Grip Dagopening 2013 – 2014 1 Inhoudsopgave: inhoudsopgave verantwoording en gebruik jaaroverzicht thema’s per week blz. blz. blz. blz. 2 3 4 5 – blz. 117 2 Verantwoording en gebruik Beste gebruiker van de (digitale) dagopeningen van GRIP, In opdracht van de besturen van de G4-scholen heeft ons platform digitale dagopeningen ontwikkeld. Ze zijn te bereiken via http://www.grip-dagopening.nl. Nog niet elk van onze scholen is echter al even ver met de digitale voorzieningen in het lokaal. Soms staat er geen computer op het bureau. Ook voor docenten die sport geven, zijn er vaak geen goede mogelijkheden om juist het digitale aspect te benutten. In overleg is besloten om een basale “papieren” versie beschikbaar te stellen, om de hierboven beschreven beperkingen te tackelen. Wij zijn van mening, dat een dagopening (zo mogelijk) enige voorbereiding met zich meebrengt. Dat kan natuurlijk thuis digitaal plaatsvinden. Vervolgens kan deze papieren versie in het lokaal, op het veld of in de sportzaal gebruikt worden. Er is duidelijk zichtbaar gemaakt om welk thema het gaat, welke dag het is en welke tekst gelezen moet worden. Vervolgens kan de uitgeschreven tekst voorgelezen worden; natuurlijk kun je ook, indien aanwezig, de bijbel gebruiken die op het bureau ligt. Tenslotte is er ruimte gecreëerd om wat aantekeningen te maken bij de ochtend of de middag. Naast eigen aantekeningen, kun je natuurlijk ook gebruik maken van de exegese of gesprekspunten uit de digitale versie. We hopen dat je begrijpt, dat ons ontwikkelingsdenken gericht is op het digitale aspect van onze dagopeningen en de mogelijkheden die dat met zich meebrengt. Een papieren versie is daar eigenlijk strijdig mee. Het is dan ook alleen voor die collega’s bedoeld, die in de lessituatie geen digitale voorzieningen hebben. Je moet deze versie dan ook niet zien als een volwaardige vervanging, maar een (hopelijk) tijdelijke oplossing die uitsluitend voor intern gebruik is bedoeld. Welke versie je ook gebruikt, we hopen dat je samen met je leerlingen de werkdag met God kunt beginnen. Een gezegend schooljaar. Namens GRIP, Jan Bollemaat Dick Bos Grip 2013, De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan: De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007. 3 Jaaroverzicht datum(1) datum(2) weeknr. opmerking 19-08-2013 26-08-2013 02-09-2013 09-09-2013 16-09-2013 23-09-2013 30-09-2013 07-10-2013 14-10-2013 21-10-2013 28-10-2013 04-11-2013 11-11-2013 18-11-2013 25-11-2013 02-12-2013 09-12-2013 16-12-2013 23-12-2013 30-12-2013 06-01-2014 13-01-2014 20-01-2014 27-01-2014 03-02-2014 10-02-2014 17-02-2014 24-02-2014 03-03-2014 10-03-2014 17-03-2014 24-03-2014 31-03-2014 07-04-2014 14-04-2014 21-04-2014 28-04-2014 05-05-2014 12-05-2014 19-05-2014 26-05-2014 02-06-2014 09-06-2014 16-06-2014 23-06-2014 30-06-2014 07-07-2014 14-07-2014 23-08-2013 30-08-2013 06-09-2013 13-09-2013 20-09-2013 27-09-2013 04-10-2013 11-10-2013 18-10-2013 25-10-2013 01-11-2013 08-11-2013 15-11-2013 22-11-2013 29-11-2013 06-12-2013 13-12-2013 20-12-2013 27-12-2013 03-01-2014 10-01-2014 17-01-2014 24-01-2014 31-01-2014 07-02-2014 14-02-2014 21-02-2014 28-02-2014 07-03-2014 14-03-2014 21-03-2014 28-03-2014 04-04-2014 11-04-2014 18-04-2014 25-04-2014 02-05-2014 09-05-2014 16-05-2014 23-05-2014 30-05-2014 06-06-2014 13-06-2014 20-06-2014 27-06-2014 04-07-2014 11-07-2014 18-07-2014 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 zomervak. zomervak. thema Kijk eens om je heen De leerschool van het leven De Wet – Algemeen Jakob Maaltijd Spreuken van Wijsheid God leren kennen Economie herfstvak. Duivel herfstvak. Duivel Elisa dankdag Muziek en dankdag Jozef De Bijbel Jona Bidden en verhoring Kaïn en Abel Advent en Kerst kerstvak. xxxx kerstvak. xxxx Bergrede 1 Aardrijkskunde Gelijkenissen Vriendschap IK BEN Liefde voorjaarsvak. Idols voorjaarsvak. Idols Vader en Moeder biddag Profeten en biddag In het begin – Schepping Vergeving Waarom? Lijdenstijd – Matteüs 1 Goede Vrijdag Lijdenstijd – Matteüs 2 paasmaandag Opstanding meivak. xxxx maatschappijleer/overheid Beeld van God Kerk Hemelvaartsdag Hemelvaart Wederkomst pinkstermaandag Pinksteren Wedergeboorte en bekering Sterk in geloof Vreemdeling (34) Kijk eens om je heen (35) De leerschool van het leven blz. 5 8 11 14 17 20 22 25 28 31 34 37 40 42 45 48 51 54 57 60 63 65 68 71 74 77 80 82 84 87 90 93 95 98 101 104 106 109 111 114 117 5 8 4 week 34 maandagmorgen Jesaja 44:6-8, NBV Thema: Kijk eens om je heen "Dit zegt de HEER, Israëls koning en bevrijder, de HEER van de hemelse machten: Ik ben de eerste en de laatste, er is geen god buiten mij. Wie is zoals ik? Laat hij het woord nemen. Laat hij vertellen en aan mij ontvouwen wat er te gebeuren stond vanaf de dag dat ik de mensheid schiep, en laat hij onthullen wat er gebeuren gaat. Vrees niet, laat de angst je niet verlammen: heb ik het je niet vanaf het begin laten horen, heb ik het je niet aldoor verteld? Jullie zijn mijn getuigen: is er een god buiten mij, of een andere rots? Ik ken er geen." aantekeningen middag Deuteronomium 32:39, NBV "Zie het toch in: ik ben de enige, naast mij is er geen andere god. Ik laat sterven, ik geef leven, ik sla wonden en ik genees. Wanneer ik mijn macht laat gelden is er niemand die redding bieden kan." dinsdagmorgen Prediker 3:9-15, NBV "Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. Alles wat God doet, zo heb ik vastgesteld, doet hij voor altijd. Daar is niets aan toe te voegen, daar is niets van af te doen. God doet het zo opdat wij ontzag voor hem hebben. Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug." aantekeningen middag Spreuken 19:2021, NBV "Luister naar raad, laat je onderwijzen, uiteindelijk maakt het je wijs. Een mens maakt allerlei plannen, wat wordt uitgevoerd, is het plan van de HEER." 5 woensdagmorgen Job 38:31-35, NBV "Kun jij de Plejaden aan banden leggen of de ketenen van Orion losmaken? Kun jij de dierenriem op tijd laten schijnen en de Grote Beer met haar jongen de weg wijzen? Ken jij de wetten van de hemel, kun jij jouw orde aan de aarde opleggen? Kan jouw stem de wolken bevelen om je met hun regenvloed te bedekken? Kun jij de bliksems uitsturen, zullen ze jou zeggen: “Wij staan klaar”?" aantekeningen middag Psalmen 113:1-6, NBV "Halleluja! Loof, dienaars van de HEER, loof de naam van de HEER. De naam van de HEER zij geprezen van nu tot in eeuwigheid. Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de HEER. Verheven boven alle volken is de HEER, verheven boven de hemel zijn luister. Wie is gelijk aan de HEER, onze God, die hoog daar boven zijn woning heeft, die zijn oog richt naar beneden, wie in de hemel en op de aarde?" Donderdagmorgen Psalmen 8, NBV " Een psalm van David. HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde. U die aan de hemel uw luister toont – met de stemmen van kinderen en zuigelingen bouwt u een macht op tegen uw vijanden om hun wraak en verzet te breken. Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door u daar bevestigd, wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet? U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie, hem toevertrouwd het werk van uw handen en alles aan zijn voeten gelegd: schapen, geiten, al het vee, en ook de dieren van het veld, de vogels aan de hemel, de vissen in de zee en alles wat trekt over de wegen der zeeën. HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde." aantekeningen middag 1 Korintiërs 8:4-7, NBV "Wij weten dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er maar één God is. Ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde – en zo zijn er immers heel wat goden en heren –, wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven. Maar niet iedereen bezit deze kennis." 6 vrijdagmorgen Genesis 9:8-17, NBV "Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle dieren op aarde. Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. Wanneer ik wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft. Als ik de boog in de wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen God en al wat op aarde leeft. Dit,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb.’" aantekeningen middag Psalmen 108:5-7, NBV "Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw. Verhef u boven de hemelen, God, laat uw glorie heel de aarde vervullen. Bevrijd uw geliefde volk, help het met uw machtige hand, verhoor mij." 7 week 35 maandagmorgen Spreuken 4:1-9, NBV Thema: De leerschool van het leven "Zonen, luister naar de lessen van je vader, wees vol aandacht en kom tot begrip. Wat ik je leer is waardevol, sla dus mijn onderricht niet in de wind. Ik was mijn vaders beminde zoon, mijn moeders lieveling. Mijn vader leerde mij: ‘Laat je hart mijn woorden bewaren, handel naar mijn richtlijnen, dan gaat het je goed. Streef naar wijsheid, zoek naar kennis, wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. Verlaat de wijsheid niet, dan beschermt ze je, heb haar lief, dan behoedt ze je. Het begin van wijsheid is dat je wijsheid zoekt, aan alles wat je hebt verworven, inzicht toevoegt. Acht de wijsheid hoog, dan geeft ze je aanzien, ze strekt je tot eer wanneer je haar omhelst. Ze legt een sierlijke krans om je hoofd, schenkt je een luisterrijke kroon.’" aantekeningen middag Spreuken 8:4-7, NBV "‘Mensen, tot jullie roep ik, ik richt mij tot iedereen. Onnozele mensen, word toch eens verstandig, dwazen, denk eens na! Luister, ik vertel je waardevolle dingen, mijn woorden zijn oprecht. Mijn mond verkondigt slechts de waarheid, mijn lippen haten onbetrouwbaarheid." dinsdagmorgen Spreuken 4:10-19, NBV "Mijn zoon, luister, neem mijn woorden aan, ze vermeerderen de jaren van je leven. Ik heb je de weg van de wijsheid gewezen, op rechte paden heb ik je gevoerd. Je zult onbelemmerd voortgaan, nergens zul je struikelen, al ga je nog zo snel. Laat mijn onderricht niet los, houd het vast, vergeet het nooit, het is je leven. Ga niet het pad van goddelozen, bewandel niet de weg van wie boosaardig zijn. Mijd hun weg, betreed hem niet, ga eraan voorbij, loop door. Ze gaan niet slapen voor ze kwaad hebben gedaan; wanneer ze anderen niet ten val brengen, worden ze van hun rust beroofd. Ze doen zich te goed aan het brood van goddeloosheid, zwelgen in de wijn van het geweld. De weg van de rechtvaardigen is stralend als de zon, die opkomt, hoger klimt, totdat de dag zijn licht verspreidt. De weg van goddelozen is alleen maar duisternis, ze struikelen, en weten niet waarover." middag Spreuken 8:8-11, NBV "Op mijn uitspraken kun je vertrouwen, niets is vals en krom. Wie inzicht heeft vindt ze duidelijk, ze zijn eenvoudig voor wie kennis heeft verworven. Stel mijn lessen boven zilver, mijn kennis boven zuiver goud. Wijsheid is kostbaarder dan edelstenen, alles wat je ooit zou kunnen wensen valt bij wijsheid in het niet.’" 8 woensdagmorgen Deuteronomium 8:1-3, NBV "Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt." aantekeningen middag Markus 13:28-29, NBV "Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het einde nabij is." donderdagmorgen Psalmen 78:1-7, NBV "Een kunstig lied van Asaf. Luister, mijn volk, naar wat ik leer, hoor de woorden uit mijn mond. Ik open mijn mond voor een wijze les, spreek uit wat sinds lang verborgen is. Wij hebben het gehoord, wij weten het, onze ouders hebben het ons verteld. Wij willen het onze kinderen niet onthouden, wij zullen aan het komend geslacht vertellen van de roemrijke, krachtige daden van de HEER, van de wonderen die hij heeft gedaan. Hij stelde een richtlijn vast voor Jakob en kondigde in Israël een wet af. Onze voorouders gaf hij de opdracht die aan hun kinderen te leren. Zo zou het volgende geslacht ervan weten, en zij die nog geboren moesten worden, zouden het weer aan hun kinderen vertellen. Dan zouden zij op God vertrouwen, Gods grote daden niet vergeten en zich richten naar zijn geboden." aantekeningen middag Psalmen 71:1722, NBV "God, u onderwees mij van jongs af aan, en steeds nog vertel ik uw wonderen. Nu ik oud en grijs ben, verlaat mij niet, o God, zodat ik het nageslacht, elk nieuw kind, kan verhalen van de macht van uw arm. Uw gerechtigheid rijst hoog op, o God, u hebt grootse daden verricht. God, wie is aan u gelijk? U hebt mij doen zien veel ellende en nood – laat mij nu herleven, laat mij herrijzen uit de diepten van de aarde. Verhoog mij in aanzien, omgeef mij met uw troost. Dan zal ik u loven bij het spel op de harp, u en uw trouw, mijn God. Ik zal voor u zingen bij de lier, Heilige van Israël." 9 vrijdagmorgen Psalmen 78:1218, NBV "In het land Egypte, in de vlakte van Soan zagen hun voorouders hoe hij een wonder verrichtte: hij spleet de zee en voerde hen erdoor, als een dam hield hij het water tegen. Hij leidde hen met een wolk overdag, in de nacht met een lichtend vuur. Hij spleet de rotsen in de woestijn en leste hun dorst met een watervloed, uit de steen ontsprongen beken, het water stroomde als rivieren. Maar zij bleven tegen hem zondigen, de Allerhoogste tergen in de woestenij. Met opzet daagden zij God uit en riepen om eten zoveel als ze wilden." aantekeningen middag Jakobus 1:5, NBV "Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven." 10 week 36 maandagmorgen Psalmen 1, NBV Thema: De wet "Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood." aantekeningen middag Psalmen 19:8, NBV "De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige." dinsdagmorgen Marcus 12:2832, NBV "Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij alleen is God en er is geen andere God dan hij," aantekeningen middag 1 Johannes 5:3, NBV "Want God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden. Zijn geboden zijn geen zware last," woensdagmorgen Psalmen 119:916, NBV "Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. Met heel mijn hart heb ik u gezocht, laat mij niet afdwalen van uw geboden. Uw belofte heb ik in mijn hart geborgen, zo zal ik niet tegen u zondigen. Geprezen bent u, HEER, onderwijs mij in uw wetten. Mijn lippen hebben uitgesproken wat uw mond ons voorschreef. Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer vreugde dan rijkdom en overvloed. Uw regels wil ik overdenken, het oog op uw paden gericht. Ik verheug mij in uw wetten, uw woord zal ik niet vergeten. " 11 aantekeningen middag Psalmen 19:9, NBV "De bevelen van de HEER zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van de HEER is helder: licht voor de ogen." donderdagmorgen Romeinen 13:810, NBV "Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld. Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ De liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde." aantekeningen middag Johannes 13:34-35, NBV Jezus zegt: "Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’" vrijdagmorgen Matteüs 19:1622, NBV "Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: ‘Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’ ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’ antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf.’ De jongeman zei: ‘Daar houd ik me aan. Wat kan ik nog meer doen?’ Jezus antwoordde hem: ‘Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.’ Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen." aantekeningen 12 middag Psalmen 19:1415, NBV "Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed niet over mij heersen, dan zal ik volmaakt zijn en bevrijd van grote zonde. Laten de woorden van mijn mond u behagen, de overpeinzingen van mijn hart u bekoren, HEER, mijn rots, mijn verlosser." 13 week 37 maandagmorgen Genesis 25:2026, NBV Thema: Jakob "Isaak was veertig jaar toen hij trouwde met Rebekka, die een dochter was van de Arameeër Betuel uit Paddan-Aram en een zuster van Laban. Omdat Rebekka onvruchtbaar bleek, bad Isaak vurig voor haar tot de HEER. De HEER verhoorde zijn gebed: Rebekka, zijn vrouw, werd zwanger. De kinderen in haar lichaam botsten hard tegen elkaar. Als het zo moet gaan, dacht ze, waarom leef ik dan nog? En ze ging bij de HEER te rade. De HEER zei tegen haar: ‘Twee volken zijn er in je schoot, volken die uiteengaan nog voor je hebt gebaard. Het ene zal machtiger zijn dan het andere, de oudste zal de jongste dienen.’ Toen de dag van de bevalling was gekomen, bracht zij inderdaad een tweeling ter wereld. Het kind dat het eerst te voorschijn kwam was rossig en helemaal behaard, alsof het een haren mantel aanhad; ze noemden het Esau. Toen daarna zijn broer te voorschijn kwam, hield die Esau bij de hiel beet; hij werd Jakob genoemd." aantekeningen middag Romeinen 9:1012, NBV "Sterker nog, Rebekka was van onze vader Isaak zwanger van een tweeling, en al voor ze geboren waren en nog niets goeds of slechts hadden gedaan, werd haar gezegd: ‘De oudste zal de jongste dienen.’ Gods besluit blijft namelijk van kracht: God kiest een mens niet uit op grond van zijn daden, maar omdat hij hem roept." dinsdagmorgen Genesis 25:2734, NBV "Toen de jongens opgegroeid waren, werd Esau een uitstekend jager, iemand die altijd buiten was, terwijl Jakob een rustig man was, die het liefst bij de tenten bleef. Isaak was zeer op Esau gesteld want hij at graag wildbraad, maar Rebekka hield meer van Jakob. Eens was Jakob aan het koken toen Esau uitgeput thuiskwam van de jacht. ‘Gauw, geef me wat van dat rode dat je daar kookt, ik ben doodmoe,’ zei Esau tegen Jakob. (Daarom wordt hij ook wel Edom genoemd.) ‘Pas als jij me je eerstgeboorterecht verkoopt,’ antwoordde Jakob. ‘Man, ik sterf van de honger,’ zei Esau, ‘wat moet ik met dat eerstgeboorterecht?’ ‘Zweer het me nu meteen,’ zei Jakob. Dat deed Esau, en zo verkocht hij zijn eerstgeboorterecht aan Jakob. Daarop gaf Jakob hem brood en linzensoep. Esau at, dronk en ging meteen weer weg; hij hechtte geen enkele waarde aan het eerstgeboorterecht." aantekeningen middag Psalmen 31:1517, NBV "Maar ik vertrouw op u, HEER, ik zeg: U bent mijn God, in uw hand liggen mijn lot en mijn leven, bevrijd mij uit de greep van mijn vijanden en vervolgers. Laat het licht van uw gelaat over mij schijnen, toon uw trouw en red uw dienaar." 14 woensdagmorgen Genesis 27:3036, NBV "Toen Isaak Jakob gezegend had en Jakob was weggegaan, kwam zijn broer Esau thuis. Hij maakte een smakelijk gerecht klaar, bracht het zijn vader en zei tegen hem: ‘Ga overeind zitten, vader, en eet van wat uw zoon heeft geschoten; dat zal u de kracht geven om mij te zegenen.’ ‘Wie ben jij?’ vroeg zijn vader Isaak hem. ‘Ik ben het, Esau, uw zoon, uw eerstgeborene.’ Toen schrok Isaak hevig en zei: ‘Maar wie was het dan die mij net een stuk wild heeft gebracht dat hij geschoten had? Ik heb hem gezegend. En die zegen zal op hem blijven rusten!’ Toen Esau dat van zijn vader hoorde, slaakte hij een wilde, wanhopige kreet en hij smeekte zijn vader: ‘Zegen mij, zegen ook mij, vader!’ Isaak antwoordde: ‘Je broer is me komen bedriegen en is er met jouw zegen vandoor gegaan.’ Toen zei Esau: ‘Niet voor niets heet hij Jakob: hij heeft me nu al twee keer beetgenomen. Eerst mijn eerstgeboorterecht en nu ook nog mijn zegen!’ Daarna vroeg hij: ‘Hebt u dan geen zegen meer over voor mij?’" aantekeningen middag Genesis 31:1721, NBV "Toen maakte Jakob zich klaar, tilde zijn kinderen en vrouwen op de kamelen, bracht zijn vee en alle bezittingen die hij had verkregen bij elkaar, alle kudden die in Paddan-Aram zijn eigendom waren geworden, en ging op weg naar zijn vader Isaak in Kanaän. Laban was van huis gegaan om zijn schapen te scheren. Rachel nam de kans waar om de godenbeeldjes van haar vader te stelen, en Jakob bedroog de Arameeër Laban door er heimelijk vandoor te gaan. Zo vluchtte hij met alles wat hij bezat. Hij stak de Eufraat over en trok verder in de richting van het bergland van Gilead." donderdagmorgen Genesis 28:1017, NBV "Jakob verliet Berseba. Hij kwam bij een plaats waar hij bleef overnachten. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhoog gaan en afdalen. Ook zag hij de HEER bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de HEER, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. (...) Ikzelf sta je ter zijde, ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en ik zal je naar dit land terugbrengen; ik zal je niet alleen laten tot ik gedaan heb wat ik je heb beloofd.’ Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is zeker,’ zei hij, ‘op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet.’ Eerbied vervulde hem. ‘Wat een ontzagwekkende plaats is dit,’ zei hij, ‘dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!’" aantekeningen middag Psalmen 27:1, NBV "Van David. De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de heer is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?" vrijdagmorgen Genesis 32:2331, NBV "Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn vrouwen en bijvrouwen, zijn elf kinderen en al zijn bezittingen. Zelf bleef hij achter, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, die daardoor ontwricht raakte. Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij. Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Jakob vroeg: ‘Zeg me 15 toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je naar mijn naam?’ Toen zegende die ander hem daar. Jakob noemde die plaats Peniël, ‘want,’ zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.’" aantekeningen middag Jesaja 41:8-10, NBV "Maar jou, Israël, mijn dienaar, Jakob, die ik uitgekozen heb, nakomeling van Abraham, mijn vriend, jou die ik heb weggehaald van de einden der aarde, die ik van haar verste uithoeken terugriep – jou zeg ik: Jij bent mijn dienaar, jou heb ik gekozen, ik heb je niet afgewezen. Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand." 16 week 38 maandagmorgen Genesis 18:1-8, NBV Thema: Maaltijd "Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Hij boog diep en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen, maak het u hier onder de boom intussen gemakkelijk. Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen?’ Zij antwoordden: ‘Wij nemen uw uitnodiging graag aan.’ Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. ‘Vlug,’ zei hij, ‘drie schepel fijn meel! Maak deeg en bak brood.’ Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een mooi kalf uit dat er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk klaarmaakte. Hij haalde boter en melk, nam het gebraden kalf en zette alles aan zijn gasten voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan onder de boom." aantekeningen middag Hebreeën 13:12, NBV "Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen." dinsdagmorgen Genesis 26:2631, NBV "Abimelech kwam vanuit Gerar naar hem toe, samen met zijn vertrouweling Achuzzat en zijn legeroverste Pichol. ‘Wat komt u hier doen?’ vroeg Isaak hun. ‘U bent mij immers vijandig gezind, u hebt mij toch weggestuurd?’ Ze antwoordden: ‘Het is voor ons duidelijk dat de HEER u ter zijde staat. Daarom leek het ons goed met u een verdrag te sluiten en dit met een plechtige eed te bekrachtigen. Laten we afspreken dat u ons geen kwaad zult doen, zoals wij van onze kant u geen haar hebben gekrenkt en u alleen maar goed hebben behandeld en u in vrede hebben laten gaan. De zegen van de heer rust immers op u.’ Toen maakte Isaak een maaltijd voor hen klaar, en samen aten en dronken ze. De volgende morgen vroeg zwoeren ze elkaar een eed. Daarna deed Isaak hun uitgeleide, en ze gingen in vrede uiteen." aantekeningen middag Prediker 8:15, NBV "Daarom prijs ik de vreugde, want er is onder de zon niets beters voor de mens dan dat hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet. De vreugde is zijn metgezel wanneer hij zwoegt op elke levensdag onder de zon die God hem heeft gegeven." 17 woensdagmorgen Matteüs 9:9-13, NBV "Toen Jezus van daar verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Hij stond op en volgde hem. Toen hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen. De farizeeën zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?’ Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’" aantekeningen middag Spreuken 23:2, NBV "Bedwing je gulzigheid, ook al houd je van een goede maaltijd." donderdagmorgen Matteüs 26:2629, NBV "Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’" aantekeningen middag Matteüs 14:1521, NBV "Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen.’ Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’ Ze antwoordden hem: ‘We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee vissen.’ Hij zei: ‘Breng ze mij.’ En nadat hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit en brak de broden; hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen. Iedereen at en werd verzadigd, en toen ze de stukken brood die over waren ophaalden, hadden ze twaalf manden vol. Er hadden ongeveer vijfduizend man gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld." 18 vrijdagmorgen Openbaring 3:19-21, NBV "Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt. Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. Wie overwint zal samen met mij op mijn troon zitten, net zoals ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit." aantekeningen middag Psalmen 128:12, NBV "Een pelgrimslied. Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die hij wijst: je zult eten wat je werk opbrengt, geluk en voorspoed vallen je toe," 19 week 39 maandagmorgen Spreuken 1:1-7, NBV Thema: Spreuken van wijsheid "Hier volgen de spreuken van Salomo, zoon van David en koning van Israël. Ze bieden wijsheid en zijn een leidraad in het leven, verdiepen het inzicht en bevatten wijze lessen over recht, rechtvaardigheid en eerlijkheid. Ze vormen het ongeoefende verstand en geven de jeugd kennis en bezonnenheid. Laat wie wijs is goed naar deze spreuken luisteren en nog wijzer worden. Laat wie verstandig is meer en meer de vaardigheid verwerven deze spreuken en diepzinnigheden te begrijpen, deze woorden en scherpzinnigheden van de wijzen te doorgronden. Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER; een dwaas veracht de wijsheid en weigert elk onderricht." aantekeningen middag Spreuken 4:7-9, NBV "Het begin van wijsheid is dat je wijsheid zoekt, aan alles wat je hebt verworven, inzicht toevoegt. Acht de wijsheid hoog, dan geeft ze je aanzien, ze strekt je tot eer wanneer je haar omhelst. Ze legt een sierlijke krans om je hoofd, schenkt je een luisterrijke kroon.’" dinsdagmorgen Spreuken 2:1-6, NBV "Mijn zoon, als je in acht neemt wat ik zeg, mijn richtlijnen altijd onthoudt, een open oor hebt voor mijn wijsheid, een geest die neigt naar inzicht, als je erom vraagt de dingen te begrijpen, roept om scherpzinnigheid, ernaar zoekt als was het zilver, ernaar speurt als naar een verborgen schat – dan zul je ontdekken wat ontzag voor de HEER is, dan zul je kennis van God verwerven. Want het is de HEER die wijsheid schenkt, zijn woorden bieden kennis en inzicht." aantekeningen middag Spreuken 10:13-14, NBV "Een verstandig mens spreekt wijze woorden, een dwaas verdient de stok. Een wijze loopt niet met zijn kennis te koop, het gebazel van een dwaas leidt tot een ramp." Spreuken 13:20, NBV "Wie met wijzen omgaat, wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, is er ellendig aan toe." woensdagmorgen Spreuken 3:5-8, NBV "Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg. Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je lichaam." 20 aantekeningen middag Spreuken 12:15-16, NBV "Een dwaas denkt dat hij de juiste weg gaat, wie wijs is, luistert naar goede raad. Een dwaas toont onmiddellijk zijn woede, wie verstandig is, zwijgt als hij beledigd wordt." donderdagmorgen Spreuken 3:1318, NBV "Gelukkig is een mens die wijsheid heeft gevonden, een mens die inzicht wint. Wijsheid levert meer op dan zilver, geeft meer profijt dan goud, is kostbaarder dan edelstenen. Alles wat je ooit zou kunnen wensen valt bij de wijsheid in het niet. Met haar ene hand schenkt ze een lang leven, eer en rijkdom geeft ze met haar andere hand. Haar wegen zijn lieflijk, haar paden vredig. Ze is een levensboom voor wie haar omhelst, wie haar omarmt mag zich gelukkig prijzen." aantekeningen middag Spreuken 12:18, NBV "De woorden van een dwaas zijn dolkstoten, wat de wijze zegt, brengt genezing." vrijdagmorgen Spreuken 8:1216, NBV "Ik, Wijsheid, ik woon bij Beraad, door overpeinzing vind ik kennis. Wie ontzag heeft voor de HEER haat het kwaad. Ik verafschuw trots en hoogmoed, leugens en het kwaad. Bij mij vind je beraad en overleg, ik heb inzicht, ik heb kracht. Door mij regeren koningen, bepalen heersers wat rechtvaardig is. Vorsten heersen dankzij mij, ik laat leiders rechtvaardig regeren." aantekeningen middag Spreuken 18:2, NBV "Een dwaas is niet geïnteresseerd in inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt." 21 week 40 maandagmorgen Johannes 1:18, NBV Thema: God leren kennen "Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen." aantekeningen middag Johannes 12:44-46, NBV "Jezus had luid en duidelijk gezegd: ‘Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij, maar in hem die mij gezonden heeft, en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft. Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is." dinsdagmorgen Exodus 33:1823, NBV "‘Laat mij toch uw majesteit zien,’ zei Mozes. Hij antwoordde: ‘Ik zal in mijn volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken, en ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn. Maar,’ zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.’ Toen sprak de HEER: ‘Er is een plaats op de rots waar je dicht bij mij kunt komen staan. Als dan mijn majesteit voor je langs gaat, zal ik je in een kloof laten schuilen en mijn hand beschermend voor je houden tot ik voorbij ben. Als ik mijn hand weghaal, zul je mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien.’" aantekeningen middag 1 Timoteüs 6:16, NBV "God alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien. Aan hem zij de eer en de eeuwige kracht. Amen." woensdagmorgen Exodus 24:1-3; 9-11, NBV "Mozes kreeg van de HEER deze opdracht: ‘Kom naar mij toe, de berg op, samen met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van Israëls oudsten, en kniel op eerbiedige afstand neer. Alleen jij, Mozes, mag in de nabijheid van de HEER komen, de anderen niet. Het volk mag jou niet volgen als je de berg op gaat.’ Mozes maakte het volk bekend met alle geboden en regels die de heer had gegeven, en het volk verklaarde eenstemmig dat het zich zou houden aan alles wat de HEER geboden had. (...) Hierna ging Mozes de berg op, samen met Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van het volk, en zij zagen de God van Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend als de hemel zelf. Deze vooraanstaande Israëlieten werden niet door God gedood: zij zagen hem, en zij aten en dronken." 22 aantekeningen middag Openbaring 4:1-6, NBV "Hierna had ik (Johannes) een visioen. Er stond een deur open in de hemel. De stem die me eerder had toegesproken met het geluid van een bazuin, zei nu: ‘Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna gebeuren moet.’ Op hetzelfde moment raakte ik in vervoering. Er stond een troon in de hemel en daarop zat iemand. Degene die daar zat had een uiterlijk als van jaspis en sarder, en rond de troon was een regenboog die eruitzag als smaragd. Om de troon heen stonden vierentwintig andere tronen, waarop vierentwintig oudsten zaten. Ze droegen witte kleren en hadden een gouden krans op hun hoofd. Van de troon gingen bliksemschichten uit en donderslagen en groot geraas. Voor de troon brandden zeven vurige fakkels; dat zijn de zeven geesten van God. Ook lag er voor de troon iets als een zee van glas, van kristal. Midden voor de troon en eromheen waren vier wezens, die van voren en van achteren een en al oog waren." donderdagmorgen Johannes 14:812, NBV "Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader." aantekeningen middag Jesaja 6:1-5, NBV "In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik (Jesaja) de Heer, gezeten op een hoogverheven troon. De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel. Boven hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen. Zij riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.’ Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de dorpels, en de tempel vulde zich met rook. Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien.’" 23 vrijdagmorgen Romeinen 11:33-36, NBV "Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft hem iets gegeven dat door hem moest worden terugbetaald?’ Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen." aantekeningen middag Judas 24-25, NBV "De enige God, die de macht heeft u voor struikelen te behoeden en u onberispelijk en juichend van vreugde voor zijn majesteit te laten verschijnen, die ons redt door Jezus Christus, onze Heer, hem behoort de luister, de majesteit, de kracht en de macht, vóór alle eeuwigheid, nu en tot in alle eeuwigheid. Amen." ( 24 week 41 maandagmorgen Matteüs 20:1-8, NBV aantekeningen middag Matteüs 20:916, NBV dinsdagmorgen Exodus 22:2426, NBV Thema: Economie "Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er op uittrok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. Toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit.”" "En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?” Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’" "Als je geld leent aan iemand van mijn volk die armoede lijdt, gedraag je dan niet als een geldschieter en vraag geen rente van hem. Als je iemands mantel als onderpand neemt, moet je die voor zonsondergang aan hem teruggeven, want hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken. Waarmee moet hij zijn lichaam anders beschermen als hij gaat slapen? Als hij mij om hulp smeekt, zal ik naar hem luisteren, want ik ben een genadige God." aantekeningen 25 middag Psalmen 15, NBV "Een psalm van David. HEER, wie mag gast zijn in uw tent, wie mag wonen op uw heilige berg? Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt. Hij doet aan lasterpraat niet mee, hij benadeelt een ander niet en drijft niet de spot met zijn naaste. Hij veracht wie geen achting waard is, maar eert wie ontzag heeft voor de HEER. Zijn eed breekt hij niet, al brengt het hem nadeel, voor een lening vraagt hij geen rente, hij verraadt geen onschuldigen voor geld. Wie zo doet, komt nooit ten val." ( woensdagmorgen Leviticus 25:17, NBV "De HEER zei tegen Mozes, op de Sinai: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven, moet het land rust krijgen, een sabbatsrust gewijd aan de HEER. Zes jaar achtereen mogen jullie je land inzaaien, je wijngaard snoeien en de oogst binnenhalen. Maar het zevende jaar moeten jullie het land laten rusten. Het is een sabbatsjaar dat aan de HEER gewijd is. Je mag dan je land niet inzaaien, je wijngaarden niet snoeien, het koren dat vanzelf opkomt niet als oogst binnenhalen en niet de druiven oogsten van je ongesnoeide wijnstokken. Het moet een jaar zijn van volstrekte rust voor het land. Wat er in dat jaar op het land groeit is voor jullie allen. Je mag er zelf van eten, maar ook je slaven en slavinnen, je loonarbeiders en de vreemdelingen die bij je te gast zijn; ook voor je veestapel en voor de in het wild levende dieren kan het als voedsel dienen." aantekeningen middag Spreuken 22:9, NBV "Een goedhartig mens wordt gezegend, hij deelt zijn voedsel met de armen." donderdagmorgen Leviticus 25:812, NBV "Na verloop van zeven sabbatsjaren, na zeven maal zeven jaar, wanneer er negenenveertig jaren verstreken zijn, moeten jullie op de tiende dag van de zevende maand de ramshoorn luid laten schallen. Op Grote Verzoendag moet in heel het land de ramshoorn schallen. Elk vijftigste jaar zal voor jullie een heilig jaar zijn, waarin kwijtschelding wordt afgekondigd voor alle inwoners van het land. Dit is het jubeljaar, waarin ieder naar zijn eigen grond en zijn eigen familie kan terugkeren. Elk vijftigste jaar zal voor jullie een jubeljaar zijn. Je mag dan niet zaaien, het koren dat vanzelf opkomt niet als oogst binnenhalen en niet de druiven oogsten van je ongesnoeide wijnstokken. Het is een jubeljaar, dat als heilig beschouwd moet worden. Jullie zullen dat jaar leven van wat er vanzelf opkomt." aantekeningen 26 middag Leviticus 25:1822, NBV "Leef mijn bepalingen na, houd je aan mijn regels en handel ernaar, dan zul je onbezorgd in je land kunnen leven. Het land zal vruchtbaar zijn en jullie zullen volop te eten hebben. Je zult er onbezorgd kunnen wonen, en mochten jullie je afvragen waarvan je het zevende jaar moet leven als je niet mag zaaien en oogsten, bedenk dan dat ik jullie het zesde jaar zal zegenen met een oogst die voor drie jaar toereikend is, zodat je in het achtste jaar weer kunt zaaien en tot in het negende jaar kunt leven van de oude oogst, totdat je dat jaar de oogst kunt binnenhalen." vrijdagmorgen Leviticus 25:1317, NBV "In het jubeljaar zal ieder naar zijn eigen grond terugkeren. Wanneer je een stuk grond aan een ander verpandt of van een ander in pand neemt, mag je elkaar niet benadelen. Het aantal jaren dat na een jubeljaar verstreken is, bepaalt de prijs die de pandnemer moet betalen; het aantal jaren dat de pandgever heeft kunnen oogsten, bepaalt de prijs die hij mag vragen. Hoe meer jaren er nog resten, des te hoger de prijs; hoe minder jaren, des te lager, want wat verhandeld wordt is het aantal oogsten. Benadeel je volksgenoten niet. Toon ontzag voor je God; ik ben de HEER, jullie God." aantekeningen middag Leviticus 19:910, NBV "Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God." 27 week 42 en 43 maandagmorgen Johannes 8:44, NBV Thema: Duivel "Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen." aantekeningen middag Psalmen 36:25, NBV "De zonde spreekt tot de goddeloze, diep in zijn hart – angst voor God kent hij niet. De zonde sust zijn geweten in slaap – geen besef van schuld, geen afkeer van het kwaad. Hij spreekt woorden van onheil en bedrog en blijft ver van wat wijs en goed is, op zijn bed bedenkt hij verderfelijke plannen, hij betreedt een verkeerde weg en het kwade verwerpt hij niet." dinsdagmorgen 1 Petrus 5:8-9, NBV "Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, onder hetzelfde leed gebukt gaan." aantekeningen middag Jakobus 4:7-8, NBV "Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. Nader tot God, dan zal hij tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars." woensdagmorgen Handelingen 5:1-11, NBV "Ananias verkocht samen met zijn vrouw Saffira een stuk grond, maar hield een deel van de opbrengst achter – zijn vrouw wist daarvan – en bracht de rest van het geld naar de apostelen. Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door Satan laten misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen door een deel van de opbrengst van het stuk grond achter te houden? Je had het immers niet hoeven te verkopen, en nu je het wel verkocht hebt, had je met de opbrengst toch kunnen doen wat je wilde? Wat heeft je bezield om je zo te gedragen? Niet de mensen heb je bedrogen, maar God zelf.’ Bij het horen van deze woorden viel Ananias neer en stierf, en iedereen wie dit ter ore kwam schrok hevig. Enkele jongemannen begroeven hem.(...) De hele gemeente en allen die hiervan hoorden, werden door grote schrik bevangen." 28 aantekeningen middag Psalmen 37:2728, NBV donderdagmorgen 1 Johannes 3:710, NBV "Mijd het kwade en doe het goede, en je zult voor eeuwig wonen in het land, want de heer heeft gerechtigheid lief, wie hem trouw zijn, verlaat hij niet. Zij blijven voor eeuwig behouden, maar het nageslacht van zondaars wordt verdelgd." "Kinderen, laat niemand u misleiden: wie rechtvaardig leeft is een rechtvaardige, zoals ook Jezus rechtvaardig is, en wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren. Hieraan is te zien wie kinderen van God en wie kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt niet uit God voort. Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster niet liefheeft." aantekeningen middag Psalmen 25:45, NBV "Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij, want u bent de God die mij redt, op u blijf ik hopen, elke dag weer." vrijdagmorgen Openbaring 20:7-10, NBV "Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, een menigte zo talrijk als zandkorrels aan de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid." aantekeningen 29 middag Judas 21, NBV "Houd vast aan Gods liefde, en zie uit naar de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus, die u het eeuwige leven zal schenken." 30 week 44 maandagmorgen 2 Koningen 2:716, NBV Thema: Elisa "Bij de Jordaan hielden ze stil. Elia deed zijn mantel af en vouwde hem dubbel. Hij sloeg ermee op het water, waarop het wegvloeide en zij droog konden oversteken. Elia vroeg aan Elisa: ‘Wat kan ik voor je doen voor ik word weggenomen?’ Elisa antwoordde: ‘Laat mij dubbel in uw geest delen.’ ‘Je vraagt iets heel moeilijks,’ zei Elia. ‘Als je ziet hoe ik word weggenomen, zal je wens vervuld worden.’ En terwijl ze liepen te praten, werden ze plotseling uit elkaar gedreven door een wagen met paarden van vuur, en Elia werd in een stormwind meegevoerd naar de hemel. Elisa zag het gebeuren. Toen hij Elia niet meer kon zien, scheurde hij zijn kleren en raapte Elia’s mantel, die was afgegleden, op, en liep terug. Bij de rivier hield hij stil, sloeg met Elia’s mantel op het water en riep: ‘Waar is de HEER, de God van Elia?’ En opnieuw vloeide het water weg, zodat Elisa kon oversteken. De profeten uit Jericho, zeiden: ‘De geest van Elia is op Elisa neergedaald.’" aantekeningen middag Marcus 11:2224, NBV "Jezus zei tegen hen: ‘Heb vertrouwen in God. Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren. Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen." dinsdagmorgen 2 Koningen 4:17, NBV "Eens riep de vrouw van een van de profeten Elisa’s hulp in: ‘Mijn man is gestorven. Nu zal mijn schuldeiser mijn twee kinderen als slaven meenemen.’ ‘Wat kan ik doen?’ vroeg Elisa. ‘Vertel me, wat hebt u in huis?’ ‘Alleen een kruikje olie, heer,’ antwoordde ze, ‘verder niets.’ Toen zei Elisa: ‘Ga bij uw buren lege kruiken en kannen lenen, zoveel als u kunt. Als u weer thuiskomt, doe dan de deur achter u dicht en giet uw olie in die kruiken en kannen over; telkens als er een vol is, neemt u een volgende.’ Thuisgekomen sloot zij de deur. Terwijl haar kinderen haar de kruiken en kannen aangaven, goot ze de olie over. Toen ze allemaal vol waren en ze haar zoon vroeg haar de volgende aan te geven, antwoordde hij: ‘Er zijn er geen meer.’ Toen hield de olie op te vloeien. De weduwe vertelde Elisa wat er gebeurd was. ‘Die olie moet u verkopen om uw schuld af te betalen,’ zei hij. ‘En van wat er overblijft, kunnen u en uw kinderen leven.’" aantekeningen 31 middag Exodus 22:2023, NBV "Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Weduwen en wezen mag je evenmin uitbuiten. Doe je dat toch en smeken zij mij om hulp, dan zal ik zeker naar hen luisteren: ik zal in woede ontsteken en ieder van jullie doden, en dan zullen jullie eigen vrouwen weduwe worden en jullie kinderen wees." woensdagmorgen 2 Koningen 4:32-36, NBV "Toen Elisa zelf bij het huis aankwam, zag hij de jongen dood op zijn eigen bed liggen. Hij ging de kamer binnen en sloot de deur achter zich. Toen bad hij tot de HEER. Daarna liep hij naar het bed toe en ging boven op het kind liggen, met zijn mond op zijn mond, zijn ogen op zijn ogen en zijn handpalmen op zijn handpalmen. Zo bleef hij over het kind uitgestrekt liggen tot het lichaam weer warm werd. Toen kwam hij overeind, liep door de kamer heen en weer, en strekte zich nogmaals over het kind uit. Uiteindelijk niesde de jongen wel zeven keer, en opende zijn ogen. ‘Roep de moeder,’ riep Elisa tegen Gechazi. Gechazi waarschuwde haar, en toen ze boven kwam zei Elisa: ‘U kunt uw zoon meenemen.’" aantekeningen middag Jesaja 57:1516, NBV "Dit zegt hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid – heilig is zijn naam: In hoogheid en heiligheid zal ik tronen met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen hart tot leven komt. Want niet eindeloos blijf ik twisten, niet eeuwig duurt mijn toorn. Al doe ik de levensadem stokken, ik ben het ook die het leven geeft." donderdagmorgen 2 Koningen 4:38-41, NBV " Elisa ging terug naar Gilgal. Er heerste in die tijd weer hongersnood in het land. Toen hij een keer met de leden van de profetengemeenschap bijeen zat, droeg hij zijn knecht op een grote kookpot op het vuur te zetten en een warm gerecht voor hen te bereiden. Een van de profeten ging buiten eetbare planten zoeken. Hij vond een wilde kruipplant, een kolokwint, en plukte daarvan zoveel vruchten als hij in zijn kleed kon meedragen. Toen hij terugkwam sneed hij de vruchten in stukjes en deed ze door het gerecht in de pot; ze wisten namelijk niet wat het was. Het gerecht werd rondgediend, en zodra ze ervan proefden schreeuwden ze uit: ‘Godsman, de dood zit in de pot!’ Ze konden geen hap door hun keel krijgen. Toen zei Elisa: ‘Breng me wat meel.’ Hij strooide wat meel in de pot en zei: ‘Schep iedereen opnieuw op. Nu kunnen ze ervan eten.’ En inderdaad, de bittere smaak was volkomen verdwenen." aantekeningen 32 middag Psalmen 147:13, NBV "Halleluja! Hoe goed is het te zingen voor onze God, hoe heerlijk hem onze lof te brengen. De bouwer van Jeruzalem, dat is de HEER, hij brengt de ballingen van Israël bijeen. Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt hun diepe wonden." vrijdagmorgen 2 Koningen 5:13, 9-10, 14 NBV "Naäman, de bevelhebber van het Aramese leger, stond bij zijn koning in hoog aanzien en werd zeer door hem gewaardeerd, want de HEER had hem voor Aram een grote overwinning laten behalen. Maar deze grote krijgsman leed aan huidvraat. Nu hadden de Arameeërs op een van hun strooptochten uit Israël een jong meisje meegevoerd, dat als slavin diende bij de vrouw van Naäman. Zij zei tegen haar meesteres: ‘Ach, kon mijn meester maar eens naar de profeet in Samaria gaan, die zou hem wel genezen.’ Naäman reed met zijn strijdwagen naar het huis van Elisa. Elisa stuurde iemand naar buiten om hem te zeggen: ‘Baad u zevenmaal in de Jordaan, dan zal uw huid weer gezond worden en zult u weer rein zijn.’ Hierop daalde Naäman af naar de Jordaan en dompelde zich daar zevenmaal onder, zoals de godsman had gezegd. Zijn huid werd weer gezond, zo gaaf als de huid van een kind, en hij was weer rein." aantekeningen middag Spreuken 18:14, NBV "Door geestkracht overwint een mens zijn ziekte, maar wie geneest een zieke geest?" 33 week 45 maandagmorgen Psalmen 92:15, NBV Thema: Muziek en dankdag "Een psalm, een lied voor de sabbat. Het is goed de HEER te loven, uw naam te bezingen, Allerhoogste, in de morgen te getuigen van uw liefde en in de nacht van uw trouw, bij de klank van de tiensnarige harp en bij het ruisend spel op de lier. U verheugt mij, HEER, met uw daden, ik juich om wat uw hand verricht." aantekeningen middag 1 Kronieken 16:7-10, NBV "Op die dag droeg David Asaf en zijn verwanten op voortaan als volgt de lof van de heer te zingen: ‘Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken, zing en speel voor hem, spreek vol lof over zijn wonderen, beroem u op zijn heilige naam. Wees blij van hart, u die de HEER zoekt." dinsdagmorgen Jeremia 31:1013, NBV "Volken, luister naar de woorden van de HEER, vertel het verder op de verste eilanden: Hij die Israël verstrooid heeft, zal het samenbrengen en het hoeden, zoals een herder zijn kudde. Want de HEER verlost het volk van Jakob, hij bevrijdt hen uit de hand die sterker was dan zij. Zij komen juichend naar de Sion, stralend van vreugde om de gaven van de HEER: koren, wijn, olijfolie, en geiten, schapen, koeien. Zij gedijen als een waterrijke hof, nooit meer zal het hun aan iets ontbreken. Meisjes dansen vrolijk in de rei, jongens en grijsaards dansen mee. Hun rouw verander ik in vreugde, ik troost hen, hun verdriet vergeten zij." aantekeningen middag Psalmen 108:14, NBV "Een lied, een psalm van David. Mijn hart is gerust, o God, ik wil zingen en spelen. Mijn ziel, ontwaak met harp en lier, ik wil het morgenrood wekken. U, HEER, zal ik loven in heel de wereld, over u zingen voor alle volken." woensdagmorgen Psalmen 67, NBV "Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm, een lied. God, wees ons genadig en zegen ons, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen, sela dan zal men op aarde uw weg leren kennen, in heel de wereld uw reddende kracht. Dat de volken u loven, God, dat alle volken u loven. Laten de naties juichen van vreugde, want u bestuurt de volken rechtvaardig en regeert over de landen op aarde. sela Dat de volken u loven, God, dat alle volken u loven. De aarde heeft een rijke oogst gegeven, God, onze God, zegent ons. Moge God ons blijven zegenen, zodat men ontzag voor hem heeft tot aan de einden der aarde." 34 aantekeningen middag Efeziërs 5:20, NBV "Dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus." donderdagmorgen Psalmen 136:19, NBV "Loof de HEER, want hij is goed – eeuwig duurt zijn trouw – loof de allerhoogste God – eeuwig duurt zijn trouw – loof de oppermachtige Heer – eeuwig duurt zijn trouw – die wonderen doet, hij alleen – eeuwig duurt zijn trouw – die de hemel maakte, met wijsheid – eeuwig duurt zijn trouw – die de aarde uitspreidde, op het water – eeuwig duurt zijn trouw – die de grote lichten maakte – eeuwig duurt zijn trouw – de zon, om te heersen over de dag – eeuwig duurt zijn trouw – maan en sterren, om te heersen over de nacht – eeuwig duurt zijn trouw –" aantekeningen middag Efeziërs 5:19, NBV "Zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer." vrijdagmorgen Psalmen 142, NBV "Een kunstig lied van David, een gebed toen hij in de spelonk was. Luid roep ik tot de HEER, luid smeek ik de HEER om hulp, bij hem stort ik mijn hart uit, bij hem klaag ik mijn nood. Ik ben ten einde raad, u kent de weg die ik moet volgen, u weet dat op mijn pad een strik verborgen ligt. Ik kijk ter zijde en zie niemand die om mij geeft, nergens een toevlucht voor mij, niemand die hecht aan mijn leven. Ik roep tot u, HEER: ‘U bent mijn schuilplaats, al wat ik heb in het land van de levenden.’ Hoor mijn noodkreet, ik ben uitgeput en moe, verlos mij van mijn vervolgers, zij zijn sterker dan ik. Leid mij uit de beklemming, dat ik uw naam mag loven in de kring van de rechtvaardigen: u hebt naar mij omgezien." aantekeningen 35 middag Psalmen 150, NBV "Halleluja! Loof God in zijn heilige woning, loof hem in zijn machtig gewelf, loof hem om zijn krachtige daden, loof hem om zijn oneindige grootheid. Loof hem met hoorngeschal, loof hem met harp en lier, loof hem met dans en tamboerijn, loof hem met snaren en fluit. Loof hem met klinkende bekkens, loof hem met slaande cimbalen. Alles wat adem heeft, loof de HEER. Halleluja!" 36 week 46 maandagmorgen Genesis 37:511, NBV Thema: Jozef "Op een keer had Jozef een droom. Toen hij die aan zijn broers vertelde, kregen ze een nog grotere hekel aan hem. ‘Moeten jullie nu eens horen wat ik heb gedroomd,’ zei hij. ‘We waren op het land schoven aan het binden, en toen kwam mijn schoof overeind en bleef rechtop staan. En jullie schoven gingen om die van mij heen staan en bogen daarvoor.’ Zijn broers zeiden: ‘Dacht je soms koning over ons te worden? Wil je over ons heersen?’ Vanwege dat gepraat over zijn dromen gingen ze hem hoe langer hoe meer haten. Opnieuw kreeg hij een droom die hij aan zijn broers vertelde. ‘Ik heb alweer een droom gehad,’ zei hij. ‘Nu bogen de zon, de maan en elf sterren zich voor mij neer.’ Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, wees zijn vader hem terecht: ‘Zeg, wat is dat voor een droom! Moeten ik, je moeder en je broers ons soms voor jou komen neerbuigen?’ De broers konden Jozef wel vermoorden, maar zijn vader bleef nadenken over wat er gebeurd was." aantekeningen middag Spreuken 23:17, NBV "Wees niet jaloers op zondaars, heb altijd ontzag voor de HEER." dinsdagmorgen Genesis 39:2023, NBV "Potifar liet Jozef oppakken en in de gevangenis zetten die bestemd was voor de gevangenen van de koning. Zo kwam Jozef in de gevangenis terecht. Maar de HEER stond hem terzijde en bewees hem zijn goedheid door ervoor te zorgen dat Jozef bij de gevangenbewaarder in de gunst kwam. Jozef kreeg de leiding over alle gevangenen en hij hield toezicht op het werk dat ze deden. De gevangenbewaarder had geen omkijken naar wat aan Jozef was toevertrouwd, omdat de HEER hem terzijde stond en alles wat Jozef ter hand nam voorspoedig liet verlopen." aantekeningen middag Psalmen 37:1-4, NBV "Erger je niet aan slechte mensen, wees niet jaloers op wie kwaad doen, zij verdorren snel als gras, zij verwelken als het jonge groen. Vertrouw op de HEER en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig. Zoek je geluk bij de HEER, hij zal geven wat je hart verlangt." 37 woensdagmorgen Genesis 41:2533, NBV "Jozef zei tegen de farao: ‘U hebt tweemaal hetzelfde gedroomd, farao, en God heeft u bekendgemaakt wat hij gaat doen. Die zeven mooie koeien zijn zeven jaren, en die zeven mooie korenaren zijn ook zeven jaren: het is een en dezelfde droom. De zeven magere, lelijke koeien die daarna te voorschijn kwamen, staan ook voor zeven jaren, net zoals de zeven lege aren die door de wind verschroeid waren: er zullen zeven jaren van hongersnood komen. Het is, farao, zoals ik u daarnet zei: God heeft u laten zien wat hij gaat doen. Er komen zeven jaren waarin er in heel Egypte grote overvloed zal zijn. Daarna volgen zeven jaren van hongersnood. (...) De hongersnood zal het land te gronde richten en zo erg zijn dat er van de eerdere overvloed niets meer te bespeuren valt. (...) U zou er daarom goed aan doen, farao, een verstandig en wijs man te zoeken en het bestuur over Egypte aan hem toe te vertrouwen." aantekeningen middag Genesis 40:5-8, NBV "De schenker en de bakker van de koning hadden al geruime tijd (samen met Jozef) in hechtenis gezeten toen ze allebei in dezelfde nacht een droom kregen, ieder een droom met een eigen betekenis. Toen Jozef de volgende morgen bij hen kwam, viel het hem op dat ze er slecht uitzagen. ‘Waarom kijkt u vandaag zo somber?’ vroeg hij deze hovelingen van de farao, die samen met hem in de gevangenis van zijn meester zaten. ‘We hebben een droom gehad,’ antwoordden ze, ‘maar er is hier niemand die hem kan uitleggen.’ Jozef zei: ‘De uitleg van dromen is toch een zaak van God? Vertelt u mij die dromen eens.’" donderdagmorgen Genesis 43:1-7, NBV "De hongersnood bleef het land teisteren. Toen het graan dat Jozefs broers uit Egypte hadden meegebracht op was, zei hun vader tegen hen: ‘Ga daar nog eens heen om wat voedsel voor ons te kopen.’ Juda antwoordde: ‘Die man heeft ons ten strengste gewaarschuwd dat we hem niet onder ogen mogen komen als we onze broer niet meebrengen. Alleen als u bereid bent hem met ons mee te sturen, gaan we op reis om voedsel voor u te kopen. Maar geeft u hem niet mee, dan gaan we niet, want die man heeft ons gezegd dat hij ons niet wil zien tenzij we onze broer meebrengen.’ ‘Waarom hebben jullie die man dan ook verteld dat je nog een broer had?’ zei Israël. ‘Hoe konden jullie me dat aandoen?’ Ze antwoordden: ‘Die man wilde van alles en nog wat weten over ons en onze familie: leeft jullie vader nog, hebben jullie nog een broer? En wij hebben op al die vragen antwoord gegeven. Wij konden toch niet weten dat hij zou zeggen: “Laat je broer hierheen komen”?’" aantekeningen 38 middag 2 Tessalonicenzen 3:3, NBV "De Heer is trouw, hij zal u kracht geven en u tegen het kwaad beschermen." vrijdagmorgen Genesis 50:1520, NBV "Nu hun vader er niet meer was, zeiden Jozefs broers tegen elkaar: ‘Als Jozef zich nu maar niet tegen ons keert en zich wreekt voor alle ellende die wij hem hebben aangedaan.’ Daarom lieten ze hem de volgende boodschap brengen: ‘Voordat hij stierf heeft je vader ons opgedragen je dit verzoek over te brengen: “Vergeef je broers hun schandelijke misdaad, Jozef. Ze hebben je in de ellende gestort, maar wees nu zo goed om de dienaren van de God van je vader die misdaad te vergeven.”’ Bij het horen van die woorden kon Jozef zijn tranen niet bedwingen. Daarna gingen zijn broers zelf naar hem toe. Ze vielen voor hem op hun knieën en zeiden: ‘We zijn bereid je slaaf te worden.’ Maar Jozef zei: ‘Wees maar niet bang. Ik kan toch Gods plaats niet innemen? Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft." aantekeningen middag Spreuken 16:12, NBV "Een mens stelt zich veel vragen, de HEER geeft het antwoord. Een mens kiest in zijn eigen ogen altijd de juiste weg, de HEER toetst wat hem innerlijk beweegt." 39 week 47 maandagmorgen 2 Timoteüs 3:14-17, NBV Thema: De Bijbel "Maar jij, blijf bij alles wat je geleerd hebt en met overtuiging hebt aangenomen. Je weet wie je leraren waren en bent van kindsbeen af vertrouwd met de heilige geschriften die je wijsheid kunnen geven, zodat je wordt gered door het geloof in Christus Jezus. Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust." aantekeningen middag Psalmen 111:10, NBV "Het begin van wijsheid is ontzag voor de HEER, wie leeft naar zijn wet, getuigt van goed inzicht. Zijn roem houdt stand, voor altijd." dinsdagmorgen Hebreeën 4:12, NBV "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden." aantekeningen middag Openbaring 1:2-3, NBV "Johannes maakt bekend wat God gesproken heeft en waarvan Jezus Christus heeft getuigd; dit heeft hij allemaal gezien. Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat hier gezegd wordt. Want de tijd is nabij." woensdagmorgen Hebreeën 3:711, NBV "De heilige Geest zegt immers: ‘Horen jullie vandaag zijn stem, wees dan niet koppig, als tijdens de opstand, toen jullie mij beproefden in de woestijn, waar jullie voorouders mij op de proef stelden en tartten, hoewel ze mijn daden hadden gezien, veertig jaar lang. Daarom werd die generatie door mijn woede getroffen, ik zei: “Altijd weer dwaalt hun hart, mijn wegen kennen ze niet.” En in mijn toorn heb ik gezworen: “Nooit zullen ze binnengaan in mijn rust.”’" aantekeningen 40 middag Jesaja 55:1011, NBV "Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten – zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerst te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied." donderdagmorgen 2 Petrus 1:1921, NBV "Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar toegenomen. U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden, als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest." aantekeningen middag Handelingen 17:11, NBV "De Joden in Berea waren welwillender dan die in Tessalonica, want ze luisterden vol belangstelling naar de verkondiging van het evangelie en bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd." vrijdagmorgen Johannes 5:39, NBV "U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over mij," aantekeningen middag Jeremia 15:16, NBV "Telkens als ik uw woorden hoorde, nam ik ze als voedsel tot mij. Uw woorden gaven mij een diepe vreugde, want ik behoor u toe, o HEER, God van de hemelse machten." 41 week 48 maandagmorgen Jona 1, NBV Thema: Jona "Eens richtte de HEER zich tot Jona, de zoon van Amittai: ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want het kwaad dat ze daar doen is ten hemel schreiend.’ Jona gaat niet naar Nineve en vlucht naar het westen. De HEER werpt het schip in een hevige storm. Paniek aan boord. De zeelieden proberen uit alle macht het schip te redden en bidden tot hun goden. Jona? Die slaapt. Zij maken hem wakker. (...) Intussen overlegden de zeelieden: ‘Laten we het lot werpen om te weten te komen wiens schuld het is dat deze ramp ons treft.’ Het lot valt op Jona en hij doet zijn verhaal. (...) ‘Gooi me in zee, dan zal de zee jullie met rust laten. Want ik weet dat het mijn schuld is dat deze storm zo tegen jullie tekeergaat.’ Uiteindelijk gooiden ze Jona in zee, (...) en de woede van de zee bedaarde. De mannen werden vervuld met bang ontzag voor de HEER. Ze brachten hem een offer en deden hem geloften." aantekeningen middag Johannes 6:1621, NBV Net als Jona – vanmorgen – verzeilden de leerlingen van Jezus in een storm: dinsdagmorgen Jona 2, NBV " De HEER liet Jona opslokken door een grote vis. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis. Toen begon hij in de buik van de vis tot de HEER, zijn God, te bidden: ‘In mijn nood roep ik de HEER aan en hij antwoordt mij. Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp – u hoort mijn stem! U slingerde mij de diepte in(...). Door kolkend water ben ik omgeven (...). Ik dacht: Verstoten ben ik, verbannen uit uw ogen. Maar eens zal ik opnieuw uw heilige tempel aanschouwen. Het water stijgt tot aan mijn lippen, (...) zeewier om mijn hoofd verstikt mij. Ik zink tot de bodem (...). Maar u trekt mij levend uit de dood omhoog, o HEER, mijn God! Nu mijn levensadem mij verlaat roep ik u aan, HEER, en mijn gebed komt tot u in uw heilige tempel. (...) Ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt!’ Toen, op bevel van de HEER, spuwde de vis Jona uit op het land." "Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. Er stak een hevige wind op en het meer werd onstuimig. Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het meer lopen; hij was dicht bij de boot en ze werden bang. Maar hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’ Ze wilden hem aan boord nemen, maar meteen kwam de boot aan land op de plaats waar ze naartoe wilden." aantekeningen 42 middag Psalmen 103:45, NBV Jona waande zich al dood. Had hij anders verdiend? Toch was God daar: woensdagmorgen Jona 3, NBV "Opnieuw richtte de HEER zich tot Jona: ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen met de woorden die ik je zeg.’ (...) Nineve was een reusachtige stad, ter grootte van drie dagreizen. Jona trok de stad in, één dagreis ver, en riep: ‘Nog veertig dagen, dan wordt Nineve weggevaagd!’ De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed. (...) De koning liet in Nineve omroepen: ‘(...) is het niemand toegestaan te eten of te drinken, mens noch dier.(...) Iedereen, mens en dier, moet (...) luidkeels God aanroepen. Laat iedereen anders gaan leven en breken met het onrecht dat hij doet. Misschien dat God van gedachten verandert en op zijn besluit terugkomt(...).’ Toen God zag dat zij inderdaad anders begonnen te leven, kwam hij terug op wat hij gedreigd had hun aan te doen, en hij deed het niet." "Hij redt uw leven van het graf, hij kroont u met trouw en liefde, hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar." aantekeningen middag Joël 2:13, NBV We kunnen wel zeggen dat we spijt hebben van iets, maar meen je het ook? "Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart. Keer terug tot de HEER, jullie God, want hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid." donderdagmorgen Jona 4, NBV Het behoud van Nineve" wekte grote ergernis bij Jona(...). Hij bad tot de HEER: ‘(...) Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid. (...) Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’ Maar de HEER zei: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent?’ Jona krijgt nu een les. (...) De HEER, liet een wonderboom opschieten om Jona schaduw (...) te geven en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen. Maar de volgende morgen (...) verdorde de plant. (...) De zon brandde zo op Jona’s hoofd dat hij door de hitte werd bevangen. Hij bad om te mogen sterven. (...) Maar God zei tegen Jona: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent over die plant?’ Jona antwoordde: ‘Ik ben verschrikkelijk kwaad, en terecht!’ Toen zei de HEER: ‘Als jij al verdriet hebt om die wonderboom (...), zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad met al die kinderen en dieren? (...)?’" aantekeningen 43 middag Psalmen 103:814, NBV Jona wist wie God was: vrijdagmorgen Matteüs 12:3842, NBV "Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en Farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’ Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona! Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!" ( "Liefdevol en genadig is de HEER, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. Niet eindeloos blijft hij twisten, niet eeuwig duurt zijn toorn. Hij straft ons niet naar onze zonden, hij vergeldt ons niet naar onze schuld. Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie hem vrezen. Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver heeft hij onze zonden van ons verwijderd. Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de HEER voor wie hem vrezen. Want hij weet waarvan wij gemaakt zijn, hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd." aantekeningen middag Efeziërs 2:8, NBV Mensen willen bewijzen, ervaringen, tekens, voordat zij willen geloven. "Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God" 44 week 49 maandagmorgen Lucas 11:9-13, NBV Thema: Bidden en verhoring "Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’" aantekeningen middag Hebreeën 5:7, NBV "Christus heeft tijdens zijn leven op aarde onder tranen en met luide stem gesmeekt en gebeden tot hem die hem kon redden van de dood, en werd verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God." dinsdagmorgen Matteüs 21:1822, NBV "Toen hij vroeg in de morgen naar de stad terugkeerde, kreeg hij honger. Langs de weg zag hij een vijgenboom staan. Hij liep ernaartoe, maar er zaten alleen maar bladeren aan. Daarop zei hij tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zul je meer vrucht dragen!’ Ogenblikkelijk verdorde de vijgenboom. Toen de leerlingen dat zagen, vroegen ze verbaasd: ‘Hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling verdorde?’ Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te twijfelen, zul je niet alleen teweeg kunnen brengen wat er gebeurde met de vijgenboom, maar zul je zelfs tegen die berg kunnen zeggen: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en het zal gebeuren. Alles waarom jullie in je gebeden vragen zullen jullie krijgen, als je maar gelooft.’" aantekeningen middag Psalmen 66:1620, NBV "Kom en hoor wat ik wil vertellen, ieder die ontzag heeft voor God, hoor wat hij voor mij heeft gedaan. Toen mijn mond hem aanriep, lag een lofzang op mijn tong. Had ik kwaad in mijn hart gevonden, de Heer had mij niet gehoord. Maar God heeft mij gehoord, hij heeft geluisterd naar mijn gebed. Geprezen zij God, hij heeft mijn gebed niet afgewezen, mij zijn trouw niet geweigerd." woensdagmorgen 1 Johannes 5:14-15, NBV "Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En omdat we weten dat hij naar ons luistert, wat we hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we hem gevraagd hebben." 45 aantekeningen middag Psalmen 34:59, NBV "Ik zocht de HEER en hij gaf antwoord, hij heeft mij van alle angst bevrijd. Wie naar hem opzien, stralen van vreugde, schaamte zal hun gezicht niet kleuren. In mijn verdrukking riep ik tot de HEER, hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered. De engel van de HEER waakt over wie hem vrezen, en bevrijdt hen. Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij hem schuilt." donderdagmorgen Jakobus 4:1-4, NBV "Waar komt al die strijd, waar komen al die conflicten bij u toch uit voort? Is het niet uit de hartstochten die strijd leveren in uw binnenste? U verlangt naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen. Trouwelozen! Beseft u dan niet dat vriendschap met de wereld vijandschap jegens God betekent? Wie bevriend wil zijn met de wereld, maakt zich tot vijand van God." aantekeningen middag Psalmen 9:11, NBV "Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen, u verlaat niet wie u zoeken, HEER." vrijdagmorgen 2 Korintiërs 12:7-9, NBV "Niet op grond van de uitzonderlijke openbaringen die ik heb gekregen. Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem te bevrijden, maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’ Dus laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt." aantekeningen 46 middag 2 Koningen 20:1-6, NBV "Omstreeks dezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, kwam naar hem toe en zei: ‘Dit zegt de HEER: Maak je laatste wilsbeschikking op, want je sterft. Je zult niet meer beter worden.’ Hizkia draaide zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEER: ‘HEER, ik smeek u, neem toch in aanmerking dat ik me altijd oprecht en met heel mijn hart naar uw wil heb gericht en steeds heb gedaan wat goed is in uw ogen.’ Daarbij stortte hij bittere tranen. Toen richtte de HEER zich opnieuw tot Jesaja, die de binnenste hof nog niet verlaten had, en zei: ‘Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de koning van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je voorvader David: Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, ik zal je genezen. Over drie dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan. Ik geef je nog vijftien jaar te leven, en ik zal jou en deze stad redden uit de handen van de koning van Assyrië.”’" 47 week 50 maandagmorgen Genesis 4:1-4, NBV Thema: Kaïn en Abel – de zonde en haar gevolgen "De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken aan een man!’ Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd herder, Kaïn werd landbouwer. Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit." aantekeningen middag Hebreeën 11:4, NBV "Door zijn geloof had het offer dat Abel aan God bracht meer waarde dan dat van Kaïn. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige – God zelf liet zich prijzend uit over zijn gaven –, en door zijn geloof klinkt zijn stem nog steeds, ook al is hij gestorven." dinsdagmorgen Genesis 4:4-9, NBV "De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De HEER vroeg hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij.’ Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. Toen vroeg de HEER: ‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Kaïn. ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’" aantekeningen middag Psalmen 10:1214, NBV "Sta op, HEER, hef uw hand, God, vergeet de armen niet. Hoe kan de zondaar u verachten en denken: God vraagt geen rekenschap. Toch ziet u de pijn en het verdriet, u merkt het op en weegt het in uw hand. Op u vertrouwen weerloze mensen, de wezen, u komt hun te hulp." woensdagmorgen Genesis 4:1016, NBV "‘Wat heb je gedaan?’ zei de HEER. ‘Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de aarde naar mij schreeuwt. Daarom: vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek, waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je broer te ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. Ook al bewerk je het land, het zal je niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan.’ Kaïn zei tegen de HEER: ‘Die straf is te zwaar. U verjaagt mij nu van deze plek en ik mag u niet meer onder ogen komen, en als ik dan dolend en dwalend over de aarde moet gaan, kan iedereen die mij tegenkomt mij doden.’ Maar de HEER beloofde hem: ‘Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken.’ En hij merkte Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou 48 doodslaan. Toen ging Kaïn bij de HEER vandaan en hij vestigde zich in Nod, een land ten oosten van Eden.’" aantekeningen middag 1 Johannes 3:11-12, NBV "Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die het kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig." donderdagmorgen Genesis 4:1724, NBV "Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Henoch ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij noemde die Henoch, naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad was de vader van Mechujaël, Mechujaël was de vader van Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech. Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla. Ada bracht Jabal ter wereld; hij werd de stamvader van hen die in tenten leven en vee houden. Zijn broer heette Jubal; hij werd de stamvader van allen die op de lier of de fluit spelen. Ook Silla bracht een zoon ter wereld, Tubal-Kaïn; hij was smid en werd de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken. De zuster van Tubal-Kaïn heette Naäma. Lamech zei tegen zijn vrouwen: ‘Ada en Silla, hoor wat ik zeg! Vrouwen van Lamech, luister naar mij! Wie mij verwondt, die sla ik dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt. Kaïn wordt zevenmaal gewroken, Lamech zevenenzeventigmaal." aantekeningen middag Matteüs 18:2122, NBV "Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven." vrijdagmorgen Genesis 4:2526, NBV "Opnieuw had Adam gemeenschap met zijn vrouw, en zij bracht een zoon ter wereld. Ze noemde hem Set, ‘want,’ zei ze, ‘God heeft mij in de plaats van Abel, die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven.’ Ook Set kreeg een zoon, die hij Enos noemde. In die tijd begon men de naam van de HEER aan te roepen." 49 aantekeningen middag Psalmen 50:1416, NBV "Breng God een dankoffer en doe wat je de Allerhoogste belooft. Roep mij te hulp in tijden van nood, ik zal je redden, en je zult mij eren.’ Maar tot wie kwaad doet zegt God: ‘Wat baat het dat je mijn geboden opzegt en mijn verbond in de mond neemt?" 50 week 51 maandagmorgen Jesaja 7:11-16, NBV Thema: Advent en Kerst "‘Vraag om een teken van de HEER, uw God, hetzij uit de diepte van het dodenrijk hetzij uit de hoge hemel.’ Maar Achaz antwoordde: ‘Nee, ik zal geen teken vragen, ik zal de HEER niet op de proef stellen.’ Toen antwoordde Jesaja: ‘Luister, huis van David. Is het niet genoeg de mensen te tergen? Moet u nu ook mijn God tergen? Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen. Want voordat de jongen in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen, zal het land van de beide koningen die u zoveel angst inboezemen, ontvolkt zijn." aantekeningen middag 2 Koningen 20:8-11, NBV "Hij vroeg aan Jesaja: ‘Krijg ik van de HEER ook een teken dat hij me zal genezen en ik over drie dagen naar de tempel zal kunnen gaan?’ ‘Ja,’ antwoordde Jesaja, ‘de HEER zal u een teken geven dat hij zijn belofte zal nakomen. Wat denkt u, zal de schaduw tien graden vooruitgaan of tien graden achteruit?’ ‘Tien graden vooruit zou niets bijzonders zijn,’ antwoordde Hizkia, ‘maar tien achteruit wel.’ Daarop riep de profeet Jesaja de HEER aan, en deze liet de schaduw op de zonnewijzer van Achaz tien graden achteruitgaan." dinsdagmorgen Micha 5:1-4, NBV "Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten. Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede." aantekeningen middag Ezechiël 34:23, NBV "Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden: David, mijn dienaar. Hij zal ze weiden, hij zal hun herder zijn." 51 woensdagmorgen Jesaja 9:1- 6, NBV "Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten." aantekeningen middag Jesaja 60:1-3, NBV "Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER. Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de HEER, zijn luister is boven jou zichtbaar. Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je schijnsel." donderdagmorgen Matteüs 1:1-7, NBV "Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham. Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers, Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria, Salomo verwekte Rechabeam." aantekeningen middag 1 Johannes 4:9, NBV "En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven." vrijdagmorgen Matteüs 1:1825, NBV "De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze 52 zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’. Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam haar bij zich als zijn vrouw, maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de naam Jezus." aantekeningen middag Galaten 4:4-5, NBV "Maar toen de tijd gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat wij zijn kinderen zouden worden." 53 week 2 maandagmorgen Matteüs 5:1720, NBV Thema: Bergrede 1 "Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan." aantekeningen middag Matteüs 5:6-7, NBV "Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden." dinsdagmorgen Matteüs 5:2122, NBV "Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. aantekeningen middag Efeziërs 4:2627, NBV "Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, geef de duivel geen kans." woensdagmorgen Matteüs 5:3337, NBV "Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.” En ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de troon van God, noch bij de aarde, want dat is zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning; zweer evenmin bij je eigen hoofd, want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad." 54 aantekeningen middag Spreuken 12:19, NBV "Een betrouwbaar woord houdt altijd stand, een leugen slechts voor korte tijd." donderdagmorgen Matteüs 5:3842, NBV "Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen." aantekeningen middag Romeinen 12:19-20, NBV "Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’ Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’." vrijdagmorgen Matteüs 5:4348, NBV "Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is." aantekeningen 55 middag Psalmen 119:13, NBV "Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de Heer, gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, hem zoeken met heel hun hart. Zij bedrijven geen onrecht, maar gaan de wegen die hij wijst." 56 week 3 maandagmorgen Handelingen 17:22-26, NBV Thema: Aardrijkskunde "Paulus (in Athene) richtte zich tot de leden van de Areopagus en zei: ‘Atheners, ik heb gezien hoe buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent. Want toen ik in de stad rondliep en alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam, ontdekte ik ook een altaar met het opschrift: “Aan de onbekende god”. Wat u vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen. De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels. Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat hij nodig heeft, hij die zelf aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt. Uit één mens heeft hij de hele mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft hij een tijdperk vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald." aantekeningen middag Jesaja 45:14, NBV "Dit zegt de HEER: De Egyptenaren met hun schatten, de Nubiërs met hun rijkdom en de rijzige Sabeeërs, zij zullen komen en jullie toebehoren. Ze komen in ketenen en volgen je, ze buigen voor je en belijden: ‘Bij u alleen is een God, er is geen andere god, niet één.’" dinsdagmorgen Openbaring 18:11-16, NBV "De handelaars op aarde treuren en rouwen om haar, want er is niemand die hun waren nog wil kopen: goud en zilver, edelstenen en parels, linnen, purperen stoffen, zijde, scharlaken stoffen, cipressenhout, allerlei voorwerpen van ivoor en van dure houtsoorten, van brons, ijzer en marmer, kaneel en kardemom, reukwerk en balsem, wierook, wijn en olijfolie, meel en tarwe, runderen en schapen, paarden en wagens, slaven en lijfeigenen. Verloren zijn de vruchten waar je hart naar uitging, verdwenen al je rijkdom, alle weelde – dat alles is voorgoed voorbij. Degenen die hierin handelden en die hun rijkdom aan haar te danken hebben, blijven op een afstand, ontzet door de straf die zij krijgt. Ze treuren en rouwen om haar en zeggen: “Wee! Wee grote stad! Je droeg linnen, purperen en scharlakenrode kleren, en gouden sieraden, edelstenen en parels." aantekeningen middag Spreuken 20:21, NBV "Rijkdom die in korte tijd verworven is, brengt geen zegen voor later." 57 woensdagmorgen Jesaja 28:2329, NBV "Hoor mij aan en leen mij je oor, luister aandachtig naar mijn woorden. Als een boer zaaien wil, ploegt hij dan alle dagen? Blijft hij voren trekken in zijn land? Als hij het land geëffend heeft, strooit hij toch komijn en karwij, zaait tarwe in rijen, gerst in vakken en spelt langs de rand van zijn akker? Het is zijn God die hem daarin onderricht, die hem leert wat hij moet doen. Zo dorst men komijn niet met een dorsslede en over karwij rolt men geen wagenrad; komijn wordt met een stok uitgeklopt en karwij met een roede. Graan moet voor brood worden fijngemalen; maar een boer blijft niet eindeloos dorsen: hij stuurt zijn paarden en het wagenrad eroverheen, maar hij laat het niet verpletteren. Ook dit vindt zijn oorsprong bij de HEER van de hemelse machten: zijn beleid is wonderbaarlijk en hij volvoert het in grote wijsheid." aantekeningen middag Psalmen 65:79, NBV "U hebt met kracht de bergen vastgezet, u bent omgord met macht, u brengt tot bedaren het geraas van de zeeën, het gebulder van de golven, het tumult van de volken. Vrees voor uw tekenen vervult de bewoners der verten, u brengt gejuich van het oosten tot het westen." donderdagmorgen Psalmen 144:310, NBV "HEER, wat is de mens dat u om hem geeft, de sterveling dat u aan hem denkt? Een mens is vluchtig als een ademtocht, zijn dagen glijden als een schaduw weg. HEER, schuif uw hemel open en daal af, raak de bergen aan zodat ze roken. Werp uw bliksem, sla de volken uiteen, schiet uw pijlen en verdrijf hen. Reik mij uw hand van omhoog, bevrijd mij, ontruk mij aan de woeste wateren, aan de greep van vreemdelingen die leugens spreken met hun mond, bedrog verbergen in hun handen. Ik wil een nieuw lied voor u zingen, God, voor u spelen op de tiensnarige harp, want u brengt koningen redding, u hebt David, uw dienaar, bevrijd." aantekeningen middag Psalmen 65:56, NBV "Gelukkig wie door u gekozen is en u mag naderen, hij mag wonen in uw voorhoven. Wij genieten het goede van uw huis, het heilige van uw tempel. Ontzagwekkend is uw antwoord, u doet recht en redt ons, God, op u hopen de einden der aarde, de verten van de zee." vrijdagmorgen Psalmen 147:12-18, NBV "Prijs, Jeruzalem, prijs de HEER, loof, Sion, loof je God. Hij heeft de grendels van je poorten versterkt, het volk binnen je muren gezegend. Hij geeft je vrede en veilige grenzen, met vette tarwe stilt hij je honger. Hij zendt zijn bevelen naar de aarde, vlug als een renbode gaat zijn woord. Hij laat het sneeuwen als wol, rijp strooit hij uit als stof, hagel werpt hij in brokken neer, wie is tegen zijn koude bestand? Hij zendt zijn woord en alles smelt, hij stuurt zijn adem, de wateren stromen." 58 aantekeningen middag Psalmen 135:57, NBV "Ik weet het: groot is de HEER, onze Heer overtreft alle goden. De HEER maakt alles wat hij wil in de hemel en op de aarde en in de diepten van de oceanen. Wolken wekt hij aan de einder der aarde, bliksems maakt hij en de regen valt, de wind laat hij los uit zijn schatkamers." 59 week 4 maandagmorgen Lucas 15:1-7, NBV Thema: Gelijkenissen "Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben." aantekeningen middag Ezechiël 34:1112, NBV "Dit zegt God, de HEER: Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen. Zoals een herder naar zijn kudde op zoek gaat als zijn dieren verstrooid zijn geraakt, zo zal ik naar mijn schapen op zoek gaan en ze redden, uit alle plaatsen waarheen ze zijn verdreven op een dag van dreigende, donkere wolken." dinsdagmorgen Lucas 15:8-10, NBV "En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’" aantekeningen middag Marcus 2:1617, NBV "Toen de farizese schriftgeleerden zagen dat hij samen met zondaars en tollenaars at, zeiden ze tegen zijn leerlingen: ‘Eet hij met tollenaars en zondaars?’ Jezus hoorde dit en zei tegen hen: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’" woensdagmorgen Lucas 15:11-32, NBV "‘Iemand had twee zonen. De jongste zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij van uw bezit waarop ik recht heb.” Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een hongersnood. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen. Hij dacht: Ik zal naar mijn vader gaan en zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet 60 meer waard uw zoon genoemd te worden.” Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” Maar de vader zei tegen de knechten: “Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen.”" aantekeningen middag Ezechiël 18:23, NBV "Denken jullie dat ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de HEER. Nee, ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft." donderdagmorgen Lucas 10:29-37, NBV "Een wetgeleerde vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en werd overvallen door rovers, die hem halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar hij liep met een boog om hem heen. Een Leviet liep ook om hem heen. Een Samaritaan, die op reis was, kreeg medelijden. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’" aantekeningen middag Leviticus 19:1718, NBV "Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER." vrijdagmorgen Lucas 16:19-31, NBV "Een rijke vierde dagelijks in mooie kleren feest. Een bedelaar, Lazarus, lag voor zijn poort met zweren en hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke; honden likten zijn zweren. De bedelaar stierf en ook de rijke. In het dodenrijk, waar hij pijn leed, zag de rijke Abraham met Lazarus. Hij riep: “Abraham, heb medelijden. Stuur Lazarus om mij te verkoelen, want ik lijd pijn.” Abraham zei: “Jij hebt het goede tijdens je leven ontvangen, Lazarus ongeluk; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. En er is een kloof tussen ons, die niemand kan oversteken.” Toen zei de rijke: “Stuurt u hem dan naar mijn broers om hen te waarschuwen.” Abraham zei: “Laten ze naar Mozes luisteren!” De rijke zei: “Als iemand van de doden komt, zullen ze tot inkeer komen.” 61 Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes luisteren, laten ze zich ook niet overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”" aantekeningen middag Lucas 6:36-38, NBV "Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’" 62 week 5 maandagmorgen Johannes 15:12-17, NBV Thema: Vriendschap "Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief." aantekeningen middag Spreuken 17:9, NBV "Wie vriendschap zoekt, dekt fouten toe, wie ze telkens oprakelt, verliest zijn vrienden." dinsdagmorgen Psalmen 25:1214, NBV "Aan wie in ontzag voor hem leven, leert de HEER de rechte weg te kiezen. Hun leven verloopt in voorspoed en hun kinderen zullen het land bezitten. De HEER is een vriend van wie hem vrezen, hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond." aantekeningen middag Prediker 4:10, NBV "Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt." woensdagmorgen 1 Samuël 18:14, NBV David is bij koning Saul. Saul heeft veel waardering voor David, nadat hij Goliath heeft gedood. Hij neemt David in dienst. "Jonatan, die bij dit gesprek aanwezig was, voelde zich meteen sterk tot David aangetrokken en vatte een innige vriendschap voor hem op. Saul nam David vanaf die dag bij zich en liet hem niet meer teruggaan naar zijn ouderlijk huis. En Jonatan, die David zo lief had als zijn eigen leven, sloot vriendschap met hem: hij deed zijn mantel af en gaf die aan David. Ook gaf hij hem zijn uitrusting, tot en met zijn zwaard, zijn boog en zijn koppelriem." aantekeningen 63 middag Spreuken 26:18-19, NBV "Zoals een dolleman maar in het wilde weg schiet, met brandende pijlen dood en verderf zaait, zo is iemand die zijn vriend bedriegt, en zegt: ‘Het was maar voor de grap.’" donderdagmorgen Kolossenzen 4:2-6, NBV "Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar. En bid dan ook voor ons, dat God deuren voor ons opent om het mysterie van Christus te verkondigen waarvoor ik gevangen zit, en bid dat ik het mag onthullen zoals het moet. Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut iedere gelegenheid, en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist." aantekeningen middag Spreuken 25:17, NBV "Bezoek een vriend alleen zo nu en dan, anders word je hem te veel en gaat hij je haten." vrijdagmorgen Job 2:11-13, NBV Job heeft heel veel meegemaakt. Zijn kinderen zijn gestorven. Zijn bezittingen zijn geroofd. Zijn vrouw wil niets meer met God van doen hebben. "Drie vrienden van Job, Elifaz uit Teman, Bildad uit Suach en Sofar uit Naäma, hoorden van de rampspoed die hem had getroffen, en ze besloten hem op te zoeken. Onderweg ontmoetten ze elkaar, en samen gingen ze naar hem toe om hun medeleven te tonen en hem te troosten. Toen ze Job vanuit de verte zagen herkenden ze hem niet, en ze barstten uit in luid geweeklaag, ze scheurden hun kleren en wierpen stof omhoog over hun hoofd. Zeven dagen en zeven nachten bleven ze naast hem op de grond zitten zonder iets tegen hem te zeggen, want ze zagen hoe vreselijk hij leed." aantekeningen middag Job 6:14, NBV "Wie zich bekommert om een vriend in nood toont zijn eerbied voor de Ontzagwekkende." 64 week 6 maandagmorgen Johannes 11:20-26, NBV Thema: IK BEN Jezus heeft bericht gehad dat zijn vriend Lazarus ernstig ziek is. Hij gaat niet naar hem toe om hem beter te maken. Lazarus sterft en is inmiddels begraven. Zijn zussen zijn heel verdrietig en snappen niet waarom Jezus niet is gekomen. Dan gaat Jezus op weg om een groot wonder te doen. "Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze hem tegemoet, terwijl Maria thuisbleef. Marta zei tegen Jezus: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat u vraagt.’ Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’ ‘Ja,’ zei Marta, ‘ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan.’ Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’" aantekeningen middag Johannes 17:3, NBV Eeuwig leven is niet: straks na de dood. Eeuwig leven is NU. Je leeft helemaal anders: "Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus." dinsdagmorgen Johannes 15:18, NBV "‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb. Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn." aantekeningen middag Matteüs 12:33, NBV "Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn vruchten goed. Is een boom daarentegen slecht, dan zijn ook zijn vruchten slecht. Want aan de vruchten herkent men de boom." 65 woensdagmorgen Johannes 10:11-15, NBV "Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen." aantekeningen middag Psalmen 100:13, NBV "Een psalm voor het dankoffer. Juich de HEER toe, heel de aarde, dien de HEER met vreugde, kom tot hem met jubelzang. Erken het: de HEER is God, hij heeft ons gemaakt, hem behoren wij toe, zijn volk zijn wij, de kudde die hij weidt." donderdagmorgen Johannes 8:12, NBV "Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’" aantekeningen middag Psalmen 119:105, NBV De Bijbel gaat over Jezus. Hij brengt ons bij God. Zo is: vrijdagmorgen Johannes 14:6, NBV "Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij." "Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad." aantekeningen 66 middag Johannes 3:16, NBV "Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." 67 week 7 maandagmorgen Efeziërs 4:325:2, NBV Thema: Liefde "Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die hij liefheeft, en ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God." aantekeningen middag Psalmen 36:8, NBV "Hoe kostbaar is uw liefde, God! In de schaduw van uw vleugels schuilen de mensen," dinsdagmorgen 1 Korintiërs 13:8-13, NBV "De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde." aantekeningen middag 1 Korintiërs 16:14, NBV "Alles wat u doet, moet u met liefde doen." woensdagmorgen Matteüs 22:3440, NBV "Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’" aantekeningen 68 middag Deuteronomium 4:31, NBV "Want de HEER, uw God, is een God van liefde. Hij zal u niet verlaten en u niet in het verderf storten. Wat hij uw voorouders onder ede heeft beloofd, vergeet hij niet." donderdagmorgen Lucas 6:31-35, NBV "Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is." aantekeningen middag 1 Tessalonicenzen 4:9, NBV "Over de onderlinge liefde hoeven wij u niets te schrijven, want u hebt zelf van God geleerd hoe u in liefde met elkaar moet omgaan." vrijdagmorgen 1 Petrus 3:8-12, NBV "Tot slot vraag ik u: Wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen. Immers: ‘Wie het leven liefheeft en gelukkig wil zijn, moet geen laster of leugens over zijn lippen laten komen, hij moet het kwaad uit de weg gaan en het goede doen, en voortdurend vrede nastreven. Want de Heer verliest de rechtvaardigen niet uit het oog en luistert naar hun gebeden, maar hij keert zich tegen wie kwaad doen.’" aantekeningen 69 middag Jozua 22:5, NBV "Maar houd u altijd aan de geboden die hij u in zijn onderricht gegeven heeft: heb de heer, uw God, lief en volg de weg die hij u wijst, leef zijn geboden na, wees hem toegedaan en dien hem met hart en ziel.’" 70 week 8 en 9 maandagmorgen Deuteronomium 18:9-14, NBV Thema: Idols De Israëlieten staan op het punt om Kanaän binnen te trekken. "Wanneer u in het land komt dat de HEER, uw God, u geven zal, mag u de verfoeilijke praktijken van de volken daar niet navolgen. Er mag bij u geen plaats zijn voor mensen die hun zoon of dochter als offer verbranden, en evenmin voor waarzeggers, wolkenschouwers, wichelaars, tovenaars, bezweerders, en voor hen die geesten raadplegen of doden oproepen. Want de HEER verafschuwt mensen die zulke dingen doen, en om die verfoeilijke praktijken verdrijft hij deze volken voor u. U moet volledig op de heer, uw God, gericht zijn. Ook al luisteren de volken in het land dat u in bezit zult nemen wel naar wolkenschouwers en waarzeggers, ú heeft de HEER, uw God, dat verboden." aantekeningen middag Efeziërs 5:3-6, NBV "Laat er bij u geen sprake zijn van ontucht of zedeloosheid, of van hebzucht – deze dingen horen niet bij heiligen. Ook dubbelzinnige, oppervlakkige en platvloerse taal is ongepast – spreek liever woorden van dank. Want u moet goed weten dat iemand die in ontucht leeft, zedeloos of hebzuchtig is – dat is allemaal afgoderij – geen deel kan hebben aan het koninkrijk van Christus en van God. Laat u door niemand met loze woorden misleiden, want wie God ongehoorzaam is, wordt getroffen door zijn toorn." dinsdagmorgen Jeremia 10:2-7, NBV "Dit zegt de HEER: Volg andere volken niet na, raak niet van slag door tekenen aan de hemel, ook al jagen die de hele wereld schrik aan. De gebruiken van die volken zijn niets waard. Ze hakken een stuk hout in het bos, een ambachtsman bewerkt het met zijn beitel, verfraait het met zilver en goud. Ze spijkeren het vast, dan valt het niet om. Het is net een vogelverschrikker, neergezet in een komkommerveld. Het kan niet spreken en moet worden gedragen, want zelf kan het geen stap verzetten. Heb voor beelden geen ontzag, kwaad doen ze niet, en goed nog minder.’ ‘Niemand is als u, o HEER, u bent groot, groot is uw naam door uw kracht. Wie zou geen ontzag voor u hebben? Koning van de volken, dat komt u immers toe. Onder alle wijzen van de volken, onder al hun koningen is niemand als u." aantekeningen middag Psalmen 115:18, NBV "Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ Onze God is in de hemel, hij doet wat hem behaagt. Hun goden zijn van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden. Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben ogen, maar kunnen niet zien, ze hebben oren, maar kunnen niet horen, ze 71 hebben een neus, maar kunnen niet ruiken. Hun handen kunnen niet tasten, hun voeten kunnen niet lopen, geen geluid komt uit hun keel. Zoals zij, zo worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt." woensdagmorgen Psalmen 115:18, NBV "Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ Onze God is in de hemel, hij doet wat hem behaagt. Hun goden zijn van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden. Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben ogen, maar kunnen niet zien, ze hebben oren, maar kunnen niet horen, ze hebben een neus, maar kunnen niet ruiken. Hun handen kunnen niet tasten, hun voeten kunnen niet lopen, geen geluid komt uit hun keel. Zoals zij, zo worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt." aantekeningen middag Jesaja 40:1820, NBV "Met wie wil je God vergelijken, hoe is hij uit te beelden? Met een godenbeeld misschien? Dat is door een ambachtsman gemaakt, door een edelsmid overtrokken met goud en zilverbeslag. Met een beeld, opgericht op een bergtop? Dat is maar een stuk hout dat niet vermolmt, met zorg gekozen door een vakman, die een godenbeeld wil maken dat niet omvalt." donderdagmorgen Handelingen 16:16-18, NBV "Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen we een jonge slavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst kon voorspellen. Met haar waarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar eigenaars. Terwijl ze achter Paulus en ons aanliep, schreeuwde ze aan één stuk door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u hoe u gered kunt worden!’ Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus er genoeg van kreeg, sprak hij de geest als volgt toe: ‘Ik beveel je in de naam van Jezus Christus: verlaat haar!’ En op datzelfde moment ging de geest uit haar weg." aantekeningen middag Handelingen 16:16-18, NBV "Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen we een jonge slavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst kon voorspellen. Met haar waarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar eigenaars. Terwijl ze achter Paulus en ons aanliep, schreeuwde ze aan één stuk door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u hoe u gered kunt worden!’ Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus er genoeg van kreeg, sprak hij de geest als volgt toe: ‘Ik beveel je in de naam van Jezus Christus: verlaat haar!’ En op datzelfde moment ging de geest uit haar weg." 72 vrijdagmorgen Handelingen 8:9-13, NBV "Voordien had een zekere Simon in de stad magie bedreven en de bevolking versteld doen staan. Hij beweerde over bijzondere gaven te beschikken, en iedereen, van groot tot klein, keek vol ontzag naar hem op omdat ze werkelijk meenden dat de grote macht van God in hem zichtbaar werd. Hij boezemde de bevolking ontzag in omdat hij hen geruime tijd verbaasd had met zijn magische kunsten. Maar toen Filippus hen door zijn verkondiging van het koninkrijk van God en de naam van Jezus Christus tot geloof had gebracht, lieten ze zich dopen, mannen zowel als vrouwen. Ook Simon aanvaardde het geloof, en na zijn doop bleef hij voortdurend bij Filippus; en hij stond versteld van de tekenen en de machtige wonderen die hij zag gebeuren." aantekeningen middag Habakuk 2:1820, NBV "Wat heb je aan een godenbeeld, gebeeldhouwd door zijn maker? Aan een gegoten beeld dat leugens verkondigt? Wie vertrouwt zich nu toe aan wat hij zelf heeft gemaakt? Wat hij maakt zijn stomme afgoden! ‘Wee hem die tegen een stuk hout zegt: “Word wakker!” en tegen een stomme steen: “Sta op!”’ Zal dat beeld iets verkondigen? Het is wel gevat in goud en zilver, maar er zit geen leven in. De HEER troont in zijn heilig paleis. Aarde, wees stil voor hem!" 73 week 10 maandagmorgen Spreuken 6:2023, NBV Thema: Vader, moeder, kinderen "Mijn zoon, houd vast aan wat je vader je opdraagt, verwerp de lessen van je moeder niet. Bind hun onderricht voor altijd op je hart, wind het om je hals. Moge het je leiden op de wegen die je gaat, moge het over je waken als je slaapt, moge het je raden als je wakker wordt. Want de lessen van je vader en je moeder zijn een lamp, een licht dat je vermaant en de weg wijst naar het leven." aantekeningen middag Hebreeën 12:57, NBV "‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt?" dinsdagmorgen Deuteronomium 6:4-9, NBV "Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." aantekeningen middag Spreuken 22:56, NBV "Wie de verkeerde weg gaat, treft dorens en valstrikken aan, wie zijn leven liefheeft, blijft er verre van. Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is." woensdagmorgen Lucas 2:41-52, NBV "Zijn ouders gingen jaarlijks voor het pesachfeest naar Jeruzalem. Toen hij twaalf jaar was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht. Na afloop van het feest vertrokken ze naar huis, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter zonder dat zijn ouders het wisten. (…) Na drie dagen zoeken vonden ze hem in de tempel, waar hij tussen de leraren zat. Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: ‘Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.’ Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Maar ze begrepen niet wat hij tegen hen zei. Hij reisde met hen terug naar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder sloot alles wat er met hem gebeurd was in haar hart. Jezus groeide verder op en zijn wijsheid nam nog toe. Hij kwam steeds meer in de gunst bij God en de mensen." 74 aantekeningen middag Efeziërs 6:1-4, NBV "Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo hoort het. ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ dat is het eerste gebod waaraan een belofte verbonden is: ‘Dan zal het u goed gaan en zult u lang leven op aarde.’ Vaders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en vermaan hen bij het opvoeden zoals de Heer dat wil." donderdagmorgen Deuteronomium 6:20-25, NBV "Wanneer uw kinderen u later vragen: ‘Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de HEER, onze God, u heeft voorgehouden?’ geef dan dit antwoord: ‘Wij waren in Egypte slaven van de farao, maar met sterke hand heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd. Wij zagen met eigen ogen hoe hij tekenen en indrukwekkende wonderen deed, die groot onheil brachten over de Egyptenaren, de farao en zijn hof. Maar ons leidde hij weg uit Egypte, om ons hierheen te brengen en ons het land te geven dat hij onze voorouders onder ede had beloofd. Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou hij ons leven sparen, zoals hij tot nu toe heeft gedaan. Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend.’" aantekeningen middag Psalmen 71:58, NBV "U bent mijn enige hoop, HEER, mijn God, van jongs af vertrouw ik op u. Al vanaf mijn geboorte steun ik op u, al in de moederschoot was u het die mij droeg, u wil ik altijd loven. Voor velen ben ik een teken, u bent mijn veilige schuilplaats. Heel de dag is mijn mond vervuld van uw lof en uw luister." vrijdagmorgen 1 Samuël 2:2226, NBV "Inmiddels was Eli op hoge leeftijd gekomen. Van tijd tot tijd bereikten hem geruchten over wat zijn zonen de Israëlieten allemaal aandeden, en dat ze zelfs sliepen met de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de ontmoetingstent. Dan verweet hij hun: ‘Waarom misdragen jullie je zo? Van alle kanten hoor ik slechte dingen over jullie. Het is niet veel fraais wat het volk van de HEER over jullie te vertellen heeft. Zo gaat het niet langer! Wanneer mensen elkaar kwaad doen, kan God als scheidsrechter optreden, maar wanneer mensen zondigen tegen de HEER, wie zal dan voor hen pleiten?’ Maar de zonen weigerden naar hun vader te luisteren; de HEER had namelijk besloten hen te doden. Intussen groeide Samuël verder op. Hij was zeer geliefd, zowel bij de HEER als bij de mensen." 75 aantekeningen middag Leviticus 19:14, NBV "De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben heilig. Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God." 76 week 11 maandagmorgen Deuteronomium 18:15-18, NBV Thema: Profeten en biddag "Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, profeten zoals ik. Naar hen moet u luisteren. U hebt de HEER daar immers zelf om gevraagd, toen u bij de Horeb bijeen was? U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de HEER, onze God, en de aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen; dat overleven we niet.’ De HEER heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. Ik zal in hun midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag." aantekeningen middag Deuteronomium 7:9, NBV "Besef dus goed: alleen de HEER, uw God, is God en hij houdt woord; hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die hem liefheeft en die doet wat hij gebiedt, tot in het duizendste geslacht." dinsdagmorgen Jesaja 6: 5-9, NBV Jesaja krijgt de Heer te zien. Hij schrikt. Hij voelt zich klein en zondig. "Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien.’" Zijn mond wordt aangeraakt met gloeiende kool: "‘Nu zijn je lippen gereinigd. Je schuld is geweken, je zonden zijn tenietgedaan.’ Daarop hoorde ik de stem van de Heer zeggen: ‘Wie zal ik sturen? Wie kan namens ons gaan?’ Ik antwoordde: ‘Hier ben ik, stuur mij.’ Toen zei hij: ‘Ga en profeteer het volgende tegen dit volk." aantekeningen middag Jesaja 2:2-5, NBV Vervolgens krijgt Jesaja een moeilijke opdracht. De mensen zullen bewust niet naar hem luisteren en voor verreweg het grootste deel wordt dat hun ondergang. "Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’ Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER. Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is. Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de HEER." 77 woensdagmorgen Deuteronomium 28:1-6, NBV "Mozes sprak: ‘Als u de HEER, uw God, gehoorzaam bent en al zijn geboden, zoals ik ze u vandaag heb voorgehouden, zorgvuldig naleeft, zal hij u hoog boven alle andere volken op aarde verheffen. En omdat u hem gehoorzaamt, zullen u deze zegeningen toevallen: Gezegend zult u zijn in de stad en gezegend op het land. Gezegend is de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw land en de vrucht van uw vee: de dracht van uw runderen, schapen en geiten. Gezegend is de oogst die u binnenhaalt en het deeg dat u kneedt. Gezegend zult u zijn in uw komen en uw gaan." Deuteronomium 28:12, NBV "De HEER zal de rijk gevulde schatkamer van de hemel openen om uw akkers op de juiste tijd regen te geven. Hij zal uw arbeid op het land zo zegenen dat u aan veel volken leningen kunt verschaffen, zonder ooit zelf te hoeven lenen." ( aantekeningen middag Genesis 8:2022, NBV Na de zondvloed: "Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan." donderdagmorgen Jeremia 38:213, NBV Jeremia, profeet van de HEER, sprak de mensen toe, in een tijd dat Jeruzalem zwaar belegerd werd door de Chaldeeën (Babyloniërs). "‘Dit zegt de HEER: Wie in deze stad blijven, zullen sterven door het zwaard, de honger en de pest, maar wie zich overgeven aan de Chaldeeën zullen het er levend afbrengen. Dit zegt de HEER: Deze stad wordt in handen gegeven van de koning van Babylonië en zijn leger; hij zal haar innemen.’ De raadsheren zeiden tegen de koning: ‘Die man moet ter dood gebracht worden. ()’ Koning Sedekia antwoordde: ‘Doe met hem wat je wilt; ik kan jullie niet tegenhouden.’ Ze brachten Jeremia naar de waterkelder van prins Malkia, in het kwartier van de paleiswacht, en lieten hem aan touwen zakken. In de put stond geen water meer; er was alleen modder, waarin Jeremia wegzakte." Ebed-Melech, een hoveling krijgt toestemming om hem uit de put te halen en redt Jeremia vervolgens van de hongerdood. aantekeningen 78 middag Jesaja 55:1-5, NBV "Hierheen! Hier is water, voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom, koop voedsel zonder geld, koop wijn en melk zonder betaling. Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon besteden aan wat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar mij, en je zult ruimschoots te eten hebben en genieten van een overvloedig maal. Leen mij je oor en kom bij mij, luister, en je zult leven. Ik sluit met jullie een eeuwigdurend verbond, als bevestiging van mijn liefde voor David. Hem heb ik aangesteld als vorst en heerser over de naties, als getuige voor de volken. Ook jij zult een volk ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet kende zal zich haasten om bij je te zijn, omwille van de HEER, je God, de Heilige van Israël, die je deze luister heeft verleend." vrijdagmorgen Ezechiël 4:1-9, NBV Het is bijna ballingschap. Ezechiël profeteert, niet met woorden, maar met betekenisvolle daden. Eerst moet hij een belegerde stad tekenen. "Daarna moet je op je linkerzij gaan liggen en die de schuld van het volk van Israël laten dragen (). 390 dagen lang geef ik je die last te dragen, één dag voor elk jaar dat het volk van Israël schuldig is geweest. () Ga vervolgens op je rechterzij liggen om de schuld van het volk van Juda te dragen, 40 dagen lang: één dag voor elk jaar geef ik je die last te dragen. Je moet je blik op het belegerde Jeruzalem gericht houden, met ontblote arm, en tegen de stad profeteren. Ik zal je met touwen vastbinden zodat je je niet van de ene op de andere zij kunt draaien, net zolang tot alle dagen dat je de stad belegert voorbij zijn. Je moet tarwe, gerst, bonen, linzen, gierst en spelt bij elkaar in een pot doen en er brood van bakken; dat is wat je de 390 dagen dat je op je zij ligt te eten zult krijgen.’" aantekeningen middag Jesaja 55:6-7, NBV "Zoek de HEER nu hij zich laat vinden, roep hem terwijl hij nabij is. Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven." 79 week 12 Thema: In het begin - Schepping maandagmorgen Genesis 1:1-3, NBV "In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht." Genesis 1:31, NBV "God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag." aantekeningen middag Nehemia 9:6, NBV "U alleen bent de HEER, u hebt de hemel gemaakt, de hoogste hemel en alle hemellichamen, de aarde en de zeeën met alles wat daar leeft. U geeft aan alles het leven, voor u buigen de hemelse machten." dinsdagmorgen Hebreeën 11:13, NBV "Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen. Door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare." aantekeningen middag Psalmen 102:26-29, NBV "Vóór alle tijden hebt u de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van uw handen. Zij zullen vergaan, maar u houdt stand, zij zullen als kleren verslijten, u verwisselt ze als een gewaad en zij verdwijnen, maar u blijft dezelfde, uw jaren nemen geen einde. De kinderen van uw dienaren zullen veilig wonen, ook op hun nageslacht rust uw oog." woensdagmorgen Romeinen 1:1921, NBV "Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en dank gebracht die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd." aantekeningen 80 middag Psalmen 118:89, NBV "Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mannen met macht." donderdagmorgen Openbaring 4:11, NBV "‘U komen alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’" aantekeningen middag Psalmen 33:69, NBV "Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt, door de adem van zijn mond het leger der sterren. Hij verzamelt het zeewater en sluit het in, hij bergt de oceanen in schatkamers weg. Laat heel de aarde vrezen voor de HEER, en wie de wereld bewonen hem duchten, want hij sprak en het was er, hij gebood en daar stond het." vrijdagmorgen Psalmen 146:16, NBV "Halleluja! Loof de HEER, mijn ziel. De HEER wil ik loven, zolang ik leef, mijn God bezingen zolang ik besta. Vertrouw niet op mensen met macht, op een sterveling bij wie geen redding is. Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde, op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder. Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft, wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God, die hemel en aarde heeft gemaakt, de zee en alles wat daar leeft, hij die trouw is tot in eeuwigheid" aantekeningen middag Jesaja 43:1, NBV "Welnu, dit zegt de HEER, die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël: Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!" 81 week 13 maandagmorgen Marcus 2:3 -12, NBV Thema: Vergeving "Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd. Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, () lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u zoiets? Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze." aantekeningen middag Psalmen 86:5, NBV "U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid, uw trouw is groot voor ieder die u aanroept." dinsdagmorgen Psalmen 51:16, NBV "Voor de koorleider. Een psalm van David, toen de profeet Natan hem had bezocht, nadat hij met Batseba geslapen had. Wees mij genadig, God, in uw trouw, u bent vol erbarmen, doe mijn daden teniet, was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. Ik ken mijn wandaden, ik ben mij steeds van mijn zonden bewust, tegen u, tegen u alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat slecht is in uw ogen. Laat uw uitspraak rechtvaardig zijn en uw oordeel zuiver." aantekeningen middag Jesaja 1:18, NBV "De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol." woensdagmorgen Psalmen 51:1214, NBV "Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig, verban mij niet uit uw nabijheid, neem uw heilige geest niet van mij weg. Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke geest." 82 aantekeningen middag Spreuken 28:13, NBV "Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving." donderdagmorgen Psalmen 32:15, NBV "Van David, een kunstig lied. Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven, van wie de zonden worden bedekt. Gelukkig als de HEER zijn schuld niet telt, als in zijn geest geen spoor van bedrog is. Zolang ik zweeg, teerden mijn botten weg, kreunend leed ik, de hele dag. Zwaar drukte uw hand op mij, dag en nacht, mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte. sela Toen beleed ik u mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe, ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn ontrouw’ – en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. sela" aantekeningen middag Kolossenzen 3:13, NBV "Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven." vrijdagmorgen Psalmen 130:14, NBV "Een pelgrimslied. Uit de diepte roep ik tot u, HEER, Heer, hoor mijn stem, wees aandachtig, luister naar mijn roep om genade. Als u de zonden blijft gedenken, HEER, Heer, wie houdt dan stand? Maar bij u is vergeving, daarom eert men u met ontzag." aantekeningen middag Lucas 17:3-4, NBV "Let dus goed op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven.’" 83 week 14 maandagmorgen Psalmen 22:29, NBV Thema: Waarom? "Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en u antwoordt niet, ’s nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont. Op u hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en u verloste hen, tot u geroepen en zij ontkwamen, op u vertrouwd en zij werden niet beschaamd. Maar ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht. Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd: ‘Wend je tot de HEER! Laat hij je verlossen, laat hij je bevrijden, hij houdt toch van je?’" aantekeningen middag Psalmen 39:13, NBV "Hoor mijn gebed, HEER, luister naar mijn hulpgeroep, wees niet doof voor mijn verdriet, want een vreemdeling ben ik, bij u te gast zoals ook mijn voorouders waren." dinsdagmorgen Psalmen 42:26, NBV "Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God. Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen? Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend. Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt." aantekeningen middag 2 Korintiërs 1:3-5, NBV "Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. Zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft." woensdagmorgen Psalmen 44:2427, NBV "Word wakker, Heer, waarom slaapt u? Ontwaak! Verstoot ons niet voor eeuwig. Waarom verbergt u uw gelaat, waarom vergeet u onze ellende, onze nood? Onze ziel ligt neergebogen in het stof, ons lichaam vastgekleefd aan de aarde. Sta op, kom ons te hulp, verlos ons, omwille van uw trouw." 84 aantekeningen middag Psalmen 138:13, NBV "Van David. Ik wil u loven met heel mijn hart, voor u zingen onder het oog van de goden, mij buigen naar uw heilige tempel, uw naam loven om uw liefde en trouw: grote dingen hebt u beloofd, tot eer van uw naam. Toen ik u aanriep, hebt u geantwoord, mij bemoedigd en gesterkt." donderdagmorgen Psalmen 73:15, 15-20, NBV "Een psalm van Asaf. Ja, God is goed voor Israël, voor wie zuiver zijn van hart! Toch had ik bijna een misstap begaan, bijna waren mijn voeten uitgegleden, want ik keek met afgunst naar de dwazen, benijdde het geluk van wie kwaad doen. Tot hun dood blijven zij voor ziekte gespaard, hun buik is goedgevuld, aardse kwellingen kennen zij niet, het lijden van anderen gaat aan hen voorbij." "Maar zou ik spreken als zij, ik pleegde verraad aan Gods kinderen! Dus bleef ik nadenken, ik wilde weten waarom – het was een vraag die mij kwelde, tot ik Gods heiligdom binnenging en mij hun einde voor ogen bracht. Ja, u zet hen op een glibberig pad en stort hen in een diepe afgrond. In een oogwenk is het met hen gedaan, hun ondergang, hun einde is een verschrikking. Ze zijn als een nachtmerrie na het ontwaken, Heer, bij het opstaan verjaagt u ze als beelden uit een droom." aantekeningen middag Psalmen 138:78, NBV "Al is mijn weg vol gevaren, u houdt mij in leven, u verdedigt mij tegen de woede van mijn vijanden, uw rechterhand brengt mij redding. De HEER zal mij altijd beschermen. HEER, uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van uw handen niet los." vrijdagmorgen Psalmen 115:13, NBV "Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ Onze God is in de hemel, hij doet wat hem behaagt." 9-11, NBV "Israël, vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild – huis van Aäron, vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild – wie de HEER vrezen, vertrouw op de HEER – hun hulp is hij, hun schild." aantekeningen 85 middag 1 Kronieken 16:23-27, NBV "Zing voor de HEER, heel de aarde. Verkondig van dag tot dag dat hij ons redt. Maak aan alle volken zijn majesteit bekend, aan alle naties zijn wonderdaden. Groot is de HEER, hem komt alle lof toe, geducht is hij, meer dan alle goden. De goden van de volken zijn minder dan niets, maar de HEER: hij heeft de hemel gemaakt. Glans en glorie gaan voor hem uit, macht en luister vullen zijn woning." 86 week 15 maandagmorgen Matteüs 26:1-5, NBV Thema: Lijdenstijd - Mattheüs (1) "Toen Jezus deze laatste rede had uitgesproken, zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon uitgeleverd om gekruisigd te worden.’ Ondertussen kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, Kajafas. Daar beraamden ze het plan om Jezus door middel van een list gevangen te nemen en hem te doden. ‘Maar niet op het feest,’ zeiden ze, ‘want dan komt het volk in opstand.’" aantekeningen middag Psalmen 2:1-6, NBV "Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde: ‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’ Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. Dan spreekt hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg.’" dinsdagmorgen Matteüs 26:816, NBV “De leerlingen ergerden zich toen ze dit zagen en zeiden: ‘Wat een verspilling! Die olie had immers duur verkocht kunnen worden, dan hadden we het geld aan de armen kunnen geven.’ Jezus hoorde het en zei: ‘Waarom vallen jullie deze vrouw lastig? Zij heeft iets goeds voor mij gedaan. (..) Door die olie over mij uit te gieten, heeft ze mijn lichaam voorbereid op het graf. Ik verzeker jullie: waar ook ter wereld het goede nieuws verkondigd zal worden, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ Daarop ging een van de twaalf, die met de naam Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren." aantekeningen middag Psalmen 41:1013, NBV "Zelfs mijn beste vriend, op wie ik vertrouwde, die at van mijn brood, heeft zich tegen mij gekeerd. Toon mij, HEER, uw genade en laat mij opstaan, dan zal ik hun geven wat ze verdienen. Hieraan zal ik weten dat u mij liefhebt: als mijn vijand niet langer juicht, als u mij bijstaat, omdat ik onschuldig ben, en mij voorgoed laat wonen in uw nabijheid." 87 woensdagmorgen Matteüs 26:1725, NBV " Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt u dat wij voorbereidingen treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’ (..)Toen de avond was gevallen, lag hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal mij uitleveren.’ Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ Hij antwoordde: ‘Hij die samen met mij zijn brood in de kom doopte, die zal mij uitleveren. De Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Toen zei Judas, die hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’" aantekeningen middag Exodus 12:1114, NBV "Zo moeten jullie het eten: met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de hand, in grote haast. Dit is een maaltijd ter ere van de HEER, het pesachmaal. Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de HEER. Maar jullie zal ik voorbijgaan: aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen, en door dat merkteken zal de dodelijke plaag waarmee ik Egypte straf, jullie niet treffen. Die dag moet voortaan een gedenkdag zijn, die je moet vieren als een feest ter ere van de HEER. Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht, alle komende generaties moeten die dag vieren." donderdagmorgen Matteüs 26:3644, NBV Jezus is met zijn leerlingen in Getsemane) "Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en” en twee andere leerlingen mee. Hij zei tegen hen: “‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier met mij waken.’” Iets verderop knielde hij en bad: “‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’ Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Konden jullie niet eens één uur met mij waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; (...).’ Voor de tweede maal liep hij van hen weg en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals u het wilt.’ Toen hij terugkwam, zag hij dat ze weer sliepen (...). Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal.’" aantekeningen 88 middag Psalmen 69:23, NBV "Red mij, God, het water staat aan mijn lippen, ik zink weg in bodemloos slijk en vind geen grond voor mijn voeten, ik ben in diep water geraakt, de stroom sleurt mij mee." Psalmen 69:14, NBV "En nu, HEER, richt ik mijn gebed tot u, laat dit een uur zijn van mededogen. Groot is uw ontferming, God, antwoord mij, toon uw trouw en red mij." vrijdagmorgen Matteüs 26:5966, NBV (De hogepriesters probeerden Jezus op grond van een valse aanklacht te veroordelen. Dat lukt niet. Jezus zwijgt.) “ De hogepriester zei: ‘Ik bezweer u bij de levende God, zeg ons of u de messias bent, de Zoon van God.’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? Nu hebt u met eigen oren gehoord hoe hij God lastert. Wat denkt u?’ Ze antwoordden: ‘Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’" aantekeningen middag Daniël 7:13-14, NBV "In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan." 89 week 16 maandagmorgen Matteüs 27:1523, NBV Thema: Lijdenstijd – Mattheüs (2) "Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten, en die door het volk te laten kiezen. Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Barabbas genoemd werd. En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’ Hij wist namelijk dat ze hem uit afgunst hadden uitgeleverd. (...) Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden. Weer nam de prefect het woord en hij vroeg opnieuw: ‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’ ‘Barabbas!’ riepen ze. Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met hem!’ Hij vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met hem!’" aantekeningen middag Jesaja 53:1, NBV Jesaja 53:3, NBV "Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?" dinsdagmorgen Matteüs 27:2431, NBV (Pilatus zei:) “‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’ En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen. De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om hem heen. Ze kleedden hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden,’ en ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen het hoofd. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen." "Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht." aantekeningen middag Jesaja 53:5-6, NBV "Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen." 90 woensdagmorgen Matteüs 27:3744, NBV "Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’ Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ Precies zo beschimpten hem de misdadigers die samen met hem gekruisigd waren." aantekeningen middag Psalmen 22:79, NBV "Ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht. Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd: ‘Wend je tot de HEER! Laat hij je verlossen, laat hij je bevrijden, hij houdt toch van je?’" donderdagmorgen Matteüs 27:4554, NBV "Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hij roept om Elia!’ Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in zure wijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken. De anderen zeiden: ‘Niet doen, laten we eens kijken of Elia hem komt redden.’ Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest. (...) Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’" aantekeningen middag Psalmen 22:26, NBV "Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en u antwoordt niet, ’s nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont. Op u hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en u verloste hen, tot u geroepen en zij ontkwamen, op u vertrouwd en zij werden 91 niet beschaamd." vrijdagmorgen Matteüs 27:5766, NBV 's avonds vroeg Josef van Arimatea Pilatus om het lichaam van Jezus. Hij “legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Toen rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. (…) De volgende dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën samen naar Pilatus. Ze zeiden tegen hem: ‘Heer, het schoot ons te binnen dat die bedrieger, toen hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal ik uit de dood opstaan.” Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen hem heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: “Hij is opgestaan uit de dood,” en die laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.’ Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt.’ Ze gingen erheen en beveiligden het graf door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten." aantekeningen middag Jesaja 53:9, NBV "Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken." 92 week 17 dinsdagmorgen Johannes 20:19, NBV Thema: Opstanding "Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, () het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan." aantekeningen middag 1 Korintiërs 6:14, NBV "God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal hij ook ons opwekken." woensdagmorgen Johannes 20:11-18, NBV "Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten (). ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’" aantekeningen middag 2 Korintiërs 4:13-15, NBV "Er staat geschreven: ‘Ik bleef vertrouwen, daardoor kon ik spreken.’ In datzelfde vertrouwen spreken ook wij, omdat we geloven en weten dat hij die de Heer Jezus heeft opgewekt ook ons, net als Jezus, zal opwekken en ons samen met u naar zich toe zal voeren. Dit alles gebeurt omwille van u, zodat Gods goedheid, die zich door steeds meer mensen verbreidt, ook tot steeds meer dankzegging leidt, tot eer van God." 93 donderdagmorgen Johannes 20:19-23, NBV "Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’" aantekeningen middag 1 Petrus 1:21, NBV "Door hem (Jezus) gelooft u in God, die hem uit de dood heeft opgewekt en hem laat delen in zijn luister, zodat uw geloof tevens hoop is op God." vrijdagmorgen Johannes 20:24-29, NBV "Een van de twaalf, Tomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’" aantekeningen middag Romeinen 8:3134, NBV "Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons." 94 week 19 maandagmorgen Romeinen 13:17, NBV Thema: Maatschappijleer - overheid "Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich dus tegen een instelling van God, en wie dat doet roept over zichzelf zijn veroordeling af. Wie doet wat goed is heeft van de gezagsdragers niets te vrezen, alleen wie doet wat slecht is. U moet haar gezag dus erkennen, en niet alleen uit angst voor Gods toorn, maar ook omwille van uw geweten. Daarom betaalt u ook belasting en staat wie belasting int in dienst van God. Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt." aantekeningen middag Psalmen 99:15, NBV "De HEER is koning – volken, beef! Hij troont op de cherubs – aarde, sidder! Groot is de HEER op de Sion, verheven is hij boven alle volken. Uw naam moeten zij loven, zo groot en geducht. Heilig is hij. Machtige koning, die het recht bemint: u stelde rechtvaardige wetten vast. Recht en gerechtigheid in Jakob: ze zijn uw werk. Breng hulde aan de HEER, onze God, en buig u neer aan zijn voeten. Heilig is hij." dinsdagmorgen Openbaring 13:11-18, NBV "Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee horens, net als een lam, en het sprak als een draak. Voor de ogen van het eerste beest oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te aanbidden. Het verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. Het wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden. Verder liet het bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen. Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig." aantekeningen 95 middag Matteüs 10:1720, NBV "Pas op voor de mensen, want ze zullen je voor het gerecht brengen en je geselen in hun synagogen. Jullie zullen omwille van mij worden voorgeleid aan gouverneurs en koningen, en een getuigenis moeten afleggen ten overstaan van hen en de heidenen. Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het immers niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt." woensdagmorgen 1 Timoteüs 2:15, NBV "Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus," aantekeningen middag Jesaja 12:2, NBV "God, hij is mijn redder. Ik heb een vast vertrouwen, ik wankel niet, want de HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer, hij heeft mij redding gebracht.’" donderdagmorgen Daniël 3:8-18, NBV "Enkele Chaldeeën namen de gelegenheid te baat en traden naar voren om de Judeeërs te beschuldigen. Ze zeiden tegen koning Nebukadnessar: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! U hebt bevolen dat iedereen die de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op zijn knieën moet neervallen en het gouden beeld moet aanbidden, en dat ieder die weigert in een brandende oven moet worden gegooid. Er zijn enkele Judese mannen aan wie u het bestuur over de provincie Babel hebt opgedragen, Sadrach, Mesach en Abednego. Deze mannen storen zich niet aan uw bevel, majesteit. Ze vereren uw goden niet en buigen niet voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.’ Nebukadnessar barstte in woede uit en beval Sadrach, Mesach en Abednego bij hem te brengen. Toen de mannen voor de koning waren geleid, voer Nebukadnessar uit: ‘Is het waar, Sadrach, Mesach en Abednego, dat jullie mijn goden niet vereren en niet willen neerknielen voor het gouden beeld dat ik heb opgericht? Luister goed, als jullie je bereid tonen om, zodra je de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op je knieën te vallen en in aanbidding te buigen voor het beeld dat ik gemaakt heb ... Maar weigeren jullie te buigen, dan worden jullie onmiddellijk in een brandende oven gegooid. En welke god zal jullie dan uit mijn handen kunnen redden?’ Sadrach, Mesach en Abednego zeiden hierop tegen de koning: ‘Wij vinden het niet nodig, Nebukadnessar, uw vraag te beantwoorden, want als de God die wij vereren ons uit een brandende oven en uit uw handen kan redden, zal hij ons redden. Maar ook al redt hij ons niet, majesteit, weet dan dat wij uw goden niet zullen vereren, noch zullen buigen voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.’" aantekeningen 96 middag Deuteronomium 5:7-10, NBV "Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht." vrijdagmorgen Matteüs 22:1522, NBV "Nu trokken de Farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze hem met een uitspraak in de val konden lokken. Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal Herodianen naar hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. We weten dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen, u kijkt immers niemand naar de ogen. Zeg ons daarom wat u vindt: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet?’ Maar Jezus had hun boze opzet door en zei: ‘Waarom stelt u me op de proef, huichelaars? Laat me de belastingmunt zien.’ Ze reikten hem een denarie aan. Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’ Ze antwoordden: ‘Van de keizer.’ Daarop zei hij tegen hen: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ Ze waren zeer verbaasd toen ze dit hoorden. Ze lieten hem staan en gingen weg." aantekeningen middag Spreuken 16:21, NBV "Wie wijs is van hart, wordt verstandig genoemd, wie op milde toon spreekt, heeft meer overtuigingskracht." 97 week 20 maandagmorgen Genesis 1:2628, NBV Thema: Beeld van God "God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’" aantekeningen middag Kolossenzen 2:6-9, NBV "Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt. Blijf in hem geworteld en gegrondvest, houd vast aan het geloof dat u geleerd is en wees vervuld van dankbaarheid. Wees op uw hoede en laat u niet meeslepen door holle en misleidende theorieën die op menselijke tradities zijn gebaseerd en zich richten op de machten van de wereld en niet op Christus. Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig," dinsdagmorgen Genesis 9:1-7, NBV "Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten. En ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt. Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de hele aarde.’" aantekeningen middag Kolossenzen 3:5-11, NBV "Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo geleefd, maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede en drift, vloeken en schelden. Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. Dan is er geen sprake meer van Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen, 98 barbaren, Skythen, slaven of vrijen, maar dan is Christus alles in allen." woensdagmorgen Kolossenzen 1:15-17, NBV "Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping: in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem." aantekeningen middag 1 Petrus 4:11, NBV "Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft. Want zo doet u alles tot eer van God, dankzij Jezus Christus, aan wie alle eer en macht toekomt, voor eeuwig. Amen." donderdagmorgen Jakobus 3:9-12, NBV "Met onze tong zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen mee die God heeft geschapen als zijn evenbeeld. Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? Laat een bron soms uit eenzelfde ader zoet en bitter water opwellen? Of kan een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Net zomin geeft een zilte bron zoet water." aantekeningen middag Micha 6:8, NBV "Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God." vrijdagmorgen 1 Johannes 4:11-14, NBV "Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten we doordat hij ons heeft laten delen in zijn Geest. En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld." 99 aantekeningen middag 1 Johannes 4:15-16, NBV "Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem." 100 week 21 maandagmorgen Handelingen 2:41-42, NBV Thema: Kerk "Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed. De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag." aantekeningen middag 1 Johannes 3:16-18, NBV "Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden? Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden." dinsdagmorgen Handelingen 2:43-47, NBV "Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden." aantekeningen middag - woensdagmorgen Matteüs 16:1318, NBV "Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen." 101 aantekeningen middag Jesaja 28:16, NBV "Maar dit zegt God, de HEER: Ik leg in Sion een fundament met een uitgelezen grondsteen, een kostbare hoeksteen (= Jezus). Wie zijn vertrouwen daarop grondvest, hoeft geen andere toevlucht te zoeken." donderdagmorgen Matteüs 18:1517, NBV "Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden of een tollenaar behandelt." aantekeningen middag Psalmen 122:69, NBV "Vraag om vrede voor Jeruzalem: ‘Dat rust hebben wie van je houden, dat vrede heerst binnen je muren en rust in je vesting.’ Om mijn verwanten en vrienden zeg ik: ‘Vrede zij in jou.’ Om het huis van de HEER, onze God, wens ik je al het goede." vrijdagmorgen Matteüs 18:1820, NBV "Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn. Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren. Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’" aantekeningen 102 middag Psalmen 133, NBV "Een pelgrimslied van David. Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen! Goed als olie op het hoofd die neervalt op de baard, de baard van Aäron, en neervalt op de hals van zijn gewaad, als de dauw van de Hermon die neervalt op de bergen van Sion. Daar geeft de HEER zijn zegen: leven voor altijd." 103 week 22 maandagmorgen Psalmen 47, NBV Thema: Hemelvaart "Voor de koorleider. Van de Korachieten, een psalm. Klap in de handen, o volken, juich God toe met jubelzang: geducht is de HEER, de Allerhoogste, machtige koning van heel de aarde. Volken dwong hij voor ons op de knieën, naties legde hij aan onze voeten. Hij koos voor ons een eigen land, de trots van Jakob, het volk dat hij liefheeft. sela Onder gejuich steeg God omhoog, de HEER steeg op bij hoorngeschal. Zing voor God, zing een lied, zing voor onze koning, zing hem een lied: God is koning van heel de aarde. Zing een feestelijk lied. God heerst als koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon. De vorsten van de volken zijn bijeen in het gevolg van Abrahams God. Zijn schildwachten zijn ze op aarde. Hoog is hij verheven." aantekeningen middag Psalmen 145:13, NBV "Een loflied van David. U, mijn God en koning, wil ik roemen, uw naam prijzen tot in eeuwigheid. Elke dag opnieuw wil ik u prijzen, uw naam loven tot in eeuwigheid: ‘Groot is de heer, hem komt alle lof toe, zijn grootheid is niet te doorgronden.’" dinsdagmorgen Lucas 24:46-53, NBV "Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’ Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief hij zijn handen op en zegende hen. Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. Ze brachten hem hulde en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem, waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden." aantekeningen middag Psalmen 24:710, NBV "Hef, o poorten, uw hoofden omhoog, verhef u, aloude ingangen: de koning vol majesteit wil binnengaan. Wie is die koning vol majesteit? De HEER, machtig en heldhaftig, de heer, heldhaftig in de strijd. Hef, o poorten, uw hoofden omhoog, verhef ze, aloude ingangen: de koning vol majesteit wil binnengaan. Wie is hij, die koning vol majesteit? De HEER van de hemelse machten, hij is de koning vol majesteit." 104 woensdagmorgen Openbaring 5:9-14, NBV "En ze zetten een nieuw lied in: ‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.’ Daarna hoorde ik het geluid van een groot aantal engelen rondom de troon, de wezens en de oudsten; het waren er oneindig veel, tienduizend maal tienduizenden, duizend maal duizenden. Met luide stem riepen ze: ‘Het lam dat geslacht is, komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank.’ Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ De vier wezens antwoordden: ‘Amen,’ en de oudsten wierpen zich in aanbidding neer." aantekeningen middag Hebreeën 12:2, NBV "Laten we de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God." 105 week 23 maandagmorgen Matteüs 25:3134, NBV Thema: Wederkomst "Wanneer de Mensenzoon (=Jezus) komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.”" aantekeningen middag Johannes 5:2729, NBV "En omdat hij (Jezus) de Mensenzoon is, heeft hij hem ook gezag gegeven om het oordeel te vellen. Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden." dinsdagmorgen Johannes 5:2729, NBV "“Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”" aantekeningen middag Spreuken 19:17, NBV "Wie barmhartig is voor een arme leent aan de HEER, die zal hem zijn weldaad vergoeden." 106 woensdagmorgen Matteüs 25:4146, NBV "Wanneer de Mensenzoon komt, () zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?” En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.” Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’" aantekeningen middag Spreuken 28:27, NBV "Wie aan de armen geeft, lijdt nooit gebrek, wie zijn ogen sluit, wordt door veel vervloekingen getroffen." donderdagmorgen Matteüs 25:513, NBV Tien meisjes wachten op komst van de bruidegom (=Jezus). Vijf meisjes hebben zich voorbereid, vijf dwaze niet. "Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen, () koop zelf olie.” Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!” Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt." aantekeningen middag Psalmen 98:4-6, NBV "Juich de HEER toe, heel de aarde, juich en jubel, zing het uit. Zing voor de HEER bij de lier, laat bij de lier uw lied weerklinken. Blaas op de ramshoorn en de trompetten, juich als de HEER, uw koning, verschijnt." 107 vrijdagmorgen Matteüs 24:3639, NBV "Niemand weet wanneer die dag (van de terugkeer van de Heer Jezus) en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het. Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt. Want zoals men in de dagen voor de vloed alleen maar bezig was met eten en drinken, met trouwen en uithuwelijken, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en zoals men niet wist dat de vloed zou komen, totdat die kwam en iedereen wegnam, zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt." aantekeningen middag 1 Tessalonicenzen 5:1-4, NBV "Broeders en zusters, ik hoef u niet te schrijven over het moment waarop dit zal gebeuren (de komst van Jezus), want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief," 108 week 24 dinsdagmorgen Handelingen 2:1-4, 12-13, NBV Thema: Pinksteren "Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven." "Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’" aantekeningen middag Ezechiël 11:1920, NBV "Dan zal ik hen eensgezind maken en hun een nieuwe geest geven; ik zal hun versteende hart uit hun lichaam halen en hun er een levend hart voor in de plaats geven. Dan zullen ze mijn wetten gehoorzamen en mijn regels in acht nemen. Zij zullen mijn volk zijn en ik zal hun God zijn." woensdagmorgen Deuteronomium 16:9-12, NBV "Zeven weken moet u aftellen: zeven weken nadat de eerste sikkel in het koren is gezet moet u voor de HEER, uw God, het Wekenfeest vieren, zo uitbundig als uw vrijwillige gaven het toelaten, naar de mate waarin de HEER, uw God, u zegent. Ten overstaan van hem moet u dan feestvieren, samen met uw zonen en dochters, uw slaven, uw slavinnen, de Levieten die bij u in de stad wonen, en de vreemdelingen, de weduwen en de wezen. Doe dat op de plaats die de HEER, uw God, zal kiezen om er zijn naam te laten wonen. Bedenk dat u zelf in Egypte slaaf bent geweest; houd u daarom zorgvuldig aan deze voorschriften." aantekeningen middag Efeziërs 5:18, NBV "Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen" donderdagmorgen Handelingen 8:14-17, NBV "Toen de apostelen in Jeruzalem hoorden dat de inwoners van Samaria het woord van God hadden aanvaard, stuurden ze Petrus en Johannes naar hen toe. Nadat ze waren aangekomen, baden ze dat ook de Samaritanen de heilige Geest mochten ontvangen, want deze was nog op niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Na het gebed legden Petrus en Johannes hun de handen op, en zo ontvingen ze de heilige Geest." 109 aantekeningen middag Efeziërs 6:18, NBV "Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen." vrijdagmorgen Handelingen 10:44-48, NBV "Terwijl Petrus nog aan het woord was, daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: ‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen?’ En hij gaf opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Daarna vroegen ze hem of hij nog enkele dagen wilde blijven." aantekeningen middag Kolossenzen 3:16, NBV "Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft." 110 week 25 maandagmorgen Johannes 3:1-6, NBV Thema: Wedergeboorte en bekering "Zo was er een Farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’ Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk." aantekeningen middag 1 Johannes 3:12, NBV "Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld hem niet kent. Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals hij is." dinsdagmorgen Johannes 1:613, NBV "Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God." aantekeningen middag 1 Petrus 1:3, NBV " Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop." 111 woensdagmorgen Handelingen 16:11-15, NBV "We gingen in Troas aan boord van een schip en zetten rechtstreeks koers naar Samotrake; de dag daarop voeren we verder naar Neapolis. Van daar reisden we naar Filippi, een belangrijke stad in dat deel van Macedonië. In deze stad, die volgens Romeins recht wordt bestuurd, bleven we enkele dagen. Op sabbat gingen we de stadspoort uit in de richting van de rivier, want we vermoedden dat daar een gebedsplaats was. We gingen zitten en spraken de vrouwen toe die daar bijeen waren gekomen. Een van onze toehoorsters was een vrouw uit Tyatira die in purperstoffen handelde; ze heette Lydia en vereerde God. De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus. Nadat zij en haar huisgenoten waren gedoopt, nodigde ze ons uit met de woorden: ‘Als u ervan overtuigd bent dat ik in de Heer geloof, neem dan bij mij uw intrek.’ Ze drong er bij ons sterk op aan." aantekeningen middag 1 Johannes 4:7, NBV "Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God." donderdagmorgen 1 Petrus 1:2225, NBV "Nu u gehoorzaam bent aan de waarheid, is uw hart gelouterd en kunt u oprecht van uw broeders en zusters houden; heb elkaar dan ook onvoorwaardelijk lief, met een zuiver hart, als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord. ‘De mens is als gras en zijn schoonheid als een bloem in het veld: het gras verdort en de bloem valt af, maar het woord van de Heer blijft eeuwig bestaan.’ Dit woord is het evangelie dat u verkondigd is." aantekeningen middag 1 Petrus 2:1-3, NBV vrijdagmorgen Ezechiël 36:2527, NBV "Ontdoe u dus van alles wat slecht is, van alle bedrog en huichelarij, alle afgunst en kwaadsprekerij, en verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. U hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is?" "Ik zal zuiver water over jullie uitgieten om jullie te reinigen van alles wat onrein is, van al jullie afgoden. Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn wetten leven en mijn regels in acht nemen." 112 aantekeningen middag Marcus 10:1316, NBV " De mensen probeerden kinderen bij hem te brengen om ze door hem te laten aanraken, maar de leerlingen berispten hen. Toen Jezus dat zag, wond hij zich erover op en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan.’ Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen." 113 week 26 maandagmorgen Romeinen 8:3839, NBV Thema: Sterk in geloof "Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer." aantekeningen middag Psalmen 27:910, NBV "U bent mij altijd tot hulp geweest, verstoot mij niet, verlaat mij niet, God, mijn behoud. Al verlaten mij vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan." dinsdagmorgen Romeinen 12:912, NBV "Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk." aantekeningen middag Jesaja 26:3-4, NBV "De standvastige is veilig bij u, vrede is er voor wie op u vertrouwt. Vertrouw altijd op de HEER, alleen op hem, want de HEER is een rots sinds mensenheugenis." woensdagmorgen Jozua 1:1-5, NBV "Na de dood van Mozes, de dienaar van de HEER, zei de HEER tegen Jozua, de zoon van Nun en de rechterhand van Mozes: ‘Nu mijn dienaar Mozes is gestorven, moet jij je gereedmaken om met heel dit volk de Jordaan over te trekken. Ga naar het land dat ik het volk van Israël zal geven. Elk stuk grond dat jullie zullen betreden geef ik jullie, zoals ik Mozes heb beloofd. Jullie gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier, de Eufraat, met het land van de Hethieten, tot aan de Grote Zee in het westen. Zolang je leeft zal niemand tegen je kunnen standhouden. Zoals ik Mozes heb bijgestaan, zo zal ik ook jou bijstaan. Ik zal niet van je zijde wijken en je niet verlaten. Wees vastberaden en standvastig, want jij moet dit volk leiden wanneer ze het land veroveren dat ik hun zal geven, zoals ik hun voorouders gezworen heb.’" 114 aantekeningen middag Jesaja 41:8-10, NBV "Maar jou, Israël, mijn dienaar, Jakob, die ik uitgekozen heb, nakomeling van Abraham, mijn vriend, jou die ik heb weggehaald van de einden der aarde, die ik van haar verste uithoeken terugriep – jou zeg ik: Jij bent mijn dienaar, jou heb ik gekozen, ik heb je niet afgewezen. Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand." donderdagmorgen Jozua 1:5-9, NBV "‘Ik zal niet van je zijde wijken en je niet verlaten. Wees vastberaden en standvastig, want jij moet dit volk leiden wanneer ze het land veroveren dat ik hun zal geven, zoals ik hun voorouders gezworen heb. En houd je vóór alles vastberaden en standvastig aan de wet waarin mijn dienaar Mozes je heeft onderwezen. Houd je daar altijd aan en wijk er op geen enkele manier van af, opdat je in alles wat je doet zult slagen. Leg dat wetboek geen moment ter zijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij.’" aantekeningen middag 1 Petrus 5:1011, NBV "Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle genade, heeft u geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister. God zal u sterk en krachtig maken, zodat u staande zult blijven en niet meer zult wankelen. Hem komt de macht toe, voor eeuwig. Amen." vrijdagmorgen 1 Korintiërs 15:58, NBV Nadat Paulus heeft benadrukt dat Jezus echt is opgestaan en werkelijk de dood heeft overwonnen, zegt hij: "Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn." aantekeningen 115 middag Psalmen 18:3237, NBV "Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? De God die mij met kracht omgordt, leidt mij op een volmaakte weg, hij geeft mij voeten snel als hinden, doet mij op toppen van bergen staan, oefent mijn handen voor de strijd – mijn armen spannen de bronzen boog. U was het schild dat mij redde, uw rechterhand ondersteunde mij, uw woord maakte mij sterk, u baande de weg voor mijn voeten, ik wankelde niet." 116 week 27 maandagmorgen Deuteronomium 5:12-15, NBV Thema: Vreemdeling "Neem de sabbat in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u. Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft hij u opgedragen de sabbat te houden." aantekeningen middag Psalmen 68:57, NBV "Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor hem die door de vlakten rijdt, HEER is zijn naam, jubel als hij verschijnt: vader van wezen, beschermer van weduwen, God in zijn heilig verblijf. God geeft eenzamen een thuis en gevangenen vrijheid en voorspoed. Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond." dinsdagmorgen Efeziërs 2:1719, NBV "Vrede kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: dankzij hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader. Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God," aantekeningen middag Deuteronomium 10:17-19, NBV "Want de HEER, uw God, is de hoogste God en Heer. Hij is de grote, de machtige, de ontzagwekkende God. Hij handelt zonder aanzien des persoons en is onomkoopbaar; hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. Ook u moet vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte." woensdagmorgen Leviticus 19:3334, NBV "Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God." 117 aantekeningen middag Psalmen 146:9, NBV "De HEER beschermt de vreemdelingen, wezen en weduwen steunt hij, maar wie kwaad doen, richt hij te gronde." donderdagmorgen Genesis 19:411, NBV Lot krijgt bezoek van de engelen die bij Abraham waren geweest. "Maar nog voordat Lot en zijn gasten konden gaan slapen, liepen alle mannen van Sodom bij Lots huis te hoop, jong en oud, niemand uitgezonderd. ‘Waar zijn die mannen die bij je overnachten?’ riepen ze Lot toe. ‘Breng ze naar buiten, we willen ze nemen!’ Lot ging naar buiten en deed de deur achter zich dicht. ‘Maar vrienden, zoiets kunnen jullie toch niet doen!’ zei hij.() Maar ze schreeuwden: ‘Uit de weg!’ Ook riepen ze: ‘Dat woont hier als vreemdeling en moet ons zo nodig de wet voorschrijven. Wacht maar, jij zult er ook van lusten, en nog meer dan zij!’ En ze drongen Lot ruw opzij en wilden de deur openbreken. Maar de twee mannen trokken Lot het huis in en deden de deur weer dicht, en ze sloegen alle mannen die bij de ingang van het huis waren, jong en oud, met blindheid, zodat ze tevergeefs probeerden de ingang te vinden." aantekeningen middag Leviticus 25:35, NBV "Wanneer een van jullie tot armoede vervalt en zich niet kan handhaven, moet je hem bijstand verlenen, zoals je ook een vreemdeling zou helpen die bij je te gast is; je mag hem niet laten verkommeren." vrijdagmorgen Psalmen 119:17-24, NBV "Wees goed voor uw dienaar – dan zal ik leven en mij houden aan uw woord. Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien hoe wonderlijk mooi uw wet is. Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij. Mijn ziel kwijnt weg van verlangen naar uw voorschriften, dag en nacht. U zult de hoogmoedigen straffen, de vervloekten die afdwalen van uw geboden. Neem spot en verachting van mij weg, want ik heb uw richtlijnen gevolgd. Al spannen machtigen tegen mij samen, uw dienaar blijft uw wetten overdenken. Uw richtlijnen verheugen mij, ze geven mij goede raad. " aantekeningen 118 middag Lucas 6:27-29, NBV "Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt niet ook je onderkleed." 119
© Copyright 2024 ExpyDoc