Huiskrant editie winter 2014, jg 17 nr 4

Zondag
21 december
2014
De Vier
Seizoenen
Krant over het sociale en culturele gebeuren in en rond het Dijlehof, het Hertogenhof en de
Hertog van Brabant
17de jaargang – winter
Waar het goed is om te leven: p. 3
Verschijnt ieder seizoen
Kaas- en wijnavond: p. 19
Toen Dijlehof nog
niet bestond …: p. 5
20 jaar Dijlehof: p. 16
Bezoek aan Plankendael: p. 24
Redactieadres De Vier Seizoenen: secretariaat Dijlehof/Hertogenhof, Minderbroedersstraat 9b, 3000 Leuven
2.
De Vier Seizoenen
Winter…
Wanneer dit nummer van de 4 seizoenen
bij u op tafel ligt, zitten we volop in de
winter. De meteorologische winter is
immers op 6 december al begonnen, de
astronomische winter start op 21
december. De zon staat dan ’s middags
aan de Steenbokskeerkring loodrecht
aan de hemel. De naam is afgeleid van het sterrenbeeld ‘Steenbok’ dat rond
midden december begint. Deze dag valt samen met de kortste dag op het
noordelijk halfrond.
Bij het schrijven van dit voorwoord klonk op de
achtergrond in mijn bureel ‘de vier jaargetijden van Vivaldi’ en dit op een
mistige decemberdag. De jaargetijden die deel uitmaken van een reeks van
12 vioolconcerten en waarbij Vivaldi ook de winter beschreef als een
idyllische tijd, een tijd om te mijmeren. Met deze muzieknoten dacht ik terug
aan 2014. 20 jaar bestond ons ‘rusthuis’! Een hele tijd waar veel is gebeurd –
en de tijd zeker niet heeft stilgestaan. 20 jaar waar heel wat bewoners
geleefd hebben, genoten hebben van mooie dagen en mooie momenten.
Veel medewerkers hebben meegeholpen om deze mooie momenten in te
vullen. 2014 was het jaar van de feesten: het begon met een
nieuwsjaarsconcert in januari, een concert dat een feestjaar inluidde. Op 8
augustus bracht een fijne en gezellige receptie met muziek de bewoners
samen in de feestzaal om 20 jaar Dijlehof een feestelijk tintje te geven. 15 & 16
november – de heuse kaas en wijnavond – lieten we de familie mee genieten
van al dat lekkers! Voor het personeel was er een brunch voorzien in maart,
een wandeling en afvaart van de Dijle in juni, een paar verwendagen in
oktober en een afsluitend personeelsfeest op 28 november 2014.
Nu kijken we vol verwachting uit naar de komende 20 jaar. 2015 moet hiervan
het startjaar zijn. Vol goede moed bouwen we aan de toekomst van ons
dierbaar Dijlehof. Ondertussen blijft Vivaldi op de achtergrond klinken. ‘La
Primavera’ of de lente, een seizoen dat zich aankondigt met nieuwe knoppen
in bloemen, nieuw ontluikend leven, met veel zon en licht. Een start van een
nieuwe toekomst met veel uitdagingen. Uitdagingen waar ieder ongetwijfeld
nog veel gaat over horen in de komende maanden.
Rudi Logist
3.
De Vier Seizoenen
Waar het goed is om te leven…
De boekvoorstelling van mw. Mehdili werd een waar feest en lokte veel bewoners
naar de feestzaal.
In de Kruidtuin bezochten we in september de orchideeënvoorstelling.
We maakten een recept van vroeger: ‘gestoofde peertjes in koffie’.
4.
De Vier Seizoenen
Jos Louckx speelde prachtige accordeon voor onze bewoners.
Iris, zorgkundige Neerdijle, vertelde over haar reis naar Senegal.
Op Neerdijle bakten Mia en Hilde heerlijke Brusselse wafels!
5.
De Vier Seizoenen
Toen Dijlehof nog niet bestond…
De plataan stond er al
De tuin van Dijlehof/Hertogenhof zou niet zijn wat hij is, als daar in het midden
niet een reusachtige boom stond, de plataan. Denk hem eens weg: zonder
de plataan zou de tuin een aangenaam plantsoen zijn, maar door de boom
krijgt hij karakter. Hoelang staat die daar al? Te oordelen naar de dikte van
de stam en de omvang van de kruin, ten minste tweehonderd jaar, volgens
tuinarchitect Kestemont. Al van in de tijd van Napoleon dus. Het leven rond
de plataan beschreven wij eerder in De Vier Seizoenen (jaargang 2003).
Nieuwe bewoners vragen: wat is dat hier geweest vooraleer Dijlehof bestond?
We
houden
het
bij
de
geschiedenis van de gebouwen.
Een
overzicht
van
de
opeenvolgende
generaties
bewoners en hun activiteiten valt
buiten dit bestek.
Tot de Franse Revolutie (1789)
bevond zich hier een refuge van
de abdij van Park. (Een refuge
was een toevluchtsoord binnen
de
stadsmuren
van
een
De plataan, midden in de tuin, 1967.
daarbuiten
gelegen
abdij.)
(foto Archief der Vlaamse jezuïeten)
Nadien werd
dat goed
eigendom van een particulier.
Vervolgens kregen zusters ursulinen het in handen en openden er een
meisjesschool. Op het laatst waren er niet genoeg leerlingen meer en ging de
school dicht. De zusters verkochten het gebouw op 22 februari 1838 aan de
jezuïeten.
In de Minderbroedersstraat
Die waren nog niet zo lang opnieuw openlijk in het land. Onder druk van
wereldlijke machten had paus Clemens XIV in 1773 de orde opgeheven. Zij
werd in 1814 door Pius VII hersteld. In het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
liet de protestantse koning Willem I echter geen jezuïeten toe. Pas na de
Belgische revolutie (1830) kregen die hier opnieuw vaste voet aan de grond.
Zij overwogen in Leuven een vormingshuis of een college te vestigen, maar
vonden geen huis tegen een billijke prijs.
Zij beperkten zich willens nillens tot het stichten van een residentie. De
aartsbisschop van Mechelen, kardinaal Sterckx, bood hun daartoe in 1837
6.
De Vier Seizoenen
een huis aan, een deel van het vroegere minderbroedersklooster in de
Minderbroedersstraat. In 1838 namen zij dan aan de overkant van de straat
hun intrek in het gebouw van de ursulinen. Tegen oktober 1839 werd het
vormingshuis dat zij intussen in Gent hadden, naar de Leuvense
Minderbroedersstraat overgeheveld: in totaal 34 man onder wie vijf lesgevers,
22 theologiestudenten en zeven broeders. Dat aantal groeide met de jaren,
ook met de komst van studenten filosofie. Voor de jezuïeten werd
Minderbroedersstraat 11 als een intellectuele en spirituele kerncentrale.
De gestage aangroei noopte herhaaldelijk tot verbouwingen en uitbreiding.
Aan de hand van een gravure van het einde van de 19de eeuw kunnen we
de belangrijkste etapes daarvan volgen.
4
6
8
2
5
3
7
12
1
9
10
11
Het gebouw van de ursulinen omvatte drie vleugels in hoefijzervorm: een
langs de straat en twee loodrecht daarop in de tuin. Je herkent dat
grondplan op de gravure (1, 2 en 3). In 1852 werd de oostelijke vleugel
vervangen door een nieuwbouw, met refter en bibliotheek (2). De andere
vleugel met de kapel kreeg een verlengstuk (4). De plataan stond links achter
dit gebouw. Vandaag is in het ronde grasperk naast de boom een donkere
streep te zien. Het gebouw kwam tot daar.
De kerk (5) werd gebouwd in 1864-1866. Zij lag recht tegenover de
Waaistraat. In de jaren 1880 werden klaslokalen en woonkamers toegevoegd.
De sterrenwacht (6) werd in 1883-1884 voltooid. In de kortere vleugel naast de
kerk (7) werd in 1894 een grote aula ingericht. Het gebouw daarachter (8)
bevatte gelijkvloers een nieuwe refter en daarboven een grote bibliotheek.
7.
De Vier Seizoenen
Naast de hoofdingang (9) is de barokgevel van de kapel een restant van de
refuge van Park (10). In de loop der jaren verwierven de jezuïeten nog
aanpalende panden, niet te zien op deze gravure, zowel aan de kant van
het Sint-Pieterscollege en als in de Parijsstraat. Tussen 1904 en 1914 werd langs
die straat een vleugel met kamers voor de theologanten opgetrokken. Op de
vleugel van de filosofen kreeg de derde verdieping laboratoria voor fysica,
scheikunde, biologie, astronomie (4). Vanaf 1905 was er elektrische stroom in
huis, opgewekt door een generator. Pas 20 jaar later kwam er stadsstroom
binnen. Binnenhuistelefoon werd in 1934-1935 geïnstalleerd. In die jaren ’30
werden het Huis Helleputte aan het Damiaanplein en het Huis Janssen aan de
Parijsstraat bijgekocht. Een deel van het ziekenkwartier en de tuin werd in
1938 aan het Sint-Pieterscollege verkocht (11).
Afbraak en nieuwbouw
In 1959 verhuisden de jezuïeten naar de Waversebaan in Heverlee, een
communiteit met ca. 200 leden en een bibliotheek met 280.000 boeken. Een
deel van de filosofievleugel en het gebouw langs de Minderbroedersstraat
werden in 1960 aan het Sint-Pieterscollege verkocht en het jaar daarop
afgebroken. Het witte gebouw waar nu Neerdijle en Hoogdijle in
ondergebracht zijn, werd in 1961-1963 opgetrokken. Op de gravure bekeken,
ligt het tussen de lange oostelijke vleugel links (2) en de toren met de
sterrenwacht rechts (6). Het Lessius Universitair College (L.U.C.), een
studentenpedagogie onder leiding van jezuïeten, vond er onderdak (stopte
in 1988). De theologievleugel aan de Parijsstraat en de kerk werden in 1971
aan CERA verkocht. De kerk sneuvelde in 1972. Aan de Parijsstraat huist nu de
Personeelsdienst van de KU Leuven. Het laatste gebouw van het complex op
de tekening ging in 1991 tegen de vlakte: de vleugel met de refter en de
bibliotheek (8). Ongeveer op die plaats staat Hertogenhof.
De vzw Dijlehof werd in 1994 gesticht. In het Woon- en Zorgcentrum (WZC),
aanvankelijk Rust- en Verzorgingstehuis (RVT), zijn 70 eenpersoonskamers
ingericht, verdeeld over Neerdijle, Hoogdijle en Huis Lessius. Hertogenhof ging
open in 1995. Het centrum voor dagverzorging Hertog van Brabant begon in
2001 in het Huis Lessius, waar sinds 1991 jezuïeten hadden gewoond, en
verhuisde in 2004 naar de huidige ruimte, voormalige huiskapel.
De ingang van Dijlehof/Hertogenhof, Minderbroedersstraat 9 , bevindt zich ter
hoogte van de twee figuurtjes op de gravure, bij de knik in het trottoir, die
overigens nog bestaat (12). Het Huis Lessius ligt aan nummer 11.
Minderbroedersstraat 11, het adres van het voormalige studiehuis van de
jezuïeten, is in de afbraak niet verloren gegaan.
Jef De Roeck
8.
De Vier Seizoenen
Werelddierendag
9.
De Vier Seizoenen
Bellarmino, vanwaar die naam?
Bellarmino, vanwaar komt die naam? Sommige bewoners van
Dijlehof/Hertogenhof stelden deze vraag. De stichting die het tehuis beheert,
heet Bellarmino vzw. Het huiskoor heet Bellarminokoor. De koe in de tuin heet
Bella-Mina. De jezuïetencommuniteit in Dijlehof heet officieel - in het Latijn “Residentia et Domus Emeritorum S. Roberti Bellarmini”, Huis Bellarmino van de
oudgedienden, zeg maar. Vanwaar die naam?
De Italiaanse jezuïet Roberto Bellarmino (1542-1621) verbleef van 1569 tot 1576
in Leuven. Hij studeerde en doceerde er theologie. Met professoren van de
universiteit geraakte hij in theologische controverses verwikkeld. Later, in
Rome en elders, vervulde hij binnen en buiten de orde belangrijke functies,
ook aan het Vaticaan. In 1600 werd hij kardinaal. Hij was een hooggeleerd
verdediger van het pausdom en de rooms-katholieke kerk.
Voor de Tweede Wereldoorlog, vanaf 1936, hadden de Vlaamse jezuïeten
aan de Mechelsestraat 161 in Leuven een huis waar enkele paters woonden,
van wie sommigen aan de universiteit studeerden. Het verblijf van Bellarmino
in Leuven in de zestiende eeuw, plus zijn heiligverklaring in 1930 en zijn
verheffing tot kerkleraar in 1933 hebben er ongetwijfeld toe geleid dat huis
naar hem te noemen: “Lovaniense Collegium S. Roberti Bellarmini”, kortweg
“het Bellarmino”. In 1944 werd het tijdens een bombardement van de
geallieerden vernield.
In de jaren 1960 werd in het Huis Helleputte, het gebouw aan het
Damiaanplein naast de tuinuitgang van Dijlehof, een tehuis voor een
twintigtal studenten geopend. Dat erfde de naam “Bellarmino”. Tot het
midden de jaren ‘70 gesloten werd.
In 1987 werd de vzw die Dijlehof/Hertogenhof beheert, opgericht. De stichters
wilden een verwijzing naar de jezuïeten wier studiehuis tot 1959 op deze plek
in de Minderbroedersstraat had gestaan. Zo werd de naam Bellarmino
opgepikt. De jezuïetencommuniteit in Dijlehof werd ook onder de
bescherming
van
de
heilige
gesteld.
Voor
het
koor
o.l.v.
activiteitencoördinator Agnes Diddens, dat sinds 1994 bestond, werd in 1996
aan de bewoners gevraagd een leuke naam te bedenken. Wijlen juffrouw
Rita Fonteyn (+2001) won de wedstrijd met “Bellarminokoor”. In 2003 kocht
Agnes de koe bij Troc. Opnieuw een wedstrijd onder de bewoners. Het
voorstel van wijlen mevrouw Paula Smeesters (+2007) haalde het: “BellaMina”.
Jef De Roeck
10.
De Vier Seizoenen
Verslag bewonersraad Hertogenhof 23/10/2014
Agenda:
1. Verwelkoming nieuwe bewoners: dhr. De Conick en mevr. De Schaepmeester
2. Bevindingen flattoer september 2014:
• De flatjes zijn in het algemeen in orde. De toer is aangenaam en vlot
verlopen, dit in vergelijking met de eerste toer.
• Opvallend was dat vele bewoners het personenalarm niet aan hadden.
• Het wassalon zal vanaf nu ook open zijn op de avond en in het weekend.
De bestaande lijsten zullen worden aangepast door Carine.
• Nieuw: de medische basisfiche. Deze fiche moet ingevuld en opgehangen
worden aan de binnenkant van de keukenkast, boven de frigo. Dit dient op
eigen verantwoordelijkheid te gebeuren. Kathleen komt volgende maand
controle doen.
• Aandachtspunt: het putje van de douches moet ook steeds gereinigd
worden. Vraag dit dus zeker aan de poetshulp. Dit zal volgend jaar
nagekeken worden.
3. Vraag naar gebruik van de gemeenschappelijke badkamer: douche of bad?
• Het bad dat er nu staat is voor sommigen te diep. Een aangepast bad zou
makkelijker zijn.
• Het bad in het WZC kan ook gebruikt worden in samenwerking met iemand
van de thuiszorg.
4. Pedicure
• Op dit moment is er een nieuwe vervangster, Ilse. Ze werkt voltijds als
verpleegkundige op Neerdijle. De oorspronkelijk gemaakte afspraken met
de pedicure zullen vervallen. Ilse zal zelf contact opnemen en een nieuwe
afspraak plannen. Dit is een tussenoplossing.
5. Ontbijt: 27/11/2014. Een uitnodiging volgt nog.
Vragen/ opmerkingen
•
•
•
•
•
•
•
Dhr. Gielen vroeg naar de mogelijkheid om, aan de voorbouw, zowel
wasmachine als droogkast tegelijkertijd te gebruiken. Dit zal genoteerd en
nagevraagd worden.
Mevr. Dockx stelde voor dat als er een nieuwe wasmachine komt, deze een
melding geeft over de tijd van een wasbeurt.
Dhr. Gielen stelde de vraag om de flattoer mogelijks vooraf te kunnen
aankondigen en organiseren. Bijvoorbeeld: één verdieping op een bepaalde
dag. Dit is niet haalbaar, maar wanneer het niet uitkomt, kan u gerust vragen om
een andere keer langs te komen.
Er waren problemen met het eten enkele weken geleden. Hiervoor werden reeds
verontschuldigingen en een compensatie aangeboden.
Dhr. Jacobs vindt dat er aan de voorbouw een gebrek is aan informatie t.o.v.
de bewoners aan de achterbouw. Bijvoorbeeld bij de publicatie van een
overlijdensbericht. Informatie over de werken hangt nu wel uit. Er zal extra
aandacht besteed worden aan het dubbel verspreiden van alle informatie.
Als jullie problemen hebben, kunnen jullie deze zeker en vast komen melden. Niet
aarzelen om ons aan te spreken!
Ten slotte willen we mevr. De Jonckheere van harte bedanken voor het
verzorgen van de plantenbakjes aan het kapelletje in de tuin.
11.
De Vier Seizoenen
Konijnen op bezoek
12.
De Vier Seizoenen
Zangplezier van 1994 tot 2014
Minihistoriek van het Bellarminokoor
"Wie zingt voelt zich goed, blaakt van vertrouwen en
weet zich verzekerd van een plek in het geheel"
De Standaard, 09-10-2014
Toen ik in november1994 begon te werken als activiteitencoördinator in het Dijlehof,
was animatie een onbeschreven blad. Ik kreeg een mooi bureel, een lege kast, als
eerste bewoners op de zesde verdieping de paters jezuïeten, en op afdeling één
een living met vier gedekte tafels.
Wat doe je met bewoners die huiverig staan tegenover animatie?
“Wij komen hier om te rusten en niet om te werken”. “Vrije tijd hebben wij niet
gekend en activiteiten om die in te vullen al zeker niet”. Voor mij werd het een
evenwichtsoefening tussen vertrouwen winnen en met de nodige voorzichtigheid
zoeken naar een gepaste activiteit.
Mevrouw Van Dessel, een bewoonster van afdeling één werd onverwacht
opgenomen in het ziekenhuis. Wat doen we nu? Samen een bloemstuk maken voor
die lieve dame? En jawel, acht dames scharen zich rond de tafel om “samen te
werken” aan een bloemstuk voor de zieke dame. Met een duidelijk vooropgesteld
doel lukt dat wonderwe). We praten wat samen en ik probeer wat informatie te
verkrijgen over hun interesse en achtergrond. We heffen zowaar een liedje aan: “In
de stille Kempen” en de toon is gezet.
Een week nadien spreken we af in de feestzaal van het Dijlehof om samen een
uurtje te zingen. Gezellig, in een kringetje rond de koffietafel in de feestzaal. Zonder
piano, met stemvork en mondharmonica lukt het wel. Het wordt een vaste activiteit,
donderdagnamiddag om 15 uur: tasje koffie, zingen en wat vertellen. De families
van de zangers komen erbij zitten en zingen voluit mee kerstliederen. Het wordt een
leuke Kerst.
Mei 1995: opening van de serviceflats
In mei 1995 is er de officiële opening van de serviceflats, voorzieningen met
opendeurdagen en rondleidingen. Samen met mijn collega’s zit ik aan een infopunt
waar we de geïnteresseerde bezoekers kunnen helpen.
Marcel Delvaux komt mij opzoeken. Een prachtige solo tenorstem. Hij wil graag
samen met ons zingen. Een echte upgrading! Hij wordt niet alleen een uitstekende
aanwinst, maar ook onze trouwste fan. Later, toen hij opgenomen werd in de
palliatieve afdeling van de Sint-Pieterskliniek, zijn we voor hem gaan zingen. Ook
tijdens zijn uitvaartplechtigheid hebben we met het Bellarminokoor voor hem
gezongen. Dolly Verscure, voorzitster van de KBG, een zeer gedreven dame, sluit
aan bij ons koor en slaagt erin een aantal leden van haar koor te overtuigen om
samen met ons te zingen. Zij zorgt ervoor dat Flor Hendrickx ons die eerste jaren
begeleidt op accordeon en keyboard. Wij zingen samen met het koor van de KBG
voor haar diamanten bruiloft.
Bellarmino
In 1996 wordt binnen ons huis, via een wedstrijd naar een naam gezocht voor ons
zangkoor. Het is juffrouw Fonteyn die het Bellarminokoor boven de doopvont houdt.
13.
De Vier Seizoenen
In 1996 verzorgen wij een eerste zomerconcert. Op het programma staan mooie
Vlaamse liederen. Broeder Harry prijkt als enige jezuïet op de foto. Hij is nog altijd
onze geliefde, trouwste zanger van het eerste uur. Het is onze vrijwilliger Roger Theys
die vanaf dan telkens zorgt voor een mooie uitnodiging en voor een
programmaoverzicht van de concerten. Bij het lenteconcert van 1998 hebben we
ook enkele buren van Paridaens en van het Sint-Pieterscollege kunnen overtuigen
aan te sluiten bij ons koor. Zuster De Wit volgt Flor Hendrickx op als begeleider. Pater
Lievens zorgt voor een harmonium in de kapel en mevrouw Stymans, residente van
een serviceflat, schenkt ons haar mooie piano. Zuster De Wit begeleidt ons bij de
plechtigheden, op de grote feestdagen en bij de uitvaartdiensten in de kapel van
het Dijlehof, en dat waren er tot twintig per jaar!
Er zijn nu zeventien koorleden: vijf bewoners van het Dijlehof, zes bewoners van het
Hertogenhof en zes vrijwilligers.
Eucharistieviering op tv!
In 1999 verschijnt ons koor voor het eerst op de beeldbuis. Wij verzorgen de tv-mis
vanuit de mooie kapel, nu dagverzorgingscentrum, van ons huis. Bert Wouters komt
ons versterken en wordt, tot op de dag van vandaag onze partituurmanager. Een
hele klus! Partituren uitdelen, fardes aanvullen, leegmaken en klasseren. Een wel
gekomen hulp voor mij als dirigente. Oprecht dank, Bert, voor die vele jaren van
toewijding en intens werk achter de schermen! In 2000 zingen we voor het eerst een
vierstemmig lenteconcert met Raymond Henrard als enige bas.
2001: een hoogtepunt in de geschiedenis van het koor.
2001 wordt een topper in de geschiedenis van het koor. Wij halen de
krantenkoppen, het nieuws op ROB en het vervolgverhaal in “Man bijt hond” op de
VRT met een toneelproject “De ingebeelde zieke” van Molière”. Een uniek
toneelproject waar de positieve beeldvorming van ouderen realiteit wordt. Het
Bellarminokoor speelt hier een prominente rol in het slotkoor. Versterkt door de paters
jezuïeten zingen we, in operatie-outfit met veel overtuiging in de slotscène van het
toneelstuk: ”Salut, geleerde esculaap”. Wij zingen drie keer voor een uitverkochte
zaal “De Minnepoort”. Het wordt een ongelofelijk succes dat nog jaren blijft
nazinderen.
Vanaf 2001 wordt pater Paul Vanderghote onze vaste inleider bij concerten. Onze
groep wordt aangevuld met nieuwe vrijwilligers. De wijzer staat op tien.
14.
De Vier Seizoenen
Omwille van een ernstige ziekte van één van onze dochters onderbreek ik
gedurende zes maanden mijn werk als activiteitencoördinator. Het is Carine Spiloes
die, superprofessioneel zoals zij is, met zwier het dirigeerstokje overneemt.
Bij het lenteconcert van 2003 draaien we samen weer op volle toeren. Met pater
Jan Cornelissen aan de piano als begeleider voelen we ons gedragen om nog lang
samen te kunnen zingen. “Un monde meilleur” van A. Dvorak staat voor het eerst op
ons programma. Het wordt ons lijflied.
Lien Ruwet neemt nog even het dirigeerstokje van mij over zodat het koor niet op
non-actief moet staan. Met mijn werk als activiteitencoördinator stop ik definitief in
het jaar 2006.
Jubileumconcert en prijs van de stad Leuven
Maar het Berllarminokoor ligt mij zo na aan het hart dat ik tot op de dag van
vandaag, als vrijwilliger, met plezier de vreugde van het zingen wil delen.
In 2009 vieren we ons eerste jubileumconcert: “15 jaar Bellarmino” i.s.m. Rita Van
Dorpe. Voor ons een absolute topper, een stem van formaat. We kiezen voor
melodieën van vroeger. Een bloemlezing uit musicals, opera en operettes. Na al die
tijd is het plezier van het zingen ons absoluut nog niet vergaan.
In 2013 nemen we deel aan het project van de stadssopraan Noémie Schellens. Aan
de slag gaan met het Leuvens stadslied en zo alle leeftijdsgroepen aan het zingen
brengen. Schitterend!
Het is dankzij de muzikaliteit en de belangeloze en enthousiaste inzet van Jan Coeck
dat het project “een eigen versie van het Leuvens stadslied voor 80 plussers” vorm
krijgt. We doen het met onze groep “tel quel”, zonder ondersteuning van buitenaf.
Wij winnen de prijs van de stad Leuven en ontvangen uit de handen van de
schepen van cultuur en van Noémie een oorkonde en een Fonske voor onze puike
prestatie. Kranten en ROB laten dit niet onopgemerkt voorbijgaan.
Intussen heeft Jan Coeck ons in zijn hart gesloten en schrijft hij nog 10 liederen,
opgedragen aan het Bellarminokoor en heel binnenkort op CD te beluisteren. Wij
zingen zes liedjes van Jan tijdens ons laatste jubileumconcert van 13 november 2014
n.a.v. “Twintig jaar Bellarmino”. En zo zie je maar dat het spreekwoord “Mooie liedjes
duren niet lang” voor ons niet opgaat.
Wij blijven een groep zingende vrienden, verbonden door de muziek, gedragen
door elkaars inzet en enthousiasme. De vreugde van de muziek is nog zichtbaar
aanwezig, en nog voor lang. Dat hopen wij!
Agnes Diddens
Bronnen: jaarverslagen animatie en
jaaroverzichten concerten Bellarmino
15.
De Vier Seizoenen
Met klopper en deegrol
Feesttaart
20 jaar Dijlehof
Ingrediënten
- 150 bloem
- 150g suiker
- 5 eieren
- 1 pakje vanillesuiker
- ½ koffielepel bakpoeder
- 4 pakjes witte rolfondant (4x250g)
- Rolfondant in kleur volgens voorkeur
Bereiding
Verwarm de oven op 150°. Splits de eieren en roer de eierdooiers, de suiker en de
vanillesuiker tot een romig, glad deeg. Klop het eiwit stevig tot sneeuw. Zeef de
bloem op het eiwit, doe er het bakpoeder bij en schep samen onder het deeg.
Belangrijk is dat het deeg luchtig blijft. Stort het in een springvorm van ongeveer 20 à
22 cm diameter. Zet de taart in de oven voor ongeveer een uur. Controleer met een
prikker of de taart klaar is. Goed laten afkoelen op een taartrooster.
Als de taart afgekoeld is, kan je haar doormidden snijden en eventueel opvullen met
jam of vruchten. Om de taart te bekleden heb je rolfondant nodig. Haal die uit de
verpakking en begin hem eerst goed te kneden. Rol hem dan uit op een tafel die
niet plakt of op een vinyl tafelkleed. De dikte van de rolfondant moet minstens 34cm
diameter hebben en hij moet ongeveer 6 mm dik zijn, want anders scheurt hij te
gemakkelijk. Leg de rolfondant mooi over de taart en wrijf met je handpalmen over
de bovenkant van de taart en strijk glad. Dan pas de zijkanten. Zo wrijf je de plooien
weg. Nu kan je de taart nog decoreren met andere rolfondant in kleur die je met
water op de taart kan kleven, volgens smaak en artistieke talenten. Veel plezier
ermee en smakelijk!
16.
De Vier Seizoenen
Dijlehof, een Leuvens avontuur
Ondertussen eenentwintig jaar geleden, op 3 december 1993, begon voor mij het
verhaal van het Dijlehof. De kiemen van dit sociaal en maatschappelijk relevant
Leuvens avontuur liggen echter reeds vele jaren eerder: in de tachtiger jaren werd
het toenmalig bestuur van De Wingerd aangesproken door de paters jezuïeten om
voor hen een zorgvoorziening voor hun steeds ouder wordende groep paters op te
richten. Omwille van maatschappelijke noden werd ervoor gekozen om een rusthuis
en serviceflats te bouwen binnen de bestaande regelgeving en subsidiëring, in
plaats van louter met eigen middelen van de paters. Binnen dit seculiere huis
zouden de paters jezuïeten dan een eigen communiteit hebben. Op 21/12/1987
wordt de vzw Bellarmino hiertoe opgericht.
In 1988 werd gestart met de bouw. Eind 1993 werd
een directeur gezocht om de voorziening concreet
vorm te geven. Samen met mijn kinderen bezocht ik
de toenmalige werf: “Word jij hier directeur...?” Zij
konden er zich niet veel bij voorstellen. Intussen
hebben zij mee het Dijlehof mogen zien groeien tot
wat het vandaag is.
Het bestuur legde het werkingskader en de financiële
speelruimte vast, en koos voor de naam Dijlehof – het
hof aan de Dijle.
In februari 1994 verhuisde ik mijn bureau van thuis naar
de zesde verdieping waar een eerste bewonerskamer
als demokamer was ingericht. Ik nam ze in gebruik als
eerste bureau. Enige tijd later werd Hilde Konings als
administratief medewerker aangeworven, en was de
uitbreiding van de personeelsploeg van één naar
twee koppen een feit.
Per 1 juni 1994 verkregen we van de overheid onze voorlopige erkenning. Intussen
hadden we met een vijfkoppige ploeg verpleegkundigen en verzorgenden en één
onderhoudsdame de komst van de eerste bewoners voorbereid. We hadden ook
een overeenkomst met onze eerste kaptser, Mia Dendooven. Mia is, net als Hilde,
nog altijd in dienst!
Op 15 juni 1994 betraden drie heren van stand als eerste bewoners onze
gloednieuwe voorziening. Twee van hen discussieerden nog lang nadien wie nu als
eerste in het Dijlehof was komen wonen: de ene was namelijk de eerste
ingeschreven, de andere als eerste fysiek in het gebouw toegekomen.
Alhoewel een gedeelte van de bouw op dat ogenblik nog altijd in de werf stond, en
we met planken en paletten de toegang wat dienden op te krikken, waren de
woongedeeltes perfect in orde en klaar om alle nieuwe bewoners te verwelkomen.
Twee dagen later kwamen er al de eerste dames bij, en op 01/07/1994 betrokken
de jezuïeten hun eigen vertrekken.
Een klein jaar later, op 11 april 1995 verwelkomden we de eerste bewoners van het
Hertogenhof, waarvan er enkelen tot vorig jaar nog daar hebben gewoond.
17.
De Vier Seizoenen
De jaren van oprichting van het Dijlehof en het Hertogenhof zijn ook de jaren dat er
grote veranderingen in de ouderenzorg landelijk volop op gang kwamen. Het 'spook
van de vergrijzing' werd een maatschappelijk thema. De visies werden verscherpt,
de middelen mondjesmaat verhoogd in functie van de toename zware zorg, en het
beleid van de overheid was om deze zorg weg te trekken uit de (duurdere)
ziekenhuizen. Rusthuizen werden geacht zich enkel nog te richten op de
zogenaamde RVT-bewoners. De lichtere zorgvragen dienden te worden
opgevangen in de thuiszorg. Binnen het kader van dit laatste nam het Dijlehof
initiatief tot het oprichten van een dagverzorgingscentrum en het kortverblijf als
vormen van thuiszorg ondersteunende dienstverlening.
De paters jezuïeten, die nog een studiehuis hadden in de Minderbroedersstraat 11,
verlieten dit gebouw eind jaren negentig. Zij lieten ons de kans dit mee op te nemen
in de erfpacht. Daar we in de Minderbroedersstraat met onze gebouwen helemaal
ingesloten zaten en uitbreiding niet mogelijk was, was het aanbod van de jezuïeten
zeer welkom. Eerst werd het dagverzorgingscentrum hier tijdelijk ingericht, in
afwachting van de uitbreiding van onze erkenning voor 16 nieuwe kamers. Op deze
wijze poogden we de druk op de wachtlijsten beter op te vangen, en tevens
tegemoet te komen aan de nood van een gespecialiseerde afdeling voor personen
met dementie.
Ondertussen werden de meeste van onze bewoners zo zorgbehoevend dat het
bijwonen van de zondagsmis in de moeilijk toegankelijke kapel werd verschoven
naar de beter bereikbare feestzaal, en naar de afdelingen waar dat nodig was.
Dankzij de jezuïeten kreeg iedere bewoner, welke zorg hij ook behoefde, alzo de
pastorale zorg die hij wenste.
De ruimte van de toenmalige kapel kreeg als nieuwe bestemming de definitieve
huisvesting van de Hertog van Brabant - het dagverzorgingscentrum.
Dezelfde jaren negentig en beginjaren van het nieuwe millennium kenmerkten zich
ook als bijzonder moeilijke jaren in de aanwerving van verpleegkundig en
verzorgend personeel. De arbeidsmarkt was verstoord, en we kregen vele – te vele –
wisselingen in de personeelsploeg. Gelukkig kiezen vandaag weer meer jongeren
voor deze beroepen.
Binnen de zorgverlening kenden we ook vele nieuwe evoluties binnen de
ouderenzorg: uitbouw van de animatie gedreven door respect voor en gedacht
vanuit de bewoners, verzwaring van de zorg, toenemend aantal personen met
dementie die vragen om gespecialiseerde benadering, de ontwikkeling van de
palliatieve zorg, de bestrijding van doorligwonden via goed opgeleid personeel en
de nodige materiële hulpmiddelen, inspanningen voor de preventie van
rugproblemen bij het verzorgend en logistiek personeel, de preventie van nieuwe
vormen van besmetting (MRSA, legionella, …), om er maar enkele belangrijke te
noemen.
Ook het management van zorgvoorzieningen werd zienderogen complexer: diverse
overheden met overlappende of ontbrekende bevoegdheden die zich vaak redelijk
betuttelend en met weinig geloof in de sector opstelden, toenemende complexe
financiering, zowel binnen het Riziv, als door de talloze losstaande
overheidsinitiatieven op vlak van tewerkstelling of innovatie. Dit bracht tevens steeds
nieuwe administratieve verplichtingen mee.
18.
De Vier Seizoenen
Een en ander bracht mee dat een relatief kleinschalig initiatief zoals het Dijlehof
meer en meer aangewezen is op samenwerking tot en met verregaande integratie
in een groter verband van gelijkgestemde voorzieningen. Een evolutie die vandaag
volop bezig is, zoals u allicht al elders zult hebben vernomen.
Dirk Demuynck
Technisch directeur wzn Dijleland
Feesten ’20 jaar Dijlehof’
19.
De Vier Seizoenen
Kaas- en wijnavond
20.
De Vier Seizoenen
Een toekomstvisie of visioen…
20 jaar WZC Dijlehof, een hele tijd, of toch niet? 20 jaar waar we naar
terugkijken en veel kunnen uit leren. Nu het stilaan tijd wordt om te kijken
naar de toekomst, moeten we ook durven een aantal bakens uitzetten
waar we de komende decennia willen naartoe werken. Onze missie of
bakens zullen zich uitstrekken over een viertal pijlers. Deze pijlers zijn: de
zorg voor onze bewoners, bezoekers, hun familie en mantelzorgers; gaan
voor een innovatieve zorgverlening; de zorg voor ons personeel,de
vrijwilligers en de studenten; en de modernisering van onze infrastructuur.
Onze zorg voor bewoners van assistentiewoningen, woonzorgcentrum en
centrum voor kortverblijf en de zorg voor bezoekers van het dagcentrum
en hun mantelzorgers blijft onze basisdoelstelling – of onze core business.
Bewoners en bezoekers met hun familie blijven de belangrijkste
stakeholders in de werking. Luisteren naar en in dialoog gaan met hen,
maakt dat we kwaliteit kunnen bieden aan het leven in onze voorziening.
Voor bewoners een aangepaste daginvulling zoeken, zal een hele
uitdaging worden, waardoor we aan ieders nood kunnen voldoen.
Bezoekers van het dagcentrum een zinvolle dagbesteding geven met
daarbij ‘gespecialiseerde’ zorg, zal een meerwaarde in onze samenleving
zijn.
Dat brengt ons bij de tweede pijler: gaan voor een innovatieve
zorgverlening. Belevingsgerichte en prikkelarme zorg gaan de komende
jaren de kers op onze 20-jarige taart zijn. Medewerkers zijn volop bezig om
de begrippen een invulling te geven in de dagdagelijkse omgang met
bewoners. Wanneer je belevingsgerichte zorg verleent, stem je af op de
individuele wensen en behoeften van de bewoner. Hierbij zijn juist de
momenten van echt contact uitgangspunt van handelen. Geborgenheid,
eigenwaarde en zingeving zijn doelen van belevingsgerichte zorg.
In een Duits woordenboek vond ik beleven als “erleben” omschreven of
met andere woorden ‘genoegen vinden’. Net datgene willen we
bekomen in de zorg voor onze bewoners: genoegen vinden in hun woonen leefklimaat in onze voorziening.
Innovatief zal een sleutelwoord worden in de komende jaren. Met de
steeds meer opgelegde financiële beperkingen vanuit de overheden,
moeten we trachten een gezond evenwicht te zoeken naar een
kwalitatief hoogstaande zorg en de beperkingen.
De derde pijler richt zich op de medewerkers. In economisch moeilijke
tijden moeten we als organisatie onze medewerkers koesteren. ‘Goede’
en ‘trouwe’ medewerkers en vrijwilligers vinden en deze houden in de
21.
De Vier Seizoenen
voorziening is een moeilijke opdracht. Ooit zei een docent: ‘Goede
medewerkers zijn als schaarse goederen, en schaarse goederen worden
in de economie “inferieure goederen genoemd”. Koester deze, dan hou je
deze …’. Als werkgever zetten we alles in om medewerkers met de juiste
competenties en kwalificatie in alle geledingen van onze organisatie aan
te trekken. Investeren in duurzaam en inzetbare werknemers is investeren
in onze organisatie. Onze medewerkers kunnen bij ons hun talenten
ontdekken, deze koesteren en deze verder ontwikkelen. Zo worden onze
zorgvragers er enkel beter van. Daarnaast willen we blijvend inzetten in de
opleiding van studenten voor alle functies in de werking. Zorgkundigen,
verpleegkundigen, paramedici, logistiek en onderhoudsmedewerkers,
onthaalmedewerkers, technische collega’s, … iedere student is welkom
om ‘het vak’ te leren. Onze opdracht blijft dan ook ‘de ouderenzorg’ in al
zijn facetten op een positieve manier voor te stellen als een werk met
voldoening en een werkplaats waar het goed is om te werken.
Een vierde pijler is onze infrastructuur. Aan ideeën ontbreekt het ons zeker
niet om een infrastructuur te ontwikkelen zodat we de komende decennia
voldoen aan enerzijds de normen van de overheid en anderzijds aan de
verwachtingen van onze bewoners. Na 20 jaar heeft ons gebouw een
opfrisbeurt nodig. De vraag: een opfrisbeurt of degelijke renovatie? We
gaan voor de renovatie… Maar om deze pijler te realiseren zijn financiële
middelen nodig. Het vinden van de broodnodige centen om iets te
bouwen, is op zich een hele karwei. Dit zal de komende maanden een
prioriteit worden, zodat we aan onze toekomst kunnen bouwen.
Om als woonzorgcentrum Dijlehof in de toekomst een betere
bestaanszekerheid te hebben, heeft ons bestuur gekozen om samen met
De Wingerd, Ter Meeren en Keyhof een fusie op te zetten. WoonzorgnetDijleland wordt op 1 januari een feit. Een samenwerking die ervoor gaat
zorgen dat we beter kunnen weerstaan aan de huidige maatschappelijke
veranderingen. Door toe te treden tot dit groter geheel zullen we met zijn
allen meer slagkracht krijgen, een nog beter personeelsbeleid kunnen
voeren, een nog beter aankoopbeleid garanderen, maar als belangrijkste
troef een toonaangevende zorgverlener te zijn binnen de regio en ver
daarbuiten.
Een toekomstvisie of visioen… het is een duidelijk toekomstbeeld dat we
voor ogen houden. Spijtig genoeg hebben we geen glazen bol om te
kijken of dit beeld daadwerkelijk gaat uitkomen. Maar als we met zijn allen:
bewoners, bezoekers, familie, mantelzorgers, medewerkers, vrijwilligers en
bestuur er onze schouders onderzetten, zal dit beeld werkelijkheid worden.
Rudi Logist
Dagelijks Verantwoordelijke
22.
De Vier Seizoenen
ACTIVITEITENOVERZICHT: DECEMBER 2014 – MAART 2015
De huisweekagenda ziet er als volgt uit
Maandag
Dinsdag
Bewegen met materiaal
10u30 – 11u00: Voor de
bewoners van Nr 11, HVB en
Hertogenhof
11u15 - 11u45: Voor de
bewoners van Hoogdijle en
Neerdijle
10u30 – 11u45: “Luisteren in je
leunstoel” afwisselend voor
bewoners van Hoogdijle,
Neerdijle en Lessius
Woensdag
Donderdag 10u45: Koorrepetitie voor het
Bellarminokoor – in de feestzaal
Vrijdag
Bewegen op muziek
10u30 – 11u00: Voor de
bewoners van Nr 11, HVB en
Hertogenhof
11u15 - 11u45: Voor de
bewoners van Hoogdijle en
Neerdijle
Zaterdag
Zondag
15 u.: Misviering
15 u.: Cafetaria
13u45: Uitstapje naar een
brasserie afwisselend voor
bewoners van Dijlehof en
Hertogenhof
15 u.: We plannen een
activiteit met nadruk op
gezellig samenzijn
15 u.: Cafetaria
15 u.: Cafetaria
Dit vaste weekschema wordt in de komende maanden aangevuld met
volgende activiteiten:
December
Di 23/12:
Vr 26/12:
Gezellig kerstsamenzijn. Om 15u in de feeszaal.
Muzieknamiddag met René Davis.
Om 15u in de feestzaal.
Januari
Vr 02/01:
Di 06/01:
Vr 09/01:
Vr 16/01:
Borrelnamiddag met nieuwjaarsbrieven. Om 15u in
de feestzaal.
Driekoningentaart. Om 15u in de feestzaal.
Demonstratie stijldansen. Om 15u in de feestzaal.
Filmnamiddag ‘Natuurfilm’. Om 15u in de feestzaal.
23.
De Vier Seizoenen
Zo 25/01:
Vr 30/01:
Nieuwjaarsconcert. Om 15u in de kapel van de Jozefieten en
aansluitend receptie in ons huis.
Muzieknamiddag met Jos Loucke. Om 15u in de feestzaal.
Februari
Vr 13/02:
Vr 20/02:
Valentijnvertelling door de woudnimf. Om 15u in de
feestzaal.
Muzieknamiddag met Piet De Mulder. Om 15u in de
feestzaal.
Maart
Di 24/03:
Schoenenverkoop firma Compaz.
Om 15u in de feestzaal.
Redactieraad
De medewerkers van onze redactieraad zijn:
Ilse Claeys, Jef De Roeck, Sophie Grobet, Rudi Logist,
Missoul , Griet Robberechts, Clara Schurmans.
Véronique
Als u een artikel over een gebeurtenis in huis, een gedicht, … wilt
binnenbrengen voor onze huiskrant, mag u zich steeds tot Véronique
(medewerker secretariaat) wenden.
Pastorale Nieuwsbrief
In deze brief wordt het pastorale tijdschema van het lopende kwartaal
weergegeven.
•
•
Elke maandag: eucharistieviering in de feestzaal om 15 uur
Elke eerste vrijdag van de maand: Stille gebedsdienst om 11u in de kapel
op -1
• Kerstmis: feestelijke misviering op donderdag 25 december om 11u in de
feestzaal
24.
De Vier Seizoenen
Bezoek aan Plankendael
25.
De Vier Seizoenen
VERHALENBAZAAR: 20 JAAR DIJLEHOF
Iets meer dan 20 jaar geleden werd aan dhr. Dirk Demuynck gevraagd om Dijlehof,
als directeur, mee op te richten en vorm te geven. Een grote taak, veel werk in soms
moeilijke omstandigheden, vooral in het begin. Zijn ervaringen en anekdotes van
toen, kan u ook uitgebreid lezen in dit feestnummer van ‘De Vier Seizoenen’.
Maar in zijn kielzog startten ook enkele werknemers die mede dat pionierswerk
hebben volbracht. Velen zijn gegaan, velen zijn erbij gekomen, maar enkelen zijn
sinds de beginjaren nog steeds actief in Dijlehof. Alleen dat al is een enorme
prestatie! Ik was dan ook zeer benieuwd naar hun ervaringen als beginnende
werknemer in het toen prille Dijlehof en wou ook graag weten hoe ze alles hebben
zien evolueren in die 20 jaar tijd.
De eerste werknemer destijds was Hilde Konings. Zij werd in 1994 aangeworven als
directiesecretaresse. En kort daarna, in juni 1994, begon Mia Dendooven als kapster.
Een jaartje later ongeveer begon Hilde Van de Zande als logistiek medewerker.
Wauw dames, 20 jaar dat is al een hele tijd! Weten jullie nog hoe het voelde om hier
in het begin te komen werken in Dijlehof?
Hilde K.: “Als ik terugdenk aan die eerste dagen hier in Dijlehof dan kan ik dat
samenvatten met één woord: chaos! Dirk Demuynck had mij aangeworven als
directiesecretaresse, maar het was echt van nul beginnen. Bij het sollicitatiegesprek
moest ik zelfs in een bouwwerf met de trap tot op de zesde verdieping gaan. Daar
waren twee kamers ingericht, die op dat moment dienst deden als bureau. De
gelijkvloerse verdieping was immers nog volledig in puin. Er waren op het moment
van mijn aanwerving al drie bewoners en dan ook enkele paters. Dirk en ik werkten
samen met slechts één computer. In het begin bestond mijn werk erin om
toekomstige of kandidaat-bewoners en familie rond te leiden en de opnames te
plannen en te regelen. Niet simpel, want je moest de mensen kamers tonen die nog
geen kamers waren of uitleggen waar de badkamer ging komen, maar al wat je
zag was beton en stenen. Je had dus veel verbeelding nodig. Het was een intense
periode die planning en er kwam veel bij kijken. Want ook de contacten met de
aannemers en het personeel hoorden bij mijn takenpakket.”
Mia: “Toen ik op sollicitatiegesprek kwam, moest ik ook nog tot op de zesde
verdieping gaan, met de trap. De kapsalon op de benedenverdieping was nog
ruwbouw. De eerste knip- en kapbeurten bij de bewoners gebeurden dan ook op
de kamer zelf. Met wat improvisatie lukte dat wel. Ik heb zelfs nog mee de opkuis
gedaan, wanneer de werken voltooid waren.”
Hilde V.: “Ik ben hier in 1995 stage komen doen via een tewerkstellingsproject.
Nadien werd ik hier vast aangeworven als logistiek medewerker. In het begin moest
ik vooral het onderhoud van de kamers doen en het avondmaal verzorgen. Ik
26.
De Vier Seizoenen
werkte toen vooral in een late shift. Mijn werk bestond erin om de bediening van de
boterhammen op de afdeling te doen en samen met de verpleging en
verzorgenden begeleiden waar nodig. Het was een fijne tijd, ik had veel voldoening
ook van mijn werk.”
Hoe heb je Dijlehof hier zien evolueren in die 20 jaar tijd?
Mia: “Goh in die beginjaren had je misschien maar twee bewoners die
rolstoelafhankelijk waren en 58 valide bejaarden. Nu is dat misschien het
omgekeerde. Vroeger gingen onze bewoners nog geregeld zelf de stad in. Het was
toen meer een rusthuis, terwijl het nu echt een woonzorgcentrum is.”
Hilde K.: “Ja, dat is waar. De zorgzwaarte is wel fel toegenomen in al die jaren tijd.
De validiteit is gedaald. Onze eerste bewoners waren inderdaad rusthuisbewoners.
Ze kwamen bij mij op gesprek en wilden eigenlijk zo wat preventief opgenomen
worden in het rusthuis voor het geval dat ze meer zorgbehoevend werden. Nu is dat
natuurlijk helemaal anders en kan je pas naar een woonzorgcentrum komen, indien
je een bepaalde zorgbehoevendheid hebt.”
27.
De Vier Seizoenen
Hilde V.: “De ouderen die hier toen in Dijlehof woonden, waren nog veel
zelfstandiger. Ze namen bij hun intrek ook veel eigen meubilair mee en tapijten die
we dan wekelijks moesten stofzuigen. Ook zwaar meubilair werd meegebracht en
dat was belastend voor de rug voor ons als logistiek medewerker en een zware klus
om de kamers optimaal te kunnen poetsen. Je moest immers eerst alles in de gang
zetten voor je aan de echte poets kon starten. We moesten ook ’s morgens de
ontbijtplateaus afruimen kamer per kamer. De verpleging zette die dan tijdens de
zorg buiten op de grond. We moesten dus veel bukken op een dag. Gelukkig kwam
dan het idee om van die metalen latjes te plaatsen tegen de muur, waar het
dienplateau op kon rusten en wij niet meer moesten bukken. Dat is gelukkig dus wel
veel verbeterd nu. De bewoners komen nu ook meer beneden eten in de living. De
ergonomie is ook fel verbeterd: nu hebben we zeer efficiënte poetskarren en betere
producten. Niet meer zoals vroeger toen je nog veel water en sop moest gebruiken.
Er zijn in al die jaren voor de afdeling logistiek ook vele reorganisaties geweest: we
hebben er bijvoorbeeld op een bepaald moment de hele keuken moeten bijnemen
en er werd dan ook gevraagd om in het weekend te koken. Ook bij de opening van
Huis Lessius, kwam er meer werk bij.”
Hilde K.: “Er is ook veel veranderd qua werkomstandigheden: vroeger werkte het
personeel meer als één groep. We kwamen zelfs samen middagpauze nemen in de
personeelsrefter. Dat is nu niet meer denkbaar. Omwille van de continue zorg die
moet geboden worden, werkt men nu meer afdelingsgericht. Er is nu een grote
groep van personeelsleden, daar schrik ik toch wel iedere keer van als er een
personeelsvergadering is en de feestzaal afgeladen vol zit. Maar we hebben
absoluut aan professionaliteit gewonnen: in huis zijn er werknemers met zeer veel
talenten in verschillende kennisdomeinen. Dat verrijkt je woonzorgcentrum meteen
enorm. En dat zullen onze bewoners ook voelen.”
Wat is de dag van vandaag precies jullie taakinhoud bij het werk?
Hilde V.: “Als logistiek medewerker verzorg ik het onderhoud van de kamers vooral
op de zesde verdieping en ben ik ook verantwoordelijk voor het linnen daar, de
poets van de grote badkamer en het ophalen en aanvullen van de persoonlijke was
van die bewoners. Ik help ook mee bij het onderhoud van de livings. Na mijn werk
op de verdieping, ga ik helpen in de keuken: ik poets het vuur van ons chefkok, doe
de hele afwas van de keuken, wat soms een heel werk is, die braadpannen
schuren! Maar ik doe het wel allemaal zéér graag.”
Mia: “Van dinsdag tot en met vrijdag werk ik elke voormiddag in de kapsalon. Sinds
lang werk ik nu ook in de namiddag voor de dienst animatie. Ik begeleid mee die
activiteiten en zorg soms zelf ook voor een specifiek aanbod, zoals verwenzorg. Ik
kom ook altijd helpen bij de grote evenementen, zoals de kaas- en wijnavond,
tuinfeest, nieuwjaarsconcert, uitstappen, enz. Veel variatie dus!”
28.
De Vier Seizoenen
Hilde K.: “Ik werk nu voor de personeelsadministratie, waarvan Ann Verstricht onze
overkoepelende verantwoordelijke is, sinds het samenwerkingsverband met de
andere woonzorgcentra: De Wingerd, Keyhof en Ter Meeren. Elk woonzorgcentrum
heeft wel nog zijn eigen aanspreekpunt of front desk, waarvan ik dat dan voor
Dijlehof ben. Maar ik werk dan ook nog overkoepelend voor de centrale
personeelsdienst, louter administratief ondersteunend.”
Wat spreekt je nog altijd aan om voor Dijlehof te komen werken?
Hilde K.: “Ik doe nog altijd mijn job even graag, al is er al veel veranderd. Mijn
omgeving, de sfeer die er heerst en de sociale sector spreken mij gewoon aan. Het
zal ook boeiend zijn om nu vanaf 1 januari 2015 te groeien naar een fusie. Binnen het
samenwerkingsverband zullen we nog meer kunnen inzetten op uitwisselen van
expertises die aanwezig zijn in de verschillende huizen, zonder daarbij onze
eigenheid te verliezen. Het zal ons sterker maken. Hoe ik de toekomst zie? De
informatisering zal toenemen, maar ik denk niet dat ik zal moeten vrezen voor mijn
job: ik kan me niet indenken dat de personeelsdienst zal verdwijnen.”
Mia: “Ik zou niet meer als kapster in een zaak in de stad kunnen werken. Dat
zorgaspect spreekt mij gewoon te veel aan. Je kent de bewoners ook zeer goed. Je
bouwt echt een band op met die mensen, terwijl er in een gewoon kapsalon veel
anonimiteit en vluchtigheid is.”
Op het moment dat ik de vraag aan Hilde Van De Zande stelde, kwam haar
verantwoordelijke, Carine Vandermeulen, binnen.
Hilde V. : “Ja, ik doe het gewoon graag.”
Carine: “Hilde is veel te bescheiden. Ze werkt hier nu al zolang en doet dit nog
steeds met evenveel overgave als in het begin. Ze heeft het hart op de juiste plaats.
Zeker als het gaat over omgaan met onze oudere bewoners. Ze is ook zeer
collegiaal, flexibel en je kunt steeds rekenen op haar. We hopen dan ook nog jaren
te mogen samenwerken en samen met pensioen te kunnen gaan!” lacht Carine.
Dames, dat wens ik jullie zeker toe en voor iedereen ook die in Dijlehof werkt. We
gaan dit samen vieren en klinken op een mooi verleden, maar op een zeker nog
mooiere toekomst: schol!
Uw vliegende reporter,
Sophie Grobet
29.
De Vier Seizoenen
Café Chantant voor personeel en vrijwilligers
n.a.v. 20 jaar Dijlehof
30.
De Vier Seizoenen
Geluk
Donderdag 4 juni 2009
Ik kwam het pad opgewandeld, alles scheen zo rustig, en niemand viel te
bespeuren op die zachte lentedag. Dicht bij het huis gekomen liet ik even een
‘oehoe’ horen, en meteen kwam de vriendelijke lach van de oma me tegen. Twee
kleinkinderen zaten heel braaf aan de tafel, omringd door een schat van een
grootvader, die de taak van de superonderwijzer op zich had genomen na de
schooluren. Vanuit de keuken kwamen heerlijke geuren mijn neus prikkelen. “Oma is
bezig met het maken van pannenkoeken”, zei één van de beeldige kleinkinderen,
met een speelse blik in haar mooie, blauwe ogen.
Ik zette me neer bij hen aan de tafel, geïntrigeerd door wat vandaag aan kinderen
van een tweede en vierde leerjaar als kennis wordt aangereikt. Voor de ene was het
de tijd (de klok is immers in ons jachtige leven niet meer weg te denken) en voor de
andere was het wat bepaalde verkeersborden aan de hedendaagse inwoners van
dorpen en steden willen duiden. Zowel opa als ikzelf kwam tot de conclusie dat
bepaalde borden, die in wit-zwart op het blad stonden (weliswaar met de tekst
blauw of rood er in letters aan toegevoegd) niet tot ons gekend ‘patrimonium’
behoorden. We bleven toch even sceptisch over wat nu wel als echt essentieel en
echt bijkomstig (of praktisch niet bestaand) kon gerekend worden … maar ja, leren
is kennis vergaren, en dus deden we mee!
De kennisvergaring werd al vlug naar later verschoven, want oma kwam al met een
‘niet op verkeer lijkend bord’ binnen, en ik werd aangemaand om toch even van
de pannenkoeken te proeven. De kleinkinderen moesten nog even geduld oefenen
tot de rest van de groep, die zich bij hen zou voegen iets later, mee aan tafel kon.
Ondertussen had ik ook mijn cadeautje (want dat was de reden van mijn bezoek)
voor de feesteling afgegeven, na eerst de goedkeuring qua timing gevraagd te
hebben aan de grootouders. De ogen glunderden. Ik kreeg al onmiddellijk een hele
warme zoen, nog voor ze het pakje had opengemaakt. Kleine meisjes houden van
frivoliteiten, en ook zij was hierop geen uitzondering … Een armring, een vingerring,
een speld in het haar, een geldbeugeltje dat glinstert, het zijn allemaal juwelen, die
een kinderhart doen dromen.
Het nichtje dat een paar jaar eerder al tot de ‘comunnicantengroep’ had behoord,
was even gelukkig, verre van jaloers, heel begripsvol ervan uitgaand dat elk ooit wel
aan de beurt komt als feesteling. De jongste zei dan ook nog heel open en
spontaan: ‘We kunnen misschien wel een en ander ervan delen …’. Geluk ligt op
een klein plaatsje in het hart.
Met tweeën genoten ze mee terwijl ik de lekkere pannenkoek opat, met de koffie,
en de kwaliteiten van de kok duidelijk prees. De keuken van oma had voor hen
geen geheimen meer: ze was gewoon altijd ‘buitengewoon’. Dat had ik eerder ook
al kunnen ervaren. Hun oogjes glunderden van blijdschap. Ik was er zeker van dat ik
hier voor mij een tafereeltje zag, dat ik voor altijd in mijn hart zou opslaan, een foto
van ‘geluk’. Geluk om het gewone mensenleven dicht bij de natuur, met twee
spelende, mooie, jonge kinderen, een oma en opa met een hart van goud, die de
31.
De Vier Seizoenen
waarden bezitten die het leven van hun kinderen en kleinkinderen een duidelijke
meerwaarde geven, vroeger, nu en altijd. Geluk ligt in een klein hoekje, maar je
moet het leven laten komen en het koesteren.
In onze wereld, die zoveel heeft, gaat men te veel aan het geluk voorbij. Men zoekt
schimmen, maar men vergeet even na te denken over alles wat zo dichtbij is. Men
wordt gedreven door een reclamewereld, die bepaalt wat ieder van ons nodig
heeft om gelukkig te zijn, maar die geluk niet ziet in de dagelijkse dingen die met het
hart gedaan worden. Gelukkige kleinkinderen, die hun ganse leven het beeld van
hun oma en opa bij zich hebben, als twee ‘wondermensen’ die elke dag opnieuw
een sprookje voor hen betekenen, een warme haven, een voorbeeld van stil en
huiselijk geluk. Succes in het leven hangt af van vele dingen, succes is zeker geen
maatstaf voor geluk, maar gelukkig zijn als kleinkind is zeker de maatstaf voor een
leven waarvan heel velen alleen maar kunnen dromen. Een heel mooi en goed
leven, met een grote meerwaarde voor diegenen die hun weg zullen kruisen, of een
heel eind ervan met hen meegaan.
Ik ben die avond het pad terug afgewandeld met een lichtheid in mijn hart,
waarvan ik de betekenis kan duiden …
Jacqueline, overleden echtgenote van dhr. Bande (bewoner Hoogdijle)
Op Neerdijle maakten ze met de
bewoners verse frietjes
32.
De Vier Seizoenen
We verwelkomen
vier nieuwe
bewoners
in
het
Dijlehof:
de
mevrouwen
Judith
Verlinden,
Simonne Van der Haegen en Maria
Lavrysen
en
E.P.
Leon
Vandenabeele.
In
Hertogenhof
verwelkomen we de heren Roger
Haven en Alfons Vangilbergen.
We namen afscheid en deelden in
het verlies van de familie van de
heren Alphonse Roeck, Camille
Nagels en Martinus Verstegen en de
mevrouwen Denise Buyle, Godelieve
Van Roey en Anna Desmet.
Volgend personeelslid is vertrokken:
Olivia Breuer.
Er zijn nieuwe starters in de zorg: Merel
Blyaert en Linda Verstrepen.
Heuglijk
nieuws!
Valerie
Van
Humbeeck kreeg een dochtertje
‘Juliet’ en Lieve Goethuys een zoon
‘Kjell’.