EPD-Programma. De patiëntgeoriënteerde informatievoorziening in

EPD-Programma.
De patiëntgeoriënteerde informatievoorziening in het MST wordt ondersteund door een aantal slecht geïntegreerde applicaties
en verloopt deels nog op papier. Binnen deze opstelling zijn geen structurele verbeteringen meer mogelijk. Dit hybride en
versnipperde applicatielandschap is niet vanzelf ontstaan. De laatste jaren is op dit domein weinig regie gevoerd en hebben
verschillende specialismen – zonder afstemming – hun eigen oplossingen neergezet.
De in 2013 aangetreden Raad van Bestuur beschouwt de bestaande ZIS/EPD-omgeving als een risico voor het ziekenhuis en als
een obstakel voor de gewenste verbeteringen in de zorg en bedrijfsvoering. Daarom heeft ze een quick scan laten uitvoeren en
een informatiemanager aangenomen met als eerste opdracht een nieuw, geïntegreerd ZIS/EPD te selecteren en te
implementeren.
Het EPD-Programma is in september jl. van start gegaan. Inmiddels is de shortlist bepaald. Naar verwachting wordt de keuze
kort voor de zomer gemaakt, het contract eind september getekend en begint de implementatie medio 2015. De doelstellingen
van het programma worden geformuleerd in termen van wat de patiënt, de zorg, de bedrijfsvoering, de dokters en
medewerkers er beter van worden. Wanneer je bedenkt hoeveel organisatorisch voorwerk nodig is en hoe complex de
applicatieopstelling is van waaruit het MST moet vertrekken, wordt duidelijk hoe ambitieus deze operatie is.
Maar het EPD-Programma omvat meer. Allereerst wordt een aantal projecten op basis van de bestaande applicaties uitgevoerd.
Deze zijn bedoeld om de invoering van het nieuwe ZIS/EPD niet te belasten met acties die ook van te voren uitvoerbaar zijn. De
planning van deze projecten is zo opgezet dat het MST bij de verhuizing naar de nieuwbouw (1 januari 2016) papierarm kan
werken, ook wanneer het nieuwe ZIS/EPD dan nog niet of niet volledig operationeel is. Daarnaast worden projecten uitgevoerd
met het oog op het hanteerbaar maken van risico’s in de huidige situatie die niet op het nieuwe EPD kunnen wachten.
In kleine stappen wordt de programmaorganisatie opgezet. De informatiemanager treedt op als gedelegeerd opdrachtgever
namens de Raad van Bestuur. Een groep medisch en bedrijfskundig managers fungeert als kwartiermaker. Onlangs is een
externe programmamanager aangesteld. De selectie van het nieuwe ZIS/EPD is onderhanden. Binnen enkele weken wordt een
omvattend programmaplan opgeleverd. Belangrijkste prioriteit voor de rest van het jaar is de bepaling van de uitgangspunten
en doelstellingen die bij de inrichting van het nieuwe ZIS/EPD worden gehanteerd. Medical en buisiness intelligence en
kennisondersteuning vormen onderdeel van die doelstellingen.
In de loop van het jaar wordt de programmaorganisatie verder uitgebreid. Wij verwachten dat we daarbij een klinisch
informaticus i.o. prima kunnen gebruiken en dat hij/zij bij ons veel kan leren. De keuze van geschikte activiteiten en projecten
moet te zijner tijd worden gemaakt aan de hand van het werk dat zich op dat moment aandient en de competenties en
leerdoelen van de trainee. Er valt eerder te veel dan te weinig te kiezen,
Informatiemanagement in het MST.
Informatiemanagement is voor het MST een nieuwe functie en de definitieve positionering is nog niet bepaald. De
informatiemanager rapporteert aan de Raad van Bestuur. Momenteel is dit de portefeuillehouder ‘financieel en facilitair’, maar
waarschijnlijk verschuif dat naar de nieuwe bestuurder die ‘zorg, kwaliteit en veiligheid’ in portefeuille heeft. De afdeling
informatiemanagement is in opbouw en bestaat momenteel uit ongeveer 8 FTE (informatiearchitect, business consultants en
centrale functioneel beheerders). De afdeling IM staat naast de operationele ICT-afdeling.
Opleidingssituatie.
De trainee krijgt een plek en rol in het ZIS/EPD programma en in de afdeling Informatiemanagement. De informatiemanager
treedt op als opleider en kan daarbij profiteren van zijn ervaringen met de opleiding in het Catharina-ziekenhuis Eindhoven. Het
is de bedoeling een combinatie te maken met de klinisch fysici in opleiding, maar dat moet de komende maanden nog worden
voorbereid.