ZONDAGSBRIEF WIJKGEMEENTE ALMERE STADSPOORT Datum : 19 oktober 2014 Viering van Woord en Doop Voorganger Organist Ambtsdrager van dienst Lector/Lectrix Kleur : Ds. Harry Hübbers : Anneke van Huissteden : Janneke Waninge : Plonie Schadee : Groen In deze dienst dopen wij Juda Govert Johannes Verspuij, zoon van Jan-Auwke en Marianne Verspuij, geboren op 10-09-2014 Orde van dienst KOMEN Welkom door de ouderling van dienst We steken de paaskaars aan: het licht van de opgestane Christus We gaan staan Intochtslied: Zingen: Psalm 108 1,4 1. Mijn hart is, Heer, in U gerust. Uw lof te zingen is mijn lust. Maakt, harp en luit, den Heere groot. Mijn lied begroet het morgenrood. Ik breng mijn lof, o HEER, U toe onder de volken en ik doe in ieder land mijn psalm weerklinken, daar 'k hemelhoog uw trouw zie blinken. 4. Wie voert mij met een vaste hand tot in het hart van 's vijands land? O God, die ons verstoten had, trek met ons uit, wijs ons het pad, want mensenhulp is ijdelheid. Nu God ons bijstaat in de strijd is elke heldendaad te wagen. De vijand wordt door Hem verslagen. Votum en Groet Groet: v: Genade en vrede van de Heer zij met u g: OOK MET U ZIJ DE HEER We begroeten elkaar (Votum) Bemoediging: v: Onze hulp is in de naam van de Heer g: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT v: Here Jezus, om Uw woord g: zijn wij hier bijeengekomen. v: laat in ’t hart dat naar U hoort g: Uw genade binnenstromen. v: Heilig ons, dat wij U geven g: hart en ziel en heel ons leven. Amen Zingen: nieuw Liedboek 885 Groot is uw trouw (Juda komt intussen binnen) 1. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu. Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. 2 2. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Refrein (allen gaan zitten) Betekenis van de doop (formulier) Jezus Christus heeft gesproken: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ In de heilige doop verbindt God zijn Naam met onze naam. Wij allen delen in zonde, schuld en oordeel en wij kunnen alleen in Gods rijk komen als wij opnieuw geboren worden uit water en Geest. Als wij gedoopt worden in de naam van de Vader, geeft God ons het teken en zegel van het verbond van zijn genade. Wij mogen zijn kinderen zijn en erfgenamen van zijn belofte. Zo wil Hij altijd voor ons zorgen. Als wij gedoopt worden in de naam van de Zoon, verzekert Hij ons van de afwassing van al onze zonden door zijn bloed. Wij zijn met Christus gestorven en begraven. Zoals Hij uit de dood is opgewekt, zo zullen wij leven met Hem. Als wij gedoopt worden in de naam van de heilige Geest, belooft de heilige Geest dat Hij bij ons wil wonen en dat Hij dagelijks ons leven wil vernieuwen. In het verbond worden wij van onze kant opgeroepen om God te gehoorzamen, te vertrouwen en lief te hebben, voor altijd. We hoeven aan Gods genade niet te twijfelen want zijn verbond is een eeuwig verbond en zijn goedheid duurt in eeuwigheid. In deze geweldige belofte mogen ook onze kinderen delen, al begrijpen zij nu nog niet wat er met hen gebeurt. Ook de kinderen horen immers bij het verbond. Zo sprak de HERE God al tot Abraham: ‘Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen’. Nu bent u als ouders geroepen om uw kinderen vertrouwd te maken met het geloof en hen bij de Heer te brengen. Jezus sprak zelf: ‘Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van 3 God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan.’ Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen. Als Doopgebed zingen wij: In het water van de doop (Sela 76) 4 We zeggen samen – staande – de geloofsbelijdenis: Ik geloof in God de Vader de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde en in Jezus Christus zijnen eniggeboren Zoon, onze Here die ontvangen is van de Heil’gen Geest geboren uit de maagd Maria die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd gestorven en begraven, nedergedaald ter helle, ten derde dagen wederom opgestaan van de doden, opgevaren ten hemel zittende ter rechterhand Gods des almachtigen Vaders vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest, ik geloof ene heilige algemene christelijke Kerk de gemeenschap der heiligen, vergeving der zonden, wederopstanding des vlezes en een eeuwig leven. Amen Ouders blijven staan Doopvragen Jan Auwke Verspuij Johanna Maria Valentina Verspuij-van Poortvliet Omdat God Bondgenoot is van ons en van onze kinderen, mogen we gedoopt worden in Zijn Naam. Daarom vraag ik de ouders: Verlangen jullie dat jullie kind gedoopt wordt in de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest? En beloven jullie je kind in woord en daad voor te gaan op de weg ons gewezen door de Jezus Christus onze Heer? Ouders komen naar voren en de kinderen ook Doop Dooptekst: Nu zal ik de Heer loven! (Genesis 29: 35) 5 Met begeleiding van Jan-Auwke zingen wij: Opwekking 599 - Kom tot de vader 1. Nog voordat je bestond Kende Hij je naam Hij zag je elk moment En telde elke traan Omdat Hij van je hield Gaf Hij zijn eigen zoon Hij wacht alleen nog maar totdat jij komt 2. En wat je nu ook doet Z'n liefde blijft bestaan Ook niets wat jij ook deed Verander daar iets aan Omdat Hij van je houd Gaf Hij zijn eigen zoon En nu is alles klaar wanneer jij komt Refrein: Kom tot de Vader Kom zoals je bent Heel je hart, al je pijn Is bij Hem bekend De liefde die Hij geeft De woorden die Hij spreekt Daarmee is alles klaar wanneer jij komt 3. En wat je nu ook doet Z'n liefde blijft bestaan Ook niets wat jij ooit deed Verandert daar iets aan Omdat Hij van je houdt Gaf Hij z'n eigen zoon En nu is alles klaar wanneer jij komt Refrein Kom tot de Vader Kom zoals je bent Heel je hart, al je pijn Is bij Hem bekend De liefde die Hij geeft De woorden die Hij spreekt Daarmee is alles klaar wanneer jij komt 6 De liefde die Hij geeft De woorden die Hij spreekt Hij wacht alleen nog maar totdat je komt Vraag aan de gemeente (wij gaan staan) Gemeente van Christus, u bent getuige van de doop van deze kinderen. Wilt u Juda in uw midden ontvangen met hem delen in de liefde van God en wilt u waar mogelijk hem en de ouders helpen om de weg van het geloof te gaan? (Ja, dat beloven wij.) Zingen: (Staande) Gezang 255 1,2 (doopkaars) 1. Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heil'ge Geest, de Trooster, de Drieëen'ge in zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drieëen'ge in zijn troon! 2. Ere zij aan Hem, wiens liefde ons van alle smet bevrijdt, eer zij Hem die ons gekroond heeft, koningen in heerlijkheid. Halleluja, halleluja, ere zij het Lam gewijd. Kinderen gaan naar eigen ruimte en ontsteken de kaars. WOORD Schriftlezing: Genesis 18: 1-15 1De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. 2Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep 3en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. 4Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen, maak het u 7 hier onder de boom intussen gemakkelijk. 5Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen?’ Zij antwoordden: ‘Wij nemen uw uitnodiging graag aan.’ 6Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. ‘Vlug,’ zei hij, ‘drie schepel fijn meel! Maak deeg en bak brood.’ 7Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een mooi kalf uit dat er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk klaarmaakte. 8Hij haalde boter en melk, nam het gebraden kalf en zette alles aan zijn gasten voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan onder de boom. 9‘Waar is Sara, uw vrouw?’ vroegen zij hem. ‘Daar, in de tent,’ antwoordde hij. 10Toen zei een van hen: ‘Ik kom over precies een jaar bij u terug en dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben.’ Sara, die in de ingang van de tent stond, achter de man, hoorde dat. 11Nu waren Abraham en zij op hoge leeftijd gekomen en de jaren dat een vrouw vruchtbaar is, lagen al ver achter haar. 12Daarom lachte ze in zichzelf. Zou de liefde voor mij dan nog weggelegd zijn? dacht ze. Ik ben immers verwelkt, en ook mijn man is al oud. 13Toen vroeg de HEER aan Abraham: ‘Waarom lacht Sara, waarom vraagt ze zich af of ze op haar leeftijd nog wel een kind ter wereld kan brengen? 14Is ook maar iets voor de HEER onmogelijk? Op de vastgestelde tijd, over precies een jaar, kom ik bij je terug en dan heeft Sara een zoon.’ 15Geschrokken ontkende Sara: ‘Ik heb niet gelachen.’ Maar hij zei: ‘Ja, je hebt wel gelachen.’ Zingen: Psalm 146: 3 en 4 3. Heil wien Jakobs God wil bijstaan, heil die God ter hulpe riep. Want zijn heil zal niet voorbijgaan, God is trouw aan wat Hij schiep. Wat in hemel, zee of aard woont, is in zijn hand bewaard. 4. Aan wie hongert geeft Hij spijze, aan verdrukten recht gericht. wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze, blinden geeft Hij het gezicht. Hij geeft de gebukten moed en heeft lief wie zijn wil doet. 8 Schriftlezing: 1 Thessalonicenzen 1: 1-10 1Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader, en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede. 2Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden 3en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer. 4God heeft u lief, broeders en zusters. Wij weten dat hij u heeft uitgekozen: 5onze verkondiging aan u overtuigde immers niet alleen door onze woorden, maar ook door de overweldigende kracht van de heilige Geest. U weet hoeveel we voor u hebben betekend toen we in uw midden waren. 6U hebt ons nagevolgd, en daarmee de Heer: onder zware beproevingen hebt u het woord ontvangen met de vreugde van de heilige Geest. 7Zo bent u een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje geworden. 8Want het woord van de Heer heeft zich vanuit uw gemeente niet alleen in Macedonië en Achaje verspreid, uw geloof in God vindt ook weerklank buiten die gebieden. Wij hoeven daarover niets te vertellen; 9iedereen praat erover hoe wij door u zijn ontvangen en hoe u zich van de afgoden hebt afgewend om u tot God te keren – om hem, de levende en ware God, te dienen 10en om zijn Zoon te verwachten uit de hemel: Jezus, die hij uit de dood heeft doen opstaan en die ons zal redden van het komende oordeel. Zingen: Gezang 255 3,4 3. Ere zij de Heer der eng'len, ere zij de Heer der kerk, ere aan de Heer der volken; aard' en hemel looft uw werk! Halleluja, halleluja, looft de Koning, heel zijn kerk! 4. Halleluja, lof, aanbidding brengen eng'len U ter eer, heerlijkheid en kracht en machten legt uw schepping voor U neer. Halleluja, halleluja, lof zij U, der heren Heer! Verkondiging 9 ANTWOORD Zingen: God in ons midden (mel. Eeuwen geleden) ELB 362 1. God in ons midden, Heer, wij aanbidden, met al uw kinderen wereldwijd, uw trouw aan mensen, uw onbegrensde, uw ongekende majesteit. 2. Lam dat de zonden draagt, Lam dat de leeuw verjaagt, uw wieg een kribbe, uw troon een kruis Gij spreidt geen macht ten toon, Gij zijt, o mensenzoon, onder een open hemel thuis. 3. Licht van de overkant, fakkel die eeuwig brandt, o vlam die ons naar Gods land geleidt, wie lopen in uw licht, zie, over hun gezicht, valt al de glans der eeuwigheid. 4. Koning der volken, kom op de wolken, keer al het kwade ten goede om, kom, Lam dat voor ons bloedt, kom, licht in overvloed, kom spoedig, Here Jezus, kom! 5. God in ons midden, Heer, wij aanbidden, met al de heiligen uw beleid, uw trouw aan mensen, uw onbegrensde, uw ongekende majesteit. Kinderen terug Mededelingen 10 Inzameling van de gaven eerste rondgang: tweede rondgang: derde rondgang: Kerk in Actie – Werelddiaconaat Kerk Diaconie VLA Voorbeden (u kunt uw voorbeden opschrijven in het gebedenboek, bij de ingang van de kerk) Stilte Onze Vader (U kunt uw kind uit de crèche halen om gezamenlijk de zegen te ontvangen) GAAN Slotzang: Lied 969 In Christus is noch west noch oost in Hem noch zuid noch noord, één wordt de mensheid door Zijn troost, de wereld door Zijn Woord. Tot ieder hart, dat Hem behoort, met Hem gemeenschap vindt. De dienst aan Hem is ’t gouden koord dat alle samen bindt. Geliefden, sluit u dan aaneen, vanwaar en wie ge ook zijt, als kind’ren om uw Vader heen en Christus toegewijd. Laat zuid en noord nu zijn verblijd, Hem prijzen west en oost. Aan Christus hoort de wereld wijd, in Hem is zij vertroost. Zegen en Amen 11
© Copyright 2024 ExpyDoc