Wat gij niet wilt…

ETHIEK
BijZijn-XL
nr. 04 - 2014
ETHIEK
15>
Wat gij niet wilt…
Als zorgverlener ben je altijd bezig met de zorg voor een ander. Maar wie goed wil
zorgen voor een ander, moet ook goed zorgen voor zichzelf. Dat vraagt om periodiek onderhoud. Daarom is het soms beter om wat meer aan jezelf te denken.
O
nlangs las ik een werkstuk van een student over
burn-out. Al lezende kreeg ik de schrik toch wel te
pakken. In de eerste plaats omdat ik las hoeveel
mensen er jaarlijks opgebrand raken. Dat is niet mis. In 2011 ging
het om 1 op de 8 mensen. Dat aantal is sinds 2007 licht gestegen.
En dan gaat het in de zorg vooral over goed gemotiveerde mensen
die dit risico lopen.
Toch zat mijn schrik dieper. Ik herkende namelijk een aantal
symptomen die tot burn-out kunnen leiden beter dan me lief was.
Ik herkende bijvoorbeeld de ervaring dat je steeds minder
voldoening vindt in je werk: het enige dat nog telt is dan dat je
weer iets kunt wegstrepen.
Ik herinnerde me weer een periode in het najaar dat ik
het enorm druk had gehad. Vlak voor Kerst werd ik toen geveld
door de griep. Daardoor kreeg ik de tijd om rustig bij te tanken.
En tijdens de kerstvakantie realiseerde ik me dat mijn slechte
conditie alles van doen had met mijn arbeidsethos, kortom: met
ethiek. In de ethiek is een bekende uitspraak: ‘Wat gij niet wilt dat
u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Deze uitspraak wordt
wel de gulden regel genoemd, en komt in alle culturen voor.
Ik ontdekte dat ik deze regel wel op een heel onverwachte manier
met voeten getreden had. Wat ik mezelf aan werkdruk had
aangedaan die laatste maanden, zou ik een ander nooit willen
aandoen.
Vanaf de zomervakantie was die druk enorm opgelopen, en steeds
had ik toegeleefd naar een moment waarop meer rust zou komen.
Na volgend weekend, na het einde van de maand, na de
herfstvakantie… Maar voortdurend bleef die grens zich opschuiven, want het werd maar niet rustiger. Hoe breng je daar
verandering in? Je kunt afspraken toch niet zomaar afzeggen?
En mensen rekenen toch op je? ‘Wat gij niet wilt…’
Leger en leger
Natuurlijk liet ik me af en toe op mijn werk ontvallen dat het toch
wel wat te gortig werd. En de mensen om me heen zagen het ook
wel. Collega’s vooral. Of soms zelfs wat oudere studenten die in
de pauze naar mij toekwamen en vroegen of het wel goed met me
ging, omdat ik er zo moe uitzag. Heel attent en lief.
Vanzelfsprekend is het een verantwoordelijkheid van werkgevers
om arbeidsvoorwaarden te scheppen die het beste uit mensen
halen zonder ze leeg te roven.
Tekst: Carlo Leget, hoogleraar zorgethiek en geestelijke
begeleidingswetenschappen aan de Universiteit voor
Humanistiek in Utrecht
Maar mensen kunnen soms zo enthousiast in hun werk opgaan,
dat er geen grenzen meer lijken te bestaan.
En ben jezelf niet degene die het beste weet wanneer
de grens bereikt is?
Als ik terugkijk op de periode dat ik op het randje van overwerkt
liep, komt het beeld bij me op van een bakker die wel brood
verkoopt, maar niet de tijd neemt om nieuw te bakken. En dan
kun je op je klompen aanvoelen dat dit niet lang kan duren.
Langzaam raak je leger en leger. Je doet je werk nog wel, maar
het hart is er steeds meer uit. Je vinkt lijstjes af, streept klusjes
weg, komt moe thuis, probeert je tevergeefs te ontspannen, en
slaapt vervolgens slecht. En gaandeweg voel je de ruimte in jezelf
kleiner worden. Je gaat strakker in je vel zitten, merkt dat je je
sneller ergert aan dingen, en wordt soms kortaf om een echte
uitbarsting te vermijden.
Zorg voor zorgenden
Wanneer je in de zorg werkt, kun je niet zonder gevoel
en emoties. Hoewel je ook je hoofd en je handen op orde moet
hebben, maakt je gevoel dat er echt iets van zorgzaamheid tussen
mensen op gang komt. En dat vraagt om periodiek onderhoud.
Toen ik een jaar of vijftien geleden in Rotterdam werkte, heb ik
voor het eerste kennisgemaakt met het verschijnsel ‘zorg voor de
zorgenden’. Daar leerde ik ook de prachtige uitspraak ‘Heb je
haast, pak een stoel’. Wie goed wil zorgen voor een ander, moet
goed zorgen voor zichzelf. Want wat je zelf niet hebt, kun je ook
een ander niet geven.
Al doende leert men, zo is het gezegde. Wat ik ervan geleerd heb?
Dat de ethiek soms de gulden regel beter een tijdje kan
omdraaien: ‘Wat gij niet wilt dat een ander geschiedt,
doe dat ook uzelve niet.’
<