Voorzieningen gericht op uitstroom in voorfase reorganisatie Politiewet 2012 1. Aanleiding In de notitie “Aanpak reorganisatie in hoofdlijnen” is een nadere uitwerking geschetst van de aanpak van de reorganisatie in drie fasen. Fase 1 is de formele reorganisatie. Fase 2 is de fase voor organisatieontwikkeling. Voorafgaand aan fase 1 start de zogenoemde voorfase. In de voorfase zijn voor twee aandachtsgroepen flankerende voorzieningen uit de reorganisatiebepalingen van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) en de Regeling Landelijk Sociaal Statuut (Regeling LSS) die gericht zijn op uitstroom onder voorwaarden beschikbaar. Dit betreft medewerkers uit de aandachtsgroepen Leiding en Ondersteuning. De vorming van de Nationale Politie gaat door samenvoeging van onderdelen en een andere visie op leiderschap gepaard met overbezetting in functies in het LFNP-domein Leiding. Door schaalvergroting in de bedrijfsvoering ontstaat overbezetting in functies in het LFNP-domein Ondersteuning. Voor een aantal van de in het Barp en de Regeling LSS genoemde voorzieningen is randvoorwaarde dat aan de medewerker de status van (pre)herplaatsingskandidaat is toegekend of dat een herplaatsingskandiaat de plaats van de medewerker inneemt (remplaçant). Bij de reorganisatie Politiewet 2012 zullen er gelet op de in het Hoofdlijnenakkoord overeengekomen aanpak beduidend minder (pre)herplaatsingskandidaten zijn. Ten gevolge van de reorganisatie zal er wel sprake zijn van overbezetting in bovengenoemde domeinen. Om de reductie van deze overbezetting te versnellen, is voor de reorganisatie Politiewet 2012 in het GOP afgesproken dat voor de bovengenoemde aandachtsgroepen – onder de hieronder genoemde voorwaarden - bepaalde voorzieningen uit het Barp en het LSS ook kunnen worden toegepast zonder dat sprake is van aanwijzing tot (pre)herplaatsingskandidaat. Toepassing van deze verruiming moet op een transparante en navolgbare wijze plaatsvinden. 2. De afspraken De doelgroep Medewerkers die op het moment van aanvraag zijn aangesteld op een LFNP-functie uit de domeinen Leiding en Ondersteuning behoren tot de doelgroep. De looptijd De voorfase loopt tot en met de personele reorganisatie (eind fase 1); dat wil zeggen tot het moment waarop medewerkers worden aangewezen als herplaatsingskandidaat dan wel worden geplaatst als functievolger. De voorzieningen In de voorfase zijn voor de doelgroep flankerende voorzieningen uit de reorganisatiebepalingen van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) en de Regeling Landelijk Sociaal Statuut (verder: Regeling LSS) van toepassing die zijn gericht op uitstroom. Pagina 1 van 3 Het gaat om de volgende voorzieningen: - - Loonsuppletie (art 55t Barp); Vertrekstimuleringspremie (art 55y Barp), met dien verstande dat deze in de voorfase voor de doelgroep maximaal € 75.000 bruto bedraagt (of maximaal het bruto jaarsalaris inclusief vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering als dat salaris meer dan € 75.000 1 bruto bedraagt). Kwijtschelding terugbetalingsverplichting (art 55z Barp); Outplacement (art 15 Regeling LSS); Opleidingskosten (art 16 Regeling LSS); Verhuiskosten en reiskosten woon-werkverkeer (art 17 Regeling LSS); Sollicitatieverlof (art 20 Regeling LSS); Ontheffing van werkzaamheden (artikel 55aa), met dien verstande dat de voorwaarde genoemd in artikel 55aa lid 1 onder a niet van toepassing is. Er kunnen aan een medewerker meerdere voorzieningen worden toegekend. Hierbij geldt echter dat er geen combinatie van de voorzieningen vertrekstimuleringspremie, loonsuppletie en ontheffing van werkzaamheden kan zijn. De toekenningsvoorwaarden: Het bevoegd gezag kan (discretionaire bevoegdheid) een van de hiervoor genoemde beschikbare voorzieningen toekennen, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. De aanvraag moet zijn ingediend gedurende de looptijd van de voorfase. 2. De medewerker behoort op het moment van de aanvraag tot de doelgroep. 3. Eén van de volgende situaties is op de medewerker van toepassing: a. De medewerker heeft een functie binnen een taakgebied waarvan voorzienbaar is dat die bij de start van fase 2 overbezetting die het gevolg is van de reorganisatie Politiewet 2012 zal kennen en b. Het is aannemelijk dat de uitstroom van de medewerker bijdraagt aan het verkleinen van overbezetting in het betreffende taakgebied, of c. De medewerker wordt voorzienbaar (nog voordat daartoe een besluit is 2 genomen) aangewezen als herplaatsingskandidaat . 4. De medewerker aanvaardt de verplichtingen die zijn verbonden aan de toekenning van de voorziening, respectievelijk de verplichtingen die redelijkerwijs uit de toekenning voortvloeien. 5. De (financiële) investering van de organisatie moet opwegen tegen het te behalen rendement door het vertrek van de medewerker. Het is aan de beoordeling van het bevoegd gezag of en in welk omvang een voorziening ook daadwerkelijk wordt toegekend en of dit met het oog op de financiële ruimte toelaatbaar is (discretionaire bevoegdheid). 6. De medewerker dient een ondertekende ontslagaanvraag in en gaat ook daadwerkelijk met 3 ontslag. Het bevoegd gezag weegt het dienstbelang af tegen het persoonlijke belang en dit leidt uiteindelijk tot een individueel besluit. Uitgangspunt voor de toekenning is dat er een redelijke verhouding bestaat tussen de omvang van de voorziening in geld en arbeidstijd en het rendement voor de organisatie. 3. Uitvoeringsproces De voorzieningen zijn beschikbaar op aanvraag van de medewerker. Als aan de voorwaarden is voldaan wordt individueel bepaald of en welke voorziening kan worden toegekend en wat de omvang daarvan zal zijn. Een toekenning van een voorziening wordt vastgelegd in een besluit. Het besluitproces wordt voor een eenduidige toepassing op centraal niveau ingericht. 1 Met het ‘jaarsalaris’ wordt bedoeld het salaris, zoals gedefinieerd in artikel 1 lid 1 onder m van het Besluit bezoldiging politie. Toelagen vallen hier dus niet onder. 2 Bij een voorzienbare overschrijding van de maximale reistijd ten gevolge waarvan een medewerker kan verzoeken zich te laten aanwijzen als HPK’er, kan de medewerker een aanvraag indienen. 3 Zonder ontvangst van de ontslagaanvraag, wordt de voorziening niet toegekend. Pagina 2 van 3 Er wordt een kenbaar uitvoeringsproces ingericht, dat door de korpschef zal worden beschreven en gepubliceerd. Hierbij wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het aanvraagproces, het toekenningsproces, het bevoegd gezag en de communicatie. 4. Inwerkingtreding Aan deze afspraken kan uitvoering worden gegeven vanaf 1 juni 2014. Deze afspraken zijn overeengekomen in het overleg met de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken als bedoeld in artikel 2 van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994. Den Haag, 8 mei 2014 Pagina 3 van 3
© Copyright 2024 ExpyDoc