magazine februari

COLUMN
DE NACHTRUSTVERSTOORDER
“Ik viel hem
nog niet
meteen lastig
met het dagen nachtritme
van de
bipolair. Dat
leert hij later
zelf wel.”
Carice de Wildt
Als je bipolair bent, heb je een goede nachtrust nodig. Zeker als je de volgende
ochtend weer vroeg op kantoor moet zijn. Op je werk. Daar waar een flinke
reorganisatie je veiligheid overhoop schiet. De sfeer wordt slechter, de mensen
grimmiger en het mes waarmee geslepen wordt steeds scherper. Dan zit je echt niet
te wachten om een paar keer per nacht gewekt te worden door een klein, gouden
keeltje van elf maanden.
‘Wat zou hij hebben?’, fluisterde mijn man.
‘Ik ga wel even’, zei ik terwijl ik al naast ons bed stond. Ik was toch aan het piekeren
over de reorganisatie, dus dat kwam mooi uit.
Toen ik de slaapkamer van ons kleine wonder betrad, trakteerde hij me op een grote
glimlach. Tegen alle Nanny-regels in haalde ik hem uit zijn bedje en knuffelde hem.
Hij wees met een klein vingertje naar de deur. Hij wilde eruit. Lekker spelen.
Maar mijn baby is niet bipolair. ’s Nachts moet hij slapen. Net zoals zijn oude
moeder. Bovendien heeft zijn vader ook rust nodig. Het is niet niks allemaal. Een
vrouwtje dat psychiatrische hulp nodig heeft. En dan moest er ook nog zo nodig een
kind komen. Bovendien lukte dat niet meteen, waardoor er een heel ziekenhuiscircus
aan te pas moest komen. Vervolgens worden we uit onze slaap gerukt. Niet dat dat
vaak voorkomt hoor. Ik geloof dat dit de derde nacht in elf maanden was.
Maar zo stond ik wel mooi, in het holst van de nacht, met mijn kleine wondertje op
mijn arm. Hij kraaide en vertelde hele verhalen. Ik knuffelde hem en fluisterde dat
de nacht is om te slapen. Overdag kunnen we spelen, keihard werken en heel hard
lachen. Mensen hebben ook hun rust nodig. Ik viel hem nog niet meteen lastig met
het dag- en nachtritme van de bipolair. Dat leert hij later zelf wel.
Drie kwartier later legde ik hem gelukkig in zijn bedje. Zelf ging ik naast mijn
tevreden slapende man liggen. Ik bedacht hoe fijn mijn kind als medicijn werkt. Dat
daar geen lithium tegenop kan. Hij biedt structuur, een zinvolle dagbesteding en
liefde. Bergen liefde. Bergen was ook, hoor. Maar liefde is leuker.
Veel tijd om erover te zwijmelen had ik niet. Meneertje jengelde weer. Tegen alle
opvoedregels in, legde ik hem gezellig tussen ons in. Twee minuten later sliep hij.
Onfeilbaar voldaan. Knorrend vleide hij zich tegen me aan. Ik vond het heerlijk, maar
sliep niet.
’s Ochtends was ons kleine wonder met geen stok wakker te krijgen. Zelf waren we
te laat. Met flesje, ontbijt, douchen en aankleden. Brengen naar de kinderopvang.
Naar het werk. Ik appte mijn collega’s dat ik een verschrikkelijke nacht had gehad.
Dat geloofden ze vast.
Mijn kleine schatje schaterde aan het ontbijt. Hij smeerde kaas in zijn haren en
veegde zijn beboterde handjes af aan zijn mooie, kreukloze shirtje. Hij spreidde zijn
armpjes en gooide zijn lijfje tegen me aan. Likte aan mijn wang en trok aan mijn
haar. Ik veegde een kledder kwijl van mijn kantoorbloesje en realiseerde me dat ik al
uren niet meer over de reorganisatie had gepiekerd.
- 11-