Opvoeden doen je samen

Workshop 2 oktober
Trudy Coenen & Louise Koopman – Opvoeden doe je samen
Case 1: Spijbelcase
Rodrigo is voortdurend afwezig. Er is geen peil te trekken op zijn aanwezigheid in de klas. Zijn vader
en moeder lijken weinig invloed te hebben op zijn schoolgang, en Rodrigo zelf reageert niet op
telefoontjes. Als je hem aanspreekt op zijn spijbelgedrag haalt hij zijn schouders op. Schorsing lijkt
geen indruk te maken. In de klas is hij niet heel aanwezig, ook als hij fysiek wel aanwezig is. Hij is
geen slecht leerling. De leerplichtambtenaar zit met de handen in het haar.
Hoe zou jij te werk gaan om het spijbelen terug te dringen?
Groep 1:
 Hoe zit het met het sociale netwerk van de leerling?
 Time out
 Contact opnemen met de leerplichtambtenaar: want wat een watje lijkt ons dat!
 Buurtrechercheur inschakelen
Groep 2:





Reden spijbelen achterhalen door met spijbelaar te praten
Naar ouders  actie door zorgcoördinator
Na een waarschuwing boete opleggen
Plus coach – extra coaching leerling
In ieder geval zeer duidelijk maken aan leerling dat hij gemonitored wordt.
Case 2: Taalbarrière
Qasdi is twee jaar geleden naar Nederland gekomen. Ze heeft in korte tijd Nederlands geleerd en is
een goede leerling. Op een ouderavond ontmoet je haar ouders. Ai, dat is lastig, haar ouders zijn het
Nederlands nauwelijks machtig, een gesprek over Qasdi in de klas lijkt onmogelijk. Of toch niet?
Hoe zou jij deze kwestie tackelen?
Groep 1:
 Afhankelijk van het nieuws wordt tolk of familielid ingeschakeld
 Later kun je ook beginnen over een talencursus of een inburgeringscursus voor de moeder.
Groep 2:
 Eerst Engels en Frans proberen
 Dan andere afspraak maken; waarbij evt. vrienden of familie tolken (niet in geval van slecht
nieuws gesprek!). Voor tolken is geen budget.
 In geval het gaat om een goede leerling, kan die eventueel aanwezig zijn bij het gesprek.
Case 3: Omgaan met andere cultuur
De ouderavonden/tienminutengesprekken staan weer voor de deur. Ietsje nerveus komt een leerling uit
de klas naar je toe: ‘Juf, ik wilde u alvast zeggen dat mijn vader vrouwen geen hand geeft, ik dacht, ik
zeg het alvast maar, dat u dat weet.’
Wat doe je in zo’n geval?
Groep 1:
 We accepteren het als het gesprek verder goed verloopt
 Ervaring van een docente: zij accepteerde het, ook toen er ‘om haar heen’ werd gewerkt om
het vrouw-een-hand-moeten-geven te vermijden.
Groep 2:
 Het gesprek aangaan zonder hand te geven.
 Privé heeft men er wel moeite mee, maar voor school wordt gekozen voor een pragmatische
oplossing
 Accepteren, maar wel iets over zeggen tegen leerling.
Case 4: moeilijke thuissituatie
Soeraja (17) woont samen met zus Laetitia (18) bij haar vader. Moeder is achtergebleven in Suriname,
vanwege betere onderwijsmogelijkheden zijn de kinderen enige jaren geleden naar Nederland
gekomen. Soeraja zit bij je in de klas, het is geen slechte leerling. Op zekere avond om halfelf belt ze
op: ‘Juf, ik moet met u praten...’ Het is een heel verhaal: vader heeft geen baan, is de hele dag thuis
aan het drinken en terroriseert de kinderen. Ze mogen geen gebruikmaken van de keuken, en naast
school moeten ze werken en hem het verdiende geld geven.
Hoe zou je deze situatie aanpakken?
Groep 1:




Hoe persoonlijk ben je met de leerling (heeft die je tel. Nr?)?
Extra info verzamelen
Wil leerling dat je iets doet? Wat wil de leerling?
Melding maken bij AMK
Groep 2:




Eerste vraag zou zijn: ben je veilig? Weten er meer mensen van? Heb je een vangnet?
Contact leggen met zorgcoördinator
Vader bellen (voor algemeen gesprek, om de situatie te peilen)
Politie bellen