Nieuwsbrief Juni 2014

Nieuwsbrief
Juni 2014
SALMONELLA: NZO
KIEST VOOR
HARDE AANPAK
Oog voor drinkwaterkwaliteit.
Aan het rantsoen van koeien wordt veel aandacht besteed, maar het belang van goed drinkwater is minstens even
groot als dat van goed voer.
Immers de koe vreet minder als zij geen, een mindere of een slechte kwaliteit drinkwater tot haar beschikking
heeft. Om ervoor te zorgen dat een koe voldoende water opneemt, is het belangrijk dat het water volop beschikbaar is en bovendien smakelijk én van een goede kwaliteit is.
Recent onderzoek
Uit recent onderzoek (2013) van de GD komt naar voren dat bij de bron ongeveer 17% van de watermonsters minder geschikt of ongeschikt is, terwijl bij de
drinkplek meer dan 50% van de watermonsters minder geschikt of ongeschikt
is als drinkwater.
Zekerheid over de drinkwaterkwaliteit
Het is verstandig om bij twijfels over waterkwaliteit in de drinkbakken de waterkwaliteit te laten onderzoeken en te monitoren. Immers, een minder geschikte waterkwaliteit is bij langdurig gebruik een risico voor de gezondheid en een
slechte waterkwaliteit leidt tot schade bij uw dieren. Een periodieke check van
het drinkwater in de drinkbakken geeft u inzicht en helpt u om
een gezonde en smakelijke waterkwaliteit te waarborgen voor uw rundvee.
Leverbot.
Leverbot is een parasiet die leeft in de galgangen van zijn gastheer (rund, schaap, geit, haas en ree). Voor de voortplanting is de leverbot afhankelijk van de leverbotslak die leeft in een vochtige omgeving. De parasiet ontwikkelt
zich in de slak en na ongeveer 2 maanden wordt er een larven uitgescheiden die rondzwemmen en zich vastzetten
op waterplantjes. Na het opnemen van de larven door een gastheer, maken zij een trektocht door de lever en richten
hierdoor schade aan. De volwassen leverbotten richten schade aan in de lever doordat zij zich voeden met leverweefsel. De leverbotslak komt voor in natte en koude gebieden. Bij veel regenval kunnen poelen ontstaan en door
eventuele overstromingen kunnen weides zo gemakkelijk besmet raken. Het is dan ook verstandig de dieren op hogere, droger gelegen gebieden te laten grazen. Een klein gedeelte van een weide hoeft maar te nat te zijn om problemen te kunnen geven. Wanneer de dieren het oppervlaktewater gebruiken als drinkwater wordt de kans op besmetting groter: het is aan te raden om poelen of de rivierkant af te schermen.
Leverbot is een groeiend probleem dat vraagt om continue monitoring. Zeker met het stijgende grondwaterpeil
wordt de kans op leverbot steeds groter. De prognose van leverbot is afhankelijk van het weer en het aantal leverbotslakken in het voorjaar en de zomer. Vooral dieren die een lang weideseizoen
hebben gehad (>6maanden) lopen gevaar. Tevens kan de besmetting binnengehaald worden door nieuwe aankopen op het bedrijf.
Symptomen van leverbot op een rundvee bedrijf: verminderde melkproductie,
vruchtbaarheidsproblemen en vertraagde groei en ontwikkeling van het jongvee.
Bij runderen is sterfte door leverbot uitzonderlijk al kunnen jonge dieren door
bloedarmoede en eiwittekorten sterven. Hoe jonger de dieren hoe ernstiger de
symptomen. Antistoffen tegen de leverbot blijven ongeveer 6 maanden aantoonbaar bij runderen. De schade die door leverbot optreedt, kan duizenden euro’s per
jaar bedragen. (bron: GD)
Bij schapen en geiten kan er wel acute sterfte als gevolg van leverbot optreden.
Onderzoek
*bloed wordt gebruikt om antistoffen tegen leverbot 4-6 weken na het begin van de infectie aan te tonen. (minimaal 5
dieren per koppel)
*mest onderzoek ( mengmonster van 5 – 10 dieren) 12 weken na begin infectie (globaal vanaf 1 januari) toont leverboteieren in de mest aan.
*tankmelk onderzoek wordt via de GD onderzocht op antistoffen tegen leverbot. Bij een positieve uitslag is minstens
10-15% van de dieren besmet (jaarlijks in oktober/november).
Preventie
*beweidingplan (het voorkomen van een natte weide en eventueel poelen en waterkanten afzetten zodat de dieren hier
niet van kunnen drinken)
*grondwaterpeil verlagen
*geen schapen op rundveepercelen tenzij ze leverbot vrij worden verklaard en om de 8 weken worden behandeld tegen leverbot. Voor schapen geldt een gevoelige periode voor leverbot van september tot in de winter maanden.
Behandeling
Middelen die op de markt zijn tegen leverbot: fasinex, endex, tribex, ivomec plus, (Zanil) en flukiver combo.
*jongvee 2-4 weken na het opstallen.
*melkvee in droogstand 6-8 weken voor het kalven. ( Er zijn geen middelen in Nederland geregistreerd voor melkgevend rundvee.)
*schapen en geiten na bevestiging via bloed of mest of sectie om de 6-8 weken.
Omdat de larven tot 8 weken niet gevoelig zijn voor de bestrijdingsmiddelen tegen leverbot, moet men 2 maanden
later de behandeling herhalen.
Voor advies over welk middel in uw geval het meest geschikt is kunt u contact met ons opnemen. Er bestaat namelijk
in sommige gebieden resistentie tegen bepaalde middelen zoals triclabendazol.
Apotheek nieuws
* Voreen is tijdelijk niet leverbaar maar het alternatief is Rapidexon.
Hierbij geven wij u een verklaring voor in de map bedrijfsbehandelplannen.
* Rotavec (injectie tegen E-coli, Rotavirus en Coronavirus) en Ringvac (tegen ringworm) is vanaf juli 2014 weer
leverbaar.
* Tegen de vliegen zijn de Auriplak oorplaatjes volop op voorraad.
Hittestress.
De zomer staat voor de deur en nu de temperaturen weer oplopen, is extra alertheid geboden. Een koe heeft namelijk
het liefst een temperatuur tussen -5 en +18 graden Celsius. Al vanaf 21 graden heeft ze last van de warmte. Daarbij
speelt de luchtvochtigheid ook een rol: hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe eerder de koe last heeft van hittestress.
Deze stress zorgt voor algehele malaise, met grotere kans op melkproductiedaling, uierontsteking en wittelijnproblemen.
Melkproductiedaling kan ontstaan doordat de dieren minder eten vanwege het warme weer. Ze zoeken de schaduw op
en door broei is het voer minder smakelijk. Ook hebben ze meer drinkwater nodig (behoefterichtlijn minimaal 40 liter
+ 4x de melkproductie in liters).
De kans op uierontsteking is verhoogd omdat de infectiedruk vanuit de omgeving hoger wordt door snelle bacteriegroei. Probeer de stal fris te houden en de ligplaatsen schoon en droog (ook als de koeien buiten staan). Witte lijnproblemen kunnen veroorzaakt worden doordat de dieren te lang in de schaduw of bij de waterbak staan om te koelen,
waardoor via beschadigingen van de lederhuid wittelijnprocessen kunnen ontstaan.
Het is raadzaam de koeien op warme momenten van de dag binnen te houden. Ze liggen dan in de schaduw, hebben
schoon en fris drinkwater en kunnen eventueel extra worden bijgevoerd. Eventueel kunt u mechanisch ventileren. Dit
kan met (mobiele) ventilatoren, bijvoorbeeld op de voergang. De koeien komen beter aan het voerhek, vreten meer en
de kans op broei in het voer wordt kleiner (Bron: GD)
Deze nieuwsbrief kunt u ook terug vinden op onze website: www.dierenarts-dalfsen.nl