Zondag 21 december 2014 De Vier Seizoenen Krant over het sociale en culturele gebeuren in en rond het Dijlehof, het Hertogenhof en de Hertog van Brabant 17de jaargang – winter Waar het goed is om te leven: p. 3 Verschijnt ieder seizoen Kaas- en wijnavond: p. 19 Toen Dijlehof nog niet bestond …: p. 5 20 jaar Dijlehof: p. 16 Bezoek aan Plankendael: p. 24 Redactieadres De Vier Seizoenen: secretariaat Dijlehof/Hertogenhof, Minderbroedersstraat 9b, 3000 Leuven 2. De Vier Seizoenen Winter… Wanneer dit nummer van de 4 seizoenen bij u op tafel ligt, zitten we volop in de winter. De meteorologische winter is immers op 6 december al begonnen, de astronomische winter start op 21 december. De zon staat dan ’s middags aan de Steenbokskeerkring loodrecht aan de hemel. De naam is afgeleid van het sterrenbeeld ‘Steenbok’ dat rond midden december begint. Deze dag valt samen met de kortste dag op het noordelijk halfrond. Bij het schrijven van dit voorwoord klonk op de achtergrond in mijn bureel ‘de vier jaargetijden van Vivaldi’ en dit op een mistige decemberdag. De jaargetijden die deel uitmaken van een reeks van 12 vioolconcerten en waarbij Vivaldi ook de winter beschreef als een idyllische tijd, een tijd om te mijmeren. Met deze muzieknoten dacht ik terug aan 2014. 20 jaar bestond ons ‘rusthuis’! Een hele tijd waar veel is gebeurd – en de tijd zeker niet heeft stilgestaan. 20 jaar waar heel wat bewoners geleefd hebben, genoten hebben van mooie dagen en mooie momenten. Veel medewerkers hebben meegeholpen om deze mooie momenten in te vullen. 2014 was het jaar van de feesten: het begon met een nieuwsjaarsconcert in januari, een concert dat een feestjaar inluidde. Op 8 augustus bracht een fijne en gezellige receptie met muziek de bewoners samen in de feestzaal om 20 jaar Dijlehof een feestelijk tintje te geven. 15 & 16 november – de heuse kaas en wijnavond – lieten we de familie mee genieten van al dat lekkers! Voor het personeel was er een brunch voorzien in maart, een wandeling en afvaart van de Dijle in juni, een paar verwendagen in oktober en een afsluitend personeelsfeest op 28 november 2014. Nu kijken we vol verwachting uit naar de komende 20 jaar. 2015 moet hiervan het startjaar zijn. Vol goede moed bouwen we aan de toekomst van ons dierbaar Dijlehof. Ondertussen blijft Vivaldi op de achtergrond klinken. ‘La Primavera’ of de lente, een seizoen dat zich aankondigt met nieuwe knoppen in bloemen, nieuw ontluikend leven, met veel zon en licht. Een start van een nieuwe toekomst met veel uitdagingen. Uitdagingen waar ieder ongetwijfeld nog veel gaat over horen in de komende maanden. Rudi Logist 3. De Vier Seizoenen Waar het goed is om te leven… De boekvoorstelling van mw. Mehdili werd een waar feest en lokte veel bewoners naar de feestzaal. In de Kruidtuin bezochten we in september de orchideeënvoorstelling. We maakten een recept van vroeger: ‘gestoofde peertjes in koffie’. 4. De Vier Seizoenen Jos Louckx speelde prachtige accordeon voor onze bewoners. Iris, zorgkundige Neerdijle, vertelde over haar reis naar Senegal. Op Neerdijle bakten Mia en Hilde heerlijke Brusselse wafels! 5. De Vier Seizoenen Toen Dijlehof nog niet bestond… De plataan stond er al De tuin van Dijlehof/Hertogenhof zou niet zijn wat hij is, als daar in het midden niet een reusachtige boom stond, de plataan. Denk hem eens weg: zonder de plataan zou de tuin een aangenaam plantsoen zijn, maar door de boom krijgt hij karakter. Hoelang staat die daar al? Te oordelen naar de dikte van de stam en de omvang van de kruin, ten minste tweehonderd jaar, volgens tuinarchitect Kestemont. Al van in de tijd van Napoleon dus. Het leven rond de plataan beschreven wij eerder in De Vier Seizoenen (jaargang 2003). Nieuwe bewoners vragen: wat is dat hier geweest vooraleer Dijlehof bestond? We houden het bij de geschiedenis van de gebouwen. Een overzicht van de opeenvolgende generaties bewoners en hun activiteiten valt buiten dit bestek. Tot de Franse Revolutie (1789) bevond zich hier een refuge van de abdij van Park. (Een refuge was een toevluchtsoord binnen de stadsmuren van een De plataan, midden in de tuin, 1967. daarbuiten gelegen abdij.) (foto Archief der Vlaamse jezuïeten) Nadien werd dat goed eigendom van een particulier. Vervolgens kregen zusters ursulinen het in handen en openden er een meisjesschool. Op het laatst waren er niet genoeg leerlingen meer en ging de school dicht. De zusters verkochten het gebouw op 22 februari 1838 aan de jezuïeten. In de Minderbroedersstraat Die waren nog niet zo lang opnieuw openlijk in het land. Onder druk van wereldlijke machten had paus Clemens XIV in 1773 de orde opgeheven. Zij werd in 1814 door Pius VII hersteld. In het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden liet de protestantse koning Willem I echter geen jezuïeten toe. Pas na de Belgische revolutie (1830) kregen die hier opnieuw vaste voet aan de grond. Zij overwogen in Leuven een vormingshuis of een college te vestigen, maar vonden geen huis tegen een billijke prijs. Zij beperkten zich willens nillens tot het stichten van een residentie. De aartsbisschop van Mechelen, kardinaal Sterckx, bood hun daartoe in 1837 6. De Vier Seizoenen een huis aan, een deel van het vroegere minderbroedersklooster in de Minderbroedersstraat. In 1838 namen zij dan aan de overkant van de straat hun intrek in het gebouw van de ursulinen. Tegen oktober 1839 werd het vormingshuis dat zij intussen in Gent hadden, naar de Leuvense Minderbroedersstraat overgeheveld: in totaal 34 man onder wie vijf lesgevers, 22 theologiestudenten en zeven broeders. Dat aantal groeide met de jaren, ook met de komst van studenten filosofie. Voor de jezuïeten werd Minderbroedersstraat 11 als een intellectuele en spirituele kerncentrale. De gestage aangroei noopte herhaaldelijk tot verbouwingen en uitbreiding. Aan de hand van een gravure van het einde van de 19de eeuw kunnen we de belangrijkste etapes daarvan volgen. 4 6 8 2 5 3 7 12 1 9 10 11 Het gebouw van de ursulinen omvatte drie vleugels in hoefijzervorm: een langs de straat en twee loodrecht daarop in de tuin. Je herkent dat grondplan op de gravure (1, 2 en 3). In 1852 werd de oostelijke vleugel vervangen door een nieuwbouw, met refter en bibliotheek (2). De andere vleugel met de kapel kreeg een verlengstuk (4). De plataan stond links achter dit gebouw. Vandaag is in het ronde grasperk naast de boom een donkere streep te zien. Het gebouw kwam tot daar. De kerk (5) werd gebouwd in 1864-1866. Zij lag recht tegenover de Waaistraat. In de jaren 1880 werden klaslokalen en woonkamers toegevoegd. De sterrenwacht (6) werd in 1883-1884 voltooid. In de kortere vleugel naast de kerk (7) werd in 1894 een grote aula ingericht. Het gebouw daarachter (8) bevatte gelijkvloers een nieuwe refter en daarboven een grote bibliotheek. 7. De Vier Seizoenen Naast de hoofdingang (9) is de barokgevel van de kapel een restant van de refuge van Park (10). In de loop der jaren verwierven de jezuïeten nog aanpalende panden, niet te zien op deze gravure, zowel aan de kant van het Sint-Pieterscollege en als in de Parijsstraat. Tussen 1904 en 1914 werd langs die straat een vleugel met kamers voor de theologanten opgetrokken. Op de vleugel van de filosofen kreeg de derde verdieping laboratoria voor fysica, scheikunde, biologie, astronomie (4). Vanaf 1905 was er elektrische stroom in huis, opgewekt door een generator. Pas 20 jaar later kwam er stadsstroom binnen. Binnenhuistelefoon werd in 1934-1935 geïnstalleerd. In die jaren ’30 werden het Huis Helleputte aan het Damiaanplein en het Huis Janssen aan de Parijsstraat bijgekocht. Een deel van het ziekenkwartier en de tuin werd in 1938 aan het Sint-Pieterscollege verkocht (11). Afbraak en nieuwbouw In 1959 verhuisden de jezuïeten naar de Waversebaan in Heverlee, een communiteit met ca. 200 leden en een bibliotheek met 280.000 boeken. Een deel van de filosofievleugel en het gebouw langs de Minderbroedersstraat werden in 1960 aan het Sint-Pieterscollege verkocht en het jaar daarop afgebroken. Het witte gebouw waar nu Neerdijle en Hoogdijle in ondergebracht zijn, werd in 1961-1963 opgetrokken. Op de gravure bekeken, ligt het tussen de lange oostelijke vleugel links (2) en de toren met de sterrenwacht rechts (6). Het Lessius Universitair College (L.U.C.), een studentenpedagogie onder leiding van jezuïeten, vond er onderdak (stopte in 1988). De theologievleugel aan de Parijsstraat en de kerk werden in 1971 aan CERA verkocht. De kerk sneuvelde in 1972. Aan de Parijsstraat huist nu de Personeelsdienst van de KU Leuven. Het laatste gebouw van het complex op de tekening ging in 1991 tegen de vlakte: de vleugel met de refter en de bibliotheek (8). Ongeveer op die plaats staat Hertogenhof. De vzw Dijlehof werd in 1994 gesticht. In het Woon- en Zorgcentrum (WZC), aanvankelijk Rust- en Verzorgingstehuis (RVT), zijn 70 eenpersoonskamers ingericht, verdeeld over Neerdijle, Hoogdijle en Huis Lessius. Hertogenhof ging open in 1995. Het centrum voor dagverzorging Hertog van Brabant begon in 2001 in het Huis Lessius, waar sinds 1991 jezuïeten hadden gewoond, en verhuisde in 2004 naar de huidige ruimte, voormalige huiskapel. De ingang van Dijlehof/Hertogenhof, Minderbroedersstraat 9 , bevindt zich ter hoogte van de twee figuurtjes op de gravure, bij de knik in het trottoir, die overigens nog bestaat (12). Het Huis Lessius ligt aan nummer 11. Minderbroedersstraat 11, het adres van het voormalige studiehuis van de jezuïeten, is in de afbraak niet verloren gegaan. Jef De Roeck 8. De Vier Seizoenen Werelddierendag 9. De Vier Seizoenen Bellarmino, vanwaar die naam? Bellarmino, vanwaar komt die naam? Sommige bewoners van Dijlehof/Hertogenhof stelden deze vraag. De stichting die het tehuis beheert, heet Bellarmino vzw. Het huiskoor heet Bellarminokoor. De koe in de tuin heet Bella-Mina. De jezuïetencommuniteit in Dijlehof heet officieel - in het Latijn “Residentia et Domus Emeritorum S. Roberti Bellarmini”, Huis Bellarmino van de oudgedienden, zeg maar. Vanwaar die naam? De Italiaanse jezuïet Roberto Bellarmino (1542-1621) verbleef van 1569 tot 1576 in Leuven. Hij studeerde en doceerde er theologie. Met professoren van de universiteit geraakte hij in theologische controverses verwikkeld. Later, in Rome en elders, vervulde hij binnen en buiten de orde belangrijke functies, ook aan het Vaticaan. In 1600 werd hij kardinaal. Hij was een hooggeleerd verdediger van het pausdom en de rooms-katholieke kerk. Voor de Tweede Wereldoorlog, vanaf 1936, hadden de Vlaamse jezuïeten aan de Mechelsestraat 161 in Leuven een huis waar enkele paters woonden, van wie sommigen aan de universiteit studeerden. Het verblijf van Bellarmino in Leuven in de zestiende eeuw, plus zijn heiligverklaring in 1930 en zijn verheffing tot kerkleraar in 1933 hebben er ongetwijfeld toe geleid dat huis naar hem te noemen: “Lovaniense Collegium S. Roberti Bellarmini”, kortweg “het Bellarmino”. In 1944 werd het tijdens een bombardement van de geallieerden vernield. In de jaren 1960 werd in het Huis Helleputte, het gebouw aan het Damiaanplein naast de tuinuitgang van Dijlehof, een tehuis voor een twintigtal studenten geopend. Dat erfde de naam “Bellarmino”. Tot het midden de jaren ‘70 gesloten werd. In 1987 werd de vzw die Dijlehof/Hertogenhof beheert, opgericht. De stichters wilden een verwijzing naar de jezuïeten wier studiehuis tot 1959 op deze plek in de Minderbroedersstraat had gestaan. Zo werd de naam Bellarmino opgepikt. De jezuïetencommuniteit in Dijlehof werd ook onder de bescherming van de heilige gesteld. Voor het koor o.l.v. activiteitencoördinator Agnes Diddens, dat sinds 1994 bestond, werd in 1996 aan de bewoners gevraagd een leuke naam te bedenken. Wijlen juffrouw Rita Fonteyn (+2001) won de wedstrijd met “Bellarminokoor”. In 2003 kocht Agnes de koe bij Troc. Opnieuw een wedstrijd onder de bewoners. Het voorstel van wijlen mevrouw Paula Smeesters (+2007) haalde het: “BellaMina”. Jef De Roeck 10. De Vier Seizoenen Verslag bewonersraad Hertogenhof 23/10/2014 Agenda: 1. Verwelkoming nieuwe bewoners: dhr. De Conick en mevr. De Schaepmeester 2. Bevindingen flattoer september 2014: • De flatjes zijn in het algemeen in orde. De toer is aangenaam en vlot verlopen, dit in vergelijking met de eerste toer. • Opvallend was dat vele bewoners het personenalarm niet aan hadden. • Het wassalon zal vanaf nu ook open zijn op de avond en in het weekend. De bestaande lijsten zullen worden aangepast door Carine. • Nieuw: de medische basisfiche. Deze fiche moet ingevuld en opgehangen worden aan de binnenkant van de keukenkast, boven de frigo. Dit dient op eigen verantwoordelijkheid te gebeuren. Kathleen komt volgende maand controle doen. • Aandachtspunt: het putje van de douches moet ook steeds gereinigd worden. Vraag dit dus zeker aan de poetshulp. Dit zal volgend jaar nagekeken worden. 3. Vraag naar gebruik van de gemeenschappelijke badkamer: douche of bad? • Het bad dat er nu staat is voor sommigen te diep. Een aangepast bad zou makkelijker zijn. • Het bad in het WZC kan ook gebruikt worden in samenwerking met iemand van de thuiszorg. 4. Pedicure • Op dit moment is er een nieuwe vervangster, Ilse. Ze werkt voltijds als verpleegkundige op Neerdijle. De oorspronkelijk gemaakte afspraken met de pedicure zullen vervallen. Ilse zal zelf contact opnemen en een nieuwe afspraak plannen. Dit is een tussenoplossing. 5. Ontbijt: 27/11/2014. Een uitnodiging volgt nog. Vragen/ opmerkingen • • • • • • • Dhr. Gielen vroeg naar de mogelijkheid om, aan de voorbouw, zowel wasmachine als droogkast tegelijkertijd te gebruiken. Dit zal genoteerd en nagevraagd worden. Mevr. Dockx stelde voor dat als er een nieuwe wasmachine komt, deze een melding geeft over de tijd van een wasbeurt. Dhr. Gielen stelde de vraag om de flattoer mogelijks vooraf te kunnen aankondigen en organiseren. Bijvoorbeeld: één verdieping op een bepaalde dag. Dit is niet haalbaar, maar wanneer het niet uitkomt, kan u gerust vragen om een andere keer langs te komen. Er waren problemen met het eten enkele weken geleden. Hiervoor werden reeds verontschuldigingen en een compensatie aangeboden. Dhr. Jacobs vindt dat er aan de voorbouw een gebrek is aan informatie t.o.v. de bewoners aan de achterbouw. Bijvoorbeeld bij de publicatie van een overlijdensbericht. Informatie over de werken hangt nu wel uit. Er zal extra aandacht besteed worden aan het dubbel verspreiden van alle informatie. Als jullie problemen hebben, kunnen jullie deze zeker en vast komen melden. Niet aarzelen om ons aan te spreken! Ten slotte willen we mevr. De Jonckheere van harte bedanken voor het verzorgen van de plantenbakjes aan het kapelletje in de tuin. 11. De Vier Seizoenen Konijnen op bezoek 12. De Vier Seizoenen Zangplezier van 1994 tot 2014 Minihistoriek van het Bellarminokoor "Wie zingt voelt zich goed, blaakt van vertrouwen en weet zich verzekerd van een plek in het geheel" De Standaard, 09-10-2014 Toen ik in november1994 begon te werken als activiteitencoördinator in het Dijlehof, was animatie een onbeschreven blad. Ik kreeg een mooi bureel, een lege kast, als eerste bewoners op de zesde verdieping de paters jezuïeten, en op afdeling één een living met vier gedekte tafels. Wat doe je met bewoners die huiverig staan tegenover animatie? “Wij komen hier om te rusten en niet om te werken”. “Vrije tijd hebben wij niet gekend en activiteiten om die in te vullen al zeker niet”. Voor mij werd het een evenwichtsoefening tussen vertrouwen winnen en met de nodige voorzichtigheid zoeken naar een gepaste activiteit. Mevrouw Van Dessel, een bewoonster van afdeling één werd onverwacht opgenomen in het ziekenhuis. Wat doen we nu? Samen een bloemstuk maken voor die lieve dame? En jawel, acht dames scharen zich rond de tafel om “samen te werken” aan een bloemstuk voor de zieke dame. Met een duidelijk vooropgesteld doel lukt dat wonderwe). We praten wat samen en ik probeer wat informatie te verkrijgen over hun interesse en achtergrond. We heffen zowaar een liedje aan: “In de stille Kempen” en de toon is gezet. Een week nadien spreken we af in de feestzaal van het Dijlehof om samen een uurtje te zingen. Gezellig, in een kringetje rond de koffietafel in de feestzaal. Zonder piano, met stemvork en mondharmonica lukt het wel. Het wordt een vaste activiteit, donderdagnamiddag om 15 uur: tasje koffie, zingen en wat vertellen. De families van de zangers komen erbij zitten en zingen voluit mee kerstliederen. Het wordt een leuke Kerst. Mei 1995: opening van de serviceflats In mei 1995 is er de officiële opening van de serviceflats, voorzieningen met opendeurdagen en rondleidingen. Samen met mijn collega’s zit ik aan een infopunt waar we de geïnteresseerde bezoekers kunnen helpen. Marcel Delvaux komt mij opzoeken. Een prachtige solo tenorstem. Hij wil graag samen met ons zingen. Een echte upgrading! Hij wordt niet alleen een uitstekende aanwinst, maar ook onze trouwste fan. Later, toen hij opgenomen werd in de palliatieve afdeling van de Sint-Pieterskliniek, zijn we voor hem gaan zingen. Ook tijdens zijn uitvaartplechtigheid hebben we met het Bellarminokoor voor hem gezongen. Dolly Verscure, voorzitster van de KBG, een zeer gedreven dame, sluit aan bij ons koor en slaagt erin een aantal leden van haar koor te overtuigen om samen met ons te zingen. Zij zorgt ervoor dat Flor Hendrickx ons die eerste jaren begeleidt op accordeon en keyboard. Wij zingen samen met het koor van de KBG voor haar diamanten bruiloft. Bellarmino In 1996 wordt binnen ons huis, via een wedstrijd naar een naam gezocht voor ons zangkoor. Het is juffrouw Fonteyn die het Bellarminokoor boven de doopvont houdt. 13. De Vier Seizoenen In 1996 verzorgen wij een eerste zomerconcert. Op het programma staan mooie Vlaamse liederen. Broeder Harry prijkt als enige jezuïet op de foto. Hij is nog altijd onze geliefde, trouwste zanger van het eerste uur. Het is onze vrijwilliger Roger Theys die vanaf dan telkens zorgt voor een mooie uitnodiging en voor een programmaoverzicht van de concerten. Bij het lenteconcert van 1998 hebben we ook enkele buren van Paridaens en van het Sint-Pieterscollege kunnen overtuigen aan te sluiten bij ons koor. Zuster De Wit volgt Flor Hendrickx op als begeleider. Pater Lievens zorgt voor een harmonium in de kapel en mevrouw Stymans, residente van een serviceflat, schenkt ons haar mooie piano. Zuster De Wit begeleidt ons bij de plechtigheden, op de grote feestdagen en bij de uitvaartdiensten in de kapel van het Dijlehof, en dat waren er tot twintig per jaar! Er zijn nu zeventien koorleden: vijf bewoners van het Dijlehof, zes bewoners van het Hertogenhof en zes vrijwilligers. Eucharistieviering op tv! In 1999 verschijnt ons koor voor het eerst op de beeldbuis. Wij verzorgen de tv-mis vanuit de mooie kapel, nu dagverzorgingscentrum, van ons huis. Bert Wouters komt ons versterken en wordt, tot op de dag van vandaag onze partituurmanager. Een hele klus! Partituren uitdelen, fardes aanvullen, leegmaken en klasseren. Een wel gekomen hulp voor mij als dirigente. Oprecht dank, Bert, voor die vele jaren van toewijding en intens werk achter de schermen! In 2000 zingen we voor het eerst een vierstemmig lenteconcert met Raymond Henrard als enige bas. 2001: een hoogtepunt in de geschiedenis van het koor. 2001 wordt een topper in de geschiedenis van het koor. Wij halen de krantenkoppen, het nieuws op ROB en het vervolgverhaal in “Man bijt hond” op de VRT met een toneelproject “De ingebeelde zieke” van Molière”. Een uniek toneelproject waar de positieve beeldvorming van ouderen realiteit wordt. Het Bellarminokoor speelt hier een prominente rol in het slotkoor. Versterkt door de paters jezuïeten zingen we, in operatie-outfit met veel overtuiging in de slotscène van het toneelstuk: ”Salut, geleerde esculaap”. Wij zingen drie keer voor een uitverkochte zaal “De Minnepoort”. Het wordt een ongelofelijk succes dat nog jaren blijft nazinderen. Vanaf 2001 wordt pater Paul Vanderghote onze vaste inleider bij concerten. Onze groep wordt aangevuld met nieuwe vrijwilligers. De wijzer staat op tien. 14. De Vier Seizoenen Omwille van een ernstige ziekte van één van onze dochters onderbreek ik gedurende zes maanden mijn werk als activiteitencoördinator. Het is Carine Spiloes die, superprofessioneel zoals zij is, met zwier het dirigeerstokje overneemt. Bij het lenteconcert van 2003 draaien we samen weer op volle toeren. Met pater Jan Cornelissen aan de piano als begeleider voelen we ons gedragen om nog lang samen te kunnen zingen. “Un monde meilleur” van A. Dvorak staat voor het eerst op ons programma. Het wordt ons lijflied. Lien Ruwet neemt nog even het dirigeerstokje van mij over zodat het koor niet op non-actief moet staan. Met mijn werk als activiteitencoördinator stop ik definitief in het jaar 2006. Jubileumconcert en prijs van de stad Leuven Maar het Berllarminokoor ligt mij zo na aan het hart dat ik tot op de dag van vandaag, als vrijwilliger, met plezier de vreugde van het zingen wil delen. In 2009 vieren we ons eerste jubileumconcert: “15 jaar Bellarmino” i.s.m. Rita Van Dorpe. Voor ons een absolute topper, een stem van formaat. We kiezen voor melodieën van vroeger. Een bloemlezing uit musicals, opera en operettes. Na al die tijd is het plezier van het zingen ons absoluut nog niet vergaan. In 2013 nemen we deel aan het project van de stadssopraan Noémie Schellens. Aan de slag gaan met het Leuvens stadslied en zo alle leeftijdsgroepen aan het zingen brengen. Schitterend! Het is dankzij de muzikaliteit en de belangeloze en enthousiaste inzet van Jan Coeck dat het project “een eigen versie van het Leuvens stadslied voor 80 plussers” vorm krijgt. We doen het met onze groep “tel quel”, zonder ondersteuning van buitenaf. Wij winnen de prijs van de stad Leuven en ontvangen uit de handen van de schepen van cultuur en van Noémie een oorkonde en een Fonske voor onze puike prestatie. Kranten en ROB laten dit niet onopgemerkt voorbijgaan. Intussen heeft Jan Coeck ons in zijn hart gesloten en schrijft hij nog 10 liederen, opgedragen aan het Bellarminokoor en heel binnenkort op CD te beluisteren. Wij zingen zes liedjes van Jan tijdens ons laatste jubileumconcert van 13 november 2014 n.a.v. “Twintig jaar Bellarmino”. En zo zie je maar dat het spreekwoord “Mooie liedjes duren niet lang” voor ons niet opgaat. Wij blijven een groep zingende vrienden, verbonden door de muziek, gedragen door elkaars inzet en enthousiasme. De vreugde van de muziek is nog zichtbaar aanwezig, en nog voor lang. Dat hopen wij! Agnes Diddens Bronnen: jaarverslagen animatie en jaaroverzichten concerten Bellarmino 15. De Vier Seizoenen Met klopper en deegrol Feesttaart 20 jaar Dijlehof Ingrediënten - 150 bloem - 150g suiker - 5 eieren - 1 pakje vanillesuiker - ½ koffielepel bakpoeder - 4 pakjes witte rolfondant (4x250g) - Rolfondant in kleur volgens voorkeur Bereiding Verwarm de oven op 150°. Splits de eieren en roer de eierdooiers, de suiker en de vanillesuiker tot een romig, glad deeg. Klop het eiwit stevig tot sneeuw. Zeef de bloem op het eiwit, doe er het bakpoeder bij en schep samen onder het deeg. Belangrijk is dat het deeg luchtig blijft. Stort het in een springvorm van ongeveer 20 à 22 cm diameter. Zet de taart in de oven voor ongeveer een uur. Controleer met een prikker of de taart klaar is. Goed laten afkoelen op een taartrooster. Als de taart afgekoeld is, kan je haar doormidden snijden en eventueel opvullen met jam of vruchten. Om de taart te bekleden heb je rolfondant nodig. Haal die uit de verpakking en begin hem eerst goed te kneden. Rol hem dan uit op een tafel die niet plakt of op een vinyl tafelkleed. De dikte van de rolfondant moet minstens 34cm diameter hebben en hij moet ongeveer 6 mm dik zijn, want anders scheurt hij te gemakkelijk. Leg de rolfondant mooi over de taart en wrijf met je handpalmen over de bovenkant van de taart en strijk glad. Dan pas de zijkanten. Zo wrijf je de plooien weg. Nu kan je de taart nog decoreren met andere rolfondant in kleur die je met water op de taart kan kleven, volgens smaak en artistieke talenten. Veel plezier ermee en smakelijk! 16. De Vier Seizoenen Dijlehof, een Leuvens avontuur Ondertussen eenentwintig jaar geleden, op 3 december 1993, begon voor mij het verhaal van het Dijlehof. De kiemen van dit sociaal en maatschappelijk relevant Leuvens avontuur liggen echter reeds vele jaren eerder: in de tachtiger jaren werd het toenmalig bestuur van De Wingerd aangesproken door de paters jezuïeten om voor hen een zorgvoorziening voor hun steeds ouder wordende groep paters op te richten. Omwille van maatschappelijke noden werd ervoor gekozen om een rusthuis en serviceflats te bouwen binnen de bestaande regelgeving en subsidiëring, in plaats van louter met eigen middelen van de paters. Binnen dit seculiere huis zouden de paters jezuïeten dan een eigen communiteit hebben. Op 21/12/1987 wordt de vzw Bellarmino hiertoe opgericht. In 1988 werd gestart met de bouw. Eind 1993 werd een directeur gezocht om de voorziening concreet vorm te geven. Samen met mijn kinderen bezocht ik de toenmalige werf: “Word jij hier directeur...?” Zij konden er zich niet veel bij voorstellen. Intussen hebben zij mee het Dijlehof mogen zien groeien tot wat het vandaag is. Het bestuur legde het werkingskader en de financiële speelruimte vast, en koos voor de naam Dijlehof – het hof aan de Dijle. In februari 1994 verhuisde ik mijn bureau van thuis naar de zesde verdieping waar een eerste bewonerskamer als demokamer was ingericht. Ik nam ze in gebruik als eerste bureau. Enige tijd later werd Hilde Konings als administratief medewerker aangeworven, en was de uitbreiding van de personeelsploeg van één naar twee koppen een feit. Per 1 juni 1994 verkregen we van de overheid onze voorlopige erkenning. Intussen hadden we met een vijfkoppige ploeg verpleegkundigen en verzorgenden en één onderhoudsdame de komst van de eerste bewoners voorbereid. We hadden ook een overeenkomst met onze eerste kaptser, Mia Dendooven. Mia is, net als Hilde, nog altijd in dienst! Op 15 juni 1994 betraden drie heren van stand als eerste bewoners onze gloednieuwe voorziening. Twee van hen discussieerden nog lang nadien wie nu als eerste in het Dijlehof was komen wonen: de ene was namelijk de eerste ingeschreven, de andere als eerste fysiek in het gebouw toegekomen. Alhoewel een gedeelte van de bouw op dat ogenblik nog altijd in de werf stond, en we met planken en paletten de toegang wat dienden op te krikken, waren de woongedeeltes perfect in orde en klaar om alle nieuwe bewoners te verwelkomen. Twee dagen later kwamen er al de eerste dames bij, en op 01/07/1994 betrokken de jezuïeten hun eigen vertrekken. Een klein jaar later, op 11 april 1995 verwelkomden we de eerste bewoners van het Hertogenhof, waarvan er enkelen tot vorig jaar nog daar hebben gewoond. 17. De Vier Seizoenen De jaren van oprichting van het Dijlehof en het Hertogenhof zijn ook de jaren dat er grote veranderingen in de ouderenzorg landelijk volop op gang kwamen. Het 'spook van de vergrijzing' werd een maatschappelijk thema. De visies werden verscherpt, de middelen mondjesmaat verhoogd in functie van de toename zware zorg, en het beleid van de overheid was om deze zorg weg te trekken uit de (duurdere) ziekenhuizen. Rusthuizen werden geacht zich enkel nog te richten op de zogenaamde RVT-bewoners. De lichtere zorgvragen dienden te worden opgevangen in de thuiszorg. Binnen het kader van dit laatste nam het Dijlehof initiatief tot het oprichten van een dagverzorgingscentrum en het kortverblijf als vormen van thuiszorg ondersteunende dienstverlening. De paters jezuïeten, die nog een studiehuis hadden in de Minderbroedersstraat 11, verlieten dit gebouw eind jaren negentig. Zij lieten ons de kans dit mee op te nemen in de erfpacht. Daar we in de Minderbroedersstraat met onze gebouwen helemaal ingesloten zaten en uitbreiding niet mogelijk was, was het aanbod van de jezuïeten zeer welkom. Eerst werd het dagverzorgingscentrum hier tijdelijk ingericht, in afwachting van de uitbreiding van onze erkenning voor 16 nieuwe kamers. Op deze wijze poogden we de druk op de wachtlijsten beter op te vangen, en tevens tegemoet te komen aan de nood van een gespecialiseerde afdeling voor personen met dementie. Ondertussen werden de meeste van onze bewoners zo zorgbehoevend dat het bijwonen van de zondagsmis in de moeilijk toegankelijke kapel werd verschoven naar de beter bereikbare feestzaal, en naar de afdelingen waar dat nodig was. Dankzij de jezuïeten kreeg iedere bewoner, welke zorg hij ook behoefde, alzo de pastorale zorg die hij wenste. De ruimte van de toenmalige kapel kreeg als nieuwe bestemming de definitieve huisvesting van de Hertog van Brabant - het dagverzorgingscentrum. Dezelfde jaren negentig en beginjaren van het nieuwe millennium kenmerkten zich ook als bijzonder moeilijke jaren in de aanwerving van verpleegkundig en verzorgend personeel. De arbeidsmarkt was verstoord, en we kregen vele – te vele – wisselingen in de personeelsploeg. Gelukkig kiezen vandaag weer meer jongeren voor deze beroepen. Binnen de zorgverlening kenden we ook vele nieuwe evoluties binnen de ouderenzorg: uitbouw van de animatie gedreven door respect voor en gedacht vanuit de bewoners, verzwaring van de zorg, toenemend aantal personen met dementie die vragen om gespecialiseerde benadering, de ontwikkeling van de palliatieve zorg, de bestrijding van doorligwonden via goed opgeleid personeel en de nodige materiële hulpmiddelen, inspanningen voor de preventie van rugproblemen bij het verzorgend en logistiek personeel, de preventie van nieuwe vormen van besmetting (MRSA, legionella, …), om er maar enkele belangrijke te noemen. Ook het management van zorgvoorzieningen werd zienderogen complexer: diverse overheden met overlappende of ontbrekende bevoegdheden die zich vaak redelijk betuttelend en met weinig geloof in de sector opstelden, toenemende complexe financiering, zowel binnen het Riziv, als door de talloze losstaande overheidsinitiatieven op vlak van tewerkstelling of innovatie. Dit bracht tevens steeds nieuwe administratieve verplichtingen mee. 18. De Vier Seizoenen Een en ander bracht mee dat een relatief kleinschalig initiatief zoals het Dijlehof meer en meer aangewezen is op samenwerking tot en met verregaande integratie in een groter verband van gelijkgestemde voorzieningen. Een evolutie die vandaag volop bezig is, zoals u allicht al elders zult hebben vernomen. Dirk Demuynck Technisch directeur wzn Dijleland Feesten ’20 jaar Dijlehof’ 19. De Vier Seizoenen Kaas- en wijnavond 20. De Vier Seizoenen Een toekomstvisie of visioen… 20 jaar WZC Dijlehof, een hele tijd, of toch niet? 20 jaar waar we naar terugkijken en veel kunnen uit leren. Nu het stilaan tijd wordt om te kijken naar de toekomst, moeten we ook durven een aantal bakens uitzetten waar we de komende decennia willen naartoe werken. Onze missie of bakens zullen zich uitstrekken over een viertal pijlers. Deze pijlers zijn: de zorg voor onze bewoners, bezoekers, hun familie en mantelzorgers; gaan voor een innovatieve zorgverlening; de zorg voor ons personeel,de vrijwilligers en de studenten; en de modernisering van onze infrastructuur. Onze zorg voor bewoners van assistentiewoningen, woonzorgcentrum en centrum voor kortverblijf en de zorg voor bezoekers van het dagcentrum en hun mantelzorgers blijft onze basisdoelstelling – of onze core business. Bewoners en bezoekers met hun familie blijven de belangrijkste stakeholders in de werking. Luisteren naar en in dialoog gaan met hen, maakt dat we kwaliteit kunnen bieden aan het leven in onze voorziening. Voor bewoners een aangepaste daginvulling zoeken, zal een hele uitdaging worden, waardoor we aan ieders nood kunnen voldoen. Bezoekers van het dagcentrum een zinvolle dagbesteding geven met daarbij ‘gespecialiseerde’ zorg, zal een meerwaarde in onze samenleving zijn. Dat brengt ons bij de tweede pijler: gaan voor een innovatieve zorgverlening. Belevingsgerichte en prikkelarme zorg gaan de komende jaren de kers op onze 20-jarige taart zijn. Medewerkers zijn volop bezig om de begrippen een invulling te geven in de dagdagelijkse omgang met bewoners. Wanneer je belevingsgerichte zorg verleent, stem je af op de individuele wensen en behoeften van de bewoner. Hierbij zijn juist de momenten van echt contact uitgangspunt van handelen. Geborgenheid, eigenwaarde en zingeving zijn doelen van belevingsgerichte zorg. In een Duits woordenboek vond ik beleven als “erleben” omschreven of met andere woorden ‘genoegen vinden’. Net datgene willen we bekomen in de zorg voor onze bewoners: genoegen vinden in hun woonen leefklimaat in onze voorziening. Innovatief zal een sleutelwoord worden in de komende jaren. Met de steeds meer opgelegde financiële beperkingen vanuit de overheden, moeten we trachten een gezond evenwicht te zoeken naar een kwalitatief hoogstaande zorg en de beperkingen. De derde pijler richt zich op de medewerkers. In economisch moeilijke tijden moeten we als organisatie onze medewerkers koesteren. ‘Goede’ en ‘trouwe’ medewerkers en vrijwilligers vinden en deze houden in de 21. De Vier Seizoenen voorziening is een moeilijke opdracht. Ooit zei een docent: ‘Goede medewerkers zijn als schaarse goederen, en schaarse goederen worden in de economie “inferieure goederen genoemd”. Koester deze, dan hou je deze …’. Als werkgever zetten we alles in om medewerkers met de juiste competenties en kwalificatie in alle geledingen van onze organisatie aan te trekken. Investeren in duurzaam en inzetbare werknemers is investeren in onze organisatie. Onze medewerkers kunnen bij ons hun talenten ontdekken, deze koesteren en deze verder ontwikkelen. Zo worden onze zorgvragers er enkel beter van. Daarnaast willen we blijvend inzetten in de opleiding van studenten voor alle functies in de werking. Zorgkundigen, verpleegkundigen, paramedici, logistiek en onderhoudsmedewerkers, onthaalmedewerkers, technische collega’s, … iedere student is welkom om ‘het vak’ te leren. Onze opdracht blijft dan ook ‘de ouderenzorg’ in al zijn facetten op een positieve manier voor te stellen als een werk met voldoening en een werkplaats waar het goed is om te werken. Een vierde pijler is onze infrastructuur. Aan ideeën ontbreekt het ons zeker niet om een infrastructuur te ontwikkelen zodat we de komende decennia voldoen aan enerzijds de normen van de overheid en anderzijds aan de verwachtingen van onze bewoners. Na 20 jaar heeft ons gebouw een opfrisbeurt nodig. De vraag: een opfrisbeurt of degelijke renovatie? We gaan voor de renovatie… Maar om deze pijler te realiseren zijn financiële middelen nodig. Het vinden van de broodnodige centen om iets te bouwen, is op zich een hele karwei. Dit zal de komende maanden een prioriteit worden, zodat we aan onze toekomst kunnen bouwen. Om als woonzorgcentrum Dijlehof in de toekomst een betere bestaanszekerheid te hebben, heeft ons bestuur gekozen om samen met De Wingerd, Ter Meeren en Keyhof een fusie op te zetten. WoonzorgnetDijleland wordt op 1 januari een feit. Een samenwerking die ervoor gaat zorgen dat we beter kunnen weerstaan aan de huidige maatschappelijke veranderingen. Door toe te treden tot dit groter geheel zullen we met zijn allen meer slagkracht krijgen, een nog beter personeelsbeleid kunnen voeren, een nog beter aankoopbeleid garanderen, maar als belangrijkste troef een toonaangevende zorgverlener te zijn binnen de regio en ver daarbuiten. Een toekomstvisie of visioen… het is een duidelijk toekomstbeeld dat we voor ogen houden. Spijtig genoeg hebben we geen glazen bol om te kijken of dit beeld daadwerkelijk gaat uitkomen. Maar als we met zijn allen: bewoners, bezoekers, familie, mantelzorgers, medewerkers, vrijwilligers en bestuur er onze schouders onderzetten, zal dit beeld werkelijkheid worden. Rudi Logist Dagelijks Verantwoordelijke 22. De Vier Seizoenen ACTIVITEITENOVERZICHT: DECEMBER 2014 – MAART 2015 De huisweekagenda ziet er als volgt uit Maandag Dinsdag Bewegen met materiaal 10u30 – 11u00: Voor de bewoners van Nr 11, HVB en Hertogenhof 11u15 - 11u45: Voor de bewoners van Hoogdijle en Neerdijle 10u30 – 11u45: “Luisteren in je leunstoel” afwisselend voor bewoners van Hoogdijle, Neerdijle en Lessius Woensdag Donderdag 10u45: Koorrepetitie voor het Bellarminokoor – in de feestzaal Vrijdag Bewegen op muziek 10u30 – 11u00: Voor de bewoners van Nr 11, HVB en Hertogenhof 11u15 - 11u45: Voor de bewoners van Hoogdijle en Neerdijle Zaterdag Zondag 15 u.: Misviering 15 u.: Cafetaria 13u45: Uitstapje naar een brasserie afwisselend voor bewoners van Dijlehof en Hertogenhof 15 u.: We plannen een activiteit met nadruk op gezellig samenzijn 15 u.: Cafetaria 15 u.: Cafetaria Dit vaste weekschema wordt in de komende maanden aangevuld met volgende activiteiten: December Di 23/12: Vr 26/12: Gezellig kerstsamenzijn. Om 15u in de feeszaal. Muzieknamiddag met René Davis. Om 15u in de feestzaal. Januari Vr 02/01: Di 06/01: Vr 09/01: Vr 16/01: Borrelnamiddag met nieuwjaarsbrieven. Om 15u in de feestzaal. Driekoningentaart. Om 15u in de feestzaal. Demonstratie stijldansen. Om 15u in de feestzaal. Filmnamiddag ‘Natuurfilm’. Om 15u in de feestzaal. 23. De Vier Seizoenen Zo 25/01: Vr 30/01: Nieuwjaarsconcert. Om 15u in de kapel van de Jozefieten en aansluitend receptie in ons huis. Muzieknamiddag met Jos Loucke. Om 15u in de feestzaal. Februari Vr 13/02: Vr 20/02: Valentijnvertelling door de woudnimf. Om 15u in de feestzaal. Muzieknamiddag met Piet De Mulder. Om 15u in de feestzaal. Maart Di 24/03: Schoenenverkoop firma Compaz. Om 15u in de feestzaal. Redactieraad De medewerkers van onze redactieraad zijn: Ilse Claeys, Jef De Roeck, Sophie Grobet, Rudi Logist, Missoul , Griet Robberechts, Clara Schurmans. Véronique Als u een artikel over een gebeurtenis in huis, een gedicht, … wilt binnenbrengen voor onze huiskrant, mag u zich steeds tot Véronique (medewerker secretariaat) wenden. Pastorale Nieuwsbrief In deze brief wordt het pastorale tijdschema van het lopende kwartaal weergegeven. • • Elke maandag: eucharistieviering in de feestzaal om 15 uur Elke eerste vrijdag van de maand: Stille gebedsdienst om 11u in de kapel op -1 • Kerstmis: feestelijke misviering op donderdag 25 december om 11u in de feestzaal 24. De Vier Seizoenen Bezoek aan Plankendael 25. De Vier Seizoenen VERHALENBAZAAR: 20 JAAR DIJLEHOF Iets meer dan 20 jaar geleden werd aan dhr. Dirk Demuynck gevraagd om Dijlehof, als directeur, mee op te richten en vorm te geven. Een grote taak, veel werk in soms moeilijke omstandigheden, vooral in het begin. Zijn ervaringen en anekdotes van toen, kan u ook uitgebreid lezen in dit feestnummer van ‘De Vier Seizoenen’. Maar in zijn kielzog startten ook enkele werknemers die mede dat pionierswerk hebben volbracht. Velen zijn gegaan, velen zijn erbij gekomen, maar enkelen zijn sinds de beginjaren nog steeds actief in Dijlehof. Alleen dat al is een enorme prestatie! Ik was dan ook zeer benieuwd naar hun ervaringen als beginnende werknemer in het toen prille Dijlehof en wou ook graag weten hoe ze alles hebben zien evolueren in die 20 jaar tijd. De eerste werknemer destijds was Hilde Konings. Zij werd in 1994 aangeworven als directiesecretaresse. En kort daarna, in juni 1994, begon Mia Dendooven als kapster. Een jaartje later ongeveer begon Hilde Van de Zande als logistiek medewerker. Wauw dames, 20 jaar dat is al een hele tijd! Weten jullie nog hoe het voelde om hier in het begin te komen werken in Dijlehof? Hilde K.: “Als ik terugdenk aan die eerste dagen hier in Dijlehof dan kan ik dat samenvatten met één woord: chaos! Dirk Demuynck had mij aangeworven als directiesecretaresse, maar het was echt van nul beginnen. Bij het sollicitatiegesprek moest ik zelfs in een bouwwerf met de trap tot op de zesde verdieping gaan. Daar waren twee kamers ingericht, die op dat moment dienst deden als bureau. De gelijkvloerse verdieping was immers nog volledig in puin. Er waren op het moment van mijn aanwerving al drie bewoners en dan ook enkele paters. Dirk en ik werkten samen met slechts één computer. In het begin bestond mijn werk erin om toekomstige of kandidaat-bewoners en familie rond te leiden en de opnames te plannen en te regelen. Niet simpel, want je moest de mensen kamers tonen die nog geen kamers waren of uitleggen waar de badkamer ging komen, maar al wat je zag was beton en stenen. Je had dus veel verbeelding nodig. Het was een intense periode die planning en er kwam veel bij kijken. Want ook de contacten met de aannemers en het personeel hoorden bij mijn takenpakket.” Mia: “Toen ik op sollicitatiegesprek kwam, moest ik ook nog tot op de zesde verdieping gaan, met de trap. De kapsalon op de benedenverdieping was nog ruwbouw. De eerste knip- en kapbeurten bij de bewoners gebeurden dan ook op de kamer zelf. Met wat improvisatie lukte dat wel. Ik heb zelfs nog mee de opkuis gedaan, wanneer de werken voltooid waren.” Hilde V.: “Ik ben hier in 1995 stage komen doen via een tewerkstellingsproject. Nadien werd ik hier vast aangeworven als logistiek medewerker. In het begin moest ik vooral het onderhoud van de kamers doen en het avondmaal verzorgen. Ik 26. De Vier Seizoenen werkte toen vooral in een late shift. Mijn werk bestond erin om de bediening van de boterhammen op de afdeling te doen en samen met de verpleging en verzorgenden begeleiden waar nodig. Het was een fijne tijd, ik had veel voldoening ook van mijn werk.” Hoe heb je Dijlehof hier zien evolueren in die 20 jaar tijd? Mia: “Goh in die beginjaren had je misschien maar twee bewoners die rolstoelafhankelijk waren en 58 valide bejaarden. Nu is dat misschien het omgekeerde. Vroeger gingen onze bewoners nog geregeld zelf de stad in. Het was toen meer een rusthuis, terwijl het nu echt een woonzorgcentrum is.” Hilde K.: “Ja, dat is waar. De zorgzwaarte is wel fel toegenomen in al die jaren tijd. De validiteit is gedaald. Onze eerste bewoners waren inderdaad rusthuisbewoners. Ze kwamen bij mij op gesprek en wilden eigenlijk zo wat preventief opgenomen worden in het rusthuis voor het geval dat ze meer zorgbehoevend werden. Nu is dat natuurlijk helemaal anders en kan je pas naar een woonzorgcentrum komen, indien je een bepaalde zorgbehoevendheid hebt.” 27. De Vier Seizoenen Hilde V.: “De ouderen die hier toen in Dijlehof woonden, waren nog veel zelfstandiger. Ze namen bij hun intrek ook veel eigen meubilair mee en tapijten die we dan wekelijks moesten stofzuigen. Ook zwaar meubilair werd meegebracht en dat was belastend voor de rug voor ons als logistiek medewerker en een zware klus om de kamers optimaal te kunnen poetsen. Je moest immers eerst alles in de gang zetten voor je aan de echte poets kon starten. We moesten ook ’s morgens de ontbijtplateaus afruimen kamer per kamer. De verpleging zette die dan tijdens de zorg buiten op de grond. We moesten dus veel bukken op een dag. Gelukkig kwam dan het idee om van die metalen latjes te plaatsen tegen de muur, waar het dienplateau op kon rusten en wij niet meer moesten bukken. Dat is gelukkig dus wel veel verbeterd nu. De bewoners komen nu ook meer beneden eten in de living. De ergonomie is ook fel verbeterd: nu hebben we zeer efficiënte poetskarren en betere producten. Niet meer zoals vroeger toen je nog veel water en sop moest gebruiken. Er zijn in al die jaren voor de afdeling logistiek ook vele reorganisaties geweest: we hebben er bijvoorbeeld op een bepaald moment de hele keuken moeten bijnemen en er werd dan ook gevraagd om in het weekend te koken. Ook bij de opening van Huis Lessius, kwam er meer werk bij.” Hilde K.: “Er is ook veel veranderd qua werkomstandigheden: vroeger werkte het personeel meer als één groep. We kwamen zelfs samen middagpauze nemen in de personeelsrefter. Dat is nu niet meer denkbaar. Omwille van de continue zorg die moet geboden worden, werkt men nu meer afdelingsgericht. Er is nu een grote groep van personeelsleden, daar schrik ik toch wel iedere keer van als er een personeelsvergadering is en de feestzaal afgeladen vol zit. Maar we hebben absoluut aan professionaliteit gewonnen: in huis zijn er werknemers met zeer veel talenten in verschillende kennisdomeinen. Dat verrijkt je woonzorgcentrum meteen enorm. En dat zullen onze bewoners ook voelen.” Wat is de dag van vandaag precies jullie taakinhoud bij het werk? Hilde V.: “Als logistiek medewerker verzorg ik het onderhoud van de kamers vooral op de zesde verdieping en ben ik ook verantwoordelijk voor het linnen daar, de poets van de grote badkamer en het ophalen en aanvullen van de persoonlijke was van die bewoners. Ik help ook mee bij het onderhoud van de livings. Na mijn werk op de verdieping, ga ik helpen in de keuken: ik poets het vuur van ons chefkok, doe de hele afwas van de keuken, wat soms een heel werk is, die braadpannen schuren! Maar ik doe het wel allemaal zéér graag.” Mia: “Van dinsdag tot en met vrijdag werk ik elke voormiddag in de kapsalon. Sinds lang werk ik nu ook in de namiddag voor de dienst animatie. Ik begeleid mee die activiteiten en zorg soms zelf ook voor een specifiek aanbod, zoals verwenzorg. Ik kom ook altijd helpen bij de grote evenementen, zoals de kaas- en wijnavond, tuinfeest, nieuwjaarsconcert, uitstappen, enz. Veel variatie dus!” 28. De Vier Seizoenen Hilde K.: “Ik werk nu voor de personeelsadministratie, waarvan Ann Verstricht onze overkoepelende verantwoordelijke is, sinds het samenwerkingsverband met de andere woonzorgcentra: De Wingerd, Keyhof en Ter Meeren. Elk woonzorgcentrum heeft wel nog zijn eigen aanspreekpunt of front desk, waarvan ik dat dan voor Dijlehof ben. Maar ik werk dan ook nog overkoepelend voor de centrale personeelsdienst, louter administratief ondersteunend.” Wat spreekt je nog altijd aan om voor Dijlehof te komen werken? Hilde K.: “Ik doe nog altijd mijn job even graag, al is er al veel veranderd. Mijn omgeving, de sfeer die er heerst en de sociale sector spreken mij gewoon aan. Het zal ook boeiend zijn om nu vanaf 1 januari 2015 te groeien naar een fusie. Binnen het samenwerkingsverband zullen we nog meer kunnen inzetten op uitwisselen van expertises die aanwezig zijn in de verschillende huizen, zonder daarbij onze eigenheid te verliezen. Het zal ons sterker maken. Hoe ik de toekomst zie? De informatisering zal toenemen, maar ik denk niet dat ik zal moeten vrezen voor mijn job: ik kan me niet indenken dat de personeelsdienst zal verdwijnen.” Mia: “Ik zou niet meer als kapster in een zaak in de stad kunnen werken. Dat zorgaspect spreekt mij gewoon te veel aan. Je kent de bewoners ook zeer goed. Je bouwt echt een band op met die mensen, terwijl er in een gewoon kapsalon veel anonimiteit en vluchtigheid is.” Op het moment dat ik de vraag aan Hilde Van De Zande stelde, kwam haar verantwoordelijke, Carine Vandermeulen, binnen. Hilde V. : “Ja, ik doe het gewoon graag.” Carine: “Hilde is veel te bescheiden. Ze werkt hier nu al zolang en doet dit nog steeds met evenveel overgave als in het begin. Ze heeft het hart op de juiste plaats. Zeker als het gaat over omgaan met onze oudere bewoners. Ze is ook zeer collegiaal, flexibel en je kunt steeds rekenen op haar. We hopen dan ook nog jaren te mogen samenwerken en samen met pensioen te kunnen gaan!” lacht Carine. Dames, dat wens ik jullie zeker toe en voor iedereen ook die in Dijlehof werkt. We gaan dit samen vieren en klinken op een mooi verleden, maar op een zeker nog mooiere toekomst: schol! Uw vliegende reporter, Sophie Grobet 29. De Vier Seizoenen Café Chantant voor personeel en vrijwilligers n.a.v. 20 jaar Dijlehof 30. De Vier Seizoenen Geluk Donderdag 4 juni 2009 Ik kwam het pad opgewandeld, alles scheen zo rustig, en niemand viel te bespeuren op die zachte lentedag. Dicht bij het huis gekomen liet ik even een ‘oehoe’ horen, en meteen kwam de vriendelijke lach van de oma me tegen. Twee kleinkinderen zaten heel braaf aan de tafel, omringd door een schat van een grootvader, die de taak van de superonderwijzer op zich had genomen na de schooluren. Vanuit de keuken kwamen heerlijke geuren mijn neus prikkelen. “Oma is bezig met het maken van pannenkoeken”, zei één van de beeldige kleinkinderen, met een speelse blik in haar mooie, blauwe ogen. Ik zette me neer bij hen aan de tafel, geïntrigeerd door wat vandaag aan kinderen van een tweede en vierde leerjaar als kennis wordt aangereikt. Voor de ene was het de tijd (de klok is immers in ons jachtige leven niet meer weg te denken) en voor de andere was het wat bepaalde verkeersborden aan de hedendaagse inwoners van dorpen en steden willen duiden. Zowel opa als ikzelf kwam tot de conclusie dat bepaalde borden, die in wit-zwart op het blad stonden (weliswaar met de tekst blauw of rood er in letters aan toegevoegd) niet tot ons gekend ‘patrimonium’ behoorden. We bleven toch even sceptisch over wat nu wel als echt essentieel en echt bijkomstig (of praktisch niet bestaand) kon gerekend worden … maar ja, leren is kennis vergaren, en dus deden we mee! De kennisvergaring werd al vlug naar later verschoven, want oma kwam al met een ‘niet op verkeer lijkend bord’ binnen, en ik werd aangemaand om toch even van de pannenkoeken te proeven. De kleinkinderen moesten nog even geduld oefenen tot de rest van de groep, die zich bij hen zou voegen iets later, mee aan tafel kon. Ondertussen had ik ook mijn cadeautje (want dat was de reden van mijn bezoek) voor de feesteling afgegeven, na eerst de goedkeuring qua timing gevraagd te hebben aan de grootouders. De ogen glunderden. Ik kreeg al onmiddellijk een hele warme zoen, nog voor ze het pakje had opengemaakt. Kleine meisjes houden van frivoliteiten, en ook zij was hierop geen uitzondering … Een armring, een vingerring, een speld in het haar, een geldbeugeltje dat glinstert, het zijn allemaal juwelen, die een kinderhart doen dromen. Het nichtje dat een paar jaar eerder al tot de ‘comunnicantengroep’ had behoord, was even gelukkig, verre van jaloers, heel begripsvol ervan uitgaand dat elk ooit wel aan de beurt komt als feesteling. De jongste zei dan ook nog heel open en spontaan: ‘We kunnen misschien wel een en ander ervan delen …’. Geluk ligt op een klein plaatsje in het hart. Met tweeën genoten ze mee terwijl ik de lekkere pannenkoek opat, met de koffie, en de kwaliteiten van de kok duidelijk prees. De keuken van oma had voor hen geen geheimen meer: ze was gewoon altijd ‘buitengewoon’. Dat had ik eerder ook al kunnen ervaren. Hun oogjes glunderden van blijdschap. Ik was er zeker van dat ik hier voor mij een tafereeltje zag, dat ik voor altijd in mijn hart zou opslaan, een foto van ‘geluk’. Geluk om het gewone mensenleven dicht bij de natuur, met twee spelende, mooie, jonge kinderen, een oma en opa met een hart van goud, die de 31. De Vier Seizoenen waarden bezitten die het leven van hun kinderen en kleinkinderen een duidelijke meerwaarde geven, vroeger, nu en altijd. Geluk ligt in een klein hoekje, maar je moet het leven laten komen en het koesteren. In onze wereld, die zoveel heeft, gaat men te veel aan het geluk voorbij. Men zoekt schimmen, maar men vergeet even na te denken over alles wat zo dichtbij is. Men wordt gedreven door een reclamewereld, die bepaalt wat ieder van ons nodig heeft om gelukkig te zijn, maar die geluk niet ziet in de dagelijkse dingen die met het hart gedaan worden. Gelukkige kleinkinderen, die hun ganse leven het beeld van hun oma en opa bij zich hebben, als twee ‘wondermensen’ die elke dag opnieuw een sprookje voor hen betekenen, een warme haven, een voorbeeld van stil en huiselijk geluk. Succes in het leven hangt af van vele dingen, succes is zeker geen maatstaf voor geluk, maar gelukkig zijn als kleinkind is zeker de maatstaf voor een leven waarvan heel velen alleen maar kunnen dromen. Een heel mooi en goed leven, met een grote meerwaarde voor diegenen die hun weg zullen kruisen, of een heel eind ervan met hen meegaan. Ik ben die avond het pad terug afgewandeld met een lichtheid in mijn hart, waarvan ik de betekenis kan duiden … Jacqueline, overleden echtgenote van dhr. Bande (bewoner Hoogdijle) Op Neerdijle maakten ze met de bewoners verse frietjes 32. De Vier Seizoenen We verwelkomen vier nieuwe bewoners in het Dijlehof: de mevrouwen Judith Verlinden, Simonne Van der Haegen en Maria Lavrysen en E.P. Leon Vandenabeele. In Hertogenhof verwelkomen we de heren Roger Haven en Alfons Vangilbergen. We namen afscheid en deelden in het verlies van de familie van de heren Alphonse Roeck, Camille Nagels en Martinus Verstegen en de mevrouwen Denise Buyle, Godelieve Van Roey en Anna Desmet. Volgend personeelslid is vertrokken: Olivia Breuer. Er zijn nieuwe starters in de zorg: Merel Blyaert en Linda Verstrepen. Heuglijk nieuws! Valerie Van Humbeeck kreeg een dochtertje ‘Juliet’ en Lieve Goethuys een zoon ‘Kjell’.
© Copyright 2025 ExpyDoc