Wtw 19437 vergunning

Watervergunning
Datum
Nummer
Onderwerp
12 mei 2014
RWS-2014/20956
Wijziging van Watervergunning van 6 juni 2004, nummer
ANW 2004/4340 (het laatstelijk gewijzigd bij besluit van
29 november 2010, kenmerk WSV 2010/6859) van:
Albemarle Catalysts Company B.V.
Site Amsterdam Noord
Nieuwendammerkade 1-3
Postbus 37650
1030 BE AMSTERDAM
Inhoudsopgave
1. Aanhef
2. Besluit
3. Aanvraag
4. Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer
5. Procedure
6. Conclusie
7. Ondertekening
8. Mededelingen
Bijlage 1 Overzicht welke afvalwaterstroom onder welk regulerend regime valt.
Pagina 1 van 9
1. Aanhef
Datum
12 mei 2014
De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 15 april 2014 een aanvraag
ontvangen van Albemarle Catalysts Company B.V. om de vigerende vergunning
als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten van
handelingen in een watersysteem te wijzigen.
Nummer
RWS-2014/20956
De aanvraag is geregistreerd onder nummer RWS-2014/17909 (Wave-nummer:
wtw 19437)
De aanvraag betreft wijziging van de geldigheidsduur, van de vergunning van 6
juni 2004, nummer ANW 2004/4340 (laatst gewijzigd d.d. 29 november 2010,
kenmerk WSV 2010/6859), tot 1 november 2015.
2. Besluit
Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de
Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de
minister van Infrastructuur en Milieu als volgt:
De aan Akzo Nobel Catalysts B.V. (rechtsvoorganger van Albemarle Catalysts
Company B.V.)verleende vergunning van 6 juni 2004, kenmerk ANW 2004/4340
het laatstelijk gewijzigd bij besluit van d.d. 29 november 2010, kenmerk WSV
2010/6859) als volgt te wijzigen:
De vergunning te verlenen voor een periode tot 1 november 2015.
3. Aanvraag
3.1 Algemeen
Akzo Nobel Catalysts B.V. (rechtsvoorganger van Albemarle Catalysts Company
B.V.) heeft bij besluit van 6 juni 2004 met kenmerk ANW 2004/4340 een
vergunning gekregen voor het brengen van stoffen in het IJ en op Zijkanaal K te
Amsterdam. Aan de vergunning is een tijdelijkheid verbonden aangezien het
afvalwater onder meer de zwarte lijststoffen cadmium en kwik bevat. Daarnaast
zijn diverse onderzoek- en saneringverplichtingen in de vergunning opgenomen.
De einddatum van de vigerende vergunning is 4 september 2014. Gelet op het
verlopen van de vergunning heeft Albemarle Catalysts BV een aanvraag ingediend.
3.2 Huidige situatie
Albemarle Catalysts Company B.V. (hierna Albemarle) produceert katalysatoren.
Op het terrein van Albemarle staan hiervoor 3 fabrieken:
de FCC (Fluid Cracking Catalysts) fabriek produceert katalysatoren voor de
petrochemische industrie. De katalysatoren dienen om zware aardoliefracties
te kraken tot kleine waardevolle koolstofketens (benzine, diesel, etc.);
de HPC (Hydro Processing Catalysts) fabriek produceert eveneens
katalysatoren voor de petrochemische industrie. De katalysatoren uit deze
fabriek dienen om zwavel en/of stikstof uit aardolieproducten te verwijderen
tijdens het raffinageproces;
Pagina 2 van 9
-
de MPC (MultiPurpose/Reforming Catalysts) fabriek produceert diverse
katalysatoren voor toepassing in de (petro)chemische industrie.
Voor een nadere omschrijving van bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar de
vergunning met nummer ANW 2004/4340.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS-2014/20956
Gelet op de hiervoor genoemde activiteiten van Albemarle, valt de inrichting
onder type C inrichting in het kader van het Activiteitenbesluit. Voor inrichtingen
type C blijft in beginsel een omgevingsvergunning (en eventueel een
watervergunning) nodig. De activiteiten die zijn geregeld in hoofdstuk 3 van het
Activiteitenbesluit zijn echter ook van toepassing op inrichtingen type C en worden
dus niet langer in die vergunning geregeld.
3.3 Gewenste wijzigingen
In de vigerende vergunning resteerden een tweetal saneringsverplichtingen voor
solids en nitraat in het afvalwater van de FCC. In december 2013 zijn er bij
Albemarle twee investeringsprojecten opgeleverd, welke hebben geleid tot
sanering in lijn met de gemaakte afspraken. Voor data inventarisatie, -evaluatie
en het indienen van een aanvraag, heeft Albemarle 10 maanden nodig. Concreet
betekent dit dat per 1 november aanstaande genoemde aanvraag zou kunnen
worden ingediend.
Inmiddels zijn met RWS en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied afspraken
gemaakt over een revisietraject van de vergunning. Hierbij is afgesproken dat
Albemarle uiterlijk het eerste kwartaal 2015 een ontvankelijke aanvraag indient
voor een revisievergunning.
In het licht van beide trajecten verzoekt Albemarle eerdergenoemde aanvraag
mee te nemen in het revisietraject van de watervergunning en op basis hiervan de
geldigheidsduur van de bestaande watervergunning te verlengen naar 1 november
2015.
4. Toetsing aanvraag
4.1 Tijdelijk verlengen vigerende vergunning
De vigerende watervergunning is om twee redenen tijdelijk verleend, te weten:
a) Het afvalwater bevat onder meer de gevaarlijke stoffen cadmium en kwik.
Deze stoffen of groepen van stoffen komen voor op lijst I van richtlijn
2006/11/EG waarvoor grenswaarden zijn vastgesteld in gevolge artikel 6 van
die richtlijn. Op grond van artikel 6.1 van de Waterregeling mag de
vergunning slechts worden verleend voor een beperkte duur.
b) Een aantal afvalwaterstromen van Albemarle voldoet niet aan BBT. Daarom
zijn diverse onderzoek- en saneringverplichtingen in de vergunning
opgenomen.
Gevaarlijke stoffen
Gelet op de herkomst van cadmium en kwik, de stand der techniek om deze
verontreinigingen te verwijderen en de normen zoals die in de vergunning zijn
opgenomen, ligt het niet in de lijn der verwachting dat in een nieuwe
vergunning andere eisen worden gesteld. Gelet hierop ben ik van mening dat
een tijdelijke verlenging van de vigerende vergunning aanvaardbaar is.
Pagina 3 van 9
Onderzoek- en saneringverplichting
In 2010 is gebleken dat, door de introductie van campagnegewijze productie,
met de doorgevoerde saneringsmaatregelen niet wordt voldoen aan de
streefwaarden. Als gevolg van de doorgevoerde sanerende maatregelen
hebben zich onvoorziene effecten voorgedaan. Met dit nieuwe inzicht is een
aanvullend saneringsplan ingediend om in 2013 tot een gesaneerde situatie te
komen.
Ik heb hiermee ingestemd en de vergunning is hier op 29 november 2010
aangepast. Echter in 2010 is niet stil gestaan bij de tijd die nodig is om
meetgegevens te verzamelen. Om goed handhaafbare normen te kunnen
vaststellen, is het van belang dat er voldoende meetgegevens onder alle
gangbare procescondities worden vergaard. Met behulp van de
Lozingseisassistent1 kunnen dan de lozingseisen worden afgeleid. In principe
kan Albemarle per 1 november met een nieuwe aanvraag komen. Een
vergunning kan dan 1 mei 2015 van kracht zijn.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS-2014/20956
Nu gebleken is dat de Wabo-vergunning aan revisie toe is, Albemarle heeft
toegezegd de aanvragen voor de Wabo- en Watervergunning definitief in het
eerste kwartaal van 2015 in te dienen, kunnen beide vergunningen 1 november
2015 van kracht zijn.
Dit betekent dat bij het gecoördineerd voorbereiden van de Watervergunning,
deze 6 maanden later van kracht wordt dan bij het zelfstandig doorlopen. Gelet
op de aard van de milieubelasting, de mogelijke technische maatregelen om de
milieubelasting te reduceren, valt op voorhand niet uit te sluiten dat gemaakte
keuzes geen invloed/gevolgen zullen hebben op een ander milieu
compartiment. Gelet hierop vind ik het belangrijk dat de Wabo- en
Watervergunning gecoördineerd worden voorbereiden.
Gelet op bovenstaande overwegingen kan ik instemmen met het verzoek van
Albemarle en zal de looptijd van de vigerende vergunning verlengen tot 1
november 2015.
4.2 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
(Activiteitenbesluit)
Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen
milieubeheer aangepast, verder aangehaald als ‘Activiteitenbesluit’. Met deze
wijziging worden ook IPPC-inrichtingen aangemerkt als inrichtingen type C. Dit
betekent dat activiteiten die zijn geregeld in hoofdstuk 3 van het
Activiteitenbesluit, niet langer in die vergunning worden geregeld.
Of en hoelang vergunningvoorschriften als maatwerkvoorschrift blijven gelden,
wordt geregeld in het overgangsrecht. Dit staat in hoofdstuk 6 van het
Activiteitenbesluit. In het geval van Albemarle is uitsluitend artikel 6.2 van het
overgangsrecht van belang. Hierin is bepaald dat voor type C inrichtingen de
voorschriften van de vergunning gedurende drie jaar na het van toepassing
worden van dit besluit of een deel daarvan met betrekking tot het lozen, voor
zover het lozen betrekking heeft op de activiteiten genoemd in hoofdstuk 3,
worden aangemerkt als maatwerkvoorschriften, mits de voorschriften van die
1
Statistische software voor het afleiden van lozingeisen, te vinden op:
http://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/applicaties-modellen/@1515/lozingseis_assistent/
Pagina 4 van 9
vergunning vallen binnen de bevoegdheid van het bevoegd gezag tot het
stellen van maatwerkvoorschriften.
Concreet betekent dit voor het volgende:
Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende
voorziening
Artikel 3.3 van het Activiteitenbesluit (AB) stelt eisen aan het lozen van
hemelwater.
Lozen van koelwater
Artikel 3.6 AB ziet toe op koelwaterlozingen tot 50 MW. Het artikel voorziet
in een mogelijkheid tot maatwerk om van de gestelde eisen af te wijken
indien de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet.
Aangezien Albemarle het koelwater behandeld en meer dan 1 MW warmte
loost, heeft zij een maatwerkbesluit aangevraagd. Deze is op 14 december
2010 onder nummer WSV 2010/7233 verleend.
Het in werking hebben van stookinstallaties, niet zijnde grote
stookinstallatie
Artikel 3.10k AB stelt eisen aan het lozen van spuiwater (van een
stoomketel van een stookinstallatie) en condensaat van rookgassen van
een stookinstallatie.
Opslaan en overslaan van goederen
§3.4.3 van het AB stelt eisen aan het op- en overslaan van goederen. In
Artikel 3.34 AB worden eisen gesteld aan het lozen van afvalwater
afkomstig van het op- en overslaan van goederen.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS-2014/20956
4.3 Gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het
watersysteem
Gelet op de doorgevoerde saneringsmaatregelen, zijn de emissie afgenomen.
Echter, op dit moment zijn er onvoldoende gegevens om dit te vertalen naar
nieuwe lozingseisen. Deze gegevens komen op korte termijn beschikbaar en zullen
dan worden gebruikt om een nieuwe, de gehele inrichting omvattende
watervergunning aan te vragen.
De aangevraagde wijziging leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor
de chemische en ecologische kwaliteit van de Beringhaven.
5. Procedure
Op grond van artikel 6.26, tweede lid heeft de voorbereiding van deze vergunning
volgens het gestelde in artikelen 3.8 en 3.9, eerste lid, onderdeel a en tweede tot
en met vierde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht jo. Afdeling
4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Aangezien de aanvraag
tot wijziging van de vergunning voor het lozen van stoffen niet leidt tot andere of
grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van
watersystemen dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan, is volgens
artikel 6.26 lid 2 Waterwet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet
van toepassing.
Deze vergunning treedt in werking na de bekendmaking.
Pagina 5 van 9
6. Conclusie
Datum
12 mei 2014
De ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de in
artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De beoogde verandering
leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en
ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning al
zijn toegestaan.
Nummer
RWS-2014/20956
7. Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
namens deze,
hoofd afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Noord
Pagina 6 van 9
8. Mededelingen
Datum
12 mei 2014
Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde
contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit.
De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen.
Nummer
RWS-2014/20956
Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en
aandachtspunten u helpen:
Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u
betekent?
Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u
behoefte aan een toelichting?
Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt?
Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer
u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de
besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen.
Bent u het niet eens met dit besluit?
Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet
hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn.
De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van
bezwaar:
Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent?
Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u
van Rijkswaterstaat?
Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u
met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere,
wellicht eenvoudigere wijze bereiken?
Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een
bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen
met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u
overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden
die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen.
Hoe maakt u bezwaar?
Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is
bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen
naar de Minister van Infrastructuur en Milieu, p/a Rijkswaterstaat WestNederland Noord, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 3119, 2001 DC
Haarlem.
In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan:
- uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer;
- een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt
(bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden
of door een kopie mee te sturen);
- de reden waarom u bezwaar maakt;
- de datum en uw handtekening.
Pagina 7 van 9
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent
dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u
dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u,
dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de
Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een
voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of
organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige
voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de
organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening
brengen. Indiening kan ook via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.
Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).
Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS-2014/20956
Afschrift van het besluit is gezonden aan:
a. Het Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren (Postbus 20906,
2500 EX Den Haag);
b. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Postbus 209, 1500 EE Zaandam).
Pagina 8 van 9
Bijlage 1, Overzicht welke afvalwaterstroom onder welk regulerend
regime valt.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS-2014/20956
Lp
III
mp
IV
V
Olva1)
22
VI
15
VIII
5
VIII
VII
6
4
VII
IX
X
7
Soort afvalwaterstroom
Ketelspuiwater,
AB
condensaat uit de rookgascondensor,
AB
regeneraat van de demiwaterbereiding
VV
Afvalwater van de brandweeroefenplaats
VV
VV
Procesafvalwater R&D 3,
AB
hemelwater,
MB
koelwater R&D
VV
Laboratoriumafvalwater,
MB
koelwater
VV
afvalwater uit R&D 1, 2 en 4
VV
Procesafvalwater,
AB
Hemelwater
MB
koelwater van de FCC fabriek
Effluent van de Lurgi-installatie FCC fabriek
VV
VV
Procesafvalwater (o.a. filter FL400)
VV
waswater van scrubbers 84-PS-1, PS501 en 86-C-1
AB
hemelwater
MB
koelwater van de MPC/RCP fabriek
VV
condenswater van de MPC/RCP fabriek
Koelwater FCC fabriek
MB
afvalwater RO-waterunit
VV
Procesafvalwater van de HPC fabriek
VV
hemelwater
AB
Hemelwater + drainagewater van de opslag van vervuild AB
grond en de opslag van bouwafval,
VV
afvalwater uit afvalwatertanks TA 701 t/m 705.
Hemelwater van de tankplaats
VV
XII
Olva1)
(zijkanaal K)
XVII
Koelwater van de persluchtvoorziening
XXI
Koelwater van de HPC fabriek
Overig
Hemelwater
1)
Olva: effluent olie-afscheider
AB=
Activiteitenbesluit
MB= Maatwerkbesluit van 14 december 2010 met nummer WSV 2010/7233
VV=
Vergunning van 6 juni 2004 met nummer ANW 2004/4340 (inclusief alle
wijzigingen)
MB
MB
AB
Pagina 9 van 9