28e zondag door het jaar

A – 28e zondag – 12 oktober 2014
Jes 25,6-10a; Ps 23(22); Phil 4,13-14.19-20; Mt 22,1-14
Grijp je kans
Drie weken geleden hoorden we in de Evangelielezing de parabel van de werkers van het
elfde uur. Heel de dag stonden ze al te wachten op werk, en pas tegen de avond kregen ze de
kans nog een uurtje te werken. En wat deden ze? Niet mopperen, zo van: voor dat ene uurtje
hoeft het voor mij niet meer. Integendeel, ze grepen de kans. Al was het maar voor een
uurtje.
Twee weken geleden hoorden we de parabel van Jezus over een vader die zijn twee zonen
naar zijn wijngaard stuurde. De een zei “ja” en hij ging niet, de ander zei “nee” en hij ging
toch. Aan allebei gaf hij dezelfde kans. De een greep de kans, de andere niet, die liet de kans
liggen.
Vorige week ging het in de Evangelielezing over een landeigenaar die zijn wijngaard
verpacht. Maar de pachters maakten er een puinhoop van. Ze gingen niet in op de kans die
hun geboden was iets moois te realiseren en te zorgen voor een overvloedige oogst. Daarna
gaf de landeigenaar zijn wijngaard aan andere pachters, die wél zorgden voor een goede
opbrengst. De eersten hebben de kansen die hen geboden waren laten liggen, ze hebben hun
kansen verknoeid. De anderen kregen toen een nieuwe kans.
Vandaag gaat het over een koning die een bruiloftsfeest geeft voor zijn zoon. Dat is nogal
wat. Wát een buitenkans als je wordt uitgenodigd op een koninklijk bruiloftsfeest. Die kans
laat je natuurlijk niet schieten. Jawel, hoor! De kans hebben ze niet gegrepen. Ze hadden
allemaal een goede smoes. En dan nodigt de koning anderen uit op het feest. En díé komen
wél, die grijpen de kans die hen geboden wordt wél aan. En het zijn goeden en slechten...!
Behalve dan die ene, die wel komt, die niet goed of slecht is, maar niet meedoet, die
gewoon ongezellig in een hoekje blijft zitten. En ook niets zegt. Die man, die begrijpt niet, of
hij wil niet begrijpen wat voor een buitenkans hem wordt geboden. Hij is niet dankbaar en
hij valt dan ook buiten de boot.
Vier zondagen achter elkaar dus dit prachtige thema. De werker van het elfde uur die de
kans krijgt om nog een uurtje te werken, en beloond wordt omdat hij die kans ook aangrijpt.
De zoon die “nee” zegt en toch gaat. Grijp je kans. Hij grijpt zijn kans. De pachters van de
wijngaard die hun kans grijpen, voor een prachtige opbrengst. Grijp je kans. En die
bruiloftsgasten vandaag. Grijp je kans. Zo’n uitnodiging krijg je niet iedere dag! Grijp je kans.
Het is alsof Jezus er in zijn parabels iedere keer op terugkomt. Jezus heeft nooit iemand een
verplichting opgelegd. Hij dringt nooit aan. Hij vraagt alleen maar, hij nodigt uit, hij geeft je
de mogelijkheid, hij geeft je een kans. Bovendien telkens weer een nieuwe kans. En die kans
moet je aangrijpen.
Telkens lezen we weer in het Evangelie hoe Jezus mensen uitnodigt, stimuleert, vraagt,
een kans geeft, maar ze nooit ergens toe verplicht. Zoals die rijke jongeman, die hem vraagt
wat hij moet doen om volmaakt te zijn, en dan van Jezus het antwoord krijgt: “als je
volmaakt wil zijn, verkoop alles wat je bezit en geef het de armen”, en dat dan niet aandurft.
En wat is dan de reactie van Jezus? Geen verwijt, geen opmerking, nee, hij kijkt hem
liefdevol aan. Jezus laat het initiatief altijd bij de ander.
Staat Hij daarmee ook niet model voor onze kerk? Een kerk die uitnodigend moet zijn. Een
kerk die de mensen van de straat moet halen, voor een feest. Een kerk die mensen een kans
geeft, om er beter van te worden, om op dat bruiloftsfeest anderen te ontmoeten.
Het initiatief ligt bij ons. Grijpen wij de kans? Wie zijn kans niet grijpt, doet zichzelf te kort.
God biedt het aan. Aan ons om er op in te gaan.
Grijp je kans.
Régis de la Haye, diaken