiologische diagnostiek Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - heeft kennis ten aanzien van het spectrum en werkingsmechanisme van chemotherapeutica en antibiotica, tuberculostatica en fungistatica. Virologie: De student: kan algemene kenmerken, structuur en classificaties van virussen benoemen. kan uitleggen hoe de vermenigvuldiging van virussen verloopt. kent transmissieroutes van virussen, pathogenese en de afweer tegen virussen. is bekend met methoden voor detectie en analyse van virussen. kent de methoden van laboratoriumdiagnostiek van virusinfecties. kan moleculaire technieken in de virologie benoemen en kent de principes. kent de werkingsprincipes van antivirale middelen en vaccins. kent de kenmerken, ziektebeelden, pathogenese, laboratoriumdiagnostiek, immunisatie van belangrijke virusinfecties. kent de kenmerken, ziektebeelden, pathogenese, laboratoriumdiagnostiek, immunisatie van actuele virusinfecties. Parasitologie: De student: kent de betekenis van de begrippen gastheerparasiet, monoxeen-polyxeen (heteroxeen), definitieve gastheer-tussengastheer, trofozoiet-cyste. is bekend met de principes van diagnostiek: direct preparaat, kleuringen en concentratiemethoden. is bekend met frequent en sporadisch voorkomende parasieten bij immuun competente personen. is bekend met: frequent voorkomende parasieten bij immuun deficiënte personen. kent de indeling van protozoa. kent belangrijke inheemse en uitheemse protozoa met bijbehorende infecties. kent de indeling van de flagellata. kent de belangrijke inheemse en uitheemse 286 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase flagellaten met bijbehorende infecties. kent de indeling van sporozoa. kent de belangrijke inheemse en uitheemse sporozoa met bijbehorende infecties. kent de indeling van de wormen. kent de belangrijke inheemse en uitheemse wormen met bijbehorende infecties. kan antiparasitaire middelen en hun werkingsmechanismen benoemen. Mycologie De student: is bekend met schimmelinfecties bij de mens. is bekend met systematiek van schimmels. is bekend met bouw en voortplanting van schimmels en gisten. is bekend met fungistatica en hun toepassingsgebied. is bekend met methoden waarmee materiaal van patiënten op schimmels wordt onderzocht. is bekend met methoden waarmee schimmels worden geïsoleerd en gedetermineerd. kent de microscopische morfologie van schimmels en gisten. is bekend met isolatie-methoden en de macroscopische morfologie. is op de hoogte van de kenmerkende eigenschappen voor determinatie. kent de ziekte resp. de ziektebeelden die kunnen worden veroorzaakt. kan microscopische en macroscopische morfologie beoordelen en op basis hiervan de schimmels determineren. is bekend met Speciële mycologie: Candida, Cryptococcus neoformans, Histoplasma capsulatum, Blastomyces dermatitidis, Coccidoides immitis, dermatofyten, saprofyten. Kwaliteit De student: heeft kennis van kwaliteitszorg van laboratoria heeft kennis van 1e, 2e en 3e lijns kwaliteitscontroles. heeft kennis van het kwaliteitssysteem Moleculaire diagnostiek - 287 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M9-K Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple Choice Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student heeft kennis: van nucleïnezuren van DNA en RNA isolatie van technieken om DNA en RNA te analyseren over primers en primer-ontwerp over probes en probe-ontwerp over labels en reporters die gebruikt worden bij primers en probes over nucleïnezuur-hybridisatie over de amplificatie van nucleïnezuren over de chemie van PCR reacties over de efficiëntie van PCR reacties over real-time PCR over kwaliteit en controles bij PCR-technieken van DNA sequencen en NGS van moleculaire diagnostiek in de medische microbiologie over typeren en bijbehorende gebruikte technieken over verschillende bio-informatica tools over huidige en toekomstige ontwikkelingen Moleculaire diagnostiek De student heeft kennis: van nucleïnezuren; van DNA en RNA isolatie; van technieken om DNA en RNA te analyseren; over primers en primer-ontwerp; over probes en probe-ontwerp; over labels en reporters die gebruikt worden bij primers en probes; over nucleïnezuur-hybridisatie; over de amplificatie van nucleïnezuren; over de chemie van PCR reacties; over de efficiëntie van PCR reacties; over real-time PCR; over kwaliteit en controles bij PCRtechnieken; van DNA sequencen en NGS; van moleculaire diagnostiek in de medische microbiologie; over typeren en bijbehorende gebruikte technieken; over verschillende bio-informatica tools; 288 Kennistoets Toetsmatrijs: 100% moleculaire diagnostiek 2 examinatoren voor de toets constructie en de evaluatie (Coursetrekker, Praktijkdocent). Cesuur: 70% 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M9-P Naam: Praktijk Vorm: Individueel Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 praktijklessen bestrijkt. Competentie 10: Adviseren 10.2.1. Vertaalt wensen naar praktische eisen. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten). 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.2 Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase over huidige en toekomstige ontwikkelingen. Beoordeling Praktijk Niveau 3 (zie beoordelingsformulier) Praktijktoets: Bestaat uit toets over 2 dagen waarbij kennis, vaardigheden en inzicht worden getoetst met betrekking tot: - bacteriologie; basistechnieken, macroscopische en microscopische morfologie, antimicrobiële gevoeligheden; - parasitologie; microscopische morfologie; - infecties van het bloed en bloedvaten; - infecties van het spijsverteringssysteem. Beoordeling praktijk volgens beoordelingsformulier praktijk waarbij geldt 55% van de te behalen punten is een 5,5 (voldoende) Praktijktoets waarbij geldt 55% van de te behalen punten is een 5,5 (voldoende) Cijfer P is het gemiddelde van Beoordeling praktijk (weging 1) en Praktijktoets (weging 3). Een 5,5 is een voldoende. 289 2 examinatoren voor constructie en evaluatie van de praktijktoets (Coursetrekker/Praktijkdocent). 1 examinator voor de beoordeling van de praktijktoets (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) 5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. In de context van: Bacteriologie Macroscopische en Microscopische morfologie Basistechnieken -determinatie -resistentie Parasitologie Bloedparasieten Intestinale parasieten -Moleculaire technieken -Microscopie en concentratietechnieken Moleculaire diagnostiek PCR Sequencing 290 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M9-L Naam: Literatuurverslag Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M9-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 6: Rapporteren 6.3.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier Literatuurverslag 55% van de te behalen punten is een 5,5. 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent/coursetrekker). De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een beoordeling “voldaan” 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). In de context van actuele en toekomstige ontwikkelingen van technieken en toepassingen in de medische microbiologische diagnostiek inclusief de moleculaire diagnostiek en de serologische diagnostiek Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief conflicten actief op te lossen. 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. 291 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS). 292 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk M9 Naam student:……………………………………..……. Gerelateerd aan competenties/ indicatoren 2.3.1., 2.2.2., 2.1.3., 5.2.3., 6.2.1. 2.2.3 2.3.2. 2.2.1., 2.2.4, 2.2.6.; 4.1.2. 2.3.4. 2.3.5. 2.3.6. Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) Studentnr.: ………………….……. Onvoldoende Voldoende Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria - 0 - 8- -12- Klas: ………………… Goed Datum: ………………………………… Uitmuntend De meeste voorbereAlle voorberekeningen en keningen en antwoorden/ voorstellen zijn antwoorden / correct. voorstellen zijn correct -16-20- Niet voldaan Voldaan - kiest zelfstandig benodigde experimentele controles De student voert experimenten zodanig uit dat duploen/of triplo-metingen met elkaar overeen komen; kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Voldoet niet aan minstens één criterium: Voldoet aan alle criteria experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen -0-, -8-, -12- of -16- -24- -32- -40- Loopt vaak uit Loopt soms uit Loopt nooit uit Is buitengewoon efficiënt -10- - 0-4 - -6- -8- werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) 2.1.6, 7.2.2. 4.1.1, 5.2.2. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. Niet voldaan voldaan 293 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1. 5.2.3., 6.2.1. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Niet voldaan Voldoet niet -0-8- -0-4- Voldaan De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten. -12- De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist. -16- De resultaten-analyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist en buitengewoon helder. -20- -6- -8- -10- Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 294 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Literatuurverslag M9-L Naam student: …………………………………..…………………. Student nr.: …………………………………. Klas: …………………………………. Datum: …………………………… Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar. Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen. LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is. Lieratuur onderzoek(35 punten) Competentie Trefwoord onvoldoende Definiëren van achtergrondinformatie en aanvullende vragen (1.2.1., 1.3.2.) Punten: bovengemiddeld De student identificeert de relevante aspecten van het onderwerp dat in het review besproken wordt. excellent De selectie van onderwerpen/aspecten die besproken worden is zeer relevant 0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 Selecteren van literatuur (1.3.1. (1.2.2.)) voldoende De student selecteert natuurwetenschappelijk literatuur de relevant is voor het onderwerp. 295 De student verzamelt een brede selectie aan relevante literatuur en kan deze in het verslag correct integreren. Aantal gegeven punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 0……….…3……….….…6………..….….9….……………….…10…….…………….…..…12………......……..…..13…..…………………...............15 Samenhang (1.3.5.) Analyse resultaten(25 punten) Punten: De onderwerpen die in het De manier waarop de review review besproken worden verwijst naar de groter context plaatst de student in een is zeer logisch en bondig. grotere context m.b.t onderzoek en maatschappelijke betekenis. 0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..……………..……..............10 De discussie van de literatuur is wetenschappelijk correct. Wetenschappelijke discussie (3.3.5.) Punten: Conclusies (3.3.3) Punten: 0…………3……….….…6………..….….9….……………….…10…….……………….…..…12………......……..…..13…..………………...............15 De student concludeert over de stand van de kennis in het onderzoeksveld, mogelijke toekomstige vragen en geeft advies (indien van toepassing) … en de conclusie is logisch gebaseerd op de algemene introductie van het onderwerp en op verschillende specifieke aspecten die in het verslag aan de orde gekomen zijn 0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 Rapporteren (30 puten) Schrijven (6.2.1/6.3.1): spelling, zinsbouw en wetenschappelijke stijl: Punten: Het rapport bevat weinig maar structurele fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Het rapport bevat zeer weinig fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. 0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Structuur Punten: … en de informatie uit verschillende bronnen is logisch gecombineerd Het review begint met een algemenen inleiding op het thema en de onderwerpen die besproken worden, gevolgd door een gestructureerde discussie van de specifieke onderwerpen. Het rapport eindigt met een algemene conclusie gebaseerd op de specifieke onderwerpen Er is een goed samenhangende en logische overgang tussen de verschillende delen van het rapport. 0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 296 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Afbeeldingen en tabellen Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Afbeeldingen en/of tabellen worden gebruikt om de bootschap te visualiseren en te ondersteunen. Ze bevatten beschrijvingen die duidelijk zonder de tekst te moeten lezen. 0…………1………….…2…………………..3….……..……………………………………………….……4………………………………………..…………...………..5 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Samenvatting Punten: De samenvatting is een afspiegeling van de inhoud van het rapport. De samenvatting geeft bondig de inhoud van het rapport weer. …. en wekt het interesse van de lezer om het hele rapport te lezen 0…………………2…………………..3….……..………………………………….……4……………………...………..5 Totaal aantal punten (max. 90 punten te behalen) Aanvullend commentaar Cijfer student: Tekst en afbeeldingen dragen optimaal bij aan het vertellen van één verhaal. ………… (aantal punten/9) Naam en paraaf docent: 297 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1 2 3 4 5 6 7 8 Titel OWE Code Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, Studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen 9 Algemene omschrijving 10 Competenties 11 Beoordelingscriteria 12 Tentaminering Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2 M10 Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, studierichting Medisch, afstudeerrichting medische microbiologie niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek n.v.t. Onderzoeksverslag qPCR project (V) 15 stp 420 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 9 De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend. OWE 6M, OWE 8M en OWE9M zijn met redelijk succes gevolgd en er is voldaan aan de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE6M. Voor beoordeling praktijk (P) is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht. Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan het tot stand komen van dit product. Werktitel: Medische microbiologische diagnostiek 2 In OWE 6 uit het 2e studiejaar van de medische opleiding is kennis gemaakt met de medische microbiologie. In het derde studiejaar, tijdens de specialisatie van de major medische microbiologie, vindt een verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en van de theoretische en praktische vaardigheden op het gebied van de medische microbiologische diagnostiek. Daarbij is er ook aandacht voor serologische technieken en voor moleculair biologische technieken. De nadruk in deze OWE ligt op het zelfstandig uitvoeren van diagnostisch onderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een verscheidenheid aan technieken en waarbij een beroep wordt gedaan op een gedegen kennis van dit vakgebied. -Ontwerpen van experimentele opzet -Experimenteren -Resultaten analyseren -Kwaliteitsbeheer -Beheer en administratie -Rapporteren en presenteren -Planmatig en projectmatig werken -Samenwerken -Adviseren -Sturen van de professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor kenmerken deeltentamens, beoordelingscriteria, competenties en indicatoren Deeltentamens M10-P Praktijk (P) M10-T Thematoets (T) M10-K Kennistoets (K) M10-V Onderzoeksverslag (V) M10-Pr Presentatie (Pr) M10-IPV IPV Weging Eindcijfer: (2*T+ 2*P + 2*K + V + Pr)/8 Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en de 298 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 13 Verplichte literatuur 14 Aanbevolen literatuur 15 16 Software Overig materiaal 17 18 Activiteiten Werkvormen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase cijfers voor de toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. Frequentie (deel)tentamens Periode 2, herkansing periode 3 Voor deelname aan deeltentamens IPV en P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Praktijkhandleiding van de OWE Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Washington, C.W., Allen, S.D. (2006). Koneman’s Color Atlas and Textbook of Diagnostic Microbiology, (6th revised ed.) Philadelphia PD: Lippincott Williams & Wilkins. ISBN: 9780781730143 Knecht, N.M., Doornbos, L., (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en kliniek, deel 1, (Heron reeks), (3e druk), Utrecht: Syntax Media, ISBN: 9077423427 Mutsaers, J.A.E.M., e.a. (2006). Bacteriologie voor het laboratorium en kliniek, deel 2, (Heron reeks), (4e herziene druk), Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423431 Polderman A.M., (2005). Medische Parasitologie,(Heron reeks), Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9077423141 Shors T., (2013). Understanding Viruses, second edition Burlington MA: Jones and Bartlett Publishers, ISBN: 9781449648923 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950 Jochems A.A.F., Joosten, F.W.M.G., Coelho, M.B., (2004). Zakwoordenboek der geneeskunde, Amsterdam: Reed Business Education (voorheen: Elsevier Gezondheidszorg). ISBN: 9789062284207 Kirchmann, L.L., Kirchman, L.L., (2012). Anatomie en fysiologie van de mens, (17e herziene druk), Amsterdam: Reed Business, ISBN: 9789035234550 Scholar In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Taxonomie en nomenclatuur Ondersteunend vak Systematische bacteriologie Gram-positieve coccen en staven Gram-negatieve coccen en staven Spirillen en overigen Ondersteunend vak Tractus diagnostiek Werkwijze: hoorcollege / werkcollege Medisch microbiologische diagnostiek van verschillende orgaansystemen (tracti); Diverse serologische bepalingen Ondersteunend vak Medische microbiologie Werkwijze: hoorcollege / werkcollege Macroscopische en microscopische morfologie van micro organismen Tractus diagnostiek Werkwijze: praktijk met ondersteuning van expert Ondersteunend vak qPCR project Moleculaire diagnostiek van infectieziekten Werkwijze: praktijk met ondersteuning van hoorcollege/werkcollege 299 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 19 20 21 Les- / Contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Geprogrammeerde contacttijd: 27 lesuren per week; 186 lesuren per periode = 140 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 280 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 2 n.v.t. 300 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 10: Medische diagnostiek: medische microbiologie 2 (M10) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: M10-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel, Schriftelijk Open vragen. Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Indicatoren Beoordelingscriteria Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. Competentie 10: Adviseren 10.1.1. Vertaalt wensen naar praktische eisen. De student heeft met bepaling tot bacteriën kennis van: Taxonomie; Microscopische en macroscopische morfologie; Isolatie (eventueel met gebruik van selectieve voedingsbodems); Groeieigenschappen; Determinatie, biochemische eigenschappen en antigene structuur; Gevoeligheidsbepaling, te verwachten gevoeligheidspatroon, de gebruikelijke antibiotica die voor therapie worden toegepast en eventuele resistentieproblematiek. In de context van: Algemeen; Taxonomie en nomenclatuur Gram-positieve coccen en staven Gram-negatieve coccen en staven Spirillen en overigen Medisch microbiologische diagnostiek van verschillende orgaansystemen (tracti) Diverse serologische bepalingen Macroscopische en microscopische morfologie van micro organismen De student is bekend met onderstaande bacteriën: Enterobacteriaceae; Pseudomonas - Vibrio - Campylobacter - Non fermenters; Kleine Aerobe Gram- negatieve staven; obligaat Anaerobe bacteriën; Gram - positieve kokken; Gram - negatieve kokken; Gram - positieve staven; Mycobacterium; Actinomyces en nocardia; Mycoplasmatales; Spirochetales. De student heeft kennis van onderstaande infecties per orgaansysteem, met in begrip van (beknopte) symptomatologie, beloop en complicaties: - Urineweginfecties; - infecties van de lagere luchtwegen; - infecties van de hogere luchtwegen; - infecties van het maagdarmkanaal; - infecties van het centraal zenuwstelsel; - infecties van de huid en weke delen; - intra-abdominale en intra-thoracale infecties; - infecties van botten en gewrichten; - infecties van de tractus genitalis; 301 Waardering / Cesuur De context-onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets. M10-T Thematoets: 60-70% Medisch microbiologische diagnostiek van verschillende orgaansystemen (tracti) 10-20% moleculaire diagnostiek 10-20% antimicrobiële middelen Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. Examinatoren 2 examinatoren voor de toets constructie en de evaluatie (Coursetrekker, praktijkdocent). 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M10-K Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - sepsis en endocarditis; - de epidemiologie van infecties en infectieziekten, zowel binnen als buiten het ziekenhuis; - de principes van antimicrobiële behandeling en de talrijke antibiotica en chemotherapeutica welke daartoe worden gebruikt; - melding infectieziekten zoals wettelijk is vastgelegd. De student heeft met bepaling tot bacteriën kennis van: Taxonomie; Microscopische en macroscopische morfologie; Isolatie (eventueel met gebruik van selectieve voedingsbodems); Groeieigenschappen; Determinatie, biochemische eigenschappen en antigene structuur; Gevoeligheidsbepaling, te verwachten gevoeligheidspatroon, de gebruikelijke antibiotica die voor therapie worden toegepast en eventuele resistentieproblematiek. De student is bekend met onderstaande bacteriën: Enterobacteriaceae; Pseudomonas - Vibrio - Campylobacter - Non fermenters; Kleine Aerobe Gram- negatieve staven; obligaat Anaerobe bacteriën; Gram - positieve kokken; Gram - negatieve kokken; Gram - positieve staven; Mycobacterium; Actinomyces en nocardia; Mycoplasmatales; Spirochetales. De student heeft kennis van onderstaande infecties per orgaansysteem, met in begrip van (beknopte) symptomatologie, beloop en complicaties: - Urineweginfecties; - infecties van de lagere luchtwegen; - infecties van de hogere luchtwegen; - infecties van het maagdarmkanaal; - infecties van het centraal zenuwstelsel; - infecties van de huid en weke delen; 302 M-10-K Kennistoets: 100% Systematische bacteriologie Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 2 examinatoren voor de toets constructie en de evaluatie (Coursetrekker, praktijkdocent). 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - Code: M10-P Naam: Praktijk Vorm: Individueel Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien intra-abdominale en intra-thoracale infecties; infecties van botten en gewrichten; infecties van de tractus genitalis; sepsis en endocarditis; de epidemiologie van infecties en infectieziekten, zowel binnen als buiten het ziekenhuis; - de principes van antimicrobiële behandeling en de talrijke antibiotica en chemotherapeutica welke daartoe worden gebruikt; - melding infectieziekten zoals wettelijk is vastgelegd. Beoordeling praktijk Niveau 3 (zie onderstaand beoordelingsformulier). Praktijktoets: Bestaat uit toets over 2 dagen waarbij kennis, vaardigheden en inzicht worden getoetst met bepaling tot: bacteriologie; basistechnieken, macroscopische en microscopische morfologie; mycologie; basistechnieken, macroscopische en microscopische morfologie; serologie; tractus diagnostiek. 303 Cijfer P is gemiddelde van Beoordeling praktijk (weging 1) volgens beoordelingsformulier praktijk (55% van de te behalen punten is een 5,5) en Praktijktoets (weging 3) 55% van de te behalen punten is een 5,5 Beoordeling praktijk moet ≥ 5.5 Beoordeling Praktijktoets moet ≥ 4.5 Voor een voldoende moet het gemiddelde van praktijk en praktijktoets volgens bovenstaande weging minimaal 5.5 zijn. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie van de praktijktoets (Coursetrekker/Praktijkdocent). 1 examinator voor de beoordeling van de praktijk en praktijktoets (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten). 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren 6.3.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; 304 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. Code: M10-V M10-Pr Naam: V: Onderzoeksverslag Pr: Presentatie Vorm: V: Schriftelijk Groep Pr: Mondeling Groep Weging: V: 1 Pr: 1 Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen 10.2.2. adviseert over methode nadat meerdere alternatieven zijn getest en presenteert onderbouwde keuze M10-V: Zie onderstaand beoordelingsformulier onderzoeksverslag Voor een voldoende (5.5) moet 55% van de punten behaald zijn. 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker/Praktijkdocent). Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). M10-Pr: Zie onderstaand beoordelingsformulier presentatie. In de context van moleculaire diagnostiek van infectieziekten. Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M10-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; 305 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief conflicten actief op te lossen. 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 306 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk M10-P Naam student: ………………………………………… Gerelateerd aan competenties/ indicatoren 2.3.1., 2.2.2., 2.1.3., 5.2.3., 6.2.1. 2.2.3 2.3.2. 2.2.1., 2.2.4, 2.2.6.; 4.1.2. 2.3.4. 2.3.5. 2.3.6. Studentnr.: ………………………….. Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) Klas: ………………… Onvoldoende Voldoende Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria - 0 - 8Niet voldaan -12- Voldoet niet aan minstens één criterium: Voldoet aan alle criteria Goed Datum: ………………………… Uitmuntend De meeste Alle voorberevoorberekeningen en keningen en antwoorden/ antwoorden / voorstellen zijn voorstellen zijn correct. correct -16-20voldaan - kiest zelfstandig benodigde experimentele controles De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo-metingen met elkaar overeen komen; kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen -0-, -8-, -12- of -16- -24- Loopt vaak uit Loopt soms uit Loopt nooit uit - 0-4 - -6- -8- experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen -32-40- lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) 2.1.6, 7.2.2. 4.1.1, 5.2.2. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en Niet voldaan 307 voldaan Is buitengewoon efficiënt -10- Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1. 5.2.3., 6.2.1. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit. Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten Niet voldaan Voldaan Voldoet niet De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten. -0-8- -12- -0-4- -6- Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 308 De resultatenDe resultatenanalyse, conclusie analyse, conclusie en en foutendiscussie zijn foutendiscussie juist en zijn juist. buitengewoon helder. -16-20-8- -10- Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst onderzoeksverslag M10-V Naam student: ……………………..……………………… Student nr: ……………………… Klas: …….………… Datum: ………………………….. LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Onvoldoende voldoende bovengemiddeld Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) Vormgeving (15 pnt) vormgeving Punten Taalgebruik samenvatting (7 pnt) Punten Inleiding (10 pnt) 0………………1…………………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5 Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) Inleiding Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. 0……………………..……5………………….6………….………………7………….……………………..………….….10 De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. samenvatting Punten: excellent 0……………………..…..…………..…3…….…..…………..…………...5...………….…..…..………..................7 -De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. 309 … Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. Aantal gegeven punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Punten: Materialen en methoden middenstuk(29 pnt) Punten: resultaten Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…………………..……..………..………10 - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. 0………..…….…………………………….7…………….…...………10…………………….………………….…………15 Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. 0………..………..……6……………......8……..…………….………..……….9.…………………………....…………10 Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten: 0……..…1…………….………..….…...2……..………………….…...3…………….…..…….…………....……………4 - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. conclusie afsluiting (25 pnt) Punten: discussie 0……….……………2………..…….5……………....6……..……………...7..……..……………………....……………9 - Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data 310 Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Punten: 0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8 Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten Gehantee rde bronnen (4 pnt) Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst , literatuur Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 Aantal punten totaal Cijfer Aantal punten / 9 311 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Feedback Naam en paraaf beoordelaar 312 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst presentatie M10-Pr Naam student: ……………………..……………………… Student nr: ……………………… Klas: …….………… Datum: ………………………….. Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden, indien alle onderdelen voldoende zijn komt dit overeen met 40 punten. Competentie Presenteren Presenteren Indicator 6.3.2 6.3.2; 8.1.3, 8.1.4 onvoldoende voldoende Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten: - past correcte spelling en grammatica toe - beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen Spreekt duidelijk en verstaanbaar Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt, maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek Laat anderen uitpraten 1.3.2, 1.3.4, 1.3.5, , 3.1.4, 3.2.4., 3.3.1, 3.3.2, , 3.3.3, 3.3.4, 4.1.3, 11.1.3 De presentatie bevat de volgende onderdelen: Doel Methode Resultaten Discussie/conclusive Aanbevelingen over vervolg onderzoek Subtotaal (1) 40 punten ja/nee 313 Zeer goed De inhoud is basaal en het onderwerp wordt soms onderbouwd door argumenten. De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en vaak onderbouwd door argumenten De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en altijd onderbouwd door argumenten Inhoud presentatie is gedetailleerd, juist en gerelateerd aan onderwerp 8.2.4, 8.3.2 De student heeft kennis van het onderwerp 2.3.1, 3.2.4, 3.3.4, 3.3.5, 6.3.2, Heeft basale kennis van het onderwerp. Kan vragen beantwoorden door gedeelten van de presentatie te herhalen. Geeft geen extra informatie. Heeft kennis van het onderwerp en kan de vragen beantwoorden Kan aanvullende informatie geven indien gevraagd. Laat een gedegen kennis zien van het onderwerp. Gebruikt de vragen om zijn kennis te tonen van het onderwerp. Laat zien een expert te zijn op het onderwerp. 6.3.2 Het gebruik van (multi) is gevarieerd. Tabellen en grafieken hebben niet altijd een relatie met het doel. Het gebruik van (multi) media is sterk gevarieerd. Tabellen en grafieken ondersteunen de relatie met het doel. Het gebruik van (multi) media is zeer gevarieerd (animatie). Tabellen en grafieken verhelderen het doel. De presentatie (Powerpoint) heeft een professionele uitstraling. Gebruik van de multmedia (Powerpoint) middelen. Subtotaal (2) Subtotaal (1) Totaal: sub 1+2 Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback: 314 Zeer goed goed goed voldoende voldoende Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Niet of onvoldoende aangetoond indicator Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 0 5 12 20 0 8 20 25 0 2 8 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Naam en paraaf beoordelaar 315 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 11: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 1 M11 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting Medisch, afstudeerrichting Cytohistopathologie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Literatuurverslag (L) 15 stp 420 SBU OWE 11M en OWE 12M maken deel uit van de specialisatie cyto-histopathologie. Er vindt een verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en de praktische vaardigheden op het gebied van de cytohistopathologie. Ook is er aandacht voor moleculair biologische technieken en immunologische technieken en is er aandacht voor onderzoeksvaardigheden om voorbereid te zijn te participeren in onderzoeken op het gebied van cytohistopathologie. De competenties die in deze OWE aan de orde zijn, zijn op niveau 2 geoefend. OWE 5M en OWE 8M zijn met redelijk succes gevolgd en er is voldaan aan de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE 5M 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Voor beoordeling praktijk (P) aanwezigheid van alle praktijklessen verplicht. Voor beoordeling van IPV aanwezigheid van alle Tutorlessen verplicht. Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan het tot stand komen van dit product. Werktitel: Cytohistopathologie 1 De bestudering van genetische, biochemische, functionele en vooral de cytohistopathologische aspecten van ziekte en de cytohistotechniek staan centraal in deze OWE - Experimenteren - Analyseren onderzoeksresultaten - Rapporteren / presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Beheer en administratie - Samenwerken - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria, competenties en indicatoren 12. Tentaminering Deeltentamens Weging Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens M11-Pc Praktijk cytologie (Pc) M11-Tc Theorie cytologie (Tc) M11-Ph Praktijk histologie (Ph) M11-T Thematoets (T) M11-K Kennistoets (K) M11-L Literatuurverslag (L) M11-IPV IPV Eindcijfer : (2*T+ 2*K + Pc +Tc+Ph+L)/8 IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. Periode 1, herkansing periode 2 Voor deelname aan deeltentamens IPV en P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) 316 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 13. Verplichte literatuur 14. 15. 16. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal 17. 18. Activiteiten Werkvormen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Praktijkhandleiding van de OWE Stevens, A., Lowe, J., (2005). Human Histology. Third edition Elsevier Mosby . ISBN: 0323036635 Grauw, M. de,red., (2001). Gynaecologische cytologie. Leusden: Vereniging Analisten Pathologie. ISBN: 9789080558847 Bancroft, J.D., & M. Gamble, e.d. (2013). Theory and practice of histological techniques , (seventh edition). New York, NY: Elsevier Health Sciences. ISBN: 9780702042263 Rubin, R., Strayer, D.S., (2014) Rubin's Pathology: Clinicopathologic Foundations of Medicine (Seventh Edition) Philadelphia PD: Lippincott Williams and Wilkins. ISBN: 9781451183900 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry, (3th revised ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN: 9780323071550 Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2008). Exact Communiceren, (5e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423578 In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Risico management en kwaliteitscontrole in de Cyto/histotechniek histopatologie Veiligheid in het histopathologisch laboratorium Fixatie Uitsnijkamer Tissue processing Microtomie Histologische kleuringen Bindweefsel en kleuringen Nucleinezuren en proteïnes Amyloid Koolhydraten Vetkleuringen Kleuren van mineralen en pigmenten Kleuringen voor het neuro-endocriene systeem, cytoplasmische granules en organellen Botkleuringen Micro-organismen Ondersteunend vak Cytologie Ondersteunend vak Algemene pathologie Werkwijze: hoorcollege/praktijk Cytodiagnostiek Werkwijze: praktijk Immuunpathologie Celdood Celschade Inflammatie Erfelijke afwijkingen Neoplasieën 317 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Tumor biologie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Ondersteunend vak Speciële pathologie Ondersteunend vak Moleculaire diagnostiek Nieren en Urinewegen Ademhaling Circulatie en hart Lever, galwegen en pancreas Spijsverteringskanaal Gynaecologische Pathologie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Moleculair biologische technieken waaronder PCR, probes en primers In situ hybridisatie Real time PCR en multiplex-PCR Sequencing Moleculaire diagnostiek Toepassing bioinformatica tools 19. Les- / Contacturen Werkwijze: hoorcollege / werkcollege Geprogrammeerde contacttijd: 25 lesuren p/week; 175 lesuren p/periode = 131 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:289 klokuren 20. 21. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Totaal: 420 klokuren Periode 1 n.v.t. 318 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 11: Medische diagnostiek: Cytologie en histopathologie 1 (M11) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: M11-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden 2.1.2. maakt voorberekeningen Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek 3.2.2. trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt Competentie 10: Adviseren 10.2.1. vertaalt wensen naar praktische eisen De student kan onderstaande tekenen, benoemen en verklaren: Bouw en functie van cellen en organellen Bouw en functie van primaire weefsels Bouw en functie van organen: Nieren en Urinewegen Ademhaling Circulatie en hart Lever, galwegen en pancreas Spijsverteringskanaal Vrouwelijk genitaalstelsel en mamma Milt en thymus Bouw en functie van bloedvaten en lymfevaten; kan de volgende processen beschrijven en theoretisch verantwoorden: Fixatie, tissue processing, inbedden en snijden Deparaffineren en rehydratie, kleuren van weefsels Antigenen- antilichamen, immunologie en enzymhistochemie; kan de basisstappen van een protocol voor een kleuring of weefselbehandeling uitleggen en de student kan beargumenteren of een onbekend protocol geschikt is voor het aantonen of bewerken van weefsels; kan controles benoemen en uitleggen waarvoor deze gebruikt worden in de verschillende contextgebieden; kan berekenen hoeveel van een stof nodig is om bepaalde kleuringen/incubaties uit te voeren of juiste fixaties toe te passen; kan op basis van gegeven eindconcentraties en concentraties van stockoplossingen de samenstelling van buffers/fixeer of incubatiemedia berekenen; kiest de juiste buffer voor incubaties met enzymen en of andere stoffen zoals antilichamen; beschrijft de resultaten van een kleurreactie, vergelijkt deze met verwachtingen en trekt een conclusie; plant werkzaamheden op basis van een bekend protocol; De context-onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets: Cyto/histo-techniek-50% Alg. /Spec. Pathologie 25% Moleculaire diagn. 25% In de context van: Risico management en kwaliteitscontrole in de histopathologie Veiligheid in het histopathologisch laboratorium Fixatie Uitsnijkamer Tissue processing Microtomie Histologische kleuringen Bindweefsel en kleuringen Nucleinezuren en proteïnes Amyloid Koolhydraten Vetkleuringen Kleuren van mineralen en pigmenten Kleuringen voor het neuro-endocriene systeem, 319 Bij 55% van de punten is het een voldoende. Examinator 2 examinatoren voor toetsconstructie en evaluatie(Coursetrekker iom tutoren en praktijkdocenten). 1 examinator voor beoordeling (Indien meerdere docenten de toets beoordeeld kijkt elke docent zijn eigen onderdeel na). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 cytoplasmische granules en organellen Botkleuringen Micro-organismen Immuunpathologie Celdood Celschade Inflammatie Erfelijke afwijkingen Tumor biologie Nieren en Urinewegen Ademhaling Circulatie en hart Lever, galwegen en pancreas Spijsverteringskanaal Gynaecologische Pathologie (kwantitatieve) PCR Multiplex PCR Sequencing Detectie van repeats Southern Blot Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase heeft kennis over veiligheidsmaatregelen op basis van MSDS; begrijpt voor- en nadelen van verschillende bepalingen en past het experiment hierop aan; kan het principe van microtomie en kleuringen uitleggen en uitspraak doen over de geschiktheid van deze methodes voor een weefsel met bekende eigenschappen; maakt op basis van de eigenschappen van een weefsel een opzet wat mogelijk is op het gebied van antigeniciteit, fixatie en morfologie; heeft inzicht in de aanschaf van reagentia op basis van de prijs en geschiktheid voor de gewenste toepassing. 320 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M11-K Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple Choice Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: Risico management en kwaliteitscontrole in de histopathologie Veiligheid in het histopathologisch laboratorium Fixatie Uitsnijkamer Tissue processing Microtomie Histologische kleuringen Bindweefsel en kleuringen Nucleinezuren en proteïnes Amyloid Koolhydraten Vetkleuringen Kleuren van mineralen en pigmenten Kleuringen voor het neuro-endocriene systeem, cytoplasmische granules en organellen Botkleuringen Micro-organismen Immuunpathologie Celdood Celschade Inflammatie Erfelijke afwijkingen Tumor biologie Nieren en Urinewegen Ademhaling Circulatie en hart Lever, galwegen en pancreas Spijsverteringskanaal Gynaecologische Pathologie (kwantitatieve) PCR Multiplex PCR Sequencing Detectie van repeats Southern Blot Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student heeft kennis van onderstaande onderdelen: bouw en functie van cellen en organellen; bouw en functie van primaire weefsels; bouw en functie van organen; nieren en urinewegen; ademhaling; circulatie en hart; lever, galwegen en pancreas; spijsverteringskanaal; vrouwelijk genitaalstelsel en mamma; milt en thymus; bouw en functie van bloedvaten en lymfevaten. De student kan de volgende processen beschrijven en theoretisch verantwoorden: fixatie, tissue processing, inbedden en snijden; deparaffineren en rehydratie, kleuren van weefsels; antigenen- antilichamen, immunologie en enzymhistochemie. Moleculaire diagnostiek De student heeft kennis: van nucleïnezuren; van DNA en RNA isolatie; van technieken om DNA en RNA te analyseren; over primers en primer-ontwerp; over probes en probe-ontwerp; over labels en reporters die gebruikt worden bij primers en probes; over nucleïnezuur-hybridisatie; over de amplificatie van nucleïnezuren; over de chemie van PCR reacties; over de efficiëntie van PCR reacties; over real-time PCR; over kwaliteit en controles bij PCR-technieken; van DNA sequencen en NGS; van moleculaire diagnostiek in de medische microbiologie; over typeren en bijbehorende gebruikte technieken; over verschillende bio-informatica tools; over huidige en toekomstige ontwikkelingen. 321 Cesuur: 70% juiste antwoorden is een 5,5. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M11-L Naam: Literatuurverslag Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 6: Rapporteren 1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek 6.3.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3) Zie onderstaand beoordelingsformulier “Lit. verslag course 11M”. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden 2.1.2. maakt voorberekeningen 2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen 2.3.3. voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht 2.2.5. doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) 2.3.6. maakt zich technieken snel eigen Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; 3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid 3.2.3. discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden 3.1.4. bediscussieerd de uitvoering en de resultaten van het experiment Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course 11M”. Zie onderstaand beoordelingsformulier “Lit. verslag course 11M”. 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Bij 55% van de punten is het een voldoende. Vorm: Individueel schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M11-Ph Naam: Praktijk histotechniek Vorm: individueel Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course 11M”. Bij 55% van de punten is het een voldoende. 322 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M11-Pc Naam: Praktijktoets cytodiagnostiek Vorm: Individueel Schriftelijk Praktijk Weging: 1 Beoordeling: 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels 4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten) 4.1.3 gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten 4.3.2 houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze 5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) 5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. 7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk 7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij 7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden 7.3.1. plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden 2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen 2.3.3. voert experimenten (microscopiseren) zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet 2.2.5. doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) 2.3.6. maakt zich technieken snel eigen Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Cytodiagnostiek I: de gynaecologische cytodiagnostiek De student kan de volgende processen beschrijven en theoretisch verantwoorden; 1. medische terminologie 2. classificatie en codering volgens het KOPAC-systeem 3. hormonale celbeeld: 3.1. prepuberaal 3.2. cyclusperioden 3.3. zwangerschap/postpartum 3.4. postmenopauze 3.5. hormonale stoornissen 4. normaal cervixbeeld: (gedurende de menstruele cyclus) 4.1. oppervlakkige en intermediaire plaveiselcellen 4.2. endocervicale cilindrische cellen en micropoliepjes 323 Theorie bestaat uit 10 open vragen en wordt afgenomen gedurende 2 lesuren. Het praktijktentamen m.b.v. microscoop bestaat uit 10 ongestipte preparaten en wordt afgenomen gedurende twee en half klokuren (15 min. per prep.). De antwoorden dienen te bestaan uit diagnose, KOPAC-codering en PAPClass. 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M11-Tc Naam: Theorietoets cytodiagnostiek Vorm: Individueel open vragen schiftelijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 methoden de analyse van de resultaten uit; 3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid 3.2.3. discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden 3.1.4. voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.) Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels 4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten) 4.1.3 gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze 5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) 5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk 7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij 7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden In de context van: cytodiagnostiek Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 4.3. 5. 6. 6.1. 6.2. 6.2. 6.3. 6.4. 7. 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 8. 8.1. 8.2. 8.3. 9. 10. 11. endometrium tijdens de eerste cyclushelft contaminanten onvoldoende kwaliteit sterke bloedbijmenging ontstekingscomponent te weinig plaveiselepitheel vrijwel alleen cylinderepitheel slechte fixatie/kleuring benigne Neoplasmen squameuze metaplasie hyperkeratose parakeratose reparatiereactie ontstekingen aspecifiek specifiek chronisch atypie van het plaveiselepitheel atypie van de squameuze metaplasie dysplasie (niet verhoornend, verhoornend en metaplastisch) 11.1. geringe dysplasie 11.2. matige dysplasie 11.3. ernstige dysplasie 12. carcinoma in situ Concrete doelstellingen De student: heeft kennis over de afnametechnieken, de verwerking van het materiaal en kleurtechniek; kan goed om gaan met lichtmicroscoop; weet welke cellen fysiologisch in een gynaecologisch uitstrijke voorkomen en deze kunnen herkennen; weet wat het begrip squameuze metaplasie inhoudt en squameus metaplastische cellen herkennen; kan ontstekingsbeelden herkennen en de verschillende ontstekingsorganismen onderscheiden; kent de cytologische beelden bij verschillende benigne aandoeningen (b.v. reparatiereactie, hyperkeratose) kunnen herkennen; weet welke contaminanten voorkomen; heeft kennis van de invloed van de geslachtshormonen op het epitheel en weten welke celbeelden men kan aantreffen tijdens de verschillende levensfasen, tijdens de menstruele cyclus en tijdens hormonale stoornis- 324 Bij 55% van de punten is het een voldoende. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase sen; heeft inzicht in de morfogenese van het cervixcarcinoom; kan de premaligne afwijkingen in een gynaecologisch uitstrijkje herkennen; kan de celbeelden bij de verschillende primaire carnicomen van het vrouwelijk genitale stelsel herkennen; heeft kennis van de verschillende iatrogene effecten en de daarbij passende celbeelden; weet welke de high-risk groepen zijn bij de verschillende maligne tumoren vaa het vrouwelijk genitaal stelsel; weet wat kwalitatief goed materiaal is en inzien welk materiaal ongeschikt is om beoordeeld te worden; kan de koppeling leggen tussen de klinische gegevens van de patiënt en de cytologische bevindingen; kan een correcte formulering en een duidelijke conclusie geven; kan classificatie en herhalingsadviezen geven. De student: is minimaal 80% van de volledige bijeenkomsten aanwezig (k.o.); heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; Code: M11-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: voldaan Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. houdt zich aan regels 8.2.1. maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan 8.3.1. herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af 8.1.2. heeft een duidelijk inbreng in de groep Communicatie communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie: 8.2.3. neemt initiatief voor gesprek 8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner 8.1.4. laat andere uitpraten 8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden 8.3.2. sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen 8.3.3. houdt gespreksdoel in het oog 8.1.6. staat open voor en geeft feedback 8.2.6. toont initiatief conflicten actief op te lossen 8.3.4. weet goed met conflicten om te gaan 325 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 326 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Praktijk course 11M – niveau 3 Naam: …………………………………………………. Gerelateerd aan competenties/ indicatoren 2.3.1., 2.1.2., 4.1.3. 5.2.3., 6.2.1. 2.3.2. 2.3.1., 2.3.6.; 4.1.2. . 2.3.3. 2.3.4. Studentnr.: …………………………. Beoordelingscriterium De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. 2.1.5, 7.2.2. De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. 5.2.1., 5.2.3. Goed Uitmuntend Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria De meeste voorbere-keningen en antwoorden / voorstellen zijn correct -16- Alle voorberekeningen en antwoorden/ voorstellen zijn correct. experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen - 0 - 10Niet voldaan Voldoet aan alle criteria -0-, -6-, -12- of -18- -24- Loopt vaak uit Loopt soms uit Loopt nooit uit - 0-5 - -6- -8- De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. -32- Niet voldaan De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Niet voldaan 327 -20- -12voldaan - Voldoet niet aan minstens één criterium: werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) 4.1.1, 5.2.2. Voldoende voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet 2.3.5 Datum: ………………………………….. Onvoldoende De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen; kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; Klas: …………………………. -40- voldaan Voldaan Is buitengewoon efficiënt -10- Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken. Voldoet niet De resultatenanalyse, conclusie bevatten fouten. De resultatenanalyse, conclusie zijn juist. -12- -16- -6- -8- De resultaten-analyse, conclusie zijn juist en buitengewoon helder. -20- -0-105.2.3., 6.2.1. Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. -0-4- Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 328 -10- Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Literatuurverslag course 11M Naam: …………………………….……………… Gerelateerd aan competentie/ indicator 6.3.1 Klas: …………………… Datum: …………………………… Beoordelingscriteria Max aantal punten Inhoud Inleiding + layout -De carcinogenese (eventueel om inzicht in tumoren te krijgen) -De ontwikkeling van oxazafosforines als chemotherapeuticum (achtergrond) 10 Cyclofosfamide, De klinische toepassing 6.2.1. 6.2.1. 6.3.1. 1.3.2., 6.2.1. 6.2.1. 6.3.1. 6.2.1. Het metabolisme (achtergronden met structuurformules etc.) Transport en resistentie CPA in relatie tot andere oxazafosforinen Cytotoxische bijwerkingen 10 10 10 10 Bijlages, Formules etc. + literatuurbronnen 10 Opmaak hanteert correcte spelling, grammatica (als Engels: volgens Oxford English Dictionary), zinsbouw en wetenschappelijke stijl. brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten: Binnen de verschillende secties (Inleiding, M&M, Resultaten, Discussie) zijn de aspecten in een voor de lezer logische en makkelijk te bevatten volgorde gepresenteerd. is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen (niveau II) Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen. (Niveau III) 5 5 5 rapport omvat een literatuurlijst (min. 10 ref.). In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst 10 beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting (max. 250 woorden) die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Verschillende specifieke secties zoals materiaal/methode, resultaten (pat. Studies), discussie, Conclusie, Bronnenlijst/literatuur. 5 5 5 Totaal aantal punten; 100 Eindcijfer = totaal / 10 Feedback 10 Naam en paraaf beoordelaar 329 Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamen s Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2 M12 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Studierichting Medisch, afstudeerrichting Cytohistopathologie, Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. 15 stp 420 SBU OWE 11M en OWE 12M maken deel uit van de specialisatie cyto-histopathologie. Er vindt een verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en de praktische vaardigheden op het gebied van de cytohistopathologie. Ook is er aandacht voor moleculair biologische technieken en immunologische technieken en is er aandacht voor onderzoeksvaardigheden om voorbereid te zijn te participeren in onderzoeken op het gebied van cytohistopathologie. De competenties die in deze OWE aan de orde zijn, zijn op niveau 2 geoefend. OWE 5M en OWE 8M zijn met redelijk succes gevolgd en er is voldaan aan de aanwezigheidsplicht bij de praktijk van OWE 5M Voor beoordeling praktijk (P) aanwezigheid van alle praktijklessen verplicht. Voor beoordeling van IPV aanwezigheid van alle Tutorlessen verplicht. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Voor beoordeling van Presentatie / verslag voldoende inbreng en deelname vereist aan het tot stand komen van dit product. Werktitel: Cytohistopathologie 2 OWE 11M en deze OWE maken deel uit van de specialisatie cytohistopathologie. Er vindt verbreding en verdieping plaats van de theoretische kennis en de praktische vaardigheden op het gebied van de cytohistopathologie. Ook komen moleculair biologische technieken en immunologische technieken aan bod en is er aandacht voor onderzoeksvaardigheden om voorbereid te zijn te participeren in onderzoeken op het gebied van cytohistopathologie. De bestudering van genetische, biochemische, functionele en vooral de cytohistopathologische aspecten van ziekte en de cyto-histotechniek staan centraal in deze OWE. - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Analyseren onderzoeksresultaten - Rapporteren / presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Beheer en administratie - Samenwerken - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren 12. Tentaminering Deeltentamens Weging M12-Pc Praktijk cytologie (Pc) M12-Tc Theorie cytologie (Tc) M12-Ph Praktijk histologie (Ph) M12-T Thematoets (T) M12-K Kennistoets (K) M12-IPV IPV Eindcijfer : (2*T + 2*K + Ph + Pc + Tc)/7 330 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens 13. Verplichte literatuur 14. 15. 16. 17. 18. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. Periode 2, herkansing periode 3 Voor deelname aan deeltentamens IPV en P is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) Praktijkhandleiding van de OWE Stevens, A., Lowe, J., (2005) Human Histology. Third edition Elsevier Mosby . ISBN: 0323036635 Grauw, M. de,red., (2001) Gynaecologische cytologie. Leusden: Vereniging Analisten Pathologie. ISBN: 9789080558847 Bancroft, J.D., & M. Gamble, e.d. (2013). Theory and practice of histological techniques , (seventh edition). New York, NY: Elsevier Health Sciences. ISBN: 9780702042263 Rubin, R., Strayer, D.S., (2014) Rubin's Pathology: Clinicopathologic Foundations of Medicine (Seventh Edition) Philadelphia PD: Lippincott Williams and Wilkins. ISBN: 9781451183900 Van Pelt-Verkuijl, E., Van Leeuwen, W.B. (2013). Moleculaire diagnostiek, (Heron reeks), 2e druk. Utrecht, Syntax media. ISBN: 9789077423950 Rijkers, G.T., F.G.M. Kroese & C.G.M. Kallenberg (2009). Immunologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031342631 Meisenberg G., Simmons, W.H. (2011). Principles Of Medical Biochemistry, (3th revised ed.). Amsterdam: Reed Bussiness (voorheen Elsevier Health Sciences). ISBN: 9780323071550 Laan, A., van der, Kooij, R., van der (2008). Exact Communiceren, (5e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423578 In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Enzymhistochemie Cyto/histotechniek Immunohistochemie Immunofluorescentie Tissue microarray Kwantitatieve morfologie PCR In situ hybridisatie Laser microdissectie Electronenmicroscopie Weefselbewerking Ondersteunend vak Pathologie Werkwijze: hoorcollege/praktijk Genen, mutaties en pathologie Technieken in de moleculaire pathologie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege 331 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Ondersteunend vak Speciële cytohistopathologie Moleculaire diagnostiek Ondersteunend vak Cytologie 19. Les- / Contacturen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zenuwweefsel Endocriene systeem Huid Bloedvormende organen en bloedcellen Bot- en steunweefsel Spierweefsel Mannelijk genitaal stelsel Werkwijze: hoorcollege/werkcollege In situ Hybridisatie Immunofenotypering/Immunologie Translationeel/moleculaire diagnostiek Proteonomics Klinische genetica Werkwijze: workshop Cytodiagnostiek Werkwijze: praktijk Geprogrammeerde contacttijd: 25 lesuren p/week; 175 lesuren p/periode = 131 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:289 klokuren 20. 21. Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Totaal: 420 klokuren Periode 2 n.v.t. 332 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 12: Medische diagnostiek: cytologie en histopathologie 2 (HM-cou12) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: M12-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 2 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Competenties met indicatoren Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden 2.1.2. Maakt voorberekeningen Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek 3.2.2. trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels 4.1.3. gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.1. plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan Competentie 10: Adviseren 10.1.1. vertaalt wensen naar praktische eisen In de context van: Risico management en kwaliteitscontrole in de histopathologie Veiligheid in het histopathologisch laboratorium Enzymhistochemie Immunohistochemie Immunofluorescentie Tissue microarray Kwantitatieve morfologie Beoordelingscriteria De student kan onderstaande tekenen, benoemen en verklaren: bouw en functie van cellen en organellen; bouw en functie van primaire weefsels; bouw en functie van organen; zenuwweefsel; endocriene systeem; huid; bloedvormende organen en bloedcellen; bot en spierweefsel; mannelijk genitaal stelsel; bloedvaten en lymfevaten; hart, atheroslerose en hartinfarct; spijsverteringskanaal; nieren, lever, long, milt en thymus. De student kan de volgende processen beschrijven en theoretisch verantwoorden: fixatie, tissue processing, inbedden en snijden; deparaffineren en rehydratie, kleuren van weefsels; antigenen- antilichamen, immunologie en enzymhistochemie. De student kan de basisstappen van een protocol voor een kleuring of weefselbehandeling uitleggen en beargumenteren of een onbekend protocol geschikt is voor het aantonen of bewerken van weefsels; kan de controles benoemen en uitleggen waarvoor deze gebruikt worden in de verschillende contextgebieden; kan de berekenen hoeveel van een stof nodig is om bepaalde kleuringen/incubaties uit te voeren of juiste fixaties toe te passen; kan de op basis van gegeven eindconcentraties en concentraties van 333 Waardering / Cesuur De context-onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets: Cyto/histo-techniek-50% Alg. /Spec. Pathologie 25% Moleculaire diagn. 25% Eindcesuur: score gedeeld door maximale score maal 10 Bij 55% van de punten is het een voldoende. Examinator 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 PCR In situ hybridisatie Laser microdissectie Electronenmicroscopie Genen, mutaties en pathologie Technieken in de moleculare pathologie Alg. pathologie Immuunpathologie Aanpassingen aan schade, celdood Neoplasieën Celdood Celschade Inflammatie Erfelijke afwijkingen Tumor biologie Bouw en functie onderstaande systemen; Zenuwweefsel Endocriene systeem Huid Bloedvormende organen en bloedcellen Bot en spierweefsel Mannelijk genitaal stelsel In situ Hybridisatie Immunofenotypering Immunologie Klinische genetica Proteonomics Cytodiagnostiek Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase stockoplossingen de samenstelling van buffers/fixeer of incubatiemedia berekenen; kan de juiste buffer kiezen voor incubaties met enzymen en of andere stoffen zoals antilichamen; kan de resultaten van een kleurreactie beschrijven, vergelijkt deze met verwachtingen en trekt een conclusie; plant werkzaamheden op basis van een bekend protocol; heeft kennis over veiligheidsmaatregelen op basis van MSDS; begrijpt voor- en nadelen van verschillende bepalingen en past het experiment hierop aan; kan het principe van microtomie en kleuringen uitleggen en uitspraak doen over de geschiktheid van deze methodes voor een weefsel met bekende eigenschappen; maakt op basis van de eigenschappen van een weefsel een opzet wat mogelijk is op het gebied van antigeniciteit, fixatie en morfologie; heeft inzicht in de aanschaf van reagentia op basis van de prijs en geschiktheid voor de gewenste toepassing. 334 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M12-K Naam: Kennistoets Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple Choice Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: Risico management en kwaliteitscontrole in de histopathologie Veiligheid in het histopathologisch laboratorium Enzymhistochemie Immunohistochemie Immunofluorescentie Tissue microarray Kwantitatieve morfologie PCR In situ hybridisatie Laser microdissectie Electronenmicroscopie Genen, mutaties en pathologie Technieken in de moleculare pathologie Alg. pathologie Immuunpathologie Aanpassingen aan schade, celdood Neoplasieën Celdood Celschade Inflammatie Erfelijke afwijkingen Tumor biologie Bouw en functie onderstaande systemen: -Zenuwweefsel; -Endocriene systeem; -Huid; -Bloedvormende organen en bloedcellen; -Bot en spierweefsel; -Mannelijk genitaal stelsel. In situ Hybridisatie Immunofenotypering Immunologie Proteonomics Klinische genetica Cytodiagnostiek Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student heeft kennis van:: bouw en functie van cellen en organellen; bouw en functie van primaire weefsels; bouw en functie van organen; zenuwweefsel; endocriene systeem; huid; bloedvormende organen en bloedcellen; bot en spierweefsel; mannelijk genitaal stelsel; bloedvaten en lymfevaten; hart, atheroslerose en hartinfarct; spijsverteringskanaal; nieren, lever, long, milt en thymus. De student kan de volgende processen theoretisch verantwoorden: fixatie, tissue processing, inbedden en snijden; deparaffineren en rehydratie, kleuren van weefsels; antigenen- antilichamen, immunologie en enzymhistochemie; moleculaire diagnostiek / Translationeel. 335 Cesuur: 70% juiste antwoorden is een 5,5. 2 examinatorenvoor constructie en evaluatie. 1 examinatorvoor de beoordeling. (Coursetrekker). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M12-Ph Naam: Praktijk histotechniek Vorm: Individueel Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.3.1. zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek 1.3.2. formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses 1.3.3. integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles) Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden 2.1.2. maakt voorberekeningen 2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen 2.3.3. voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht 2.2.5. doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) 2.3.6. maakt zich technieken snel eigen Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; 3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid 3.2.3. discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden 3.1.4. bediscussieerd de uitvoering en de resultaten van het experiment Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier “Praktijk course 12M”. Praktijk totaal moet 5,5 of meer zijn. Werkplanformulier wordt ingevuld tijdens de course én bij de praktijkeindtoets het beoordelingsformulier. Bij 55% van de punten is het een voldoende. 336 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels 4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten) 4.1.3 gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten 4.3.2 houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze 5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) 5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Competentie 6: Rapporteren 6.3.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3) Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken 7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk 7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij 7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden Competentie 10: Adviseren 10.2.2. adviseert over methode nadat meerdere alternatieven zijn getest en presenteert onderbouwde keuze 337 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M12-Pc Naam: Praktijktoets cytodiagnostiek Vorm: Individueel Schriftelijk Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M12-Tc Naam: Theorietoets cytodiagnostiek Vorm: Individueel Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden 2.3.2. zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen 2.3.3. voert experimenten (microscopiseren) zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet 2.2.5. doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) 2.3.6. maakt zich technieken snel eigen Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; 3.1.2. doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid 3.2.3. discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden 3.1.4. voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.) Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels 4.1.2. ijkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten) 4.1.3. gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze 5.2.2. draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) 5.2.3. beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Cytodiagnostiek I en II: de gynaecologische cytodiagnostiek De student kan de volgende processen beschrijven en theoretisch verantwoorden. 1. medische terminologie 2. classificatie en codering volgens het KOPAC-systeem 3. hormonale celbeeld: 3.1. prepuberaal 3.2. cyclusperioden 3.3. zwangerschap/postpartum 3.4. postmenopauze 3.5. hormonale stoornissen 4. normaal cervixbeeld: (gedurende de menstruele cyclus) 4.1. oppervlakkige en intermediaire plaveiselcellen 4.2. endocervicale cilindrische cellen en micropoliepjes 4.3. endometrium tijdens de eerste cyclushelft 5. contaminanten: 6. onvoldoende kwaliteit 6.3. sterke bloedbijmenging 6.4. ontstekingscomponent 6.2. te weinig plaveiselepitheel 6.3. vrijwel alleen cylinderepitheel 6.4. slechte fixatie/kleuring 7. benigne Neoplasmen: 7.1. squameuze metaplasie 7.2. hyperkeratose 7.3. parakeratose 7.5. reparatiereactie 8. ontstekingen: 8.1. aspecifiek 8.2. specifiek 8.3. chronisch 9. atypie van het plaveiselepitheel: 10. atypie van de squameuze metaplasie: 11. dysplasie (niet verhoornend, verhoornend en metaplastisch): 11.1. geringe dysplasie 11.2. matige dysplasie 11.3. ernstige dysplasie 12. carcinoma in situ 338 Het praktijktentamen m.b.v. microscoop bestaat uit 10 ongestipte preparaten en wordt afgenomen gedurende twee en half klokuren (15 min. per prep.). De antwoorden dienen te bestaan uit diagnose, KOPAC-codering en PAP-Class. Bij 55% van de punten is het een voldoende. Bij 55% van de punten is het een voldoende. 1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Open vragen Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Competentie 6: Rapporteren 6.2.1. rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk 7.2.3. ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij 7.2.4. speelt in op wijzigende omstandigheden In de context van: cytodiagnostiek Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 13. 13.1. 13.2. 13.3. 14. plaveiselcarcinoom: niet-verhoornend verhoornend kleincellig afwijking van het endocervicale cylinderepitheel: 14.1. enkele atypische cylindrische cellen 14.2. geringe, matige en ernstige atypie 14.3 adenocarcinoma in situ 14.4. adenocarcinoom van de cylinderepitheel 15. afwijkingen van het endometrium: 15.1. endometriumhyperplasie 15.2. endometriumcarcinoom 16. Iatrogene effecten: 16.1. diethylstilbestrol: 16.1.1. adenosis Vaginae 16.1.2. clear cell carcinoom 16.2. IUD 16.3. bestralingsveranderingen Concrete doelstellingen De student: heeft kennis over de afnametechnieken, de verwerking van het materiaal en kleurtechniek; kan goed om gaan met lichtmicroscoop; weet welke cellen fysiologisch in een gynaecologisch uitstrijkje voorkomen en deze kunnen herkennen; weet wat het begrip squameuze metaplasie inhoudt en squameus metaplastische cellen herkennen; kan ontstekingsbeelden herkennen en de verschillende ontstekingsorganismen onderscheiden; kent de cytologische beelden bij verschillende benigne aandoeningen (b.v. reparatiereactie, hyperkeratose) kunnen herkennen; weet welke contaminanten voorkomen; heeft kennis van de invloed van de geslachtshormonen op het epitheel en weten welke celbeelden men kan aantreffen tijdens de verschillende levensfasen, tijdens 339 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M12-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: voldaan Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. houdt zich aan regels 8.2.1. maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan 8.3.1. herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af 8.1.2. heeft een duidelijk inbreng in de groep Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie: 8.2.3. neemt initiatief voor gesprek 8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner 8.1.4.laat andere uitpraten 8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden 8.3.2. sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase de menstruele cyclus en tijdens hormonale stoornissen; heeft inzicht in de morfogenese van het cervixcarcinoom; kan de premaligne afwijkingen in een gynaecologisch uitstrijkje herkennen; kan de celbeelden bij de verschillende primaire carnicomen van het vrouwelijk genitale stelsel herkennen; heeft kennis van de verschillende iatrogene effecten en de daarbij passende celbeelden; weet welke de high-risk groepen zijn bij de verschillende maligne tumoren vaa het vrouwelijk genitaal stelsel; weet wat kwalitatief goed materiaal is en inzien welk materiaal ongeschikt is om beoordeeld te worden; kan de koppeling leggen tussen de klinische gegevens van de patiënt en de cytologische bevindingen ; kan een correcte formulering en een duidelijke conclusie geven; kan een classificatie en herhalingsadviezen geven. De student: is minimaal 80% van de volledige bijeenkomsten aanwezig (k.o.); heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking 340 Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”. 1 examinator voor de beoordeling (Tutor). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 8.3.3. houdt gespreksdoel in het oog 8.1.6. staat open voor en geeft feedback 8.2.6. toont initiatief conflicten actief op te lossen 8.3.4. weet goed met conflicten om te gaan Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 341 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulieren Praktijk 3e jaar Naam: …………………………………………………. Gerelateerd aan competenties/ indicatoren 2.3.1., 2.1.2., 4.1.3. 5.2.3., 6.3.1., 7.3.1 2.3.2. 2.3.1., 2.3.6.; 4.1.2. . 2.3.3. 2.3.4. 2.3.5 2.1.5, 7.2.2. 4.1.1, 5.2.2. Studentnr.: …………………………. Beoordelingscriterium Datum: ………………………………….. Onvoldoende Voldoende Goed Uitmuntend Afhankelijk aantal criteria dat mist Voldoet aan alle criteria Alle voorberekeningen en antwoorden/ voorstellen zijn correct. - 0 - 10Niet voldaan -12- De meeste voorberekeningen en antwoorden / voorstellen zijn correct -16voldaan - Voldoet niet aan minstens één criterium: Voldoet aan alle criteria -0-, -6-, -12- of -18- -24- experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen -32- experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen -40- Loopt vaak uit Loopt soms uit Loopt nooit uit - 0-5 - -6- -8- Is buitengewoon efficiënt -10- De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen; kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; Klas: …………………………. voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet -20- werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn. Niet voldaan 342 voldaan Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken. Niet voldaan Voldoet niet De resultatenanalyse en conclusie bevatten fouten. Voldaan De resultatenanalyse, conclusie zijn juist. -16- 5.2.3., 6.2.1. Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback Naam en paraaf beoordelaar 343 -0-10- -12- -0-4- -6- -8- De resultatenanalyse, conclusie zijn juist en buitengewoon helder. -20-10- Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE 13: Stage klinische cytologie M13Kc Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, studierichting Medisch, afstudeerrichting Cytohistopathologie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Stage POP Casus-verslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 30 stp 840 SBU De stage sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. Propedeuse is behaald. Minimaal 45 stp zijn behaald in het 2e studiejaar van de hoofdfase en de praktijkbeoordelingen in het tweede studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. OWEs die samenhangen met de major moeten voldoende zijn. Voor de afstudeerrichting Cyto-Histo-Pathologie is dit OWE 5M. 11. Beoordelingscriteria Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past bij jouw POP. - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken in een team - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens 9. 10. Algemene omschrijving Competenties Weging Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen M13Kc-P M13Kc-V M13Kc-PB M13Kc-TT M13Kc-PT M13Kc-Tgem Praktische werkzaamheden (P) Verslag (V) Portfolio-assessment (PB) Theorietoets klinische cytologie (TT) Praktijktoets klinische cytologie (PT) Gemiddelde theorietoets en praktijktoets (Tgem) (1 x cijfer portfolio-assessment + 2 x cijfer praktische werkzaamheden + 1 x cijfer verslag + 2 x Kc-Tgem) / 6 Het gemiddelde cijfer van de theorietoets klinische cytologie en praktijktoets klinische cytologie ≥ 5,5 waarbij de deelcijfers ≥ 5.0. De deeltentamens verslag, praktische werkzaamheden en portfolio moeten voldoende zijn. Het gemiddelde cijfer van de klinische cytologie theorie en 344 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen 15. 16. 17. 18. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase klinische cytologie praktijk ≥ 5,5 waarbij de deelcijfers ≥ 5.0. M13Kc-TT en PT: Periode 4, herkansing periode 4. Frequentie (deel)Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de tentamens laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Stagevoorbereidingsgids (Scholar) Stagegids (Scholar) Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen De Slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). Tijdens de stageperiode wordt de module Klinische Cytologie gevolgd: tijdens terugkomdagen wordt in theorie- en praktijklessen een onderwerp uit de klinische cytologie behandeld; op de stageplaats bestudeert de student in theorie en praktijk van het aan de orde zijnde onderwerp. Daarnaast is het gewenst dat de student de reeds behandelde onderwerpen oefent en herhaalt zodat hij/zij de nodige kijkervaring opdoet. Ook de kennis van de cervixcytologie dient tijdens de stage bijgehouden te worden. 19. 20. 21. Les- / Contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Halverwege de stage wordt er een intervisiebijeenkomst georganiseerd die verplicht is voor alle studenten. De begeleidende docent heef 10 klokuren voor begeleiding. 10 lesdagen (terugkomdagen) klinische cytologie = 70 contacturen. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase n.v.t. 345 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 13: Stage klinische cytologie (M13Kc) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte analyse (zelfstandig) POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. / 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. POP, goedgekeurd door SLB-er (zie beoordelingsformulier “stage-POP”). Definitieve POP, goedgekeurd door stagebegeleider. Sollicitatiebrief met CV. Verslag sollicitatiegesprek. Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent. Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider. Beoordelingsformulier werkzaamheden. Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen. Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier Reflectieverslag). Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn (≥ 5.5). 1 examinator voor de beoordeling (Stage docent). Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage Medische Diagnostiek. 1 examinator voor de beoordeling (Stage docent). OWE 1 Deeltentamen Code: M13Kc-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M13Kc-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 346 Examinatoren Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). / 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). / 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.,(3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 347 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: • er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); • spreekt duidelijk en verstaanbaar; • staat rechtop en laat de handen vrij; • maakt oogcontact met het publiek; • maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; • verbale en visuele boodschap vormen een geheel; • gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; • gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 348 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M13Kc-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.1., (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerp van experimentele opzet 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”. Zie beoordelings-formulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 349 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M13Kc-TT Naam: Theorietoets klinische cytologie Vorm: volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)/. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase De student kan de volgende processen beschrijven, herkennen en theoretisch verantwoorden: introductie in de klinische cytopathologie: toepassing, grenzen en caveats, celtypen - en patronen, dd’s en verslaglegging; cytologie van de thoracale organen: Long brush/spoeling/TBNA, EUS/EBUS FNA; Mediastinum en thoraxwand; Indicaties en 350 44 van 80 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). Meerdere examinatoren (Docenten cursus klinische cytologie). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,0 Code: M13Kc-PT Naam: Praktijktoets klinische cytologie Vorm: Schriftelijk Individueel Screenen van preparaten (microscopie). Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,0 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)/. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjour- Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase mogelijkheden, patronen, verslaglegging; aspiratiecytologie van de mamma en de oksellymfklieren; indicaties en mogelijkheden, patronen, verslaglegging; cytologische analyse van spontane urine en BWA; celbeelden, gradering, bewerkingsmethoden, verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de speekselklier en cysteuze afwijkingen; Indicaties en mogelijkheden, verwerking, patronen, dd’s en verslaglegging, lymfklier; immunocytochemie in de dd van pleuravocht en ascites: celblokprocedure, techniek, celtypen en panels, kwaliteitscontrole, pitfalls en verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de schildklier; cytologische analyse van vochten(pleura en ascites): patronen, celtypen, mesotheelreacties, dd’s, caveats en verslaglegging. De student kan de volgende processen beschrijven, herkennen en theoretisch verantwoorden aan de hand van microscopische preparaten: cytologie van de thoracale organen: Long brush/spoeling/TBNA, EUS/EBUS FNA; Mediastinum en thoraxwand; Indicaties en mogelijkheden, patronen, verslaglegging; aspiratiecytologie van de mamma en de oksellymfklieren; indicaties en mogelijkheden, patronen, verslaglegging; cytologische analyse van spontane urine en BWA; celbeelden, gradering, bewerkingsmethoden, verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de speekselklier en cysteuze afwijkingen; Indicaties en mogelijkheden, verwerking, patronen, dd’s en verslaglegging, lymfklier; immunocytochemie in de dd van pleuravocht en ascites: celblokprocedure, techniek, celtypen en panels, kwaliteits-controle, pitfalls en verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de schildklier; cytologische analyse van vochten(pleura en 351 Screenen van 18 preparaten, 10 punten per preparaat; 99 van de 180 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). Meerdere Examinatoren (Docenten cursus klinische cytologie). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M13Kc-Tgem naal en verslag niveau 2)/. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Zie theorietoets en praktijktoets klinische cytologie. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase ascites): patronen, celtypen, mesotheelreacties, dd’s, caveats en verslaglegging. Zie theorietoets en praktijktoets klinische cytologie. Naam: Gemiddelde Theorietoets en praktijktoets klinische cytologie Vorm: Administratief Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 352 Zie theorietoets en praktijktoets klinische cytologie. Meerdere Examinatoren (Docenten cursus klinische cytologie). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst werkzaamheden stage Klinische Cytologie Naam student: …………………..……………………………………… Student nr: ……………………………………… Klas: ……….…….. Stageplaats: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. Aantal gewerkte dagen is 90 of meer. Professionele ontwikkeling: Werkhouding - Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde medewerker. Kwalititeitsbeheer: Veiligheid - Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm) Regels - Verwerkt informatie in een labjournaal/ laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen. - Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc. 353 onvoldoende voldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Competentie Trefwoord Onvoldoende ontwerpen (5 pnt) inwerken Punten - verdiept zich in het onderwerp. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. voorbereiden Punten: bovengemiddeld excellent … en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega’s/ literatuur. 0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3 - komt met voorstellen voor de aanpak van het casus/onderzoek ontwerpen Punten experimenteren (45 pnt) voldoende … komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het casus/onderzoek 0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2 - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. … en doet dit zelfstandig 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 354 Aantal gegeven punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 tempo van werken Punten: beheersing technieken Punten: resultaten analyseren (15 pnt) dataprocessing Punten: validatie Punten: conclusie Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. - werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd … en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet … en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens) … en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding) … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit … doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met voorstellen voor andere deelexperimenten en vervolgexperimenten literatuurwaarden 0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7 355 rapporteren/ presenteren (10 pnt) beheer en adminis-tratie (5 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 beheer Punten: presentatie samenwerken (10 pnt) planmatig projectmatig werken (10 pnt) Punten: plannen Punten: uitvoeren Punten: functioneren in groep Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - codeert monsters/oplossingen/chemi caliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn … en draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (geeft verbetervoorstellen) 0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5 - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden. … presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze 0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10 - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding … doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk), - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider …- stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig … en stelt prioriteiten 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team en gaat hier adequaat mee om - kan goed samenwerken in een team: … en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen … en heeft een duidelijke inbreng in het team 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 356 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) communicatie Punten: … en doet dit open en helder 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Aantal punten student: ………… punten Naam stagebegeleider: …………………………………… Handtekening stagebegeleider: …………………………………… Datum: …………………………………… Naam stagedocent: …………………………………… Handtekening stagedocent: …………………………………… Indicatie cijfer 0 – 55 : 55 - 65: 65 - 75: 75 - 85: 85 - 100: Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment. Cijfer Opmerkingen 357 ≤ 5,5 5,5 - 6,5 6,5 - 7,5 7,5 - 8,5 8,5 - 10 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica Naam student: …………………..……………………………………… Student nr: ……………………………………… Klas: ……….…….. Stageplaats: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Onvoldoende Vormgeving (15 pnt) vormgeving Punten Taalgebruik samenvatting (7 pnt) Punten voldoende Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) excellent Het layout van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. 0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5 Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. 0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10 De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. samenvatting Punten: bovengemiddeld 0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7 358 Aantal gegeven punten Inleiding (10 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Inleiding Punten: Materialen en methoden middenstuk(29 pnt) Punten: resultaten Punten: -De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. … Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. 0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10 - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. 0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15 Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. 0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10 Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten: afsluiting (25 pnt) Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase discussie 0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4 - Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data 359 Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Punten: 0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8 Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. conclusie Gehantee rde bronnen (4 pnt) Punten: literatuur Punten: 0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9 Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. 0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4 360 Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (10 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Veel begeleiding nodig Punten: Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt 0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10 Aantal punten totaal Cijfer Student Aantal punten / 10 Feedback Naam en paraaf stagebegeleider: datum Naam en paraaf stagedocent: 361 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut Applied Sciences Student: Stagedocent: Studentnummer: Course: 13-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: ………… Werkzaamheden: ………… Verslag: ………… Theorie Klinische cytologie: ………… Praktijk Klinische cytologie: ………… Eindcijfer: ………… (1 x cijfer portfolio-assessment + 2 x cijfer praktische werkzaamheden + 1 x cijfer verslag + 2 x Kc-Tgem) / 6 De deeltentamens verslag, praktische werkzaamheden en portfolio moeten voldoende zijn. Het gemiddelde cijfer van de klinische cytologie theorie en klinische cytologie praktijk ≥ 5,5 waarbij de deelcijfers ≥ 5.0. Naam en handtekening stagedocent Datum ………………………………………………….……. ……………………. 362 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier portfolio & assessment Naam student: …………………..………………………… Klas: ……….…….. Student nr: ……………………………… Stageplaats: .………………………………………………………………………… Deel 1: Checklist portfolio Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te zijn in het portfolio. Onderdeel portfolio Definitieve POP Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met Bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider Reflectieverslag Onderzoeksverslag Aanwezig Alle onderdelen aanwezig: Deel 2: Assessment portfolio Comp. Beoordelingscri terium Onvoldoende 6.3.1 Het portfolio is toegankelijk. 11.3.2 Het reflectieverslag bevat een duidelijke terugblik op eigen handelen en ontwikkeling in relatie tot het POP. De structuur en inhoudsopgave ontbreken, het is bijzonder lastig documenten te vinden. -0Het verslag bevat een onvolledige terugblik en vooruitblik waarin niet alle onderdelen van het POP aan bod komen. -0- 1.3.4 1.3.5 2.3.1 2.3.3 De student kan de gebruikte technieken theoretisch toelichten. 1.3.5 2.3.1 De student kan vragen naar aanleiding van het stageverslag De student heeft regelmatig moeite met het uitleggen van de achtergrond van een techniek. -0De student beantwoordt regelmatig vragen over eigen Voldoende Portfolio Het is soms lastig documenten te vinden en de structuur ontbreekt hier en daar. -3Het verslag bevat een terugblik en vooruitblik van de belangrijkste onderdelen uit het POP. -12Assessment De student kan elke stap uit de gebruikte technieken uitleggen en verantwoorden. -12De student weet het antwoord op vragen over zijn eigen 363 Goed Uitmuntend Alle documenten zijn vindbaar en het is gestructureerd. Alle documenten zijn vindbaar en het is bijzonder netjes en gestructureerd. -4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een een volledige en buitengewoon kritische terugblik nauwkeurige en en vooruitblik in kritische terugblik en relatie tot het POP. vooruitblik met daarin een duidelijke koppeling naar het POP. -16-20De student kan de De student heeft gebruikte correcte ideeën over technieken in een het verbeteren van overkoepelend de gebruikte theoretisch kader technieken voor plaatsen. vervolgonderzoek. -16-20De student weet De student weet het het antwoord op antwoord op vragen vragen over over een onderwerpen die overkoepelend thema Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 beantwoorden. 1.3.4 3.1.4 3.3.4 3.2.4 3.3.5 2.3.4 8.1.3 8.1.4 8.2.4 8.3.2 8.3.3 8.1.6 De student kan reflecteren op de inhoud van het onderzoek. Het onderzoek was van voldoende hoog niveau doordat het inhoudelijk complex was, of doordat de experimentele handelingen complex waren. De student communiceert op een heldere en prettige manier. experimenten en resultaten niet correct. -0De student heeft moeite met het bedenken van alternatieve opties. -0De inhoud van het onderzoek was eenvoudig en de experimenten zijn lineair (achtereenvolgens) uitgevoerd. -0- De student heeft vaak moeite met het helder formuleren en structuren van zijn antwoorden. -0- Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase experimenten en resultaten. -12De student bedenkt alternatieve experimenten. -6De inhoud van het onderzoek was eenvoudig maar er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -12- De student formuleert antwoorden op een begrijpelijke manier en beantwoord over het algemeen de vraag van de assessor. -3- zijdelings met het zijn onderzoek te maken hebben. -16De student bedenkt een alternatieve onderzoekslijn. -8De inhoud van het onderzoek was redelijk complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -16- of onderzoek. -20De student bedenkt een alternatieve onderzoeksvraag en onderzoekslijn. -10De inhoud van het onderzoek was zeer complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -20- De student sluit in zijn antwoorden goed aan op de vragen van de assessor. De student sluit in zijn antwoorden zo goed aan op de vragen van de assessor dat er een dialoog ontstaat. -4- -5Totaal aantal punten: Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10): Feedback: Naam en paraaf assessor: 364 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP voor stage Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ……………… Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….…………. niet voldaan 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. 11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakte-analyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 365 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ……………… Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….…………. REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE INHOUD 11.1.2. 11.3.2. De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ikvorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 6.1.3. Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Opmerkingen Naam en handtekening stagedocent 366 VOLDOENDE Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Titel OWE Code 1. Opleiding OWE 13: Stage medische microbiologie 2. Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek studierichting Medisch, afstudeerrichting Medische Microbiologie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek 3. 4. 5. 6. 7. 8. Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens M13Mm Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek N.v.t. Stage POP Casus-verslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 30 stp 840 SBU De stage sluit aan op de gevolgde OWE’en van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. Propedeuse is behaald. Minimaal 45 stp zijn in het 2e studiejaar van de hoofdfase gehaald en de praktijkbeoordelingen in het tweede studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. OWE’en die samenhangen met de major moeten voldoende zijn: voor de afstudeerrichting medische microbiologie is OWE 6M. 11. Beoordelingscriteria Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past bij jouw POP. - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken in een team - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens 9. 10. Algemene omschrijving Competenties Weging Compensatie-mogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)-tentamens 13. Verplichte literatuur M13Mm-PB Portfolio assessment (PB) M13Mm-V Verslag (V) M13Mm-P Praktische werkzaamheden (P) (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Alle deeltentamens moeten voldoende zijn (≥5.5). 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 367 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen Les- / Contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Stagevoorbereidingsgids (Scholar) Stagegids (Scholar) Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen De slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). Tijdens de stageperiode wordt een intervisiebijeenkomst georganiseerd waaraan actieve deelname verplicht is. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heef 10 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase. n.v.t. 368 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 13: Stage medische microbiologie (M13Mm) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Competenties met indicatoren OWE 1 Deeltentamen Code: M13Mm-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte analyse (zelfstandig) POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. / 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Beoordelingscriteria - Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M13Mm-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2.,(2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.3.,(2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol POP, goedgekeurd door SLBer (zie beoordelingsformulier “stage-POP”). Definitieve POP, goedgekeurd door stagebegeleider. Sollicitatiebrief met CV. Verslag sollicitatiegesprek. Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent. Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider. Beoordelingsformulier werkzaamheden. Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen. Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier Reflectieverslag). Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. Waardering / Cesuur Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn (≥ 5.5). 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage Medische Diagnostiek. 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 369 Examinatoren Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). / 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). / 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.,(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en 370 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: - er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); - spreekt duidelijk en verstaanbaar; - staat rechtop en laat de handen vrij; - maakt oogcontact met het publiek; - maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; - verbale en visuele boodschap vormen een geheel; - gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; - gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: - er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); - spreekt duidelijk en verstaanbaar; - staat rechtop en laat de handen vrij; - maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; - maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; - verbale en visuele boodschap vormen een geheel; - gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; - gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 371 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M13Mm-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 7.2.1., (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”. Zie beoordelings-formulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 372 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project,). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)./ 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). 373 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst werkzaamheden stage Medische Diagnostiek Naam student: …………………………………………….…………… Student nr: ………………………… Klas: …………………………….. Stageplaats: ……………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………………… Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. Aantal gewerkte dagen is 90 of meer. Professionele ontwikkeling: Werkhouding - Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde medewerker. Kwalititeitsbeheer: Veiligheid - Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm) Regels - Verwerkt informatie in een labjournaal/ laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen. - Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc. 374 onvoldoende voldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Competentie Trefwoord Onvoldoende ontwerpen (5 pnt) inwerken Punten - verdiept zich in het onderwerp. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. voorbereiden Punten: bovengemiddeld excellent … en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega’s/ literatuur. 0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3 - komt met voorstellen voor de aanpak van het casus/onderzoek ontwerpen Punten experimenteren (45 pnt) voldoende … komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het casus/onderzoek 0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2 - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. … en doet dit zelfstandig 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 375 Aantal gegeven punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 tempo van werken Punten: beheersing technieken Punten: resultaten analyseren (15 pnt) dataprocessing Punten: validatie Punten: conclusie Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. - werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd … en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet … en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens) … en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding) … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit … doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met voorstellen voor andere deelexperimenten en vervolgexperimenten literatuurwaarden 0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7 376 rapporteren/ presenteren (10 pnt) beheer en adminis-tratie (5 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 beheer Punten: presentatie samenwerken (10 pnt) planmatig projectmatig werken (10 pnt) Punten: plannen Punten: uitvoeren Punten: functioneren in groep Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - codeert monsters/oplossingen/chemi caliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn … en draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (geeft verbetervoorstellen) 0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5 - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden. … presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze 0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10 - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding … doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk), - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider …- stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig … en stelt prioriteiten 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team en gaat hier adequaat mee om - kan goed samenwerken in een team: … en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen … en heeft een duidelijke inbreng in het team 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 377 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) communicatie Punten: … en doet dit open en helder 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Aantal punten student: ………… punten Naam stagebegeleider: …………………………………… Handtekening stagebegeleider: …………………………………… Datum: …………………………………… Naam stagedocent: …………………………………… Handtekening stagedocent: …………………………………… Indicatie cijfer 0 – 55 : 55 - 65: 65 - 75: 75 - 85: 85 - 100: Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment. Cijfer Opmerkingen 378 ≤ 5,5 5,5 - 6,5 6,5 - 7,5 7,5 - 8,5 8,5 - 10 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica Naam student: …………………………………………….…………… Student nr: ………………………… Klas: …………………………….. Stageplaats: ……………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………………… LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Onvoldoende Vormgeving (15 pnt) vormgeving Punten Taalgebruik samenvatting (7 pnt) Punten voldoende Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) excellent Het layout van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. 0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5 Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. 0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10 De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. samenvatting Punten: bovengemiddeld 0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7 379 Aantal gegeven punten Inleiding (10 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Inleiding Punten: Materialen en methoden middenstuk(29 pnt) Punten: resultaten Punten: -De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. … Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. 0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10 - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. 0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15 Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. 0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10 Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten: afsluiting (25 pnt) Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase discussie 0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4 - Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data 380 Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Punten: 0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8 Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. conclusie Gehantee rde bronnen (4 pnt) Punten: literatuur Punten: 0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9 Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. 0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4 381 Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (10 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Veel begeleiding nodig Punten: Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt 0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10 Aantal punten totaal Cijfer student Aantal punten / 10 Feedback Naam en paraaf stagebegeleider Datum: Naam en paraaf stagedocent 382 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut Applied Sciences Student: Stagedocent: Studentnummer: Course: 13-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: ………… Werkzaamheden: ………… Verslag: ………… Eindcijfer: ………… (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Naam en handtekening stagedocent Datum …………………………………………………. ……………………. 383 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier portfolio & assessment Naam student: …………………..………………………… Klas: ……….…….. Student nr: ……………………………… Stageplaats: .………………………………………………………………………… Deel 1: Checklist portfolio Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te zijn in het portfolio. Onderdeel portfolio Definitieve POP Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider Reflectieverslag Onderzoeksverslag Aanwezig Alle onderdelen aanwezig: Deel 2: Assessment portfolio Comp. Beoordelingscri terium Onvoldoende 6.3.1 Het portfolio is toegankelijk. 11.3.2 Het reflectieverslag bevat een duidelijke terugblik op eigen handelen en ontwikkeling in relatie tot het POP. De structuur en inhoudsopgave ontbreken, het is bijzonder lastig documenten te vinden. -0Het verslag bevat een onvolledige terugblik en vooruitblik waarin niet alle onderdelen van het POP aan bod komen. -0- 1.3.4 1.3.5 2.3.1 2.3.3 De student kan de gebruikte technieken theoretisch toelichten. 1.3.5 2.3.1 De student kan vragen naar aanleiding van het stageverslag beantwoorden. De student heeft regelmatig moeite met het uitleggen van de achtergrond van een techniek. -0De student beantwoordt regelmatig vragen over eigen experimenten en resultaten niet Voldoende Portfolio Het is soms lastig documenten te vinden en de structuur ontbreekt hier en daar. -3Het verslag bevat een terugblik en vooruitblik van de belangrijkste onderdelen uit het POP. -12Assessment De student kan elke stap uit de gebruikte technieken uitleggen en verantwoorden. -12De student weet het antwoord op vragen over zijn eigen experimenten en resultaten. 384 Goed Uitmuntend Alle documenten zijn vindbaar en het is gestructureerd. Alle documenten zijn vindbaar en het is bijzonder netjes en gestructureerd. -4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een een volledige en buitengewoon kritische terugblik nauwkeurige en en vooruitblik in kritische terugblik en relatie tot het POP. vooruitblik met daarin een duidelijke koppeling naar het POP. -16-20De student kan de De student heeft gebruikte correcte ideeën over technieken in een het verbeteren van overkoepelend de gebruikte theoretisch kader technieken voor plaatsen. vervolgonderzoek. -16-20De student weet De student weet het het antwoord op antwoord op vragen vragen over over een onderwerpen die overkoepelend thema zijdelings met het of onderzoek. zijn onderzoek te Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 correct. -01.3.4 3.1.4 3.3.4 3.2.4 3.3.5 2.3.4 8.1.3 8.1.4 8.2.4 8.3.2 8.3.3 8.1.6 De student kan reflecteren op de inhoud van het onderzoek. Het onderzoek was van voldoende hoog niveau doordat het inhoudelijk complex was, of doordat de experimentele handelingen complex waren. De student communiceert op een heldere en prettige manier. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase -12- De student heeft moeite met het bedenken van alternatieve opties. -0De inhoud van het onderzoek was eenvoudig en de experimenten zijn lineair (achtereenvolgens) uitgevoerd. -0- De student bedenkt alternatieve experimenten. -6De inhoud van het onderzoek was eenvoudig maar er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. De student heeft vaak moeite met het helder formuleren en structuren van zijn antwoorden. De student formuleert antwoorden op een begrijpelijke manier en beantwoord over het algemeen de vraag van de assessor. -3- -0- -12- maken hebben. -16- -20- De student bedenkt een alternatieve onderzoekslijn. -8De inhoud van het onderzoek was redelijk complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -16- De student bedenkt een alternatieve onderzoeksvraag en onderzoekslijn. -10De inhoud van het onderzoek was zeer complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. De student sluit in zijn antwoorden goed aan op de vragen van de assessor. De student sluit in zijn antwoorden zo goed aan op de vragen van de assessor dat er een dialoog ontstaat. -4- -5Totaal aantal punten: -20- Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10): Eventuele opmerkingen: Naam en paraaf assessor: 385 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP voor stage Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ……………… Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….…………. niet voldaan 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. 11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakte-analyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 386 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ……………… Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….…………. REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE INHOUD 11.1.2. 11.3.2. De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ikvorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 6.1.3. Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Feedback Naam en handtekening stagedocent 387 VOLDOENDE Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Titel OWE OWE 13: Stage Medische Research Code M13MR 1. 2. Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Doelgroep Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting Medisch, niveau 3 3. Beroepstaak/ beroepstaken Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek 4. Centrale beroepstaak N.v.t. 5. (Beroeps) Producten 6. Studiepunten, studielast Stage POP Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 30 stp 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE’en De stage sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeuse is behaald. Minimaal 45 stp in het 2e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. OWEs die samenhangen met de major moeten voldoende zijn. Voor de afstudeerrichting Cyto-Histo-Pathologie is dit OWE 5M, voor de afstudeerrichting Medische Microbiologie is dit OWE 6M. Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. 9. Algemene omschrijving De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past bij jouw POP. 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens Weging Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen M13-PB Portfolio assessment (PB) M13-V Verslag (V) M13-P Praktische werkzaamheden (P) (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Alle deeltentamens moeten voldoende zijn (≥5.5) 388 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Frequentie (deel)tentamens Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, (6e druk, 5e druk toegestaan). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 Stagegids (Scholar) Stagevoorbereidingsgids (Scholar) Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software - 16. Overig materiaal 17. Activiteiten In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen. 18. Werkvormen De Slb’er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de afstudeeropdracht wordt vervuld. Tijdens de stageperiode wordt een intervisie bijeenkomst georganiseerd waaraan actieve deelname verplicht is. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase 21. Maximum aantal deelnemers n.v.t. 389 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 13: Stage Medische Research (M13MR) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.2.2., (11.3.1.) Stelt op basis van sterktezwakte analyse (zelfstandig) POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.1.3. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten / 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. POP, goedgekeurd door Slb-er (zie beoordelingsformulier “stage-POP”). Definitieve POP, goedgekeurd door stagebegeleider. Sollicitatiebrief met CV. Verslag sollicitatiegesprek. Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent. Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider. Beoordelingsformulier werkzaamheden. Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen. Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier Reflectieverslag). Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn (≥ 5.5). 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4. (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage Biologie&Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Biologie, Medische Research en Chemie”. 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). OWE 1 Deeltentamen Code: M13MR-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M13MR-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 390 Examinatoren Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 2.2.3. (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3. (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 391 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 392 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: M13MR-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”. Zie beoordelings-formulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 393 1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent). Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). 394 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst werkzaamheden stage Medische Research Naam student: …………………………………………….…………… Student nr: ………………………… Klas: …………………………….. Stageplaats: ……………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………………… Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. Aantal gewerkte dagen is 90 of meer. Professionele ontwikkeling: Werkhouding - Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde medewerker. Kwalititeitsbeheer: Veiligheid - Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm) Regels - Verwerkt informatie in een labjournaal/ laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen. - Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc. 395 onvoldoende voldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Competentie Trefwoord Onvoldoende ontwerpen (5 pnt) inwerken Punten - verdiept zich in het onderwerp. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. voorbereiden Punten: bovengemiddeld excellent … en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega’s/ literatuur. 0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3 - komt met voorstellen voor de aanpak van het casus/onderzoek ontwerpen Punten experimenteren (45 pnt) voldoende … komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het casus/onderzoek 0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2 - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. … en doet dit zelfstandig 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 396 Aantal gegeven punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 tempo van werken Punten: beheersing technieken Punten: resultaten analyseren (15 pnt) dataprocessing Punten: validatie Punten: conclusie Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. - werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd … en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet … en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens) … en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden 0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding) … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid … doet dit zelfstandig 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit … doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met voorstellen voor andere deelexperimenten en vervolgexperimenten literatuurwaarden 0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7 397 rapporteren/ presenteren (10 pnt) beheer en adminis-tratie (5 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 beheer Punten: presentatie samenwerken (10 pnt) planmatig projectmatig werken (10 pnt) Punten: plannen Punten: uitvoeren Punten: functioneren in groep Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - codeert monsters/oplossingen/chemi caliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn … en draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (geeft verbetervoorstellen) 0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5 - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden. … presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze 0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10 - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding … doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk), - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider …- stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig … en stelt prioriteiten 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team en gaat hier adequaat mee om - kan goed samenwerken in een team: … en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen … en heeft een duidelijke inbreng in het team 0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 398 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) communicatie Punten: … en doet dit open en helder 0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Aantal punten student: ………… punten Naam stagebegeleider: …………………………………… Handtekening stagebegeleider: …………………………………… Datum: …………………………………… Naam stagedocent: …………………………………… Handtekening stagedocent: …………………………………… Indicatie cijfer 0 – 55 : 55 - 65: 65 - 75: 75 - 85: 85 - 100: Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment. Cijfer Opmerkingen 399 ≤ 5,5 5,5 - 6,5 6,5 - 7,5 7,5 - 8,5 8,5 - 10 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst stageverslag Chemie, Biologie en Medisch en Bio-informatica Naam student: …………………………………………….…………… Student nr: ………………………… Klas: …………………………….. Stageplaats: ……………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………………… LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeelt met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Onvoldoende Vormgeving (15 pnt) vormgeving Punten Taalgebruik samenvatting (7 pnt) Punten voldoende Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) excellent Het layout van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. 0…………1………….….…2……………………………..3………………………………………...……..5 Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. 0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..………….….10 De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. samenvatting Punten: bovengemiddeld 0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7 400 Aantal gegeven punten Inleiding (10 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Inleiding Punten: Materialen en methoden middenstuk(29 pnt) Punten: resultaten Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase -De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. … Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. 0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10 - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. 0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15 Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. 0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10 Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten: 0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4 401 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 discussie Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase - Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. 0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8 afsluiting (25 pnt) Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten Punten: 0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. conclusie Punten: 0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9 402 Gehantee rde bronnen (4 pnt) Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. literatuur 0………..…1……..…2….…………………..…3…………………………………………4 Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (10 pnt) Punten: Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Veel begeleiding nodig Punten: Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt 0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10 Aantal punten totaal Cijfer student Aantal punten / 10 Feedback Naam en paraaf stagebegeleider Datum: Naam en paraaf stagedocent 403 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut Applied Sciences Student: Stagedocent: Studentnummer: Course: 13-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: ………… Werkzaamheden: ………… Verslag: ………… Eindcijfer: ………… (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Naam en handtekening stagedocent Datum ………………………………………………….……. ……………………. 404 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier portfolio & assessment Naam student: …………………..………………………… Klas: ……….…….. Student nr: ……………………………… Stageplaats: .………………………………………………………………………… Deel 1: Checklist portfolio Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te zijn in het portfolio. Onderdeel portfolio Definitieve POP Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider Zelfgeformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met Bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider Reflectieverslag Onderzoeksverslag Aanwezig Alle onderdelen aanwezig: Deel 2: Assessment portfolio Comp. Beoordelingscri terium Onvoldoende 6.3.1 Het portfolio is toegankelijk. 11.3.2 Het reflectieverslag bevat een duidelijke terugblik op eigen handelen en ontwikkeling in relatie tot het POP. De structuur en inhoudsopgave ontbreken, het is bijzonder lastig documenten te vinden. -0Het verslag bevat een onvolledige terugblik en vooruitblik waarin niet alle onderdelen van het POP aan bod komen. -0- 1.3.4 1.3.5 2.3.1 2.3.3 De student kan de gebruikte technieken theoretisch toelichten. 1.3.5 2.3.1 De student kan vragen naar aanleiding van het stageverslag beantwoorden. De student heeft regelmatig moeite met het uitleggen van de achtergrond van een techniek. -0De student beantwoordt regelmatig vragen over eigen experimenten en resultaten niet Voldoende Portfolio Het is soms lastig documenten te vinden en de structuur ontbreekt hier en daar. -3Het verslag bevat een terugblik en vooruitblik van de belangrijkste onderdelen uit het POP. -12Assessment De student kan elke stap uit de gebruikte technieken uitleggen en verantwoorden. -12De student weet het antwoord op vragen over zijn eigen experimenten en resultaten. 405 Goed Uitmuntend Alle documenten zijn vindbaar en het is gestructureerd. Alle documenten zijn vindbaar en het is bijzonder netjes en gestructureerd. -4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een een volledige en buitengewoon kritische terugblik nauwkeurige en en vooruitblik in kritische terugblik en relatie tot het POP. vooruitblik met daarin een duidelijke koppeling naar het POP. -16-20De student kan de De student heeft gebruikte correcte ideeën over technieken in een het verbeteren van overkoepelend de gebruikte theoretisch kader technieken voor plaatsen. vervolgonderzoek. -16-20De student weet De student weet het het antwoord op antwoord op vragen vragen over over een onderwerpen die overkoepelend thema zijdelings met het of onderzoek. zijn onderzoek te Aantal punten Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 correct. -01.3.4 3.1.4 3.3.4 3.2.4 3.3.5 2.3.4 8.1.3 8.1.4 8.2.4 8.3.2 8.3.3 8.1.6 De student kan reflecteren op de inhoud van het onderzoek. Het onderzoek was van voldoende hoog niveau doordat het inhoudelijk complex was, of doordat de experimentele handelingen complex waren. De student communiceert op een heldere en prettige manier. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase -12- De student heeft moeite met het bedenken van alternatieve opties. -0De inhoud van het onderzoek was eenvoudig en de experimenten zijn lineair (achtereenvolgens) uitgevoerd. -0- De student bedenkt alternatieve experimenten. -6De inhoud van het onderzoek was eenvoudig maar er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. De student heeft vaak moeite met het helder formuleren en structuren van zijn antwoorden. De student formuleert antwoorden op een begrijpelijke manier en beantwoord over het algemeen de vraag van de assessor. -3- -0- -12- maken hebben. -16- -20- De student bedenkt een alternatieve onderzoekslijn. -8De inhoud van het onderzoek was redelijk complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -16- De student bedenkt een alternatieve onderzoeksvraag en onderzoekslijn. -10De inhoud van het onderzoek was zeer complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. De student sluit in zijn antwoorden goed aan op de vragen van de assessor. De student sluit in zijn antwoorden zo goed aan op de vragen van de assessor dat er een dialoog ontstaat. -4- -5Totaal aantal punten: -20- Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10): Eventuele opmerkingen: Naam en paraaf assessor: 406 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP voor stage Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ……………… Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….…………. niet voldaan 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. 11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakte-analyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 407 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: …………………………………………………….…………. Studentnummer: ……………… Klas: ………………………………………………………..………… Datum: ………………….…………. REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE INHOUD 11.1.2. 11.3.2. De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ikvorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 6.1.3. Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Feedback Naam en handtekening stagedocent 408 VOLDOENDE Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE14: Afstudeeropdracht Medisch HM-14 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, studierichting Medisch afstudeerrichtingen Medische Microbiologie en Cytohistopathologie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. AfstudeerPOP Plan van Aanpak Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag Eindpresentatie 30 stp 840 SBU De afstudeeropdracht sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de afstudeeropdracht worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. - Propedeuse is behaald. - 60 stp in het majorprogramma van het tweede studiejaar. Twee onderdelen (bewijsmateriaal) van de toetsing van het derde studiejaar mogen onvoldoende zijn met uitzondering van de praktijk; de praktijkbeoordeling dient voldoende te zijn. - De integrale toets hoofdfase dient behaald te zijn. - Indien de stage voorafgaand aan de afstudeeropdracht heeft plaatsgevonden, dient het onderzoeksverslag stage (M13) te zijn ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. Portfolio (muv onderzoeksverslag) is voldoende afgerond. Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan het afstudeerproject heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. De afstudeercoördinator beoordeelt of de afstudeeropdracht voldoet aan de eisen die de opleiding stelt. Een van de eisen is dat de afstudeeropdracht moet aansluiten bij de afstudeerrichting. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Het portfolio en het verslag zijn voorwaardelijk: pas bij voldoende beoordeling kan de student deelnemen aan de afstudeerzitting (eindpresentatie/verdediging). Studenten kunnen afstuderen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. In de afstudeeropdracht laat de student zien dat hij in staat is om onderzoek uit te voeren en over de benodigde competenties beschikt om dit onderzoek zelfstandig uit te voeren. Dit onderzoek kan een fundamenteel research karakter of een toegepast research karakter hebben. Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren. - Ontwerpen - Experimenteren - Analyseren onderzoeksresultaten - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie Naar eigen keuze kan de student de competentie “leiding geven/begeleiden” en de competentie “adviseren” in zijn POP opnemen. Daarnaast laat de student zien dat competent gehandeld kan worden met betrekking tot: - Rapporteren en presenteren 409 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 11. Beoordelingscriteria - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken in een team - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens Weging Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens M14-P Praktische werkzaamheden (P) M14-V Afstudeerverslag (V) M14-Pr Mondelinge presentatie en verdediging (Pr) M14-PB Portfolio assessment (PB) Het eindcijfer is het gemiddelde cijfer van het praktisch werk, verslag en eindpresentatie/verdediging Het portfolio is met een voldaan afgevinkt en de deeltentamens moeten ≥ 5,5. 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de laatste dag van het afstudeerproject. Voor deadlines inleveren verslagen mbt afstudeerzittingen zie jaarrooster Applied Sciences. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor kans 1. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste dag van het afstudeerproject. 13. Verplichte literatuur Afstudeergids (Scholar) Alle boeken die in de opleiding zijn gebruikt Laan, A., van der (2011). Exact Communiceren, (6e druk). Utrecht: Syntax Media. ISBN: 9789077423813 14. Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. 15. 16. 17. 18. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals powerpoints, video en sociale media. Zie werkvormen Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren. De afstudeercoördinator beoordeelt of de plaats van afstuderen voldoet aan de eisen die het instituut stelt. 19. 20. 21. Les- / Contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers Er zijn geen schoolactiviteiten gepland tijdens de afstudeeropdracht. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent (tevens 1 e assessor) heeft 15 klokuren voor begeleiding. De 2e assessor heeft 4 klokuren voor het assessment. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase n.v.t. 410 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Toetsprogramma OWE 14: Afstudeeropdracht medisch (HM-14) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE 1 Deeltentamen Code: HM-14-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan Competenties met indicatoren Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. Beoordelingscriteria POP, goedgekeurd door SLB-er (zie beoordelingsformulier “POP-afstuderen”). Definitieve POP, goedgekeurd door afstudeerbegeleider (zie Beoordelingsformulier “Reflectieverslag”). Sollicitatiebrief (goedgekeurd door SLB-er). Formulier goedkeuring afstudeeropdracht. Plan van aanpak (zie beoordelingsformulier “Plan van aanpak”). Verslag bezoek afstudeerbegeleider (goedgekeurd door begeleider). Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek. Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen. 411 Waardering / Cesuur Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldaan zijn. Examinatoren 1 examinator voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: HC-14-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft zelfstandig eigen competentieontwikkeling vorm POP 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op. Reflectieverslag 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek” Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek” 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5) 412 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.6. Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en 413 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2 +3. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 414 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: HC-14-V Naam: Afstudeerverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken in team Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoe- Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie beoordelingsformulier “Afstudeerverslag Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bio-informatica” Zie beoordelings-formulier “Afstudeeverslag Biologie & Medisch Laborato-riumonderzoek, Chemie” 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 415 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Code: HC-14-PR Naam: Mondelinge presentatie en verdediging Vorm: Mondeling Individueel Weging: 1 ring van het onderzoek. 3.2.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groepen toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Zie onderstaand voorlopig beoordelingsformulier “Presentatie en verdediging Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica”. Zie beoordelingsformulier “Presentatie en verdediging Biologie& Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 416 2 examinatoren voor de beoordeling. Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 1: Ontwerpen 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.2.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 8: Samenwerken Communicatie 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 417 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 418 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst werkzaamheden afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Studentnummer: …………………………… Afstudeerplaats:………………………………………… Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. Aantal gewerkte dagen is 90 of meer 8. Samenwerken in een team 8.1.1., 8.2.1, 8.3.1, 8.3.4, 8.1.6 Competenties 1.2.1 Ontwerpen (max 40 pt) 1.3.1 Minimaal vereist niveau Bovengemiddeld niveau voor afstuderen Neemt initiatieven om helderheid te krijgen over zijn onderzoeksopdracht. Raadpleegt begeleiders/ collega’s/ literatuurbronnen. Werkt zich in het onderzoeksonderwerp in aan de hand van het bestuderen van Uitmuntend niveau ……en stelt de juiste vragen. Werkt zich snel in het onderzoeksonderwerp in aan de hand van 419 5 10 5 10 Zeer goed 5.2.1, 5.3.1., 5.3.2 Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. controleert de houdbaarheid van reagentia en oplossing Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften Codeert monsters/oplossingen/chemicaliën zorgvuldig en op de juiste manier. draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op) Verwerkt relevante informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega’s het onderzoek over kunnen nemen als de afstudeerperiode van de student is afgelopen Kan functioneren in een team. goed 5. Beheer en administratie voldoende voldoende Indicator 4.1.1, 4.3.1, 4.3.2 indicator Competentie 4. Kwaliteitsbeheer onvoldoende Niet of onvoldoende aangetoond Naam student: ………………………………………… Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 1.3.2 1.3.4 2.3.3 2.3.5. 2.3.1 Experimenteren (max 70 pt) 2.3.3 2.1.2 2.3.2 2.3.6 2.3.4. Resultaten analyseren (max. 45 pt) 3.3.1 3.3.2 3.3.3. vakliteratuur. Legt de relatie tussen de uit te voeren deelexperimenten en de aan de experimenten ten grondslag liggende onderzoeksvraag (=van het eigen onderzoek) Komt op basis van resultaten met realistische voorstellen voor vervolgexperimenten. Voert de experimenten zodanig uit dat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen Hanteert de juiste controles in de deelexperimenten. Stelt de controles in overleg met de begeleider vast. Werkt nauwkeurig, zorgvuldig en gestructureerd Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) Weet tijdens de uitvoering van het experiment (te allen tijde) exact wat hij doet, is daarbij kritisch op zijn eigen handelen en is in staat zijn eigen handelen te verantwoorden. Voert een voldoende aantal experimenten volgens voorschriften praktisch goed uit binnen de gestelde tijd. Bereidt de experimenten goed voor: plant zijn experimenten, voert berekeningen uit, maakt oplossingen etc… Heeft zich de technieken die nodig zijn voor de afstudeeropdracht op het lab eigen gemaakt. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd. Kan makkelijk switchen tussen de experimenten terwijl hij toch het overzicht blijft houden. Analyseert ruwe data op passende wijze. Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af over betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af over de deelvraag die met het experiment onderzocht werd. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase het bestuderen van vakliteratuur. .. en heeft helicopterview. Is in staat om bij een onderzoeksvraag nieuwe experimenten te ontwerpen. 5 10 5 10 5 Hanteert de juiste controles in de deelexperimenten. Stelt zelfstandig de controles vast. 5 10 5 Pakt probleem gestructureerd aan, is creatief, inventief, neemt initiatief, weet waar grenzen liggen Past het experiment aan tijdens de uitvoering indien nodig en verantwoord aanpassingen aan het onderzoek. 5 10 5 10 5 Bereidt de experimenten goed en snel voor. Maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. 5 10 5 Werkt efficiënt, kwaliteit en kwantiteit van data is groot 5 10 5 5 … en doet dit in het licht van de projectvraag (helikopterview) 420 ….. en vergelijkt deze met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. 5 10 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 3.3.4 Sturen professionele ontwikkeling (max 15 pt) Voert aan de hand van gevonden resultaten een zinvolle discussie met het onderzoeksteam tijdens een werkbespreking(en). 3.2.4 Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 6.3.2 Houdt over zijn onderzoek een (tussentijdse) presentatie voor collega onderzoekers op de afdeling, waarbij de presentatie een duidelijke structuur heeft en de onderzoeksresultaten helder en overtuigend worden gepresenteerd. De presentatie is inhoudelijk goed onderbouwd en geeft een volledig beeld van het onderzoek. 7.2.2 Werkt systematisch volgens planning Pakt de werkzaamheden efficiënt aan. 7.2.3 Bewaakt de voortgang van het werk. Rapporteren en presenteren (max 15 pt) Planmatig en projectmatig werken (max 25 pt) Kan de onderzoeksresultaten toelichten aan het onderzoeksteam tijdens een werkbespreking. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Levert een zinvolle discussie over het eigen onderzoek en een zinvolle bedrage aan de discussie over onderzoek waar andere collega´s aan werken. 5 10 15 5 10 15 5 10 5 De rapportage en presentatie van het onderzoek is rijp voor publicaties in (internationale) vakbladen en/of symposia 5 7.3.2. Stelt onder tijdsdruk prioriteiten. 11.3.3 Toont een professionele werkhouding: past zich snel aan; handelt integer, efficiënt en doelmatig en motiveert zichzelf om aan de slag te gaan Geeft prioriteiten aan in het werk en werkt onder tijdsdruk alle activiteiten tijdig en correct af. … en toont een nieuwsgierige, natuurwetenschappelijke houding. Toont dit door o.a. op eigen initiatief vakliteratuur bij te houden en zich op de hoogte te stellen van ontwikkelingen in het vakgebied (actief informatie verzamelen) Subtotaal Totaal 421 .. en heeft een reflecterende houding. Staat open voor leermomenten die zich in het werk voordoen. Ziet in gemaakte fouten aangrijpingspunten voor het leren. Maakt daarbij gebruik van feedback van collega’s en werkbegeleider en staat daarbij open voor discussies met collega’s en werkbegeleider(s). 5 10 5 10 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Mate waarin student zelfstandig aan het onderzoeksverslag heeft gewerkt (15 pnt)* Veel begeleiding nodig Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Heeft geheel zelfstandig aan het verslag gewerkt 5 Opmerkingen: * dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag Naam begeleider: ………………………………………………………………………………….. Handtekening begeleider: ………………………………………………………………………………….. Datum: NB. Het eindcijfer van de werkzaamheden wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie. Indicatie eindcijfer bepaling: 115 - 120 punten = 5,5 125 – 130 punten = 6,0 135 -140 punten = 6,5 145 – 150 punten = 7,0 155 – 165 punten = 7,5 170 – 175 punten = 8,0 180 – 185 punten = 8,5 190 – 195 punten = 9,0 200 - 205 punten = 9,5 210 punten = 10,0 Instituut Applied Sciences© HAN 422 ………………………………………………………………………………….. 10 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier voor het onderzoeksverslag Chemie, Biologie en Medisch laboratorium onderzoek (B&M) en Bioinformatica Vormgeving (max 15 pnt) 6.3.1 6.3.1 Samenvatting (5 pnt) Samenvatting Inleiding (12 punt) Inleiding Vormgeving: Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan); Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Taalgebruik: b. Is correct (geen taal/spelfouten). Maximaal aantal punten vormgeving 3.3.3 De samenvatting beschrijft alle 6.3.1 relevante aspecten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. 1.2.1 De onderzoeksvraag is in een 1.3.1 theoretisch kader geplaatst. De 1.3.2 samenhang met de methoden, 1.3.5 materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren. Taalgebruik: a. Is correct. b. Is eenduidig. d. Sluit aan bij doelgroep (lezers) Of: Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven maar bevat taal/spelfouten. Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/ methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. 423 Excellent Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. De inleiding blinkt uit in helderheid. De onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor de aanpak en resultaten van het onderzoek 0 5 0 5 7 10 0 10 12 15 0 5 0 5 9 12 Zeer goed Bovengemiddeld niveau Datum: …………………….…... goed Klas: ……………….. voldoende Minimum niveau voor afstuderen ………….…… Onvoldoende = niet aangetoond Naam: ……………..……………………………………………….. Studentnummer: Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase duidelijk is. Middenstuk (26 punt) Materialen Methoden 2.3.12.3.3 5.3.2 6.3.1 6.3.1 Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen en doet dit zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst. Rapport bevat figuren/tabellen die van een legenda voorzien zijn. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. Rapport bevat figuren/tabellen die van een legenda voorzien zijn. Figuur/tabel en legenda zijn helder. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. Resultaten 3.3.1 3.3.2, 3.1.4, 3.2.4 Afsluiting (23 punt) 3.3.4 Discussie De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten. Bediscussieert problemen in de uitvoering van de experimenten en maakt hiervoor verbetervoorstellen. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. De beschrijving is volledig en correct. De discussie bevat heldere uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten. Bediscussieert op heldere wijze problemen in de uitvoering van de experimenten en maakt hiervoor passende verbetervoorstellen. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. 424 Rapport bevat figuren/tabellen die van een legenda voorzien zijn. Figuur/tabel en legenda zijn helder en compleet zodat figuur/tabel zelfstandig leesbaar is. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. De beschrijving is volledig en correct en is zeer inzichtelijk. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. 0 5 0 3 6 0 3 4 5 0 5 7 10 0 4 6 0 3 5 8 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 3.3.5 3.3.2., 3.3.3 Conclusie Gehanteerde bronnen (4 pnt) 1.2.1 Literatuur Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Maakt voorstellen voor vervolgonderzoek Er worden duidelijke en passende aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag (indien mogelijk). Er worden niet-relevante en relevante, deels zelfstandig gekozen literatuurbronnen gebruikt voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. De conclusie is onderbouwd met de juiste argumenten. De conclusie is zeer helder en de onderbouwing daarvan is volledig. Er wordt alleen gebruik gemaakt van relevante, deels zelfstandig gekozen literatuurbronnen Gebruikt worden peer-review artikelen. De eigen keuze voor de literatuurbronnen zijn zeer relevant, en van hoog niveau. 0 2 4 0 3 4 5 2 3 4 0 40 58 70 0 5 10 15 0 Maximaal aantal punten inhoud Mate waarin student zelfstandig aan het onderzoeksverslag heeft gewerkt (15 pnt) 11.3.2 11.3.3 Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Totaal aantal punten vormgeving Totaal aantal punten inhoud Totaal aantal punten zelfstandig werken Totaal aantal punten Eindoordeel (totaal aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten álle criteria met minstens voldoende beoordeeld worden. Opmerkingen Naam en handtekening docent Datum: 425 Heeft zelfstandig aan het verslag gewerkt Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingslijst presentatie afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Naam: ……………..……………………………………………….. Studentnummer: ………….…… Klas: ……………….. Datum: …………………….…... Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden, indien alle onderdelen voldoende zijn komt dit overeen met 40 punten. Competentie Presenteren Indicator 6.3.2 Presenteren onvoldoende voldoende Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten: - past correcte spelling en grammatica toe - beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen Spreekt duidelijk en verstaanbaar Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep 6.3.2; 8.1.3, 8.1.4 overkomt, maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek Laat anderen uitpraten 1.3.2, 1.3.4, 1.3.5, , 3.1.4, 3.2.4., 3.3.1, 3.3.2, , 3.3.3, 3.3.4, 4.1.3, 11.1.3 De presentatie bevat de volgende onderdelen: Doel Methode Resultaten Discussie/conclusive Aanbevelingen over vervolg onderzoek Inhoud presentatie is gedetailleerd, juist en gerelateerd aan onderwerp 8.2.4, 8.3.2 Uitmuntend niveau De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en vaak onderbouwd door argumenten De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en altijd onderbouwd door argumenten voor afstuderen De inhoud is basaal en het onderwerp wordt soms onderbouwd door argumenten. 426 5 12 Zeer goed Bovengemiddeld niveau goed indicator Minimaal vereist niveau voldoende 40 punten ja/nee Niet of onvoldoende aangetoond Subtotaal (1) 20 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 De student heeft kennis van het onderwerp Gebruik van de multmedia (Powerpoint) middelen. Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase 2.3.1, 3.2.4, 3.3.4, 3.3.5, 6.3.2, Heeft basale kennis van het onderwerp. Kan vragen beantwoorden door gedeelten van de presentatie te herhalen. Geeft geen extra informatie. Heeft kennis van het onderwerp en kan de vragen beantwoorden Kan aanvullende informatie geven indien gevraagd. Laat een gedegen kennis zien van het onderwerp. Gebruikt de vragen om zijn kennis te tonen van het onderwerp. Laat zien een expert te zijn op het onderwerp. 6.3.2 Het gebruik van (multi) is gevarieerd. Tabellen en grafieken hebben niet altijd een relatie met het doel. Het gebruik van (multi) media is sterk gevarieerd. Tabellen en grafieken ondersteunen de relatie met het doel. Het gebruik van (multi) media is zeer gevarieerd (animatie). Tabellen en grafieken verhelderen het doel. De presentatie (Powerpoint) heeft een professionele uitstraling. Subtotaal (2) Subtotaal (1) Totaal: sub 1+2 Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback Naam en paraaf docent Datum NB. Het eindcijfer van de presentatie wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie. Instituut Applied Sciences© HAN 427 8 20 25 2 8 15 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Plan van aanpak/onderzoeksplan afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam student: ………………………….……… Studentnummer: ……….. Klas: ……………………………………….. Datum: …………….……..…. Competentie-indicatoren Beoordelingscriteria Onvoldoende 1.3.1. Geeft een inleiding in het onderwerp op basis van actuele wetenschappelijke literatuur 1.3.2. Doelstelling en hypothese zijn juist geformuleerd (= m.b.v. onderzoek kan deze geverifieerd worden). 1.3.3. De volgorde van de onderzoeksstappen is logisch en de gedetailleerdheid van de beschrijving van de stappen is gerelateerd aan het niveau van het onderzoek. 2.3.1. Gemaakte keuzen worden onderbouwd en beargumenteerd (laat zien dat hij de vakkennis op de juist wijze kan toepassen). 7.3.1. Stappen worden in de tijd geplaatst. 6.3.1. hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst Eindbeoordeling (voldoende indien alle criteria voldoende zijn) Opmerkingen Naam en handtekening afstudeerdocent 428 Voldoende Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier POP afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam student: ………………………….……… Studentnummer: ……….. Klas: ………………………………………………... Datum: …………….……..…. Beoordelingscriteria niet voldaan 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student benoemt zijn persoonlijke sterke en zwakke punten en de mogelijke consequenties hiervan tijdens het afstuderen. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op: De student baseert persoonlijke leervragen of doelen op de sterkte- en zwakte-analyse om negatieve consequenties zo veel mogelijk te voorkomen. Hierbij komen zowel werkhouding als beroepscompetenties aan bod. De student maakt een concreet en realistisch actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening afstudeerdocent 429 voldaan Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier Reflectieverslag afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam student: ………………………….……… Studentnummer: ……….. Klas: ………………………………………………… Datum: …………….……..…. REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE INHOUD 11.1.2. 11.3.2. De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 6.1.3. Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Feedback Naam en handtekening afstudeerdocent 430 VOLDOENDE Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Beoordelingsformulier portfolio afstuderen Student:……………………….. Afstudeerbegeleider:…………………… Opleiding:……………………….. Datum:…………………………. Afstudeerbedrijf:……………………….. Afstudeeropdracht:……………………… ====================================================================== Verplichte onderdelen Definitieve POP goedgekeurd door Afstudeerbegeleider: ja / nee Reflectieverslag ja / nee Sollicitatiebrief goedgekeurd (SLB-er): ja / nee Formulier goedkeuring afstudeeropdracht aanwezig: ja / nee Plan van aanpak goedgekeurd: ja / nee Verslag bezoek afstudeerbegeleider: ja / nee Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek: ja / nee ====================================================================== Beoordeling portfolio Vorm: toegankelijkheid (inhoudsopgave, volgorde, vindbaarheid onderdelen etc.) Beoordeling: ……………………………………………………………………………………….. Inhoud: aantal beoordeelde producten en variatie in producten in relatie tot POP. Beoordeling:………………………………………………………………………………………… Kwaliteit: producten zijn authentiek (afkomstig van student) en voorzien van een adequaat reflectieverslag Beoordeling:………………………………………………………………………………………… Eindreflectie: terugblik op het afstuderen in relatie tot POP (= procesverslag) Beoordeling:…………………………………………………………………………………………. Eindbeoordeling Portfolio: voldaan / niet voldaan 431 Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2014-2015 Deel 2 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Bijlage 4 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Procesverbaal afstudeeropdracht Naam student: Student nr: Klas: Datum: Titel afstudeeropdracht: ……………………………………………………………………………….… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… Assessoren 1. 2. Gecommitteerde Werkbegeleider Beoordeling 1. Portfolio Voldaan/ Niet Voldaan 2. Werkzaamheden …… (cijfer invullen) 3. Onderzoeksverslag …… (cijfer invullen) 4. Verdediging …… (cijfer invullen) Eindcijfer = (2+3+4)/3 = ………. en portfolio voldaan. Handtekening assessor (voorzitter): ……………………………………………………….. (voor akkoord) Handtekening assessor: (voor akkoord) ……………………………………………………….. Handtekening gecommitteerde: (voor gezien) ……………………………………………………….. Handtekening bedrijfsbegeleider: (voor gezien) ……………………………………………………….. N.B. Het eindcijfer dient afgerond te worden naar het dichtstbijzijnde gehele getal. 432
© Copyright 2024 ExpyDoc