Grip Dagopening 2013 – 2014

Grip
Dagopening
2013 – 2014
1
Inhoudsopgave:
inhoudsopgave
verantwoording en gebruik
jaaroverzicht
thema’s per week
blz.
blz.
blz.
blz.
2
3
4
5 – blz. 117
2
Verantwoording en gebruik
Beste gebruiker van de (digitale) dagopeningen van GRIP,
In opdracht van de besturen van de G4-scholen heeft ons platform digitale
dagopeningen ontwikkeld. Ze zijn te bereiken via http://www.grip-dagopening.nl.
Nog niet elk van onze scholen is echter al even ver met de digitale voorzieningen in
het lokaal. Soms staat er geen computer op het bureau.
Ook voor docenten die sport geven, zijn er vaak geen goede mogelijkheden om juist
het digitale aspect te benutten.
In overleg is besloten om een basale “papieren” versie beschikbaar te stellen, om
de hierboven beschreven beperkingen te tackelen.
Wij zijn van mening, dat een dagopening (zo mogelijk) enige voorbereiding met zich
meebrengt. Dat kan natuurlijk thuis digitaal plaatsvinden.
Vervolgens kan deze papieren versie in het lokaal, op het veld of in de sportzaal
gebruikt worden. Er is duidelijk zichtbaar gemaakt om welk thema het gaat, welke
dag het is en welke tekst gelezen moet worden. Vervolgens kan de uitgeschreven
tekst voorgelezen worden; natuurlijk kun je ook, indien aanwezig, de bijbel
gebruiken die op het bureau ligt.
Tenslotte is er ruimte gecreëerd om wat aantekeningen te maken bij de ochtend of
de middag. Naast eigen aantekeningen, kun je natuurlijk ook gebruik maken van de
exegese of gesprekspunten uit de digitale versie.
We hopen dat je begrijpt, dat ons ontwikkelingsdenken gericht is op het digitale
aspect van onze dagopeningen en de mogelijkheden die dat met zich meebrengt.
Een papieren versie is daar eigenlijk strijdig mee. Het is dan ook alleen voor die
collega’s bedoeld, die in de lessituatie geen digitale voorzieningen hebben. Je moet
deze versie dan ook niet zien als een volwaardige vervanging, maar een (hopelijk)
tijdelijke oplossing die uitsluitend voor intern gebruik is bedoeld.
Welke versie je ook gebruikt, we hopen dat je samen met je leerlingen de werkdag
met God kunt beginnen. Een gezegend schooljaar.
Namens GRIP,
Jan Bollemaat
Dick Bos
Grip 2013,
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan: De Nieuwe Bijbelvertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
3
Jaaroverzicht
datum(1)
datum(2)
weeknr.
opmerking
19-08-2013
26-08-2013
02-09-2013
09-09-2013
16-09-2013
23-09-2013
30-09-2013
07-10-2013
14-10-2013
21-10-2013
28-10-2013
04-11-2013
11-11-2013
18-11-2013
25-11-2013
02-12-2013
09-12-2013
16-12-2013
23-12-2013
30-12-2013
06-01-2014
13-01-2014
20-01-2014
27-01-2014
03-02-2014
10-02-2014
17-02-2014
24-02-2014
03-03-2014
10-03-2014
17-03-2014
24-03-2014
31-03-2014
07-04-2014
14-04-2014
21-04-2014
28-04-2014
05-05-2014
12-05-2014
19-05-2014
26-05-2014
02-06-2014
09-06-2014
16-06-2014
23-06-2014
30-06-2014
07-07-2014
14-07-2014
23-08-2013
30-08-2013
06-09-2013
13-09-2013
20-09-2013
27-09-2013
04-10-2013
11-10-2013
18-10-2013
25-10-2013
01-11-2013
08-11-2013
15-11-2013
22-11-2013
29-11-2013
06-12-2013
13-12-2013
20-12-2013
27-12-2013
03-01-2014
10-01-2014
17-01-2014
24-01-2014
31-01-2014
07-02-2014
14-02-2014
21-02-2014
28-02-2014
07-03-2014
14-03-2014
21-03-2014
28-03-2014
04-04-2014
11-04-2014
18-04-2014
25-04-2014
02-05-2014
09-05-2014
16-05-2014
23-05-2014
30-05-2014
06-06-2014
13-06-2014
20-06-2014
27-06-2014
04-07-2014
11-07-2014
18-07-2014
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
zomervak.
zomervak.
thema
Kijk eens om je heen
De leerschool van het leven
De Wet – Algemeen
Jakob
Maaltijd
Spreuken van Wijsheid
God leren kennen
Economie
herfstvak.
Duivel
herfstvak.
Duivel
Elisa
dankdag
Muziek en dankdag
Jozef
De Bijbel
Jona
Bidden en verhoring
Kaïn en Abel
Advent en Kerst
kerstvak.
xxxx
kerstvak.
xxxx
Bergrede 1
Aardrijkskunde
Gelijkenissen
Vriendschap
IK BEN
Liefde
voorjaarsvak.
Idols
voorjaarsvak.
Idols
Vader en Moeder
biddag
Profeten en biddag
In het begin – Schepping
Vergeving
Waarom?
Lijdenstijd – Matteüs 1
Goede Vrijdag
Lijdenstijd – Matteüs 2
paasmaandag
Opstanding
meivak.
xxxx
maatschappijleer/overheid
Beeld van God
Kerk
Hemelvaartsdag Hemelvaart
Wederkomst
pinkstermaandag Pinksteren
Wedergeboorte en bekering
Sterk in geloof
Vreemdeling
(34)
Kijk eens om je heen
(35)
De leerschool van het leven
blz.
5
8
11
14
17
20
22
25
28
31
34
37
40
42
45
48
51
54
57
60
63
65
68
71
74
77
80
82
84
87
90
93
95
98
101
104
106
109
111
114
117
5
8
4
week 34
maandagmorgen
Jesaja 44:6-8, NBV
Thema: Kijk eens om je heen
"Dit zegt de HEER, Israëls koning en bevrijder, de HEER van de hemelse
machten: Ik ben de eerste en de laatste, er is geen god buiten mij. Wie is
zoals ik? Laat hij het woord nemen. Laat hij vertellen en aan mij ontvouwen
wat er te gebeuren stond vanaf de dag dat ik de mensheid schiep, en laat hij
onthullen wat er gebeuren gaat. Vrees niet, laat de angst je niet verlammen:
heb ik het je niet vanaf het begin laten horen, heb ik het je niet aldoor
verteld? Jullie zijn mijn getuigen: is er een god buiten mij, of een andere
rots? Ik ken er geen."
aantekeningen
middag
Deuteronomium
32:39, NBV
"Zie het toch in: ik ben de enige, naast mij is er geen andere god. Ik laat
sterven, ik geef leven, ik sla wonden en ik genees. Wanneer ik mijn macht
laat gelden is er niemand die redding bieden kan."
dinsdagmorgen
Prediker 3:9-15,
NBV
"Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand
brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt
opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en
ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk
van God niet van begin tot eind doorgronden. Ik heb vastgesteld dat voor de
mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te
genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet
van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van
God. Alles wat God doet, zo heb ik vastgesteld, doet hij voor altijd. Daar is
niets aan toe te voegen, daar is niets van af te doen. God doet het zo opdat
wij ontzag voor hem hebben. Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er
altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug."
aantekeningen
middag
Spreuken 19:2021, NBV
"Luister naar raad, laat je onderwijzen, uiteindelijk maakt het je wijs. Een
mens maakt allerlei plannen, wat wordt uitgevoerd, is het plan van de HEER."
5
woensdagmorgen
Job 38:31-35, NBV
"Kun jij de Plejaden aan banden leggen of de ketenen van Orion losmaken?
Kun jij de dierenriem op tijd laten schijnen en de Grote Beer met haar jongen
de weg wijzen? Ken jij de wetten van de hemel, kun jij jouw orde aan de
aarde opleggen? Kan jouw stem de wolken bevelen om je met hun
regenvloed te bedekken? Kun jij de bliksems uitsturen, zullen ze jou zeggen:
“Wij staan klaar”?"
aantekeningen
middag
Psalmen 113:1-6,
NBV
"Halleluja! Loof, dienaars van de HEER, loof de naam van de HEER. De naam
van de HEER zij geprezen van nu tot in eeuwigheid. Van waar de zon opkomt
tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de HEER. Verheven boven
alle volken is de HEER, verheven boven de hemel zijn luister. Wie is gelijk aan
de HEER, onze God, die hoog daar boven zijn woning heeft, die zijn oog richt
naar beneden, wie in de hemel en op de aarde?"
Donderdagmorgen
Psalmen 8, NBV
" Een psalm van David. HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de
aarde. U die aan de hemel uw luister toont – met de stemmen van kinderen
en zuigelingen bouwt u een macht op tegen uw vijanden om hun wraak en
verzet te breken. Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de
sterren door u daar bevestigd, wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt,
het mensenkind dat u naar hem omziet? U hebt hem bijna een god gemaakt,
hem gekroond met glans en glorie, hem toevertrouwd het werk van uw
handen en alles aan zijn voeten gelegd: schapen, geiten, al het vee, en ook
de dieren van het veld, de vogels aan de hemel, de vissen in de zee en alles
wat trekt over de wegen der zeeën. HEER, onze Heer, hoe machtig is uw
naam op heel de aarde."
aantekeningen
middag
1 Korintiërs 8:4-7,
NBV
"Wij weten dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er
maar één God is. Ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde –
en zo zijn er immers heel wat goden en heren –, wij weten: er is één God, de
Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer,
Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven. Maar niet
iedereen bezit deze kennis."
6
vrijdagmorgen
Genesis 9:8-17,
NBV
"Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit ik een verbond met
jullie en met je nakomelingen, en met alle dieren op aarde. Deze belofte doe
ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden
uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te
vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal het teken zijn van het verbond tussen mij en
jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die
zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. Wanneer ik wolken
samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, zal ik
denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft. Als ik de boog in de
wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen
God en al wat op aarde leeft. Dit,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het
verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb.’"
aantekeningen
middag
Psalmen 108:5-7,
NBV
"Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw. Verhef u boven
de hemelen, God, laat uw glorie heel de aarde vervullen. Bevrijd uw geliefde
volk, help het met uw machtige hand, verhoor mij."
7
week 35
maandagmorgen
Spreuken 4:1-9,
NBV
Thema: De leerschool van het leven
"Zonen, luister naar de lessen van je vader, wees vol aandacht en kom tot
begrip. Wat ik je leer is waardevol, sla dus mijn onderricht niet in de wind. Ik
was mijn vaders beminde zoon, mijn moeders lieveling.
Mijn vader leerde mij: ‘Laat je hart mijn woorden bewaren, handel naar mijn
richtlijnen, dan gaat het je goed. Streef naar wijsheid, zoek naar kennis, wijk
niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. Verlaat de wijsheid niet, dan
beschermt ze je, heb haar lief, dan behoedt ze je. Het begin van wijsheid is
dat je wijsheid zoekt, aan alles wat je hebt verworven, inzicht toevoegt. Acht
de wijsheid hoog, dan geeft ze je aanzien, ze strekt je tot eer wanneer je
haar omhelst. Ze legt een sierlijke krans om je hoofd, schenkt je een
luisterrijke kroon.’"
aantekeningen
middag
Spreuken 8:4-7,
NBV
"‘Mensen, tot jullie roep ik, ik richt mij tot iedereen. Onnozele mensen, word
toch eens verstandig, dwazen, denk eens na! Luister, ik vertel je waardevolle
dingen, mijn woorden zijn oprecht. Mijn mond verkondigt slechts de
waarheid, mijn lippen haten onbetrouwbaarheid."
dinsdagmorgen
Spreuken 4:10-19,
NBV
"Mijn zoon, luister, neem mijn woorden aan, ze vermeerderen de jaren van je
leven. Ik heb je de weg van de wijsheid gewezen, op rechte paden heb ik je
gevoerd. Je zult onbelemmerd voortgaan, nergens zul je struikelen, al ga je
nog zo snel. Laat mijn onderricht niet los, houd het vast, vergeet het nooit,
het is je leven. Ga niet het pad van goddelozen, bewandel niet de weg van
wie boosaardig zijn. Mijd hun weg, betreed hem niet, ga eraan voorbij, loop
door. Ze gaan niet slapen voor ze kwaad hebben gedaan; wanneer ze
anderen niet ten val brengen, worden ze van hun rust beroofd. Ze doen zich
te goed aan het brood van goddeloosheid, zwelgen in de wijn van het
geweld. De weg van de rechtvaardigen is stralend als de zon, die opkomt,
hoger klimt, totdat de dag zijn licht verspreidt. De weg van goddelozen is
alleen maar duisternis, ze struikelen, en weten niet waarover."
middag
Spreuken 8:8-11,
NBV
"Op mijn uitspraken kun je vertrouwen, niets is vals en krom. Wie inzicht
heeft vindt ze duidelijk, ze zijn eenvoudig voor wie kennis heeft verworven.
Stel mijn lessen boven zilver, mijn kennis boven zuiver goud. Wijsheid is
kostbaarder dan edelstenen, alles wat je ooit zou kunnen wensen valt bij
wijsheid in het niet.’"
8
woensdagmorgen
Deuteronomium
8:1-3, NBV
"Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven
blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder
ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. Denk aan de tocht die
de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang.
Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken
wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. U hébt
zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten,
voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte
hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de
mond van de HEER voortbrengt."
aantekeningen
middag
Markus 13:28-29,
NBV
"Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad
schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten,
wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het einde nabij is."
donderdagmorgen
Psalmen 78:1-7,
NBV
"Een kunstig lied van Asaf. Luister, mijn volk, naar wat ik leer, hoor de
woorden uit mijn mond. Ik open mijn mond voor een wijze les, spreek uit wat
sinds lang verborgen is. Wij hebben het gehoord, wij weten het, onze ouders
hebben het ons verteld. Wij willen het onze kinderen niet onthouden, wij
zullen aan het komend geslacht vertellen van de roemrijke, krachtige daden
van de HEER, van de wonderen die hij heeft gedaan. Hij stelde een richtlijn
vast voor Jakob en kondigde in Israël een wet af. Onze voorouders gaf hij de
opdracht die aan hun kinderen te leren. Zo zou het volgende geslacht ervan
weten, en zij die nog geboren moesten worden, zouden het weer aan hun
kinderen vertellen. Dan zouden zij op God vertrouwen, Gods grote daden niet
vergeten en zich richten naar zijn geboden."
aantekeningen
middag
Psalmen 71:1722, NBV
"God, u onderwees mij van jongs af aan, en steeds nog vertel ik uw
wonderen. Nu ik oud en grijs ben, verlaat mij niet, o God, zodat ik het
nageslacht, elk nieuw kind, kan verhalen van de macht van uw arm. Uw
gerechtigheid rijst hoog op, o God, u hebt grootse daden verricht. God, wie is
aan u gelijk? U hebt mij doen zien veel ellende en nood – laat mij nu
herleven, laat mij herrijzen uit de diepten van de aarde. Verhoog mij in
aanzien, omgeef mij met uw troost. Dan zal ik u loven bij het spel op de harp,
u en uw trouw, mijn God. Ik zal voor u zingen bij de lier, Heilige van Israël."
9
vrijdagmorgen
Psalmen 78:1218, NBV
"In het land Egypte, in de vlakte van Soan zagen hun voorouders hoe hij een
wonder verrichtte: hij spleet de zee en voerde hen erdoor, als een dam hield
hij het water tegen. Hij leidde hen met een wolk overdag, in de nacht met
een lichtend vuur. Hij spleet de rotsen in de woestijn en leste hun dorst met
een watervloed, uit de steen ontsprongen beken, het water stroomde als
rivieren. Maar zij bleven tegen hem zondigen, de Allerhoogste tergen in de
woestenij. Met opzet daagden zij God uit en riepen om eten zoveel als ze
wilden."
aantekeningen
middag
Jakobus 1:5, NBV
"Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen
geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven."
10
week 36
maandagmorgen
Psalmen 1, NBV
Thema: De wet
"Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van
zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de
wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een
boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren
verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Zo niet de wettelozen! Zij zijn
als kaf dat verwaait in de wind. Wettelozen houden niet stand waar recht
heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. De HEER beschermt de
weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood."
aantekeningen
middag
Psalmen 19:8,
NBV
"De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van
de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige."
dinsdagmorgen
Marcus 12:2832, NBV
"Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze
discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam
dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus
antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de
enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en
met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is
dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’
De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij
alleen is God en er is geen andere God dan hij,"
aantekeningen
middag
1 Johannes 5:3,
NBV
"Want God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden. Zijn
geboden zijn geen zware last,"
woensdagmorgen
Psalmen 119:916, NBV
"Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. Met heel
mijn hart heb ik u gezocht, laat mij niet afdwalen van uw geboden. Uw belofte
heb ik in mijn hart geborgen, zo zal ik niet tegen u zondigen. Geprezen bent u,
HEER, onderwijs mij in uw wetten. Mijn lippen hebben uitgesproken wat uw
mond ons voorschreef. Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer
vreugde dan rijkdom en overvloed. Uw regels wil ik overdenken, het oog op uw
paden gericht. Ik verheug mij in uw wetten, uw woord zal ik niet vergeten. "
11
aantekeningen
middag
Psalmen 19:9,
NBV
"De bevelen van de HEER zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van
de HEER is helder: licht voor de ogen."
donderdagmorgen
Romeinen 13:810, NBV
"Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft
de gehele wet vervuld. Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel
niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden
worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ De
liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de
liefde."
aantekeningen
middag
Johannes
13:34-35, NBV
Jezus zegt: "Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb
liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal
iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’"
vrijdagmorgen
Matteüs 19:1622, NBV
"Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: ‘Meester, wat voor goeds
moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ Hij antwoordde: ‘Waarom
vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt
binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’ ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’
antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen
vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw
naaste lief als uzelf.’ De jongeman zei: ‘Daar houd ik me aan. Wat kan ik nog
meer doen?’ Jezus antwoordde hem: ‘Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis,
verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een
schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.’ Na dit antwoord ging
de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen."
aantekeningen
12
middag
Psalmen 19:1415, NBV
"Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed niet over mij heersen, dan zal ik
volmaakt zijn en bevrijd van grote zonde. Laten de woorden van mijn mond u
behagen, de overpeinzingen van mijn hart u bekoren, HEER, mijn rots, mijn
verlosser."
13
week 37
maandagmorgen
Genesis 25:2026, NBV
Thema: Jakob
"Isaak was veertig jaar toen hij trouwde met Rebekka, die een dochter was van
de Arameeër Betuel uit Paddan-Aram en een zuster van Laban. Omdat Rebekka
onvruchtbaar bleek, bad Isaak vurig voor haar tot de HEER. De HEER verhoorde
zijn gebed: Rebekka, zijn vrouw, werd zwanger. De kinderen in haar lichaam
botsten hard tegen elkaar. Als het zo moet gaan, dacht ze, waarom leef ik dan
nog? En ze ging bij de HEER te rade. De HEER zei tegen haar: ‘Twee volken zijn
er in je schoot, volken die uiteengaan nog voor je hebt gebaard. Het ene zal
machtiger zijn dan het andere, de oudste zal de jongste dienen.’ Toen de dag
van de bevalling was gekomen, bracht zij inderdaad een tweeling ter wereld.
Het kind dat het eerst te voorschijn kwam was rossig en helemaal behaard,
alsof het een haren mantel aanhad; ze noemden het Esau. Toen daarna zijn
broer te voorschijn kwam, hield die Esau bij de hiel beet; hij werd Jakob
genoemd."
aantekeningen
middag
Romeinen 9:1012, NBV
"Sterker nog, Rebekka was van onze vader Isaak zwanger van een tweeling, en
al voor ze geboren waren en nog niets goeds of slechts hadden gedaan, werd
haar gezegd: ‘De oudste zal de jongste dienen.’ Gods besluit blijft namelijk van
kracht: God kiest een mens niet uit op grond van zijn daden, maar omdat hij
hem roept."
dinsdagmorgen
Genesis 25:2734, NBV
"Toen de jongens opgegroeid waren, werd Esau een uitstekend jager, iemand
die altijd buiten was, terwijl Jakob een rustig man was, die het liefst bij de
tenten bleef. Isaak was zeer op Esau gesteld want hij at graag wildbraad, maar
Rebekka hield meer van Jakob. Eens was Jakob aan het koken toen Esau
uitgeput thuiskwam van de jacht. ‘Gauw, geef me wat van dat rode dat je daar
kookt, ik ben doodmoe,’ zei Esau tegen Jakob. (Daarom wordt hij ook wel Edom
genoemd.) ‘Pas als jij me je eerstgeboorterecht verkoopt,’ antwoordde Jakob.
‘Man, ik sterf van de honger,’ zei Esau, ‘wat moet ik met dat
eerstgeboorterecht?’ ‘Zweer het me nu meteen,’ zei Jakob. Dat deed Esau, en
zo verkocht hij zijn eerstgeboorterecht aan Jakob. Daarop gaf Jakob hem brood
en linzensoep. Esau at, dronk en ging meteen weer weg; hij hechtte geen
enkele waarde aan het eerstgeboorterecht."
aantekeningen
middag
Psalmen 31:1517, NBV
"Maar ik vertrouw op u, HEER, ik zeg: U bent mijn God, in uw hand liggen mijn
lot en mijn leven, bevrijd mij uit de greep van mijn vijanden en vervolgers. Laat
het licht van uw gelaat over mij schijnen, toon uw trouw en red uw dienaar."
14
woensdagmorgen
Genesis 27:3036, NBV
"Toen Isaak Jakob gezegend had en Jakob was weggegaan, kwam zijn broer
Esau thuis. Hij maakte een smakelijk gerecht klaar, bracht het zijn vader en zei
tegen hem: ‘Ga overeind zitten, vader, en eet van wat uw zoon heeft
geschoten; dat zal u de kracht geven om mij te zegenen.’ ‘Wie ben jij?’ vroeg
zijn vader Isaak hem. ‘Ik ben het, Esau, uw zoon, uw eerstgeborene.’ Toen
schrok Isaak hevig en zei: ‘Maar wie was het dan die mij net een stuk wild heeft
gebracht dat hij geschoten had? Ik heb hem gezegend. En die zegen zal op hem
blijven rusten!’ Toen Esau dat van zijn vader hoorde, slaakte hij een wilde,
wanhopige kreet en hij smeekte zijn vader: ‘Zegen mij, zegen ook mij, vader!’
Isaak antwoordde: ‘Je broer is me komen bedriegen en is er met jouw zegen
vandoor gegaan.’ Toen zei Esau: ‘Niet voor niets heet hij Jakob: hij heeft me nu
al twee keer beetgenomen. Eerst mijn eerstgeboorterecht en nu ook nog mijn
zegen!’ Daarna vroeg hij: ‘Hebt u dan geen zegen meer over voor mij?’"
aantekeningen
middag
Genesis 31:1721, NBV
"Toen maakte Jakob zich klaar, tilde zijn kinderen en vrouwen op de kamelen,
bracht zijn vee en alle bezittingen die hij had verkregen bij elkaar, alle kudden
die in Paddan-Aram zijn eigendom waren geworden, en ging op weg naar zijn
vader Isaak in Kanaän. Laban was van huis gegaan om zijn schapen te scheren.
Rachel nam de kans waar om de godenbeeldjes van haar vader te stelen, en
Jakob bedroog de Arameeër Laban door er heimelijk vandoor te gaan. Zo
vluchtte hij met alles wat hij bezat. Hij stak de Eufraat over en trok verder in de
richting van het bergland van Gilead."
donderdagmorgen
Genesis 28:1017, NBV
"Jakob verliet Berseba. Hij kwam bij een plaats waar hij bleef overnachten. Hij
pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op
die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de
aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen
omhoog gaan en afdalen. Ook zag hij de HEER bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de
HEER, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. (...) Ikzelf sta je
ter zijde, ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en ik zal je naar
dit land terugbrengen; ik zal je niet alleen laten tot ik gedaan heb wat ik je heb
beloofd.’ Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is zeker,’ zei hij, ‘op deze plaats is de
HEER aanwezig. Dat besefte ik niet.’ Eerbied vervulde hem. ‘Wat een
ontzagwekkende plaats is dit,’ zei hij, ‘dit is niets anders dan het huis van God,
dit moet de poort van de hemel zijn!’"
aantekeningen
middag
Psalmen 27:1,
NBV
"Van David. De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de heer
is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?"
vrijdagmorgen
Genesis 32:2331, NBV
"Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een
doorwaadbare plaats, samen met zijn vrouwen en bijvrouwen, zijn elf kinderen
en al zijn bezittingen. Zelf bleef hij achter, en er worstelde iemand met hem
totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen,
raakte hij Jakobs heup aan, die daardoor ontwricht raakte. Toen zei de ander:
‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u
mij zegent.’ De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij.
Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt
met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Jakob vroeg: ‘Zeg me
15
toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je naar mijn
naam?’ Toen zegende die ander hem daar. Jakob noemde die plaats Peniël,
‘want,’ zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven
gebleven.’"
aantekeningen
middag
Jesaja 41:8-10,
NBV
"Maar jou, Israël, mijn dienaar, Jakob, die ik uitgekozen heb, nakomeling van
Abraham, mijn vriend, jou die ik heb weggehaald van de einden der aarde, die
ik van haar verste uithoeken terugriep – jou zeg ik: Jij bent mijn dienaar, jou
heb ik gekozen, ik heb je niet afgewezen. Wees niet bang, want ik ben bij je,
vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met
mijn onoverwinnelijke rechterhand."
16
week 38
maandagmorgen
Genesis 18:1-8,
NBV
Thema: Maaltijd
"Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. Toen hij
opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Hij boog diep en
zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. Ik zal wat water
voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen, maak het u hier onder de
boom intussen gemakkelijk. Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op
krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw
dienaar langsgekomen?’ Zij antwoordden: ‘Wij nemen uw uitnodiging graag
aan.’ Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. ‘Vlug,’ zei hij, ‘drie schepel
fijn meel! Maak deeg en bak brood.’ Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een
mooi kalf uit dat er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk
klaarmaakte. Hij haalde boter en melk, nam het gebraden kalf en zette alles aan
zijn gasten voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan onder de boom."
aantekeningen
middag
Hebreeën 13:12, NBV
"Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo
hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen."
dinsdagmorgen
Genesis 26:2631, NBV
"Abimelech kwam vanuit Gerar naar hem toe, samen met zijn vertrouweling
Achuzzat en zijn legeroverste Pichol. ‘Wat komt u hier doen?’ vroeg Isaak hun.
‘U bent mij immers vijandig gezind, u hebt mij toch weggestuurd?’ Ze
antwoordden: ‘Het is voor ons duidelijk dat de HEER u ter zijde staat. Daarom
leek het ons goed met u een verdrag te sluiten en dit met een plechtige eed te
bekrachtigen. Laten we afspreken dat u ons geen kwaad zult doen, zoals wij
van onze kant u geen haar hebben gekrenkt en u alleen maar goed hebben
behandeld en u in vrede hebben laten gaan. De zegen van de heer rust immers
op u.’ Toen maakte Isaak een maaltijd voor hen klaar, en samen aten en
dronken ze. De volgende morgen vroeg zwoeren ze elkaar een eed. Daarna
deed Isaak hun uitgeleide, en ze gingen in vrede uiteen."
aantekeningen
middag
Prediker 8:15,
NBV
"Daarom prijs ik de vreugde, want er is onder de zon niets beters voor de mens
dan dat hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet. De vreugde is zijn
metgezel wanneer hij zwoegt op elke levensdag onder de zon die God hem
heeft gegeven."
17
woensdagmorgen
Matteüs 9:9-13,
NBV
"Toen Jezus van daar verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die
Matteüs heette, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Hij stond op en volgde hem.
Toen hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars
en zondaars, die samen met hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen.
De farizeeën zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester
met tollenaars en zondaars?’ Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde
mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat
dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om
rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’"
aantekeningen
middag
Spreuken 23:2,
NBV
"Bedwing je gulzigheid, ook al houd je van een goede maaltijd."
donderdagmorgen
Matteüs 26:2629, NBV
"Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het
brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn
lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker
met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het
verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie:
vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag
komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn
Vader.’"
aantekeningen
middag
Matteüs 14:1521, NBV
"Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit
is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de
dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen.’ Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet
weg, geven jullie hun maar te eten.’ Ze antwoordden hem: ‘We hebben hier
niets, alleen vijf broden en twee vissen.’ Hij zei: ‘Breng ze mij.’ En nadat hij de
mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam hij de vijf
broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed
uit en brak de broden; hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze
door aan de mensen. Iedereen at en werd verzadigd, en toen ze de stukken
brood die over waren ophaalden, hadden ze twaalf manden vol. Er hadden
ongeveer vijfduizend man gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld."
18
vrijdagmorgen
Openbaring
3:19-21, NBV
"Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en
breek met het leven dat u nu leidt. Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand
mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen
eten, ik met hem en hij met mij. Wie overwint zal samen met mij op mijn troon
zitten, net zoals ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon
zit."
aantekeningen
middag
Psalmen 128:12, NBV
"Een pelgrimslied. Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat
die hij wijst: je zult eten wat je werk opbrengt, geluk en voorspoed vallen je
toe,"
19
week 39
maandagmorgen
Spreuken 1:1-7,
NBV
Thema: Spreuken van wijsheid
"Hier volgen de spreuken van Salomo, zoon van David en koning van Israël. Ze
bieden wijsheid en zijn een leidraad in het leven, verdiepen het inzicht en
bevatten wijze lessen over recht, rechtvaardigheid en eerlijkheid. Ze vormen het
ongeoefende verstand en geven de jeugd kennis en bezonnenheid. Laat wie
wijs is goed naar deze spreuken luisteren en nog wijzer worden. Laat wie
verstandig is meer en meer de vaardigheid verwerven deze spreuken en
diepzinnigheden te begrijpen, deze woorden en scherpzinnigheden van de
wijzen te doorgronden. Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER; een
dwaas veracht de wijsheid en weigert elk onderricht."
aantekeningen
middag
Spreuken 4:7-9,
NBV
"Het begin van wijsheid is dat je wijsheid zoekt, aan alles wat je hebt
verworven, inzicht toevoegt. Acht de wijsheid hoog, dan geeft ze je aanzien, ze
strekt je tot eer wanneer je haar omhelst. Ze legt een sierlijke krans om je
hoofd, schenkt je een luisterrijke kroon.’"
dinsdagmorgen
Spreuken 2:1-6,
NBV
"Mijn zoon, als je in acht neemt wat ik zeg, mijn richtlijnen altijd onthoudt, een
open oor hebt voor mijn wijsheid, een geest die neigt naar inzicht, als je erom
vraagt de dingen te begrijpen, roept om scherpzinnigheid, ernaar zoekt als was
het zilver, ernaar speurt als naar een verborgen schat – dan zul je ontdekken
wat ontzag voor de HEER is, dan zul je kennis van God verwerven. Want het is
de HEER die wijsheid schenkt, zijn woorden bieden kennis en inzicht."
aantekeningen
middag
Spreuken
10:13-14, NBV
"Een verstandig mens spreekt wijze woorden, een dwaas verdient de stok. Een
wijze loopt niet met zijn kennis te koop, het gebazel van een dwaas leidt tot een
ramp."
Spreuken
13:20, NBV
"Wie met wijzen omgaat, wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, is er
ellendig aan toe."
woensdagmorgen
Spreuken 3:5-8,
NBV
"Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan
hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg. Wees niet eigenzinnig,
maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Het zal je sterken
als een medicijn, het verkwikt je lichaam."
20
aantekeningen
middag
Spreuken
12:15-16, NBV
"Een dwaas denkt dat hij de juiste weg gaat, wie wijs is, luistert naar goede
raad. Een dwaas toont onmiddellijk zijn woede, wie verstandig is, zwijgt als hij
beledigd wordt."
donderdagmorgen
Spreuken 3:1318, NBV
"Gelukkig is een mens die wijsheid heeft gevonden, een mens die inzicht wint.
Wijsheid levert meer op dan zilver, geeft meer profijt dan goud, is kostbaarder
dan edelstenen. Alles wat je ooit zou kunnen wensen valt bij de wijsheid in het
niet. Met haar ene hand schenkt ze een lang leven, eer en rijkdom geeft ze met
haar andere hand. Haar wegen zijn lieflijk, haar paden vredig. Ze is een
levensboom voor wie haar omhelst, wie haar omarmt mag zich gelukkig
prijzen."
aantekeningen
middag
Spreuken
12:18, NBV
"De woorden van een dwaas zijn dolkstoten, wat de wijze zegt, brengt
genezing."
vrijdagmorgen
Spreuken 8:1216, NBV
"Ik, Wijsheid, ik woon bij Beraad, door overpeinzing vind ik kennis. Wie ontzag
heeft voor de HEER haat het kwaad. Ik verafschuw trots en hoogmoed, leugens
en het kwaad. Bij mij vind je beraad en overleg, ik heb inzicht, ik heb kracht.
Door mij regeren koningen, bepalen heersers wat rechtvaardig is. Vorsten
heersen dankzij mij, ik laat leiders rechtvaardig regeren."
aantekeningen
middag
Spreuken 18:2,
NBV
"Een dwaas is niet geïnteresseerd in inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening
kwijt."
21
week 40
maandagmorgen
Johannes 1:18,
NBV
Thema: God leren kennen
"Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan
het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen."
aantekeningen
middag
Johannes
12:44-46, NBV
"Jezus had luid en duidelijk gezegd: ‘Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij, maar
in hem die mij gezonden heeft, en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft.
Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij
gelooft niet meer in de duisternis is."
dinsdagmorgen
Exodus 33:1823, NBV
"‘Laat mij toch uw majesteit zien,’ zei Mozes. Hij antwoordde: ‘Ik zal in mijn
volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: ik
schenk genade aan wie ik genade wil schenken, en ik ben barmhartig voor wie
ik barmhartig wil zijn. Maar,’ zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want
geen mens kan mij zien en in leven blijven.’ Toen sprak de HEER: ‘Er is een
plaats op de rots waar je dicht bij mij kunt komen staan. Als dan mijn majesteit
voor je langs gaat, zal ik je in een kloof laten schuilen en mijn hand
beschermend voor je houden tot ik voorbij ben. Als ik mijn hand weghaal, zul je
mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien.’"
aantekeningen
middag
1 Timoteüs
6:16, NBV
"God alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens
heeft hem ooit gezien of kan hem zien. Aan hem zij de eer en de eeuwige
kracht. Amen."
woensdagmorgen
Exodus 24:1-3;
9-11, NBV
"Mozes kreeg van de HEER deze opdracht: ‘Kom naar mij toe, de berg op,
samen met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van Israëls oudsten, en kniel op
eerbiedige afstand neer. Alleen jij, Mozes, mag in de nabijheid van de HEER
komen, de anderen niet. Het volk mag jou niet volgen als je de berg op gaat.’
Mozes maakte het volk bekend met alle geboden en regels die de heer had
gegeven, en het volk verklaarde eenstemmig dat het zich zou houden aan alles
wat de HEER geboden had. (...) Hierna ging Mozes de berg op, samen met
Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van het volk, en zij zagen de God van
Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend
als de hemel zelf. Deze vooraanstaande Israëlieten werden niet door God
gedood: zij zagen hem, en zij aten en dronken."
22
aantekeningen
middag
Openbaring
4:1-6, NBV
"Hierna had ik (Johannes) een visioen. Er stond een deur open in de hemel. De
stem die me eerder had toegesproken met het geluid van een bazuin, zei nu:
‘Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna gebeuren moet.’ Op hetzelfde
moment raakte ik in vervoering. Er stond een troon in de hemel en daarop zat
iemand. Degene die daar zat had een uiterlijk als van jaspis en sarder, en rond
de troon was een regenboog die eruitzag als smaragd. Om de troon heen
stonden vierentwintig andere tronen, waarop vierentwintig oudsten zaten. Ze
droegen witte kleren en hadden een gouden krans op hun hoofd. Van de troon
gingen bliksemschichten uit en donderslagen en groot geraas. Voor de troon
brandden zeven vurige fakkels; dat zijn de zeven geesten van God. Ook lag er
voor de troon iets als een zee van glas, van kristal. Midden voor de troon en
eromheen waren vier wezens, die van voren en van achteren een en al oog
waren."
donderdagmorgen
Johannes 14:812, NBV
"Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’
Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie
mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te
mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik
spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij
blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in
mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. Waarachtig, ik
verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan
dat, ik ga immers naar de Vader."
aantekeningen
middag
Jesaja 6:1-5,
NBV
"In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik (Jesaja) de Heer, gezeten op een
hoogverheven troon. De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel. Boven hem
stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om
het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen. Zij riepen elkaar
toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is
vervuld van zijn majesteit.’ Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de
dorpels, en de tempel vulde zich met rook. Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik
moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden
van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning,
de HEER van de hemelse machten, gezien.’"
23
vrijdagmorgen
Romeinen
11:33-36, NBV
"Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk
zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. ‘Wie kent de gedachten van de
Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft hem iets gegeven dat door hem
moest worden terugbetaald?’ Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem
geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid.
Amen."
aantekeningen
middag
Judas 24-25,
NBV
"De enige God, die de macht heeft u voor struikelen te behoeden en u
onberispelijk en juichend van vreugde voor zijn majesteit te laten
verschijnen, die ons redt door Jezus Christus, onze Heer, hem behoort de
luister, de majesteit, de kracht en de macht, vóór alle eeuwigheid, nu en tot
in alle eeuwigheid. Amen." (
24
week 41
maandagmorgen
Matteüs 20:1-8,
NBV
aantekeningen
middag
Matteüs 20:916,
NBV
dinsdagmorgen
Exodus 22:2426, NBV
Thema: Economie
"Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er op uittrok
om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. Nadat hij met de arbeiders een
dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn
wijngaard. Toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, zei hij ook
tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal
rechtvaardig zijn.” En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er
nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. Toen hij tegen
het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog
steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder
werk?” “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun:
“Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” Toen de avond gevallen was, zei de
heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en
betaal hun het loon uit.”"
"En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder
een denarie. En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten,
dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene
denarie. Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag
doen: “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons
behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben
volgehouden.” Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je
toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één
denarie? Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu
eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik
wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?” Zo zullen de laatsten de eersten zijn
en de eersten de laatsten.’"
"Als je geld leent aan iemand van mijn volk die armoede lijdt, gedraag je dan
niet als een geldschieter en vraag geen rente van hem. Als je iemands mantel
als onderpand neemt, moet je die voor zonsondergang aan hem teruggeven,
want hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken. Waarmee moet hij zijn
lichaam anders beschermen als hij gaat slapen? Als hij mij om hulp smeekt, zal
ik naar hem luisteren, want ik ben een genadige God."
aantekeningen
25
middag
Psalmen 15,
NBV
"Een psalm van David. HEER, wie mag gast zijn in uw tent, wie mag wonen op
uw heilige berg? Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht
de waarheid spreekt. Hij doet aan lasterpraat niet mee, hij benadeelt een ander
niet en drijft niet de spot met zijn naaste. Hij veracht wie geen achting waard is,
maar eert wie ontzag heeft voor de HEER. Zijn eed breekt hij niet, al brengt het
hem nadeel, voor een lening vraagt hij geen rente, hij verraadt geen
onschuldigen voor geld. Wie zo doet, komt nooit ten val." (
woensdagmorgen
Leviticus 25:17, NBV
"De HEER zei tegen Mozes, op de Sinai: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer
jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven, moet het land rust krijgen, een
sabbatsrust gewijd aan de HEER. Zes jaar achtereen mogen jullie je land
inzaaien, je wijngaard snoeien en de oogst binnenhalen. Maar het zevende jaar
moeten jullie het land laten rusten. Het is een sabbatsjaar dat aan de HEER
gewijd is. Je mag dan je land niet inzaaien, je wijngaarden niet snoeien, het
koren dat vanzelf opkomt niet als oogst binnenhalen en niet de druiven oogsten
van je ongesnoeide wijnstokken. Het moet een jaar zijn van volstrekte rust voor
het land. Wat er in dat jaar op het land groeit is voor jullie allen. Je mag er zelf
van eten, maar ook je slaven en slavinnen, je loonarbeiders en de
vreemdelingen die bij je te gast zijn; ook voor je veestapel en voor de in het
wild levende dieren kan het als voedsel dienen."
aantekeningen
middag
Spreuken 22:9,
NBV
"Een goedhartig mens wordt gezegend, hij deelt zijn voedsel met de armen."
donderdagmorgen
Leviticus 25:812, NBV
"Na verloop van zeven sabbatsjaren, na zeven maal zeven jaar, wanneer er
negenenveertig jaren verstreken zijn, moeten jullie op de tiende dag van de
zevende maand de ramshoorn luid laten schallen. Op Grote Verzoendag moet in
heel het land de ramshoorn schallen. Elk vijftigste jaar zal voor jullie een heilig
jaar zijn, waarin kwijtschelding wordt afgekondigd voor alle inwoners van het
land. Dit is het jubeljaar, waarin ieder naar zijn eigen grond en zijn eigen familie
kan terugkeren. Elk vijftigste jaar zal voor jullie een jubeljaar zijn. Je mag dan
niet zaaien, het koren dat vanzelf opkomt niet als oogst binnenhalen en niet de
druiven oogsten van je ongesnoeide wijnstokken. Het is een jubeljaar, dat als
heilig beschouwd moet worden. Jullie zullen dat jaar leven van wat er vanzelf
opkomt."
aantekeningen
26
middag
Leviticus 25:1822, NBV
"Leef mijn bepalingen na, houd je aan mijn regels en handel ernaar, dan zul je
onbezorgd in je land kunnen leven. Het land zal vruchtbaar zijn en jullie zullen
volop te eten hebben. Je zult er onbezorgd kunnen wonen, en mochten jullie je
afvragen waarvan je het zevende jaar moet leven als je niet mag zaaien en
oogsten, bedenk dan dat ik jullie het zesde jaar zal zegenen met een oogst die
voor drie jaar toereikend is, zodat je in het achtste jaar weer kunt zaaien en tot
in het negende jaar kunt leven van de oude oogst, totdat je dat jaar de oogst
kunt binnenhalen."
vrijdagmorgen
Leviticus 25:1317, NBV
"In het jubeljaar zal ieder naar zijn eigen grond terugkeren. Wanneer je een
stuk grond aan een ander verpandt of van een ander in pand neemt, mag je
elkaar niet benadelen. Het aantal jaren dat na een jubeljaar verstreken is,
bepaalt de prijs die de pandnemer moet betalen; het aantal jaren dat de
pandgever heeft kunnen oogsten, bepaalt de prijs die hij mag vragen. Hoe meer
jaren er nog resten, des te hoger de prijs; hoe minder jaren, des te lager, want
wat verhandeld wordt is het aantal oogsten. Benadeel je volksgenoten niet.
Toon ontzag voor je God; ik ben de HEER, jullie God."
aantekeningen
middag
Leviticus 19:910, NBV
"Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de
akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. En wanneer je bij de wijnoogst
druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de
grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik
ben de HEER, jullie God."
27
week 42 en 43
maandagmorgen
Johannes 8:44,
NBV
Thema: Duivel
"Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is
vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat
er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een
aartsleugenaar, de vader van de leugen."
aantekeningen
middag
Psalmen 36:25, NBV
"De zonde spreekt tot de goddeloze, diep in zijn hart – angst voor God kent hij
niet. De zonde sust zijn geweten in slaap – geen besef van schuld, geen afkeer
van het kwaad. Hij spreekt woorden van onheil en bedrog en blijft ver van wat
wijs en goed is, op zijn bed bedenkt hij verderfelijke plannen, hij betreedt een
verkeerde weg en het kwade verwerpt hij niet."
dinsdagmorgen
1 Petrus 5:8-9,
NBV
"Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond
als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer,
gesterkt door uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter
wereld, onder hetzelfde leed gebukt gaan."
aantekeningen
middag
Jakobus 4:7-8,
NBV
"Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u
wegvluchten. Nader tot God, dan zal hij tot u naderen. Reinig uw handen,
zondaars; zuiver uw hart, weifelaars."
woensdagmorgen
Handelingen
5:1-11, NBV
"Ananias verkocht samen met zijn vrouw Saffira een stuk grond, maar hield een
deel van de opbrengst achter – zijn vrouw wist daarvan – en bracht de rest van
het geld naar de apostelen. Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door
Satan laten misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen door een deel van de
opbrengst van het stuk grond achter te houden? Je had het immers niet hoeven
te verkopen, en nu je het wel verkocht hebt, had je met de opbrengst toch
kunnen doen wat je wilde? Wat heeft je bezield om je zo te gedragen? Niet de
mensen heb je bedrogen, maar God zelf.’ Bij het horen van deze woorden viel
Ananias neer en stierf, en iedereen wie dit ter ore kwam schrok hevig. Enkele
jongemannen begroeven hem.(...) De hele gemeente en allen die hiervan
hoorden, werden door grote schrik bevangen."
28
aantekeningen
middag
Psalmen 37:2728, NBV
donderdagmorgen
1 Johannes 3:710, NBV
"Mijd het kwade en doe het goede, en je zult voor eeuwig wonen in het land,
want de heer heeft gerechtigheid lief, wie hem trouw zijn, verlaat hij niet. Zij
blijven voor eeuwig behouden, maar het nageslacht van zondaars wordt
verdelgd."
"Kinderen, laat niemand u misleiden: wie rechtvaardig leeft is een
rechtvaardige, zoals ook Jezus rechtvaardig is, en wie zondigt komt uit de duivel
voort, want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. De Zoon van God is dan
ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. Wie uit God geboren
is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen,
want hij is uit God geboren. Hieraan is te zien wie kinderen van God en wie
kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt niet uit God voort.
Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster niet liefheeft."
aantekeningen
middag
Psalmen 25:45, NBV
"Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. Wijs
mij de weg van uw waarheid en onderricht mij, want u bent de God die mij redt,
op u blijf ik hopen, elke dag weer."
vrijdagmorgen
Openbaring
20:7-10, NBV
"Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden
losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde,
Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, een menigte
zo talrijk als zandkorrels aan de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de
aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur
daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt
in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar
zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid."
aantekeningen
29
middag
Judas 21, NBV
"Houd vast aan Gods liefde, en zie uit naar de barmhartigheid van onze Heer
Jezus Christus, die u het eeuwige leven zal schenken."
30
week 44
maandagmorgen
2 Koningen 2:716, NBV
Thema: Elisa
"Bij de Jordaan hielden ze stil. Elia deed zijn mantel af en vouwde hem dubbel.
Hij sloeg ermee op het water, waarop het wegvloeide en zij droog konden
oversteken. Elia vroeg aan Elisa: ‘Wat kan ik voor je doen voor ik word
weggenomen?’ Elisa antwoordde: ‘Laat mij dubbel in uw geest delen.’ ‘Je vraagt
iets heel moeilijks,’ zei Elia. ‘Als je ziet hoe ik word weggenomen, zal je wens
vervuld worden.’ En terwijl ze liepen te praten, werden ze plotseling uit elkaar
gedreven door een wagen met paarden van vuur, en Elia werd in een
stormwind meegevoerd naar de hemel. Elisa zag het gebeuren. Toen hij Elia
niet meer kon zien, scheurde hij zijn kleren en raapte Elia’s mantel, die was
afgegleden, op, en liep terug. Bij de rivier hield hij stil, sloeg met Elia’s mantel
op het water en riep: ‘Waar is de HEER, de God van Elia?’ En opnieuw vloeide
het water weg, zodat Elisa kon oversteken. De profeten uit Jericho, zeiden: ‘De
geest van Elia is op Elisa neergedaald.’"
aantekeningen
middag
Marcus 11:2224, NBV
"Jezus zei tegen hen: ‘Heb vertrouwen in God. Ik verzeker jullie: als iemand
tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn
hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren.
Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al
ontvangen hebt, en je zult het krijgen."
dinsdagmorgen
2 Koningen 4:17, NBV
"Eens riep de vrouw van een van de profeten Elisa’s hulp in: ‘Mijn man is
gestorven. Nu zal mijn schuldeiser mijn twee kinderen als slaven meenemen.’
‘Wat kan ik doen?’ vroeg Elisa. ‘Vertel me, wat hebt u in huis?’ ‘Alleen een
kruikje olie, heer,’ antwoordde ze, ‘verder niets.’ Toen zei Elisa: ‘Ga bij uw buren
lege kruiken en kannen lenen, zoveel als u kunt. Als u weer thuiskomt, doe dan
de deur achter u dicht en giet uw olie in die kruiken en kannen over; telkens als
er een vol is, neemt u een volgende.’ Thuisgekomen sloot zij de deur. Terwijl
haar kinderen haar de kruiken en kannen aangaven, goot ze de olie over. Toen
ze allemaal vol waren en ze haar zoon vroeg haar de volgende aan te geven,
antwoordde hij: ‘Er zijn er geen meer.’ Toen hield de olie op te vloeien. De
weduwe vertelde Elisa wat er gebeurd was. ‘Die olie moet u verkopen om uw
schuld af te betalen,’ zei hij. ‘En van wat er overblijft, kunnen u en uw kinderen
leven.’"
aantekeningen
31
middag
Exodus 22:2023, NBV
"Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken, want jullie zijn zelf
vreemdelingen geweest in Egypte. Weduwen en wezen mag je evenmin
uitbuiten. Doe je dat toch en smeken zij mij om hulp, dan zal ik zeker naar hen
luisteren: ik zal in woede ontsteken en ieder van jullie doden, en dan zullen
jullie eigen vrouwen weduwe worden en jullie kinderen wees."
woensdagmorgen
2 Koningen
4:32-36, NBV
"Toen Elisa zelf bij het huis aankwam, zag hij de jongen dood op zijn eigen bed
liggen. Hij ging de kamer binnen en sloot de deur achter zich. Toen bad hij tot
de HEER. Daarna liep hij naar het bed toe en ging boven op het kind liggen,
met zijn mond op zijn mond, zijn ogen op zijn ogen en zijn handpalmen op zijn
handpalmen. Zo bleef hij over het kind uitgestrekt liggen tot het lichaam weer
warm werd. Toen kwam hij overeind, liep door de kamer heen en weer, en
strekte zich nogmaals over het kind uit. Uiteindelijk niesde de jongen wel zeven
keer, en opende zijn ogen. ‘Roep de moeder,’ riep Elisa tegen Gechazi. Gechazi
waarschuwde haar, en toen ze boven kwam zei Elisa: ‘U kunt uw zoon
meenemen.’"
aantekeningen
middag
Jesaja 57:1516, NBV
"Dit zegt hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid – heilig is zijn
naam: In hoogheid en heiligheid zal ik tronen met hen die verslagen en
onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen
hart tot leven komt. Want niet eindeloos blijf ik twisten, niet eeuwig duurt mijn
toorn. Al doe ik de levensadem stokken, ik ben het ook die het leven geeft."
donderdagmorgen
2 Koningen
4:38-41, NBV
" Elisa ging terug naar Gilgal. Er heerste in die tijd weer hongersnood in het
land. Toen hij een keer met de leden van de profetengemeenschap bijeen zat,
droeg hij zijn knecht op een grote kookpot op het vuur te zetten en een warm
gerecht voor hen te bereiden. Een van de profeten ging buiten eetbare planten
zoeken. Hij vond een wilde kruipplant, een kolokwint, en plukte daarvan zoveel
vruchten als hij in zijn kleed kon meedragen. Toen hij terugkwam sneed hij de
vruchten in stukjes en deed ze door het gerecht in de pot; ze wisten namelijk
niet wat het was. Het gerecht werd rondgediend, en zodra ze ervan proefden
schreeuwden ze uit: ‘Godsman, de dood zit in de pot!’ Ze konden geen hap door
hun keel krijgen. Toen zei Elisa: ‘Breng me wat meel.’ Hij strooide wat meel in
de pot en zei: ‘Schep iedereen opnieuw op. Nu kunnen ze ervan eten.’ En
inderdaad, de bittere smaak was volkomen verdwenen."
aantekeningen
32
middag
Psalmen 147:13, NBV
"Halleluja! Hoe goed is het te zingen voor onze God, hoe heerlijk hem onze lof
te brengen. De bouwer van Jeruzalem, dat is de HEER, hij brengt de ballingen
van Israël bijeen. Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt hun diepe wonden."
vrijdagmorgen
2 Koningen 5:13, 9-10, 14 NBV
"Naäman, de bevelhebber van het Aramese leger, stond bij zijn koning in hoog
aanzien en werd zeer door hem gewaardeerd, want de HEER had hem voor
Aram een grote overwinning laten behalen. Maar deze grote krijgsman leed aan
huidvraat. Nu hadden de Arameeërs op een van hun strooptochten uit Israël
een jong meisje meegevoerd, dat als slavin diende bij de vrouw van Naäman.
Zij zei tegen haar meesteres: ‘Ach, kon mijn meester maar eens naar de profeet
in Samaria gaan, die zou hem wel genezen.’
Naäman reed met zijn strijdwagen naar het huis van Elisa. Elisa stuurde iemand
naar buiten om hem te zeggen: ‘Baad u zevenmaal in de Jordaan, dan zal uw
huid weer gezond worden en zult u weer rein zijn.’
Hierop daalde Naäman af naar de Jordaan en dompelde zich daar zevenmaal
onder, zoals de godsman had gezegd. Zijn huid werd weer gezond, zo gaaf als
de huid van een kind, en hij was weer rein."
aantekeningen
middag
Spreuken
18:14, NBV
"Door geestkracht overwint een mens zijn ziekte, maar wie geneest een zieke
geest?"
33
week 45
maandagmorgen
Psalmen 92:15, NBV
Thema: Muziek en dankdag
"Een psalm, een lied voor de sabbat. Het is goed de HEER te loven, uw naam te
bezingen, Allerhoogste, in de morgen te getuigen van uw liefde en in de nacht
van uw trouw, bij de klank van de tiensnarige harp en bij het ruisend spel op de
lier. U verheugt mij, HEER, met uw daden, ik juich om wat uw hand verricht."
aantekeningen
middag
1 Kronieken
16:7-10, NBV
"Op die dag droeg David Asaf en zijn verwanten op voortaan als volgt de lof van
de heer te zingen: ‘Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend
onder de volken, zing en speel voor hem, spreek vol lof over zijn wonderen,
beroem u op zijn heilige naam. Wees blij van hart, u die de HEER zoekt."
dinsdagmorgen
Jeremia 31:1013, NBV
"Volken, luister naar de woorden van de HEER, vertel het verder op de verste
eilanden: Hij die Israël verstrooid heeft, zal het samenbrengen en het hoeden,
zoals een herder zijn kudde. Want de HEER verlost het volk van Jakob, hij
bevrijdt hen uit de hand die sterker was dan zij. Zij komen juichend naar de
Sion, stralend van vreugde om de gaven van de HEER: koren, wijn, olijfolie, en
geiten, schapen, koeien. Zij gedijen als een waterrijke hof, nooit meer zal het
hun aan iets ontbreken. Meisjes dansen vrolijk in de rei, jongens en grijsaards
dansen mee. Hun rouw verander ik in vreugde, ik troost hen, hun verdriet
vergeten zij."
aantekeningen
middag
Psalmen 108:14, NBV
"Een lied, een psalm van David. Mijn hart is gerust, o God, ik wil zingen en
spelen. Mijn ziel, ontwaak met harp en lier, ik wil het morgenrood wekken. U,
HEER, zal ik loven in heel de wereld, over u zingen voor alle volken."
woensdagmorgen
Psalmen 67,
NBV
"Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm, een lied. God, wees ons genadig
en zegen ons, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen, sela dan zal men
op aarde uw weg leren kennen, in heel de wereld uw reddende kracht. Dat de
volken u loven, God, dat alle volken u loven. Laten de naties juichen van
vreugde, want u bestuurt de volken rechtvaardig en regeert over de landen op
aarde. sela Dat de volken u loven, God, dat alle volken u loven. De aarde heeft
een rijke oogst gegeven, God, onze God, zegent ons. Moge God ons blijven
zegenen, zodat men ontzag voor hem heeft tot aan de einden der aarde."
34
aantekeningen
middag
Efeziërs 5:20,
NBV
"Dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus
Christus."
donderdagmorgen
Psalmen 136:19, NBV
"Loof de HEER, want hij is goed – eeuwig duurt zijn trouw – loof de allerhoogste
God – eeuwig duurt zijn trouw – loof de oppermachtige Heer – eeuwig duurt
zijn trouw – die wonderen doet, hij alleen – eeuwig duurt zijn trouw – die de
hemel maakte, met wijsheid – eeuwig duurt zijn trouw – die de aarde
uitspreidde, op het water – eeuwig duurt zijn trouw – die de grote lichten
maakte – eeuwig duurt zijn trouw – de zon, om te heersen over de dag –
eeuwig duurt zijn trouw – maan en sterren, om te heersen over de nacht –
eeuwig duurt zijn trouw –"
aantekeningen
middag
Efeziërs 5:19,
NBV
"Zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en
jubel met heel uw hart voor de Heer."
vrijdagmorgen
Psalmen 142,
NBV
"Een kunstig lied van David, een gebed toen hij in de spelonk was. Luid roep ik
tot de HEER, luid smeek ik de HEER om hulp, bij hem stort ik mijn hart uit, bij
hem klaag ik mijn nood. Ik ben ten einde raad, u kent de weg die ik moet
volgen, u weet dat op mijn pad een strik verborgen ligt. Ik kijk ter zijde en zie
niemand die om mij geeft, nergens een toevlucht voor mij, niemand die hecht
aan mijn leven. Ik roep tot u, HEER: ‘U bent mijn schuilplaats, al wat ik heb in
het land van de levenden.’ Hoor mijn noodkreet, ik ben uitgeput en moe, verlos
mij van mijn vervolgers, zij zijn sterker dan ik. Leid mij uit de beklemming, dat
ik uw naam mag loven in de kring van de rechtvaardigen: u hebt naar mij
omgezien."
aantekeningen
35
middag
Psalmen 150,
NBV
"Halleluja! Loof God in zijn heilige woning, loof hem in zijn machtig gewelf, loof
hem om zijn krachtige daden, loof hem om zijn oneindige grootheid. Loof hem
met hoorngeschal, loof hem met harp en lier, loof hem met dans en tamboerijn,
loof hem met snaren en fluit. Loof hem met klinkende bekkens, loof hem met
slaande cimbalen. Alles wat adem heeft, loof de HEER. Halleluja!"
36
week 46
maandagmorgen
Genesis 37:511, NBV
Thema: Jozef
"Op een keer had Jozef een droom. Toen hij die aan zijn broers vertelde, kregen
ze een nog grotere hekel aan hem. ‘Moeten jullie nu eens horen wat ik heb
gedroomd,’ zei hij. ‘We waren op het land schoven aan het binden, en toen
kwam mijn schoof overeind en bleef rechtop staan. En jullie schoven gingen om
die van mij heen staan en bogen daarvoor.’ Zijn broers zeiden: ‘Dacht je soms
koning over ons te worden? Wil je over ons heersen?’ Vanwege dat gepraat
over zijn dromen gingen ze hem hoe langer hoe meer haten. Opnieuw kreeg hij
een droom die hij aan zijn broers vertelde. ‘Ik heb alweer een droom gehad,’ zei
hij. ‘Nu bogen de zon, de maan en elf sterren zich voor mij neer.’ Toen hij dit
aan zijn vader en zijn broers vertelde, wees zijn vader hem terecht: ‘Zeg, wat is
dat voor een droom! Moeten ik, je moeder en je broers ons soms voor jou
komen neerbuigen?’ De broers konden Jozef wel vermoorden, maar zijn vader
bleef nadenken over wat er gebeurd was."
aantekeningen
middag
Spreuken
23:17, NBV
"Wees niet jaloers op zondaars, heb altijd ontzag voor de HEER."
dinsdagmorgen
Genesis 39:2023, NBV
"Potifar liet Jozef oppakken en in de gevangenis zetten die bestemd was voor de
gevangenen van de koning. Zo kwam Jozef in de gevangenis terecht. Maar de
HEER stond hem terzijde en bewees hem zijn goedheid door ervoor te zorgen
dat Jozef bij de gevangenbewaarder in de gunst kwam. Jozef kreeg de leiding
over alle gevangenen en hij hield toezicht op het werk dat ze deden. De
gevangenbewaarder had geen omkijken naar wat aan Jozef was toevertrouwd,
omdat de HEER hem terzijde stond en alles wat Jozef ter hand nam voorspoedig
liet verlopen."
aantekeningen
middag
Psalmen 37:1-4,
NBV
"Erger je niet aan slechte mensen, wees niet jaloers op wie kwaad doen, zij
verdorren snel als gras, zij verwelken als het jonge groen. Vertrouw op de HEER
en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig. Zoek je geluk bij de HEER,
hij zal geven wat je hart verlangt."
37
woensdagmorgen
Genesis 41:2533, NBV
"Jozef zei tegen de farao: ‘U hebt tweemaal hetzelfde gedroomd, farao, en God
heeft u bekendgemaakt wat hij gaat doen. Die zeven mooie koeien zijn zeven
jaren, en die zeven mooie korenaren zijn ook zeven jaren: het is een en
dezelfde droom. De zeven magere, lelijke koeien die daarna te voorschijn
kwamen, staan ook voor zeven jaren, net zoals de zeven lege aren die door de
wind verschroeid waren: er zullen zeven jaren van hongersnood komen. Het is,
farao, zoals ik u daarnet zei: God heeft u laten zien wat hij gaat doen. Er komen
zeven jaren waarin er in heel Egypte grote overvloed zal zijn. Daarna volgen
zeven jaren van hongersnood. (...) De hongersnood zal het land te gronde
richten en zo erg zijn dat er van de eerdere overvloed niets meer te bespeuren
valt. (...) U zou er daarom goed aan doen, farao, een verstandig en wijs man te
zoeken en het bestuur over Egypte aan hem toe te vertrouwen."
aantekeningen
middag
Genesis 40:5-8,
NBV
"De schenker en de bakker van de koning hadden al geruime tijd (samen met
Jozef) in hechtenis gezeten toen ze allebei in dezelfde nacht een droom kregen,
ieder een droom met een eigen betekenis. Toen Jozef de volgende morgen bij
hen kwam, viel het hem op dat ze er slecht uitzagen. ‘Waarom kijkt u vandaag
zo somber?’ vroeg hij deze hovelingen van de farao, die samen met hem in de
gevangenis van zijn meester zaten. ‘We hebben een droom gehad,’
antwoordden ze, ‘maar er is hier niemand die hem kan uitleggen.’ Jozef zei: ‘De
uitleg van dromen is toch een zaak van God? Vertelt u mij die dromen eens.’"
donderdagmorgen
Genesis 43:1-7,
NBV
"De hongersnood bleef het land teisteren. Toen het graan dat Jozefs broers uit
Egypte hadden meegebracht op was, zei hun vader tegen hen: ‘Ga daar nog
eens heen om wat voedsel voor ons te kopen.’ Juda antwoordde: ‘Die man heeft
ons ten strengste gewaarschuwd dat we hem niet onder ogen mogen komen als
we onze broer niet meebrengen. Alleen als u bereid bent hem met ons mee te
sturen, gaan we op reis om voedsel voor u te kopen. Maar geeft u hem niet
mee, dan gaan we niet, want die man heeft ons gezegd dat hij ons niet wil zien
tenzij we onze broer meebrengen.’ ‘Waarom hebben jullie die man dan ook
verteld dat je nog een broer had?’ zei Israël. ‘Hoe konden jullie me dat
aandoen?’ Ze antwoordden: ‘Die man wilde van alles en nog wat weten over
ons en onze familie: leeft jullie vader nog, hebben jullie nog een broer? En wij
hebben op al die vragen antwoord gegeven. Wij konden toch niet weten dat hij
zou zeggen: “Laat je broer hierheen komen”?’"
aantekeningen
38
middag
2
Tessalonicenzen
3:3, NBV
"De Heer is trouw, hij zal u kracht geven en u tegen het kwaad beschermen."
vrijdagmorgen
Genesis 50:1520, NBV
"Nu hun vader er niet meer was, zeiden Jozefs broers tegen elkaar: ‘Als Jozef
zich nu maar niet tegen ons keert en zich wreekt voor alle ellende die wij hem
hebben aangedaan.’ Daarom lieten ze hem de volgende boodschap brengen:
‘Voordat hij stierf heeft je vader ons opgedragen je dit verzoek over te brengen:
“Vergeef je broers hun schandelijke misdaad, Jozef. Ze hebben je in de ellende
gestort, maar wees nu zo goed om de dienaren van de God van je vader die
misdaad te vergeven.”’ Bij het horen van die woorden kon Jozef zijn tranen niet
bedwingen. Daarna gingen zijn broers zelf naar hem toe. Ze vielen voor hem op
hun knieën en zeiden: ‘We zijn bereid je slaaf te worden.’ Maar Jozef zei: ‘Wees
maar niet bang. Ik kan toch Gods plaats niet innemen? Jullie hadden kwaad
tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken
wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft."
aantekeningen
middag
Spreuken 16:12, NBV
"Een mens stelt zich veel vragen, de HEER geeft het antwoord. Een mens kiest
in zijn eigen ogen altijd de juiste weg, de HEER toetst wat hem innerlijk
beweegt."
39
week 47
maandagmorgen
2 Timoteüs
3:14-17, NBV
Thema: De Bijbel
"Maar jij, blijf bij alles wat je geleerd hebt en met overtuiging hebt
aangenomen. Je weet wie je leraren waren en bent van kindsbeen af vertrouwd
met de heilige geschriften die je wijsheid kunnen geven, zodat je wordt gered
door het geloof in Christus Jezus. Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en
kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te
weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar
van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust."
aantekeningen
middag
Psalmen
111:10, NBV
"Het begin van wijsheid is ontzag voor de HEER, wie leeft naar zijn wet, getuigt
van goed inzicht. Zijn roem houdt stand, voor altijd."
dinsdagmorgen
Hebreeën 4:12,
NBV
"Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een
tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg
elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te
ontleden."
aantekeningen
middag
Openbaring
1:2-3, NBV
"Johannes maakt bekend wat God gesproken heeft en waarvan Jezus Christus
heeft getuigd; dit heeft hij allemaal gezien. Gelukkig is wie dit voorleest, en
gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat hier gezegd
wordt. Want de tijd is nabij."
woensdagmorgen
Hebreeën 3:711, NBV
"De heilige Geest zegt immers: ‘Horen jullie vandaag zijn stem, wees dan niet
koppig, als tijdens de opstand, toen jullie mij beproefden in de woestijn, waar
jullie voorouders mij op de proef stelden en tartten, hoewel ze mijn daden
hadden gezien, veertig jaar lang. Daarom werd die generatie door mijn woede
getroffen, ik zei: “Altijd weer dwaalt hun hart, mijn wegen kennen ze niet.” En
in mijn toorn heb ik gezworen: “Nooit zullen ze binnengaan in mijn rust.”’"
aantekeningen
40
middag
Jesaja 55:1011, NBV
"Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert
zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen,
zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten – zo geldt dit ook voor het
woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug,
niet zonder eerst te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied."
donderdagmorgen
2 Petrus 1:1921, NBV
"Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar
toegenomen. U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden,
als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en
de morgenster opgaat in uw hart. Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie
uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, want nooit is een profetie
voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden
daartoe altijd gedreven door de heilige Geest."
aantekeningen
middag
Handelingen
17:11, NBV
"De Joden in Berea waren welwillender dan die in Tessalonica, want ze
luisterden vol belangstelling naar de verkondiging van het evangelie en
bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat
er werd gezegd."
vrijdagmorgen
Johannes 5:39,
NBV
"U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu,
de Schriften getuigen over mij,"
aantekeningen
middag
Jeremia 15:16,
NBV
"Telkens als ik uw woorden hoorde, nam ik ze als voedsel tot mij. Uw woorden
gaven mij een diepe vreugde, want ik behoor u toe, o HEER, God van de
hemelse machten."
41
week 48
maandagmorgen
Jona 1, NBV
Thema: Jona
"Eens richtte de HEER zich tot Jona, de zoon van Amittai: ‘Maak je gereed en ga
naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want het kwaad dat ze daar
doen is ten hemel schreiend.’ Jona gaat niet naar Nineve en vlucht naar het
westen. De HEER werpt het schip in een hevige storm. Paniek aan boord. De
zeelieden proberen uit alle macht het schip te redden en bidden tot hun goden.
Jona? Die slaapt. Zij maken hem wakker. (...) Intussen overlegden de zeelieden:
‘Laten we het lot werpen om te weten te komen wiens schuld het is dat deze
ramp ons treft.’ Het lot valt op Jona en hij doet zijn verhaal. (...) ‘Gooi me in
zee, dan zal de zee jullie met rust laten. Want ik weet dat het mijn schuld is dat
deze storm zo tegen jullie tekeergaat.’ Uiteindelijk gooiden ze Jona in zee, (...)
en de woede van de zee bedaarde. De mannen werden vervuld met bang
ontzag voor de HEER. Ze brachten hem een offer en deden hem geloften."
aantekeningen
middag
Johannes 6:1621, NBV
Net als Jona – vanmorgen – verzeilden de leerlingen van Jezus in een storm:
dinsdagmorgen
Jona 2, NBV
" De HEER liet Jona opslokken door een grote vis. Drie dagen en drie nachten
zat Jona in de buik van de vis. Toen begon hij in de buik van de vis tot de
HEER, zijn God, te bidden: ‘In mijn nood roep ik de HEER aan en hij antwoordt
mij. Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp – u hoort mijn stem! U
slingerde mij de diepte in(...). Door kolkend water ben ik omgeven (...). Ik
dacht: Verstoten ben ik, verbannen uit uw ogen. Maar eens zal ik opnieuw uw
heilige tempel aanschouwen. Het water stijgt tot aan mijn lippen, (...) zeewier
om mijn hoofd verstikt mij. Ik zink tot de bodem (...). Maar u trekt mij levend
uit de dood omhoog, o HEER, mijn God! Nu mijn levensadem mij verlaat roep ik
u aan, HEER, en mijn gebed komt tot u in uw heilige tempel. (...) Ik zal mijn
stem in dank verheffen en u offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de
HEER die redt!’ Toen, op bevel van de HEER, spuwde de vis Jona uit op het
land."
"Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; ze stapten
in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al
donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. Er stak een
hevige wind op en het meer werd onstuimig. Toen ze vijfentwintig of dertig
stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het meer lopen; hij was
dicht bij de boot en ze werden bang. Maar hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’
Ze wilden hem aan boord nemen, maar meteen kwam de boot aan land op de
plaats waar ze naartoe wilden."
aantekeningen
42
middag
Psalmen 103:45, NBV
Jona waande zich al dood. Had hij anders verdiend? Toch was God daar:
woensdagmorgen
Jona 3, NBV
"Opnieuw richtte de HEER zich tot Jona: ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die
grote stad, om haar aan te klagen met de woorden die ik je zeg.’ (...) Nineve
was een reusachtige stad, ter grootte van drie dagreizen. Jona trok de stad in,
één dagreis ver, en riep: ‘Nog veertig dagen, dan wordt Nineve weggevaagd!’
De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen een vasten uit en iedereen,
van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed. (...) De koning liet in Nineve
omroepen: ‘(...) is het niemand toegestaan te eten of te drinken, mens noch
dier.(...) Iedereen, mens en dier, moet (...) luidkeels God aanroepen. Laat
iedereen anders gaan leven en breken met het onrecht dat hij doet. Misschien
dat God van gedachten verandert en op zijn besluit terugkomt(...).’ Toen God
zag dat zij inderdaad anders begonnen te leven, kwam hij terug op wat hij
gedreigd had hun aan te doen, en hij deed het niet."
"Hij redt uw leven van het graf, hij kroont u met trouw en liefde, hij overlaadt u
met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar."
aantekeningen
middag
Joël 2:13, NBV
We kunnen wel zeggen dat we spijt hebben van iets, maar meen je het ook?
"Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart. Keer terug tot de HEER, jullie
God, want hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving
bereid."
donderdagmorgen
Jona 4, NBV
Het behoud van Nineve" wekte grote ergernis bij Jona(...). Hij bad tot de HEER:
‘(...) Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en
trouw, en tot vergeving bereid. (...) Ik ben liever dood dan dat ik zo verder
moet leven.’ Maar de HEER zei: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent?’ Jona krijgt
nu een les.
(...) De HEER, liet een wonderboom opschieten om Jona schaduw (...) te geven
en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen. Maar de volgende morgen
(...) verdorde de plant. (...) De zon brandde zo op Jona’s hoofd dat hij door de
hitte werd bevangen. Hij bad om te mogen sterven. (...) Maar God zei tegen
Jona: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent over die plant?’ Jona antwoordde: ‘Ik
ben verschrikkelijk kwaad, en terecht!’ Toen zei de HEER: ‘Als jij al verdriet hebt
om die wonderboom (...), zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote
stad met al die kinderen en dieren? (...)?’"
aantekeningen
43
middag
Psalmen 103:814, NBV
Jona wist wie God was:
vrijdagmorgen
Matteüs 12:3842, NBV
"Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en Farizeeën met een vraag:
‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’ Hij antwoordde: ‘Dit is een
verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander
teken krijgen dan dat van de profeet Jona. Want zoals Jona drie dagen en drie
nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en
drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. Op de dag van het
oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar
veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier
ziet u iemand die meer is dan Jona! Op de dag van het oordeel zal de koningin
van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want
zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid
van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!" (
"Liefdevol en genadig is de HEER, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. Niet
eindeloos blijft hij twisten, niet eeuwig duurt zijn toorn. Hij straft ons niet naar
onze zonden, hij vergeldt ons niet naar onze schuld. Zoals de hoge hemel de
aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie hem vrezen. Zo ver als het
oosten is van het westen, zo ver heeft hij onze zonden van ons verwijderd. Zo
liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de HEER voor wie
hem vrezen. Want hij weet waarvan wij gemaakt zijn, hij vergeet niet dat wij uit
stof zijn gevormd."
aantekeningen
middag
Efeziërs 2:8,
NBV
Mensen willen bewijzen, ervaringen, tekens, voordat zij willen geloven.
"Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u
niet aan uzelf; het is een geschenk van God"
44
week 49
maandagmorgen
Lucas 11:9-13,
NBV
Thema: Bidden en verhoring
"Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult
vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt ontvangt,
en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Welke vader
onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een
slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? Als jullie dus, ook al
zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de
Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’"
aantekeningen
middag
Hebreeën 5:7,
NBV
"Christus heeft tijdens zijn leven op aarde onder tranen en met luide stem
gesmeekt en gebeden tot hem die hem kon redden van de dood, en werd
verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God."
dinsdagmorgen
Matteüs 21:1822, NBV
"Toen hij vroeg in de morgen naar de stad terugkeerde, kreeg hij honger. Langs
de weg zag hij een vijgenboom staan. Hij liep ernaartoe, maar er zaten alleen
maar bladeren aan. Daarop zei hij tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zul je
meer vrucht dragen!’ Ogenblikkelijk verdorde de vijgenboom. Toen de leerlingen
dat zagen, vroegen ze verbaasd: ‘Hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling
verdorde?’ Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te
twijfelen, zul je niet alleen teweeg kunnen brengen wat er gebeurde met de
vijgenboom, maar zul je zelfs tegen die berg kunnen zeggen: “Kom van je
plaats en stort je in zee,” en het zal gebeuren. Alles waarom jullie in je gebeden
vragen zullen jullie krijgen, als je maar gelooft.’"
aantekeningen
middag
Psalmen 66:1620, NBV
"Kom en hoor wat ik wil vertellen, ieder die ontzag heeft voor God, hoor wat hij
voor mij heeft gedaan. Toen mijn mond hem aanriep, lag een lofzang op mijn
tong. Had ik kwaad in mijn hart gevonden, de Heer had mij niet gehoord. Maar
God heeft mij gehoord, hij heeft geluisterd naar mijn gebed. Geprezen zij God,
hij heeft mijn gebed niet afgewezen, mij zijn trouw niet geweigerd."
woensdagmorgen
1 Johannes
5:14-15, NBV
"Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar
ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En
omdat we weten dat hij naar ons luistert, wat we hem ook vragen, weten we
ook dat we alles al hebben gekregen wat we hem gevraagd hebben."
45
aantekeningen
middag
Psalmen 34:59, NBV
"Ik zocht de HEER en hij gaf antwoord, hij heeft mij van alle angst bevrijd. Wie
naar hem opzien, stralen van vreugde, schaamte zal hun gezicht niet kleuren. In
mijn verdrukking riep ik tot de HEER, hij heeft geluisterd en mij uit de nood
gered. De engel van de HEER waakt over wie hem vrezen, en bevrijdt hen.
Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij hem
schuilt."
donderdagmorgen
Jakobus 4:1-4,
NBV
"Waar komt al die strijd, waar komen al die conflicten bij u toch uit voort? Is het
niet uit de hartstochten die strijd leveren in uw binnenste? U verlangt naar iets,
maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U
bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt
ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten
bevredigen. Trouwelozen! Beseft u dan niet dat vriendschap met de wereld
vijandschap jegens God betekent? Wie bevriend wil zijn met de wereld, maakt
zich tot vijand van God."
aantekeningen
middag
Psalmen 9:11,
NBV
"Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen, u verlaat niet wie u zoeken, HEER."
vrijdagmorgen
2 Korintiërs
12:7-9, NBV
"Niet op grond van de uitzonderlijke openbaringen die ik heb gekregen. Om te
verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees
gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. Ik heb de Heer driemaal
gesmeekt mij van hem te bevrijden, maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn
genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’ Dus laat ik mij veel
liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar
wordt."
aantekeningen
46
middag
2 Koningen
20:1-6, NBV
"Omstreeks dezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon
van Amos, kwam naar hem toe en zei: ‘Dit zegt de HEER: Maak je laatste
wilsbeschikking op, want je sterft. Je zult niet meer beter worden.’ Hizkia
draaide zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEER: ‘HEER, ik smeek u, neem
toch in aanmerking dat ik me altijd oprecht en met heel mijn hart naar uw wil
heb gericht en steeds heb gedaan wat goed is in uw ogen.’ Daarbij stortte hij
bittere tranen. Toen richtte de HEER zich opnieuw tot Jesaja, die de binnenste
hof nog niet verlaten had, en zei: ‘Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de
koning van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je voorvader David: Ik heb
je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, ik zal je genezen. Over drie
dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan. Ik geef je nog vijftien jaar te
leven, en ik zal jou en deze stad redden uit de handen van de koning van
Assyrië.”’"
47
week 50
maandagmorgen
Genesis 4:1-4,
NBV
Thema: Kaïn en Abel – de zonde en haar gevolgen
"De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger
en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven
geschonken aan een man!’ Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd
herder, Kaïn werd landbouwer. Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van
wat hij had geoogst. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van
zijn kudde koos hij de mooiste uit."
aantekeningen
middag
Hebreeën 11:4,
NBV
"Door zijn geloof had het offer dat Abel aan God bracht meer waarde dan dat
van Kaïn. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige
– God zelf liet zich prijzend uit over zijn gaven –, en door zijn geloof klinkt zijn
stem nog steeds, ook al is hij gestorven."
dinsdagmorgen
Genesis 4:4-9,
NBV
"De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij
geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De HEER vroeg
hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan
kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde
op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn
dan zij.’ Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar
waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. Toen vroeg de HEER: ‘Waar is
Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Kaïn. ‘Moet ik soms waken over
mijn broer?’"
aantekeningen
middag
Psalmen 10:1214, NBV
"Sta op, HEER, hef uw hand, God, vergeet de armen niet. Hoe kan de zondaar u
verachten en denken: God vraagt geen rekenschap. Toch ziet u de pijn en het
verdriet, u merkt het op en weegt het in uw hand. Op u vertrouwen weerloze
mensen, de wezen, u komt hun te hulp."
woensdagmorgen
Genesis 4:1016, NBV
"‘Wat heb je gedaan?’ zei de HEER. ‘Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de
aarde naar mij schreeuwt. Daarom: vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek,
waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je broer te
ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. Ook al bewerk je het land, het zal je
niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan.’ Kaïn zei
tegen de HEER: ‘Die straf is te zwaar. U verjaagt mij nu van deze plek en ik mag
u niet meer onder ogen komen, en als ik dan dolend en dwalend over de aarde
moet gaan, kan iedereen die mij tegenkomt mij doden.’ Maar de HEER beloofde
hem: ‘Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken.’ En
hij merkte Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou
48
doodslaan. Toen ging Kaïn bij de HEER vandaan en hij vestigde zich in Nod, een
land ten oosten van Eden.’"
aantekeningen
middag
1 Johannes
3:11-12, NBV
"Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar
moeten liefhebben en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die
het kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood?
Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig."
donderdagmorgen
Genesis 4:1724, NBV
"Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Henoch
ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij noemde die Henoch,
naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad was de vader van Mechujaël,
Mechujaël was de vader van Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech.
Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla. Ada bracht
Jabal ter wereld; hij werd de stamvader van hen die in tenten leven en vee
houden. Zijn broer heette Jubal; hij werd de stamvader van allen die op de lier
of de fluit spelen. Ook Silla bracht een zoon ter wereld, Tubal-Kaïn; hij was smid
en werd de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken. De zuster van
Tubal-Kaïn heette Naäma. Lamech zei tegen zijn vrouwen: ‘Ada en Silla, hoor
wat ik zeg! Vrouwen van Lamech, luister naar mij! Wie mij verwondt, die sla ik
dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt. Kaïn wordt zevenmaal
gewroken, Lamech zevenenzeventigmaal."
aantekeningen
middag
Matteüs 18:2122, NBV
"Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster
tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal
toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig
maal zeven."
vrijdagmorgen
Genesis 4:2526, NBV
"Opnieuw had Adam gemeenschap met zijn vrouw, en zij bracht een zoon ter
wereld. Ze noemde hem Set, ‘want,’ zei ze, ‘God heeft mij in de plaats van Abel,
die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven.’ Ook Set kreeg een zoon, die
hij Enos noemde. In die tijd begon men de naam van de HEER aan te roepen."
49
aantekeningen
middag
Psalmen 50:1416, NBV
"Breng God een dankoffer en doe wat je de Allerhoogste belooft. Roep mij te
hulp in tijden van nood, ik zal je redden, en je zult mij eren.’ Maar tot wie
kwaad doet zegt God: ‘Wat baat het dat je mijn geboden opzegt en mijn
verbond in de mond neemt?"
50
week 51
maandagmorgen
Jesaja 7:11-16,
NBV
Thema: Advent en Kerst
"‘Vraag om een teken van de HEER, uw God, hetzij uit de diepte van het
dodenrijk hetzij uit de hoge hemel.’ Maar Achaz antwoordde: ‘Nee, ik zal geen
teken vragen, ik zal de HEER niet op de proef stellen.’ Toen antwoordde Jesaja:
‘Luister, huis van David. Is het niet genoeg de mensen te tergen? Moet u nu ook
mijn God tergen? Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is
zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen. Boter en
honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het
goede te kiezen. Want voordat de jongen in staat is om het kwade te verwerpen
en het goede te kiezen, zal het land van de beide koningen die u zoveel angst
inboezemen, ontvolkt zijn."
aantekeningen
middag
2 Koningen
20:8-11, NBV
"Hij vroeg aan Jesaja: ‘Krijg ik van de HEER ook een teken dat hij me zal
genezen en ik over drie dagen naar de tempel zal kunnen gaan?’ ‘Ja,’
antwoordde Jesaja, ‘de HEER zal u een teken geven dat hij zijn belofte zal
nakomen. Wat denkt u, zal de schaduw tien graden vooruitgaan of tien graden
achteruit?’ ‘Tien graden vooruit zou niets bijzonders zijn,’ antwoordde Hizkia,
‘maar tien achteruit wel.’ Daarop riep de profeet Jesaja de HEER aan, en deze
liet de schaduw op de zonnewijzer van Achaz tien graden achteruitgaan."
dinsdagmorgen
Micha 5:1-4,
NBV
"Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit
jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt
in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. Totdat de vrouw die zwanger
is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten.
Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten. Hij zal
aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER,
zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen,
want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede."
aantekeningen
middag
Ezechiël 34:23,
NBV
"Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden: David,
mijn dienaar. Hij zal ze weiden, hij zal hun herder zijn."
51
woensdagmorgen
Jesaja 9:1- 6,
NBV
"Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het
donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer
groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst,
zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok
op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan
destijds. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan
kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur. Een kind is ons geboren,
een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen
zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader,
Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen.
Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid,
van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de
hemelse machten."
aantekeningen
middag
Jesaja 60:1-3,
NBV
"Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER.
Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de
HEER, zijn luister is boven jou zichtbaar. Volken laten zich leiden door jouw
licht, koningen door de glans van je schijnsel."
donderdagmorgen
Matteüs 1:1-7,
NBV
"Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van
Abraham. Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda
en zijn broers, Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte
Chesron, Chesron verwekte Aram, Aram verwekte Amminadab, Amminadab
verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, Salmon verwekte Boaz bij
Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, Isaï verwekte David,
de koning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria, Salomo verwekte
Rechabeam."
aantekeningen
middag
1 Johannes 4:9,
NBV
"En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de
wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven."
vrijdagmorgen
Matteüs 1:1825, NBV
"De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was
uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te
zijn door de heilige Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was,
wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te
verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van
de Heer. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij
je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze
52
zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden
van hun zonden.’ Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij
monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en
een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal
betekent ‘God met ons’. Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer
hem had opgedragen: hij nam haar bij zich als zijn vrouw, maar hij had geen
gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de
naam Jezus."
aantekeningen
middag
Galaten 4:4-5,
NBV
"Maar toen de tijd gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en
onderworpen aan de wet, maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet
opdat wij zijn kinderen zouden worden."
53
week 2
maandagmorgen
Matteüs 5:1720, NBV
Thema: Bergrede 1
"Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben
niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik
verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel
in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. Wie dus ook maar een van de
kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal
als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze
onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog
aanzien staan. Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die
van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de
hemel niet binnengaan."
aantekeningen
middag
Matteüs 5:6-7,
NBV
"Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd
worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid
ondervinden."
dinsdagmorgen
Matteüs 5:2122, NBV
"Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen
moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” En ik zeg
zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich
moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal
zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het
vuur van de Gehenna komen te staan.
aantekeningen
middag
Efeziërs 4:2627, NBV
"Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw
boosheid, geef de duivel geen kans."
woensdagmorgen
Matteüs 5:3337, NBV
"Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen
valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.” En ik zeg
jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de troon
van God, noch bij de aarde, want dat is zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem,
want dat is de stad van de grote koning; zweer evenmin bij je eigen hoofd,
want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. Laat jullie ja ja zijn,
en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad."
54
aantekeningen
middag
Spreuken
12:19, NBV
"Een betrouwbaar woord houdt altijd stand, een leugen slechts voor korte tijd."
donderdagmorgen
Matteüs 5:3842, NBV
"Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand
voor een tand.” En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar
wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. Als iemand een
proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan
ook je bovenkleed af. En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan,
loop er dan twee met hem op. Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af
van wie geld van je wil lenen."
aantekeningen
middag
Romeinen
12:19-20, NBV
"Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn,
want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen,
ik zal vergelden.’ Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij
dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn
hoofd’."
vrijdagmorgen
Matteüs 5:4348, NBV
"Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je
vijand haten.” En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie
vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij
laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen
over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Is het een verdienste als je liefhebt
wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? En als jullie alleen je broeders
en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de
heidenen niet net zo? Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt
is."
aantekeningen
55
middag
Psalmen 119:13, NBV
"Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de Heer,
gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, hem zoeken met heel hun hart. Zij bedrijven
geen onrecht, maar gaan de wegen die hij wijst."
56
week 3
maandagmorgen
Handelingen
17:22-26, NBV
Thema: Aardrijkskunde
"Paulus (in Athene) richtte zich tot de leden van de Areopagus en zei: ‘Atheners,
ik heb gezien hoe buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent. Want toen
ik in de stad rondliep en alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam,
ontdekte ik ook een altaar met het opschrift: “Aan de onbekende god”. Wat u
vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen. De God die de wereld
heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel en aarde heerst, woont
niet in door mensenhanden gemaakte tempels. Hij laat zich ook niet bedienen
door mensenhanden alsof er nog iets is dat hij nodig heeft, hij die zelf aan
iedereen leven en adem en al het andere schenkt. Uit één mens heeft hij de
hele mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid; voor elk volk
heeft hij een tijdperk vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied
bepaald."
aantekeningen
middag
Jesaja 45:14,
NBV
"Dit zegt de HEER: De Egyptenaren met hun schatten, de Nubiërs met hun
rijkdom en de rijzige Sabeeërs, zij zullen komen en jullie toebehoren. Ze komen
in ketenen en volgen je, ze buigen voor je en belijden: ‘Bij u alleen is een God,
er is geen andere god, niet één.’"
dinsdagmorgen
Openbaring
18:11-16, NBV
"De handelaars op aarde treuren en rouwen om haar, want er is niemand die
hun waren nog wil kopen: goud en zilver, edelstenen en parels, linnen,
purperen stoffen, zijde, scharlaken stoffen, cipressenhout, allerlei voorwerpen
van ivoor en van dure houtsoorten, van brons, ijzer en marmer, kaneel en
kardemom, reukwerk en balsem, wierook, wijn en olijfolie, meel en tarwe,
runderen en schapen, paarden en wagens, slaven en lijfeigenen. Verloren zijn
de vruchten waar je hart naar uitging, verdwenen al je rijkdom, alle weelde –
dat alles is voorgoed voorbij. Degenen die hierin handelden en die hun rijkdom
aan haar te danken hebben, blijven op een afstand, ontzet door de straf die zij
krijgt. Ze treuren en rouwen om haar en zeggen: “Wee! Wee grote stad! Je
droeg linnen, purperen en scharlakenrode kleren, en gouden sieraden,
edelstenen en parels."
aantekeningen
middag
Spreuken
20:21, NBV
"Rijkdom die in korte tijd verworven is, brengt geen zegen voor later."
57
woensdagmorgen
Jesaja 28:2329, NBV
"Hoor mij aan en leen mij je oor, luister aandachtig naar mijn woorden. Als een
boer zaaien wil, ploegt hij dan alle dagen? Blijft hij voren trekken in zijn land?
Als hij het land geëffend heeft, strooit hij toch komijn en karwij, zaait tarwe in
rijen, gerst in vakken en spelt langs de rand van zijn akker? Het is zijn God die
hem daarin onderricht, die hem leert wat hij moet doen. Zo dorst men komijn
niet met een dorsslede en over karwij rolt men geen wagenrad; komijn wordt
met een stok uitgeklopt en karwij met een roede. Graan moet voor brood
worden fijngemalen; maar een boer blijft niet eindeloos dorsen: hij stuurt zijn
paarden en het wagenrad eroverheen, maar hij laat het niet verpletteren. Ook
dit vindt zijn oorsprong bij de HEER van de hemelse machten: zijn beleid is
wonderbaarlijk en hij volvoert het in grote wijsheid."
aantekeningen
middag
Psalmen 65:79, NBV
"U hebt met kracht de bergen vastgezet, u bent omgord met macht, u brengt
tot bedaren het geraas van de zeeën, het gebulder van de golven, het tumult
van de volken. Vrees voor uw tekenen vervult de bewoners der verten, u brengt
gejuich van het oosten tot het westen."
donderdagmorgen
Psalmen 144:310, NBV
"HEER, wat is de mens dat u om hem geeft, de sterveling dat u aan hem denkt?
Een mens is vluchtig als een ademtocht, zijn dagen glijden als een schaduw
weg. HEER, schuif uw hemel open en daal af, raak de bergen aan zodat ze
roken. Werp uw bliksem, sla de volken uiteen, schiet uw pijlen en verdrijf hen.
Reik mij uw hand van omhoog, bevrijd mij, ontruk mij aan de woeste wateren,
aan de greep van vreemdelingen die leugens spreken met hun mond, bedrog
verbergen in hun handen. Ik wil een nieuw lied voor u zingen, God, voor u
spelen op de tiensnarige harp, want u brengt koningen redding, u hebt David,
uw dienaar, bevrijd."
aantekeningen
middag
Psalmen 65:56, NBV
"Gelukkig wie door u gekozen is en u mag naderen, hij mag wonen in uw
voorhoven. Wij genieten het goede van uw huis, het heilige van uw tempel.
Ontzagwekkend is uw antwoord, u doet recht en redt ons, God, op u hopen de
einden der aarde, de verten van de zee."
vrijdagmorgen
Psalmen
147:12-18, NBV
"Prijs, Jeruzalem, prijs de HEER, loof, Sion, loof je God. Hij heeft de grendels
van je poorten versterkt, het volk binnen je muren gezegend. Hij geeft je vrede
en veilige grenzen, met vette tarwe stilt hij je honger. Hij zendt zijn bevelen
naar de aarde, vlug als een renbode gaat zijn woord. Hij laat het sneeuwen als
wol, rijp strooit hij uit als stof, hagel werpt hij in brokken neer, wie is tegen zijn
koude bestand? Hij zendt zijn woord en alles smelt, hij stuurt zijn adem, de
wateren stromen."
58
aantekeningen
middag
Psalmen 135:57, NBV
"Ik weet het: groot is de HEER, onze Heer overtreft alle goden. De HEER maakt
alles wat hij wil in de hemel en op de aarde en in de diepten van de oceanen.
Wolken wekt hij aan de einder der aarde, bliksems maakt hij en de regen valt,
de wind laat hij los uit zijn schatkamers."
59
week 4
maandagmorgen
Lucas 15:1-7,
NBV
Thema: Gelijkenissen
"Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren.
Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar:
‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ Jezus vertelde hun toen deze
gelijkenis: ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is
geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om
naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij
het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar
huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in
mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” Ik zeg u:
zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt
dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben."
aantekeningen
middag
Ezechiël 34:1112, NBV
"Dit zegt God, de HEER: Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze
zorgen. Zoals een herder naar zijn kudde op zoek gaat als zijn dieren verstrooid
zijn geraakt, zo zal ik naar mijn schapen op zoek gaan en ze redden, uit alle
plaatsen waarheen ze zijn verdreven op een dag van dreigende, donkere
wolken."
dinsdagmorgen
Lucas 15:8-10,
NBV
"En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de
lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk
gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en
buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden
die ik kwijt was.” Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God
over één zondaar die tot inkeer komt.’"
aantekeningen
middag
Marcus 2:1617, NBV
"Toen de farizese schriftgeleerden zagen dat hij samen met zondaars en
tollenaars at, zeiden ze tegen zijn leerlingen: ‘Eet hij met tollenaars en
zondaars?’ Jezus hoorde dit en zei tegen hen: ‘Gezonde mensen hebben geen
dokter nodig, maar zieken wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te
roepen, maar zondaars.’"
woensdagmorgen
Lucas 15:11-32,
NBV
"‘Iemand had twee zonen. De jongste zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij van
uw bezit waarop ik recht heb.” Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn
bezit en reisde af naar een ver land. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat
land getroffen door een hongersnood. Hij had graag zijn maag willen vullen met
de peulen die de varkens te eten kregen. Hij dacht: Ik zal naar mijn vader gaan
en zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet
60
meer waard uw zoon genoemd te worden.” Zijn vader zag hem in de verte al
aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals
en kuste hem. “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de
hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.”
Maar de vader zei tegen de knechten: “Laten we eten en feestvieren, want
deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen.”"
aantekeningen
middag
Ezechiël 18:23,
NBV
"Denken jullie dat ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt
God, de HEER. Nee, ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft."
donderdagmorgen
Lucas 10:29-37,
NBV
"Een wetgeleerde vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus
hem het volgende: ‘Er was iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en
werd overvallen door rovers, die hem halfdood achterlieten. Toevallig kwam er
een priester langs, maar hij liep met een boog om hem heen. Een Leviet liep
ook om hem heen. Een Samaritaan, die op reis was, kreeg medelijden. Hij ging
naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze.
Hij bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende
morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u
meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” Wie van
deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’
De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei
Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’"
aantekeningen
middag
Leviticus 19:1718, NBV
"Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter
verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je door je te
wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de
HEER."
vrijdagmorgen
Lucas 16:19-31,
NBV
"Een rijke vierde dagelijks in mooie kleren feest. Een bedelaar, Lazarus, lag voor
zijn poort met zweren en hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van
de tafel van de rijke; honden likten zijn zweren. De bedelaar stierf en ook de
rijke. In het dodenrijk, waar hij pijn leed, zag de rijke Abraham met Lazarus. Hij
riep: “Abraham, heb medelijden. Stuur Lazarus om mij te verkoelen, want ik lijd
pijn.” Abraham zei: “Jij hebt het goede tijdens je leven ontvangen, Lazarus
ongeluk; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. En er is een kloof tussen ons,
die niemand kan oversteken.” Toen zei de rijke: “Stuurt u hem dan naar mijn
broers om hen te waarschuwen.” Abraham zei: “Laten ze naar Mozes luisteren!”
De rijke zei: “Als iemand van de doden komt, zullen ze tot inkeer komen.”
61
Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes luisteren, laten ze zich ook niet overtuigen
als er iemand uit de dood opstaat.”"
aantekeningen
middag
Lucas 6:36-38,
NBV
"Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. Oordeel niet, dan zal er niet
over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden.
Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef, dan zal je gegeven worden; een
goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden
toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie
worden gebruikt.’"
62
week 5
maandagmorgen
Johannes
15:12-17, NBV
Thema: Vriendschap
"Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Er is geen
grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden
wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf
weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik
van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. Jullie hebben niet mij
uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en
vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij
je geven. Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief."
aantekeningen
middag
Spreuken 17:9,
NBV
"Wie vriendschap zoekt, dekt fouten toe, wie ze telkens oprakelt, verliest zijn
vrienden."
dinsdagmorgen
Psalmen 25:1214, NBV
"Aan wie in ontzag voor hem leven, leert de HEER de rechte weg te kiezen. Hun
leven verloopt in voorspoed en hun kinderen zullen het land bezitten. De HEER
is een vriend van wie hem vrezen, hij maakt hen vertrouwd met zijn
verbond."
aantekeningen
middag
Prediker 4:10,
NBV
"Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem
weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij
heeft niemand die hem op de been helpt."
woensdagmorgen
1 Samuël 18:14, NBV
David is bij koning Saul. Saul heeft veel waardering voor David, nadat hij Goliath
heeft gedood. Hij neemt David in dienst.
"Jonatan, die bij dit gesprek aanwezig was, voelde zich meteen sterk tot David
aangetrokken en vatte een innige vriendschap voor hem op. Saul nam David
vanaf die dag bij zich en liet hem niet meer teruggaan naar zijn ouderlijk huis.
En Jonatan, die David zo lief had als zijn eigen leven, sloot vriendschap met
hem: hij deed zijn mantel af en gaf die aan David. Ook gaf hij hem zijn
uitrusting, tot en met zijn zwaard, zijn boog en zijn koppelriem."
aantekeningen
63
middag
Spreuken
26:18-19, NBV
"Zoals een dolleman maar in het wilde weg schiet, met brandende pijlen dood
en verderf zaait, zo is iemand die zijn vriend bedriegt, en zegt: ‘Het was maar
voor de grap.’"
donderdagmorgen
Kolossenzen
4:2-6, NBV
"Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar. En bid dan ook voor ons,
dat God deuren voor ons opent om het mysterie van Christus te verkondigen
waarvoor ik gevangen zit, en bid dat ik het mag onthullen zoals het moet.
Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut iedere gelegenheid, en als
u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist."
aantekeningen
middag
Spreuken
25:17, NBV
"Bezoek een vriend alleen zo nu en dan, anders word je hem te veel en gaat hij
je haten."
vrijdagmorgen
Job 2:11-13,
NBV
Job heeft heel veel meegemaakt. Zijn kinderen zijn gestorven. Zijn bezittingen
zijn geroofd. Zijn vrouw wil niets meer met God van doen hebben.
"Drie vrienden van Job, Elifaz uit Teman, Bildad uit Suach en Sofar uit Naäma,
hoorden van de rampspoed die hem had getroffen, en ze besloten hem op te
zoeken. Onderweg ontmoetten ze elkaar, en samen gingen ze naar hem toe om
hun medeleven te tonen en hem te troosten. Toen ze Job vanuit de verte zagen
herkenden ze hem niet, en ze barstten uit in luid geweeklaag, ze scheurden hun
kleren en wierpen stof omhoog over hun hoofd. Zeven dagen en zeven nachten
bleven ze naast hem op de grond zitten zonder iets tegen hem te zeggen, want
ze zagen hoe vreselijk hij leed."
aantekeningen
middag
Job 6:14, NBV
"Wie zich bekommert om een vriend in nood toont zijn eerbied voor de
Ontzagwekkende."
64
week 6
maandagmorgen
Johannes
11:20-26, NBV
Thema: IK BEN
Jezus heeft bericht gehad dat zijn vriend Lazarus ernstig ziek is. Hij gaat niet
naar hem toe om hem beter te maken. Lazarus sterft en is inmiddels begraven.
Zijn zussen zijn heel verdrietig en snappen niet waarom Jezus niet is gekomen.
Dan gaat Jezus op weg om een groot wonder te doen.
"Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze hem tegemoet, terwijl
Maria thuisbleef. Marta zei tegen Jezus: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn
broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat u
vraagt.’ Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’ ‘Ja,’ zei Marta, ‘ik weet dat
hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan.’ Maar Jezus zei: ‘Ik ben de
opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en
ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’"
aantekeningen
middag
Johannes 17:3,
NBV
Eeuwig leven is niet: straks na de dood. Eeuwig leven is NU. Je leeft helemaal
anders:
"Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u
gezonden hebt, Jezus Christus."
dinsdagmorgen
Johannes 15:18, NBV
"‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan mij
die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt
snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn al rein door alles wat ik
tegen jullie gezegd heb. Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de
wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht
dragen als jullie niet in mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken.
Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij
kun je niets doen. Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en
verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en
verbrand. Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je
wilt en het zal gebeuren. De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden
wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn."
aantekeningen
middag
Matteüs 12:33,
NBV
"Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn vruchten goed. Is een boom
daarentegen slecht, dan zijn ook zijn vruchten slecht. Want aan de vruchten
herkent men de boom."
65
woensdagmorgen
Johannes
10:11-15, NBV
"Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.
Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de
schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf
ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man
is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede
herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals de Vader mij
kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen."
aantekeningen
middag
Psalmen 100:13, NBV
"Een psalm voor het dankoffer. Juich de HEER toe, heel de aarde, dien de HEER
met vreugde, kom tot hem met jubelzang. Erken het: de HEER is God, hij heeft
ons gemaakt, hem behoren wij toe, zijn volk zijn wij, de kudde die hij weidt."
donderdagmorgen
Johannes 8:12,
NBV
"Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij
volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’"
aantekeningen
middag
Psalmen
119:105, NBV
De Bijbel gaat over Jezus. Hij brengt ons bij God. Zo is:
vrijdagmorgen
Johannes 14:6,
NBV
"Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader
komen dan door mij."
"Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad."
aantekeningen
66
middag
Johannes 3:16,
NBV
"Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat
iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft."
67
week 7
maandagmorgen
Efeziërs 4:325:2, NBV
Thema: Liefde
"Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in
Christus vergeven heeft. Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die hij
liefheeft, en ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en
zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God."
aantekeningen
middag
Psalmen 36:8,
NBV
"Hoe kostbaar is uw liefde, God! In de schaduw van uw vleugels schuilen de
mensen,"
dinsdagmorgen
1 Korintiërs
13:8-13, NBV
"De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal
verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons
profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is
verdwijnen. Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een
kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke
achter me gelaten. Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan
we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig
kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie,
maar de grootste daarvan is de liefde."
aantekeningen
middag
1 Korintiërs
16:14, NBV
"Alles wat u doet, moet u met liefde doen."
woensdagmorgen
Matteüs 22:3440, NBV
"Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had
gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om hem op de proef te stellen vroeg een van
hen, een wetgeleerde: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij
antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel
en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is
daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de
grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’"
aantekeningen
68
middag
Deuteronomium
4:31, NBV
"Want de HEER, uw God, is een God van liefde. Hij zal u niet verlaten en u niet
in het verderf storten. Wat hij uw voorouders onder ede heeft beloofd, vergeet
hij niet."
donderdagmorgen
Lucas 6:31-35,
NBV
"Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. Is het een verdienste
als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief
die hen liefhebben. En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie
weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. En is het een
verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten?
Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen.
Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug
te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie
kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook hij is goed voor wie ondankbaar en
kwaadwillig is."
aantekeningen
middag
1
Tessalonicenzen
4:9, NBV
"Over de onderlinge liefde hoeven wij u niets te schrijven, want u hebt zelf van
God geleerd hoe u in liefde met elkaar moet omgaan."
vrijdagmorgen
1 Petrus 3:8-12,
NBV
"Tot slot vraag ik u: Wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief
als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. Vergeld
geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug;
zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen.
Immers: ‘Wie het leven liefheeft en gelukkig wil zijn, moet geen laster of
leugens over zijn lippen laten komen, hij moet het kwaad uit de weg gaan en
het goede doen, en voortdurend vrede nastreven. Want de Heer verliest de
rechtvaardigen niet uit het oog en luistert naar hun gebeden, maar hij keert zich
tegen wie kwaad doen.’"
aantekeningen
69
middag
Jozua 22:5, NBV
"Maar houd u altijd aan de geboden die hij u in zijn onderricht gegeven heeft:
heb de heer, uw God, lief en volg de weg die hij u wijst, leef zijn geboden na,
wees hem toegedaan en dien hem met hart en ziel.’"
70
week 8 en 9
maandagmorgen
Deuteronomium
18:9-14, NBV
Thema: Idols
De Israëlieten staan op het punt om Kanaän binnen te trekken.
"Wanneer u in het land komt dat de HEER, uw God, u geven zal, mag u de
verfoeilijke praktijken van de volken daar niet navolgen. Er mag bij u geen
plaats zijn voor mensen die hun zoon of dochter als offer verbranden, en
evenmin voor waarzeggers, wolkenschouwers, wichelaars, tovenaars,
bezweerders, en voor hen die geesten raadplegen of doden oproepen. Want de
HEER verafschuwt mensen die zulke dingen doen, en om die verfoeilijke
praktijken verdrijft hij deze volken voor u. U moet volledig op de heer, uw God,
gericht zijn. Ook al luisteren de volken in het land dat u in bezit zult nemen wel
naar wolkenschouwers en waarzeggers, ú heeft de HEER, uw God, dat
verboden."
aantekeningen
middag
Efeziërs 5:3-6,
NBV
"Laat er bij u geen sprake zijn van ontucht of zedeloosheid, of van hebzucht –
deze dingen horen niet bij heiligen. Ook dubbelzinnige, oppervlakkige en
platvloerse taal is ongepast – spreek liever woorden van dank. Want u moet
goed weten dat iemand die in ontucht leeft, zedeloos of hebzuchtig is – dat is
allemaal afgoderij – geen deel kan hebben aan het koninkrijk van Christus en
van God. Laat u door niemand met loze woorden misleiden, want wie God
ongehoorzaam is, wordt getroffen door zijn toorn."
dinsdagmorgen
Jeremia 10:2-7,
NBV
"Dit zegt de HEER: Volg andere volken niet na, raak niet van slag door tekenen
aan de hemel, ook al jagen die de hele wereld schrik aan. De gebruiken van die
volken zijn niets waard. Ze hakken een stuk hout in het bos, een ambachtsman
bewerkt het met zijn beitel, verfraait het met zilver en goud. Ze spijkeren het
vast, dan valt het niet om. Het is net een vogelverschrikker, neergezet in een
komkommerveld. Het kan niet spreken en moet worden gedragen, want zelf kan
het geen stap verzetten. Heb voor beelden geen ontzag, kwaad doen ze niet, en
goed nog minder.’ ‘Niemand is als u, o HEER, u bent groot, groot is uw naam
door uw kracht. Wie zou geen ontzag voor u hebben? Koning van de volken, dat
komt u immers toe. Onder alle wijzen van de volken, onder al hun koningen is
niemand als u."
aantekeningen
middag
Psalmen 115:18, NBV
"Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw.
Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ Onze God is in de hemel,
hij doet wat hem behaagt. Hun goden zijn van zilver en goud, gemaakt door
mensenhanden. Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben
ogen, maar kunnen niet zien, ze hebben oren, maar kunnen niet horen, ze
71
hebben een neus, maar kunnen niet ruiken. Hun handen kunnen niet tasten,
hun voeten kunnen niet lopen, geen geluid komt uit hun keel. Zoals zij, zo
worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt."
woensdagmorgen
Psalmen 115:18, NBV
"Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw.
Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ Onze God is in de hemel,
hij doet wat hem behaagt. Hun goden zijn van zilver en goud, gemaakt door
mensenhanden. Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben
ogen, maar kunnen niet zien, ze hebben oren, maar kunnen niet horen, ze
hebben een neus, maar kunnen niet ruiken. Hun handen kunnen niet tasten,
hun voeten kunnen niet lopen, geen geluid komt uit hun keel. Zoals zij, zo
worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt."
aantekeningen
middag
Jesaja 40:1820, NBV
"Met wie wil je God vergelijken, hoe is hij uit te beelden? Met een godenbeeld
misschien? Dat is door een ambachtsman gemaakt, door een edelsmid
overtrokken met goud en zilverbeslag. Met een beeld, opgericht op een
bergtop? Dat is maar een stuk hout dat niet vermolmt, met zorg gekozen door
een vakman, die een godenbeeld wil maken dat niet omvalt."
donderdagmorgen
Handelingen
16:16-18, NBV
"Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen
we een jonge slavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst
kon voorspellen. Met haar waarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar
eigenaars. Terwijl ze achter Paulus en ons aanliep, schreeuwde ze aan één stuk
door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u
hoe u gered kunt worden!’ Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus
er genoeg van kreeg, sprak hij de geest als volgt toe: ‘Ik beveel je in de naam
van Jezus Christus: verlaat haar!’ En op datzelfde moment ging de geest uit
haar weg."
aantekeningen
middag
Handelingen
16:16-18, NBV
"Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen
we een jonge slavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst
kon voorspellen. Met haar waarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar
eigenaars. Terwijl ze achter Paulus en ons aanliep, schreeuwde ze aan één stuk
door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u
hoe u gered kunt worden!’ Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus
er genoeg van kreeg, sprak hij de geest als volgt toe: ‘Ik beveel je in de naam
van Jezus Christus: verlaat haar!’ En op datzelfde moment ging de geest uit
haar weg."
72
vrijdagmorgen
Handelingen
8:9-13, NBV
"Voordien had een zekere Simon in de stad magie bedreven en de bevolking
versteld doen staan. Hij beweerde over bijzondere gaven te beschikken, en
iedereen, van groot tot klein, keek vol ontzag naar hem op omdat ze werkelijk
meenden dat de grote macht van God in hem zichtbaar werd. Hij boezemde de
bevolking ontzag in omdat hij hen geruime tijd verbaasd had met zijn magische
kunsten. Maar toen Filippus hen door zijn verkondiging van het koninkrijk van
God en de naam van Jezus Christus tot geloof had gebracht, lieten ze zich
dopen, mannen zowel als vrouwen. Ook Simon aanvaardde het geloof, en na
zijn doop bleef hij voortdurend bij Filippus; en hij stond versteld van de tekenen
en de machtige wonderen die hij zag gebeuren."
aantekeningen
middag
Habakuk 2:1820, NBV
"Wat heb je aan een godenbeeld, gebeeldhouwd door zijn maker? Aan een
gegoten beeld dat leugens verkondigt? Wie vertrouwt zich nu toe aan wat hij
zelf heeft gemaakt? Wat hij maakt zijn stomme afgoden! ‘Wee hem die tegen
een stuk hout zegt: “Word wakker!” en tegen een stomme steen: “Sta op!”’ Zal
dat beeld iets verkondigen? Het is wel gevat in goud en zilver, maar er zit geen
leven in. De HEER troont in zijn heilig paleis. Aarde, wees stil voor hem!"
73
week 10
maandagmorgen
Spreuken 6:2023, NBV
Thema: Vader, moeder, kinderen
"Mijn zoon, houd vast aan wat je vader je opdraagt, verwerp de lessen van je
moeder niet. Bind hun onderricht voor altijd op je hart, wind het om je hals.
Moge het je leiden op de wegen die je gaat, moge het over je waken als je
slaapt, moge het je raden als je wakker wordt. Want de lessen van je vader en
je moeder zijn een lamp, een licht dat je vermaant en de weg wijst naar het
leven."
aantekeningen
middag
Hebreeën 12:57, NBV
"‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit
opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, want de Heer berispt wie hij
liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ Houd vol, het betreft hier immers
een leerschool, God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn
vader berispt?"
dinsdagmorgen
Deuteronomium
6:4-9, NBV
"Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER
lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u
vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds
over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een
teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de
deurposten van uw huis en op de poorten van de stad."
aantekeningen
middag
Spreuken 22:56, NBV
"Wie de verkeerde weg gaat, treft dorens en valstrikken aan, wie zijn leven
liefheeft, blijft er verre van. Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en
het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is."
woensdagmorgen
Lucas 2:41-52,
NBV
"Zijn ouders gingen jaarlijks voor het pesachfeest naar Jeruzalem. Toen hij
twaalf jaar was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht. Na afloop
van het feest vertrokken ze naar huis, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter
zonder dat zijn ouders het wisten. (…) Na drie dagen zoeken vonden ze hem in
de tempel, waar hij tussen de leraren zat. Toen zijn ouders hem zagen, waren
ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: ‘Kind, wat heb je ons aangedaan? Je
vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.’ Maar hij zei tegen
hen: ‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn
Vader moest zijn?’ Maar ze begrepen niet wat hij tegen hen zei. Hij reisde met
hen terug naar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder sloot
alles wat er met hem gebeurd was in haar hart. Jezus groeide verder op en zijn
wijsheid nam nog toe. Hij kwam steeds meer in de gunst bij God en de
mensen."
74
aantekeningen
middag
Efeziërs 6:1-4,
NBV
"Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo
hoort het. ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ dat is het eerste gebod
waaraan een belofte verbonden is: ‘Dan zal het u goed gaan en zult u lang
leven op aarde.’ Vaders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en
vermaan hen bij het opvoeden zoals de Heer dat wil."
donderdagmorgen
Deuteronomium
6:20-25, NBV
"Wanneer uw kinderen u later vragen: ‘Wat betekenen al die bepalingen en
wetten en regels die de HEER, onze God, u heeft voorgehouden?’ geef dan dit
antwoord: ‘Wij waren in Egypte slaven van de farao, maar met sterke hand
heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd. Wij zagen met eigen ogen hoe hij
tekenen en indrukwekkende wonderen deed, die groot onheil brachten over de
Egyptenaren, de farao en zijn hof. Maar ons leidde hij weg uit Egypte, om ons
hierheen te brengen en ons het land te geven dat hij onze voorouders onder
ede had beloofd. Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te
komen en ontzag voor hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou hij ons
leven sparen, zoals hij tot nu toe heeft gedaan. Als wij voor het oog van de
HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals hij ons heeft opgedragen,
zal het ons ten goede worden aangerekend.’"
aantekeningen
middag
Psalmen 71:58, NBV
"U bent mijn enige hoop, HEER, mijn God, van jongs af vertrouw ik op u. Al
vanaf mijn geboorte steun ik op u, al in de moederschoot was u het die mij
droeg, u wil ik altijd loven. Voor velen ben ik een teken, u bent mijn veilige
schuilplaats. Heel de dag is mijn mond vervuld van uw lof en uw luister."
vrijdagmorgen
1 Samuël 2:2226, NBV
"Inmiddels was Eli op hoge leeftijd gekomen. Van tijd tot tijd bereikten hem
geruchten over wat zijn zonen de Israëlieten allemaal aandeden, en dat ze zelfs
sliepen met de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de ontmoetingstent.
Dan verweet hij hun: ‘Waarom misdragen jullie je zo? Van alle kanten hoor ik
slechte dingen over jullie. Het is niet veel fraais wat het volk van de HEER over
jullie te vertellen heeft. Zo gaat het niet langer! Wanneer mensen elkaar kwaad
doen, kan God als scheidsrechter optreden, maar wanneer mensen zondigen
tegen de HEER, wie zal dan voor hen pleiten?’ Maar de zonen weigerden naar
hun vader te luisteren; de HEER had namelijk besloten hen te doden. Intussen
groeide Samuël verder op. Hij was zeer geliefd, zowel bij de HEER als bij de
mensen."
75
aantekeningen
middag
Leviticus 19:14, NBV
"De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees
heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben heilig. Toon ontzag voor je moeder en
je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. Laat
je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie
God."
76
week 11
maandagmorgen
Deuteronomium
18:15-18, NBV
Thema: Profeten en biddag
"Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, profeten zoals ik. Naar hen moet
u luisteren. U hebt de HEER daar immers zelf om gevraagd, toen u bij de Horeb
bijeen was? U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de HEER, onze God, en de
aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen; dat overleven we niet.’ De
HEER heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. Ik zal in hun
midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij
zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag."
aantekeningen
middag
Deuteronomium
7:9, NBV
"Besef dus goed: alleen de HEER, uw God, is God en hij houdt woord; hij komt
zijn beloften na en is trouw aan ieder die hem liefheeft en die doet wat hij
gebiedt, tot in het duizendste geslacht."
dinsdagmorgen
Jesaja 6: 5-9,
NBV
Jesaja krijgt de Heer te zien. Hij schrikt. Hij voelt zich klein en zondig.
"Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met
onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu
heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien.’"
Zijn mond wordt aangeraakt met gloeiende kool:
"‘Nu zijn je lippen gereinigd. Je schuld is geweken, je zonden zijn tenietgedaan.’
Daarop hoorde ik de stem van de Heer zeggen: ‘Wie zal ik sturen? Wie kan
namens ons gaan?’ Ik antwoordde: ‘Hier ben ik, stuur mij.’ Toen zei hij: ‘Ga en
profeteer het volgende tegen dit volk."
aantekeningen
middag
Jesaja 2:2-5,
NBV
Vervolgens krijgt Jesaja een moeilijke opdracht. De mensen zullen bewust niet
naar hem luisteren en voor verreweg het grootste deel wordt dat hun
ondergang.
"Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal
staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen
daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar
de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten,
ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’ Vanaf de Sion klinkt
zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER. Hij zal rechtspreken tussen
de volken, over machtige naties een oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden
omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog
het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat
oorlog is. Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de
HEER."
77
woensdagmorgen
Deuteronomium
28:1-6, NBV
"Mozes sprak: ‘Als u de HEER, uw God, gehoorzaam bent en al zijn geboden,
zoals ik ze u vandaag heb voorgehouden, zorgvuldig naleeft, zal hij u hoog
boven alle andere volken op aarde verheffen. En omdat u hem gehoorzaamt,
zullen u deze zegeningen toevallen: Gezegend zult u zijn in de stad en gezegend
op het land. Gezegend is de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw land en de
vrucht van uw vee: de dracht van uw runderen, schapen en geiten. Gezegend is
de oogst die u binnenhaalt en het deeg dat u kneedt. Gezegend zult u zijn in uw
komen en uw gaan."
Deuteronomium
28:12, NBV
"De HEER zal de rijk gevulde schatkamer van de hemel openen om uw akkers
op de juiste tijd regen te geven. Hij zal uw arbeid op het land zo zegenen dat u
aan veel volken leningen kunt verschaffen, zonder ooit zelf te hoeven lenen." (
aantekeningen
middag
Genesis 8:2022, NBV
Na de zondvloed: "Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij
brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. De geur van de offers
behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken
vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu
eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan.
Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te
oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt
daar een einde aan."
donderdagmorgen
Jeremia 38:213, NBV
Jeremia, profeet van de HEER, sprak de mensen toe, in een tijd dat Jeruzalem
zwaar belegerd werd door de Chaldeeën (Babyloniërs).
"‘Dit zegt de HEER: Wie in deze stad blijven, zullen sterven door het zwaard, de
honger en de pest, maar wie zich overgeven aan de Chaldeeën zullen het er
levend afbrengen. Dit zegt de HEER: Deze stad wordt in handen gegeven van
de koning van Babylonië en zijn leger; hij zal haar innemen.’ De raadsheren
zeiden tegen de koning: ‘Die man moet ter dood gebracht worden. ()’ Koning
Sedekia antwoordde: ‘Doe met hem wat je wilt; ik kan jullie niet tegenhouden.’
Ze brachten Jeremia naar de waterkelder van prins Malkia, in het kwartier van
de paleiswacht, en lieten hem aan touwen zakken. In de put stond geen water
meer; er was alleen modder, waarin Jeremia wegzakte."
Ebed-Melech, een hoveling krijgt toestemming om hem uit de put te halen en
redt Jeremia vervolgens van de hongerdood.
aantekeningen
78
middag
Jesaja 55:1-5,
NBV
"Hierheen! Hier is water, voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen
geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom, koop voedsel zonder geld, koop wijn en
melk zonder betaling. Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon
besteden aan wat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar mij, en je zult
ruimschoots te eten hebben en genieten van een overvloedig maal. Leen mij je
oor en kom bij mij, luister, en je zult leven. Ik sluit met jullie een eeuwigdurend
verbond, als bevestiging van mijn liefde voor David. Hem heb ik aangesteld als
vorst en heerser over de naties, als getuige voor de volken. Ook jij zult een volk
ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet kende zal zich
haasten om bij je te zijn, omwille van de HEER, je God, de Heilige van Israël,
die je deze luister heeft verleend."
vrijdagmorgen
Ezechiël 4:1-9,
NBV
Het is bijna ballingschap. Ezechiël profeteert, niet met woorden, maar met
betekenisvolle daden. Eerst moet hij een belegerde stad tekenen.
"Daarna moet je op je linkerzij gaan liggen en die de schuld van het volk van
Israël laten dragen (). 390 dagen lang geef ik je die last te dragen, één dag
voor elk jaar dat het volk van Israël schuldig is geweest. () Ga vervolgens op je
rechterzij liggen om de schuld van het volk van Juda te dragen, 40 dagen lang:
één dag voor elk jaar geef ik je die last te dragen. Je moet je blik op het
belegerde Jeruzalem gericht houden, met ontblote arm, en tegen de stad
profeteren. Ik zal je met touwen vastbinden zodat je je niet van de ene op de
andere zij kunt draaien, net zolang tot alle dagen dat je de stad belegert voorbij
zijn. Je moet tarwe, gerst, bonen, linzen, gierst en spelt bij elkaar in een pot
doen en er brood van bakken; dat is wat je de 390 dagen dat je op je zij ligt te
eten zult krijgen.’"
aantekeningen
middag
Jesaja 55:6-7,
NBV
"Zoek de HEER nu hij zich laat vinden, roep hem terwijl hij nabij is. Laat de
goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen
herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen;
laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven."
79
week 12
Thema: In het begin - Schepping
maandagmorgen
Genesis 1:1-3,
NBV
"In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en
doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het
water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht."
Genesis 1:31,
NBV
"God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het
werd avond en het werd morgen. De zesde dag."
aantekeningen
middag
Nehemia 9:6,
NBV
"U alleen bent de HEER, u hebt de hemel gemaakt, de hoogste hemel en alle
hemellichamen, de aarde en de zeeën met alles wat daar leeft. U geeft aan alles
het leven, voor u buigen de hemelse machten."
dinsdagmorgen
Hebreeën 11:13, NBV
"Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons
van de waarheid van wat we niet zien. Om hun geloof werden de mensen uit
vroeger tijden geprezen. Door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld
door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het
niet-zichtbare."
aantekeningen
middag
Psalmen
102:26-29, NBV
"Vóór alle tijden hebt u de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van uw
handen. Zij zullen vergaan, maar u houdt stand, zij zullen als kleren verslijten, u
verwisselt ze als een gewaad en zij verdwijnen, maar u blijft dezelfde, uw jaren
nemen geen einde. De kinderen van uw dienaren zullen veilig wonen, ook op
hun nageslacht rust uw oog."
woensdagmorgen
Romeinen 1:1921, NBV
"Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan
hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de
schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en
goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te
verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer
en dank gebracht die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos
en hun onverstandig hart is verduisterd."
aantekeningen
80
middag
Psalmen 118:89, NBV
"Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. Beter te schuilen
bij de HEER dan te vertrouwen op mannen met macht."
donderdagmorgen
Openbaring
4:11, NBV
"‘U komen alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles
geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’"
aantekeningen
middag
Psalmen 33:69, NBV
"Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt, door de adem van zijn
mond het leger der sterren. Hij verzamelt het zeewater en sluit het in, hij bergt
de oceanen in schatkamers weg. Laat heel de aarde vrezen voor de HEER, en
wie de wereld bewonen hem duchten, want hij sprak en het was er, hij gebood
en daar stond het."
vrijdagmorgen
Psalmen 146:16, NBV
"Halleluja! Loof de HEER, mijn ziel. De HEER wil ik loven, zolang ik leef, mijn
God bezingen zolang ik besta. Vertrouw niet op mensen met macht, op een
sterveling bij wie geen redding is. Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde,
op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder. Gelukkig wie de God van Jakob
tot hulp heeft, wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God, die hemel en aarde
heeft gemaakt, de zee en alles wat daar leeft, hij die trouw is tot in eeuwigheid"
aantekeningen
middag
Jesaja 43:1,
NBV
"Welnu, dit zegt de HEER, die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël: Wees
niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van
mij!"
81
week 13
maandagmorgen
Marcus 2:3 -12,
NBV
Thema: Vergeving
"Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen
werd. Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, () lieten ze de
verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. Bij het zien van hun geloof zei
Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ Er zaten ook
een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: Hoe
durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers
zonden vergeven! Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei hij:
‘Waarom denkt u zoiets? Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen:
“Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? Ik zal u
laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’
Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’
Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden
versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze."
aantekeningen
middag
Psalmen 86:5,
NBV
"U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid, uw trouw is groot voor ieder die u
aanroept."
dinsdagmorgen
Psalmen 51:16, NBV
"Voor de koorleider. Een psalm van David, toen de profeet Natan hem had
bezocht, nadat hij met Batseba geslapen had. Wees mij genadig, God, in uw
trouw, u bent vol erbarmen, doe mijn daden teniet, was mij schoon van alle
schuld, reinig mij van mijn zonden. Ik ken mijn wandaden, ik ben mij steeds van
mijn zonden bewust, tegen u, tegen u alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan
wat slecht is in uw ogen. Laat uw uitspraak rechtvaardig zijn en uw oordeel
zuiver."
aantekeningen
middag
Jesaja 1:18,
NBV
"De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood
als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden
wit als wol."
woensdagmorgen
Psalmen 51:1214, NBV
"Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij
standvastig, verban mij niet uit uw nabijheid, neem uw heilige geest niet van
mij weg. Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke
geest."
82
aantekeningen
middag
Spreuken
28:13, NBV
"Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, wie ze toegeeft en
vermijdt, krijgt vergeving."
donderdagmorgen
Psalmen 32:15, NBV
"Van David, een kunstig lied. Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt
vergeven, van wie de zonden worden bedekt. Gelukkig als de HEER zijn schuld
niet telt, als in zijn geest geen spoor van bedrog is. Zolang ik zweeg, teerden
mijn botten weg, kreunend leed ik, de hele dag. Zwaar drukte uw hand op mij,
dag en nacht, mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte. sela Toen beleed ik u
mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe, ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn
ontrouw’ – en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. sela"
aantekeningen
middag
Kolossenzen
3:13, NBV
"Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft;
zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven."
vrijdagmorgen
Psalmen 130:14, NBV
"Een pelgrimslied. Uit de diepte roep ik tot u, HEER, Heer, hoor mijn stem, wees
aandachtig, luister naar mijn roep om genade. Als u de zonden blijft gedenken,
HEER, Heer, wie houdt dan stand? Maar bij u is vergeving, daarom eert men u
met ontzag."
aantekeningen
middag
Lucas 17:3-4,
NBV
"Let dus goed op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek
die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. En als ze zevenmaal
op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik
heb berouw,” dan moet je hun vergeven.’"
83
week 14
maandagmorgen
Psalmen 22:29, NBV
Thema: Waarom?
"Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij
niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en u antwoordt
niet, ’s nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen
troont. Op u hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en u
verloste hen, tot u geroepen en zij ontkwamen, op u vertrouwd en zij werden
niet beschaamd. Maar ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad,
bij het volk veracht. Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig
het hoofd: ‘Wend je tot de HEER! Laat hij je verlossen, laat hij je bevrijden, hij
houdt toch van je?’"
aantekeningen
middag
Psalmen 39:13,
NBV
"Hoor mijn gebed, HEER, luister naar mijn hulpgeroep, wees niet doof voor mijn
verdriet, want een vreemdeling ben ik, bij u te gast zoals ook mijn voorouders
waren."
dinsdagmorgen
Psalmen 42:26, NBV
"Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o
God. Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader
komen en Gods gelaat aanschouwen? Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij
nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ Weemoed vervult
mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het
huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend. Wat ben je
bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem
weer loven, mijn God die mij ziet en redt."
aantekeningen
middag
2 Korintiërs
1:3-5, NBV
"Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich
over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed
geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun
ellende moed kunnen geven. Zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo
delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft."
woensdagmorgen
Psalmen 44:2427, NBV
"Word wakker, Heer, waarom slaapt u? Ontwaak! Verstoot ons niet voor
eeuwig. Waarom verbergt u uw gelaat, waarom vergeet u onze ellende, onze
nood? Onze ziel ligt neergebogen in het stof, ons lichaam vastgekleefd aan de
aarde. Sta op, kom ons te hulp, verlos ons, omwille van uw trouw."
84
aantekeningen
middag
Psalmen 138:13, NBV
"Van David. Ik wil u loven met heel mijn hart, voor u zingen onder het oog van
de goden, mij buigen naar uw heilige tempel, uw naam loven om uw liefde en
trouw: grote dingen hebt u beloofd, tot eer van uw naam. Toen ik u aanriep,
hebt u geantwoord, mij bemoedigd en gesterkt."
donderdagmorgen
Psalmen 73:15, 15-20, NBV
"Een psalm van Asaf. Ja, God is goed voor Israël, voor wie zuiver zijn van hart!
Toch had ik bijna een misstap begaan, bijna waren mijn voeten uitgegleden,
want ik keek met afgunst naar de dwazen, benijdde het geluk van wie kwaad
doen. Tot hun dood blijven zij voor ziekte gespaard, hun buik is goedgevuld,
aardse kwellingen kennen zij niet, het lijden van anderen gaat aan hen voorbij."
"Maar zou ik spreken als zij, ik pleegde verraad aan Gods kinderen! Dus bleef ik
nadenken, ik wilde weten waarom – het was een vraag die mij kwelde, tot ik
Gods heiligdom binnenging en mij hun einde voor ogen bracht. Ja, u zet hen op
een glibberig pad en stort hen in een diepe afgrond. In een oogwenk is het met
hen gedaan, hun ondergang, hun einde is een verschrikking. Ze zijn als een
nachtmerrie na het ontwaken, Heer, bij het opstaan verjaagt u ze als beelden
uit een droom."
aantekeningen
middag
Psalmen 138:78, NBV
"Al is mijn weg vol gevaren, u houdt mij in leven, u verdedigt mij tegen de
woede van mijn vijanden, uw rechterhand brengt mij redding. De HEER zal mij
altijd beschermen. HEER, uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van uw handen
niet los."
vrijdagmorgen
Psalmen 115:13, NBV
"Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw.
Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ Onze God is in de hemel,
hij doet wat hem behaagt."
9-11, NBV
"Israël, vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild – huis van Aäron,
vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild – wie de HEER vrezen,
vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild."
aantekeningen
85
middag
1 Kronieken
16:23-27, NBV
"Zing voor de HEER, heel de aarde. Verkondig van dag tot dag dat hij ons redt.
Maak aan alle volken zijn majesteit bekend, aan alle naties zijn wonderdaden.
Groot is de HEER, hem komt alle lof toe, geducht is hij, meer dan alle goden. De
goden van de volken zijn minder dan niets, maar de HEER: hij heeft de hemel
gemaakt. Glans en glorie gaan voor hem uit, macht en luister vullen zijn
woning."
86
week 15
maandagmorgen
Matteüs 26:1-5,
NBV
Thema: Lijdenstijd - Mattheüs (1)
"Toen Jezus deze laatste rede had uitgesproken, zei hij tegen zijn leerlingen:
‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon
uitgeleverd om gekruisigd te worden.’ Ondertussen kwamen de hogepriesters en
de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, Kajafas. Daar
beraamden ze het plan om Jezus door middel van een list gevangen te nemen
en hem te doden. ‘Maar niet op het feest,’ zeiden ze, ‘want dan komt het volk in
opstand.’"
aantekeningen
middag
Psalmen 2:1-6,
NBV
"Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets.
De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen
tegen de HEER en zijn gezalfde: ‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun
boeien bevrijden.’ Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. Dan
spreekt hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: ‘Ikzelf heb mijn
koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg.’"
dinsdagmorgen
Matteüs 26:816, NBV
“De leerlingen ergerden zich toen ze dit zagen en zeiden: ‘Wat een verspilling!
Die olie had immers duur verkocht kunnen worden, dan hadden we het geld aan
de armen kunnen geven.’ Jezus hoorde het en zei: ‘Waarom vallen jullie deze
vrouw lastig? Zij heeft iets goeds voor mij gedaan. (..) Door die olie over mij uit
te gieten, heeft ze mijn lichaam voorbereid op het graf. Ik verzeker jullie: waar
ook ter wereld het goede nieuws verkondigd zal worden, zal ter herinnering aan
haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ Daarop ging een van de twaalf, die
met de naam Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als
ik hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. Vanaf dat
moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren."
aantekeningen
middag
Psalmen 41:1013, NBV
"Zelfs mijn beste vriend, op wie ik vertrouwde, die at van mijn brood, heeft zich
tegen mij gekeerd. Toon mij, HEER, uw genade en laat mij opstaan, dan zal ik
hun geven wat ze verdienen. Hieraan zal ik weten dat u mij liefhebt: als mijn
vijand niet langer juicht, als u mij bijstaat, omdat ik onschuldig ben, en mij
voorgoed laat wonen in uw nabijheid."
87
woensdagmorgen
Matteüs 26:1725, NBV
" Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de
leerlingen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt u dat wij voorbereidingen
treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’ (..)Toen de avond was gevallen, lag
hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei hij tegen hen:
‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal mij uitleveren.’ Dit bedroefde hen zeer, en
de een na de ander vroegen ze hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ Hij antwoordde: ‘Hij
die samen met mij zijn brood in de kom doopte, die zal mij uitleveren. De
Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens
door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij
nooit geboren was.’ Toen zei Judas, die hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch
niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’"
aantekeningen
middag
Exodus 12:1114, NBV
"Zo moeten jullie het eten: met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de
hand, in grote haast. Dit is een maaltijd ter ere van de HEER, het pesachmaal.
Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen
doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden
van hun voetstuk stoten, want ik ben de HEER. Maar jullie zal ik voorbijgaan:
aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen, en door dat merkteken zal de
dodelijke plaag waarmee ik Egypte straf, jullie niet treffen. Die dag moet
voortaan een gedenkdag zijn, die je moet vieren als een feest ter ere van de
HEER. Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht, alle komende generaties
moeten die dag vieren."
donderdagmorgen
Matteüs 26:3644, NBV
Jezus is met zijn leerlingen in Getsemane)
"Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en” en twee
andere leerlingen mee. Hij zei tegen hen: “‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf
hier met mij waken.’” Iets verderop knielde hij en bad: “‘Vader, als het mogelijk
is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik
het wil, maar zoals u het wilt.’ Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze
lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Konden jullie niet eens één uur met mij
waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; (...).’ Voor de
tweede maal liep hij van hen weg en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat
deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren
zoals u het wilt.’ Toen hij terugkwam, zag hij dat ze weer sliepen (...). Hij liet
hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal.’"
aantekeningen
88
middag
Psalmen 69:23, NBV
"Red mij, God, het water staat aan mijn lippen, ik zink weg in bodemloos slijk
en vind geen grond voor mijn voeten, ik ben in diep water geraakt, de stroom
sleurt mij mee."
Psalmen 69:14,
NBV
"En nu, HEER, richt ik mijn gebed tot u, laat dit een uur zijn van mededogen.
Groot is uw ontferming, God, antwoord mij, toon uw trouw en red mij."
vrijdagmorgen
Matteüs 26:5966, NBV
(De hogepriesters probeerden Jezus op grond van een valse aanklacht te
veroordelen. Dat lukt niet. Jezus zwijgt.) “ De hogepriester zei: ‘Ik bezweer u bij
de levende God, zeg ons of u de messias bent, de Zoon van God.’ Jezus
antwoordde: ‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de
Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien
komen op de wolken van de hemel.’ Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren
en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen
nodig? Nu hebt u met eigen oren gehoord hoe hij God lastert. Wat denkt u?’ Ze
antwoordden: ‘Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’"
aantekeningen
middag
Daniël 7:13-14,
NBV
"In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand
kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem
geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en
naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een
eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit
te gronde gaan."
89
week 16
maandagmorgen
Matteüs 27:1523, NBV
Thema: Lijdenstijd – Mattheüs (2)
"Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te
laten, en die door het volk te laten kiezen. Er zat toen een beruchte gevangene
vast, die Jezus Barabbas genoemd werd. En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar
waren samengestroomd: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die
de messias wordt genoemd?’ Hij wist namelijk dat ze hem uit afgunst hadden
uitgeleverd. (...) Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk
over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden. Weer nam de
prefect het woord en hij vroeg opnieuw: ‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’
‘Barabbas!’ riepen ze. Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die
de messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met hem!’ Hij
vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder:
‘Aan het kruis met hem!’"
aantekeningen
middag
Jesaja 53:1,
NBV
Jesaja 53:3,
NBV
"Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER
geopenbaard?"
dinsdagmorgen
Matteüs 27:2431, NBV
(Pilatus zei:) “‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar
op te lossen.’ En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed óns dan maar
worden aangerekend, en onze kinderen!’ Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar
Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had
laten geselen. De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium
en verzamelden de hele cohort om hem heen. Ze kleedden hem uit en deden
hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en
zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en
vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de
Joden,’ en ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem
tegen het hoofd. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel
uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen."
"Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg,
veracht, door ons verguisd en geminacht."
aantekeningen
middag
Jesaja 53:5-6,
NBV
"Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons
welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. Wij dwaalden
rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen
liet de HEER op hem neerkomen."
90
woensdagmorgen
Matteüs 27:3744, NBV
"Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de
koning van de Joden’. Daarna werden er naast hem twee misdadigers
gekruisigd, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken
hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Jij was toch de man die de
tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God
bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’ Ook de hogepriesters, de
schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen:
‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning
van Israël, laat hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven.
Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij
hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van
God.”’ Precies zo beschimpten hem de misdadigers die samen met hem
gekruisigd waren."
aantekeningen
middag
Psalmen 22:79, NBV
"Ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht.
Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd: ‘Wend je tot
de HEER! Laat hij je verlossen, laat hij je bevrijden, hij houdt toch van je?’"
donderdagmorgen
Matteüs 27:4554, NBV
"Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield.
Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep
luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom
hebt u mij verlaten?’ Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen:
‘Hij roept om Elia!’ Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een
spons pakte en in zure wijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde
hem te laten drinken. De anderen zeiden: ‘Niet doen, laten we eens kijken of
Elia hem komt redden.’ Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de
geest. (...) Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de
aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige
angst overvallen en zeiden: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’"
aantekeningen
middag
Psalmen 22:26, NBV
"Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij
niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en u antwoordt
niet, ’s nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen
troont. Op u hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en u
verloste hen, tot u geroepen en zij ontkwamen, op u vertrouwd en zij werden
91
niet beschaamd."
vrijdagmorgen
Matteüs 27:5766, NBV
's avonds vroeg Josef van Arimatea Pilatus om het lichaam van Jezus. Hij “legde
het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Toen rolde
hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. (…) De volgende
dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën
samen naar Pilatus. Ze zeiden tegen hem: ‘Heer, het schoot ons te binnen dat
die bedrieger, toen hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal ik uit de
dood opstaan.” Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te
bewaken, anders komen zijn leerlingen hem heimelijk weghalen en zullen ze
tegen het volk zeggen: “Hij is opgestaan uit de dood,” en die laatste leugen zal
nog erger zijn dan de eerste.’ Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking krijgen. Ga
nu en regel het zo goed als u kunt.’ Ze gingen erheen en beveiligden het graf
door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten."
aantekeningen
middag
Jesaja 53:9,
NBV
"Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch
had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken."
92
week 17
dinsdagmorgen
Johannes 20:19, NBV
Thema: Opstanding
"Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria
uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was
weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van
wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we
weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling
gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling
rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich
voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even
later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen
doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere
doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere
leerling, () het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift
nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan."
aantekeningen
middag
1 Korintiërs
6:14, NBV
"God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal hij ook ons opwekken."
woensdagmorgen
Johannes
20:11-18, NBV
"Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en
daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten (). ‘Waarom huil je?’ vroegen ze
haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem
hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar
ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’
Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel
me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei
tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent
‘meester’.) ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de
Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar
mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria uit
Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’"
aantekeningen
middag
2 Korintiërs
4:13-15, NBV
"Er staat geschreven: ‘Ik bleef vertrouwen, daardoor kon ik spreken.’ In
datzelfde vertrouwen spreken ook wij, omdat we geloven en weten dat hij die
de Heer Jezus heeft opgewekt ook ons, net als Jezus, zal opwekken en ons
samen met u naar zich toe zal voeren. Dit alles gebeurt omwille van u, zodat
Gods goedheid, die zich door steeds meer mensen verbreidt, ook tot steeds
meer dankzegging leidt, tot eer van God."
93
donderdagmorgen
Johannes
20:19-23, NBV
"Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze
hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam
in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde hij
hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen.
Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden,
zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang
de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven;
vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’"
aantekeningen
middag
1 Petrus 1:21,
NBV
"Door hem (Jezus) gelooft u in God, die hem uit de dood heeft opgewekt en
hem laat delen in zijn luister, zodat uw geloof tevens hoop is op God."
vrijdagmorgen
Johannes
20:24-29, NBV
"Een van de twaalf, Tomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus
kwam. Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’
zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn
vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’
Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij.
Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens
jullie vrede!’ zei hij, en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en
kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig,
maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem:
‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch
geloven.’"
aantekeningen
middag
Romeinen 8:3134, NBV
"Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan
tegen ons zijn? Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem
omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wie
zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen
veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan
de rechterhand van God zit, pleit voor ons."
94
week 19
maandagmorgen
Romeinen 13:17, NBV
Thema: Maatschappijleer - overheid
"Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat
niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Wie zich tegen
dit gezag verzet, verzet zich dus tegen een instelling van God, en wie dat doet
roept over zichzelf zijn veroordeling af. Wie doet wat goed is heeft van de
gezagsdragers niets te vrezen, alleen wie doet wat slecht is. U moet haar gezag
dus erkennen, en niet alleen uit angst voor Gods toorn, maar ook omwille van
uw geweten. Daarom betaalt u ook belasting en staat wie belasting int in dienst
van God. Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting
verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie
ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt."
aantekeningen
middag
Psalmen 99:15, NBV
"De HEER is koning – volken, beef! Hij troont op de cherubs – aarde, sidder!
Groot is de HEER op de Sion, verheven is hij boven alle volken. Uw naam
moeten zij loven, zo groot en geducht. Heilig is hij. Machtige koning, die het
recht bemint: u stelde rechtvaardige wetten vast. Recht en gerechtigheid in
Jakob: ze zijn uw werk. Breng hulde aan de HEER, onze God, en buig u neer
aan zijn voeten. Heilig is hij."
dinsdagmorgen
Openbaring
13:11-18, NBV
"Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee horens,
net als een lam, en het sprak als een draak. Voor de ogen van het eerste beest
oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop
leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te
aanbidden. Het verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van
de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. Het wist de mensen
die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het
eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het
beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. Het kreeg de macht om dat
beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en
ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden.
Verder liet het bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een
merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. Alleen mensen met
dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam –
konden iets kopen of verkopen. Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die
inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee
aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig."
aantekeningen
95
middag
Matteüs 10:1720, NBV
"Pas op voor de mensen, want ze zullen je voor het gerecht brengen en je
geselen in hun synagogen. Jullie zullen omwille van mij worden voorgeleid aan
gouverneurs en koningen, en een getuigenis moeten afleggen ten overstaan
van hen en de heidenen. Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af
hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je
op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het immers niet zelf die dan
spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt."
woensdagmorgen
1 Timoteüs 2:15, NBV
"Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden,
voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle
koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in
alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God,
onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren
kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en
mensen, de mens Christus Jezus,"
aantekeningen
middag
Jesaja 12:2,
NBV
"God, hij is mijn redder. Ik heb een vast vertrouwen, ik wankel niet, want de
HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer, hij heeft mij redding gebracht.’"
donderdagmorgen
Daniël 3:8-18,
NBV
"Enkele Chaldeeën namen de gelegenheid te baat en traden naar voren om de
Judeeërs te beschuldigen. Ze zeiden tegen koning Nebukadnessar: ‘Majesteit,
leef in eeuwigheid! U hebt bevolen dat iedereen die de muziek van hoorn,
panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op zijn knieën
moet neervallen en het gouden beeld moet aanbidden, en dat ieder die weigert
in een brandende oven moet worden gegooid. Er zijn enkele Judese mannen
aan wie u het bestuur over de provincie Babel hebt opgedragen, Sadrach,
Mesach en Abednego. Deze mannen storen zich niet aan uw bevel, majesteit.
Ze vereren uw goden niet en buigen niet voor het gouden beeld dat u hebt
opgericht.’ Nebukadnessar barstte in woede uit en beval Sadrach, Mesach en
Abednego bij hem te brengen. Toen de mannen voor de koning waren geleid,
voer Nebukadnessar uit: ‘Is het waar, Sadrach, Mesach en Abednego, dat jullie
mijn goden niet vereren en niet willen neerknielen voor het gouden beeld dat ik
heb opgericht? Luister goed, als jullie je bereid tonen om, zodra je de muziek
van hoorn, panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op
je knieën te vallen en in aanbidding te buigen voor het beeld dat ik gemaakt
heb ... Maar weigeren jullie te buigen, dan worden jullie onmiddellijk in een
brandende oven gegooid. En welke god zal jullie dan uit mijn handen kunnen
redden?’ Sadrach, Mesach en Abednego zeiden hierop tegen de koning: ‘Wij
vinden het niet nodig, Nebukadnessar, uw vraag te beantwoorden, want als de
God die wij vereren ons uit een brandende oven en uit uw handen kan redden,
zal hij ons redden. Maar ook al redt hij ons niet, majesteit, weet dan dat wij uw
goden niet zullen vereren, noch zullen buigen voor het gouden beeld dat u hebt
opgericht.’"
aantekeningen
96
middag
Deuteronomium
5:7-10, NBV
"Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele
afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de
aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer
ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de
schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en
het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik
gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht."
vrijdagmorgen
Matteüs 22:1522, NBV
"Nu trokken de Farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze hem met
een uitspraak in de val konden lokken. Ze stuurden enkele van hun leerlingen
samen met een aantal Herodianen naar hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij
weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg
van God. We weten dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen, u kijkt
immers niemand naar de ogen. Zeg ons daarom wat u vindt: is het toegestaan
de keizer belasting te betalen of niet?’ Maar Jezus had hun boze opzet door en
zei: ‘Waarom stelt u me op de proef, huichelaars? Laat me de belastingmunt
zien.’ Ze reikten hem een denarie aan. Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een
afbeelding en van wie is het opschrift?’ Ze antwoordden: ‘Van de keizer.’ Daarop
zei hij tegen hen: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God
wat God toebehoort.’ Ze waren zeer verbaasd toen ze dit hoorden. Ze lieten
hem staan en gingen weg."
aantekeningen
middag
Spreuken
16:21, NBV
"Wie wijs is van hart, wordt verstandig genoemd, wie op milde toon spreekt,
heeft meer overtuigingskracht."
97
week 20
maandagmorgen
Genesis 1:2628, NBV
Thema: Beeld van God
"God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij
moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de
hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’
God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem,
mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen
hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je
gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over
alle dieren die op de aarde rondkruipen.’"
aantekeningen
middag
Kolossenzen
2:6-9, NBV
"Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt. Blijf in
hem geworteld en gegrondvest, houd vast aan het geloof dat u geleerd is en
wees vervuld van dankbaarheid. Wees op uw hoede en laat u niet meeslepen
door holle en misleidende theorieën die op menselijke tradities zijn gebaseerd
en zich richten op de machten van de wereld en niet op Christus. Want in hem
is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig,"
dinsdagmorgen
Genesis 9:1-7,
NBV
"Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en
word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van
de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee
zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft
en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de
planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit,
mag je niet eten. En ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed,
waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; ik eis daarvoor genoegdoening
van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik
genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen
vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt. Wees
vruchtbaar en word talrijk, bevolk de hele aarde.’"
aantekeningen
middag
Kolossenzen
3:5-11, NBV
"Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage
begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft
Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg
gevolgd en zo geleefd, maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede en
drift, vloeken en schelden. Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn
leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds
vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. Dan is
er geen sprake meer van Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen,
98
barbaren, Skythen, slaven of vrijen, maar dan is Christus alles in allen."
woensdagmorgen
Kolossenzen
1:15-17, NBV
"Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping: in
hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het
onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en
voor hem geschapen. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem."
aantekeningen
middag
1 Petrus 4:11,
NBV
"Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u
anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft. Want zo doet u alles tot
eer van God, dankzij Jezus Christus, aan wie alle eer en macht toekomt, voor
eeuwig. Amen."
donderdagmorgen
Jakobus 3:9-12,
NBV
"Met onze tong zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen
mee die God heeft geschapen als zijn evenbeeld. Uit dezelfde mond klinkt zegen
en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? Laat een bron
soms uit eenzelfde ader zoet en bitter water opwellen? Of kan een vijgenboom
olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Net zomin geeft een zilte bron
zoet water."
aantekeningen
middag
Micha 6:8, NBV
"Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets
anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van
je God."
vrijdagmorgen
1 Johannes
4:11-14, NBV
"Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij
elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar
liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid
geworden. Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten we doordat hij ons heeft
laten delen in zijn Geest. En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen:
dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld."
99
aantekeningen
middag
1 Johannes
4:15-16, NBV
"Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in
God. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop.
God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem."
100
week 21
maandagmorgen
Handelingen
2:41-42, NBV
Thema: Kerk
"Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde
het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan
het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken
het brood en wijdden zich aan het gebed. De vele tekenen en wonderen die de
apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag."
aantekeningen
middag
1 Johannes
3:16-18, NBV
"Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven
heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters.
Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te
bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet
lijden? Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar
waarachtig, met daden."
dinsdagmorgen
Handelingen
2:43-47, NBV
"Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles
gemeenschappelijk. Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de
opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en
eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten
hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en
stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit
met mensen die gered wilden worden."
aantekeningen
middag
-
woensdagmorgen
Matteüs 16:1318, NBV
"Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen:
‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen
zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de
andere profeten.’ Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de
messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei
Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door
mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En
ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten
van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen."
101
aantekeningen
middag
Jesaja 28:16,
NBV
"Maar dit zegt God, de HEER: Ik leg in Sion een fundament met een uitgelezen
grondsteen, een kostbare hoeksteen (= Jezus). Wie zijn vertrouwen daarop
grondvest, hoeft geen andere toevlucht te zoeken."
donderdagmorgen
Matteüs 18:1517, NBV
"Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder
vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente
behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de
zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze
naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook
naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden of een
tollenaar behandelt."
aantekeningen
middag
Psalmen 122:69, NBV
"Vraag om vrede voor Jeruzalem: ‘Dat rust hebben wie van je houden, dat
vrede heerst binnen je muren en rust in je vesting.’ Om mijn verwanten en
vrienden zeg ik: ‘Vrede zij in jou.’ Om het huis van de HEER, onze God, wens ik
je al het goede."
vrijdagmorgen
Matteüs 18:1820, NBV
"Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel
bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden
zijn. Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde
eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het
voor hen laten gebeuren. Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen
zijn, ben ik in hun midden.’"
aantekeningen
102
middag
Psalmen 133,
NBV
"Een pelgrimslied van David. Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te
wonen! Goed als olie op het hoofd die neervalt op de baard, de baard van
Aäron, en neervalt op de hals van zijn gewaad, als de dauw van de Hermon die
neervalt op de bergen van Sion. Daar geeft de HEER zijn zegen: leven voor
altijd."
103
week 22
maandagmorgen
Psalmen 47,
NBV
Thema: Hemelvaart
"Voor de koorleider. Van de Korachieten, een psalm. Klap in de handen, o
volken, juich God toe met jubelzang: geducht is de HEER, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde. Volken dwong hij voor ons op de knieën,
naties legde hij aan onze voeten. Hij koos voor ons een eigen land, de trots van
Jakob, het volk dat hij liefheeft. sela Onder gejuich steeg God omhoog, de HEER
steeg op bij hoorngeschal. Zing voor God, zing een lied, zing voor onze koning,
zing hem een lied: God is koning van heel de aarde. Zing een feestelijk lied. God
heerst als koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon. De vorsten
van de volken zijn bijeen in het gevolg van Abrahams God. Zijn schildwachten
zijn ze op aarde. Hoog is hij verheven."
aantekeningen
middag
Psalmen 145:13, NBV
"Een loflied van David. U, mijn God en koning, wil ik roemen, uw naam prijzen
tot in eeuwigheid. Elke dag opnieuw wil ik u prijzen, uw naam loven tot in
eeuwigheid: ‘Groot is de heer, hem komt alle lof toe, zijn grootheid is niet te
doorgronden.’"
dinsdagmorgen
Lucas 24:46-53,
NBV
"Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven,
maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, en dat in zijn naam alle
volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden
worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in
Jeruzalem. Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt
ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’ Hij nam
hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief hij zijn handen op en zegende
hen. Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de
hemel. Ze brachten hem hulde en keerden in grote vreugde terug naar
Jeruzalem, waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden."
aantekeningen
middag
Psalmen 24:710, NBV
"Hef, o poorten, uw hoofden omhoog, verhef u, aloude ingangen: de koning vol
majesteit wil binnengaan. Wie is die koning vol majesteit? De HEER, machtig en
heldhaftig, de heer, heldhaftig in de strijd. Hef, o poorten, uw hoofden omhoog,
verhef ze, aloude ingangen: de koning vol majesteit wil binnengaan. Wie is hij,
die koning vol majesteit? De HEER van de hemelse machten, hij is de koning vol
majesteit."
104
woensdagmorgen
Openbaring
5:9-14, NBV
"En ze zetten een nieuw lied in: ‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en
zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor
God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. U hebt
voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij
zullen als koningen heersen op aarde.’ Daarna hoorde ik het geluid van een
groot aantal engelen rondom de troon, de wezens en de oudsten; het waren er
oneindig veel, tienduizend maal tienduizenden, duizend maal duizenden. Met
luide stem riepen ze: ‘Het lam dat geslacht is, komt alle macht, rijkdom en
wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank.’ Elk schepsel in de hemel, op
aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan
hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de
macht toe, tot in eeuwigheid.’ De vier wezens antwoordden: ‘Amen,’ en de
oudsten wierpen zich in aanbidding neer."
aantekeningen
middag
Hebreeën 12:2,
NBV
"Laten we de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons
geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich
niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats
aan de rechterzijde van de troon van God."
105
week 23
maandagmorgen
Matteüs 25:3134, NBV
Thema: Wederkomst
"Wanneer de Mensenzoon (=Jezus) komt, omstraald door luister en in
gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan
zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van
elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de
schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning
tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend,
kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de
wereld voor jullie bestemd is.”"
aantekeningen
middag
Johannes 5:2729, NBV
"En omdat hij (Jezus) de Mensenzoon is, heeft hij hem ook gezag gegeven om
het oordeel te vellen. Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment
waarop alle doden zijn stem zullen horen en uit hun graf zullen komen: wie het
goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op
om veroordeeld te worden."
dinsdagmorgen
Johannes 5:2729, NBV
"“Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat
al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want ik had
honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik
was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden
mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar
mij toe.” Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer
hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken
gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u
naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de
gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun
antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de
onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij
gedaan.”"
aantekeningen
middag
Spreuken
19:17, NBV
"Wie barmhartig is voor een arme leent aan de HEER, die zal hem zijn weldaad
vergoeden."
106
woensdagmorgen
Matteüs 25:4146, NBV
"Wanneer de Mensenzoon komt, () zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde
toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur
dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. Want ik had honger en jullie
gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. Ik was
een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij
niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” Dan
zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of
dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet
voor u gezorgd?” En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie
voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor
mij niet gedaan.” Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de
rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’"
aantekeningen
middag
Spreuken
28:27, NBV
"Wie aan de armen geeft, lijdt nooit gebrek, wie zijn ogen sluit, wordt door veel
vervloekingen getroffen."
donderdagmorgen
Matteüs 25:513, NBV
Tien meisjes wachten op komst van de bruidegom (=Jezus). Vijf meisjes
hebben zich voorbereid, vijf dwaze niet.
"Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en
dommelden ze in. Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de
bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” Dat wekte de meisjes en ze brachten hun
olielampen in orde. De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van
jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” De wijze meisjes antwoordden: “Nee,
straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen, () koop zelf olie.” Terwijl zij
op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met
hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Enige
tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons
binnen!” Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” Wees dus
waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt."
aantekeningen
middag
Psalmen 98:4-6,
NBV
"Juich de HEER toe, heel de aarde, juich en jubel, zing het uit. Zing voor de
HEER bij de lier, laat bij de lier uw lied weerklinken. Blaas op de ramshoorn en
de trompetten, juich als de HEER, uw koning, verschijnt."
107
vrijdagmorgen
Matteüs 24:3639, NBV
"Niemand weet wanneer die dag (van de terugkeer van de Heer Jezus) en dat
moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de
Vader weet het. Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer
de Mensenzoon komt. Want zoals men in de dagen voor de vloed alleen maar
bezig was met eten en drinken, met trouwen en uithuwelijken, tot aan de dag
waarop Noach de ark binnenging, en zoals men niet wist dat de vloed zou
komen, totdat die kwam en iedereen wegnam, zo zal het ook zijn wanneer de
Mensenzoon komt."
aantekeningen
middag
1
Tessalonicenzen
5:1-4, NBV
"Broeders en zusters, ik hoef u niet te schrijven over het moment waarop dit zal
gebeuren (de komst van Jezus), want u weet zelf maar al te goed dat de dag
van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede
en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een
zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. Maar u,
broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u
zou kunnen overvallen als een dief,"
108
week 24
dinsdagmorgen
Handelingen
2:1-4, 12-13,
NBV
Thema: Pinksteren
"Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling
klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis
waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort
vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen
neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide
toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven."
"Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft
dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken
zijn.’"
aantekeningen
middag
Ezechiël 11:1920, NBV
"Dan zal ik hen eensgezind maken en hun een nieuwe geest geven; ik zal hun
versteende hart uit hun lichaam halen en hun er een levend hart voor in de
plaats geven. Dan zullen ze mijn wetten gehoorzamen en mijn regels in acht
nemen. Zij zullen mijn volk zijn en ik zal hun God zijn."
woensdagmorgen
Deuteronomium
16:9-12, NBV
"Zeven weken moet u aftellen: zeven weken nadat de eerste sikkel in het koren
is gezet moet u voor de HEER, uw God, het Wekenfeest vieren, zo uitbundig als
uw vrijwillige gaven het toelaten, naar de mate waarin de HEER, uw God, u
zegent. Ten overstaan van hem moet u dan feestvieren, samen met uw zonen
en dochters, uw slaven, uw slavinnen, de Levieten die bij u in de stad wonen,
en de vreemdelingen, de weduwen en de wezen. Doe dat op de plaats die de
HEER, uw God, zal kiezen om er zijn naam te laten wonen. Bedenk dat u zelf in
Egypte slaaf bent geweest; houd u daarom zorgvuldig aan deze voorschriften."
aantekeningen
middag
Efeziërs 5:18,
NBV
"Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen"
donderdagmorgen
Handelingen
8:14-17, NBV
"Toen de apostelen in Jeruzalem hoorden dat de inwoners van Samaria het
woord van God hadden aanvaard, stuurden ze Petrus en Johannes naar hen
toe. Nadat ze waren aangekomen, baden ze dat ook de Samaritanen de heilige
Geest mochten ontvangen, want deze was nog op niemand van hen
neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Na het
gebed legden Petrus en Johannes hun de handen op, en zo ontvingen ze de
heilige Geest."
109
aantekeningen
middag
Efeziërs 6:18,
NBV
"Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf
waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen."
vrijdagmorgen
Handelingen
10:44-48, NBV
"Terwijl Petrus nog aan het woord was, daalde de heilige Geest neer op
iedereen die naar zijn toespraak luisterde. De Joodse gelovigen die met Petrus
waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van
de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God
prijzen. Toen merkte Petrus op: ‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met
water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen?’ En hij
gaf opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Daarna vroegen ze
hem of hij nog enkele dagen wilde blijven."
aantekeningen
middag
Kolossenzen
3:16, NBV
"Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan
elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en
liederen die de Geest u vol genade ingeeft."
110
week 25
maandagmorgen
Johannes 3:1-6,
NBV
Thema: Wedergeboorte en bekering
"Zo was er een Farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus.
Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar
bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de
wondertekenen doen die u verricht.’ Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen
wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ ‘Hoe kan iemand
geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de
tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ Jezus
antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God
binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een
mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk."
aantekeningen
middag
1 Johannes 3:12, NBV
"Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij
worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet
kent, komt doordat de wereld hem niet kent. Geliefde broeders en zusters, wij
zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar
we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want
dan zien we hem zoals hij is."
dinsdagmorgen
Johannes 1:613, NBV
"Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam
als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven.
Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het
ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in
de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet.
Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet
ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het
voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke
wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit
God."
aantekeningen
middag
1 Petrus 1:3,
NBV
" Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote
barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding
van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop."
111
woensdagmorgen
Handelingen
16:11-15, NBV
"We gingen in Troas aan boord van een schip en zetten rechtstreeks koers naar
Samotrake; de dag daarop voeren we verder naar Neapolis. Van daar reisden
we naar Filippi, een belangrijke stad in dat deel van Macedonië. In deze stad,
die volgens Romeins recht wordt bestuurd, bleven we enkele dagen. Op sabbat
gingen we de stadspoort uit in de richting van de rivier, want we vermoedden
dat daar een gebedsplaats was. We gingen zitten en spraken de vrouwen toe
die daar bijeen waren gekomen. Een van onze toehoorsters was een vrouw uit
Tyatira die in purperstoffen handelde; ze heette Lydia en vereerde God. De Heer
opende haar hart voor de woorden van Paulus. Nadat zij en haar huisgenoten
waren gedoopt, nodigde ze ons uit met de woorden: ‘Als u ervan overtuigd bent
dat ik in de Heer geloof, neem dan bij mij uw intrek.’ Ze drong er bij ons sterk
op aan."
aantekeningen
middag
1 Johannes 4:7,
NBV
"Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt
uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God."
donderdagmorgen
1 Petrus 1:2225, NBV
"Nu u gehoorzaam bent aan de waarheid, is uw hart gelouterd en kunt u
oprecht van uw broeders en zusters houden; heb elkaar dan ook
onvoorwaardelijk lief, met een zuiver hart, als mensen die opnieuw zijn
geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende
en altijd blijvende woord. ‘De mens is als gras en zijn schoonheid als een bloem
in het veld: het gras verdort en de bloem valt af, maar het woord van de Heer
blijft eeuwig bestaan.’ Dit woord is het evangelie dat u verkondigd is."
aantekeningen
middag
1 Petrus 2:1-3,
NBV
vrijdagmorgen
Ezechiël 36:2527, NBV
"Ontdoe u dus van alles wat slecht is, van alle bedrog en huichelarij, alle
afgunst en kwaadsprekerij, en verlang als pasgeboren zuigelingen naar de
zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. U
hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is?"
"Ik zal zuiver water over jullie uitgieten om jullie te reinigen van alles wat onrein
is, van al jullie afgoden. Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven,
ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de
plaats geven. Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn
wetten leven en mijn regels in acht nemen."
112
aantekeningen
middag
Marcus 10:1316, NBV
" De mensen probeerden kinderen bij hem te brengen om ze door hem te laten
aanraken, maar de leerlingen berispten hen. Toen Jezus dat zag, wond hij zich
erover op en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet
tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker
jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker
niet binnengaan.’ Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun
de handen op te leggen."
113
week 26
maandagmorgen
Romeinen 8:3839, NBV
Thema: Sterk in geloof
"Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch
krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de
schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons
gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer."
aantekeningen
middag
Psalmen 27:910, NBV
"U bent mij altijd tot hulp geweest, verstoot mij niet, verlaat mij niet, God, mijn
behoud. Al verlaten mij vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan."
dinsdagmorgen
Romeinen 12:912, NBV
"Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede
toegedaan. Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht
de ander hoger dan uzelf. Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u
aanvuren door de Geest en dien de Heer. Wees verheugd door de hoop die u
hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid
onophoudelijk."
aantekeningen
middag
Jesaja 26:3-4,
NBV
"De standvastige is veilig bij u, vrede is er voor wie op u vertrouwt. Vertrouw
altijd op de HEER, alleen op hem, want de HEER is een rots sinds
mensenheugenis."
woensdagmorgen
Jozua 1:1-5,
NBV
"Na de dood van Mozes, de dienaar van de HEER, zei de HEER tegen Jozua, de
zoon van Nun en de rechterhand van Mozes: ‘Nu mijn dienaar Mozes is
gestorven, moet jij je gereedmaken om met heel dit volk de Jordaan over te
trekken. Ga naar het land dat ik het volk van Israël zal geven. Elk stuk grond
dat jullie zullen betreden geef ik jullie, zoals ik Mozes heb beloofd. Jullie gebied
zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier,
de Eufraat, met het land van de Hethieten, tot aan de Grote Zee in het westen.
Zolang je leeft zal niemand tegen je kunnen standhouden. Zoals ik Mozes heb
bijgestaan, zo zal ik ook jou bijstaan. Ik zal niet van je zijde wijken en je niet
verlaten. Wees vastberaden en standvastig, want jij moet dit volk leiden
wanneer ze het land veroveren dat ik hun zal geven, zoals ik hun voorouders
gezworen heb.’"
114
aantekeningen
middag
Jesaja 41:8-10,
NBV
"Maar jou, Israël, mijn dienaar, Jakob, die ik uitgekozen heb, nakomeling van
Abraham, mijn vriend, jou die ik heb weggehaald van de einden der aarde, die
ik van haar verste uithoeken terugriep – jou zeg ik: Jij bent mijn dienaar, jou
heb ik gekozen, ik heb je niet afgewezen. Wees niet bang, want ik ben bij je,
vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met
mijn onoverwinnelijke rechterhand."
donderdagmorgen
Jozua 1:5-9,
NBV
"‘Ik zal niet van je zijde wijken en je niet verlaten. Wees vastberaden en
standvastig, want jij moet dit volk leiden wanneer ze het land veroveren dat ik
hun zal geven, zoals ik hun voorouders gezworen heb. En houd je vóór alles
vastberaden en standvastig aan de wet waarin mijn dienaar Mozes je heeft
onderwezen. Houd je daar altijd aan en wijk er op geen enkele manier van af,
opdat je in alles wat je doet zult slagen. Leg dat wetboek geen moment ter zijde
en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin
geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. Ik
gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden
of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij.’"
aantekeningen
middag
1 Petrus 5:1011, NBV
"Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle genade, heeft u
geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister. God zal u
sterk en krachtig maken, zodat u staande zult blijven en niet meer zult
wankelen. Hem komt de macht toe, voor eeuwig. Amen."
vrijdagmorgen
1 Korintiërs
15:58, NBV
Nadat Paulus heeft benadrukt dat Jezus echt is opgestaan en werkelijk de dood
heeft overwonnen, zegt hij:
"Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en
zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer
uw inspanningen nooit tevergeefs zijn."
aantekeningen
115
middag
Psalmen 18:3237, NBV
"Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? De God
die mij met kracht omgordt, leidt mij op een volmaakte weg, hij geeft mij
voeten snel als hinden, doet mij op toppen van bergen staan, oefent mijn
handen voor de strijd – mijn armen spannen de bronzen boog. U was het schild
dat mij redde, uw rechterhand ondersteunde mij, uw woord maakte mij sterk, u
baande de weg voor mijn voeten, ik wankelde niet."
116
week 27
maandagmorgen
Deuteronomium
5:12-15, NBV
Thema: Vreemdeling
"Neem de sabbat in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een
heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de
zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet
werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en
slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor
vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten
evengoed rusten als u. Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER,
uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft hij u
opgedragen de sabbat te houden."
aantekeningen
middag
Psalmen 68:57, NBV
"Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor hem die door de
vlakten rijdt, HEER is zijn naam, jubel als hij verschijnt: vader van wezen,
beschermer van weduwen, God in zijn heilig verblijf. God geeft eenzamen een
thuis en gevangenen vrijheid en voorspoed. Maar opstandigen zullen wonen op
dorre grond."
dinsdagmorgen
Efeziërs 2:1719, NBV
"Vrede kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die
dichtbij waren: dankzij hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de
Vader. Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net
als de heiligen, en huisgenoten van God,"
aantekeningen
middag
Deuteronomium
10:17-19, NBV
"Want de HEER, uw God, is de hoogste God en Heer. Hij is de grote, de
machtige, de ontzagwekkende God. Hij handelt zonder aanzien des persoons en
is onomkoopbaar; hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen
in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. Ook u moet
vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest
in Egypte."
woensdagmorgen
Leviticus 19:3334, NBV
"Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken.
Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen
lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de
HEER, jullie God."
117
aantekeningen
middag
Psalmen 146:9,
NBV
"De HEER beschermt de vreemdelingen, wezen en weduwen steunt hij, maar
wie kwaad doen, richt hij te gronde."
donderdagmorgen
Genesis 19:411, NBV
Lot krijgt bezoek van de engelen die bij Abraham waren geweest.
"Maar nog voordat Lot en zijn gasten konden gaan slapen, liepen alle mannen
van Sodom bij Lots huis te hoop, jong en oud, niemand uitgezonderd. ‘Waar zijn
die mannen die bij je overnachten?’ riepen ze Lot toe. ‘Breng ze naar buiten, we
willen ze nemen!’ Lot ging naar buiten en deed de deur achter zich dicht. ‘Maar
vrienden, zoiets kunnen jullie toch niet doen!’ zei hij.() Maar ze schreeuwden:
‘Uit de weg!’ Ook riepen ze: ‘Dat woont hier als vreemdeling en moet ons zo
nodig de wet voorschrijven. Wacht maar, jij zult er ook van lusten, en nog meer
dan zij!’ En ze drongen Lot ruw opzij en wilden de deur openbreken. Maar de
twee mannen trokken Lot het huis in en deden de deur weer dicht, en ze
sloegen alle mannen die bij de ingang van het huis waren, jong en oud, met
blindheid, zodat ze tevergeefs probeerden de ingang te vinden."
aantekeningen
middag
Leviticus 25:35,
NBV
"Wanneer een van jullie tot armoede vervalt en zich niet kan handhaven, moet
je hem bijstand verlenen, zoals je ook een vreemdeling zou helpen die bij je te
gast is; je mag hem niet laten verkommeren."
vrijdagmorgen
Psalmen
119:17-24, NBV
"Wees goed voor uw dienaar – dan zal ik leven en mij houden aan uw woord.
Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien hoe wonderlijk mooi uw wet is.
Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij. Mijn ziel
kwijnt weg van verlangen naar uw voorschriften, dag en nacht. U zult de
hoogmoedigen straffen, de vervloekten die afdwalen van uw geboden. Neem
spot en verachting van mij weg, want ik heb uw richtlijnen gevolgd. Al spannen
machtigen tegen mij samen, uw dienaar blijft uw wetten overdenken. Uw
richtlijnen verheugen mij, ze geven mij goede raad. "
aantekeningen
118
middag
Lucas 6:27-29,
NBV
"Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie
jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.
Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en
weiger iemand die je je bovenkleed afneemt niet ook je onderkleed."
119