Nieuwsbrief 6 Oktober 2014 Groenbemester vergroening telt mee voor Staatssecretaris Sharon Dijksma laat weten dat akkerbouwers hun vanggewassen (groenbemesters) kunnen laten meetellen voor de vergroeningsmaatregelen binnen het nieuwe Europese landbouwbeleid GLB. Tot 2020 is die maatregel van kracht. Wel moeten minstens twee plantsoorten tegelijk worden geteeld op het perceel. Dijksma stelde eerder dat alleen een vanggewas na de teelt van hennep of vlas meetelde voor de vergroeningsmaatregel. Carla Dik-Faber van de ChristenUnie diende hier echter een motie tegen in, waar de meerderheid van de Tweede kamer mee instemde. Uit een gepubliceerde lijst blijkt dat boeren nu keuze hebben uit 32 verschillende soorten vanggewassen die in aanmerking komen voor de vergroeningsmaatregel. Aan de teelt zijn wel enkele regels verbonden. Zo moet het gewas minimaal 10 weken op het land staan en mogen geen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden. Voor 1 oktober moet er bovendien gezaaid zijn. De groenbemesters hebben een wegingsfactor van 0,3. Bestaande verplichtte vanggewassen, zoals gras na maïs op zandgrond, tellen niet mee. Wel moet altijd minimaal twee soorten worden gezaaid op het perceel. Een andere mogelijkheid is dat een vanggewas wordt doorgezaaid in het hoofdgewas. Groenbemesters die worden gezaaid voor de aaltjesbestrijding tellen wél mee voor de vergroeningsmaatregel. Groenbemesters die meetellen zijn onder andere: Bladrammenas, gele mosterd, facelia, japanse haver en raaigras. Inloggen via eHerkenning is een must Tegenwoordig worden zaken als de mestvoorraad, meitelling, toeslagrechten en aanvragen subsidies geregeld op www.rvo.nl (voorheen DR-loket). Er kon tot 1 juli ingelogd worden met gebruikerscode en wachtwoord, dit kan tegenwoordig niet meer. Er moet nu ingelogd worden met een eHerkenning. Zorg er voor dat u deze op tijd aanvraagt zodat u geen subsidies en toeslagrechten misloopt of eventueel boetes krijgt bij te laat opgeven van gegevens! eHerkenning is de digitale toegangssleutel die men steeds vaker nodig heeft om bij de rijksoverheid, gemeente of provincie te kunnen inloggen. Hetzelfde eHerkenningsmiddel kan gebruikt worden bij verschillende organisaties. Betrouwbaarheidsniveaus eHerkenningsmiddelen zijn ingedeeld naar de mate van betrouwbaarheid die zij moeten kunnen garanderen. Het doorgeven van een kleine wijziging is bijvoorbeeld van een andere orde dan een subsidieaanvraag. Er zijn op dit moment vijf niveaus. Om gebruik te kunnen maken van alle mogelijkheden en regelingen die op mijn.rvo.nl worden aangeboden, is een betrouwbaarheidsniveau van 2+ nodig. Aanschaf en gebruik eHerkenning Het aanschaffen van een eHerkenningsmiddel doet men bij een erkende aanbieder. Om eHerkenning te kunnen gebruiken, moet de ondernemer of organisatie staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het aanschaffen en het gebruik van een eHerkenningsmiddel is niet gratis. Deze kosten verschillen per eHerkenningsmiddel en per betrouwbaarheidsniveau. Daarnaast kunnen aanbieders eenmalige en doorlopende kosten berekenen. Voor de aanschaf zal eerst beoordeeld moeten worden welk betrouwbaarheidsniveau men nodig is. Wij adviseren u dringend om (eventueel in overleg met uw boekhouder) via de website www.eherkenning.nl (keuze: bedrijven) om deze inlogcodes aan te schaffen. U kunt op termijn anders niet meer inloggen bij RVO met alle vervelende consequenties tot gevolg. In praktijk kan het wel gauw 14 dagen kan duren voordat alles echt werkt. Een bedrijf waar veel veehouders voor kiezen is zlogin. Dit bedrijf verzorgt ook de inlogcodes voor de gezondheidsdienst. Groot verschil met de huidige manier van inloggen is dat er naast een vaste gebruikerscode en wachtwoord ook gebruik wordt gemaakt van inlog- en TANcodes die u tijdens het gebruik van de dienst per SMS via uw mobiele telefoon worden toegezonden. De TAN-codes op papier vervallen dus in de toekomst. Leverbot Door de zachte winter afgelopen jaar en een relatief natte meimaand is er een verhoogd risico op leverbot. Vooral in de gebieden waar veel neerslag is gevallen in mei. Er is steeds meer resistentie tegen bestrijdingsmiddelen (triclobendazol, het enige middel dat tegen alle stadia van de leverbot werkt). De leverbotziekte wordt veroorzaakt door de leverbot, een platworm die de lever aantast. De besmette dieren scheiden de eitjes uit via de mest. De mest komt weer op het land. Uit deze mest komen de leverbotlarfjes. De leverbotlarfjes hebben een tussengastheer nodig, de leverbotslakken. De slak gedijt vooral bij nat en laaggelegen percelen in greppels en langs de slootkant. De leverbotlarven infecteren de slak en deze slak scheidt vervolgens de larven uit, deze larven komen dan in het gras als infectieuze cysten. Schapen en runderen nemen de cysten gemakkelijk op met beweiden en raken zo besmet met leverbot. Een infectie kan leiden tot verminderde groei, minder weerstand, vruchtbaarheid problemen en een lagere melkproductie. Een besmetting met leverbot kost een bedrijf met 60 melkkoeien volgens berekeningen van de GD tussen de 4.000 en 6.500 euro per jaar. Eerder kon leverbot nog bestreden worden in de droogstand. Nu is ook bestrijding in de droogstand verboden. De nadruk ligt nu vooral op preventie; goede afwatering, waterpeilverlaging en probeer risicovolle percelen te vermijden. Schapen en geiten kunnen zeer veel leverboteieren uitscheiden, weid daarom geen schapen of geiten op leverbot gevoelige percelen. Met de GD QuickScan kunt u de leverbot situatie op uw bedrijf vaststellen. De QuickScan bestaat uit een tankmelkonderzoek en bloedonderzoek van vijf runderen die het voorgaande weideseizoen voor het eerst zijn geweid. Op bedrijven zonder beweiding maar met stalvoedering wordt een bloedonderzoek uitgevoerd van vijf runderen waaraan de voorgaande zomer voor het eerst vers gras is gevoerd. Alle monsters worden onderzocht op afweerstoffen tegen leverbot. Biggenmelk perfect Booijink Veevoeders heeft een nieuwe biggenmelk ontwikkeld voor jonge biggen, de Biggenmelk perfect. De biggenmelk kan ondersteuning bieden om grote tomen biggen gezond en uniform groot te brengen. De huidige zeugen hebben een hoog aantal levend geboren biggen, om er voor te zorgen dat alle biggen voldoende voedingstoffen binnen krijgen voor het spenen en een voldoende speengewicht hebben bereikt is het bijvoeren met melk een goede oplossing. De melk kan vanaf dag 2 worden bijgevoerd tot 10-14 dagen leeftijd. Vanaf dag 10-14 is het verstandig over te gaan op een prestarter. De melk zorgt er voor dat biggen sneller beginnen aan de prestarter en voor het spenen meer voer opnemen en daardoor het spenen soepeler verloopt. Informeer op de beurs in Hardenberg naar de zeer gunstige prijs van de biggenmelk perfect of neem contact op met een van onze buitendienst medewerkers. Beurzen te Hardenberg. Binnenkort zijn relatiebeurzen: er de volgende 21 t/m 23 oktober Landbouwdagen Intensieve Veehouderij 28 oktober t/m 30 oktober Rundvee & Mechanisatie vakdagen Te koop aangeboden : - Silo(polyester): 6 ton, 0570-592289 Dhr. Bosloo. Met vriendelijke groet, Booijink Veevoeders
© Copyright 2024 ExpyDoc