samenvattingjvd-ma1-familialevermogensplanning

SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Samenvatting Familiale vermogensplanning Jonathan Van Dooren 1 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Inhoud Deel I: Wettelijk erfrecht (deels herhaling) • Hoofdstuk 1: Bloedverwanten van de decuius o Afdeling 1: De bloedverwanten o Afdeling 2: De plaatsvervulling o Afdeling 3: De kloving o Afdeling 4: Het recht van wettelijke terugkeer van (Art. 747 BW) o Afdeling 5: Adoptie • Hoofdstuk 2: De langstlevende echtgenoot o Afdeling 1: Algemeen o Afdeling 2: De omzetting van het VG van de langstlevende echtgenoot • Hoofdstuk 3: De wettelijk samenwonende o Afdeling 1: Algemeen Deel II: De reserve (= Voorbehouden erfdeel) • Hoofdstuk 1: Begrip en kenmerken • Hoofdstuk 2: Titularissen van de reserve o Afdeling 1: De afstammelingen o Afdeling 2: De ascendenten o Afdeling 3: De langstlevende echtgenoot o Afdeling 4: Volledige onterving van de LLE door testament o Afdeling 5: Gedeeltelijke ontneming van de reserve van de langstlevende echtgenoot bij vonnis o Afdeling 6: Gedeeltelijke ontneming van de reserve van de langstlevende echtgenoot in het geval van een overspelig kind • Hoofdstuk 3: Verschillende stappen bij de uitoefening van de reservataire aanspraken o Afdeling 1: Samenstelling van de fictieve massa o Afdeling 2: Aanrekening van de giften op het beschikbaar deel o Afdeling 3: Volgorde van aanrekening o Afdeling 4: Vordering tot inkorting o Enkele eenvoudige voorbeelden o Complicaties • Hoofdstuk 4: Verbod van erfovereenkomsten o Afdeling 1: Algemeen o Afdeling 2: Basisregel en definitie o Afdeling 3: De toekenning, de wijziging of de afstand van louter eventuele rechten o Afdeling 4: Toepassing op het beding van aanwas o Afdeling 5: Strijdigheid met de openbare orde en de geode zeden o Afdeling 6: Wettelijke uitzonderingen op het verbod van bedingen betreffende toekomstige nalatenschappen o Afdeling 7: Voorstel van een andere interpretatie van het verbod van erfovereenkomsten 2 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Deel III: Successierechten • Hoofdstuk 1: Successierechten o Afdeling 1: Personen en tarieven o Afdeling 2: Waarop wordt het progressief tarief toegepast? • Hoofdstuk 2: Schenkingsrechten o Afdeling 1: Algemeen o Afdeling 2: Schenking van onroerende goederen o Afdeling 3: Schenking van roerende goederen • Hoofdstuk 3: Conclusie Deel IV: Huwelijksvermogensrecht • Hoofdstuk 1: Wettelijk stelsel (herhaling) o Afdeling 1: Activa o Afdeling 2: De schulden (tussen echtgenoten en tegenover derden) o Afdeling 3: Het bestuur van het eigen vermogen en het gemeenschappelijk vermogen • Hoofdstuk 2: Zuivere scheiding van goederen o Afdeling 1: Activa o Afdeling 2: Passiva o Afdeling 3: Bestuur • Hoofdstuk 3: Voor-­‐ en nadelen van het wettelijk stelsel en het stelsel van zuivere scheiding van goederen o Afdeling 1: Voor-­‐ en nadelen van het Wettelijk stelsel o Afdeling 2: Voor-­‐ en nadelen van het zuivere scheiding van goederen • Hoofdstuk 4: Aandachtspunten bij de keuze tussen wettelijk stelsel en scheiding van goederen o Afdeling 1: Wat speelt verder een rol bij de keuze van het stelsel van scheiding van goederen? o Afdeling 2: Indien men kiest voor het stelsel van scheiding van goederen o Afdeling 3: Indien men kiest voor het wettelijk stelsel • Hoofdstuk 5: Bedingen tot uitbreiding van de gemeenschap o Afdeling 1: De inbreng van een onroerend goed o Afdeling 2: De inbreng van meubelen en huisraad o Afdeling 3: De inbreng van tegenwoordige roerende goederen en schulden o Afdeling 4: De inbreng van een handelszaak (of een landbouw-­‐ of ambachtelijke onderneming buiten vennootschapsverband ) o Afdeling 5: De inbreng van een toekomstig goed dat men tijdens het huwelijk zal verkrijgen door schenking • Hoofdstuk 6: Bedingen tot beperking van de gemeenschap o Afdeling 1: De uitsluiting van de beroepsgoederen o Afdeling 2: De uitsluiting van de vruchten van de eigen goederen o Afdeling 3: De uitsluiting van een aanpalend goed o Afdeling 4: De uitsluiting van (bepaalde) aandelen in vennootschappen • Hoofdstuk 7: Bedingen die afwijken van de regels van gelijke verdeling o Afdeling 1: Inleiding o Afdeling 2: Beding van Vooruitmaking (Art. 1457 BW) o Afdeling 3: Verblijving van het gehele gemeenschappelijk vermogen o Afdeling 4: Ongelijke verdeling o Afdeling 5: Keuzebeding 3 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
•
•
•
•
•
JVD 2014 Hoofdstuk 8: Varianten op stelsel van scheiding van goederen o Afdeling 1: Stelsel van scheiding van goederen met beperkte gemeenschap o Afdeling 2: Verrekeningsbeding Hoofdstuk 9: Toewijzing bij voorrang tegen vergoeding bij ontbinding van het stelsel door echtscheiding of scheiding van tafel en bed Hoofdstuk 10: Stelsel van gemeenschap van aanwinsten en roerend goed Hoofdstuk 11: Algehele gemeenschap o Afdeling 1: Algemeen o Afdeling 2: Wet Valkeniers Hoofdstuk 12: Contractuele erfstelling Hoofdstuk 13: Bekwaamheid Hoofdstuk 14: Bij het opstellen van de akte letten op Hoofdstuk 15: Overzicht van de procedure (Snel over) Hoofdstuk 16: Wijziging huwelijksvermogensregeling tijdens het huwelijk Deel V: Testamenten • Hoofdstuk 1: Algemeen o Afdeling 1: Kenmerken en definitie van het testament o Afdeling 2: Grondvereisten • Hoofdstuk 2: Testamentvormen • Hoofdstuk 3: Fysische onbekwaamheden • Hoofdstuk 4: Publiciteit van het testament • Hoofdstuk 5: Legaten o Afdeling 1: Indeling o Afdeling 2: Gevolgen van de kwalificatie • Hoofdstuk 6: Inhoud van het testament • Hoofdstuk 7: Legaten aan personen/rechtspersonen • Hoofdstuk 8: Fiscaal geïnspireerde testamenten • Hoofdstuk 9: De herroeping van het testament door de testator • Hoofdstuk 10: Interpretatie van de testamenten • Hoofdstuk 11: Nietigheid, gerechtelijke herroeping, verval van testament of legaat Deel VI: Schenking • Hoofdstuk 1: Begrip • Hoofdstuk 2: Vormvereisten • Hoofdstuk 3: De gift van hand tot hand • Hoofdstuk 4: De vermomde schenking • Hoofdstuk 5: De orechtstreekse schenking • Hoofdstuk 6: Schenking van tegenwoordige goederen tussen echtgenoten • Hoofdstuk 7: Schenking aan rechtspersonen • Hoofdstuk 8: Grondvereisten van de schenking • Hoofdstuk 9: Inhoud van de schenkingsakte • Hoofdstuk 10: Herroeping van de schenking (niet kennen) Toelichting bij examen 4 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 1+2: 12+13/02/2014) Deel I: Wettelijk erfrecht Wie zijn de wettelijke erfgenamen? • Bloedverwanten van de decuius (1) • Langstlevende echtgenoot (2) • Wettelijk samenwonende (3) Hoofdstuk 1: Bloedverwanten van de decuius Afdeling 1: De bloedverwanten De Bloedverwanten • Er zijn 4 orden. De eerste orde komt voor de tweede, de tweede voor de derde, de derde voor de vierde (uitzondering bij kloving) • Binnen elke orde erft de dichtste in graad (uitzondering plaatsvervulling) • Zijn er meerdere erfgenamen die aldus tot de nalatenschap komen, dan krijgen ze in principe een gelijk aandeel (uitzondering kloving en plaatsvervulling) • Bloedverwanten tot en met de vierde graad erven (uitzondering plaatsvervulling) 5 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 1e orde ! De orde van de afstammelingen • Ook de ten volle geadopteerde kinderen en hun afstammelingen • Ook de gewoon geadopteerde kinderen en hun afstammelingen • Let op! Gewone adoptie doet slechts een familierelatie ontstaan met de adoptant ! Dus erven niet: De gewoon geadopteerde kinderen van de afstammelingen van de decuius 2e orde ! De orde van de bevoorrechte bloedverwanten in de zijlijn en de opgaande lijn • De ouders o Ook degene die de decuius ten volle heeft geadopteerd o (Voor het erfrecht van de adoptant bij gewone adoptie gelden bijzondere regels) • De broers en zusters o Ook de kinderen die door de ouder(s) van de decuius ten volle geadopteerd werden o (Voor het erfrecht van de kinderen die door de ouder(s) van de decuius gewoon werden geadopteerd, gelden bijzondere regels) o Ook de halfbroers en halfzusters o De afstammelingen van broers en zusters en van de halfbroers en halfzusters • Wie krijgt wat binnen de tweede orde? o De ouders krijgen elk een vast ¼ o De rest wordt verdeeld tussen de bevoorrechte zijverwanten o Bijzonder geval ! De ouders komen tot de nalatenschap in samenloop met afstammelingen van (half)broers en (half)zusters die uit eigen hoofde tot de nalatenschap komen en niet bij plaatsvervulling V à Vast ¼ M à Vast ¼ B en Z à Ook elk ¼ Stel vader is overleden • M à Vast ¼ • B en Z à Elk 3/8 M is hertrouwd met Z Welke orde? à 2e orde • Er is een halfzus C à Erft volledige nalatenschap • GV krijgt niks 6 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 3e orde ! De orde der ascendenten • = Alle bloedverwanten in de opgaande lijn • Ook de ouders, als zij opkomen zonder broers en zusters of afstammelingen van broers en zusters 4e orde ! De orde van de zijverwanten • = De bloedverwanten in de zijlijn, andere dan broers en zusters en hun afstammelingen Afdeling 2: De plaatsvervulling Wat? ! De afstammelingen van een vooroverleden, gelijktijdig overleden, verwerpende of onwaardige erfgenaam komen samen tot het erfdeel waarop hun ouder, grootouder ... recht had • Vroeger was er enkel plaatsvervulling bij vooroverlijden en gelijktijdig overlijden! Vroeger was er dus geen plaatsvervulling bij verwerping of onwaardigheid ! Dit is aangepast ! Nu ook plaatsvervulling bij verwerping en onwaardigheid Zij komen bij staken en niet hoofdelijk tot de nalatenschap Wanneer? ! Ten voordele van • De afstammelingen van afstammelingen van de decuius (ook de afstammelingen van ten volle geadopteerde kinderen en van gewoon geadopteerde kinderen) • De afstammelingen van broers en zusters, halfbroers en halfzusters van de decuius • De afstammelingen van nonkels en tantes van de decuius Niet ! De gewoon geadopteerde kinderen van die afstammelingen, broers en zusters, nonkels en tantes (de familieband door gewone adoptie tot stand gebracht beperkt zich tot één graad) Wel ! De ten volle geadopteerde kinderen van die afstammelingen, broers en zusters, nonkels en tantes Voorwaarden ! Degene wiens plaats men vervult moet • Vooroverleden zijn • Gelijktijdig overleden zijn • De nalatenschap verworpen hebben, of • Onwaardig zijn Kan men de plaats vervullen van een afwezige? • (In wet) 3 maand weg ! Vermoeden van afwezigheid vastgesteld door de rechtbank • Na verklaring van afwezigheid (5 jaar na vaststellen vermoeden van afwezigheid, of 7 jaar na laatste keer gehoord) ! Dan wordt je geacht overleden te zijn ! Vanaf de overschrijving in de registers van de burgerlijke stand 7 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Vonnis van de rechtbank waarbij iemand overleden wordt verklaard ! Als er geen lichaam wordt teruggevonden ! Vereist dat je verdwenen bent in levensbedreigende omstandigheden o Nuance: Kan ook ! Men heeft een lichaam teruggevonden en het lichaam is niet te identificeren • Voordeel bij iemand die plots verdwijnt ! Veel tijd om de nalatenschap te plannen Geen probleem ! Het feit dat men de nalatenschap van de persoon wiens plaats men inneemt verworpen heeft, of dat men onwaardig was om te erven in de nalatenschap van degene wiens plaats men inneemt C is vol geadopteerd D is gewoon geadopteerd è C zal erven en D niet (want geen band tussen D en DC bij gewone adoptie) Stel C en D zijn gewone afstammelingen en A verwerpt/B is onwaardig è Plaatsvervulling door C en D (Boek p. 820, Voorbeeld 29) • Hypothese 1 à A en B aanvaarden allebeià A en B elk ½ • Hypothese 2 à A is vooroverleden à C en D elk ¼ , B ½ • Hypothese 3 à A verwerpt à C en D elk ¼ en B ½ • Hypothese 4 à A en B verwerpen allebei à plaatsvervulling à C en D elk ¼ , E,F,G elk 1/6 (anders dan vroeger) • Hypothese 4 à A en B zijn allebei vooroverleden •
8 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Boek p. 821,Voorbeeld 30) (Boek p. 822, Voorbeeld 31) (Boek p. 823, Voorbeeld 32) (Boek p. 823, Voorbeeld 33) 9 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Als E verwerpt à Plaatsvervulling door F Afdeling 3: De kloving Bij de kloving wordt de nalatenschap in twee gelijke delen verdeeld tussen de bloedverwanten in de vaderlijke lijn enerzijds en de bloedverwanten in de moederlijke lijn anderzijds • Wanneer is er kloving? ! Vanaf de derde orde (uitz. de kleine kloving) • Binnen de vaderlijke lijn komt de helft van de nalatenschap toe aan de dichtste in orde en graad, binnen de moederlijke lijn komt de andere helft van de nalatenschap toe aan de dichtste in orde en graad (behoudens plaatsvervulling) • Mildering wanneer in één lijn een ouder erft en in de andere lijn een zijverwant ! De ouder erft ook het vruchtgebruik op een derde van de goederen die geërfd worden in de andere lijn (Art. 754 BW) • Als er geen erfgenamen zijn in de ene lijn, zal hun deel geërfd worden door de erfgenamen in de andere lijn • Soms heeft binnen de tweede orde een kleine kloving (beperkte kloving) plaats o Wanneer er naast volle broers en zusters ook halfbroers en halfzusters tot de nalatenschap komen o Wanneer er halfbroers of halfzusters zijn van moederszijde en halfbroers of halfzusters van vaderszijde o " De nalatenschap (of het gedeelte van de nalatenschap dat niet toekomt aan de ouders van de decuius) wordt in twee gelijke delen verdeeld tussen de vaderlijke lijn en de moederlijke lijn van de overledene o " Volle broers en zusters erven dan in beide lijnen (de vaderlijke en de moederlijke lijn), terwijl halfbroers en halfzusters enkel erven in hun lijn o Voorbeeld van een kleine • V en M hebben elk een vast ¼ kloving: • Voor de rest à Nog ½ over o Helft (is dan ¼) naar broers en zussen die afstammen van dezelfde vader à A en B elk 1/8 o Helft (is ¼ ) naar broers en zussen d ie afstammen van dezelfde moeder à A, B, C, D en E à elk 1/20 • Totaal è 40/40 o
o
o
A en B à Elk 7/40 C, D, E à Elk 2/40 V en M à Elk 10/40 10 SV Fam. Vermogensplanning JVD (Boek p. 816, Voorbeeld 26) (Boek p. 815, Voorbeeld 24) 2014 (Boek p. 817, Voorbeeld 27) (Boek p. 816, Voorbeeld 25) (Boek p. 824, Voorbeeld 34) Kloving à Nalatenschap verdelen à helft voor familie Vader en helft voor familie moeder • 3e orde à Vader krijgt de helft van de nalatenschap • O krijgt ¼ • K en N krijgen elk 1/8 è Maar MILDERING à 1/3 VG voor vader op wat familie van moeder krijgt è Dus O krijgt 2/12 in volle eigendom en 1/12 in blote eigendom è K en N hebben elk 2/24 in volle eigendom en 1/24 in blote eigendom 11 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Geen 1e orde Geen 2e orde Wel 3e orde à Kloving à Opsplitsen • ½ fam vader à GV is 2e graad en krijgt ½ • ½ fam moeder à o A kind van de nicht (5e graad) o A zal opschuiven (plaatsvervulling) naar de 3e graad en krijgt dus ½ è Plaatsvervulling doorbreekt regel dat er voorbij de 4e graad niet kan geërfd worden Geen 1e orde Geen 2e orde 3e orde à Kloving à Opsplitsen • ½ voor fam moeder o ¼ voor GV en ¼ voor GM • ½ fam vader o GO is 4e graad (A is 5e graad) en er is geen plaatsvervulling (maar in 3 gevallen) à A krijgt niets • è DUS alles voor familie van de moeder à GV en GM dus elk ½ 12 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 3: 19/02/2014) Afdeling 4: Het recht van wettelijke terugkeer van (Art. 747 BW) Wanneer? • Erflater overlijdt zonder afstammelingen o Vanaf de 2e orde dus afvragen of er geen recht van wettelijke terugkeer is • Wanneer de erflater een schenking heeft ontvangen van een ascendent (bloedverwant in de opgaande lijn) • Wanneer de ascendent langer is blijven leven dan de erflater • Wanneer de geschonken goederen nog in natura in de nalatenschap aanwezig zijn (Beter: Wanneer de begunstigde niet heeft beschikt over het goed) o Art. 747 BW is wettelijk erfrecht ! Men kan er dus van afwijken in een testament. Recht van wettelijke terugkeer heeft alleen uitwerking wanneer er geen regeling bij testament is " Dan keren de geschonken goederen terug naar de schenker • Opmerking: De erfgenamen dragen bij in het passief naar verhouding van hetgeen zij uit het actief bekomen hebben, met inbegrip van hetgeen bekomen is op grond van het recht van wettelijke terugkeer • Stel DC leeft nog, hij wil het huis verkopen en in een serviceflat gaan wonen, hij tekent een onderhandse overeenkomst. Hij overlijdt voor het opstellen van de notariële akte. De prijs is nog niet betaald ! Het recht van terugkeer heeft nu wel betrekking op de verkoopprijs (Art. 747 BW) • Voorbeeld: Geen 1e orde à Wel 2e orde à Kijken naar samenstelling nalatenschap • Een huis (geschonken aan DC, w aarde van 1 miljoen euro) • Geld: 200 000 euro • Landbouwgrond: 200 000 (geërfd van overleden moeder) • DC heeft hypothecaire lening op het huis: 400 000 euro Wie erft wat? • Voorwaarden Art. 747 vervuld voor het huis à V krijgt het terug in de staat waarin het zich bevindt (slechter o f beter), de hypotheek blijft ook • Landbouwgrond à Gaat niet terug w ant ascendent is niet meer in leven • V krijgt het huis + 100 000 (1/4) • B en Z à Elk 150 000 Maar de schuld: Erfgenamen nemen de schuld ten laste naar verhouding van hetgeen ze krijgen uit de erfenis. Men houdt o ok rekening met hetgeen is bekomen ten gevolge van het recht van wettelijke terugkeer • 400 000 x (1100 0 00/1 400 000) (voor de vader) • 400 000 x (150 000/1 400 000) ( voor B en Z) Zakelijke last blijft op het onroerend goed, maar de schuld is wel gewoon een schuld van de nalatenschap 13 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 5: Adoptie Door de volle adoptie wordt de geadopteerde volledig gelijkgeschakeld met een natuurlijk geboren kind van de adoptant • Alle banden met de vroegere familie van de geadopteerde worden verbroken (Boek p. 826, Voorbeeld 35) • C is vol geadopteerd door VM • C gaat dus niet erven, want de band met de famillie is doorgeknipt (Boek p. 826, Voorbeeld 36) • A krijgt de helft • Andere helft à Kloving, maar mildering van de kloving want samenloop met zijverwanten in de andere familie •
è A krijgt het VG op 1/3 van hetgeen de nonkel krijgt • è Dus A krijgt de helft + 1/6 in VG • O krijgt 1/6 in blote eigendom en 2/6 en volle eigendom Bij gewone adoptie • De erfaanspraken van het gewoon geadopteerde kind en van zijn afstammelingen o De geadopteerde (en zijn afstammelingen) erven in de nalatenschap van de adoptant, zoals een kind (of diens afstammelingen) van de adoptant o De geadopteerde erft niet in de nalatenschap van familieleden van de adoptant o De geadopteerde en zijn afstammelingen behouden alle erfrechten in hun oorspronkelijke familie (Les 4: 20/02/2014) Wat gebeurt er met de nalatenschap van het geadopteerd kind? • Eerste hypothese ! Het geadopteerd kind laat afstammelingen na: o Deze erven alles (is er een echtgenoot, dan erft deze het vruchtgebruik op de volledige nalatenschap, de afstammelingen de blote eigendom; is er een wettelijk samenwonende, dan erft deze het vruchtgebruik op gemeenschappelijke verblijfplaats + huisraad, de afstammelingen de rest) 14 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Tweede hypothese ! Het geadopteerde kind laat geen afstammelingen en geen echtgenoot na: o Er is vooreerst een recht van terugkeer: de ascendenten, de adoptanten of hun erfgenamen in de nederdalende lijn, nemen uit de nalatenschap wat van hun kant in de nalatenschap is gekomen door schenking, erfenis of legaat vanwege de ascendenten uit de oorspronkelijke familie of adoptanten, de vraag die hier gesteld moet worden, is dus: “Heeft de geadopteerde geërfd van de oorspronkelijke (groot)ouders of van de adoptanten, of hebben deze oorspronkelijke (groot)ouders of de adoptanten destijds een schenking gedaan aan of een legaat gemaakt in het voordeel van het geadopteerd kind?” # Voorwaarde voor dit recht van terugkeer ! De goederen moeten nog in natura in de nalatenschap van de geadopteerde aanwezig zijn o De rest van de nalatenschap wordt in twee gelijke delen verdeeld tussen de oorspronkelijke familie en de adoptieve familie: # In de oorspronkelijke familie komt die helft toe aan de bloedverwanten (volgens de gewone rangorde van het erfrecht) # In de adoptieve familie komt die andere helft toe aan de adoptant of elk der adoptanten bij helften, of aan hun erfgenamen in de nederdalende lijn # " Wat als in een familie niemand erft ? ! Die helft komt toe aan de andere familie DC gewoon geadopteerd door V’en M’ è Nalatenschap opdelen • Helft aan de oorspronkelijke familie à V en M krijgen elk de helft van de helft (= ¼) • Andere helft o V’ ¼ o A en B elk 1/8 Gewoon geadopteerd en nalatenschap bestaat uit • In de oorspronkelijk familie een huis geërfd van M • Er is een huis geschonken door V’ • Er is een appartement aangekocht met gespaarde inkomsten Recht van terugkeer? • Huis van vooroverleden moeder ? à Keert niet terug) • Huis geschonken d oor V’ à Recht van terugkeer • Appartement à Geen recht van terugkeer è Helft appartement gaat naar kant adoptieouders à ¼ naar V’ en elk 1/8 voor A en B è Helft appartement gaat naar kant oorspronkelijke ouders à Kloving à ¼ voor V + 1 /12 in VG è E heeft 2/12 in volle eigendom en 1/12 in BE 15 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Nalatenschap DC: • Effecten met een waarde van 300 000 euro o 100 000 euro geërfd van M o 200 000 euro geërfd van M’ • Perceel grond gekregen van GM’ in de adoptieve familie met een waarde van 100 000 euro • Huis met waarde 600 000 euro • Schulden voor een bedrag van 200 000 euro Hypothese 1 ! Gewone adoptie • Recht van terugkeer à want geërfd van de moeder, er zijn nog afstammelingen van de moeder à De effecten ter waarde van 100 000 euro keren terug naar B en C • Geen recht van terugkeer voor de effecten geërfd van M’ want ze is vooroverleden en heeft geen erfgenamen in nederdalende lijn • GM’ is geen adoptant (gewone adoptie), geen band van verwantschap tussen DC en GM’ à Geen recht van terugkeer • 900 000 in nalatenschap verdelen à Ene helft naar oorspronkelijke en andere helft naar adoptieve familie o è 450 000 voor V’ o è 225 000 voor elk van B en C • Nog 200 000 schulden à ten laste van de erfgenamen in de verhouding tot hetgeen zij bekomen hebben in de nalatenschap (rekening houden met hetgeen bekomen is met het recht van terugkeer) Hypothese 2 ! Volle adoptie • Recht van terugkeer? Geen recht van terugkeer voor de oorspronkelijk moeder want adoptieve familie is nu ‘echte familie’ à Band oorspronkelijke familie is volledig weg! • 200 000 euro geërfd van adoptieve moeder à Geen terugkeer à Art. 747 BW • 900 000 in nalatenschap à Enkel kijken naar adoptieve familie à Kloving à 900 000 verdelen tussen V’ en M’ o V’ 450 000 en GM’ 450 000 (+ 100 000 perceel grond door recht van terugkeer) • Schulden verdelen tussen V’ en GM’ o V’ à 200 x 450/1000 o GM’ à 200 x 550/1000 16 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Derde hypothese: o De geadopteerde laat geen afstammelingen, maar wel een echtgenoot na: de voorgaande regeling geldt voor de blote eigendom van het eigen vermogen van de geadopteerde; de echtgenoot erft de rest (namelijk de volle eigendom van het aandeel van de geadopteerde in het gemeenschappelijk vermogen en het vruchtgebruik van het eigen vermogen van de geadopteerde) o De geadopteerde laat geen afstammelingen, maar wel een wettelijk samenwonende na: de wettelijk samenwonende bekomt het vruchtgebruik van gemeenschappelijke verblijfplaats en huisraad; de voorgaande regeling geldt voor de rest van het vermogen van de geadopteerde 17 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 2: Het wettelijk erfrecht van de langstlevende echtgenoot Afdeling 1: Algemeen Voorwaarden om erfgenaam te zijn: • De langstlevende echtgenoot mag niet van tafel en bed gescheiden zijn o Wat in geval van verzoening? ! Bij verzoening kan je terug erven • Let op: procedure van echtscheiding of scheiding van tafel en bed door onderlinge toestemming o Wat in geval van afstand van de procedure? ! Dan vervalt de overeenkomst over erfrecht en reserve ! Bewijzen door alle middelen van recht o Na 20 jaar huwelijk ! Man met topjob en vrouw heeft niets ! Overeengekomen om aan de vrouw behalve onderhoudsgeld gedurende een beperkte tijd ook haar het huis te geven ! Ze kan er wonen met de 5 kinderen. Bij een overlijden tijdens de procedure ! Stel geen erfrecht en geen reserve voor de vrouw dan zou alles naar de kinderen gaan Wat erft de langstlevende echtgenoot? ! 3 hypothesen: • Eerste hypothese ! De langstlevende echtgenoot komt op met afstammelingen van de eerstgestorven echtgenoot: o De langstlevende krijgt het VG op de volledige nalatenschap o De afstammelingen krijgen de Blote eigendom o Bv. De vrouw trouwt met een rijkere man (62 jaar oud) de vrouw is 28. De dochters van de man zijn 30 en 32. De man overlijdt ! De vrouw krijgt het VG op de volledige nalatenschap terwijl de afstammelingen de blote eigendom krijgen ! Alle roerende goederen worden geblokkeerd en de opbrengsten komen toe aan de vrouw van 28 ! Ze kan rentenieren en zal langer leven dan de kinderen van 30 en 32 dus die zullen nooit iets zien # Oplossing ! Fictie van de wet: leeftijd van de oudste afstammeling + 20 jaar (Dit regeltje heeft alleen werking als er omzetting van het VG is!) (Art. 745quinquies, §3 BW) • Tweede hypothese ! De langstlevende echtgenoot komt op met andere bloedverwanten van de eerstgestorven echtgenoot: o De langstlevende krijgt de volle eigendom van het aandeel van de eerstoverleden echtgenoot in het gemeenschappelijk vermogen, en het VG op de eigen goederen van de eerstgestorven echtgenoot o De bloedverwanten van de eerstgestorven echtgenoot krijgen de blote eigendom van de eigen goederen van de overledene o ! De langstlevende echtgenoot heeft een recht van VG op de goederen onderworpen aan een recht van wettelijke terugkeer, tenzij in de akte schenking of in het testament anders bepaald is (Boek p. 772, Voorbeeld 20) 18 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Derde hypothese ! De langstlevende echtgenoot komt op zonder bloedverwanten van de overleden echtgenoot in de erfrechtelijke graad: o De langstlevende echtgenoot verkrijgt de volle eigendom van de volledige nalatenschap " Ook recht op huur voor de langstlevende echtgenoot van het onroerend goed dat bij het overlijden tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende Afdeling 2: De omzetting van het VG van de langstlevende echtgenoot Modaliteiten • Omzetting in volle eigendom ! De langstlevende staat VG af op bepaalde goederen in ruil voor BE op andere goederen o Voorbeeld ! Stel dat de pa 2 huizen nalaat (heel veel waard) # Stel dat het VG van de vrouw 50% zou zijn van de waarde # Omzetting ! De langstlevende zal VG op bepaalde goederen afstaan in ruil voor blote eigendom ! Bv. VG op 1 huis afstaan om blote eigendom van het andere huis te krijgen zodat de langstlevende 1 huis in volle eigendom heeft en de erfgenamen het andere huis • Omzetting in een som geld ! Het VG op erfgoederen wordt vervangen door een som geld • Omzetting in een rente ! Het VG wordt omgezet in een gewaarborgde en geïndexeerde rente " Het omzettingsrecht kan zowel op het geheel als op een gedeelte van de goederen worden uitgeoefend Initiatiefrecht • De langstlevende echtgenoot komt op samen met afstammelingen van de overleden echtgenoot (Art. 745quater, §1 BW) o De omzetting kan gevraagd worden door # De langstlevende echtgenoot # De afstammelingen o De rechter heeft een discretionaire beoordelings-­‐bevoegdheid o Evenwel kan de omzetting van het VG met betrekking tot de gezinswoning en huisraad niet gebeuren tegen de wil van de langstlevende echtgenoot • De langstlevende echtgenoot komt op met andere personen dan afstammelingen (Art. 745quater, §2 BW) o De langstlevende echtgenoot kan de omzetting eisen binnen 5 jaar na het openvallen van de nalatenschap # De rechter moet dan de omzetting toestaan; bij uitzondering kan de omzetting geweigerd worden als daardoor de belangen van een onderneming of van een beroepsarbeid ernstig zouden geschaad worden 19 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o De langstlevende echtgenoot kan ten allen tijde eisen dat hem de blote eigendom van de gezinswoning met huisraad toegewezen wordt tegen betaling (deze inkoop gebeurt met eigen middelen, het is niet nodig dat in ruil VG op andere erfgoederen wordt afgestaan) # De rechter moet dit dan toestaan; bij uitzondering kan dit geweigerd worden als daardoor de belangen van een onderneming of van een beroepsarbeid ernstig zouden geschaad worden o De langstlevende echtgenoot kan de omzetting vragen ook meer dan 5 jaar na het overlijden # De rechter kan dan de omzetting toestaan als hij oordeelt dat het billijk is de omzetting toe te staan, gezien de omstandigheden eigen aan de zaak o De andere blote eigenaars dan afstammelingen kunnen de omzetting ten allen tijde vragen # De rechter kan dan de omzetting toestaan als hij oordeelt dat het billijk is de omzetting toe te staan, gezien de omstandigheden eigen aan de zaak; evenwel kan de omzetting van het VG met betrekking tot de gezinswoning en huisraad niet gebeuren tegen de wil van de langstlevende echtgenoot • Probleem ! BVBA ! Gezinswoning zit in de BVBA van de dokter. Dokter heeft een aantal kinderen uit een vorig huwelijk. Dokter woont in huis met zijn 2e echtgenote en adopteert de 2 kinderen van nieuwe echtgenote o Wat is het probleem? ! De vrouw zal geen VG kunnen uitoefenen op de gezinswoning o De langstlevende komt in samenloop met de afstammelingen ! Langstlevende krijgt VG over de gehele nalatenschap o BVBA ! In statuten ! Vruchtgebruiker stemrecht geven en benoemen tot opvolgend statutair zaakvoerder ! De kinderen van de man zouden wel eens de omzetting kunnen vorderen van het VG op de aandelen en dan heeft de vrouw het zitten ! Dan is ze haar VG kwijt en kan ze waarschijnlijk niet in het huis blijven wonen o Oplossen ! Omzettingsrecht ontnemen, kan dat ? En in welke gevallen ? Uitzondering op voorgaande regels inzake het initiatiefrecht (Art. 745quater, §3 en §4 BW) • Als de langstlevende echtgenoot het VG uitoefent op goederen onderworpen aan een recht van wettelijke terugkeer o De omzetting kan niet door de langstlevende echtgenoot gevraagd worden; zij kan enkel gevraagd worden door degene die het recht van wettelijke terugkeer bezit o Bv. Kasteel geschonken aan de man (die nu overleden is) ! Uit het vermogen van zijn vader. De man en vrouw wonen in dat kasteel tot de man overlijdt ! Principe van Art. 747 BW ! Terugkeer van het kasteel # VG voor langstlevende echtgenoot ! Men had dit kunnen uitsluiten in de schenkingsakte, maar dat is niet gebeurd # Vrouw wil de omzetting van het vruchtgebruik vragen op dat kasteel. Dit kan niet . Diegene die het recht van wettelijke 20 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 terugkeer heeft zou dit wel kunnen vragen, maar in dit geval niet omdat het om de gezinswoning gaat Kan het initiatiefrecht ontnomen worden? o De wet bepaalt het volgende: 1. Aan de langstlevende echtgenoot kan niet het recht ontnomen worden de omzetting te vragen m.b.t. de gezinswoning met huisraad; evenmin kan aan de langstlevende het recht van inkoop van de blote eigendom ontnomen worden. 2. Aan de afstammelingen uit een vorige relatie van de overleden echtgenoot kan niet het recht ontnomen worden om de omzetting te vragen. De regel dat de erflater het omzettingsrecht niet kan ontnemen met betrekking tot de reservataire goederen o Nuancering Punt 1 # Stel 1 kind uit een vorige relatie ! Langstlevende echtgenoot heeft het VG en kind uit vorige relatie blote eigendom ! Dan wordt er gezegd in de letterlijke wettekst, “je kan aan dat kind niet het recht ontnemen tot omzetting van het VG” ! Klopt niet ! In een testament zou men de helft in volle eigendom kunnen geven aan de langstlevende echtgenoot en de andere helft in VG ! Met betrekking tot de helft kan men dat omzettingsrecht wel ontnemen aan de kinderen " Je kan dus de reserve van dat kind beperken tot de helft van de nalatenschap en dan kan je ook de omzetting beperken (wie het meerdere kan, kan ook het mindere) # Voorbeeld ! P is de zoon van de vader, maar niet van de vrouw van de vader (stiefmoeder) ! Wet ! Je kan aan P het omzettingsrecht wat het VG betreft van de stiefmoeder niet ontnemen • Wettelijk erfrecht ! VG voor vrouw en blote eigendom voor P • Je kan ontnemen met betrekking tot de helft van de nalatenschap ! Omdat je met de helft van de nalatenschap kan doen wat je wil • Nalatenschap van 5 000 000 ! Reserve voor echtgenoot ! VG op 2 500 000 21 •
SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 5: 26/02/2014) Hoofdstuk 3: Het wettelijk erfrecht van de wettelijk samenwonende Afdeling 1: Algemeen Wettelijk samenwonende partner heeft ook erfrecht, maar geen voorbehouden erfdeel! Je kan dus via testament elk erfrecht ontnemen aan die samenwonende partner Voorwaarden om erfgenaam te zijn • Verklaring van wettelijke samenwoning + wettelijke samenwoning mag nog niet beëindigd zijn o Inschrijving in het bevolkingsregister op hetzelfde adres + verklaring van wettelijke samenwoning afleggen en dan krijg je document o Verklaring van wettelijke samenwoning kan eenzijdig ingetrokken worden. Kan dus zeer makkelijk beëindigd worden. # Moet betekend worden aan de andere # Vanaf wanneer beëindigd? Beëindiging vanaf het ogenblik dat je de verklaring aflegt (dus niet vanaf de betekening) # Wettelijke samenwoning wordt niet beëindigd door feitelijke scheiding! • Bv. Tante wil dat nichtje erft. Maar in België: 45%-­‐ 65% betalen ! Dus wettelijk samenwonen met tante om de hoge successierechten te vermijden. Als ze dan later weer bij haar vriend gaat wonen, kan ze toch blijven erven van haar tante aan de gunstige successieregeling zoals tussen echtgenoten • De langstlevende wettelijk samenwonende partner mag geen afstammeling zijn van de eerststervende wettelijk samenwonende partner o Bv. Vader die 3 kinderen heeft: An, Bart en Caroline. Normaal krijgen die elk 1/3 van de nalatenschap. Als hij een testament maakt, zal hij maar over ¼ kunnen beschikken. De mogelijkheid om 1 van die kinderen te bevoordelen zijn dus beperkt. Als hij wettelijk zou samenwonen met Bv. An , zou hij dit kind veel meer kunnen bevoordelen. An zou VG krijgen op de gemeenschappelijke verblijfplaats en huisraad. B en C zouden dan feitelijk onterfd worden " Maar de wet verbiedt dat o Hij kan wel wettelijk samenwonen met zijn zus. Als die dan zou erven, dan zijn die kinderen ook wel min of meer onterfd (tot het overlijden van de zus) ! Dat kan wel Wat erft de wettelijk samenwonende? • Recht van vruchtgebruik op de gemeenschappelijke verblijfplaats en op het daarin aanwezige huisraad • Recht op de huur betreffende de gemeenschappelijke verblijfplaats en recht van vruchtgebruik op het daarin aanwezige huisraad 22 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Voorwerp van het recht van vruchtgebruik: • Vruchtgebruik van “het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende” • Vragen o Wat bij feitelijke scheiding? ! Vrouw smijt man buiten. Er is geen gemeenschappelijke verblijfplaats meer. Er staat: “tijdens het samenleven tot gemeenschappelijke verblijfplaats dient”. Dus men neemt aan dat er nog erfrecht is ! Dus na het overlijden gaat ze VG krijgen op die gemeenschappelijke verblijfplaats. Maar als er een gewilde feitelijke scheiding is: men gaat vaak erfrecht herroepen bij testament. Dus in de praktijk komt dit probleem niet vaak voor o Wat als er meerdere gemeenschappelijke verblijfplaatsen zijn? # Alle gemeenschappelijke verblijfplaatsen? # Keuze? # De voornaamste? # " Er is discussie in de rechtsleer. Alle gemeenschappelijke verblijfplaatsen is niet de juiste visie, want in de wet gaat men er van uit dat er maar 1 is. VG zou dus ook moeten beperkt zijn tot één woning. De term “voornaamste” komt niet terug. Het lijkt zeer sterk op de concrete reserve van de langstlevende echtgenoot (voornaamste gezinswoning). Als je kijkt naar de parlementaire voorbereiding, zie je dat ze vaak die concrete reserve van de langstlevende echtgenoot als voorbeeld nemen " Dus de voornaamste verblijfplaats! (geen keuze) o Vragen die rijzen: # Recht op omzetting van het vruchtgebruik en recht op inkoop van de blote eigendom: nut van een testament # Waarborgen voor de blote eigenaars: • Inventaris • Borgstelling: nut van een testament ! Suppletieve wettelijke bepaling ! Dus in testament kun je daar dan van afwijken # Kosten verbonden aan het recht van vruchtgebruik # Onroerend goed behoort in mede-­‐eigendom aan een derde Voorwerp van het recht op huur • Recht op de huur van “het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap … het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende” • Vragen o Wat bij feitelijke scheiding? ! Voorwerp van recht op huur is anders omschreven. Hier staat niet: bij het samenleven, maar “dat bij het openvallen van de nalatenschap...” ! Er wordt recht op huur gegeven aan de langstlevende wettelijk samenwonende partner. Maar er wordt niets gezegd over de huurverplichtingen, over de huurwaarborg,… o Wat als er meerdere gemeenschappelijke verblijfplaatsen zijn? o Wat met de huurverplichtingen? # Ten laste van de langstlevende wettelijk samenwonende? ! Er wordt van uit gegaan dat de wetgever wou dat de langstlevende 23 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 wettelijk samenwonende partner ook instond voor de huurverplichtingen. Dus de afstammelingen moeten de huur niet betalen o De huurwaarborg? ! Verschillende stellingen Moet de langstlevende wettelijk samenwonende bijdragen in de schulden en lasten van de nalatenschap? ! 2 stellingen • Ja ! Meerderheidsstelling ! De langstlevende wettelijk samenwonende partner moet bijdragen in de schulden en de lasten van de nalatenschap. Als het beschikbaar deel nog niet is uitgeput, zou je in het testament kunnen laten bepalen dat hij niet moet bijdragen… • Nee ! Minderheid ! De langstlevende wettelijk samenwonende partner moet niet bijdragen in de schulden en de lasten van de nalatenschap (prof. Bael) De vergelijking met de langstlevende echtgenoot die de concrete reserve bekomt • Wettelijk samenwonende partner ! Erfrecht, maar geen reserve ! In het testament kun je die langstlevende wettelijke samenwonende partner volledig onterven • Terwijl bij huwelijk ! Concrete reserve afnemen gaat niet • Nut van een testament Komt de nalatenschap niet toe aan wettelijke erfgenamen, noch aan legatarissen " De nalatenschap komt toe aan de staat • Man belt om de nalatenschap van zijn overleden vrouw te regelen. Een week later sterft de man • In testament vrouw ! Mijn man erft alles (er waren geen kinderen) • In testament man ! Volledige familie onterfd (in een later testament ging hij bepalen wie er specifiek ging erven, maar dat is er nooit gekomen) • " Dus de nalatenschap komt toe aan de staat 24 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 6: 27/02/2014) Deel II: De Reserve (= voorbehouden erfdeel) Hoofdstuk 1: Begrip en kenmerken Begrip • Het voorbehouden deel van de nalatenschap waarover de decuius niet ten kosteloze titel mag beschikken • Daartegenover staat het beschikbaar deel Kenmerken • Geen vordering in geld, wel een zakelijke vordering tot inkorting in natura o Hij heeft huis geschonken aan vriendin (waarde 400 000 euro). Bij overlijden zit er niets meer in zijn nalatenschap. Hij heeft 2 kinderen ! Die kinderen kunnen dan zeggen: “wij moeten ¾ van dat huis krijgen” ! Niet ¾ van de waarde van dat huis, maar ¾ van het huis! Ze hebben dus een voorbehouden erfdeel in natura (in 1804 idee dat goederen bij de bloedverwanten moesten blijven) • De reservatair moet ab intestato tot de nalatenschap komen o Als je een reservataire erfgenaam hebt, dan moet hij op grond van normale erfopvolging tot de nalatenschap komen. Als dat niet zo is, heeft hij geen reserve o Voorbeeld ! Man sterft door hartaanval. De dochter maakt een eigenhandig testament in voordeel van de moeder (volledige nalatenschap voor haar moeder) Probleem? ! De dochter overlijdt ook. De grootmoeder langs vaderszijde leeft nog " Tot de reservataire erfgenamen behoren ook de ascendenten, als zij ingevolge de wettelijke erfopvolging tot de nalatenschap zouden komen # Grootmoeder krijgt ¼ # De dochter heeft geen afstammelingen, er zijn geen broers/zussen of afstammelingen # Er zijn wel ascendenten (moeder en grootmoeder) !3e orde ! Kloving ! Grootmoeder helft en moeder andere helft van de nalatenschap. Ze zal dus ook haar voorbehouden erfdeel kunnen opeisen o Moest die dochter een broer hebben, Zou de grootmoeder dan een reserve krijgen? ! Neen, want dan 2e orde ! Dan had de grootmoeder geen aanspraak kunnen maken op de nalatenschap krachtens de wettelijke erfopvolging en dus geen reserve # Na overlijden vader: helft huis ! VG aan de LLE en blote eigendom voor de dochter # Grootmoeder krijgt ¼ in blote eigendom van dat half huis (van de nalatenschap van de dochter) ! Dus in totaal 1/8 in blote eigendom van dat huis 25 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Moeder zou graag deel van grootmoeder inkopen ! Als je dat berekent, kom je uit aan 10 000. Er wordt een akte getekend Kan enkel ingeroepen worden tegen beschikkingen onder kosteloze titel De reserve is een eigen recht van de reservatair o De reservataire erfgenaam moet die reserve niet opeisen. Hij kan zeggen dat hij het niet moet hebben. Het kan dat in een testament de volledige nalatenschap wordt toegekend aan de feitelijk samenlevende partner. De ouders kunnen zeggen: “ik moet mijn reserve niet hebben” (ook een van de twee kan het zeggen). Ze beslissen zelf of ze aanspraak maken op hun voorbehouden erfdeel of niet #
•
•
Hoofdstuk 2: Titularissen van de reserve • De afstammelingen (1) • De ascendenten (2) o Niet alleen ouders, maar ook grootouders • De LLE (= langstlevende echtgenoot) (3) Afdeling 1: De afstammelingen Omvang van de reserve • BD = ½ als 1 kind Reserve = ½ • BD = 1/3 als 2 kinderen Reserve = 2/3 • BD = ¼ als 3 kinderen of meer Reserve = ¾ Worden verwerpende, afwezige of onwaardige erfgenamen meegerekend? • Er wordt geen rekening gehouden met een verwerpende, een afwezige, onwaardige erfgenaam, een vooroverleden of gelijktijdig overleden erfgenaam, tenzij er daarvan afstammelingen tot de nalatenschap komen. • Bv. Vader met 3 kinderen: A, B, C o Als B verwerpt (zonder afstammelingen die tot de nalatenschap komen), gaan we er geen rekening mee houden bij de telling Kleinkinderen en achterkleinkinderen worden slechts meegerekend voor het kind waarvan ze de plaats vervullen • Vroeger term ‘plaats vervullen’ niet in zijn technisch-­‐
juridische betekenis ! Ook als ze uit eigen hoofde opkomen • Vandaag: is het altijd plaatsvervulling 26 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Voorbeeld 39 (Schets op vorige pagina of zie handboek p. 982) o In testament van DC staat: L (algemene legataris) krijgt de volledige nalatenschap o Reserve = ¾ o " We houden geen rekening met vooroverleden, gelijktijdig overleden, verwerpende, afwezige, onwaardige afstammelingen, tenzij hun afstammelingen tot de nalatenschap komen o Als C zou verwerpen in plaats van overlijden, dan zou de oplossing van de casus identiek dezelfde zijn o Voorbeeld 40 en 41 in boek is fout ! Toen nog geen plaatsvervulling bij verwerping Afdeling 2: De ascendenten " Recht op een reserve voor zover ze ab intestato tot de nalatenschap komen • De ascendenten hebben maar een reserve als ze tot de nalatenschap komen krachtens de wettelijke erfopvolging • Dus komen er kinderen tot de nalatenschap, dan kunnen die ascendenten de reserve niet inroepen " Reserve = ¼ van de nalatenschap in beide lijnen • Dus ¼ toekennen aan de vader of diens ouders, en ¼ aan de moeder of haar ouders ! In elke lijn aan de ascendent die het dichtst in graad staat • Stel: DC is overleden. Zijn vader is vooroverleden en zijn moeder leeft nog. In familie vader nog een grootvader. Eerste vraag is wie tot nalatenschap komt in wettelijke erfopvolging ! Kloving toepassen ! Nu in elke lijn laten toekomen wie het dichts in graad staat • Kan leiden tot rare situaties in de praktijk. Mogelijk dat er reserve is die niet echt fair aanvoelt en die je niet zou hebben mocht er klein verschil geweest zijn o Bv. Man overlijdt. Hij laat een echtgenote en dochter na. Huis in het gemeenschappelijk vermogen, en geen eigen vermogen. Er is geen huwelijkscontract. De moeder kreeg dus het VG en de dochter de blote eigendom. De dochter maakt een testament waarin ze zegt dat als ze zou overlijden, alles toekomt aan haar moeder. Later sterft de dochter. Nu nalatenschap van de dochter regelen. Maar is nog familie aan de kant van de overleden vader, een kreng van een grootmoeder. Zij heeft een voorbehouden erfdeel (want 3e orde, kloving, dus deel naar grootmoeder). Dochter heeft testament waarin ze zegt dat alles naar moeder gaat, maar voorbehouden erfdeel grootmoeder van ¼. Bael zegt dat de grootmoeder natuurlijk wel kan verzaken aan haar reserve. Maar die grootmoeder wou dat niet # Deel van de grootmoeder is wel niet veel. Het gaat hier om ¼ van de blote eigendom van de helft van dat huis ! = 1/8 van dat huis # Had moeder nog een kind gehad was dat probleem er niet. Had ze Bv. nog een zoon dan zou de situatie ander geweest zijn. Krachtens de wettelijke erfopvolging, zou de nalatenschap toekomen aan erfgenamen van de 2e orde, en de grootmoeder zou niet tot de nalatenschap komen en zou dus haar reserve nooit kunnen uitoefenen 27 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 " De reserve is niet beschermd tegen giften aan de LLE en giften aan de LLWSP • Bv. Een jonge man, een jonge vrouw en een wat oudere man komen bij prof. Bael ! De ouders van de oudere man zijn nog in leven. De ouders van de vrouw en van de jonge man zijn ook nog in leven. De ouders van de oudere man willen niet dat hij de nalatenschap zou geven aan de vrouw ! Er is dus een probleem met de reserve o Voorstel aan de vrouw: Reeds ingeschreven in de bevolkingsregisters bij man 1. Ze moest wettelijk gaan samenwonen bij man 2. En daarna weer gaan samenwonen bij man 1. Man 2 heeft de reserve van zijn ouders uitgeschakeld door wettelijk te gaan samenwonen (testament) • Dus met testament in voordeel van de LLWSP kun je de reserve van de ascendenten uitschakelen o Maar indien langstlevende feitelijke samenwonende, dan geldt bovenstaande regel niet Voorbeelden • Handboek p. 984, voorbeeld 42! DC maakt testament en hij geeft alles aan zijn vriendin (L). Hij woont niet wettelijk samen en hij trouwt niet o Wat krijgt L? ! De helft van de nalatenschap. De vader en moeder krijgen elk ¼ o Zouden die krachtens de wettelijke erfopvolging tot de nalatenschap komen? Ja, want 3e orde ! Kloving # Helft vader en helft naar grootvader # Testament in voordeel van zijn vriendin ! Reserve van ¼ voor vader, en in de familie van de moeder: grootvader krijgt reserve van ¼ # De vriendin van DC krijgt de helft • Handboek p. 985, voorbeeld 44 ! De vader is vooroverleden. DC laat na: Zijn broer, zus, moeder en grootmoeder langs vaderszijde o Moeder en grootmoeder langs vaderszijde ! 2 potentiële reservataire erfgenamen o ¼ aan moeder en de rest aan broer en zus. ! 2e orde, dus moeder vast ¼ en A en B samen ¾ o " Dus moeder heeft reserve van ¼. De grootmoeder krijgt dus geen reserve! o Stel: Testament in voordeel van zijn vrouw ! Wat krijgt de vrouw? # V (grootmoeder) en M krijgen helemaal niets meer, hun reserve wordt uitgeschakeld wat gift in voordeel langstlevende echtgenoot. De vrouw zou ook een wettelijk samenwonende partner kunnen zijn 28 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 3: Reserve van de langstlevende echtgenoot " De LLE die niet van tafel en bed gescheiden is • Scheiding van tafel en bed komt niet vaak voor " Concrete reserve en abstracte reserve • VG van de helft van de nalatenschap (= Abstracte reserve) • Minstens VG van de voornaamste gezinswoning en huisraad (= Concrete reserve) o Bij veel mensen is de gezinswoning bijna het enige in de nalatenschap. Dus dan heeft de langstlevende eigenlijk VG op bijna alles " De langstlevende kan kiezen welke reserve hij uitoefent Abstracte reserve • Bij samenloop van de langstlevende met afstammelingen: De reserve wordt naar evenredigheid toegerekend op de reserve van de mede-­‐erfgenamen en op het beschikbaar deel • Voorbeeld 1 ! Langstlevende + 1 kind o Reserve langstlevende: ½ VG o Reserve kind: ¼ VE + ¼ BE o Beschikbaar deel: ¼ VE + ¼ BE Stel ! Man had lange relatie met vriendin. Maar ook een echtgenoot. Man heeft echter in testament elk vruchtgebruik ontnomen aan zijn vrouw in voordeel van zijn vriendin. Man heeft ook een zoon. Waarop heeft die vriendin recht? o Mocht er geen langstlevende echtgenoot zijn, zou de vriendin de helft van de nalatenschap krijgen in volle eigendom, en de zoon zou de andere heft krijgen in volle eigendom o Maar langstlevende echtgenote wil reserve uitoefenen. Maar waarop? Op het beschikbaar deel of op de reserve van haar kind? Laten we het vruchtgebruik wegen op het beschikbaar deel of op de reserve? # We gaan dit naar evenredigheid toerekenen op de reserve en op het beschikbaar deel. Dus op de helft in volle eigendom die normaal naar vriendin gaat, zit er nu voor de helft VG. (dus VG op helft beschikbaar deel). Ook VG op helft van de reserve o ! Dus vriendin krijgt ¼ volle eigendom en ¼ blote eigendom o ! Hetzelfde voor de zoon (op reserve gaat voor de helft dat VG zitten, dus ¼ volle eigendom en ¼ blote eigendom) o " De reserve van de afstammelingen wordt een reserve in blote eigendom 29 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 •
Voorbeeld 2 ! Langstlevende echtgenoot + 2 kinderen o Reserve langstlevende: ½ VG o Reserve kind: 1/3 VE + 1/3 BE o Beschikbaar deel: 1/6 VE +1/6 BE Stel ! We hebben een langstlevende echtgenote en 2 kinderen. De LLE wordt zoveel mogelijk onterfd, om zoveel mogelijk te geven aan de vriendin van de overledene. Wie gaat wat krijgen? Vriendin kan niet alles krijgen want in samenloop met reservataire erfgenamen (afstammelingen en LLE) o Eerste stap ! Denk de LLE even weg. Beschikbaar deel met de 2 kinderen is gelijk aan 1/3 en de reserve is ook gelijk aan 1/3. Vriendin dus in samenloop met de kinderen. Dus beschikbaar deel is 1/3 o Maar LLE ! Pas basisregel toe, nl. de reserve van de LLE naar evenredigheid uitoefenen op het beschikbaar deel en het voorbehouden erfdeel. Dus in de plaats van dat 1/3 in VE, gaat die vriendin minder krijgen o ! 1/3 in VE, wordt 1/6 in VE en 1/6 in BE (want op de helft van dat 1/3 zit er een VG) o ! Wat met de reserve van de kinderen? Die kregen eerst 1/3, maar nu dus VG toepassen. We nemen hier het deel van de kinderen samen (dus normaal 2/3 in VE). Maar nu dus 2/6 in VE en 2/6 in BE •
Voorbeeld 3 ! Langstlevende echtgenoot + 3 kinderen o Reserve langstlevende: ½ VG o Reserve kind: 3/8 VE + 3/8 BE o Beschikbaar deel: 1/8 VE + 1/8 BE ! Zeer klein deel! Onderscheid o Testament waarbij aan een derde het grootst beschikbaar deel wordt toegekend en de bedoeling bestaat bij de testator om de langstlevende zoveel mogelijk te onterven. o Testament waarbij aan een derde het grootst beschikbaar deel wordt toegekend en de testator de langstlevende niet zoveel mogelijk wil onterven ! Dan… o Als er 1 kind is # Beschikbaar deel: ¼ + ¼ BE • Normale situatie is de vrouw krijgt het VG op alles en het kind krijgt de blote eigendom van alles. Zo veel mogelijk geven aan vriendin, maar mijn vrouw daarom niet onterven ! Beschikbaar deel en reserve ! Langstlevende even wegdenken ! De helft van de nalatenschap in volle eigendom kan toegekend worden aan vriendin en de andere helft komt toe aan het kind. Dan denken we langstlevende er terug bij, normaal heeft die een VG op alles. Op de helft van de helft van het deel voor vriendin zit dus een VG ! Daarom ¼ in volle eigendom en ¼ in blote eigendom voor vriendin # Langstlevende : ¾ VG # Kind: ½ BE •
30 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Als er 2 kinderen zijn: # Beschikbaar deel: 1/6 VE + 1/6 BE # Langstlevende 5/6 VG # Kinderen: 4/6 BE 31 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 4: Volledige onterving van de LLE door testament Voorwaarden (4) • De eerststervende echtgenoot moet de andere echtgenoot onterfd hebben bij testament o Je moet dus een testament maken, waarin je duidelijk zegt je echtgenote te onterven o Redactie van het testament # Ook beperking van het erfrecht tot de reserve als voorwaarden niet vervuld zijn # Niet beperken tot de aanstelling van een algemeen legataris • De echtgenoten moeten op de dag van het overlijden van de eerststervende echtgenoot sinds meer dan zes maanden gescheiden leven o Bewijs van de feitelijke scheiding • De eerststervende echtgenoot moet bij een gerechtelijke akte een afzonderlijk verblijf gevorderd hebben o Bij dagvaarding in kortgeding in het kader van een echtscheidingsprocedure of bij verzoekschrift bij de vrederechter in het kader van een procedure dringende en voorlopige maatregelen o Bij conclusie als tegenvordering o Voorwaarde is niet vervuld als enkel de langstlevende echtgenoot afzonderlijk verblijf heeft gevorderd o Voldoende dat de vordering voor het overlijden is ingesteld # Niet nodig vóór de feitelijke scheiding van zes maanden # Speelt geen rol of de vordering wordt afgewezen of dat er geen beschikking volgt • De echtgenoten mogen na die gerechtelijke akte waarbij afzonderlijk verblijf gevorderd werd niet opnieuw zijn gaan samenwonen o Korte verzoeningspoging? •
Discussie geweest in de rechtsleer: Moet ook het testament opgemaakt zijn nadat de echtgenoten feitelijk gescheiden waren gaan leven en nadat de eerststervende echtgenoot afzonderlijk verblijf had gevorderd? o In parlementaire voorbereiding zegt er een parlementslid dat het testament maar mocht opgemaakt zijn nadat er feitelijke scheiding ontstaan was en nadat er afzonderlijk verblijf was gevorderd o Gevolg ! Discussie ! Mag dit testament opgemaakt zijn daarvoor? o " Cassatie 22 december 1994 !Cassatie zegt “dat is niet nodig, trek u niet aan wat het parlementslid zei”. Deze voorwaarde blijkt helemaal niet uit de duidelijke wettekst. Niet afkomen met parlementaire voorbereiding om duidelijke wettekst te interpreteren " Onterving strekt zich niet uit tot de huwelijksvoorwaarden en de contractuele erfstellingen vervat in een huwelijkscontract of wijzigingsakte Stel: Oudere man, met jonge Russische vrouw. Man heeft genoeg van zijn ‘wijf’, hij wil echtscheiding vorderen en hij wil ze ook onterven. Dus dan leg je het bovenstaande uit. Maar Art. 915bis laat toe om elk erfrecht te ontnemen ! Vaak regelingen getroffen over de nalatenschap van een persoon in een testament of andere documenten (huwelijkscontract, …). In huwelijkscontract stond dat de volledige nalatenschap toekwam aan de Russische vrouw, dus 915bis kon niet worden gebruikt. Je kunt dit niet eenzijdig herroepen, in tegenstelling tot een testament. Dus wettelijk erfrecht en reserve ontnomen door 915bis, maar indien regeling over nalatenschap op andere manier dan best mogelijk dat 915bis onbruikbaar is. De man moest dus zo snel mogelijk uit de echt scheiden 32 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 5: Gedeeltelijke ontneming van de reserve van de langstlevende echtgenoot bij vonnis In de praktijk bijna nooit toegepast • Recht op de abstracte reserve blijft • Enkel reserve in vruchtgebruik op de preferentiële goederen op voorwaarde o Dat de langstlevende echtgenoot daar is blijven wonen of tegen zijn wil verhinderd werd dat te doen en o De toewijzing van dit vruchtgebruik voldoet aan de eis van de billijkheid # Beoordeling door de rechter # Elementen die daarbij een rol kunnen spelen? Afdeling 6: Gedeeltelijke ontneming van de reserve van de langstlevende echtgenoot in het geval van een overspelig kind • Wanneer: bij de vaststelling van de afstamming van een overspelig kind • Art. 334ter, lid 3 BW ! De andere echtgenoot kan de abstracte reserve ontnemen, niet de concrete reserve o Zowel bij testament als bij schenking 33 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 7: 05/03/2014) Hoofdstuk 3: Verschillende stappen bij de uitoefening van de reservataire aanspraken Afdeling 1: Samenstelling van de fictieve massa Wat de nalatenschap zou geweest zijn mochten er geen schenkingen zijn gedaan • Motivering ! Anders zou de decuius gedurende zijn leven al zijn goederen kunnen wegschenken en de reserve zou dan nog enkel worden berekend op hetgeen overblijft • De nalatenschap fictief ‘hersamenstellen’ alsof er nooit schenkingen zijn gebeurd • " De geschonken goederen worden fictief bij de bestaande goederen gevoegd (Art. 922 BW) FM = De bestaande goederen + De schenkingen die de overledene tijdens zijn leven heeft gedaan -­‐ De schulden •
•
Voorbeeld ! Een vrouw met 3 kinderen laat 55 000 euro na. Ze heeft nog 7 500 schulden. Destijds schonk ze aan een oude schoolvriendin 12 500 euro FM ! 55 000 (wat ze nalaat bij overlijden) + 12 500 (schenking) -­‐ 7 500 (schulden) -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ = 60 000 o
o Het beschikbaar deel is ¼ van 60 000 euro (= 15 000 euro) ! De schenking van 12 500 euro kan dus behouden blijven. Als het beschikbaar deel overschreden zou zijn dan moet de vriendin het deel dat het beschikbaar deel overschrijdt teruggeven Fictieve massa = • De bestaande goederen o Dit zijn alle goederen die de decuius nog had op het ogenblik van zijn overlijden, welke ook de aard weze van deze goederen # Het aandeel dat de eergestorvene bekomt door de vereffening van het huwelijksvermogensstelsel # De goederen waarover de decuius heeft beschikt bij testament of bij contractuele erfstelling # Ook goederen waarvan de decuius slechts blote eigenaar is o Omvat niet: # Rechten die door het overlijden teniet gaan (Bv. recht van vruchtgebruik) # Goederen die tot het vermogen van de decuius behoorden onder ontbindende voorwaarde van vooroverlijden • Bv. Schenking van persoon A aan B met conventioneel recht van terugkeer. Als B zou vooroverlijden voor A, keert het geschonken goed terug naar A. Dit wordt niet in rekening gebracht om na te gaan of de reserve is overschreden 34 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 De schenkingen o Welke schenkingen? # Alle schenkingen, ongeacht de vorm • Bij notariële akte, handgift, onrechtstreekse schenking, vermomde schenking,… # Ongeacht het tijdstip van de schenking • Ook Bv. al 35 jaar geleden # Niet ! Gewone kosten van uitrusting, kosten van bruiloft en gelegenheidsgeschenken • Art. 852 BW ! Dit zijn eerder sociale verplichtingen • Niet alle nieuwjaarsgelden beginnen optellen ! Dit zijn gelegenheidsgeschenken • Gewone kosten van uitrusting; ! Bv. Kosten die men doet om iemand te laten studeren o Bijzonderheden ! Art. 918 BW # Beschouwd als rechtshandeling onder bezwarende titel en komt niet meer in aanmerking voor samenstelling van de fictieve massa # Dit artikel gaat eigenlijk over verkopen, die gedaan zijn met voorbehoud van vruchtgebruik, mits betaling van een lijfrente of met afstand van een kapitaal (één of andere levenslange prestatie, Bv. onderhoud verschaffen) # De wetgever van 1804 geloofde niet dat dit verkopen zijn ! Daarom zag de toenmalige wetgever dit aan als schenkingen (dus vermomde schenkingen), en ze moeten dus ook als schenkingen behandeld worden (en opgenomen in FM) # ! Er is tegenbewijs mogelijk (dat het om een verkoop gaat), kan alleen geleverd worden doordat die andere kinderen (reservataire erfgenamen) in de akte tussenkomen en toestemmen met de verkoop. Men wou dus echt de rechten van de reservataire erfgenamen beschermen. # Gevolg: Op bepaald moment begonnen notarissen schenkingen te doen met voorbehoud van vruchtgebruik, en ze lieten de andere kinderen tussenkomen om er mee toe te stemmen. Maar dus openlijk ‘schenkingen’ genoemd. Zo werd beschouwd als overeenkomst onder bezwarende titel, en niet meer in rekening gehouden voor de berekening van de FM. Reden om dit te doen? • Verkoop met voorbehoud VG , maar het was een schenking? Dan was je als notaris bezig om een rechtshandeling voor te stellen als een andere dan ze was. Valsheid in geschrifte • Schenkingsrechten waren lager dan de verkooprechten # " Maar Cassatie trad op ! Art. 918 BW is daar helemaal niet voor bedoeld. Gevolg Cassatie ! Al die successieplanningen van die notarissen waren om zeep. De notariële wereld stond op zijn kop. Onder druk van de notarissen werd er een interpretatieve wet gestemd in 1960, waarbij de wetgever zegt dat met het woordje ‘vervreemdingen’ in 918 BW ook bedoeld wordt ‘schenkingen’. Het is een interpretatieve wet, en dus veegt ze dat arrest van Cassatie van de kaart # Art. 918 BW vaak gebruikt, dus rekening mee houden op examen! 35 SV Fam. Vermogensplanning #
JVD 2014 Voorbeeld ! V en M hebben 5 kinderen en oudste zoon A wil een huis kopen. De ouders geven het geld om de aankoop te financieren (150.000). De 2e oudste B krijgt 50.000. De anderen (C,D, E) hebben niks meer (het geld is op). Deze kinderen stappen naar de notaris want ze willen elk een gelijk deel (de huizen zijn nu elk 500.000 waard). Maar schenkingen zijn gebeurd met vrijstelling van inbreng. (dus bovenop erfdeel) • In de erfenis zit nog een kavel van 1,5 miljoen euro • In totaal 1 miljoen geschonken (Voor dit voorbeeld even huizen nemen voor waarde en niet het geld) •
•
•
" Dus totale massa is 2,5 miljoen " BD (1/4) = 625.000 " Er moet 375.000 terug in de pot Oplossing? ! De 3 anderen krijgen de bouwgrond met voorbehoud van VG (via schenking, De andere 2 kinderen gaan akkoord) o Fictieve massa is nu nog maar gelijk aan 1 miljoen, want schenking onder Art. 918 BW komt niet in aanmerking voor de fictieve massa o FM = 1 miljoen ! BD = (1/4) = 250.000 o " Dus A en B komen in de problemen o " Oplossen ! A en B geven toestemming onder de voorwaarde dat C,D en E de schenkingen van A en B ongemoeid zouden laten ! Dat ze dus hun reserve niet opeisen o (opmerking ! Dit is geen overeenkomst over een niet opengevallen nalatenschap – zie later) " Als het gaat om een rechtstreekse schenking, is Art. 918 één van de belangrijkste manieren om de reserve te omzeilen •
#
o Bijzonderheden ! Levensverzekeringen ! Art. 124 Wet Landverzekeringsovereenkomsten # Worden ook beschouwd als schenking als er een animus donandi is # Maandelijkse premie en bij overlijden komt kapitaal van de levensverzekering Bv. toe aan jongste dochter ! Als de premies redelijk waren in verhouding met het vermogen ! Dan beschouwen we dat niet als een schenking # Lijkt strijdig met het gelijkheidsbeginsel want spaarverrichtingen worden op een ongelijke manier behandeld. Sparen via effecten-­‐ of termijnrekeningen werden wel opgenomen in de fictieve massa ! Dus sparen via levensverzekering zou niet anders mogen behandeld worden # Maar Wet van 10/12/2012 ! Bedrag levensverzekering beschouwen als schenking (met vrijstelling van inbreng) en dus rekening houden bij samenstelling fictieve massa • Op Minerva tekst over wetswijziging 36 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Schenking van gelden bijvoorbeeld om een bouwgrond te kopen # Voorbeeld ! 2 kinderen A en B ! A krijgt van ouders een bouwgrond en B krijgt 100.000 euro en koopt hiermee een bouwgrond • Bouwgrond A is 1.000.000 euro waard • Bouwgrond B is 1.000.000 euro waard • ! Men gaat 1.000.000 in rekening brengen voor A en 100.000 voor B. Hij had namelijk geld gekregen • ! Enorme ongelijkheid tussen A en B want bij schenking bouwgrond wordt de bouwgrond in aanmerking genomen • Men zou de datum van de schenking in aanmerking kunnen nemen om de ongelijkheid weg te werken, maar hier is kritiek op o In verband met wettelijk samenwonenden ! Art. 1478, lid 3 BW # Geval dat er 3 kinderen zijn en er is nog een moeder ! 2 van de 3 kinderen zijn getrouwd en leven elders terwijl het overige kind bij de moeder is blijven wonen (verklaring wettelijke samenwoning) • Als moeder overlijdt ! Ervan uitgaan dat alle goederen van moeder waren en ½ geschonken aan kind dat gebleven is. Normaal blijven de goederen in onverdeeldheid (wat in de woning staat) # ! Geen belangrijk artikel want inboedel is vaak niets waard # Vader woont wettelijk samen met dochter. Dan vermoeden dat alles in dat huis onverdeeld is. Er ligt daar een kunstcollectie van pa, maar nu vermoeden dat de dochter voor de helft eigenaar is van die kunstcollectie (ingevolge wettelijk vermoeden). Sterk voordeel van die samenwonende dochter tegenover andere kinderen. ! Daarom zegt het BW dat die helft geacht wordt bekomen te zijn door middel van een schenking. Dus dat gaan we in de FM in rekening brengen ! Van toepassing in alle gevallen dat de langstlevende wettelijke samenwonende een erfgenaam is van de vooroverledene. o Waardering (Art. 922, lid 1 BW) # Waarde bij het openvallen van de nalatenschap • Logische regel want de goederen worden geacht het vermogen van de decuius niet te hebben verlaten • ! We gaan dus uit van de waarde van de goederen bij overlijden • Voorbeeld ! Kind 1 krijgt perceel bouwgrond. Kind 2 krijgt 100.000 euro en koopt daarmee bouwgrond. Kind 3 krijgt appartement van 100.000 euro in Knokke. Na 30 jaar is het eerste perceel bouwgrond nog altijd evenveel waard (100.000 euro). Perceel bouwgrond van kind 2 is nu meer waard, nl. 800.000 euro. Het appartement in Knokke is ook gestegen, nl. 600.000 euro. Dus bouwgrond voor 100.000 euro in FM nemen. De schenking van geld ook voor 100.000 37 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 euro opnemen, want 100.000 euro is nog steeds 100.000 euro. Het appartement wordt in rekening gebracht voor 600.000 euro! Voorbeeld ! 2 kinderen ! Ene krijgt een huis van 500.000 euro. Ander kind krijgt 500.000 euro om het huis ernaast aan te kopen. Dus in het eerste geval gaan we uit van de waarde van het huis, dat Bv. gestegen is tot 800.000 euro. Voor het andere huis kijken we enkel naar de waarde van het geschonken geld, dus die 500.000 euro ! Dit is dus soms ongewenst Staat ten tijde van de schenking • Men houdt dus geen rekening met de meer-­‐ of minderwaarden die het goed door een daad of uit hoofde van de begiftigde heeft ondergaan o Bv. huis met grond geschonken aan kind A. Het huis is vervallen en het kind verbouwt dit. De vader sterft. We gaan uit van de waarde van het huis op het ogenblik van het overlijden. Maar we kijken naar de staat op het ogenblik van de schenking! Deze (vervallen) staat moet dus in acht worden genomen, en dit zijn dus zeer moeilijke schattingen • Wel wordt er rekening gehouden met toevallige meer-­‐ of minderwaarden (evolutie van de markt, internationale gebeurtenissen) want die zouden zich ook hebben voorgedaan als de goederen het vermogen van de decuius niet hadden verlaten Uitzondering op ‘waarde ten tijde van overlijden’ ! Schenkingen van goederen met toepassing van Art. 140bis e.v. W.Reg. • De waarde op het ogenblik van de schenking • Voorbeeld ! Vader die onderneming heeft opgebouwd en wil deze overdragen aan zijn oudste zoon die met hem de onderneming leidt. Het gaat om een nv en de vader schenkt de aandelen aan zijn zoon. Op het ogenblik van de schenking zijn de aandelen 175.000 euro waard. De zoon werkt hard in de onderneming en later bij de dood van de vader is de onderneming 1.350.000 euro waard, waarvan 1.000.000 louter te wijten is aan de begiftigde o Volgens Art. 922, lid 1 BW ! Aandelen in de fictieve massa voor 350.000 euro. Zo de meerwaarde niet te danken is aan de begiftigde worden ze opgenomen voor 1.350.000 euro o Schenking met toepassing van Art. 922, lid 2 BW ! Mede-­‐erfgenamen kunnen slechts aanspraak maken op de 175.000 euro dat de aandelen waard waren op het ogenblik van de schenking 38 #
#
SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Huwelijksvoordelen o Trouw je onder het wettelijk stelsel ! Dan heb je 3 vermogens # EV man, GV en EV vrouw # Het burgerlijk wetboek laat toe om het volledige GV aan de langstlevende toe te kennen, en op die manier het voorbehouden erfdeel van kinderen uit te schakelen. Dit vind je in het BW # Dan kun je huwelijkscontract maken. • Vroeger nam men meestal verblijvingsbeding op waarbij men heel de gemeenschap liet toekomen aan de langstlevende • Zo’n verblijvingsbeding wordt een huwelijksvoordeel genoemd o Principe ! Worden geacht onder bezwarende titel te zijn o Uitzonderingen: Art. 1458, lid 2 + 1464, lid 2 BW en Art. 1465 BW # Art. 1464, lid 2 • Inbreng in gemeenschappelijk vermogen ! Helft daarvan wordt als schenking aanzien # Art. 1465 BW • Gaat over het geval als er geen gemeenschappelijke kinderen zijn • Stel, langstlevende man. Vrouw had uit haar vorige relatie 3 kinderen. Als zij nu heel het GV toekent aan haar man, dan kunnen die 3 kinderen niet erven. Dit wou de wetgever niet. Dus alles dat de aanwinsten overschrijdt wordt als aanwinsten aanzien. Krijgt de man dus meer dan de helft van het GV, dan gaan die meerwinsten als een schenking worden aanzien. Stel dat die vrouw nu bakken geld verdient. Die man is ‘huisman’. Als zij trouwen onder het wettelijk stelsel, komt alles wat die vrouw verdient in de gemeenschap terecht. Verdient ze 300.000 euro per jaar, dan gaat dit volledig naar de gemeenschap. Krijgt man daar helft van, dan is dit niet als een schenking te aanzien. De helft van de aanwinsten, dat is ok. Alles wat de man boven de helft van die aanwinsten krijgt wordt als een schenking aanzien # Het beding van vooruitmaking is in principe niet vatbaar voor inkorting • Uitzondering 1 ! Art. 1458, lid 2 BW = gecombineerd met inbreng van tegenwoordige of toekomstige goederen in het gemeenschappelijk vermogen: o Mogelijke kwalificatie als schenking: de maximumgrens is: alle aanwinsten + terugneming van de eigen inbreng + de helft van de inbreng door de andere echtgenoot • Uitzondering 2 ! Art. 1465 BW = kinderen uit een vorig huwelijk of vorige relatie: o De maximumgrens is: de helft van alle aanwinsten + terugneming van de eigen inbreng 39 SV Fam. Vermogensplanning #
#
JVD 2014 Het verblijvingsbeding is niet vatbaar voor inkorting • Uitzondering 1 ! Art. 1464, lid 2 BW = gecombineerd met inbreng van tegenwoordige of toekomstige goederen in het gemeenschappelijk vermogen: o Mogelijke kwalificatie als schenking: de maximumgrens is: alle aanwinsten + terugneming van de eigen inbreng + de helft van de inbreng door de andere echtgenoot • Uitzondering 2 ! Art. 1465 BW = kinderen uit een vorig huwelijk of vorige relatie: o De maximumgrens is: de helft van alle aanwinsten + terugneming van de eigen inbreng Man en vrouw hebben kinderen. Er gebeurt een inbreng. Art. 1464, lid 2 BW ! Gevolg ! De helft van die inbreng aanzien als een schenking. Man en vrouw getrouwd onder wettelijk stelsel met 3 vermogens. In EV zit alles van voor het huwelijk, en alles bekomen door erfenis, schenking en testament. De rest zit in principe in de gemeenschap. De vrouw doet nu een inbreng van een huis, dat ze erfde van haar vader, in het gemeenschappelijk vermogen • De vrouw overlijdt. Dan gaan we de helft van de inbreng als een schenking aanzien. Als we de FM samenstellen, gaan we dus de helft van die schenking in rekening brengen in de FM om te kijken of het beschikbaar deel overschreden is o Zowel het geval bij verblijvingsbeding en beding van vooruitmaking. Bv. Man mag dat goed voorafnemen. Dan geldt hetzelfde regeltje. De helft van dat voorafgenomen goed ook als een schenking aanzien. Dus dan net hetzelfde regeltje • De man overlijdt eerst. De hele gemeenschap gaat naar de vrouw. Lees je de letter van de wet, lijkt het alsof helft van die inbreng als schenking aanzien moet worden. Maar dat is natuurlijk niet zo, dat goed keert namelijk gewoon terug naar de vrouw • Stel dat ze getrouwd zijn onder algehele gemeenschap. Als die vrouw die woning erft van haar vader, komt dit automatisch terecht in het gemeenschappelijk vermogen (geen formele inbreng voor vereist). In dat geval gaan we dat goed toch beschouwen als ingebracht! Opnieuw dus letter van de wet niet echt gevolgd 40 SV Fam. Vermogensplanning #
#
JVD 2014 Art. 1465 BW ! Stel, vrouw heeft 3 kinderen uit vorig huwelijk. Man ook 3 kinderen uit vorig huwelijk. Vrouw heeft opnieuw huis geërfd en ingebracht in gemeenschap. De nieuwe man kan de helft van de aanwinsten krijgen. Alles daarboven als een schenking aanzien en dus in rekening gebracht bij het bepalen van de FM. • Opmerking; wat zijn aanwinsten? o In EV zit alles van voor huwelijk, en alles bekomen door erfenis, schenking en testament (en wat specifieke zaken opgelijst in BW) o Alles wat ze voor de rest verwerven zit in het gemeenschappelijk vermogen (beroepsvermogen, inkomsten uit kapitaal,…) "Dit zijn die aanwinsten • Vrouw overlijdt als eerste, Geen gemeenschappelijke kinderen. Wat man krijgt boven de helft van de aanwinsten zijn een schenking. Dat huis dat ingebracht is wordt aanzien als een schenking. Want de helft van de aanwinsten beschouwd als geen schenking (dat is voor die man), maar alles daarboven is schenking. Dat ingebracht goed is geen aanwinst en zit dus niet in die helft van de aanwinsten dus gezien als schenking • Beide hebben dus niet-­‐gemeenschappelijke kinderen. Nu overlijdt de man echter als eerste. Basisregel is dat alles wat vrouw krijgt boven die aanwinsten worden aanzien als schenking. Maar nuance, de terugneming van het door haar ingebrachte huis wordt niet als schenking aanzien Extra voorbeeld • Stel rijke vrouw (manager) heeft 3 kinderen gekregen in huwelijk met een man. Ze hertrouwt later met andere man. Die vrouw verdient 300.000 euro per jaar, en die man 1.500 euro per maand. Na paar jaar zit er 6 miljoen euro in dat gemeenschappelijk vermogen. Die kinderen zijn super gelukkig omdat ze gaan erven. Alles boven de aanwinsten dat die man krijgt wordt als schenking aanzien. De aanwinsten zijn 3 miljoen euro. Wordt niet als een schenking aanzien. Dat is een voordeel dat die man haalt uit dat stelsel. Alles dat hij boven die helft krijgt, gaat worden gezien als een schenking en bij de FM worden gevoegd • " Waren ze niet getrouwd, was 6 miljoen euro onderdeel van de fictieve massa. Nu maar 3 miljoen euro 41 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Voorbeeld 1 (Boek p. 1016, voorbeeld 51) # Gegevens: • Vrouw overlijdt en laat 2 kinderen na uit het huwelijk met haar man • Inbreng in GV van woning = 150.000 € • Verblijvingsbeding ! Heel GV in volle eigendom voor man • Waarde GV = 200.000 € • Waarde EV = 150.000 € • Toepassing van Art. 1464, lid 2 BW ! Schenking ten belope van 75.000 euro • Deze schenking kan behouden blijven als ze binnen de grenzen van het beschikbaar deel valt # FM: 150.000 bestaande goederen + 75.000 schenking -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ = 225.000 euro Dus beschikbaar deel = 1/3 van 225.000 = 75.000 ! De schenking kan behouden blijven o Voorbeeld 2 (Boek p. 1017, voorbeeld 51) # Gegevens: • Dezelfde als in voorbeeld 1 • Maar één of beide kinderen uit een vorig huwelijk van de vrouw ! Art. 1465 BW toepassen ! Alles wat afwijkt van een gelijke verdeling van aanwinsten wordt als schenking beschouwd • 200.000 in GV ! 150.000 euro ingebracht door de vrouw (= aanwinsten of beroepsinkomsten verworven tijdens het huwelijk) ! Helft van de aanwinsten is dus 25.000 euro • Nu zijn er wel reservataire aanspraken voor die 2 kinderen. Verblijvingsbeding doet nu een cadeau van 175.000 euro aan de man en dit is te veel want het is een overschrijding van het beschikbaar deel. Kinderen kunnen nu zeggen dat het te veel, de overschrijding, aan hen moet worden gegeven. Het wordt terug in de pot gestoken en gaat vererfd worden volgens de regels van de wettelijke erfopvolging ! Reservataire aanspraken voor ongeveer 67.000 euro. • Dus VG van die 175.000 euro aan LLE en BE voor kinderen ten bedrage van 67.000 euro (175.000 – 67.000 = 108 000) #
#
#
#
FM: 150.000 bestaande goederen + 175.000 schenking -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ = 325.000 euro Dus beschikbaar deel = 1/3 van 325.000 = 108.333,33 42 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 De schulden o Schulden = Alle schulden die de decuius bij het overlijden heeft # Bijzondere gevallen o Lasten (begrafeniskosten en andere kosten in verband met de nalatenschap) (Art. 870 BW) o Volgorde? # Bestaande goederen Bestaande goederen OF + schenkingen -­‐ schulden -­‐ schulden + schenkingen In het geval dat er meer activa dan passiva zijn is elke volgorde goed. In het andere geval maakt volgorde wel iets uit. We vertrekken dan van de basisregel dat de schuldeisers van de DC de vordering tot inkorting niet kunnen instellen, maar daar kunnen ze ook geen voordeel uit halen. Hieruit leidt men af dat als we de activa – passiva doen, we nooit op een negatief getal mogen uitkomen. Anders zouden die een invloed hebben op de hoegrootheid van het beschikbaar deel. # " De volgorde is belangrijk als de nalatenschap deficitair is # " Basisregel: de schuldeisers van de decuius kunnen de inkorting niet vorderen, noch daarvan het voordeel genieten o Voorbeeld (Boek p. 1019, voorbeeld 52) # Gegevens: • Man overlijdt en laat één zoon na • Bestaande goederen = 10.000 € • Schulden = 15.000 € • Heeft tijdens zijn leven aan zijn broer 25.000 € geschonken #
#
#
1e opvatting: • BD = Helft FM = 10.000 € • Inkorting schenking met 15.000 € • " Schuldeiser wordt volledig betaald • " Zoon krijgt 10.000 € 2e opvatting (toepassen al P > A): • BD = Helft FM = 12.500 € • " Inkorting van 12.500 € • " Schuldeiser wordt volledig betaald • " Zoon krijgt uiteindelijk: 7.500 € • Want 10.000 + 12.500 = 22.500 o 15.000 naar schuldeiser o Dan nog 7.500 voor zoon FM: 10.000 + 25.000 -­‐ 15.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 20.000 FM: 10.000 -­‐ 15.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ -­‐ 5.000 Herleiden tot 0 0 + 25.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 25.000 43 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 8: 06/03/2014) Afdeling 2: Aanrekening van de giften op het beschikbaar deel •
•
•
•
•
•
Het is mogelijk dat giften aan een erfgenaam worden gedaan als voorschot op het erfdeel. Stel een vader heeft 150.000 en 3 kinderen die normaal elk 50.000 zouden krijgen. Die vader zou 1 kind een voorschot kunnen geven maar alle 3 de kinderen moeten eerlijk worden behandeld. Het ene kind krijgt 50.000, bij het overlijden is er nog 100.000 die hij aan de andere 2 moet laten Vraag: hebben de schenkingen en legaten het beschikbaar deel niet overschreden? o ! Met andere woorden: Is het voorbehouden deel niet aangetast, heeft de decuius zijn beschikkingsrecht niet te buiten gegaan Zo de giften het BD overschreden hebben ! De giften worden ingekort Niet alle giften moeten evenwel op het BD worden aangerekend ! Onderscheid: o Schenking of legaat als voorschot op erfdeel van de begiftigde # Voorbeeld: 3 huizen ! 1 schenken aan zoon als voorschot op erfdeel. Bij overlijden van de vader moeten de andere 2 ook nog een huis krijgen o Schenking of legaat aan de begiftigde buiten zijn erfdeel (met vrijstelling van inbreng) # Als het geen wettelijke erfgenaam is, kan het nooit voorschot op erfdeel zijn Giften aan een niet-­‐erfgenaam zijn steeds met vrijstelling van inbreng Art. 843 en 919 BW: principe is als voorschot op erfdeel, tenzij uitdrukkelijke vrijstelling van inbreng o Wetgever wou gelijkheid tussen kinderen ! Dus gelijkheid tenzij de schenker uitdrukkelijk zegt van niet o Volgens rechtsleer moet de vrijstelling van inbreng zeker, zonder twijfel en duidelijk zijn, dit kan stilzwijgend zijn. Het kan niet alleen afgeleid zijn uit de documenten maar ook uit de omstandigheden waarin de schenking werd gedaan # Er is een uitzondering op ! Bij levensverzekeringen is het vermoeden een vrijstelling van inbreng. Art.124 WLVO (wet landverzekeringsovereenkomst), daaruit blijkt dat het een schenking is die vermoed wordt gedaan te zijn met vrijstelling van inbreng o Voorbeeld: Vader en 3 kinderen # Alleen nog contact met jongste dochter, 2 anderen al jaren niet meer gezien. De vader doet een vermomde schenking aan de dochter ! Hij verkoopt haar het huis maar ze moet nooit een prijs betalen " Beschouwen als vrijstelling van inbreng 44 SV Fam. Vermogensplanning •
2014 Voorbeeld o Gegevens: # Decuius laat 2 kinderen na ! Reserve = 2/3 # BD = 1/3e # Bestaande goederen = 45.000 # Geen schulden # Schenking gedaan aan één kind van 15.000 # Geen testament o Fictieve Massa FM: 45.000 + 15.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 60.000 •
JVD o Mogelijkheid 1: met vrijstelling van inbreng # BD = 1/3e = 20.000 # Schenking van 15.000 blijft beneden het BD dus OK. Dan nog 45.000 om te verdelen ! Ieder kind krijgt 22.500 # Begiftigde kind behoudt de schenking van 15.000 en krijgt bovenop 22.500 = 37.500 # Ander kind krijgt 22.500 o Mogelijkheid 2: als voorschot op erfdeel # Erfdeel van elk kind = 30.000 # Begiftigde kind krijgt 15.000 bij, dus in totaal (gift inbegrepen) 30.000 # Andere kind krijgt 30.000 Hoe gebeurt de inbreng ! Onderscheid: o Bij roerende goederen: door mindere ontvangst (waarde op het ogenblik van de schenking) # Dus degene die de gift krijgt, zal nu wat minder krijgen. Of de andere erfgenamen kunnen hetgene die ene kreeg, nu al vooraf nemen # We gaan uit van de waarde op ogenblik van de schenking • Probleem: dit is niet de waarde voor de berekening van de FM ! Bij samenstelling van de FM gaan we altijd uit van de waarde van de geschonken goederen bij het overlijden. Maar bij die inbreng nu gaan we uit van de waarde op het ogenblik van de schenking # Voorbeeld: Iemand kwam bij notaris Bael met papieren waarin stond dat er handgiften waren geschonken aan 3 broers. 375 aandelen aan de oudste broer, 375 aan de jongste, en 250 aan degene die naar Bael ging. Er waren 1000 aandelen, en het beschikbaar deel was 250.000 euro. Dit beschikbaar deel wilden de 45 SV Fam. Vermogensplanning #
JVD 2014 ouders verdelen onder de 2 brave zonen, en dus bovenop hun reserve wilden ze die zonen 125 aandelen extra geven • Probleem: ze hebben document gemaakt dat die handgift gebeurd is en waarin er bevestigd wordt wat er aan de 3 broers werd toegekend. Maar ze hebben daarbij niet gezegd met ‘voorschot op erfdeel’ of met ‘vrijstelling van inbreng’. Dit moet dus als voorschot op erfdeel worden aanzien. Hoera voor degene die degene die bij hem kwam. Iedereen recht op 333,33 aandelen, waardoor die gast dus 83 aandelen tekort kreeg. Op het moment van de verdeling van de nalatenschap moeten we ze namelijk gelijkstellen. Die andere broers hebben dus teveel gekregen • Het ambetante is evenwel dat deze berekening van die 85, dat men dit doet rekening houdend met de waarde op het ogenblik van de schenking. Dit was tegenslag, want de waarde van die schenking 30 jaar geleden was minder dan de waarde van vandaag Vroeger ging men ervan uit dat de waarde daalde, want dit waren vaak materiële goederen (Bv. een kar). Nu is het omgekeerd: Bv. aandelen stijgen in waarde o Bij onroerende goederen: in natura # Stel: 3 zonen en inbreng gedaan als voorschot op erfdeel. Dan gaan we dit in natura inbrengen. Dus na het overlijden gewoon terug in de pot steken die opnieuw moet verdeeld worden tussen reservataire erfgenamen. Dus mogelijk dat het eerder geschonken onroerend goed nu wordt toegekend aan iemand anders dan de begiftigde. • In rechtsleer zegt men al lang dat dit slechte regel is. Men vindt dat men beter werkt met inbreng in waarde en inkorting in waarde. Maar dit is niet het geval tot op vandaag # Uitzondering: inbreng door mindere ontvangst (waarde op datum van overlijden) (staat op het ogenblik van de schenking) • Als huis ondertussen verkocht is, dan gaat de inbreng gebeuren door minderneming. En dan gaat men uit van de waarde op het ogenblik van overlijden en de staat op het ogenblik van de schenking. Bij roerende goederen is dat anders en gaat men uit van de waarde op het ogenblik van de schenking 46 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Giften aan te rekenen op het BD: o Giften aan niet-­‐erfgenamen # Nooit zien als voorschot op erfdeel, maar aanzien als ‘met vrijstelling van inbreng’ en dus kijken of het binnen de grenzen van het beschikbaar deel is gebleven o Giften aan erfgenamen die de nalatenschap verwerpen # Dan moet die erfgenaam dit niet inbrengen (maar nuanceren) ! Wel kijken of het binnen het beschikbaar deel is gebleven # Dit is veranderd ! Vroeger enkel plaatsvervulling in geval van gelijktijdig overlijden of vooroverlijden # Voorbeeld ! DC en 2 kinderen. 1 kind (A) overlijdt voor de vader. De zoon van A komt door plaatsvervulling tot de nalatenschap. Schenking met vrijstelling van inbreng nodig bij verwerping want er was toen geen plaatsvervulling. Nu kan de zoon wel plaatsvervullen. Het blijft schenking als voorschot op erfdeel dat moet worden ingebracht door de zoon, ook al kreeg zijn vader de schenking en heeft hij de schenking niet gezien. Zoon van A kan vragen om hem te vergoeden o Giften aan erfgenamen met vrijstelling van inbreng # Ook kijken of dit binnen de grenzen van het beschikbaar deel is gebleven o Giften aan erfgenamen als voorschot op erfdeel van roerende goederen die een meerwaarde hebben ondergaan # Deze meerwaarde ook aanrekenen op het beschikbaar deel # Voorbeeld ! Schenking van 100.000 die bij het overlijden 500.000 waard is ! Meerwaarde van 400.000 ! Wat met die meerwaarde? • Mieke P. Coene zou die aanrekenen op het BD ! Beschouwen als gift met vrijstelling van inbreng (meerderheid) • Du Mongh ! Je moet rekening houden met ratio legis ! Aanrekenen op erfdeel met huidige waarde (500.000) o Schenking aan een erfgenaam waarbij de reserve wordt overschreden? # Vroeger: Stel DC laat drie kinderen na, A, B en C ! A is vooroverleden en laat kind D na. DC deed schenkingen aan A, B en C als voorschot op erfdeel van roerende goederen. Maar nu is D erfgenaam, door plaatsvervulling. Hij treedt in alle rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger. De gift die als voorschot op erfdeel was gedaan aan kind A, moet nu ingebracht worden door D. Dit kan ambetant zijn voor D. Mogelijks kreeg A een gift, maar heeft D dit nooit gekregen omdat A dit verspild heeft in het casino. Maar D moet toch die schenking inbrengen • Indien D een schenking had gekregen, dan moest hij dit ook inbrengen nu hij erfgenaam geworden was. Dus DC deed schenking aan D, dan normaal geen schenking met voorschot op erfdeel want D zou normaal niet tot de 47 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 nalatenschap komen. Maar omdat D nu in plaatsvervulling treedt toch zo. Dus nam men dit zo aan in de rechtsleer o Aldus # Situatie 1: Overlijden • Dus D moet gift inbrengen ! Maar D heeft die gift niet gezien van A. Dan nam men aan in de rechtsleer dat D verhaal kon halen bij degene die de gift wel heeft gehad. Bepaalde auteurs verdedigden ook de stelling dat de gift gedaan aan D moest worden gezien als gift met vrijstelling van inbreng. Dus Art. 843 en 919 BW toepassen. Gift gebeurde aan toenmalige niet-­‐erfgenaam dus zien als vrijstelling van inbreng # Situatie 2: Verwerping • Dan zou D dezelfde redenering kunnen inroepen. Hij kan opwerpen dat de gift één was met vrijstelling van inbreng. Wat betreft de gift aan A, dan zou dit betekenen met de vroegere principes dat D wel verhaal zou kunnen uitoefenen tegen zijn vader A. Dus D kan vragen de situatie recht te zetten en dan die gift te krijgen van A •
Afdeling 3: Volgorde van de aanrekening Eerst worden de schenkingen aangerekend, te beginnen met de oudste o Eerst de oudste schenkingen op het beschikbaar deel aanrekenen o Stel: Man heeft 1 kind. In zijn vermogen zit er bij zijn overlijden 100.000 euro (netto actief). Hij heeft 2 schenkingen gedaan. Eén aan zijn petekind van 100.000euro. En ook nog een schenking van 100.000 euro aan zijn beste vriendin. Dus 300.000 fictieve massa. Omdat er 1 kind is ! BD = 1/2e en dus 150.000 euro. Dit zijn schenkingen met vrijstellingen van inbreng (want aan niet-­‐erfgenamen) # Eerst kijken of de oudste schenking binnen de grenzen van het beschikbaar deel bleef. Die 100.000 euro bleef dus binnen de grenzen # En die tweede 100.000? We hebben al 100 000 afgetrokken, dus nog 50.000 over van het beschikbaar deel. Dus nu is het beschikbaar deel voor 50.000 euro overschreden. Die beste vriendin moet dus 50.000 euro teruggeven. Het kind kan een vordering tot inkorting instellen tegen die beste vriendin om dit bedrag terug te krijgen o Die vordering tot inkorting kan maar ingesteld worden na het overlijden! # Dus schenkt je pa alles weg, dan kun je als kind niets doen. De pa mag alles wegschenken wat hij heeft. Pas na het overlijden wordt alles dan berekend en dan moet je dit als kind proberen te recupereren # Dus, krijg je een schenking van iemand met vrijstelling van inbreng, moet je in je achterhoofd houden dat je mogelijks alles moet teruggeven 48 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Dan de legaten Datum van de schenking Wat als het beschikbaar deel ontoereikend is voor uitvoering van alle legaten: op evenredige wijze, tenzij de testator uitdrukkelijk anders bepaald heeft o Dus het beschikbaar deel is niet volledig uitgeput. We kunnen de legaten deels uitvoeren, maar niet genoeg voor allemaal? o Dan ! Op evenredige wijze de legaten verminderen # Tenzij de testator uitdrukkelijk anders bepaald heeft # Testator kan zeggen dat indien het beschikbaar deel niet voldoende is voor de uitvoering van alle legaten, dat legaat 1 dan voorrang heeft op legaat 2 49 •
•
•
SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 4: Vordering tot inkorting •
•
•
Als uit de aanrekening van de giften op het beschikbaar deel blijkt dat het beschikbaar deel overschreden is = De vermindering van de gift Niet automatisch o Onderscheid evenwel tussen schenkingen en legaten # Bij schenking ! Het beschikbaar deel blijkt overschreden te zijn bij schenking. Gaat het om schenkingen die ingekort moeten worden, dan moet de erfgenaam een vordering tot inkorting instellen. Dus de begiftigde dagvaarden voor de rechtbank van eerste aanleg om dat deel te bekomen (tenzij via bemiddeling opgelost). Je moet dit dus actief terugvragen # Bij testament ! Bij legaten is dat anders. Je zegt gewoon ‘ik doe geen afgifte van die legaten’. Willen die legaten dat het toch wordt uitgevoerd, dan moeten zij de ‘vordering tot uitvoering instellen. De vordering moet nu dus uitgaan van de legatarissen Vordering tot inkorting kan enkel na het overlijden van de schenker Voorbeelden Voorbeeld 1 (Boek p. 1029, voorbeeld 55): • Gegevens: o Decuius laat 2 kinderen na o BD = 1/3e o Bestaande goederen = 35.000 o Schulden = 3.000 o Schenking in 1975: 3.000 o Schenking in 1980: 7.000 o Testament: legaat van 2.000 aan vriendin en van 4.000 aan kind met vrijstelling van inbreng • Fictieve massa FM: 35.000 -­‐ 3.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 32.000 + 10.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 42.000 o BD = 14.000 (1/3e van FM) o Dus: # Schenkingen? # Legaten? 50 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Schenkingen vallen binnen de perken van het BD ! Er blijft 4.000 over. Maar DC voorzag ook 2 legaten van 2.000 en van 4.000 euro. Dus legaten voor 6.000 euro maar slechts 4.000 euro over. Dus nu naar evenredigheid gaan berekenen o Legaat van 2.000 voor vriendin ! 2.000/6.000 = 1/3 ! 1/3 x 4.000 = 1.333 o Legaat van 4.000 voor kind ! 4.000/6.000 = 2/3 ! 2/3 x 4.000 = 2.667 o Nu had de vader in zijn testament kunnen zeggen dat het legaat van het kind bij voorrang uitgevoerd moet worden. Het legaat van het kind was 4.000 euro, en dus nog binnen de grenzen van het beschikbaar deel. De vriendin zou dan helemaal niets gekregen hebben Voorbeeld 2 (Boek p. 1031, voorbeeld 57): • Gegevens: o Decuius laat 3 kinderen na o BD = 1/4e o Bestaande goederen = 40.000 o Geen schulden o Schenking in 1975 aan kind A van 20.000 met vrijstelling van inbreng o Schenking in 1980 aan kind B: huis met tuin, met vrijstelling van inbreng, waarde = 20.000 o Geen testament • Fictieve massa FM: 40.000 + 40.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 80.000 o BD = 20.000 o Dus: # Schenking aan A? # Schenking aan B? • De eerste schenking zit binnen dat beschikbaar deel, dus kind A mag alles behouden. Kind B heeft het zitten, want die schenking wordt later aangerekend. Beschikbaar deel uitgeput, dus dat huis moet nu in de pot gestoken worden om te worden verdeeld onder de 3 kinderen • In praktijk vaak problemen mee. Velen vergeten rekening te houden met de volgorde van de schenkingen. Vaak gaat pa Bv. elk kind groot bedrag geven als ze 21 jaar worden. Maar omdat dit op verschillend tijdstip is, dan gaat het jongste kind zijn schenking misschien niet kunnen behouden ! Oplossing: De schenking doen op hetzelfde moment. Maar is dit dan op dezelfde dag? Of dezelfde minuut? Onduidelijkheid over in de rechtsleer. Dus riskeer het niet en doe het in dezelfde notariële akte, dan zijn de schenkingen op exact hetzelfde moment 51 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Kenmerken van de vordering tot inkorting o Persoonlijke vordering # De reservataire erfgenamen, hun erfgenamen en rechtverkrijgenden • Voorbeeld: We hebben een vader met 2 kinderen A en B. Eén van de kinderen is mentaal gehandicapt, namelijk kind A. De vader zegt “ik ken 2/3 van de nalatenschap toe aan kind B, en 1/3 ken ik toe aan kind A.” Die 1/3 is de reserve. Maar dan doet de pa het volgende: “Ik bepaal dat die 1/3, op het moment van overlijden van het kind A, zal toekomen aan de instelling waar het kind verblijft” o Van dat voorbehouden erfdeel, dus 2/3 moet men echter afblijven. Dit voorbehouden erfdeel moet overeenkomstig de regels van de wettelijke erfopvolging toekomen aan de wettelijke erfgenamen. Maar is er nu geen inbreuk op de reserve van de erfenis van dat gehandicapt kind. Dat kind had die 1/3 eigenlijk moeten krijgen zonder dat daar ook maar enige voorwaarde aan verbonden was o Normaal zou kind B de erfenis krijgen van kind A. Dus als B dit niet leuk vindt dat het naar de instelling gaat, dan kan B een vordering tot inkorting instellen om te vermijden dat het naar de instelling gaat. Want B is een erfgenaam van de reservatair o De vordering tot inkorting kan ingesteld worden door de vertegenwoordiger van het gehandicapt kind. Maar na het overlijden kan het ook ingesteld worden door zijn broer, want is een wettelijke erfgenaam. Dus de vordering kan ingesteld worden door de reservataire erfgenamen, en ook door hun erfgenamen # De schuldeisers van een reservataire erfgenaam • Zij kunnen de vordering tot inkorting ook instellen in plaats van de reservataire erfgenaam (zijdelingse vordering – Art. 1166 BW) # Niet de begiftigden, legatarissen en schuldeisers van de decuius o Bewijs door de reservataire erfgenaam van de schenkingen en hun datum # Indien ze die vordering tot inkorting instellen worden ze beschouwd als derden. We worden dus niet beschouwd als partij en dit betekent dat ze niet gehouden zijn door de bewijsregels (van geschrift indien > 375 euro), maar ze kunnen bewijs leveren door alle middelen (getuigenis, …) 52 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o De vordering tot inkorting is individueel en deelbaar # Stel dat overledene hertrouwt. Hij heeft legaat gemaakt aan zijn echtgenote, waardoor het beschikbaar deel is overschreden. Mogelijk dat 2 kinderen daar geen probleem mee hebben, maar nog 1 ander kind wel. Dat ene kind kan dat op zijn eentje vorderen voor zijn deel o Principe: inkorting in natura = de geschonken goederen zelf moeten teruggegeven worden # In principe gebeurt de inkorting in natura. Dus is het beschikbaar deel overschreden, dan gaat men geen verrekening doen in waarde. We gaan het geschonken goed terug in de pot steken en terug verdelen over de reservataire erfgenamen # Stel: onroerend goed geschonken. Jij knapt dit helemaal op. Bij overlijden schenker blijkt het beschikbaar deel te zijn overschreden. Jij moet niet zeggen ik ga het in waarde vergoeden. Huis gaat in pot en kan bij iemand anders terechtkomen of openbaar verkocht worden (Les 9: 12/03/2014) •
Uitzonderingen: inkorting in waarde o Uitzondering 1 ! Art. 866 BW: betreft de gift van een specifiek aangeduid onroerend goed met vrijstelling van inbreng gedaan aan een erfgenaam # 3 situaties wanneer door deze gift het beschikbaar deel wordt overschreden: • Wanneer het gedeelte dat het beschikbaar deel overschrijdt (gevoeglijk) kan afgescheiden worden, dan wordt dit in natura ingekort • Wanneer deze afscheiding niet mogelijk is ! 2 hypothesen o Het gedeelte dat het beschikbaar deel overschrijdt is niet groter dan de helft van de waarde van het onroerend goed (minder dan de helft van het onroerend goed moet ingekort worden): de begiftigde kan het onroerend goed in zijn geheel behouden en zal dan minder ontvangen of de andere erfgenamen vergoeden # = Als minder dan de helft van het onroerend goed moet ingekort worden, dan gebeurt die inkorting niet in natura # Bv. Huis van 300.000 euro. Er moet 100.000 euro ingekort worden. Dat is minder dan de helft van het huis. We laten het huis behouden aan de begiftigde, en we laten de inkorting gebeuren in waarde. Degene die 100.000 euro teveel heeft gekregen zal dit dan minder krijgen wanneer zijn erfdeel wordt toegekend 53 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Het gedeelte dat het beschikbaar deel overschrijdt is wel groter dan de helft van de waarde van het onroerend goed (meer dan de helft van het onroerend goed moet ingekort worden): de begiftigde moet het onroerend goed volledig in natura terugbrengen; hij kan dan uit de massa de waarde van het beschikbaar deel voorafnemen # = Situatie waarbij meer dan de helft moet ingekort worden ! Dan gaan we dat onroerend goed volledig in natura inbrengen (dus in pot steken en terug verdelen onder reservataire erfgenamen) o Wat als exact de helft moet ingekort worden? # Niet geregeld in BW # Dan zegt rechtsleer dat de regel niet geldt en dan inkorting in natura, maar voor de helft. De helft van dat onroerend goed komt terug in de pot. Dan ontstaat er onverdeeldheid en dan kan dat onroerend goed openbaar verkocht worden om uit onverdeeldheid te treden Voorbeelden Voorbeeld 1: • Gegevens: o Decuius laat 3 kinderen na o BD = 1/4e o Bestaande goederen = 70.000 o Geen schulden o Schenking in 1975 van huis aan kind 1 met vrijstelling van inbreng = 30.000 o Geen testament • Fictieve massa FM: 70.000 + 30.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 100.000 o BD = 1/4e = 25.000 o Dus: # Inkorting in natura? Het teveel is 5.000, dus kleiner dan de helft van 30.000 # Geen inkorting in natura # Andere kinderen nemen ieder 5.000 vooraf 54 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Voorbeeld 2: • Gegevens: o Decuius laat 3 kinderen na o BD = 1/4e o Bestaande goederen = 10.000 o Geen schulden o Schenking in 1975 van huis aan kind 1 met vrijstelling van inbreng = 30.000 o Geen testament • Fictieve massa FM: 10.000 + 30.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 40.000 o BD = 1/4e = 10.000 o Dus: # Inkorting in natura? Het teveel is 20.000, dus groter dan de helft van 30.000 # Wel inkorting in natura # Kind 1 neemt 10.000 vooraf o Opmerking ! Art. 866 BW is alleen van toepassing als gift wordt gedaan van een specifiek aangeduid onroerend goed o Uitzondering 2 ! Art. 930 BW: de begiftigde heeft het geschonken onroerend goed vervreemd: # Stel man komt bij notaris met zijn vriendin. Man heeft droomhuis gekocht, met waarde 300.000 euro. Notaris bekijkt eigendomstitel eens. Er is een schenking gedaan aan de verkoopster met vrijstelling van inbreng. De familie van de verkoopster is speciaal. De verkoopster is 1 van 3 kinderen, en haar vader heeft alles weggeschonken aan die verkoopster, de jongste dochter. Dit huis is het laatste van de 6 huizen die ze heeft verkocht. Maar na overlijden van de man zal men dus de FM samenstellen. Dat zal bestaan uit alle huizen geschonken aan de jongste dochter. Geschonken voor 1.800.000 euro (6 huizen van 300.000 euro). Het beschikbaar deel is ¼, dus 450.000 euro. De eerste schenking van het huis is geen probleem. De tweede valt net in het midden. De helft ervan inkorten dus. Alle andere huizen worden ingekort. De jongste dochter moet dus al die geschonken goederen teruggeven, maar ze heeft ze verkocht • Dan zegt het BW, dan gebeurt de inkorting in waarde. Dus de dochter moet de reserve opnieuw samenstellen in waarde. Dus 1.350.000 euro moet ze in de pot steken 55 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Maar dat lukt niet, want ze verspilde alles in het casino. Dan zegt het BW dat de vordering kan ingesteld worden tegen de koper! • Sommige notarissen laten de schenker tussenkomen en meeverkopen. Maar dit heeft niet veel zin. Dit zou enkel helpen als de schenking gebeurt onder last (schenking kan worden ontbonden als lasten niet worden uitgevoerd). Laat je dan schenker verzaken aan de laster, dan is de tussenkomst op dat vlak nuttig. Maar laten meeverkopen om inkorting te vermijden, dat gaat niet • Je kunt je helemaal niet wapenen als koper tegen deze schenking met vrijstelling van inbreng. Je moet gewoon niet zo’n huis kopen. Er zijn wel wat trucjes, maar algemeen over eens omdat het de reserve omzeilt die van openbare orde is Eerst vordering tot inkorting in waarde tegen de begiftigde Dan vordering tot inkorting tegen de verkrijger, in waarde? • Dus voorbeeld hierboven. Vader overlijdt en de beide dochters stellen vordering in tot inkorting tegen jongste dochter. Dit is in waarde, want de geschonken goederen zijn weg. We moeten dus inkorten in waarde. Indien dit niet slaagt, zegt het BW dat je vordering tot inkorting kunt instellen tegen de koper. Het BW zegt niet of dit in waarde is of in natura. Je zou eigenlijk vordering tot inkorting in natura kunnen stellen want dat huis is daar. Dan zegt men in de rechtsleer: “komaan, we gaan niet overdrijven. Als het tegen de begiftigde slechts in waarde kon, dan gaan we dit ook zeggen voor de inkorting tegen de koper”. Maar dit staat niet in het BW, gewoon redenering van de rechtsleer • In Franse rechtsleer vond je het standpunt terug dat die inkorting wel in natura kan gebeuren tegen de koper. Ondertussen is het Franse recht gewijzigd en hebben ze een andere bepaling •
#
#
o Uitzondering 3 ! Art. 924 BW m.b.t. schenking aan een reservataire erfgenaam: als er in de nalatenschap voldoende goederen van dezelfde aard aanwezig zijn om de reserve van de andere reservataire erfgenamen te vullen # De moeder heeft 4 exact dezelfde huizen in 1 straat, die naast elkaar staan. Ze heeft een bijzondere band met oudste dochter. Haar 2 zonen heeft ze niet graag. Van de 4 huizen in de straat, heeft ze er 2 geschonken aan haar oudste dochter. De 4 huizen zijn elk 250.000 euro waard. Dus 500.000 euro geschonken aan oudste dochter, en in nalatenschap nog enkel die andere 2 huizen (500.000 euro). De FM is 1.000.000 euro. Het beschikbaar deel is 250.000 euro. Dit wil zeggen dat het oudst geschonken goed kan behouden worden door de dochter, maar dat ander goed moet ingekort worden. Normaal in natura terug in de pot steken. Dan 750.000 euro aan huizen om te verdelen tussen die 3 kinderen 56 SV Fam. Vermogensplanning #
#
JVD 2014 Maar zijn er voldoende goederen van dezelfde aard aanwezig in de nalatenschap om de reserve van de andere erfgenamen in te vullen, dan gaan we niet inkorten in natura • Die andere kinderen gaan dus gewoon elk 1 huis krijgen uit de nalatenschap. Ze gaan de inkorting in natura niet kunnen vorderen! • Het tweede geschonken deel wordt dus gewoon gezien als haar deel van de nalatenschap waar ze normaal recht op had Wanneer spreekt men van goederen van dezelfde aard? • Het volstaat niet dat het gaat om ‘onroerende’ goederen • Daarmee bedoelt men eigenlijk dezelfde soort goederen! Dit wordt redelijk strikt bekeken o Bv. Huis en 2 percelen bouwgrond, allen van gelijke waarde, dan toch inkorting in natura o Er natuurlijk wel ruimte voor discussie. Niet overdrijven, moet niet exact hetzelfde huis zijn zegt men. Maar de overwegende opvatting is om dit strikt te interpreteren o Uitzondering 4 ! Art. 922 BW m.b.t. de goederen geschonken met vrijstelling van schenkingsrechten (Art. 140bis W. Reg.) # Als men aan bepaalde voorwaarden voldoet, kan men schenkingen doen aan ondernemingen aan 0% (vroeger nog 2%, wellicht nog zo in handboek) # Dan gebeurt de inkorting ook niet in natura, maar in waarde # Basisidee: Op bepaald moment voerde men de mogelijkheid in om schenkingen van ondernemingen te doen tegen tarief van 3% (laag). Maar niemand deed die schenkingen van aandelen van onderneming tegen 3%, want als je de schenking niet deed met zo’n notariële akte, kon je 0% betalen. Zolang er geen overlijden was binnen de X aantal jaar, geen successierechten. Dus regels aangepast door wetgever •
Andere uitzonderingen? o Art. 918 BW # Stel: We hebben een vader, en die heeft 3 kinderen: A, B en C. Vader heeft appartement aan de zee, maar niet veel op zijn rekening. Hij kan dus niet goed rondkomen. Hij wil appartement verkopen om geld te hebben, maar kinderen willen dat appartement niet kwijt. Oudste dochter zegt; “ik ga dat appartement van u kopen, maar met voorbehoud van vruchtgebruik”. Ze betaalt dus de waarde van de blote eigendom. Pa verkoopt het appartement met voorbehoud van vruchtgebruik voor 500.000 euro aan de oudste dochter. Andere dochters niet blij, want ze gaan geen appartement meer erven en pa gaat dat geld opdoen. Na overlijden staat er nog 15.000 euro op de rekening van de pa. De 2 jongste dochters vinden dat niet tof en komen ten rade bij u 57 SV Fam. Vermogensplanning #
#
#
#
#
JVD 2014 Herkwalificatie? Waarde appartement was 800.000 euro, maar blote eigendom betaald voor 500.000 euro. Lijkt echter correct bedrag dus onhaalbaar Art. 918 BW zegt dat als er een verkoop gebeurt aan een erfgenaam in de rechte lijn, met voorbehoud van vruchtgebruik, dat ze daar de ballen van geloven. Dat zegt Art. 918 BW. Dat vruchtgebruik gaat niet uitgeoefend zijn en dat bedrag niet betaald, dat is gewoon om de andere reservataire erfgenamen in het zak te zetten. Dus zegt Art. 918 BW we gaan dat aanzien als een schenking Om te vermijden dat dit als een schenking zou worden gekwalificeerd, is dat die 2 andere dochters in de aankoopakte tussenkomen om te bevestigen dat dit een rechtshandeling onder bezwarende titel is. Bij verkoop heeft notaris er echter niet aan gedacht om de andere dochters te laten tussenkomen op het moment van de verkoop Op moment van het overlijden is dat appartement 1.000.000 euro waard. Beschikbaar deel 250.000 euro en dus voor 750.000 euro overschreden. Nu zegt Art. 918 ! Er kan ingekort worden, maar enkel in waarde. Dus in concreto betekent dit dat die 2 dochters elk 250.000 euro kunnen eisen van de dochter die de aankoop heeft gedaan met voorbehoud van vruchtgebruik. Ze moet dus 2 keer betalen, bij de aankoop van het appartement en nu opnieuw Dochter kan het tegendeel niet aantonen. De enige oplossing is de tussenkomst, het akkoord, van de andere reservataire erfgenamen o Art. 917 BW 58 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Enkele eenvoudige voorbeelden Voorbeeld 1: • Gegevens: Overledene heeft huis van 300.000 euro. Tevens een effectenrekening en andere brol voor 200.000 euro. Schenking aan Z voor 200.000 euro (een som geld), in 1980. Overledene heeft 3 kinderen (A,B,C). Aan A gaf hij in 1983 een huis, toen 20.000 euro waard. Vandaag 100.000 euro waard. Aan C gaf hij een som geld van 200.000 euro in 1985 met vrijstelling van inbreng. Maar DC had ook nog een 100.000 euro schuld op hypothecaire lening op zijn huis • Fictieve massa FM: 300.000 +200.000 -­‐100.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 400.000 + 200.000 + 100.000 + 200.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 900.000 •
•
BD = 1⁄4 = 225.000 o Globale reserve = 675.000 o Individuele reserve = 1⁄4 = 225.000 Aanrekening giften A B 225.000 225.000 -­‐ 100.000 (83) -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 125.000 C 225.000 BD 225.000 -­‐ 200.000 (80, aan Z) -­‐ 200.000 (85, aan C) -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ -­‐175.000 o Schenking aan Z ! Z is geen erfgenaam dus altijd aanrekenen op beschikbaar deel. o
o
o
Eerst de oudste schenking aanrekenen. Die 200.000 euro blijft binnen de grenzen van het beschikbaar deel Schenking aan A ! Er staat niet bij dat het met vrijstelling van inbreng is, dus basisvermoeden dat het voorschot op het erfdeel is van A. Dit betekent in de praktijk meestal dat A nog maar 125 000 euro zal krijgen. Maar omdat het onroerend goed is, zou men kunnen zeggen dat men het moet inbrengen in natura in de pot om te zien aan wie het toekomt. Dus huis kan toekomen aan iemand anders, of het moet mogelijks openbaar verkocht worden Schenking aan C ! Aanrekenen op het beschikbaar deel, want is gebeurd met vrijstelling van inbreng. Slechts nog 25.000 euro beschikbaar deel meer over, dus beschikbaar deel met 175.000 euro overschreden. Dus C mag 175.000 euro terug in de pot steken Opmerking ! Mogelijk dat schenking is gedaan als voorschot op erfdeel, maar schenking blijkt groter dan erfdeel zelf. Bv. in casu hierboven een schenking van 300.000 euro. Dan staan we voor speciale situatie, waar we straks verder op ingaan 59 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
JVD Conclusie: o BD is overschreden: # Gift van 1980 aan Z blijft behouden # Gift van 1985 aan C wordt ingekort ten belope van 175.000 • (C behoudt dus 25.000) o Individuele reserve is nergens overschreden Samenstelling van de massa o Netto-­‐ actief nalatenschap = 400.000 + ingebrachte schenkingen = 100.000 + ingekorte schenkingen = 175.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 675.000 Resultaat: RESERVE BD TOTAAL A 225.000 225.000 B 225.000 225.000 C 225.000 25.000 250.000 Z 200.000 200.000 TOTAAL 675.000 225.000 900.000 2014 60 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Voorbeeld 2 • Gegevens: DC heeft bij overlijden een huis van 200.000 euro. Tevens heeft hij een schuld van 60.000 euro (enkele leningen op afbetaling). Het netto-­‐actief is dus 140.000 euro. Er zijn 4 schenkingen gebeurd. In 1970 schenkt hij een huis aan kind A, met waarde van 300.000 euro (bij schenking waarde 60.000 euro, maar bij overlijden nu 300.000 euro waard). In 1975 schenkt hij aan kind B 60.000 euro met vrijstelling van inbreng. In 1980 ontmoet hij een schone dame, Z, en hij schenkt haar in 1980 een perceel landbouwgrond. Op moment van de schenking was deze grond 20.000 euro waard, en nu bij het overlijden is de grond 40.000 euro waard. In 1987 een schenking aan zoon B van 60.000 euro met vrijstelling van inbreng • Fictieve massa FM: 200.000 -­‐60.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 140.000 + 300.000 + 60.000 + 40.000 + 60.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 600.000 • BD = 1⁄4 = 150.000 o Globale reserve = 450.000 o Individuele reserve = 1⁄4 = 150.000 • Aanrekening giften B A C BD 150.000 150.000 150.000 150.000 -­‐ 300.000 (70) -­‐ 150.000 (70, aan A) -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ -­‐ 60.000 (75, aan B) -­‐150.000 -­‐ 40.000 (80, aan Z) -­‐ 60.000 (87, aan B) -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ -­‐160.000 61 SV Fam. Vermogensplanning o
o
o
o
JVD 2014 Schenking aan A ! Voorschot op erfdeel. Maar een probleem. Die 300.000 euro voorschot is groter dan het uiteindelijke erfdeel waar hij aanspraak op kan maken. 150.000 euro teveel gekregen. Er zijn 3 opvattingen in de rechtsleer over wat met die 150.000 euro moet gebeuren # Opvatting 1 ! Die 150.000 euro moet worden afgegeven en in de pot worden gestoken # Opvatting 2 ! Bedoeling om 300.000 euro te schenken aan A. We gaan het teveel aanrekenen op het beschikbaar deel. We moeten dus die 150.000 euro aanrekenen op het beschikbaar deel. In dit concreet geval is dit de oudste schenking, dus dit als eerste aanrekenen op het beschikbaar deel. We gaan die 150.000 euro aanrekenen op het beschikbaar deel om te kijken of er dan nog genoeg is voor A # Opvatting 3 ! Het zal wel de bedoeling geweest zijn om die 300.000 euro te schenken aan A, maar anderzijds niet de bedoeling om de gelijkheid onder de kinderen te verbreken. We rekenen het eerste aan op het beschikbaar deel. Indien binnen het beschikbaar deel, dan de gelijkheid herstellen onder de kinderen. In casu gaan we dus die 150.000 euro gaan verdelen tussen A, B of C # " Deze 3 verschillende opvattingen in de rechtsleer leiden tot een totaal verschillend resultaat. Volg je opvatting 2 in casu, dan is het beschikbaar deel meteen uitgeput. Alle andere schenkingen worden dan ingekort. Z moet dan Bv. haar perceel landbouwgrond teruggeven. Volg je opvatting 3, dan worden ook de drie andere schenkingen ingekort. Opvatting 1 is het meest restrictief en leidt tot andere gevolgen. Z mag haar grond behouden, en inkorting van 10.000 euro bij B # " Eigenlijk zou bij de schenking de DC daarover duidelijkheid kunnen geven. DC zou kunnen zeggen “ik schenk dit als voorschot op erfdeel, maar indien zou blijken dat het erfdeel overschreden zou zijn, dan schenk ik het overschrijdend gedeelte met vrijstelling van inbreng” # " Onduidelijkheid wat de meerderheidsopvatting is want niemand voert er echt discussie over in de rechtsleer. De klassieke opvatting is opvatting 3. Dus aanrekenen op het beschikbaar deel, maar dan de gelijkheid tussen de kinderen waarborgen door het te verdelen onder de 3 kinderen in casu # " Volgens de prof moet je vooral kijken naar de bedoeling van de schenker. Je moet jezelf de vraag stellen wat de bedoeling van de schenker zou geweest zijn. Opvatting 2 baseert zich op de impliciete bedoeling van de schenker. Bij opvatting 3 kijkt men naar de impliciete bedoeling van de schenker, maar ook naar de gelijkheid van de kinderen. De eerste opvatting is puur technisch de juiste, maar de tweede en de derde zijn gebaseerd op de bedoeling van de schenker. Prof denkt vaak dat de bedoeling van de schenker eerder opvatting 2 dan 3 zou zijn… Maar goed, we gaan de klassieke opvatting hier verder toepassen # " Toepassing opvatting 3: 150.000 euro moet ingebracht worden in de te verdelen globale reserve. Bij een onroerend goed is dit fysisch zo, bij een roerend goed is dit virtueel zo. Dan voegen we daar alle ingekorte schenkingen aan toe. Dus die 60.000 euro, nog een keer 60.000 euro en die 40.000 euro landbouwgrond die Z kwijt is. Wanneer we dit nu gaan verdelen over de verschillende betrokkenen, krijg je het volgende resultaat • 150.000 euro aanrekenen op het BD. Maar voorschot op erfdeel, schenker wenst gelijkheid tussen kinderen dus die 150.000 euro verdelen over de 3 kinderen. Dan krijg je als resultaat dat die 3 kinderen allemaal evenveel gaan krijgen # " Wat gebeurt er nu met dat huis van 300.000 in praktijk? A gaat meestal dat huis van 300.000 euro houden en er wordt daar 200.000 euro op aangerekend, en dat hij dus nog 50.000 euro moet aan B en C die dan de rest van de nalatenschap krijgen Schenking aan B ! We moeten die 60.000 euro aanrekenen op het beschikbaar deel Schenking aan Z ! Ook aanrekenen op het beschikbaar deel Schenking 2 aan B ! Opnieuw aanrekenen op het beschikbaar deel 62 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
JVD 2014 Conclusie: o Individuele reserve is overschreden: 3 opvattingen o BD is overschreden: ... Samenstelling van de massa o Netto-­‐ actief nalatenschap = 140.000 + Ingebrachte schenkingen = 150.000 + Ingekorte schenkingen = 160.000 -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 450.000 Resultaat volgens meerderheidsopvatting: RESERVE BD TOTAAL A 150.000 50.000 200.000 B 150.000 50.000 200.000 C 150.000 50.000 200.000 Z TOTAAL 450.000 150.000 600.000 Complicaties o Diverse moeilijke vragen sinds het erfrecht van de wettelijk samenwonende o Kwestie van reserve wordt moeilijker als er samenloop is met langstlevende echtgenoot. Dan verkleint het beschikbaar deel. Maar ook bij samenloop met wettelijk samenwonende partner is dit behoorlijk moeilijk. De wetgever heeft hier eigenlijk geen aandacht aan besteed o Onder meer: invloed op de reservataire aanspraken van de afstammelingen o Voorbeeld: We hebben een man en een vrouw die wettelijk samenwonen. de man heeft een kind uit zijn eerste huwelijk. De man overlijdt. In zijn vermogen zit een huis van 100.000 euro, en ook een bankrekening met daarop 100.000 euro # Aldus ! Eerststervende wettelijk samenwonende laat 100.000 euro gelden na en gezinswoning met een waarde van 100.000 euro # Er is een testament gemaakt waarin de man zegt: “ik wil zoveel mogelijk geven aan mijn langstlevende partner, en zo weinig mogelijk aan mijn kind uit mijn eerste huwelijk” o Vraag: Wat kan die vader nu geven aan zijn langstlevende wettelijk samenwonende partner (die vriendin)? o Probleemstelling: Is er 1 kind, dan kan de man 100.000 euro (de helft) geven aan zijn partner. Als je over de helft kunt beschikken, kun je zelf bepalen waaruit die helft in samengesteld. De pa kan dus zeggen “ik geef 63 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 de helft van mijn nalatenschap in volle eigendom aan mijn LLWSP en deze mag zelf kiezen hoe hij dat aandeel gaat samenstellen”. Maar wettelijk samenwonend ! We zitten met het VG, levenslang, op gezinswoning en huisraad. Normaal kan man dus de helft geven van de nalatenschap, maar er is ook het VG van de LLWSP. Hoe gaat dit nu gaan, als we het VG moeten combineren met het BD en de reserve? Er zijn 3 mogelijke hypothesen: # (1) De vriendin krijgt nu het volledige huis in volle eigendom. Zoon krijgt 100.000 euro geld in volle eigendom. Hier vertrekken we er dus van dat de zoon zijn helft in volle eigendom moet krijgen. Voordelig voor de zoon # (2) Vriendin heeft VG op huis op basis van wettelijk erfrecht, en ze krijgt de volle eigendom op dat geld. Zoon krijgt BE van het huis. Hier is de basis dat de LLWSP zijn beschikbaar deel moet kunnen krijgen. Zeer voordelig LLWSP # (3) Tussenoplossing: We gaan dit naar evenredigheid aanrekenen op die reserve en het beschikbaar deel. Dan krijgt de vriendin een half huis in volle eigendom en een half huis in VG. Tevens krijgt ze de helft van de rekening. De zoon krijgt een half huis in BE en de helft van de rekening = Compromis tussen de 2 opvattingen o Dit is niet behandeld in het BW o De meerderheidsopvatting is de tussenoplossing # De wetgever heeft niet gedacht aan dit evenwicht tussen kind en LLWSP. Dus moeten we proberen dit zo evenwichtig mogelijk op te lossen. Men maakt hier een redenering naar analogie, die op helemaal niets is gebaseerd (geen enkele steun in tekst van de wet) o De minderheidsopvatting. De andere opvatting volgt de tweede oplossing. Dan vertrekken vanuit de tekst van art. 913 BW # Art. 913 B.W. ! BD = ½ VE ! Hierin staat dat je over de helft in VE van je nalatenschap mag beschikken (indien 1 kind). Dus de wetgever zegt tegen die man dat hij over de helft van zijn vermogen in volle eigendom mag beschikken. Dus de man mag die 100.000 aan die LLWSP geven; en de rest verloopt dan volgens de regels van het wettelijk erfrecht # Maar dit is de minderheidsopvatting – echter verdedigd door Prof. Jan Bael. o Dus mogelijk: aan langstlevende wettelijk samenwonende: VG woning en VE gelden o Wat als niet is gespecificeerd? (testament bepaalt enkel BD is voor langstlevende) # Bedoeling testator: zoveel mogelijk rechten toekennen en dus keuze? # Testament: uitdrukkelijke bepaling: de langstlevende kan het BD zelf samenstellen 64 SV Fam. Vermogensplanning JVD Hoofdstuk 4: Verbod van erfovereenkomsten 2014 (Les 10: 13/03/2014) Afdeling 1: Algemeen •
Algemeen (Art. 1130, lid 2 BW) o Deze regel zegt dat je geen overeenkomsten kunt maken over een nog niet opengevallen nalatenschap o In het Belgische erfrecht zegt men dus “als iemand nog niet dood is, mag je geen overeenkomsten sluiten over zijn nalatenschap” •
Voorbeelden o Verzaking aan het voorbehouden erfdeel door de ouders van een persoon die een testament heeft gemaakt in het voordeel van de samenwonende partner o Mevrouw koopt samen met haar man een huis aan. Vrouw heeft kanker en wou graag dat het huis volledig toekomt aan de man mocht ze overlijden. Ze willen niet trouwen of wettelijk samenwonen. Enkel feitelijk samenwonen. Maar dan reserve voor ascendenten, en die gaan dus een stuk erven bij het overlijden van die dochter. Bael zegt “maak testament en ga met je ouders praten zodat ze na het overlijden aan hun reserve verzaken”. Het zou natuurlijk makkelijker zijn mochten de ouders al voor het overlijden van hun dochter kunnen verzaken aan hun erfdeel. Maar dit kan dus niet •
Franse versus Belgische opvatting o In België en Frankrijk een andere opvatting. In Frankrijk is men veel principiëler, alleen heeft men meer uitzonderingen daarop in Frankrijk. o Franse opvatting # Basisregel ! Vanaf het moment je een overeenkomst maakt, die uitwerking krijgt bij overlijden, dan heb je het zitten ! Allemaal ongeldig # Stel ! Beding van aanwas ! Als A eerst overlijdt, krijgt B eerst het huis in ruil voor de kans dat als B eerst overlijdt A dan de helft van het huis krijgt ! In de Franse opvatting ongeldig, want gaat over een bestanddeel van het vermogen van de persoon bij overlijden en we regelen dit bij een overeenkomst. Dit kan niet, je moet zo’n zaken regelen in een testament en niet in een overeenkomst #
#
Voordeel ! Logisch Nadeel ! • Nagenoeg alle overeenkomsten met uitwerking bij overlijden vallen onder het verbod van erfovereenkomsten • Het criterium om het onderscheid te maken tussen geldige en ongeldige overeenkomsten is niet precies 65 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Belgische opvatting # België maakt sommige overeenkomsten met uitwerking bij overlijden geldig • Bv. Een overeenkomst van aanwas betreffende zo’n huis, is geldig indien aan bepaalde voorwaarden voldaan • Dus niet allemaal ongeldig zoals Franse opvatting. Hier zijn sommige overeenkomsten wel geldig #
#
Nadeel ! Niet logisch Voordeel ! • Een hele reeks overeenkomsten met uitwerking bij overlijden, die als nuttig aanzien worden, worden geldig • Het criterium is nauwkeuriger Afdeling 2: Basisregel en definitie •
•
•
Basisregel ! Bij elke overeenkomst met uitwerking bij overlijden moet men zich de vraag stellen of we niet te maken hebben met een erfovereenkomst Definitie van het Hof van Cassatie 11 april 1980: “Overwegende dat een beding over een toekomstige nalatenschap een beding is waardoor louter eventuele rechten op een niet opengevallen nalatenschap of op een bestanddeel ervan worden toegekend, gewijzigd of afgestaan” o Een beding met betrekking tot een toekomstige nalatenschap = Een beding waardoor louter eventuele rechten op een niet opengevallen nalatenschap of een bestanddeel ervan worden toegekend, gewijzigd of afgestaan Ontleding van deze definitie: o Het verbod betreft overeenkomsten en eenzijdige verbintenissen o Er moet sprake zijn van een verbintenis o Het beding moet een toekomstige nalatenschap betreffen o Het verbod betreft de toekenning, de wijziging of de afstand van rechten met betrekking tot een nalatenschap, een deel van een nalatenschap of een bepaald bestanddeel van een nalatenschap o Het verbod betreft zowel de bedingen met betrekking tot de toekomstige nalatenschap van een derde, als de bedingen met betrekking tot de eigen toekomstige nalatenschap o Het verbod betreft ook bedingen met betrekking tot rechten die verband houden met de hoedanigheid van erfgenaam of legataris o Het verbod betreft zowel de actiefbestanddelen als de passiva van een nalatenschap o Het verbod betreft de toekenning, de wijziging of de afstand van louter eventuele rechten ! Het sleutelcriterium # Onderscheid tussen 3 soorten bedingen betreffende het vermogen van een persoon met uitwerking bij het overlijden van die persoon 66 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 3: De toekenning, de wijziging of de afstand van louter eventuele rechten Het sleutelcriterium ! Onderscheid tussen 3 soorten bedingen betreffende het vermogen van een persoon met uitwerking bij het overlijden van die persoon • (1) Bedingen betreffende een niet opengevallen nalatenschap in zijn geheel of betreffende een deel van een niet opengevallen nalatenschap o Dan te maken met toekenning van louter eventuele rechten en dus te maken met verboden erfovereenkomst # Rechten zijn louter eventueel ! Want je weet niet waaruit de nalatenschap zal bestaan op het ogenblik van het overlijden o Omvat ook: # Bedingen betreffende een fractie of een breukdeel van hetgeen iemand bezit bij zijn overlijden (Bv. een derde van zijn nalatenschap) # Bedingen betreffende een bepaalde categorie van goederen die iemand bij zijn overlijden bezit o Bv. Ik verkoop alle onroerende goederen die ik ga erven bij het overlijden van mijn ouders. Je weet niet of er wel inzitten, noch dewelke? o " Deze overeenkomsten zijn altijd nietig • (2) Bedingen betreffende rechten die men eventueel zal hebben in de nalatenschap van een derde en die men kan beschouwen als een attribuut van het erfgenaam of legataris zijn o " Deze overeenkomsten of eenzijdige wilsuitingen zijn altijd nietig o Bijvoorbeeld: # Het recht om de nalatenschap te verwerpen # Het recht om inbreng of inkorting te vorderen o Dit kan niet omdat je niet weet waarover je een overeenkomst of eenzijdige rechtshandeling doet ! Je weet niet hoe de nalatenschap zal zijn of hoe groot de inkorting zal zijn, ... • (3) Bedingen betreffende een welbepaald bestanddeel van een niet opengevallen nalatenschap o " Hier kun je te maken hebben met een geldige of een ongeldige overeenkomst o Bv. Ik sluit een overeenkomst met aanwas m.b.t. een gezamenlijk aangekochte woning o 2 subcategorieën # (1) De bedingen die betrekking hebben op een bestanddeel van de niet opengevallen nalatenschap van een derde • Altijd ongeldig • Bv. Ik verkoop het huis van mijn ouders aan een derde als ik dit erf • Ongeldig op basis van: o Verbod van erfovereenkomsten (Art. 1130, lid 2 BW) o Je kunt ook zeggen ‘ik verkoop je dit huis’, zonder het deel ‘als ik het erf’, dan is dit gewoon ongeldig door 67 SV Fam. Vermogensplanning #
•
JVD 2014 de verkoop van andermans zaak. Dus dan geen erfovereenkomst, maar verkoop van andermans zaak en dus evengoed nietig (2) De bedingen die betrekking hebben op een bestanddeel van de eigen toekomstige nalatenschap • Bv. Ik kom overeen met mijn vrouw dat de helft van mijn aandelen naar haar gaan als ik eerst overlijdt, in ruil dat haar aandelen mij toekomen mocht zij eerst overlijden • ! Dit kan geldig, maar kan ook ongeldig zijn • In Franse redenering altijd ongeldig, in België niet • Bij ons is het geldig als er geen loutere eventuele rechten worden toegekend bij de overeenkomst o Actuele rechten toegekend ! Geldig o Loutere eventuele rechten toegekend ! Nietig Alle andere bedingen zijn ongeldig, ofwel als bedingen waarbij louter eventuele rechten worden toegestaan op een toekomstige nalatenschap of een bestanddeel ervan, ofwel als een overeenkomst betreffende andermans zaak o Voorbeelden # Ik verkoop u mijn huis bij mijn overlijden en ik kan dit huis niet meer aan iemand anders verkopen of schenken • Dan geldig want geen loutere eventuele rechten # Maar zeg je ‘ik verkoop je mijn huis voor zover ik het nog niet aan iemand anders verkocht of geschonken heb’ • Dan kun je er nog op terugkomen, en dan gaan het om louter eventuele rechten en dus ongeldig # Iemand komt naar Bael. Die man heeft een vrouw. De vrouw heeft appartement van 800.000 euro en die vrouw wil de garantie geven dat die man daar voor de rest van zijn leven kan blijven wonen • Voorstel ! Vanaf de dag van het overlijden, hebt u het recht om het appartement voor de rest van uw leven te huren (tegen een milde huurprijs) ! Die prijs moet dan betaald worden aan de dochter • Is dit een verboden erfovereenkomst? Dit is geen verboden erfovereenkomst, als degene die dat huurrecht heeft toegekend daar niet op kan terugkomen • Gevolg ! Indien Bael een opzegmogelijkheid voorziet voor de eigenaar (Bv. opzeg mogelijk met opzeggingstermijn van 3 maand), of een mogelijkheid om het nog te verkopen ! Dan te maken met een erfovereenkomst of beding betreffende toekomstige nalatenschap en dan is dit nietig " OP EXAMEN " Eerst nagaan in welke van de 3 categorieën we zitten. Zitten we in derde categorie, ga dan na in welke subcategorie we zitten: de geldige of ongeldige (kun je er op terugkomen, dan ongeldig) 68 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Het criterium o Als er geen zekerheid is dat het goed wel nog deel zal uitmaken van de nalatenschap bij het overlijden van de bedinger én dit (mede) afhangt van de wil van de bedinger o Als de bedinger zich nog aan zijn verbintenis kan onttrekken of nog op de toekenning van het recht kan terugkomen, of als de bedinger zich in enige mate het recht heeft voorbehouden om nog over het goed te beschikken o Als de bedinger zichzelf niet volledig verbonden heeft, doch enkel zijn erfgenamen volledig verbonden heeft # Voorbeeld van een geldige overeenkomst met uitwerking bij overlijden: • De verkoop van een goed, waarbij de eigendomsoverdracht wordt uitgesteld tot aan het overlijden van de verkoper • De verkoop onder opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van de verkoper # Voorbeeld van een ongeldige overeenkomst met uitwerking bij overlijden: • Een verkoop van een goed “als dit goed zich bij het overlijden van de verkoper nog in zijn nalatenschap bevindt” De mogelijkheid om terug te komen op de verbintenis moet een juridische mogelijkheid zijn en geen feitelijke mogelijkheid ! Er wordt een louter eventueel recht toegekend, gewijzigd of afgestaan o Stel: Vrouw heeft thuis een schilderij (Rembrandt) hangen. Die persoon wil dit gebruiken om haar successierechten te betalen (mogelijk in Engeland, ook in België). Maar daarvoor vereist dat het schilderij al lang in de familie zit. Vrouw verkoopt die Rembrandt aan iemand. Maar die vrouw wil dat het schilderij in haar huis blijft hangen tot ze dood gaat, en dan kan die persoon hem komen ophalen. Dus de persoon betaalt nu al, en bij het overlijden kan hij het schilderij afhalen. Is dit een verboden erfovereenkomst? # Vraag: Kan de vrouw nog terugkomen op die toegekende rechten? De vraag is ! Kan je daar juridisch op terugkomen (niet feitelijk) # Tuurlijk kun je er feitelijk op terugkomen; vrouw kan dat schilderij van de muur halen en verkopen op een beurs. Maar dit maakt niet uit. Heeft de vrouw het recht om het nog te verkopen aan iemand anders? # Indien het recht niet voorbehouden om daar op terug te komen, dan is het een geldige overeenkomst o Stel: Ik schenk je mijn rekening van 500.000 euro bij mijn overlijden # Ben je dood, en er staat nog maar 50.000 euro op, dan maakt dit niet uit. Die overeenkomst was geldig als je daar juridisch niet op kon terugkomen. Feitelijk kon die persoon natuurlijk gewoon zijn geld uitgeven, maar juridisch gezien moest hij ervoor zorgen dat er nog 500.000 euro op de rekening stond 69 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Bij de bedingen betreffende een bestanddeel van de eigen toekomstige nalatenschap, kan het zowel gaan om: # Bedingen waarbij een louter eventueel recht wordt toegekend, als om # Geldige bedingen onder voorwaarde of op termijn o Als de bedinger zich het recht heeft voorbehouden om nog op één of andere manier over het goed te beschikken, of o Als er geen juridische zekerheid is dat het goed (nog) deel zal uitmaken van het vermogen van de bedinger bij diens overlijden en de juridische onzekerheid mede afhangt van de wil van de bedinger Voorbeelden: # De verkoop met uitgestelde eigendomsoverdracht van een antieke kast, die in het bezit blijft van de verkoper tot aan zijn overlijden # De schenking van een som geld met eigendomsoverdracht bij het overlijden van de schenker Afdeling 4: Toepassing op het beding van aanwas •
•
Algemeen o Wat is een beding van aanwas? # Beding van aanwas krijgt automatisch uitwerking bij overlijden (reeds gezien in vroegere les) o Toepassingen in de praktijk # Aankoop onroerend goed • Bv. Vriendin en ik kopen samen huis aan. Als ik eerst overlijdt krijgt zij het huis, als zij eerst overlijdt krijg ik het huis # Bedingen van aanwas met betrekking tot roerende goederen o Toetsing aan Art. 1130, lid 2 BW Voorbeelden o Stel: Geestelijk gestoorde dochter. Ouders willen dat zo weinig mogelijk naar haar gaat. Ouders hebben patrimoniumvennootschap van 15 miljoen euro. Twee problemen: dochter heeft reserve en zal stuk van die aandelen krijgen. Kind krijgt normaal helft van nalatenschap in blote eigendom in regel. Tweede probleem: Ze moeten veel successierechten betalen (zie hieronder) # De tarieven van de successierechten • In de rechte lijn; op de eerste 50.000 euro 3% • Tot de volgende 250.000 euro 9% • Boven die 250.000 euro is het 27% ! Toegepast op roerende en onroerende goederen # We maken een overeenkomst van aanwas met betrekking tot die roerende goederen. Dit is in regel een kanscontract ten bezwarende titel. De reserve kan niet ingeroepen worden, want enkel mogelijk tegen rechtshandelingen ten kosteloze titel! Registratierechten (Art. 114 W.Reg.) ! Er moet 10% worden 70 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 betaald voor onroerende goederen. Bij roerende goederen geen registratierecht voorzien (algemeen erfrecht van 25% indien onder bezwarende titel denk ik). Maar nu komt het dus toe met dat beding van aanwas aan de langstlevende voor 0% o -­‐ Man en vrouw komen samen naar Bael. Maar vrouw is getrouwd met een andere man. Vrouw wil dat huis aan de langstlevende toekomt (haar niet getrouwde man), dus beding van aanwas denkt Bael. Maar vrouw zegt “als ik verzoen met mijn eerste man wil ik dat het toch toekomt aan mijn eerste man ! Dus als ik uit elkaar ga met man 2 moet die overeenkomst van aanwas geen uitwerking meer hebben”. " We laten overeenkomst van aanwas vervallen bij feitelijke scheiding -­‐ Andere oplossing door collega notaris Bael. Voorzien van mogelijkheid voor iedere partij bij die overeenkomst, om die overeenkomst op te zeggen, maar wel vereist dat die opzeg gebeurde minstens 3 maanden voor het overlijden. (onduidelijk waarom die tijdsperiode toegevoegd was). Ook een mogelijke oplossing voor het probleem van die aanwas -­‐ Derde mogelijkheid is de overeenkomst van aanwas beperken in de tijd (Bv. 5 jaar). Je kunt de overeenkomst van aanwas dan hernieuwen als je dit wil na 5 jaar. Probleem ! Je kunt het vergeten te hernieuwen # Betere oplossing is dus om een automatische verlenging in te stellen voor Bv. opeenvolgende periodes van 2 jaar. Je moet het Bv. opzeggen 2 maanden voor het einde van de periode. Doe je dit niet ! Dan een automatische verlenging van 2 jaar Maar " Gaat dit bovenstaande in het licht van het verbod van erfovereenkomsten? o Een man en een vrouw kopen één loft en delen deze in twee delen. Beide sluiten overeenkomst van aanwas; als ik eerst overlijdt krijgt u mijn loft, als ik in ruil uw loft krijg mocht u eerst overlijden. Geen voorwaarden aan verbonden, men kon niet uit de onverdeeldheid treden zolang men leefde door dit beding van aanwas # Cassatiearrest uit 2009 werd door sommigen geïnterpreteerd dat men wel onverdeeldheid kan vorderen ondanks beding van aanwas, maar dit is verkeerd. In casu had het Hof van Beroep van Antwerpen beslist dat het goed niet openbaar verkocht kon worden, omdat er tijdens die overeenkomst van aanwas geen onverdeeldheid bestond tussen deze twee mede-­‐eigenaars. Dit arrest werd verbroken door Cassatie. Maar dit was wegens de verkeerde motivering van het Hof van Beroep (er is wel degelijk onverdeeldheid) volgens de professor. Deze zienswijze werd ook al gevolgd door bepaalde rechtspraak # Hierboven hebben we drie mogelijkheden voorzien om toch nog verval van dat beding van aanwas te voorzien • Voorzien dat het beding van aanwas vervalt bij feitelijke scheiding (bij echtscheiding bij echtgenoten, zolang het gaat om het eigen vermogen. Niet mogelijk voor hun gemeenschappelijk vermogen) • (zie alle mogelijkheden hieronder) 71 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Modaliteiten van het beding van aanwas en specifieke clausules die in de overeenkomst van aanwas kunnen voorkomen o (1) Clausules die het verval van het beding van aanwas of het tontinebeding voorzien in bepaalde omstandigheden # Feitelijke scheiding # Echtscheiding # Scheiding van tafel en bed # Wanneer één van de echtgenoten een eis tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed heeft ingeleid; # Wanneer een procedure van echtscheiding door onderlinge toestemming of een procedure van scheiding van tafel en bed door onderlinge toestemming is aangevat # Huwelijk # Kinderen # ! Probleem bij de eerste 5 puntjes: Er worden louter eventuele rechten toegekend. Men kent iets toe aan de ander onder de opschortende voorwaarde van zijn overlijden, maar door Bv. feitelijk geschieden te gaan wonen kan men eraan ontsnappen. Dus het gaat hier om loutere eventuele rechten, want je kan er op terugkomen. In de eerste 5 gevallen hierboven kunnen beide partijen ervoor zorgen dat het beding van aanwas geen uitwerking meer heeft. Het gaat hier om erfovereenkomsten. Bepaalde rechtspraak laat zo’n overeenkomsten dan ook niet toe # ! Wat bij de laatste 2 punten? Voorbeeld bij huwelijk ! Men maakt een erfovereenkomst omtrent vruchtgebruik. Maar bij huwelijk is de huwelijksregeling beter, dus men kan voorzien dat het vervalt bij huwelijk. Zou dit een probleem zijn? Indien men zegt ‘het beding van aanwas vervalt indien de partijen bij het beding van aanwas in het huwelijk treden’, geen probleem want niemand kan eenzijdig het beding verbreken. Dus geen loutere eventuele rechten toegekend, omdat er niet eenzijdig kan op teruggekomen worden # ! Wat bij verval van beding van aanwas als ze kinderen krijgen? Dit vormt geen probleem, want de beslissing om samen kinderen te hebben maak je in regel samen o (2) Alternatieven voor de beperking in de tijd van het beding van aanwas # Beding van aanwas beperkingen in de tijd ! Bv. na 5 jaar vervalt het beding van aanwas. Dus pas uitwerking indien overlijden binnen deze termijn # Nadelen van een gewone beperking in de tijd • Als de tijd verstreken is dan moet het verlengd worden o Dit vergeet men zeer vaak in de praktijk o Bij verlenging maak je opnieuw kosten 72 SV Fam. Vermogensplanning #
JVD 2014 o De gezondheidstoestand van die partijen kan wijzigen # Omdat het een kanscontract onder bezwarende titel is, moeten die kansen ongeveer gelijk zijn # Heeft een partij een levensbedreigende ziekte na het verstrijken van de periode van 5 jaar, dan kan die man geen kanscontract onder bezwarende titel meer sluiten In de praktijk voorkomende varianten: • De overeenkomst van aanwas kan op elk ogenblik opgezegd worden, op voorwaarde dat de opzegging gebeurt minstens drie maanden voor het overlijden van de eerststervende o Vonnis rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen: verklaarde dit nietig • De overeenkomst van aanwas wordt aangegaan voor drie jaar en wordt na het verstrijken van die termijn automatisch verlengd met opeenvolgende periodes van drie jaar, tenzij één van de partijen zijn wil te kennen geeft om de overeenkomst van aanwas te beëindigen door een aangetekende brief, minstens drie maanden voor het einde van de lopende driejaarlijkse periode o De formulering dat de partijen bij de aanwasovereenkomst, bij gebreke van andersluidende wilsuiting van één van hen, geacht worden hun overeenkomst van aanwas hernieuwd te hebben voor een nieuwe termijn van drie jaar o De formulering zonder het vermoeden van een overeenkomst van hernieuwing o Is dit geldig, in het licht van verbod van erfovereenkomsten? # Pas je de klassieke theorie strikt toe, dan hebben we hier een probleem. Niet voor de eerste periode van 3 jaar, want daar ligt het duidelijk vast. Geen van de partijen kan er eenzijdig op terugkomen. Maar voor de periode van 3 jaar die volgt, kan één van de partijen een opzeg geven. Aldus, de toegekende rechten, voor de tweede periode van 3 jaar en verder, zijn louter eventueel. # Het is dus een betwistbare clausule 73 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o (3) Het voorwerp van het beding van aanwas # Heeft het beding van aanwas betrekking op een welbepaald bestanddeel, dan mag geen van de partijen terugkomen op de uitwerking van het beding van aanwas # Voorbeeld • Hypothese: We hebben een man en een vrouw die komen voor een successieplanning. Ze hebben 3 varkens van kinderen. Ze willen dat als één van hen twee overlijdt dat hun aanwinsten voor de langstlevende zijn • Voorstel: De notaris zegt “trouw onder het wettelijk stelsel, en vertrouw dan het gemeenschappelijk vermogen volledig toe aan de langstlevende. Dan kan de reserve van de kinderen niet ingeroepen worden”. Maar ze willen niet trouwen • Ze vragen voor een beding van aanwas betreffende de aanwinsten. We hebben dan dus eigenlijk bijna hetzelfde als het wettelijk huwelijksstelsel. Ze hebben elk hun eigen vermogen. De aanwinsten vormen een soort gemeenschappelijk vermogen, die via het beding van aanwas gaan naar de langstlevende. Dit is exact hetzelfde als het wettelijk stelsel, maar dan geconstrueerd bij wettelijke of feitelijke samenwoning • En misschien willen ze nog wat verder gaan. Ze willen nu het hele vermogen toekennen aan de langstlevende. Beste oplossing lijkt weer ze te laten trouwen met gemeenschappelijk vermogen. Maar dit willen ze dus niet, en dus willen ze beding van aanwas met betrekking tot het gehele vermogen ! Is dit geldig? Kijk terug naar de 3 categorieën van overeenkomsten (zie verder naar boven). Herinner dat enkel in de derde categorie er een geldige subcategorie was. Het overige was ongeldig. We bevinden ons in de eerste categorie; het gaat om overeenkomsten, bedingen of eenzijdige rechtshandelingen betreffende een bepaalde categorie van goederen behorende tot een toekomstige nalatenschap. De rechten zijn louter eventueel, want we weten niet waaruit die categorie van goederen behorende tot die toekomstige nalatenschap zal bestaan. We weten op het moment van de overeenkomst niet wat “alle aanwinsten” zal inhouden • " Een beding van aanwas kan dus ook omwille van het voorwerp onder het verbod van erfovereenkomsten vallen; en niet alleen omwille van de modaliteiten! 74 SV Fam. Vermogensplanning #
#
#
#
#
#
JVD 2014 Het beding van aanwas betreffende huisraad • Dus betreffende de huisraad dat bij het overlijden in de gezinswoning zal staan. Dit is een erfovereenkomst, want je weet niet welke huisraad er bij je overlijden in de gezinswoning zal zijn • Maak je echter een lijst van meubelen en roerende goederen, + Er is een vervreemdingsverbod, dan is dit wel geldig Het beding van aanwas betreffende een bankrekening of een effectenportefeuille • Effecten worden heel vaak belegd en herbelegd, en dus die portefeuille zal er heel vaak anders uitzien bij het overlijden dan bij het sluiten van de overeenkomst met beding van aanwas. Je riskeert dus onder het verbod van erfovereenkomsten te vallen • Je kunt echter ontsnappen aan dit verbod betreffende effectenportefeuille. Je kunt opnemen “dat elke beslissing betreffende de herbelegging en wijziging van die effectenportefeuille, gemeenschappelijk moet worden genomen.” Herbelegging veronderstelt dus een gezamenlijke beslissing, en tevens een akkoord om die uitbreiding van de portefeuille ook te laten vallen onder die overeenkomst van aanwas Het beding van aanwas betreffende een bepaalde geldsom en betreffende vervangbare zaken • “Als ik eerst overlijdt krijg je 1 miljoen euro, in ruil als jij eerst overlijdt ik 1 miljoen euro krijg” • Nooit een erfovereenkomst volgens de professor. Degene die de overeenkomst van aanwas heeft gesloten is namelijk juridisch verplicht om bij zijn overlijden ervoor te zorgen dat hij nog 1 miljoen euro heeft. Die partij heeft het recht niet om daar op terug te komen. Hiermee kun je dus zo’n verbod van overeenkomst van aanwas betreffende de aanwinsten (zie hierboven), omzeilen • Bezit één partij maar 15.000 euro, en de man 2 miljoen euro bij het sluiten van die overeenkomst; dan is deze overeenkomst echter onrealistisch en lijkt er een probleem omtrent de geldigheid te zijn. Maar anders geen probleem • Echter niet gebruikt in de praktijk ! Niemand durft dit Het beding van aanwas betreffende het volledige vermogen of betreffende de aanwinsten van de samenwonende partners of echtgenoten De clausule dat de aanwas zich ook zal uitstrekken tot alle gebouwen, werken, verbeteringen of wijzigingen die aan of op het onroerend goed zullen aangebracht zijn De clausule dat de langstlevende de volledige schuld ten zijne laste neemt die bij het overlijden van de eerststervende nog bestaat met betrekking tot de gebouwen, werken, verbeteringen of wijzigingen 75 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 5: Strijdigheid met de openbare orde en de goede zeden •
Indien erfovereenkomst ! Strijdigheid met de openbare orde en de goede zeken? o Dit staat in een cassatiearrest # Daarna steeds overgenomen in de rechtsleer # De professor ziet niet goed in waarom dit zo is • In 2002 schreef de professor dat dit niet klopt en niet van openbare orde is o Gevolgen van ‘strijdigheid met openbare orde en goede zeden’ # Het gaat dan om absolute nietigheid • Die door de rechter ambtshalve moet worden ingeroepen en kan worden ingeroepen • In elke stand van het geding (Bv. de rechter roept het zelf op in hoger beroep) # Ook belangrijk gevolg voor fiscaal recht • De fiscale administratie neemt als standpunt in dat zij de relatieve nietigheid op eigen initiatief gaan inroepen. Daarentegen, gaan ze wel de absolute nietigheid inroepen • Bv. Stel dat ik een overeenkomst van aanwas heb, die betrekking heeft op een effectenportefeuille. Eén van de partijen overlijdt, en deze overeenkomst kan worden gekwalificeerd als overeenkomst onder bezwarende titel, dan geen registratie-­‐ en successierechten. Als die overeenkomst van aanwas nu een clausule bevat waardoor ze strijdig is met verbod van erfovereenkomst, dan is ze nietig o Is dit relatieve nietigheid, dan kan de fiscus dit niet vorderen. Is het absolute nietigheid, dan kan ze wel worden gevorderd door de fiscus. Het gevolg van de absolute nietigheid is dat de overeenkomst niet bestaat en het goed dus voor de helft in de nalatenschap zit van de overledene • Bv. Stel, vrouw en man hebben onroerende goederen voor 10 miljoen euro. Eén overlijdt, dan successierechten op 5 miljoen euro van 27%. Dus we maken er een beding van aanwas van, en dit geeft 10% in plaats van 27%. Ziet fiscus echter beding strijdig met verbod erfovereenkomst en men werpt absolute nietigheid op, dan zitten die goederen gewoon in de nalatenschap. Maar indien relatieve nietigheid, dan kan de fiscus dit niet # Waarom kan fiscus relatieve nietigheid niet inroepen? • Omdat fiscale administratie zelf in haar omzendbrieven en gepubliceerde beslissingen continu dat standpunt inneemt o Dus de administratie volgt dan wat de erfgenamen doen. Als zij het niet aanvechten, dan laat de fiscale administratie het ook bestaan 76 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Hier en daar is er echter rechtspraak waaruit blijkt dat de fiscus zich niet aan haar eigen theorie houdt, maar dit is uitzonderlijk •
Nieuw standpunt Hof van Cassatie? o Relatief recent arrest van het Hof van Cassatie waarover de prof meent dat het Hof zegt dat er geen strijdigheid meer is met de openbare orde # Voor de Wet Valkeniers strijdigheid met de openbare orde, maar na de wet Valkeniers niet meer. Dus procedures na de inwerkingtreding van de Wet Valkeniers, dan kan die strijdigheid met de openbare orde niet meer kan geclaimd worden # Dit standpunt, dat de professor innam, wordt gevolgd door een aantal auteurs. Maar, er zijn ook auteurs die Bael niet volgen, en zeggen dat er wel nog strijdigheid is met de openbare orde • Maar stelling Bael is de meerderheidstelling. • De minderheidsstelling is stelling van Pintens Afdeling 6: Wettelijke uitzonderingen op het verbod van bedingen betreffende toekomstige nalatenschappen •
Voorbeeld: Art. 1287 Ger.W. o Als je uit de echt scheidt met onderlinge toestemming, moet je een overeenkomst sluiten over het erfrecht en de reserve voor het geval één van hen zou overlijden o Dit is een erfovereenkomst, maar dus een wettelijke uitzondering op het verbod van erfovereenkomsten •
Tal van andere voorbeelden o Art. 918 BW ! Ook uitzondering op verbod van erfovereenkomsten # Zoals dit nu wordt geïnterpreteerd, laat dit toe een schenking te doen met voorbehoud van vruchtgebruik aan een erfgenaam in nederdalende lijn (kind), en die schenking volledig uit de fictieve massa te houden indien de schenking was met toestemming van de andere kinderen # Art. 918 is dus een uitzondering op het verbod van erfovereenkomsten o Contractuele erfstellingen tussen echtgenoten (zie later) o Art. 1388 BW, en Art. 915bis laatste paragraaf: overeenkomst voorbehouden erfdeel en het erfrecht (zie later) o … " Omdat er zoveel uitzonderingen zijn, is dit ook een argument gebruikt voor cassatie om te argumenteren dat het verbod dus niet meer van openbare orde is •
77 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Afdeling 7: Voorstel van een andere interpretatie van het verbod van erfovereenkomsten Sinds 2002 verdedigt de professor een andere interpretatie van het verbod van erfovereenkomsten (tevens verdedigd door Casman, Coene,…). Maar Pintens volgt deze stelling opnieuw niet •
Voorstel van andere interpretatie: Bael, Casman, Coene,… o Artikel 1130, lid 2, dat het verbod van erfovereenkomsten vastlegt, gaat volgens Bael alleen maar over overeenkomsten over een nalatenschap van een derde # Dus het gaat over een overeenkomst van de toekomstige nalatenschap van een derde # Bv. Stel dat ik met mijn broers en zussen overeenkom hoe we de nalatenschap gaan verdelen van onze ouders, hoe deze ook mag zijn, dan ook onder verbod o Maar gaat het over mijn eigen nalatenschap, dan geldt dit artikel niet, maar speelt Art. 895 BW # Dat zegt dat als je een regeling wil maken over je nalatenschap, dan moet je dit doen bij testament • Dus ook niet bij een overeenkomst. # Dit artikel 895 biedt echter mogelijkheden • In dit artikel staat er dat je een regeling moet maken bij testament als je beschikt over het geheel of een deel van je nalatenschap • Dus dan zegt de professor, gebaseerd op de tekst van de wet, dat als je een overeenkomst sluit over een welbepaald goed (niet over gehele of fractie nalatenschap), dan val je niet onder Art. 1130, lid 2, noch Art. 895 BW dat een testament voorschrijft # Deze theorie verdedigt de professor sinds 2002, gebaseerd op de tekst van de wet en de voorbereidende werken • In de voorbereidende werken is er geen enkele passage die Art. 1130, lid 2 in verband brengt met de eigen nalatenschap, het gaat altijd over de nalatenschap van een derde o ! De bedingen die betrekking hebben op een welbepaald eigen goed van de bedinger vallen niet onder het verbod van erfovereenkomsten •
Maar stelling niet gevolgd door alle auteurs, o.a. Pintens o Maar, volg je de interpretatie niet van Bael, dan zit je met gebrek aan logica # Wil je regeling treffen over eigen nalatenschap, dan moet je dit in regel doen bij testament • Zo’n testament moet 1) altijd eenzijdig zijn, 2) op elk ogenblik herroepbaar zijn, 3) op de voorgeschreven vorm van het BW opgemaakt 78 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Dus als ik een Bv. een huis heb samen met een vrouw, waarmee ik een LAT relatie heb, en ik maak een testament waarin ik zeg “ik wil de helft van dat huis toekennen aan mijn vriendin”, dan moet dit dus eenzijdig zijn, op elk ogenblik herroepbaar en ik moet de vormvereisten van het testament respecteren # Maar anderzijds zegt men in de klassieke theorie dat een beding van aanwas enkel geldig is als het onherroepbaar is (anders loutere eventuele rechten), en er zijn geen vormvereisten • Kan je dus overeenkomst van aanwas opzeggen, dan is valt dit onder het verbod o " Dit is eigenlijk onlogisch # Wil je een regeling over nalatenschap, in principe dus in een testament dat herroepbaar moet zijn en aan vormvereisten moet voldoen. En bij regeling via beding van aanwas MOET het onherroepbaar zijn. Maak je echter een overeenkomst van aanwas die eenzijdig herroepbaar is (dus dan herroepbaarheid zoals testament), dan is dit volgens de klassieke theorie ongeldig. Deze tegenstrijdige vereisten zijn onlogisch o " Maar er is daar geen rechtspraak over, dus tot nog toe nog niet gevolgd. Eén arrest waarin zo’n overeenkomst geldig wordt geacht, maar onduidelijke argumentatie (enkel neiging naar de theorie van Bael uit af te leiden) •
•
Gevolgen van deze andere interpretatie op het vlak van de overeenkomsten van aanwas: o Clausules van verval vormen geen probleem meer o De alternatieven voor de gewone beperking in de tijd vormen geen probleem meer o Het voorwerp van de overeenkomst van aanwas: wel nog opletten 79 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 11: 19/03/2014) Deel III: Successierechten en schenkingsrechten Hoofdstuk 1: Successierechten Afdeling 1: Personen en tarieven Voor het Vlaamse gewest ! 3 categorieën van personen (rekening houdend met de verwantschap of met de band met de overledene) • " Binnen elke categorie: een progressief tarief o Naarmate je meer erft, moet je ook meer betalen ! Tarief stijgt (1) De bloedverwanten in de rechte lijn, de echtgenoot en de samenwonenden • Inbegrepen onder andere: o De stiefkinderen, de stiefouder, ook als de ouder en stiefouder niet met elkaar gehuwd zijn # Gelijkgeschakeld met rechte lijn o Niet de uit de echt gescheiden en niet de van tafel en bed gescheiden echtgenoot, tenzij er een gemeenschappelijk kind of afstammeling is # Uit echt gescheiden of van tafel en bed gescheiden? ! Dan niet dit tarief # Tenzij wanneer er gemeenschappelijke afstammelingen zijn ! Dan valt men toch onder deze lagere tarieven. o Ook de ex samenwonende indien er een gemeenschappelijk kind of afstammeling is o Ook gelijkschakeling bij volle adoptie o Ook bij gewone adoptie in 4 gevallen, … (in wetboek successierechten) • Tarieven o 0,01 euro – 50.000 euro ! 3% o 50.000 euro – 250.000 euro ! 9% o > 250.000 euro ! 27% • Splitting o Splitsing roerend-­‐ onroerend # Men maakt onderscheid voor roerende en onroerende goederen, en je moet er de tarieven afzonderlijk op toepassen! o Voorbeeld # Vader met 1 zoon. Vader heeft huis van 250.000 euro en geld op de bank voor 250.000 euro, dan de tarieven apart toepassen. Dus maximaal 9% op de tweede schijf # Is er echter een enkel een huis van 500.000 euro, dan moet ook deels in de derde schijf betalen van 27%. Dus dit is meteen een vorm van successieplanning 80 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Samenwonenden o Wettelijk samenwonenden (= Verklaring van wettelijke samenwoning) # Fiscaal gelijkgeschakeld met echtgenoten ! Dus zelfde successierechten o Feitelijk samenwonenden # Vallen onder tarieven echtgenoten, indien voldaan aan volgende voorwaarden: • Minstens 1 jaar ingeschreven zijn in het bevolkingsregister op zelfde adres • Je voert gezamenlijk huishouding # Vermoeden dat er gezamenlijke huishouding wordt gevoerd als er inschrijving is op hetzelfde adres • Het is dus aan de fiscus dan om te bewijzen dat er dan geen gezamenlijke huishouding was • In praktijk adviseert men cliënten om een gezamenlijke zichtrekening te hebben om dagdagelijkse kosten te betalen (2) Broers en zusters • Tarieven o 0,01 euro – 75.000 euro ! 30% o 75.000 euro – 125.000 euro ! 55% o > 125.000 euro ! 65% • Toegepast per erfgenaam ($! Anderen) (3) Anderen • Tarieven o 0,01 euro – 75.000 euro ! 45% o 75.000 euro – 125.000 euro ! 55% o > 125.000 euro ! 65% • Wie? o Alles verder dan broers en zusters (dus ook Bv. neven en nichten) • Toepassing o Niet toepassen per erfgenaam ! Maar op geheel dat anderen verkrijgen # Bv. in testament zeg ik dat alles is voor mijn 2 neven. Totale nalatenschap is 250.000 euro. Je moet dit bedrag samennemen voor de successierechten, dus er moet 65% op betaald worden! • Heb je 10 broers ! Dan opgesplitst in 10 stukken en kun je in 30% tarief blijven • Maar splits je dit over 10 neven dan lukt dit niet # Hier geen splitsing tussen roerende en onroerende goederen • Dit doen we enkel in de eerste categorie • Voorbeeld probleemgeval o Stel: kinderloze en niet gehuwde man die alleen woont. Hij heeft 125.000 euro en hij wil dit nalaten aan zijn petekind # Dan zitten we in de tarieven van de derde categorie 81 SV Fam. Vermogensplanning #
JVD 2014 Je kan daaraan proberen te ontsnappen via schenkingen • Maar das geen goed idee, want misschien heb je dit geld nog nodig Er is geen goede oplossing #
(4) Opmerkingen • " Het successierecht bedraagt evenwel slechts 3 of 7 procent op de activa van een familiale onderneming of op de aandelen van een familiale vennootschap, op voorwaarde dat een aantal voorwaarden worden vervuld o Wat is een familiale onderneming? ! Zie Wetboek Successierechten o Drie voorwaarden # Activiteit moet verder gezet worden voor tenminste 3 jaar # Je mag het kapitaal niet verminderen binnen de 3 jaar # Zetel moet binnen Europese Economische Ruimte zijn o Voorbeeld # 2 Nederlanders (man en vrouw) komen bij Bael, met een notaris uit Tilburg. Die Nederlanders wonen in België. De man is dermatoloog en heeft een BV in Nederland. Ze hebben een onroerend goed en wat schulden ook. Die BV met die praktijk is 1 miljoen euro waard. Wordt dat geërfd door die vrouw, dan lagere tarieven indien het voldoet aan de definitie van familiale onderneming en aan de gestelde voorwaarden. Maar kans groot dat de activiteit niet kan worden voortgezet, want de vrouw is waarschijnlijk geen dermatoloog • " Het successierecht bedraagt nul 0 procent wanneer de gezinswoning wordt bekomen door de langstlevende echtgenoot of door de samenwoner (mits voorwaarden) o Gezinswoning is een uitzondering op tarieven o Onderscheid # Getrouwd • Stel, getrouwd en je woont in een huis (dat is van u). U kent dit bij testament toe aan je echtgenote in volle eigendom. Dan betaal je daar 0% op. Erft de vrouw dit in VG en de kinderen in blote eigendom, dan enkel tarieven op BE van de kinderen # Samenwonenden • Geldt op gezinswoning van langstlevende samenwonende partner • Voorwaarden nultarief samenwonenden o Ofwel moet er verklaring van wettelijke samenwoning zijn afgelegd o Ofwel minstens 3 jaar ingeschreven in bevolkingsregister op zelfde adres (dus beter verklaring van wettelijke samenwoning afleggen als je niet wil wachten) 82 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 o Voorbeeld # Stel, vader en moeder, die samen een huis bezitten van 500.000 euro (verder niets in nalatenschap, al hun geld zit in dat huis). Ze hebben 1 zoon. Het huis zit in het gemeenschappelijk vermogen. Ze willen zo weinig mogelijk successierechten betalen bij het overlijden van één van hen # Voorstel: Wijzig huwelijkscontract om dat huis volledig aan de LLE te laten toekomen. Dit vermogen gaat dan naar de langstlevende. Komt het huis toe aan LLE echtgenoot, dan betaal je 0%. Lijkt dus voor de hand liggend. Maar is dit wel een goed idee? Dit hangt er van af… • Gaat dat huis, bij overlijden van de man, volledig naar de vrouw en dan later naar de zoon, dan moet die zoon 27% heffing ondergaan • Wijzig je het huwelijkscontract niet, dan enkel VG aan LLE en BE aan zoon o Dan moet de LLE niets betalen op het VG, maar moet de zoon wel betalen op BE o Dan zit het deel voor de zoon echter maar in 3% en 9% tarief # Als dan de LLE overlijdt, dan betaalt enkel de zoon op het vruchtgebruik van zijn moeder en opnieuw in 3 en 9% schijf (Bij overlijden LLE wast dit VG aan bij BE van de zoon zonder verdere successierechten) o Maar is de LLE van plan later het huis nog te verkopen, dan best dus huis volledig naar de vrouw te laten gaan # Opmerking: Hoe wordt dit VG eigenlijk gewaardeerd? Afhankelijk leeftijd vruchtgebruiker " Er zijn verminderingen en vrijstellingen voorzien in het W.Succ. o Voorbeeld ! Legaat aan VZW: 8,5% o Lees in je wetboek, maar niet studeren " Progressievoorbehoud na schenking o Stel, man en vrouw in vermogen nog 1 miljoen onroerende goederen. Ze hebben 4 kinderen, die ze elk 100.000 schenken. Na schenking blijft er dus nog 600.000 euro over. Nalatenschap valt open. Op die 600.000 bovenstaande successierechten toepassen ! We bevinden in 3 en 9% tarief (600.000 / 4 = 150.000 euro per kind) o Maar ! Progressievoorbehoud bij schenking en overlijden binnen 3 jaar # Om het toepasselijke progressieve tarief te betalen, rekening houden met het onroerend goed dat geschonken is binnen 3 jaar voor het overlijden • Hierdoor kun je dus in een hoger tarief terechtkomen # Blijft de schenker meer dan 3 jaar leven na de datum van de schenking, dan doen we alsof het geschonkene er nooit is geweest (en moet dit dus niet terug bij de nalatenschap worden geteld) o Zie meer hierover bij ‘schenkingsrechten’ 83 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 2: Waarop wordt het progressief tarief toegepast? •
•
Onderscheid roerende en onroerende goederen o In de rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden ! Het tarief wordt toegepast op het netto-­‐ aandeel in de onroerende goederen en op het netto-­‐aandeel in de roerende goederen (Zie splitting) o In de andere gevallen wordt het tarief toegepast op roerend en onroerend vermogen samen Het progressief tarief wordt toegepast o Per rechtverkrijgende wanneer het gaat om bloedverwanten in de rechte lijn of een echtgenoot, een samenwonende (cf. supra), een broer of zus o Niet per rechtverkrijgende, maar op het totale gedeelte dat door die andere personen wordt verkregen wanneer het gaat om andere personen Hoofdstuk 2: Schenkingsrechten " Schenkingen vormen de belangrijkste manier om te ontsnappen aan hoge successierechten = Vorm van successieplanning Afdeling 1: Algemeen • Bij schenkingen die de vorm aannemen van een notariële akte • In principe niet bij schenkingen die niet in een notariële akte zijn opgenomen, zoals bijvoorbeeld de gift van hand tot hand • Wanneer er geen schenkingsrechten zijn geheven: successierechten bij een overlijden van de schenker binnen de drie jaar (Art. 7 W. Succ.) Afdeling 2: Schenking van onroerende goederen 4 categorieën van personen • " Binnen elke categorie: een progressief tarief (zie Art. 131 W.Reg.) (1) In de rechte lijn en tussen echtgenoten •
•
•
•
•
•
•
•
•
0,01-­‐12.500 € 12.500-­‐25.000 € 25.000-­‐50.000 € 50.000-­‐100.000 € 100.000-­‐150.000 € 150.000-­‐200.000 € 200.000-­‐250.000 € 250.000-­‐500.000 € Boven de 500.000 € 3% 4% 5% 7% 10% 14% 18% 24% 30% (2) Tussen broers en zusters •
•
•
•
•
0,01-­‐12.500 € 12.500-­‐25.000 € 25.000-­‐75.000 € 75.000-­‐175.000 € Boven de 175.000 € 20% 25% 35% 50% 65% 84 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (3) Tussen ooms of tantes en neven en nichten (derde graad) • 0,01-­‐12.500 € 25% • 12.500-­‐25.000 € 30% • 25.000-­‐75.000 € 40% • 75.000-­‐175.000 € 55% • Boven de 175.000 € 70% (4) Tussen alle andere personen • 0,01-­‐12.500 € 30% • 12.500-­‐25.000 € 35% • 25.000-­‐75.000 € 50% • 75.000-­‐175.000 € 65% • Boven de 175.000 € 80% • Praktijk o Die zeer hoge tarieven komen niet voor in de praktijk, want niemand wil dit. Schenking aan een vreemde van een onroerend goed komt in de praktijk dus nooit voor • Opmerkingen o " Er wordt een verlaagd schenkingsrecht toegepast bij schenking van gronden stedenbouwkundig bestemd tot woningbouw (in het Vlaamse Gewest) # Bouw je daar huis op binnen bepaalde termijn, dan verlaagd schenkingsrecht o " Er wordt een vrijstelling van schenkingsrechten voorzien bij schenking van de activa van een familiale onderneming of van de aandelen van een familiale vennootschap, mits de vervulling van een aantal voorwaarden # Familiale onderneming, niet in vorm van vennootschap, en onroerend goed dat gebruikt wordt in dat bedrijf, dan ook 0% tarief o " Er zijn nog andere verminderingen en vrijstellingen voorzien in het W. Reg. o In praktijk proberen we dan meestal niet teveel te schenken in één keer (liever niet boven 150 000 euro) o Indien discussie met fiscus over waarde onroerend goed, kan dit veel belang hebben # Want als de fiscus er een hogere waarde op plakt, kun je vlug in een hoger tarief terechtkomen • Voorbeeld o Feiten: Vader en moeder hebben 2 kinderen. Ouders willen een schenking doen, en wil er niet teveel voor betalen (men wil binnen het tarief van de schijf van 150.000 euro blijven). Die ouders hebben samen vele onroerende goederen o Hoe schenken: Willen ze binnen de schijf van 150.000 euro blijven, dan kunnen die man en vrouw aan hun 2 kinderen een onroerend goed schenken van 600.000 euro 85 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Waarom? Die man heeft 300.000 euro, en de vrouw heeft ook 300.000 euro van dat onroerend goed (elk de helft van dat onroerend goed) # Man geeft de helft van zijn helft aan zijn ene kind, en de andere helft van zijn helft aan zijn ander kind en vrouw doet hetzelfde o Aldus: Hoe meer kinderen, hoe grotere onroerende goederen je kunt schenken Afdeling 3: Schenking van roerende goederen #
Onderscheid: 2 manieren van schenkingen van roerende goederen • Schenking die wordt aangeboden ter registratie o We laten schenking registeren op registratiekantoor ! We betalen schenkingsrechten # Voor registratie schenking van een roerend goed betaalt u 3% of 7% (afhankelijk van verwantschap) # Zodra de geregistreerde schenking van het roerend goed is gebeurd, wordt er geen rekening gehouden met het geschonkene voor het toepassen van de successierechten bij het openvallen van de nalatenschap • Dus zeer oude man komt binnen met veel geld, vlug schenking doen, 3% betalen en ontsnapt aan de successietarieven o Opmerking omtrent tarieven: Aantal gelijkschakelingen die we wel hebben in wetboek successierechten hebben we hier niet o Indien schenking in Belgische notariële akte, dan moet je dit altijd registreren ! En dan altijd dus tarief betalen • Schenking die niet wordt geregistreerd o Je laat de schenking niet registeren en betaalt dus geen schenkingsrechten o Wanneer is een schenking zonder registratie mogelijk? # Mogelijk indien geen notariële akte # Of indien buitenlandse notariële akte o Maar: Voorwaarde in Art. 7 W.Succ.: # Schenker moet nog 3 jaar blijven leven # ! Indien niet, dan gaan we successierechten heffen o Quid: Schenking familiale onderneming # Indien 3 voorwaarden (zie eerder) voor familiale ondernemingen vervuld ! Dan tegen 0% te schenken # Voorwaarde • Schenker overlijdt niet binnen de 7 jaar (niet: 3 jaar) o Zowel: vererving aan tarief van 3 of 7% (zie p. 81) 86 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 " Dus : schenkingen spelen een belangrijke rol bij de planning van de overgang van het vermogen van een persoon naar de volgende generatie • Schenkingen die kunnen gebeuren zonder notariële akte laten toe het vermogen van een persoon door te geven aan de volgende generatie zonder heffing van belastingen (voorwaarde: de schenker moet nog drie jaar blijven leven) o Met als voorwaarde: de schenker moet nog drie jaar blijven leven (7 jaar bij familiale ondernemingen) o Schenkingen van roerende goederen bij notariële akte? ! Dan wel schenkingsrecht • Ook schenkingen van (onroerende) goederen bij notariële akte kunnen voordeel opleveren: o De schenkingsrechten en de successierechten zijn niet dezelfde en worden niet op dezelfde manier toegepast (het kan soms voordeliger zijn om te schenken dan om te laten erven) o Principe: als men een schenking bij notariële akte doet en als de schenker overlijdt binnen de drie jaar: voor de heffing van het successierecht worden de geschonken goederen later fictief bij het erfdeel van de begiftigde erfgenaam of legataris gevoegd om het toepasselijke tarief te bepalen (Art. 66bis W.Succ.) o Dus: als men bij notariële akte schenkt en de schenker nog drie jaar blijft leven begint men voor de successierechten opnieuw aan het laagste tarief Hoofdstuk 3: Conclusie Groot verschil tussen schenking roerende of onroerende goederen • Progressieve tarieven o Bij onroerende goederen ! Progressieve tarieven, dus maar beperkt bedrag te schenken o Bij roerende goederen ! Geen progressieve tarieven (wel tarief afhankelijk van verwantschap) • Progressievoorbehoud o Schenking onroerend goed ! Altijd notariële akte, en dus altijd registratie. Er is echter een termijn van 3 jaar waarbinnen de schenker niet mag overlijden # Toch overlijden binnen 3 jaar, dan wordt de schenking in rekening genomen bij het tarief van de successierechten # Bij schenking onroerend goed dus altijd regel van progressievoorbehoud o Schenking roerend goed ! Niet altijd progressievoorbehoud # Niet-­‐geregistreerde schenking roerend goed: dan wel progressievoorbehoud van 3 jaar (7 jaar bij familiale ondernemingen) # Geregistreerde schenking roerend goed: Onmiddellijk effect voor successierechten ! Geen progressievoorbehoud Motieven successieplanning • Fiscaal gemotiveerd • Burgerrechtelijk gemotiveerd o Om bepaald goed bij een bepaald persoon terecht te laten komen (Bv. dat ene kind moet het bedrijf krijgen) 87 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 12-­‐13-­‐14 +15: 20-­‐26-­‐27/03/2014 + 2/04/2014) Deel IV: Huwelijkscontracten Hoofdstuk 1: Het wettelijk stelsel Wettelijk stelsel = E.V. man, E.V. vrouw, G.V Afdeling 1: Activa •
Eigen Vermogen o De goederen eigen omwille van hun oorsprong (Art. 1399 BW) # De goederen (en schuldvorderingen) van voor het huwelijk en de goederen (en schuldvorderingen) tijdens het huwelijk onder kosteloze titel verkregen door schenking, erfenis of testament o De goederen eigen omwille van hun aard (goederen vermeld in Art. 1400-­‐
1401 BW) # Accessoria (Art. 1400 BW) # Strikt persoonlijke goederen (Art. 1401 BW) o Dieper bekeken: Art. 1400, 4 BW # Als ik een huis erf samen met mijn 2 broers en zus, dan erf ik ¼ van dat huis en dat zit in mijn eigen vermogen. Ik koop nu die ¾ in (een verdelingsakte), dan gaat gans dat huis tot het eigen vermogen behoren. Wat als die oplegsom is betaald (die ¾ van de waarde van het huis), met gemeenschappelijke gelden, dan is dat huis nog eigen, maar er zal een vergoeding verschuldigd zijn aan het gemeenschappelijk vermogen (Bv. met beroepsinkomsten). Die vergoeding is gekoppeld aan de waarde van het goed; is dat huis later dubbel zoveel waard binnen 20 jaar, dan moet je binnen 20 jaar dubbel zoveel betalen o Dieper bekeken: Art. 1400, 5 BW # (1) Zaakvervanging • = Ruiling van roerende of onroerende goederen • Bv. ruiling van oude aandelen voor nieuwe aandelen, verkrijgen aandelen door inwisselen obligaties, vergoeding verzekeringsmaatschappij/dader bij brand, vergoeding bij onteigening, … # (2) Onroerende (weder)belegging • = Verwerven onroerend goed, met eigen gelden of met opbrengst van de verkoop van een eigen onroerend goed • Vormvereiste ! Dubbele verklaring in de authentieke aankoopakte (Art. 1402 BW): o 1 ! Verklaring dat de aankoop geschiedt om tot wederbelegging te dienen o 2 ! Meer dan de helft is betaald met eigen gelden, of met de opbrengst van vervreemding van eigen onroerend goed 88 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Verklaring niet gedaan? ! Er is geen wederbelegging en het goed zal niet eigen zijn # (3) Vervroegde onroerende wederbelegging • = Eerst koop je een onroerend goed met gemeenschappelijke gelden, en nadien vervreemd je een eigen goed om het gebruikte gemeenschapsgeld geheel of gedeeltelijk terug te betalen • Voorwaarden (Art. 1403 BW): o Uitdrukkelijke verklaring van wederbelegging in de authentieke aankoopakte o Binnen de 2 jaar na de datum van de akte moet meer dan de helft van het bedrag dat uit het gemeenschappelijk vermogen werd genomen, terugbetaald zijn • Opmerking ! Aankoop van een onroerend goed behoort tot het gezamenlijk bestuur (Art. 1418 BW), dus de toestemming van de echtgenoot is vereist bij de aankoop van een onroerend goed bij wijze van vervroegde wederbelegging # (4) Roerende wederbelegging • = De wederbelegging van roerende of onroerende goederen of rechten (of belegging van eigen geld) in roerende goederen of rechten • Geen vormvereisten ! Het volstaat te bewijzen dat de aankoop met eigen gelden of met de opbrengst van de verkoop van eigen goed gebeurde (Art. 1404 BW) o Dieper bekeken: Art. 1401, 5 BW # Situatie: De lidmaatschapsrechten verbonden aan gemeenschappelijke aandelen in vennootschappen waarin alle aandelen op naam zijn, indien die toebedeeld zijn aan of ingeschreven zijn op naam van één echtgenoot alleen ! Het gaat dus over de lidmaatschapsrechten verbonden aan gemeenschappelijke aandelen, in vennootschappen waarin alle aandelen op naam zijn # Gevolg ! De vermogenswaarde behoort tot het gemeenschappelijk vermogen, maar de lidmaatschapsrechten zijn eigen (nl. van degene die heeft ingeschreven op die aandelen) # Voorbeeld ! Ik richt een BVBA op. Ik steek er gemeenschappelijk geld in. Die aandelen gaan ook gemeenschappelijk zijn. Maar als ik nu mijn BVBA opricht voor mijn tandartspraktijk en steek er gemeenschappelijk geld in, en ik schreef er op in, dan zijn die aandelen gemeenschappelijk, maar enkel ik heb lidmaatschapsrechten (m.n. stemrecht) op die aandelen (dat is enkel voor degene die heeft ingeschreven op die aandelen). Dus de controle over die BVBA tandartspraktijk zit wel bij mij •
89 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Voorbeelden # Art. 1400, 5 BW • Stel, ik heb 100. 000 euro geërfd van mijn ouders en dit in mijn eigen vermogen. Ik zet dit op aparte rekening en dan koop ik er effecten mee aan. De zaken die in de plaats zijn gekomen voor wat ik erfde, dat blijft eigen. Maar anders bij onroerende goederen (zie verder) • Hebben we roerende goederen van voor het huwelijk, of geërfd of door schenking bekomen, dan komen deze terecht in het eigen vermogen. Koop je Bv. effecten met je eigen vermogen, dan is dit ook eigen (zonder enige verklaring te doen) o Bij onroerende goederen is dit anders, dan wel verklaring nodig. We hebben onroerende wederbelegging en vervroegde onroerende wederbelegging # Art. 1400, 5 BW j° Art. 1402 BW • Ik erf 100.000 euro en beleg dit in een onroerend goed , nl. studio (in tegenstelling tot effecten) o De toepasselijke bepalingen zijn Art. 1402 BW en volgende o Dit artikel zegt dat je moet zeggen in de akte dat die studio eigen moet zijn als je wil dat dit eigen is # Zeg je niets in de akte, dan is het gemeenschappelijk o Je kunt ook een verklaring van wederbelegging afleggen # Zo’n verklaring kun je afleggen vanaf het moment dat de aankoop voor meer dan de helft betaald is met eigen goederen • Ik koop een woning met eigen gelden en ik zet dit in een verklaring o Is er geen verklaring, dan is het een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen o Is er wel een verklaring, en dit beantwoordt aan de werkelijkheid, dan behoort dit tot het eigen vermogen # Art. 1400, 5 BW j° Art. 1404 BW • Indien onroerend goed voor meer dan de helft is betaald met eigen gelden, dan kun je die verklaring van onroerende wederbelegging al afleggen • Dus Bv. 100.000 euro eigen gelden en 80.000 euro gemeenschappelijke gelden 90 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Art. 1400, 5 BW j° Art. 1403 BW • Vervroegde onroerende wederbelegging • Bv. Je tante zegt ‘ik ga je schenking doen van 100.000 euro binnen 6 maanden’. Maar je ziet nu al schoon huis staan en je wil kopen. Je kunt een verklaring van vervroegde onroerende wederbelegging afleggen. Je koopt het voor je eigen vermogen, en je gaat dat dan binnen de 2 jaar terugbetalen met eigen gelden. Gebeurt dit niet binnen de 2 jaar, dan is het goed gemeenschappelijk o Opmerkingen # Bij die verklaring van (vervroegde) onroerende wederbelegging gaan we normaal de echtgenoot laten meetekenen • Bij onroerende wederbelegging doen we dit om te laten bevestigen dat het effectief eigen gelden zijn van die echtgenoot o Hier is de tussenkomst echter niet absoluut noodzakelijk, maar wel aanbevolen • Bij vervroegde onroerende wederbelegging laten we ook meetekenen o Indien er niet binnen de 2 jaar wordt terugbetaald, dan koop je dit onroerend goed voor het gemeenschappelijk vermogen en daarvoor toestemming andere echtgenoot nodig (anders nietig verklaarbaar) o Hier is die tussenkomst dus absoluut noodzakelijk, waarin de andere echtgenoot zegt dat hij het goed voor het gemeenschappelijk vermogen koopt indien er geen terugbetaling is binnen 2 jaar # Verklaring beantwoordt niet aan de werkelijkheid? Dan is dit een gemeenschappelijk goed • Bv. Man koopt woning en vrouw bevestigt dat het met onroerende wederbelegging gebeurt. Hij gebruikt dat onroerend goed als kantoor. Maar zelfde dag had man een lening aangegaan. Man wou dus dat het op zijn naam stond, maar hij wou ook zijn interesten kunnen aftrekken in zijn vennootschap. Dan komt er een leuke vechtscheiding. Op het moment dat ze uit de echt gescheiden zijn zegt de vrouw ‘ik heb dit verklaard maar dit beantwoordt niet aan de werkelijkheid’, en de vrouw start een procedure van valsheid in geschrifte tegen de notaris #
91 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Gemeenschappelijk vermogen o Inkomsten tijdens het huwelijk bekomen # De aanwinsten ! Inkomsten uit beroepsinkomsten en kapitaal, en wat je daar allemaal mee verwerft # Tevens een vermoeden van gemeenschap (Art. 1405, 4 BW) • Alles wat niet eigen is, omwille van de aard of bewezen oorsprong overeenkomstig de Artikelen 1399 tot 1401 BW, is gemeenschappelijk o Probleem: vermoeden en roerende wederbelegging # Als je eigen roerende goederen hebt en die worden herbelegd, dan is die herbelegging ook eigen. Dit is roerende wederbelegging • Geen speciale verklaring nodig # Maar er is een probleem: In het wettelijk stelsel wordt alles dat er is vermoed gemeenschappelijk te zijn • Als de man nu Bv. 100.000 euro erft, en hij zet dit op een gemeenschappelijke rekening, dan is dit in de strikte theorie vermengd met de gemeenschappelijke gelden en niet meer eigen • Zet hij dit op een rekening op zijn naam, dan geldt dit nog o Dit vermoeden van gemeenschappelijkheid geldt ook voor rekeningen op de naam van de echtgenoten alleen, omdat daar normaal ook aanwinsten op komen • Als je dus wil dat dit eigen blijft, dan moet je dus een nieuwe rekening openen, waarop je alleen die 100.000 euro zet ! Individualisatie moet dus mogelijk zijn o Doen we dit niet, dan vermenging met gemeenschappelijk vermogen, en dan in de strikte opvatting, is er geen eigen goed meer o Maar dan wel recht op vergoeding, en bij ontbinding moet de gemeenschap dit vergoeden aan het eigen vermogen o Maar je kunt dan dus die 100.000 euro Bv. niet meer gebruiken om eigen effecten te kopen en zo. In praktijk is het dus best altijd de strikte opvatting toe te passen, om discussie te vermijden Opmerkingen o Advies aan cliënten # Eigen gelden best op afzonderlijke rekening houden # Bij roerende wederbelegging is nuttig • Bijzondere vermelding op aankoopborderel of aankoopfactuur + bewijs van de oorsprong van de gelden o Als je trouwt onder het wettelijk stelsel, heb je dan een huwelijkscontract nodig? # Natuurlijk niet vereist, want als je trouwt, en geen huwelijkscontract, dan getrouwd onder het wettelijk stelsel 92 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o " Maar in praktijk vaak huwelijkscontract gesloten bij mensen die trouwen onder wettelijk stelsel ! Waarom? # Men wil lijst van eigen goederen opnemen • Alles wordt namelijk vermoed gemeenschappelijk te zijn. Om dit te vermijden wordt er soms in huwelijkscontracten een opgave gedaan van eigen goederen. Krijg je dan later discussie over de aard van de goederen, eigen of gemeenschappelijk, ga je dus het bewijs kunnen leveren van het eigen karakter van die goederen via de lijst • Bij zo’n lijst is het de bedoeling dat je daar alleen de belangrijkste goederen inzet. Niet de Tupperware-­‐potjes # Als men dat gemeenschappelijk vermogen wil uitbreiden of beperken • Bv. Uitbreiding van het gemeenschappelijk vermogen ! De vrouw heeft net voor het huwelijk een huis gekocht voor 250.000 euro, en ze heeft daar ook een lening op aangegaan van 260.000 euro. Als ze trouwt, zou het huis in het eigen vermogen zitten, maar de lening wordt afbetaald met gemeenschappelijke gelden. We kunnen dat huis in het gemeenschappelijk vermogen steken. Dit kan fiscaal zeer goedkoop. Zo’n inbreng kost 25 euro (algemeen vast registratierecht) • Bv. Man en vrouw willen trouwen onder wettelijk stelsel, maar ouders van die vrouw zijn schatrijk. Bekomt die vrouw de erfenis van haar ouders, dan eigen goederen. Maar de opbrengsten daarvan komen in de gemeenschap terecht. De vader van de vrouw wil niet dat de opbrengsten gemeenschappelijk zijn. We kunnen dan trouwen onder wettelijk stelsel en zeggen dat alleen de inkomsten uit arbeid gemeenschappelijk zijn, en de inkomsten uit kapitaal niet # We willen afwijken van de regels van de gelijke verdeling van het gemeenschappelijk vermogen (!!) • Stel, de man overlijdt. Er zijn kinderen. Vrouw krijgt VG en kinderen BE. Maar misschien zegt de vrouw dat ze gans dat gemeenschappelijk vermogen wil. Dan kun je inschrijven in het huwelijkscontract dat de ganse gemeenschap toekomt aan de langstlevende echtgenoot. Normaal komt de helft van het gemeenschappelijk vermogen toe aan de LLE en de andere helft komt in de nalatenschap. Nu kunnen we hier van afwijken o " Conclusie: Waarom huwelijkscontract? # Opgave van de eigen goederen # Bedingen tot uitbreiding of beperking van de gemeenschap # Afwijking van de regels van de gelijke verdeling van het GV 93 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 2: De schulden (tussen echtgenoten en tegenover derden) •
•
•
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen 2 vragen o Welk soort vermogen neemt een bepaalde schuld ten laste ! Wat is het statuut van de schuld? # Dus welke schulden komen ten laste van eigen vermogen en welke van het gemeenschappelijk vermogen? # Verhouding tussen echtgenoten o Op welk vermogen kunnen de schuldeisers aanspraak maken? # Dus een echtgenoot heeft schulden ! Op welk vermogen kunnen de schuldeisers dan aanspraak maken? # Verhouding met schuldeisers o " Dit zijn 2 verschillende vragen en kan tot andere resultaten leiden Statuut van de schulden o Eigen vermogen (Art. 1406 & 1407 BW) # De schulden eigen omwille van hun oorsprong (Art. 1406 BW) • Schulden van voor het huwelijk en de schulden ten laste van schenkingen, erfenissen of legaten die tijdens het huwelijk verkregen worden door 1 echtgenoot # De schulden eigen omwille van hun aard (vermeld in Art. 1407 BW) o Gemeenschappelijk vermogen (Art. 1408 BW) # De schulden waarvan niet bewezen is dat zij eigen zijn en de andere schulden vermeld in Art. 1408 BW De schulden tegenover derden " Op welk vermogen kunnen de schuldeisers verhaal uitoefenen? o Eigen schulden # Regel: Verhaal op het eigen vermogen van de schuldenaar + op de inkomsten van de schuldenaar (Art. 1409 BW) # Uitzondering ! Uitbreiding van het verhaalsrecht (Art. 1410-­‐1413 BW) ! Bijkomend verhaal op het gemeenschappelijk vermogen: • In de mate dat het gemeenschappelijk vermogen uit die schuld voordeel heeft gehaald • In de mate dat er inbreng is geweest in het gemeenschappelijk vermogen van eigen goederen van de schuldenaar • Indien het gaat om een schuld uit een strafrechtelijke veroordeling of een onrechtmatige daad van 1 echtgenoot: bijkomend verhaal op de helft van het netto-­‐actief van de gemeenschap 94 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Gemeenschappelijke schulden # Regel: verhaal op de drie vermogens (Art. 1414, eerste lid BW) # Uitzondering ! Beperking van het verhaalrecht (Art. 1414, tweede lid BW) ! Geen verhaal op het eigen vermogen van de andere echtgenoot die de schuld niet heeft aangegaan: • De schulden aangegaan door 1 echtgenoot ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen, als zij buitensporig zijn • De intresten van eigen schulden van 1 echtgenoot • De schulden door 1 echtgenoot aangegaan bij de uitoefening van zijn beroep • De onderhoudsschulden t.o.v. bloedverwanten in de nederdalende lijn van 1 echtgenoot Afdeling 3: Het bestuur van het eigen vermogen en het gemeenschappelijk vermogen •
Eigen vermogen o Principe: Iedere echtgenoot bestuurt zijn eigen vermogen alleen (Art. 1425 BW) # Bv. Ik erf huis van mijn ouders, dan kan ik dat alleen verkopen, verhuren, … Echtgenote heeft daar niets mee te maken o Er zijn wel beperkingen # Art. 215 BW: Gezinswoning en huisraad van de gezinswoning • Als het huis dat ik erfde van mijn ouders in mijn eigen vermogen zit, maar het is de gezinswoning, dan kan ik dit toch niet op mijn eentje verkopen # Art. 224, § 1, puntje 3 en 4 BW • Een echtgenoot kan een vordering tot nietigverklaring instellen wanneer de andere echtgenoot een schenking doet die de belangen van het gezin in gevaar brengt • Echtgenoot kan ook nietigverklaring eisen van persoonlijke zekerheden, als de belangen van het gezin in het gevaar worden gebracht (Bv. bij borgstelling) •
Gemeenschappelijk vermogen o Principe: Concurrentieel bestuur (Art. 1416 BW) # Iedere echtgenoot kan in principe alleen handelen (concurrentieel bestuur) # Ieder van de echtgenoten kan op zijn eentje handelingen stellen m.b.t. het gemeenschappelijk vermogen o Uitzondering 1: exclusief bestuur (Art. 1417, eerste lid BW) # Wordt een beroep uitgeoefend door 1 echtgenoot alleen ! Deze alleen kan daarvoor de noodzakelijke handelingen stellen # Dit zou betekenen dat als iemand Bv. verzekeringsmakelaar is en hij wil kantoor kopen, dan kan hij dit op zijn eentje doen • Maar in praktijk zijn we voorzichtig, en laten we meestal die echtgenote ook tussenkomen 95 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Uitzondering 2: gezamenlijk bestuur # Art. 1417, lid 2 BW • Wordt een beroep uitgeoefend door beide echtgenoten samen ! De echtgenoten moeten samen optreden, tenzij voor handelingen van beheer # Art. 1418 en 1419 BW • Lijst van rechtshandelingen die enkel kunnen gesteld worden door de beide echtgenoten Toestemming van de beide echtgenoten is vereist voor: • Voor hypotheek vatbare goederen verkrijgen, vervreemden of met zakelijke rechten bezwaren • Een handelszaak of een bedrijf verkrijgen, overdragen, in pand geven • Een handelshuur toestaan, een pacht toestaan en een huurovereenkomst voor langer dan 9 jaar sluiten, vernieuwen of opzeggen • Een hypothecaire schuldvordering overdragen of in pand geven • De prijs van een vervreemd onroerend goed in ontvangst nemen, de terugbetaling van een hypothecaire schuldvordering in ontvangst nemen, opheffing verlenen van een hypotheekinschrijving • Een legaat of schenking aanvaarden of verwerpen als bedongen is dat de goederen gemeenschappelijk zullen zijn • Een lening aangaan • Kopen of lenen op afbetaling, een persoonlijke lening op afbetaling aangaan o Met uitzondering in beide gevallen wanneer de handelingen noodzakelijk zijn voor de huishouding of de opvoeding van de kinderen • Schenking van gemeenschappelijke goederen •
Voorbeeld o Ik ben getrouwd onder wettelijk stelsel en wil huis kopen # Dan heb je akkoord nodig van andere echtgenoot, je kunt dit niet op je eentje doen o Maar enkel in Art. 1417-­‐1419 hebben we akkoord nodig van beide echtgenoten. Komt een rechtshandeling daar niet in voor, dan is het principe dat beide echtgenoten dit alleen kunnen doen # Bv. inbreng in vennootschap ! Ik richt een vennootschap op en ik breng 1 miljoen euro geld in. Geen akkoord nodig van de andere echtgenoot, want niet opgenoemd in het BW 96 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 2: Zuivere scheiding van goederen Bij scheiding van goederen 2 vermogens: eigen vermogen van de man, en eigen vermogen van de vrouw ! In principe is iedere echtgenoot dan eigenaar van wat hij verkrijgt Afdeling 1: Activa • Ieder echtgenoot is eigenaar van hetgeen hij verkrijgt (er is een E.V. man en een E.V. vrouw) o De activa komt toe aan degene die de activa verkrijgt o De goederen kunnen echter ook onverdeeld zijn # Nl. de goederen die door de echtgenoten gezamenlijk verkregen worden en de roerende goederen waarvan niet kan worden bewezen dat ze eigen zijn aan een van de echtgenoten • Dus ze kunnen wel mede-­‐eigendom hebben ! Goed zit voor de helft in het vermogen van de man en helft in het vermogen van de vrouw. Dit is nog steeds niet gemeenschappelijk, gewoon onverdeeldheid o Vermoedens in het huwelijkscontract mogelijk m.b.t. het eigendomsrecht # Soms kun je niet echt bewijzen van wie het is (het bewijs kan geleverd worden door alle middelen, incl. getuigen en vermoedens) # Indien bewijs niet kan worden geleverd, dan hebben we een aantal vermoedens • Wat in de gezinswoning is, is van beiden • Rekening op naam één echtgenoot is eigen, op beide echtgenoten dan van beide • Koffer gehuurd op naam man, dan inhoud van man (op naam beide, dan van beide) • Kunnen we geen bewijs leveren en bovenstaande regels leveren geen oplossing, dan is het voor elk van de helft o De echtgenoten kunnen ten allen tijde uit onverdeeldheid treden (Art. 815 en 1469 BW) # Je moet wel rekening houden met Art. 1469 BW, als de ene echtgenoot een aandeel van de andere echtgenoot in een goed inkoopt, dan is machtiging nodig van de rechtbank van eerste aanleg • Bv. Eén huis, en man koopt helft van de vrouw in, dan machtiging van de rechtbank nodig. Louter formeel, rechter machtigt dit normaal zonder problemen Afdeling 2: Passiva • Principe: Een echtgenoot is niet gehouden tot betaling van de schulden door een andere echtgenoot aangegaan o Iedere echtgenoot is verantwoordelijk voor de schulden die hij aangegaan is 97 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Uitzonderingen o Uitzondering 1 ! De schulden die de echtgenoten samen zijn aangegaan # Dan ben je daar natuurlijk samen toe gehouden o Uitzondering 2 ! De schulden m.b.t. de huishouding of de opvoeding van de kinderen, ook als die door 1 echtgenoot aangegaan zijn (tenzij de schulden buitensporig zijn gelet op de bestaansmiddelen van het gezin) # Dus ik doe Bv. boodschappen in Delhaize. Ik betaal niet in Delhaize. Mijn vrouw is daar ook hoofdelijk toe gehouden om dat te betalen. Tenzij de schulden buitensporig zijn Afdeling 3: Bestuur •
•
Principe o Ieder echtgenoot bestuurt zijn eigen vermogen alleen o Voor de onverdeelde goederen geldt dan het gemeen recht # Maar heel beperkt beslissingen zonder akkoord van de andere (enkel daden van beheer) Uitzonderingen o Uitzondering 1 ! Art. 215 BW m.b.t. de gezinswoning en gezinshuisraad; o Uitzondering 2 ! Art. 224 §1, 3° en 4° BW (schenkingen en persoonlijke zekerheden door 1 echtgenoot die de belangen van het gezin in gevaar brengen) o Uitzondering 3 ! De maatregelen die kunnen genomen worden bij echtelijke moeilijkheden (Art. 221 en 223 BW) en het geval dat een echtgenoot in de onmogelijkheid is om zijn wil te kennen te geven (Art. 220 BW) # Echtelijke moeilijkheden ! Bv. man en vrouw komen totaal niet meer overeen. Ze komen voor de vrederechter, en de vrouw vraagt dat de spaarrekening van de man, waarop ook haar 100.000 euro staat, geblokkeerd wordt. Mogelijk dat de vrederechter dit doet. # Onmogelijkheid wil te kennen te geven ! Dan laat BW toe dat de andere echtgenoot de bevoegdheden uitoefent, na vraag rechter. Dus dan kan de echtgenoot het huis verkopen dat van beide is. • Bv. bij dementerende echtgenoot ! Oplossing: Voorlopig bewind of de regel hierboven • Soms is de regel hierboven beter, omdat als je Bv. een schenking wil doen je dan wilsgeschikt moet zijn. Is je echtgenoot dement, dan kan je geen schenking doen onder voorlopig bewind want demente persoon is niet wilsgeschikt. Maar bij de regel hierboven staat geen beperking. Dus de rechter kan zeggen dat je wel die bevoegdheden kunt uitoefen. Dit kan dus zeer interessant zijn. Bij dement persoon geen successieplanning meer bij schenkingen, maar dit kan een alternatief zijn voor dat voorlopig bewind 98 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 3: Voor-­‐ en nadelen van het wettelijk stelsel en het stelsel van zuivere scheiding van goederen Afdeling 1: Voor-­‐ en nadelen van het Wettelijk stelsel Voordelen • De inkomsten zijn (automatisch) gemeenschappelijk o Algemeen # Gelijke deelname in de besparingen tijdens het huwelijk # Automatische verdeling van de besparingen o Voorbeeld ! In GV inkomsten van beroepsarbeid en kapitaal, en alles wat daarmee verworven wordt. Dus vrouw werkt, en man zorgt voor 7 kinderen, dan is dat inkomen van de vrouw automatisch voor de man. Dus bij echtscheiding zal die man dus de helft van die inkomsten bekomen o Dit in tegenstelling tot scheiding van goederen ! De inkomsten van die vrouw zouden op haar eigen rekening terechtkomen, en die man zou daar niets bij zien bij echtscheiding (terwijl hij wel inspanningen deed om voor die kinderen te zorgen) "Maar mogelijke oplossingen om toch dit effect te bereiken bij scheiding van goederen: • Oplossing 1: Clausule opnemen in huwelijkscontract die inkomsten naar EV andere echtgenoten brengt o Bv. Bael is getrouwd onder scheiding van goederen. H ij heeft enkel gemeenschappelijke kinderen. Maar clausule in huwelijkscontract, die ervoor zorgt dat de helft van zijn inkomsten naar het EV van zijn vrouw gaat. Dit strekt ertoe te vermijden dat op het moment dat Bael zijn vrouw verlaat, dat hij dit niet meer kan terugvorderen à Dus geen automatische v erdeling van de besparingen, maar hij voert dit wel door o In die clausule staat “Als er verdeling van de besparingen wordt doorgevoerd, of als er iets wordt aangekocht op naam van echtgenoot met middelen van andere echtgenoot, dan geacht bijdrage te zijn in lasten van het huwelijk en vergoeding van sociaal, huishoudelijk en familiaal werk van de echtgenoten.” § Heeft dus tot doel dat dit niet kan teruggevorderd worden o Kritiek (en dus niet 100% waterdicht) § Kritiek 1: Probleem omtrent betekenis ‘last van het huwelijk’ • Betwisting volgens sommige auteurs of je conventioneel een uitgebreidere betekenis kunt geven aan ‘last van het huwelijk’ (hetgeen gebeurt bij zo’n clausule) • Verdien je enorm veel en Bv. 7 miljoen als bijdrage voor de lasten in het huwelijk; grote kans dat rechter dit niet aanvaardt à Maar: te voorzien dat er op het einde van het jaar de lasten van het huwelijk moesten worden afgerekend. Indien op einde van het jaar, dan onweerlegbaar vermoeden dat alles ok is en dat er geen verrekening meer moet gebeuren. Zo kan er niet meer teruggekomen worden op de verdeling van die besparingen § Kritiek 2: Weerlegbaar vermoeden? • Ten tweede bestaat er een risico dat Bael probeert te stellen dat dit vermoeden weerlegbaar is op het moment van de echtscheiding. • Gaat waarschijnlijk niet werken, maar dus niet 100% waterdicht • Oplossing 2: Verreken beding o Periodiek verrekenbeding § Na elk jaar gaan we de verrekening van de aanwinsten doorvoeren. Als dit niet gebeurt, gaan we ervan uit dat dat geregeld is o Finaal berekenbeding § Op het einde van het stelsel (dus ontbinding echtscheiding of overlijden) à Verrekening o Probleem bij beide bedingen à Erg moeilijk om te bepalen wat de aanwinsten waren (zeker bij finaal berekenbeding) 99 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Optimale beveiliging van de langstlevende echtgenoot mogelijk (Bv. door toebedeling van de gemeenschap) o Via verblijvingsbeding kun je volledig GV toekennen aan LLE, en kinderen kunnen daar dan geen aanspraak op maken # Bv. Echtgenoten hebben een huis in GV ! Ze kunnen ervoor zorgen dat dit in VE toekomt aan LLE o Maar zijn ze getrouwd met scheiding van goederen, dan voor de helft in EV man en helft in EV vrouw. Als je dan een regeling wil treffen waarbij het huis toekomt aan LLE, lukt dit niet via testament (want dan probleem van de reserve van de kinderen). Heb je Bv. 4 kinderen, dan hebben die kinderen reserve van ¾ in BE. LLE krijgt dan deels VE, dat niet omzetbaar is. Maar als LLE dat huis wil verkopen, dan moet ze akkoord hebben van de kinderen. Tevens gaat ze een stuk moeten betalen aan de kinderen (de waarde van de BE) è Kunnen we hetzelfde bereiken met scheiding van goederen? (dus uitschakeling reserve kinderen ten voordele van de echtgenoten) • Algemeen o Bij regeling in testament à Voorbehouden erfdeel kinderen in b lote eigendom o Maar we kunnen werken met overeenkomsten van aanwas • è Maar: Nadelen verbonden aan werken met overeenkomst van aanwas (4) o (1) Fiscaal nadelig § Hogere successierechten • De meeste mensen die een vermogen bezitten, hebben een huis en nog wat geld • Art. 5 Wetboek Successierechten o Op deel boven helft gemeenschap dat toekomt aan LLE à Successierechten heffen o Maar voor gezinswoning 0% • Dus verblijvingsbeding zal inhouden dat nalatenschap ongeveer voor 0% toekomt aan LLE • Maar bij beding van aanwas past men voorkooprecht toe. Dus maak je overeenkomst van aanwas in volle eigendom, dan gaat LLE 10% betalen op de waarde van het goed o Dat valt tegen, in vergelijking met 0% o Soms wel 5% tarief als kadastraal inkomen lager is dan bepaalde grens (Art. 53 W.Reg.) § Oplossing à We maken beding van aanwas in blote eigendom • Het effect daarvan is dat de LLE het VG van de gezinswoning bekomt op grond van het erfrecht tegen 0% • Voor die BE zitten we dan m et de overeenkomst van aanwas, tegen 10 of 5%. Maar de waarde van de BE is natuurlijk maar de waarde van de VE min waarde VG § In praktijk à Met optie • In praktijk voegen we er nog iets aan toe: we maken die overeenkomst van aanwas in BE met optie o De ene zegt ‘als ik als eerste overlijdt krijg je BE van mijn helft, en omgekeerd’ (Vervolg op volgende pagina) 100 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Maar dat beding van aanwas heeft geen automatische uitwerking, slechts wanneer binnen een conventioneel bepaalde termijn daarvoor gekozen wordt o Dan combineren we dit m et testament (alles naar LLE) en proberen we kinderen te laten verzaken bij openvallen nalatenschap (voor overlijden niet mogelijk) o Indien kinderen verzaken à Dan testament en 0%. Indien kinderen weigeren te verzaken, dan overeenkomst van aanwas met optie uitwerking laten hebben. Dan gezinswoning toch tegen 0% aan LLE • Mogelijk probleem à De kinderen zijn minderjarig o Dan m achtiging vrederechter nodig voor verzaken reservataire erfgenaam o Dan proberen uit te leggen dat verzaking geen nadeel inhoudt voor kinderen, maar enkel een fiscaal voordeel voor de ouder (2) Gans GV niet toe te kennen aan LLE via beding van aanwas § In het wettelijk stelsel kan je gewoon zeggen “gans het GV” is voor de LLE § Dit gaat niet bij beding van aanwas, omdat je dan valt onder het verbod van bedingen betreffende toekomstige nalatenschap • Je hebt geen idee hoeveel die aanwinsten zullen bedragen. Dus louter eventuele rechten toegekend § Dus overeenkomst van aanwas enkel voor welbepaalde goederen (3) Vereisten kanscontract onder bezwarende titel § Reserve alleen maar uit te schakelen als er sprake is van een kanscontract onder bezwarende titel • Want alle rechtshandelingen onder kosteloze titel in de fictieve massa in rekening gebracht § Er m oet een soort gelijkheid van kansen zijn bij zo’n kanscontract onder bezwarende titel • Dit beperkt je mogelijkheden, Bv. aanzienlijk leeftijdsverschil, medische toestand verschilt,… § Indien onevenwichtig kanscontract, dan beschouwd als een schenking of rechtshandeling onder kosteloze titel (4) Zelfs bij gelijkheid van kansen, toch animus donandi aan te tonen § Zelfs als er gelijkheid van k ansen is, zouden die kinderen kunnen aantonen dat het een rechtshandeling ten kosteloze titel is • Dit is namelijk ook mogelijk ook als er tegenprestatie is, in het Belgische recht, namelijk als er een animus donandi is (een intentie om te begiftigen) • Kinderen zouden dit kunnen aantonen, door te wijzen op het testament dat ook in het voordeel van de ouders is § Maar nuanceren • HvB van Gent à Overeenkomst van aanwas tussen broer en zus. Kinderen eerststervenden zeiden; dit is schenking en vorderden een inkorting. HvB zei “nee, bezwarende titel want gelijke kansen” en ging zelf de intentie om te b egiftigen niet na à Dus kans op herkwalificatie is niet zo groot o
o
o
o
è Conclusie: bij scheiding van goederen een betere fiscale successieplanning bij vermogende mensen, omdat je k unt werken met overeenkomst van aanwas. Bij wettelijk s telsel kun je dit niet doen omtrent het gemeenschappelijk vermogen, want BW regelt dit en voorziet zo’n overeenkomst van aanwas niet als een mogelijkheid 101 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Inbreng van een onroerend goed toebehorend aan één van de echtgenoten is mogelijk (fiscaal gunstig: algemeen vast registratierecht), bijvoorbeeld inbreng van een grond toebehorend aan één van de echtgenoten, waarop de beide echtgenoten willen bouwen o We kunnen gemakkelijk goederen verschuiven van het EV naar het GV o Voorbeeld ! Man kocht huis net voor huwelijk en ging daar een lening voor aan. Deze lening volledig afbetaald tijdens stelsel met de gemeenschappelijke gelden. Dan geen slecht idee om dat goed in het GV in te brengen. Dan moeten er normaal registratierechten betaald worden, maar deze zijn hier zeer laag, nl. 25 euro (vanaf 2013: 50 euro) # Wil je dit doen in scheiding van goederen heb je een probleem. Je kunt je helft niet verkopen aan de echtgenoot, want verkopen tussen echtgenoten niet toegestaan. Schenkingen tussen echtgenoten op elk moment herroepbaar, tenzij in akte van huwelijk, maar dan dure schenkingsrechten o Realiseren bij scheiding van goederen? Nadelen • Beroepsschulden kunnen verhaald worden op het eigen vermogen van de echtgenoot die het beroep uitoefent én op het gemeenschappelijk vermogen o Voorbeeld: Advocaat maakt speciale constructie voor onderneming. Die onderneming gaat failliet. De constructie diende om activa uit de onderneming te laten sluipen. schuldeisers naar rechtbank, en winnen. Betrokken partijen zijn hoofdelijk aansprakelijk. Curatoren gaan verhaal uitoefenen op vermogen advocaat. Dit is een beroepsschuld, en dit kan ook verhaald worden op het volledig gemeenschappelijk vermogen. Die advocaat was getrouwd onder het wettelijk stelsel. Dus zijn EV en het volledige GV volledig weg o Bij scheiding van goederen is dit anders. Daar kunnen de beroepsschulden verhaald worden op het EV. Hebben ze samen een huis of zo; dan kan men slechts aanspraak op de helft maken (dus dat huis kan wel openbaar verkocht worden, maar helft van die som zal vrouw mogen houden, andere helft naar de schuldeisers) • Belastingschulden o Belastingschulden kunnen verhaald worden op het EV van de echtgenoot die die belastingschuld heeft o Maar hier wat strikter ! Art. 394 Wetboek Inkomstenbelasting # Dit artikel eist dat ofwel die echtgenote aantoont dat ze die goederen bezat van voor het huwelijk, ofwel dat ze die goederen heeft bekomen door zelf verworven inkomsten tijdens het huwelijk, ofwel beleggingen van die twee categorieën, ofwel erfenis of schenking • Die eigen goederen moeten dus vallen onder één van die 4 categorieën # Heeft man een inkomen dat hij op een gemeenschappelijke rekening plaatst, dat kunnen de schuldeisers aanspraak maken op de volledige rekening omdat het niet valt onder één van die categorieën 102 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Bij oprichting van een vennootschap: bij inbreng van gemeenschappelijke gelden of goederen zullen volgens sommigen de twee echtgenoten als 1 vennoot beschouwd worden, volgens sommigen in elk geval als het gaat om een NV met aandelen aan toonder o Volgens de meerderheidsopvatting ! Als echtgenoten inbreng doen van gemeenschappelijke gelden in vennootschap, dan worden ze beschouwd als 1 vennoot o Bv. Voor oprichten NV minstens 2 vennoten nodig. 2 echtgenoten die dit met gemeenschappelijke goederen doen, 1 vennoot. Maar geen groot nadeel (ze kunnen inbreng met eigen goederen doen) o Als alle aandelen op naam zijn, zijn de lidmaatschapsrechten eigen, maar vermogenswaarde is gemeenschappelijk Afdeling 2: Voor-­‐ en nadelen van het zuivere scheiding van goederen Voordelen • Meer bescherming tegen schuldeisers van de andere echtgenoot, o.a.: o Beroepsschulden # Deze kunnen enkel verhaald worden op het eigen vermogen van de echtgenoot die het beroep uitoefent o Belastingen # Verhaal is enkel mogelijk op het EV van de echtgenoot die de belastingschulden heeft, met die verstande dat men in Art. 394 Wetboek Inkomstenbelastingen zegt dat het verhaal op het vermogen van de andere pas mogelijk is als het niet tot 1 van de 4 categorieën behoort o Daar dit stelsel vaak gebruikt als 1 van de echtgenoten zelfstandig is # Bv. notaris, architect, arts, bedrijfsrevisor,… # Ook meestal beter voor gewone ondernemers • Bv. Cafébaas gaat lening aan om café in te richten. Bank zal altijd vragen dat de cafébaas zich hoofdelijk verbindt (die BVBA is niet voldoende). Bij scheiding van goederen moet die cafébaas zich dan op zijn eentje verbinden, zonder gevolg voor zijn echtgenote • Eenvoudiger bij echtscheiding? o Opvatting # Als ik getrouwd ben onder het wettelijk stelsel, heb ik een GV dat moet worden vereffend en verdeeld bij echtscheiding. Dat is redelijk complex # Bij scheiding van goederen zegt men dan dat het simpel is, elk zijn eigen vermogen (en slecht weinig onverdeelde zaken) 103 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Maar dit is echter niet altijd waar # Voorbeeld ter illustratie • Er is een jongeman en die trouwt met de vrouw van zijn dromen. Onmiddellijk erna komt er een kindje. Jaar daarna blijkt die vrouw een bitch te zijn, en ze moeten uit de echt scheiden. Het is een vechtscheiding • Half jaar na echtscheiding ! Vereffening verdeling nog lopende, komt hij een andere vrouw tegen waarmee hij trouwt na 10 dagen. Die man zegt, mijn eerste vrouw was een bitch. Dus man zegt, als ik sterf, mag mijn zoon bij mijn ex-­‐vrouw niets krijgen. Dus ze trouwen met scheiding van goederen, en ze kopen huis aan op naam van de vrouw. Als de man overlijdt, dan niets in de nalatenschap, en dan krijgen de bitch en haar zoon niets • Na 10 jaar blijkt vrouw 2 ook een bitch te zijn. Er komt een echtscheiding van. Die man zegt “ik heb voor dat huis betaald, dat is mijn huis”. Maar dat huis staat op naam van vrouw, dus is het van de vrouw. Nu moeten we dit vereffenen en verdelen. Het enige dat die mensen hebben is dat huis, en uitsluitend betaald door de man. Dus die vrouw zou alles krijgen. Advocaat man zegt dat de man recht heeft op een vergoeding, want hij heeft er geld en werk in gestoken. Vrouw beweert; “nee, dat was een bijdrage in de lasten van het huwelijk” • Er is Cassatierechtspraak waarbij men samen huis had aangekocht en man had alles alleen betaald. Dit werd aanvaard als bijdrage in lasten van het huwelijk. Hier zegt vrouw dus net hetzelfde • Men komt niet overeen, dus moeten notarissen als soort eerste rechter beslissen of man al dan niet aanspraak heeft op iets o In BW allemaal geregeld. Wel veel regels en complex, maar bij scheiding van goederen niets geregeld. Dus nu moet Bael nadenken hoe hij die man een stuk van dat huis kan geven o Dan theorieën van ‘vermogensvermeerdering zonder oorzaak’ # Maar wel een zekere oorzaak volgens sommige auteurs, namelijk: ‘zo stom geweest om te trouwen met scheiding van goederen en dat huis te kopen op de naam van de vrouw’. Maar Cassatierechtspraak die eerder anders oordeelt # Voorbeeld • Man is ondernemer en heeft fabriek (op zijn naam). Alle inkomsten en vermogen opgebouwd tijdens het huwelijk, zit in het EV van de man, hoewel de vrouw zelf meegewerkt heeft in die fabriek 104 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Maar scheiden ze uit de echt op de leeftijd van 65, dan enkele miljoenen in EV van de man, en bijna niets in EV van de vrouw. Ook hier dus onbillijke situatie •
•
•
Eenvoudiger bij feitelijke scheiding (de besparingen van ieder echtgenoot zijn eigen en de echtgenoten kunnen alle rechtshandelingen alleen stellen) o Het wettelijke stelsel bij feitelijke scheiding niet zo goed o Voorbeeld ter illustratie # Man overlijdt en had 10.000 euro op zijn rekening. Hij is getrouwd met een vrouw, maar al 20 jaar feitelijk gescheiden. Echter nooit uit de echt gescheiden. Man heeft een testament gemaakt, waarin hij alles heeft toegekend aan zijn neef. Man had afzonderlijk verblijf gevorderd, en feitelijke scheiding van meer dan 6 maanden, niet verzoend, en alles komt dus toe aan de neef (Art. 915bis). 10.000 euro lijkt echter niet zo veel. Maar, neef kreeg meer. Man en vrouw getrouwd onder gemeenschappelijk vermogen. Die 10.000 euro in gemeenschappelijk vermogen want beroepsinkomsten. Maar wat zit er nog in; de 400.000 euro die de vrouw heeft opgespaard. Dus van die 410.000 euro gaat er 205.000 naar de nalatenschap van de man, en de andere helft mag de vrouw houden. Waren ze getrouwd onder scheiding van goederen, dan was dit niet gebeurd # Maar, men kon evengoed uit de echt scheiden • Dus niet zo’n sterk argument voor scheiding van goederen Minder problemen voor de langstlevende echtgenoot bij het overlijden van de eerststervende: bij het overlijden van een echtgenoot worden niet enkel de bankrekeningen geblokkeerd op naam van de overleden echtgenoot, maar ook de gemeenschappelijke bankrekeningen van de echtgenoten én de rekeningen op naam van de langstlevende echtgenoot! In geval van scheiding van goederen moet de laatste categorie van bankrekeningen onmiddellijk na het overlijden gedeblokkeerd worden Zijn er stiefkinderen: bij een gemeenschapsstelsel zal na het overlijden van de ouder, de stiefouder de instemming van de stiefkinderen nodig hebben om over de bankrekeningen te beschikken en andere gemeenschappelijke goederen o Wettelijk stelsel # Bij sterven echtgenoot, blokkering rekeningen door banken en dan instemming nodig van stiefkinderen. Vaak echter niet zo’n goede relatie. Het gaat om de rekeningen op naam van de overleden echtgenoot, gemeenschappelijke rekeningen en de rekeningen op naam van de LLE o Scheiding van goederen # Bij scheiding van goederen hebben we dit probleem niet ! Kinderen kunnen dan deblokkering niet tegenhouden o Dus ! Kinderen uit vorige relatie ! Dan standaard voor Bael ! Scheiding van goederen 105 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Mensen die een belangrijk vermogen hebben (of Bv. belangrijk vermogen verwachten van hun ouders) o Echtgenoten hadden al heel vermogen voor het huwelijk # Onder wettelijk stelsel wordt het geacht gemeenschappelijk te zijn, en moet andere echtgenoot tegenbewijs leveren # Daarom: Trouwen vaak met scheiding van goederen o Stel: 50 miljoen euro van man. Als hij trouwt onder wettelijk stelsel, dan komen de interesten terecht in het gemeenschappelijk vermogen. Hij krijgt 2 miljoen interest per jaar, dat in gemeenschappelijk vermogen terecht komt. • Bedingen van aanwas zijn mogelijk bij echtgenoten gehuwd met een stelsel van scheiding van goederen (bv. om fiscale redenen) en zijn niet mogelijk bij echtgenoten gehuwd met een gemeenschapsstelsel tenzij zij een goed aankopen ieder met wederbelegging van eigen gelden • In principe kan elke echtgenoot bij zuivere scheiding van goederen alle rechtshandelingen alleen stellen • Bij familievennootschappen (van de familie van één van de echtgenoten): Als men de aandelen wil eigen houden ontstaat er een probleem bij een kapitaalverhoging met inbreng van geld (dit gebeurt in principe met gemeenschappelijk geld als de inbrenger gehuwd is onder het wettelijk stelsel) o Stel: Overgrootvader is wasmachines aan het bouwen in zijn tuinhuis in 1905. Hij start dan fabriekje uiteindelijk. Aandelen raken meer en meer versnipperd, en nu hoopje achterkleinkinderen met aandelen. Voordeel scheiding van goederen: willen achterkleinkinderen een kapitaalverhoging doen, dan gaan die aandelen die hen worden toegekend eigen zijn. Zijn ze getrouwd onder wettelijk stelsel, dan gebeurt dit met GV en gaan die aandelen gemeenschappelijk zijn. Dan komt de schoonfamilie ook in die vennootschap, en dat wil men vaak vermijden (bij wettelijk stelsel vaak probleem bij zo’n kapitaalverhoging) • Het vermoeden bij het wettelijk stelsel dat de bezittingen van ieder van de echtgenoten gemeenschappelijk zijn, tenzij men het tegendeel kan aantonen Nadelen • Geen gelijke deelname in de besparingen tijdens het huwelijk (tenzij …) o Benadeling mogelijk van de vrouw die geen beroep heeft, deeltijds werkt, een lager inkomen heeft, met haar man meewerkt •
106 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 4: Aandachtspunten bij de keuze tussen wettelijk stelsel en scheiding van goederen Afdeling 1: Wat speelt verder een rol bij de keuze van het stelsel van scheiding van goederen? • Zullen de inkomsten (uit arbeid) van de echtgenoten van weinig belang zijn in vergelijking met de eigen kapitalen van de echtgenoten? • Is er een vrij grote zekerheid dat de echtgenoten allebei zullen blijven werken en een gelijkwaardig inkomen zullen hebben? • Welk beroep zullen de echtgenoten uitoefenen in de toekomst (is er m.a.w. een werkelijk risico van beroepsschulden, belastingschulden) Afdeling 2: Indien men kiest voor het stelsel van scheiding van goederen • Eventueel is een testament gewenst, gezien bij het overlijden van een echtgenoot die geen afstammelingen nalaat, het wettelijk erfrecht van de langstlevende echtgenoot er heel anders uitziet o Kies je voor scheiding van goederen, dan mag je niet vergeten een testament te maken! o Voorbeelden # Stel: Jonge man en vrouw trouwen onder wettelijk stelsel. Ze kopen na 2 jaar een huis, dus in het GV. Dit komt ingevolge het wettelijk erfrecht toe aan de LLE (want geen kinderen) # Stel: zelfde voorbeeld maar scheiding van goederen. Dan huis voor de helft in EV man en helft EV vrouw. Indien geen testament, dan LLE VG op de helft van de eerststervende. Maar de BE gaat naar de bloedverwanten eerstervende (ouders, broers, zussen). Dat is echter helemaal niet de bedoeling. Ten tweede, Bv. die broers en zussen zouden dus BE krijgen, tegen tarief 65%. Dus die broers en zussen zouden daar niets mee zijn, want slechts BE maar nu wel al 65% successierechten betalen waarmee ze de activa van de nalatenschap niet kunnen gebruiken (want maar BE). Ze kunnen wel uitstel van betaling vragen (voorzien in wet in dit geval) ! Maar probleem want dan komt er elk jaar 7% interest bij tot op moment van de betaling. Niemand die dit wil natuurlijk o " Conclusie: bij scheiding van goederen (en geen kinderen) ! denk zeker aan testament! (examen) • De langstlevende echtgenoot komt op met andere bloedverwanten van de eerststervende echtgenoot dan afstammelingen o De langstlevende krijgt de VE van het aandeel van de eerststervende echtgenoot in het gemeenschappelijk vermogen, en het VG op de eigen goederen van de eerststervende echtgenoot o De bloedverwanten van de eerststervende echtgenoot krijgen de BE van de eigen goederen van de overledene 107 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
JVD 2014 Huwelijkscontract best enige tijd voor het huwelijk (wanneer is het huwelijk gepland?) o Moet getekend worden voor het huwelijk # Dan eenvoudige akte # Anders is het wijziging van huwelijksvermogensstelsel, en veel moeilijker • Dan stukken duurder o Op huwelijksakte vaak blanco getekend # Dan kijken of het juist staat in het trouwboekje (of er juiste echtgenote vermeld is) Is een echtgenoot handelaar of ingeschreven in het handelsregister? Zo ja: waar is die echtgenoot ingeschreven in het handelsregister? o Is echtgenoot handelaar of ingeschreven handelsregister ! Dan uittreksel huwelijkscontract naar griffie rechtbank van koophandel # Zodat schuldeisers van die handelaar kunnen weten hoe het huwelijksstelsel is o Maar: handelsregister afgeschaft # Maar toch moet je nog dat uittreksel sturen De aanstaande echtgenoten hebben niet reeds een huwelijkscontract gemaakt? o Hebben ze al een huwelijkscontract, en dan veranderen ze van gedacht. Dan wijziging van het huwelijkscontract en moet er speciale procedure voor gevolgd worden Provisie o Heffing van het vast recht (25 euro, vanaf 2013: 50 euro) ook bij inbreng van een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen of een algehele gemeenschap Afdeling 3: Indien men kiest voor het wettelijk stelsel •
Lijst van de eigen roerende goederen van elk van de echtgenoten o Eens getrouwd onder wettelijk stelsel, dan gaat men ervan uit dat alles wat er is gemeenschappelijk is, tenzij het tegendeel wordt aangetoond o Dus lijst met eigen goederen kan nuttig zijn (man zegt dit is van mij, en vrouw erkent dit – en omgekeerd) o Probleem indien het om veel gaat # Lijst geregistreerd en indien er Bv. 100 kunstwerken opstaan met grote waarde, dan weet de administratie dit meteen # Dus vaak is het ofwel te weinig waard, ofwel te veel waard # Oplossing: onderhandse akte tussen echtgenoten die niet geregistreerd wordt 108 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
JVD 2014 Gemeenschappelijk vermogen uitbreiden o Voorbeeld: Inbreng onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen # Stel, we hebben een man en vrouw. Ouders van man schenken hem continu onroerend goed. Al die onroerende goederen in EV. Op dag overlijden, 1 miljoen onroerend goed in zijn eigen vermogen. Echtgenote vooroverleden, en man overlijdt. Kinderen erven elk 500.000 onroerend goed. Ze zitten in het 27% tarief # Indien vrouw niet vooroverlijdt, erft vrouw eerst en dan kinderen, en 2 keer successierechten. Er is dus een slechte planning # Dus vrouw overtuigt man om goederen in GV in te brengen • Maar had hem goed liggen. Ze gaat uit de echt scheiden. Helft onroerende goederen is van mij, zegt ze! De trut! # Oplossing: Men had beter voorzien, dat op het moment het huwelijk wordt ontbonden door echtscheiding: • De man het goed kan terugnemen • Of de gemeenschap moet dan een vergoeding betalen aan het EV van de man, en die vergoeding is gelijk aan de waarde van de ingebrachte goederen op het ogenblik van de ontbinding van het stelsel Mogelijkheid voor de langstlevende echtgenoot voorzien om zijn kavel zelf samen te stellen? Of mogelijkheid voor de langstlevende echtgenoot om zich bepaalde goederen bij voorrang te laten toewijzen mits vergoeding Is één van de aanstaande echtgenoten een uitkering verschuldigd aan een gewezen echtgenoot: uitdrukkelijke bepaling dat de onderhoudsschuld ten laste van het gemeenschappelijk vermogen wordt gelegd zonder vergoedingsverplichting? 109 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 5: Bedingen tot uitbreiding van de gemeenschap Afdeling 1: De inbreng van een onroerend goed • Waarom eventueel nuttig of gewenst? o Stel vrouw heeft net een huis gekocht met lening ! Als ze trouwt best in GV zetten. Afbetaling zal tijdens huwelijk gebeuren o Stel: Man getrouwd onder wettelijk stelsel, heeft 3 kinderen. Hij heeft 15 huizen in zijn EV. Bij overlijden zou dit heel duur zijn qua successierechten. Dus hij brengt ze in in het GV # Scheiding ! Dikke pech voor die man # Specifieke clausule voorzien indien het misgaat tussen de echtgenoten. Met uitzondering voor de kosten aan het goed gedaan tijdens het huwelijk • Afwijking van art. 1455 BW? o = Recht van terugneming in natura m.b.t. de nog aanwezige goederen ten gunste van de inbrengende echtgenoot bij de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen mits toerekening op zijn aandeel (waarde bij de verdeling) # Degene die de inbreng heeft gedaan heeft een recht van overname # Maar mits toerekening op zijn aandeel of mits vergoeding o Vraag 1: Wat als het ingebrachte goed grondige wijziging heeft ondergaan? # Bv. iemand bracht grond in, en nu staat er gebouw op # Discussie in de rechtsleer # Volgens professor is het juiste standpunt dat het recht van terugname nog kan uitgeoefend worden o Vraag 2: Verhouding met de preferentiële toewijzing van art. 1446 en 1447 BW # Deze artikelen geven de mogelijkheid, om bij de ontbinding en de vereffening en verdeling van het wettelijk stelsel, te vragen aan de rechtbank dat men de gezinswoning met huisraad of de beroepswoning met beroepsgoederen mag overnemen op schatting • Bv. vrouw heeft tandartspraktijk in huis waar ze wonen. Ze vraagt dan aan rechter om dat huis over te nemen. Ze moet er dan wel voor betalen # Dit geeft dus ook een recht op overname # " Vraag: wat heeft voorrang? Art. 1455 of Artikels 1446/1447? • De meerderheid in de rechtsleer ! Art. 1455 BW heeft voorrang o Als iemand een inbreng doet, dan doet hij dit onder de (ontbindende) voorwaarde van Art. 1455 o Vraag 3: Mogelijkheid tot uitoefening door de erfgenamen van degene die de inbreng heeft gedaan? # Opvatting in handboek dat dit effectief kan 110 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Wat betekent dit in de praktijk? ! Impact hoe ze huwelijkscontract opmaken. Men wil discussie zoveel mogelijk vermijden ! Dus we gaan over die 3 punten in dat huwelijkscontract een overeenkomst sluiten • Voorbeeld: Vrouw doet inbreng van onroerend goed, aangekocht net voor het huwelijk. Er zit daar een lening op, wat ze moet terugbetalen. We gaan dan in de praktijk niet alleen dat onroerend goed inbrengen, maar ook de schuld. Stel dat we de schuld zouden laten zitten in het eigen vermogen, dan krijgen we een zeer slecht scenario. De lening wordt afbetaald met gemeenschappelijke gelden (dus eigen schuld met gemeenschappelijke gelden betaald) ! dus dan moet ze nog een vergoeding betalen aan de gemeenschap. Dus je brengt schuld beter mee in • ! Art. 1452, lid 2 BW : Bevat een suppletieve wettelijke regel. Dit zegt dat als we niets zeggen over die schulden bij een inbreng, dat een deel van die eigen schulden automatisch gemeenschappelijk worden o Stel: Huis in EV vrouw is 200.000 euro waard. Vrouw heeft ook nog 200.000 euro staan op haar effectenrekening, geschonken door een tante. Er zit een schuld op het huis van 200.000 euro. Vrouw brengt huis in. Schrijft ze niets over die schuld, dan gaat 100.000 euro automatisch gemeenschappelijk worden. Dus naar verhouding die schulden inbrengen in het GV (automatisch) o Maar: in praktijk schakelen we altijd dit artikel uit; en we specifiëren welke schulden ingebracht worden # In het voorbeeld brengen we dan de volledige schuld van 200.000 in # Maar had de schuld niets te maken met het huis, dan zou Bael specifiëren dat het helemaal niet ingebracht zal worden • " Is er een hypothecaire schuld? Zo ja: inbreng van deze schuld • Inbreng tegen vergoeding (door de gemeenschap) o Moet de verplichting tot vergoeding beperkt worden tot bepaalde gevallen? (Bv. wanneer het stelsel wordt ontbonden door echtscheiding, scheiding van tafel en bed of gerechtelijke scheiding van goederen) o Wanneer moet de vergoeding betaald worden: tijdens het huwelijk? Of bij de ontbinding van het stelsel? Wat bij gebrek aan betaling binnen die termijn: verhoging met de meerwaarde van het goed op het ogenblik van de betaling? o Omvang van de vergoeding: vaste som = ? of waarde bij de inbreng, waarde bij de betaling, waarde bij de ontbinding van het stelsel? wordt ook een schuld ingebracht: vergoeding beperken tot de netto-­‐inbreng of tot de aflossingen op de lening die reeds gedaan zijn door de ene echtgenoot voor het huwelijk: ofwel vaste som, ofwel een bepaalde fractie van de waarde van het goed 111 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 " Je kunt vanalles inbrengen! In de praktijk gaat het echter vaker om onroerend goed of de inbreng van een handelszaak. De inbreng van meubelen en huisraad komt eigenlijk niet zo vaak voor Afdeling 2: De inbreng van meubelen en huisraad • Zijn sommige goederen aangekocht met een financiering? Zo ja: ook de schuld gemeenschappelijk maken • Is één van de ouders van de aanstaande echtgenoten overleden? Zo ja: eventueel uitdrukkelijk bepalen dat de inbreng niet slaat op de onverdeelde rechten in de meubelen en huisraad afhangende van de nalatenschap • Afwijking van Art. 1455 BW? • Inbreng tegen vergoeding? Afdeling 3: De inbreng van tegenwoordige roerende goederen en schulden • Met uitzondering van: o Kleding, linnen, juwelen en voorwerpen bestemd tot hun persoonlijk gebruik en beroep • Roerende goederen onroerend door bestemming of door incorporatie worden niet of wel ingebracht? o Uitzonderingen voor bepaalde goederen in het laatste geval? • Afwijking van Art. 1455 BW? • Inbreng tegen vergoeding? Afdeling 4: De inbreng van een handelszaak (of een landbouw-­‐ of ambachtelijke onderneming buiten vennootschapsverband ) • Bv. Man en vrouw. Man heeft bakkerij. Hij trouwt met een vrouw. Vrouw helpt in de bakkerij. Maar handelszaak is eigen, dus het zou logisch zijn om dit gemeenschappelijk te maken. • Wanneer eventueel nuttig of gewenst? • Gegevens m.b.t. De handelszaak • Wordt de handelszaak uitgebaat in een eigen onroerend goed van de inbrenger? Zo ja: worden ook de goederen onroerend door bestemming of incorporatie ingebracht? • Ook de schuldvorderingen en de schulden m.i.v. de belastingen m.b.t. De handelszaak worden ingebracht • Afwijking van artikel 1455 BW? • Inbreng tegen vergoeding? Afdeling 5: De inbreng van een toekomstig goed dat men tijdens het huwelijk zal verkrijgen door schenking • Wanneer nuttig? • Geldig? • En de clausule die betrekking heeft op toekomstige goederen die men tijdens het huwelijk zal verkrijgen n.a.v. Een overlijden? 112 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 6: Bedingen tot beperking van de gemeenschap Zie voorbeeld van de 4 kinderen die 50 miljoen euro krijgen. Ze willen onder wettelijk stelsel getrouwd blijven. Oplossing ! Inkomsten uit kapitaal uit gemeenschap halen en dus eigen worden geacht Afdeling 1: De uitsluiting van de beroepsgoederen •
Probleem: Art. 1400 BW: “de gereedschappen en werktuigen die dienen tot de uitoefening van het beroep, zijn eigen” o Probleem 1 ! Niet alle goederen die dienen voor het beroep zijn eigen # Het gaat alleen over de gereedschappen en werktuigen. Je kunt dus Bv. discussie krijgen over de bibliotheek van Bael. Kan dit vallen onder gereedschappen en werktuigen? Discussie… o Probleem 2 ! Het eigen vermogen is vergoeding verschuldigd aan het gemeenschappelijk vermogen voor het aanschaffen van de beroepsgoederen, de vergoeding is daarbij gelijk aan de aanschaffingsprijs (hoewel deze goederen verslijten én gediend hebben voor de aangroei van het gemeenschappelijk vermogen) # Stel: X is tandarts. X koopt een tandartsstoel aan. Dit is een werktuig om het beroep uit te oefenen, en dit is dus een eigen goed. Maar deze stoel is aangekocht met gemeenschappelijke gelden. Loopt het huwelijk mis, dan kan vrouw zeggen ‘er is 25.000 euro betaald voor die stoel, dus dat moet vergoed worden aan de gemeenschap’. Deze stoel is het nominaal bedrag. Die stoel is na 30 jaar niets meer waard, maar bij ontbinding stelsel eventjes 25.000 euro betalen aan de gemeenschap voor een versleten tandartsstoel •
Oplossing ! Standaardclausule in huwelijkscontract (3 denkpistes) o Eerste mogelijk oplossing # De echtgenoot die het beroep uitoefent mag de gemeenschappelijke goederen die dienen voor zijn beroep bij de verdeling voorafnemen mits vergoeding van de waarde bij de ontbinding van het stelsel (of zonder enige vergoeding) # Voor de eigen beroepsgoederen (aangekocht tijdens het huwelijk met gemeenschappelijke gelden) is slechts vergoeding verschuldigd ten belope van de waarde bij de ontbinding van het stelsel (of is geen vergoeding verschuldigd) o Tweede mogelijke oplossing # Alle goederen die dienstig zijn voor de uitoefening van het beroep en daarmee verband houden zijn eigen # Voor deze eigen beroepsgoederen is slechts vergoeding verschuldigd ten belope van de waarde bij de ontbinding (of is geen vergoeding verschuldigd) o Derde mogelijke oplossing # Alle goederen die dienstig zijn voor de uitoefening van het beroep en daarmee verband houden zijn gemeenschappelijk; # De echtgenoot die het beroep uitoefent mag de gemeenschappelijke goederen die dienen voor de uitoefening van zijn beroep voorafnemen mits vergoeding van de waarde bij de ontbinding van het stelsel (of zonder enige vergoeding) 113 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Afdeling 2: De uitsluiting van de vruchten van de eigen goederen •
•
•
Wanneer eventueel nuttig of gewenst? Worden de intresten van eigen schulden dan ook eigen schulden (en geen gemeenschappelijke schulden meer)? Voorbeeld ! Er is een vader en hij geeft aan ieder van zijn kinderen 5 miljoen euro (schenking). De interesten komen dan terecht in het gemeenschappelijk vermogen (en bij zo'n bedrag zijn die interesten echt hoog!) ! Meestal trouwt men met scheiding van goederen. Maar een paar van die kinderen zijn getrouwd onder het wettelijk stelsel. Hun echtgenoten willen niet overstappen naar het stelsel van scheiding van goederen. Die overstap neemt veel tijd in beslag. Met een simpele clausule kun je dit oplossen. Want overstappen naar scheiding van goederen is een moeilijke en lastige procedure. De vruchten van de eigen goederen worden zo uit de gemeenschap gehouden Afdeling 3: De uitsluiting van een aanpalend goed Afdeling 4: De uitsluiting van (bepaalde) aandelen in vennootschappen •
•
•
Mogelijk ! Beding dat de aandelen die later verkregen worden (in dezelfde vennootschap(pen) of vennootschappen van dezelfde groep) uitgesloten worden uit het gemeenschappelijk vermogen (mits desgevallend vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen) of beding dat de aandelen worden uitgesloten die een echtgenoot tijdens het huwelijk zou verwerven in een vennootschap waarin hij beroepshalve optreedt (mits desgevallend vergoeding van het gemeenschappelijk vermogen) Nuttig niettegenstaande artikel 1401, 5° BW? Worden gemeenschappelijke gelden aangewend voor de verwerving van dergelijke eigen aandelen: vergoeding = o 1. De waarde van de aandelen (bij de ontbinding van het stelsel of bij de vervreemding voor de ontbinding van het stelsel) maar minstens de som die uitgegeven is door het gemeenschappelijk vermogen (wettelijke regel van Art. 1435 BW) o 2. De waarde van de aandelen, ook als deze waarde lager is dan het bedrag uitgegeven door het gemeenschappelijk vermogen o 3. De som uitgegeven door het gemeenschappelijk vermogen o 4. De som uitgegeven door het gemeenschappelijk vermogen, maar niet meer dan de waarde van de aandelen Alternatieve bedingen • Wanneer het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging verbonden aan eigen aandelen wordt uitgeoefend: beding dat de aldus bekomen aandelen eigen zijn (ook wanneer daarop wordt ingeschreven met gemeenschapsgelden) (mits vergoeding) • Wanneer een echtgenoot eigen aandelen heeft in een bepaalde vennootschap: beding dat de aandelen tijdens het huwelijk gecreëerd door incorporatie van reserves eigen zullen zijn 114 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 7: Bedingen die afwijken van de regels van gelijke verdeling Afdeling 1: Inleiding • Verschillende regeling mogelijk voor het geval er wel of geen kinderen uit het huwelijk geboren zijn • Verschillende regeling mogelijk voor elk van de echtgenoten • Overzicht o Beding van vooruitmaking o Verblijvingsbeding o Beding van ongelijke verdeling Afdeling 2: Beding van Vooruitmaking (Art. 1457 BW) • Wat is een beding van vooruitmaking? o Recht van de LLE om voor de verdeling zaken uit het GV vooraf te nemen # Hetzij bepaalde goederen in natura, hetzij een bepaalde geldsom, hetzij een hoeveelheid of percentage van een bepaalde categorie van goederen o Aldus: Echtgenoot neemt bepaalde goederen vooraf. De rest wordt verdeeld in 2 gelijke delen ! Ene helft voor echtgenoot, andere helft in nalatenschap o Sprake van 3 categorieën in Art. 1457 BW # Vraag: moet het vallen onder die drie categorieën? • Antwoord in rechtsleer ontkennend ! Kan betrekking hebben op om het even welk vermogensbestanddeel • Je moet dus die omschrijving in het BW niet op beperkende wijze interpreteren • Nut o Bv. vooruitmaken gezinswoning (Vlaams Gewest = 0%) • Inkorting mogelijk? • Onder voorwaarde? o Bv. Dat het gemeenschapsstelsel eindigt door overlijden (en dat er geen feitelijke scheiding bestaat tussen de echtgenoten en er geen procedure loopt met het oog op echtscheiding, scheiding van tafel en bed), (gerechtelijke scheiding van goederen, …) • Vooruitmaking van wat? o 1. Inboedel o 2. Inboedel + alle gerede gelden en effecten aan toonder in de gezinswoning bij het overlijden o 3. Gelden op bankrekeningen en spaardeposito’s o 4. Woning o 5. Handelszaak 115 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 o 6. Roerende en onroerende goederen te kiezen door de langstlevende tot beloop van een bepaalde waarde of deel van het gemeenschappelijk vermogen o 7. Goederen die ingebracht zijn in het gemeenschappelijk vermogen o " Dus beding van vooruitmaking kun je niet voor het even wat voorzien? # Als je dit leest, kom je tot de conclusie dat om het even wat het voorwerp kan uitmaken van vooruitmaking. Klein beetje discussie in de rechtsleer of dit wel klopt, maar goed Met of zonder vergoeding? Vraag ! Moet bij wijze van uitzondering bedongen worden dat de langstlevende echtgenoot bijdraagt in het passief van het gemeenschappelijk vermogen in verhouding tot het actief dat hij krijgt, zowel ingevolge de vooruitmaking als ingevolge de verdeling van het overschot? Afdeling 3: Verblijving van het gehele gemeenschappelijk vermogen •
•
Wat is een verblijvingsbeding? o Hele gemeenschap toekennen aan LLE o Bv. Vruchtgebruik aan LLE # Verschil wettelijk erfrecht: niet zomaar af te nemen want contractueel vastgelegd Fiscaal nadeel o Stel: Man en vrouw hebben 2 kinderen. Ze hebben buitenverblijf (niet gezinswoning) in GV van 1 miljoen euro. Kennen ze dit toe aan LLE, via verblijvingsbeding in huwelijkscontract, dan dubbel probleem # 1) Probleem in nalatenschap eerststervende, want je kent 500.000 euro toe aan de LLE. Vrouw moet successierechten betalen op 500.000 euro onroerend goed. We komen terecht in het 27% tarief voor 250.000 euro # 2) Probleem bij overlijden langstlevende, want dan zit dat volledige goed van 1 miljoen euro in haar nalatenschap. Dan geërfd door 2 kinderen en voor de tweede keer in de 27% o Had je nu gezegd: bij overlijden van de eerststervende, krijgt LLE de helft in VE en helft in VG en kinderen BE, dan compleet anders # Dan 500.000 euro onroerend geërfd door 3 ! Lagere tarieven # VG afhankelijk van de leeftijd (tabel in W.Reg.) # Kies je deze oplossing, moet vrouw Bv. betalen op 32% van 500.000 euro (waarde vruchtgebruik). Kinderen moeten betalen elk op 34% van 500.000 euro (elk kind de waarde van de helft van BE) ! Dus in 3 en 9% tarief # Bovendien, als LLE overlijdt, dan half huis in nalatenschap • Op deel waarop ze VG heeft ! Geen successierechten betaald ! VG dooft gewoon uit 116 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
JVD 2014 Op andere helft moeten de kinderen wel successierechten betalen, maar niet in 27% tarief Nut o Niet mogelijk om het beding eenzijdig te wijzigen Inkorting mogelijk? Onder voorwaarde? o Voorbeeld ter illustratie # Klein mannetje komt naar Bael. Hij wil zijn Russische vrouw, die hem slaat, onterven? • Dan denken we aan Art. 915bis BW (zie vroeger) # Maar dit ging in dit geval niet, want er was een verblijvingsbeding in zijn huwelijkscontract, zonder dat daar enige voorwaarde aan verbonden was # Slecht gemaakt! • Als Bael zo’n clausule opneemt, is dit onder voorwaarde ! Met name, we zeggen dat het ganse vermogen toekomt aan LLE op voorwaarde dat er op het ogenblik van ontbinding van stelsel geen echtscheiding is, echtscheidingsprocedure loopt, of geen feitelijke scheiding is waarbij er afzonderlijk verblijf is gevorderd # Opmerking • Niet louter schrijven dat er geen uitwerking is bij feitelijke scheiding. Er kan ongewilde feitelijke scheiding zijn (Bv. echtgenote wordt dement en moet naar bejaardentehuis) De voorwaarde van overleving • Is die voorwaarde van overleving essentieel? o Zouden wij ook beding van ongelijke verdeling of voortuitmaking kunnen zien zonder die voorwaarde van langst leven? Ja! o We zouden dit ook kunnen voorzien in geval van echtscheiding. Bv. man en vrouw hebben allebei goede job, maar kind met zware handicap. Ouders willen dat het kind naar huis kan komen, en niet in instelling. Vrouw zegt “ik ga mijn job opzeggen om voor het kind te zorgen”. Als men dan 10 jaar later zou scheiden, dan heeft die vrouw een probleem o Mogelijk om in het wijzigend huwelijkscontract te bedingen dat die vrouw een bepaalde som voorafneemt. Ze neemt bv. 500.000 euro af en de rest verdeeld in 2 gelijke delen. Of ze neemt de gezinswoning vooraf, en de rest verdeeld in 2 gelijke delen o De vaststelling dat de vereiste van overleving niet vereist is, heeft een tijdje de mogelijkheid gegeven successierechten te ontsnappen. Laten we eens kijken naar de sterfhuisclausule (volgende pagina) 117 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
JVD 2014 Sterfhuisclausule o Voorbeeld: Een man komt naar Bael. Zijn vrouw had kanker en ongeneeslijk ziek. Mijn vermogen bestaat uit een appartement in Knokke, villa in Spanje en 25 miljoen euro effecten. Maar ik ben opgelicht door een financiële raadgever, aan wie hij 25 miljoen euro heeft gegeven. Het geld is geblokkeerd in Zuid-­‐Oost Azië, maar juridische strijd voor gevoerd en hij kan er nu dus niet aan o Die mens heeft nu een probleem. Als die vrouw overlijdt, moet hij successierechten betalen op de helft van de gemeenschap. Het totale vermogen is 28 miljoen euro, en moet dus op 14 miljoen euro successierechten betalen o Oplossing: huwelijkscontract gewijzigd à Algehele gemeenschap, en clausule opgenomen met aktewijziging, dat de gemeenschap, op welke wijze ook ontbonden (echtscheiding, overlijden vrouw of man,), altijd toekomt aan de man o Art. 5 W.Succ. stelt “als aan 1 van de echtgenoten, onder voorwaarden van overleving, meer dan de helft toekomt, dan moet op die helft successierechten betaald worden”. Doe je dit niet onder de voorwaarden van overleving, dan moet je geen successierechten heffen. Dus de akte in kwestie vereist dit niet. Dus successierechten van 0,0% o Hof van Cassatie à Fiscus had de bovenstaande clausule aanvaard, maar zei “indien dit m et combinatie inbreng in gemeenschappelijk vermogen, dan gaan we de helft van de inbreng wel belasten” à Cassatie stelde: “er kunnen geen successierechten geheven worden” (Art. 64 enkel voor reservataire erfgenamen). Maar wat doet fiscus in administratieve beslissing: “wij trekken ons dit niet aan, we belasten dit toch.” Je moet er dus tegen procederen Antimisbruikbepaling o Art. 18, §2 W.Reg. wanneer de b elastingplichtige een bepaalde rechtshandeling stelt, of een reeks van rechtshandelingen, waardoor hij ontsnapt aan b elastingen, of waardoor hij onder een gunstigere belasting k omt, dan gaan we daar geen rekening mee houden en belasten alsof die rechtshandeling niet plaats gevonden heeft, als er afbreuk wordt gedaan aan een of andere fiscale bepaling. Ook toepasselijk gemaakt op successierechten o Dus als de fiscus zegt dat je afbreuk doet aan fiscale bepaling of doelstelling fiscale bepaling, dan kan de fiscus u belasten alsof je de rechtshandling niet gesteld hebt… o Je moet dan aantonen dat je rechtshandeling niet fiscaal is gemotiveerd, maar door een burgerrechtelijk motief. In praktijk betekent dit dat er naast fiscale motieven, een belangrijk burgerlijk motief moet zijn è Sterfhuisclausule volgens prof mooi voorbeeld om antimisbruikbepaling op toe te passen o 3 omzendbrieven omtrent deze bepaling. Derde omzendbrief bevat lijst rechtshandelingen die sowieso niet als misbruik worden beschouwd, en lijst van rechtshandelingen die sowieso wel als misbruik worden beschouwd. B ij successieplanning moeten ze daar dus nu rekening mee houden. In praktijk kijkt men naar die witte en zwarte lijst. Staat het in geen van beide lijsten dan heeft m en schrik Maar à Is dit allemaal niet strijdig met Grondwet; nl. Geen belasting zonder wettekst à Maar voorlopig nog niet ongrondwettelijk bevonden 118 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
•
•
JVD 2014 Ontbinding in geval van opvolgend huwelijk van de langstlevende? Zijn er kinderen uit een vorig huwelijk? o Probleem dat deze niet zullen erven van de langstlevende: alternatief o Als er kinderen zijn uit een vorig huwelijk, dan gaat men voorzien dat de LLE enkel een VG heeft op de helft van de eerststervende (van het GV) Wat als er geen afstammelingen uit het huwelijk zullen zijn? o Probleem dat de erfgenamen van de eerststervende niet zullen erven van de langstlevende: alternatief Zijn er goederen ingebracht door een echtgenoot? o Zo ja: aan het verblijvingsbeding kan de last gekoppeld worden voor de andere echtgenoot om aan de erfgenamen van de inbrengende echtgenoot een geldsom te betalen gelijk aan de waarde van de blote eigendom van de ingebrachte goederen bij het overlijden Mits betaling van een vast bedrag aan de nalatenschap van de eerststervende? Nadelen op het vlak van de successierechten! (progressiviteit van de successierechten en er worden tweemaal successierechten betaald) Keuzemogelijkheid • Er kan met oog op de besparing van successierechten een keuzemogelijkheid gegeven worden aan de langstlevende echtgenoot Bv. o Tussen een verblijvingsbeding en een of meer bedingen van ongelijke verdeling of o Tussen bedingen van vooruitmaking met een alternatief voorwerp of o Tussen een verblijvingsbeding en een beding van vooruitmaking • Termijn • Wijze waarop de keuze moet kenbaar gemaakt worden • Artikel 68 W.Succ. Afdeling 4: Ongelijke verdeling •
•
•
•
•
•
•
Bv. Als echtgenote eerst overlijdt dan ¾ van GV aan LLE, en ¼ in de nalatenschap Bv. idem hierboven, maar helft in BE en helft in VG o Zinvol, omdat het VG in de nalatenschap kan worden afgenomen. In het huwelijkscontract kan men er echter niet eenzijdig op terugkomen Wat? Nut Inkorting Onder voorwaarde? Ontbinding in geval van opvolgend huwelijk van de langstlevende? 119 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Mogelijkheden o Volle eigendom van alle roerende goederen, de helft in volle eigendom en de helft in vruchtgebruik van de onroerende goederen o De helft in volle eigendom en de helft in vruchtgebruik van de gemeenschap Keuzemogelijkheid voor de langstlevende op welke goederen het recht van volle eigendom en vruchtgebruik zal gelden Afdeling 5: Keuzebeding •
•
•
•
Vaak een keuzebeding voorzien (in plaats van beding van ongelijke verdeling) Men zegt dat na het overlijden van de eerststervende echtgenoot, de langstlevende mag kiezen wat er gebeurt met het gemeenschappelijk vermogen. Dus we laten de langstlevende kiezen. Ofwel ganse gemeenschap voor LLE, ofwel helft VE en helft VG, of nog iets anders Hoe zit dit in mekaar? o Je moet een termijn voorzien waarin die keuze wordt uitgedrukt. Ook de wijze waarop die keuze moet kenbaar gemaakt worden bepalen ! Bv. die keuze moet gemaakt worden binnen 6 maanden na overlijden door middel van een notariële akte, schriftelijke verklaring of verklaring in aangifte van de nalatenschap (Meestal binnen 6 maanden) ! De termijn voor betaling successierechten gebracht op 6 maanden. Dus zodra die 6 maanden overschreden zijn, dan loopt er een interest van 7% op de verschuldigde successierechten o In praktijk bepalen we ook meestal dat dit keuzebeding enkel persoonlijk kan uitgeoefend worden door LLE, en dus niet door vertegenwoordiger of volmachtdrager. Als die LLE Bv. onder voorlopig bewind zou geplaatst zijn, dan risico dat de voorlopig bewindvoerder kiest voor de fiscaal duurste optie. Als er geen keuze gemaakt wordt, voorzien we dan ook een automatische keuze ! Bv. LLE is dement en LLE kan dus geen keuze maken, noch de voorlopig bewindvoerder ! Dan kiezen we voor een bepaalde optie. In de praktijk van Bael dan meestal helft gemeenschap in VE en helft in VG Is Art. 68 W.Succ. daar op van toepassing? o Voorbeeld 1 ! We hebben man Gilbert. Die maakt testament bij notaris waarin hij zegt ik ken mijn ganse nalatenschap toe aan mijn tweelingzus. Maar, ik ken een bijzonder legaat toe, namelijk het recht van bewoning van mijn villa, aan mijn kuisvrouw. Die man heeft 40 huizen. Maar, successierechten wel 65% voor alles wat aan zus toekomt. Kuisvrouw ook content, maar probleem, ook 65% successierechten. De kuisvrouw kan die successierechten niet betalen. Een recht van bewoning kun je ook niet vervreemden. Dan heeft de kuisvrouw het legaat verworpen en heeft ze niets gekregen o Wat zegt Art. 68 nu? Als de kuisvrouw nu verwerpt, dan gaat de tweelingzus wel de successierechten betalen. In dit voorbeeld maakt dit niet uit. Maar kijk eens naar het mooie voorbeeld 2 120 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Voorbeeld 2 ! Recht van bewoning is toegekend aan de LAT relatie en er zijn kinderen. Dus de vader heeft een schoon huis. Hij heeft testament, waarin hij vruchtgebruik van woning geeft aan zijn vriendin. Vriendin betaalt, dus dan naar de kinderen die nu successierechten moeten betalen, die normaal door de vriendin moesten betaald worden. Dus veel hogere successierechten dan normaal. Dit artikel zegt nu dat de reservataire erfgenamen kunnen zeggen dat de vruchtgebruiker haar VG niet kan uitoefenen? o De bedoeling is te vermijden dat er een deal zou gesloten worden tussen die vrouw en kinderen, zodat vrouw zegt ik verwerp (dan 3 of 9%), en de winst ken je dan aan mij toe o Wat heeft dit nu te maken met een keuzebeding? # Kies je voor een fiscaal gunstigere optie, kan de fiscus dan Art. 68 inroepen. Als mijn eerste keuze is de ganse gemeenschap voor LLE, en tweede voor helft VG en helft VE. Kan fiscus dan zeggen “wij gaan heffen volgens de eerste, de duurste, optie” # " De rechtsleer ontkent dit echter ! 2 argumenten ! In Art. 68 W. Succ. staat dat die dure successierechten betaald worden bij verwerping van een intestaat aandeel, een uiterste wilsbeschikking of contractuele erfstelling ! Twee argumenten • (1) Het gaat om een verwerping in Art. 68 en nu is er geen sprake van verwerping, maar van een keuze • (2) Het gaat om de verwerping van een intestaat aandeel (wettelijk erfdeel), uiterste wilsbeschikking (testament) of contractuele erfstelling. Maar, zo’n keuzebeding is een clausule die een huwelijksvoordeel vormt. Dus Art. 68 niet van toepassing o De vraag stelt zich of je zo’n keuzebeding ook zou kunnen voorzien bij testament of contractuele erfstellingen. Dit zullen we later misschien nog zien 121 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 8: Varianten op stelsel van scheiding van goederen Er zijn allerlei varianten mogelijk op het stelsel van scheiding van goederen Afdeling 1: Stelsel van scheiding van goederen met beperkte gemeenschap Bv. Man en vrouw trouwen onder scheiding van goederen. Vrouw heeft een huis, maar ze wil dat dit toekomt aan de 2 echtgenoten. Ze zou voorafgaand aan het huwelijk dat huis kunnen verkopen (10% registratierechten). Niet tijdens huwelijk want verboden tijdens huwelijk om te verkopen tussen echtgenoten. Ze zou ook de helft kunnen schenken aan haar man, maar schenkingsrechten en op elk moment herroepbaar tenzij in huwelijkscontract opgenomen. Ze kan echter ook een gemeenschappelijk vermogen oprichten naast dat stelsel van scheiding van goederen. Registratierechten van 25 euro (vanaf 2013: 50 euro). Dus goedkope manier voor het probleem hier Afdeling 2: Verrekeningsbeding Toevoeging van een verrekeningsbeding = Clausule dat de aanwinsten gelijk verdeeld worden (een alsof-­‐beding). We gaan dan doen alsof we getrouwd zijn onder gemeenschap, want we gaan de aanwinsten verdelen onder elkaar. • 2 soorten o Periodieke verrekeningsbedingen ! Om de 2 jaar gaan we samenzitten en dan gaan die man en vrouw bekijken hoeveel aanwinsten ze hebben gerealiseerd. Hoeveel zit er bij de man en hoeveel zit er bij de vrouw? o Finale verrekeningsbedingen ! Verdelen aanwinsten gebeurt niet periodiek tijdens stelsel, maar bij het einde (Bv. door overlijden). Dan gaan we beginnen rekenen, kijken naar het totaal van de aanwinsten en de helft komt terecht bij de overledene en de andere helft bij de overlever • De verrekeningsbedingen hadden vroeger gewoon een burgerlijke doelstelling. Maar dan heeft men ze een fiscale doelstelling gegeven • Voorbeeld ! Een beding dat zegt dat de helft van de besparingen op de inkomsten uit arbeid en kapitaal aan ieder van de echtgenoten toekomt ! De vrouw heeft aanwinsten voor 1 miljoen euro in haar eigen vermogen en man 200.000. En we zeggen nu dat bij ontbinding van het stelsel dit gedeeld gaat worden. Ieder krijgt dan de helft van wat ze totaal gespaard hebben. Dus 600.000 naar de man en 600.000 naar de vrouw o Vrouw sterft eerst ! Dus verschuiving van 400.000 naar de man. Volgens de rechtsleer is die verschuiving van 400.000 euro niet aan successierechten onderworpen ! Waarom? ! Omdat er geen enkele bepaling in het W.Succ. is die de heffing voorziet in dit geval # Fiscale administratie vecht dat vaak aan, maar verliest dit meestal o Maar als de man als eerste overlijdt ! Dan heeft dat verrekeningsbeding een fiscaal nadelig effect. 600.000 euro in deel van man, de vrouw zal dan successierechten moeten betalen op haar eigen aanwinsten 122 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 o Optioneel finaal verrekeningsbeding ! Na het overlijden kan een verrekening plaatshebben zodat ieder van de echtgenoten een gelijk deel heeft ! Verrekening kan plaatshebben wanneer de LLE daarvoor opteert # Dus als de vrouw daar niet voor kiest dan is er geen verschuiving ! En ze moet dus geen successierechten betalen op het deel dat anders zou verschoven zijn naar de man Een dubbel alsof-­‐beding = Een verrekening maken dat eruit ziet alsof die mensen getrouwd zijn onder algehele gemeenschap en alsof er een verblijvingsbeding is in het huwelijkscontract ! Dus eigenlijk een 100/0 beding o Bv. Man krijgt 1.000.000 euro en dat is niet belast o " Wat is het verschil hiertussen en een testament? # Echtgenoten kunnen een contract sluiten tussen elkaar. “Als ik sterf, krijg je mijn volledige nalatenschap” (contractuele erfstelling): dit wordt wél belast met successierechten # Dubbel alsof-­‐beding: “als ik sterf, krijg je mijn volledige nalatenschap” : Er is geen verrekening meer o Dat verrekenbeding wordt nu ondertussen door de fiscale administratie langs alle kanten beschoten # Als het een optioneel beding is en het gaat enkel over aanwinsten, dan zal er ook geen probleem zijn # Maar als je verder gaat, zal men dat toch belasten. Men gaat het zien als een contractuele erfstelling Hoofdstuk 9: Toewijzing bij voorrang tegen vergoeding bij ontbinding van het stelsel door echtscheiding of scheiding van tafel en bed • Dergelijk beding van toewijzing bij voorrang kan bedongen worden m.b.t.: o Beroepsgoederen, handelszaak, onroerend goed exclusief dienstig voor de uitoefening van het beroep o Gezinswoning + huisraad o Recht van inwoon of huurrecht voor een bepaalde tijd o Onroerende goederen die palen aan de persoonlijke goederen van de echtgenoten of die dienstig zijn voor de uitbating van deze persoonlijke goederen • In welke gevallen o Het stelsel ontbonden door echtscheiding o Scheiding van tafel en bed, gerechtelijke scheiding van goederen o Een feitelijke scheiding o Een procedure tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed of gerechtelijke scheiding van goederen ingeleid • Ten gunste van welke echtgenoot o Sommige bedingen kunnen ten gunste van de beide echtgenoten, andere enkel ten gunste van 1 echtgenoot, bv. de echtgenoot die de echtscheiding verkregen heeft, bij wie de kinderen verblijven 123 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Zo gekozen wordt voor het stelsel van scheiding van goederen: o Lijst van de eigen roerende goederen van elk van de echtgenoten # Bij scheiding van goederen gaan we ervan uit dat een rekening op naam van de man van de man is en een rekening van op naam van de vrouw, van de vrouw is. Scheiding van goederen heeft 1 zeer groot nadeel: geen bescherming van de partner die een minder groot inkomen heeft # Hier kunnen we tot op zekere hoogte iets aan doen: als partijen een verdeling van de besparingen doorvoeren, dat dit moet aanzien worden als een bijdrage in de lasten van het huwelijk (clausule in het huwelijkscontract) # Probleem is als de echtgenoot met het grotere inkomen geen zin heeft om verdeling van besparingen door te voeren, dan kan men daar niets aan doen o Clausule dat de lasten van het huwelijk bij voorkeur moeten voldaan worden d.m.v. de beroepsinkomsten? o Toevoeging van een gemeenschap van 1 goed of enkele welbepaalde goederen # Toevoeging van een beperkte gemeenschap aan stelsel van scheiding van goederen ! Bv. Man is bedrijfsrevisor. Vrouw heeft perceel grond en ze gaan trouwen. Willen samen bouwen op dat stuk grond en dat stuk grond dus gemeenschappelijk krijgen. Maar ze willen trouwen met scheiding van goederen, want man weet dat hij eigenlijk slecht is in zijn vak # Stuk grond kunnen ze gemeenschappelijk maken door voor het huwelijk de helft aan te kopen van de grond, en dan gaat het huis erop van hen alle 2 zijn. Probleem is dat dat duur is, want hij moet registratierechten betalen op helft van grond. Tijdens het huwelijk kan hij dat niet meer doen want verkopen tussen echtgenoten kan niet # Vrouw schenkt helft aan man ! Probleem ! Is duur (registratierechten vanaf 3%) en het is herroepbaar # Andere oplossing is inbrengen in GV ! Dus een beperkte gemeenschap toevoegen aan het stelsel van scheiding van goederen. Die gemeenschap bevat enkel het huis en schulden die betrekking hebben op het huis. Het beperkt gemeenschappelijk vermogen valt dan wel onder de regeling van de schuldeisers, maar de rest blijft eigen # " Scheiding van goederen met een gemeenschap beperkt tot 1 goed komt in de praktijk redelijk veel voor o Toevoeging van een verrekeningsbeding ! Zie hierboven o Toevoeging van een uitgestelde gemeenschap of deelgenootschap 124 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Toevoeging van een vennootschap van aanwinsten # Zelfde als scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten = Wettelijk stelsel # Men dacht als men het vennootschap van aanwinsten noemt, gaan we niet belast worden, maar dat blijft toch aanzien worden als gemeenschap van aanwinsten. Irrelevant dat het anders genoemd wordt. Men kan dus niet ontsnappen aan de aanspraken van schuldeisers door het gebruik van een andere naam o Onverdeeldmaking van de besparingen # = Tussenvorm die lijkt op wettelijk stelsel ! Aanwinsten gaan niet gemeenschappelijk zijn, maar onverdeeld zijn # Stelsel van scheiding van goederen met onverdeeldmaking van de besparingen. Dus stelsel van scheiding van goederen, maar verhaalbaarheid schuldeisers is beperkt. Maar de vraag is of zo’n stelsel eigenlijk niet neerkomt op een wettelijk stelsel. Professor denkt dat dit zal worden geherkwalificeerd 125 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 16: 3/04/2014) Hoofdstuk 10: Stelsel van gemeenschap van aanwinsten en roerend goed • Eigenlijk wettelijk stelsel van voor de wet van ‘76 • Basisidee ! Men ging ervan uit dat roerende goederen niet veel waard zijn ! Allemaal gemeenschap en geen discussie • Vandaag niet meer in praktijk Hoofdstuk 11: Algehele gemeenschap Afdeling 1: Algemeen • Wat is gemeenschappelijk? o Simpel ! Alles in de gemeenschap o Behalve sommige zaken niet gemeenschappelijk ! Discussie # Opvatting 1 ! Uitzindering op principe dat alles gemeenschap is # Opvatting 2 ! Alles van Art. 1401 BW is eigen en alleen dat (Lidmaatschapsrechten) • Nadelen o Nalatenschap die 1 van de echtgenoten erft komt in de gemeenschap # Bv. Man moet tijdens huwelijk wat hij erft delen en dan na scheiding sterven ouders vrouw en zij moet niet delen o Verhaalbaarheid voor de schuldeisers verhoogt # Bij beroepsschulden ! Gemeenschappelijk vermogen is veel groter • Indien gekozen wordt voor het stelsel van algehele gemeenschap: is een echtgenoot voor het sluiten van het huwelijk eigenaar of onverdeelde mede-­‐
eigenaar van onroerend goed? • Bijna nooit voor gekozen ! In Nederland is dit het wettelijk stelsel Afdeling 2: Wet Valkeniers • Algemeen o Indien één van de echtgenoten één of meer afstammelingen heeft die voortkomen uit een andere relatie van voor het huwelijk, of één of meer kinderen heeft die geadopteerd zijn voor het huwelijk of afstammelingen van dergelijke geadopteerden # Is een regeling gewenst omtrent het erfrecht en het voorbehouden erfdeel van de langstlevende echtgenoot? • Welke regeling kan worden getroffen o De echtgenoten kunnen een regeling treffen over de rechten die de ene in de nalatenschap van de andere kan uitoefenen o Meer bepaald kunnen de echtgenoten elkaar het wettelijk erfrecht afnemen, evenals het voorbehouden erfdeel in de nalatenschap van de eerststervende echtgenoot + Er is geen wederkerigheid vereist 126 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
•
•
•
JVD 2014 Wat is niet mogelijk o Aan de langstlevende kan niet het recht van vruchtgebruik ontnomen worden van de voornaamste gezinswoning en van het daarin aanwezige huisraad o Ook kan geen afbreuk gedaan worden aan het recht van een echtgenoot om bij akte onder de levenden of bij testament in het voordeel van de andere echtgenoot te beschikken Vormvereisten o Huwelijkscontract of wijzigingsakte (moet een notariële akte zijn) Illustratie o Je trouwt met scheiding van goederen. Als man overlijdt en vrouw krijgt VG op minstens de helft. Maar man heeft 3 kinderen uit vorig huwelijk. Misschien wil man dit niet, hij wil de erfrechten van zijn kinderen niet aanpassen " Wet valkeniers daarom gekomen o Wet werd dus gewijzigd: ‘als er niet-­‐gemeenschappelijke kinderen zijn, bestaat er de mogelijkheid om in het huwelijkscontract overeen te komen over het erfrecht en de reserve (Art. 1388 BW) # Je kunt overeenkomen dat de vrouw dan geen erfrecht en voorbehouden erfdeel zal hebben # Met één beperking ! Je kan het vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad niet afnemen Voorbeeld dat aantoont dat Wet Valkeniers vaak niet zo’n belang speelt o Lucien getrouwd met Lucienne. Lucienne overlijdt. Lucien ontmoet een andere vrouw, Lea. Maar men wou toch niet trouwen, want bij meeste mensen bestaat het vermogen uit de gezinswoning. Dus dan heeft die Wet Valkeniers niet veel belang, speelt dan enkel bij grote vermogens Opmerking o Je kunt ook andere regeling treffen, maar meestal neemt men gewoon erfrecht en voorbehouden erfdeel af Recht om er op terug te komen o Stel: Lucien trouwt wel met Lea. Lucien heeft 3 kinderen uit eerste huwelijk. Hij ontneemt elk erfrecht en gezinswoning van Lucienne (behalve gezinswoning en huisraad) o Kan Lucien later van gedacht veranderen? # Uit de tekst van de wet blijkt dat men via testament opnieuw zou kunnen gaan naar ¼ VE en ¼ VG o Je hebt dus het recht om daar op terug te komen en toch zoveel mogelijk aan de langstlevende te geven 127 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 12: Contractuele erfstelling “Als ik overlijdt, en jij overleeft mij, dan krijg jij Bv. ganse nalatenschap of grootste beschikbaar deel” • Komt vaak voor in huwelijkscontracten • In principe is dit een erfovereenkomst en erfovereenkomsten zijn verboden ! Maar een aantal uitzonderingen op dit verbod mogelijk in 2 gevallen o Contractuele erfstelling door derden ten voordele van echtgenote in huwelijkscontract # Maar gebeurt niet in praktijk o “Langst leeft al” Tussen aanstaande echtgenoten of echtgenoten # = Contractuele erfstelling die toegelaten is tussen man en vrouw # Kan in huwelijkscontract, maar kan ook tijdens het huwelijk in een gewone notariële akte # ! Is normaal contract en dus kan men er normaal niet eenzijdig op terugkomen • Maar dit is niet noodzakelijk het geval, als dit niet in huwelijkscontract of in aktewijziging staat, dan kan je dit in principe eenzijdig herroepen • Onderscheid testament o Dus via contract i.p.v. testament o Testament eenzijdig herroepbaar. Bij contractuele erfstelling ook? ! Hangt er van af # Ofwel komt ze voor in een huwelijkscontract of aktewijziging aan huwelijksvermogensstelsel, en dan is deze contractuele erfstelling onherroepbaar. Je kunt er dan niet eenzijdig op terugkomen # Is dit opgenomen buiten huwelijkscontract of aktewijziging huwelijksvermogensstelsel, dan wel eenzijdig herroepbaar • Net zoals testament, maar nu geen vormvereisten voor herroeping. Dus gewoon te herroepen via ‘getypt tekstje’ • Stel: Ik ken mijn volledige nalatenschap of grootste beschikbaar deel toe aan echtgenoot ! Dan zegt men dat BD is uitgeput en je kunt geen schenking met vrijstelling van inbreng meer doen o Beetje raar, want met verblijvingsbeding kun je dit wel nog doen o Maar met contractuele erfstelling niet # Men zegt dat BD is uitgeput en je kan geen schenkingen meer doen met vrijstelling van inbreng # Huwelijkscontract moet dus gewijzigd worden voorafgaand aan de schenking o ! Je zou wel in je huwelijkscontract een uitzondering kunnen bepalen: “belet geen schenking aan de kinderen als de beide echtgenoten akkoord zijn” 128 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Voorwerp van de contractuele erfstelling: o Alle goederen die de eerststervende zal nalaten o Een deel van de goederen o Welbepaalde goederen, Bv. De gezinswoning (en alles wat zich daarin bevindt), een bepaalde som geld o In volle eigendom of in vruchtgebruik o Een lijfrente Met keuzerecht voor de langstlevende (m.b.t. de samenstelling)? Toepassing van Art. 1094 BW? Voorwaardelijk bedongen? Ontbinding in geval van opvolgend huwelijk van de langstlevende? Belangrijke opmerking ! De contractuele erfstelling in een huwelijkscontract is onherroepelijk! De schenker kan dan geen schenking meer doen en geen legaat meer toekennen met vrijstelling van inbreng m.b.t. het voorwerp van de contractuele erfstelling o Uitzondering: geringe bedragen tot beloning of anderszins o Wil men een uitzondering op de onherroepelijkheid m.b.t. Schenkingen (en legaten), Bv. Aan gezamenlijke afstammelingen? o Onherroepelijkheid heel vergaand geïnterpreteerd # Geen schenkingen meer doen ,geen legaten meer met vrijstelling van inbreng # Telkens men een schenking gaat doen ! Standaardvraag : is er een contractuele erfstelling gemaakt? 129 •
•
•
•
•
•
SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 13: Bekwaamheid • Minderjarige o Minderjarige kan normaal niet trouwen, tenzij onder bepaalde voorwaarden (En dan kan hij ook huwelijkscontract opmaken) ! Dan wel bijstand van één van de ouders nodig, en als dit niet bekomen wordt een machtiging van de jeugdrechtbank o Bv. Baby opkomst ! Dan kan minderjarige trouwen met toestemming van beide ouders (Les 16: 24/04/2014) • Onder gerechtelijk raadsman gestelde + Onbekwaamverklaarden + Personen in staat van verlengde minderjarigheid + Personen met een voorlopige bewindvoerder o ! Gaan verdwijnen o Men heeft die 4 statuten afgeschaft en vervangen door het nieuw statuut van het bewind (in werking op 1 juni 2014 normaal) ! 3 hypothesen # Hypothese 1 " Persoon onder bewind is algemeen onbekwaam verklaard, kan niets ! Zijn toestand komt voor op een lijst opgesomd door de Koning ! Dan kan geen testament gemaakt worden # Hypothese 2 " Vrederechter heeft een opsomming gegeven en huwelijkscontract komt daarin voor # Hypothese 3 " Vrederechter heeft opsomming gegeven en huwelijkscontract komt daarin niet voor o (Art. 1250 BW ! Hypothese dat beschermde persoon niet weet wat hij doet ! Huwelijkscontracten kunnen door de voorlopig bewindvoerder gesloten worden in bijzondere gevallen) # De uitzondering ! Gast onder bewind weet totaal niet meer wat er gebeurt ! Toestand op lijst koning ! Vrederechter verklaart u algemeen onbekwaam en bewindvoerder vertegenwoordigt u # De regel ! Toestand komt niet voor op de lijst ! Je weet nog wel min of meer iets ! Vrederechter zal moeten opsommen welke rechtshandelingen de persoon onder bewind niet meer kan stellen zonder machtiging # Komt het huwelijkscontract voor in die opsomming ! Dan is er machtiging nodig om dit te tekenen 130 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 14: Bij het opstellen van de akte letten op • Notariële akte ! Huwelijkscontract kan enkel in notariële akte • Bevoegdheid notaris: o Personele bevoegdheid ! Te dichte band tussen notaris die akte tekent en persoon bij de akte betrokken ! Gaat niet o Territoriale bevoegdheid ! De notaris moet territoriaal bevoegd zijn (notaris Gent is territoriaal bevoegd voor heel Oost-­‐Vlaanderen) ! Bevoegd voor de plaats waar er getekend wordt • Het beding dat aan de langstlevende echtgenoot het recht geeft om goederen uit het eigen vermogen van de eerststervende op schatting over te nemen • Wordt het huwelijkscontract verleden op de dag zelf van het huwelijk: ook het uur vermelden • Is er een vorig huwelijk geweest van 1 van de aanstaande echtgenoten: is dat vorig huwelijk definitief ontbonden? Hoofdstuk 15: Overzicht van de procedure (Snel over) • Akte • Attest overhandigen aan de echtgenoten m.o.o. bekendmaking van het huwelijkscontract in de huwelijksakte (dit moet door de aanstaande echtgenoten aan de gemeente bezorgd worden vóór de huwelijkssluiting) • Registratie • Indien een echtgenoot handelaar is of ingeschreven in het handelsregister: (gezegeld) uittreksel uit het huwelijkscontract zenden (na de registratie van het huwelijkscontract) aan de griffie van iedere rechtbank waar de handeldrijvende echtgenoot in het handelsregister is ingeschreven (binnen 1 maand na het huwelijkscontract) • Overschrijving op het hypotheekkantoor indien het huwelijkscontract een overdracht van onroerende zakelijke rechten bevat of tot gevolg heeft (binnen de 2 maanden); overschrijving is dus bv. vereist bij inbreng van onroerend goed in de gemeenschap, ook bij het bedingen van een stelsel van algehele gemeenschap indien een echtgenoot onroerende goederen bezit • Bekendmaking op CRH • Bekendmaking op CRT indien afgeweken wordt van de gelijke verdeling van het gemeenschappelijk vermogen en bij contractuele erfstellingen • Afschrift van het huwelijkscontract bezorgen aan de echtgenoten 131 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 16: Wijziging huwelijksvermogensregeling tijdens het huwelijk " Betreft het een kleine of grote wijziging? • 2 procedures ! Kleine en grote o Grote wijziging = Dikke miserie ! Bv. Grote bij vereffening ! Mensen getrouwd onder wettelijk stelsel en stappen over naar scheiding van goederen o Vereffening (wat is van wie) ! Verdeling = Toebedelen o ! De grote wijziging heeft de vereffening van het vorig stelsel tot gevolg • Overzicht van de procedure o Kleine wijziging # Notariële akte wijziging # Mededeling binnen de maand door de notaris die de wijzigingsakte heeft opgemaakt van een uittreksel aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en aan de notaris die de minuut van het gewijzigde huwelijkscontract onder zich houdt # Indien houder van de minuut van het oorspronkelijk huwelijkscontract: melding onderaan de minuut van de wijziging # Bekendmaking in het CRH # Bekendmaking in het CRT indien bedingen met betrekking tot de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen of contractuele erfstellingen • Bekendmaking CRT wanneer er bedingen zijn die uitwerking hebben bij het overlijden # Bekendmaking Belgisch staatsblad # Overschrijving op het hypotheekkantoor van de akte wijziging (binnen de 2 maanden) # Ingeval een echtgenoot handelaar is: mededeling van een uittreksel van de wijziging aan de griffie(s) van de rechtbank(en) van koophandel waar de handeldrijvende echtgenoot is ingeschreven in het handelsregister o Grote wijziging # Notariële inventaris ! Boedelbeschrijving # Notariële akte wijziging # Notariële akte regeling van wederzijdse rechten # In principe zelfde bekendmakingen # Nalezen huwelijkscontract en voorafgaande akte(n) wijziging huwelijksvermogensstelsel 132 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Deel V: Testamenten Hoofdstuk 1: Algemeen Afdeling 1: Kenmerken en definitie van het testament •
•
•
•
•
•
Afdeling 2: Grondvereisten •
Een testament is een akte Waarbij de erflater Voor de tijd dat hij niet meer in leven zal zijn Over het geheel of een deel van zijn goederen Beschikt En die hij kan herroepen o Testament = altijd eenzijdig en op elk ogenblik herroepbaar Toestemming o Gezondheid van geest # Men vat dit strenger op dan de vrije en bewuste wil zoals men die in het Verbintenissenrecht eist ! Met andere woorden ! Als je een testament tekent moet je nog beter weten wat je doet dan bij een rechtshandeling onder bezwarende titel # Maar stelling prof. Bael: “ze zeggen dat wel, maar ze doen dat niet.” In de praktijk wordt dat op dezelfde manier beoordeeld. Dus dat regeltje bestaat eigenlijk niet # Hoe kun je weten of iemand gezond van geest is? • Het is perfect mogelijk dat iemand volledig juridisch bekwaam is, maar niet beseft wat hij doet (niet gezond van geest is). Kan ook omgekeerd, dat iemand onder voorlopig bewind staat, maar toch testament mag maken omdat hij gezond van geest is. Beoordeling die je moet maken als notaris • Je kunt op zeker spelen en zeggen dat je een attest wil van de dokter, waarin staat dat die persoon gezond van geest is en over voldoende bewuste wil beschikt om een testament te maken ! Wanneer? ! 3 gevallen ! Doktersattest vragen o Wanneer Bael (notaris) twijfels heeft o Vanaf de leeftijd van 70 jaar o Voor mensen die 25 jaar zijn wanneer hij discussie verwacht bij overlijden # In de rechtsleer is er een vraag of dokter bij zo een attest zijn beroepsgeheim niet schendt ? • In de rechtsleer wordt de procedure beschreven welke stappen we moeten nemen om schending beroepsgeheim te vermijden 133 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Notaris vraagt aan toekomstige testator om attest te vragen aan de arts ! De arts levert dat aan patiënt ! En dan levert patiënt het af aan de notaris " Dan is er geen schending van het beroepsgeheim • Stelling Bael ! Als notaris verplichting heeft om de gezondheid van geest te beoordelen ! Dan heb je ook het recht om alle middelen te gebruiken die daarvoor noodzakelijk zijn (geen beroepsgeheim dat geschonden wordt als de notaris het rechtstreeks regelt met de arts) ! Deze stelling wordt door niemand gevolgd o Wilsgebreken •
•
Bekwaamheid o Een minderjarige die 16 jaar oud is # Een minderjarige van 16 kan een testament maken ! Hij kan hierbij over de helft van zijn vermogen beschikken ! Komt in de praktijk erg weinig voor o Een verlengd minderjarige # Zolang verlengd minderjarige nog bestaat ! Kan nooit testament maken want wordt gelijkgesteld met een minderjarige onder de 15 o Een gerechtelijk onbekwaam verklaarde o Een persoon aan wie een gerechtelijk raadsman is toegevoegd o Een wettelijk onbekwame " Alle vier vervangen door bewind o Een persoon met voorlopige bewindvoerder (ook voor bewind) # Basisreel is dezelfde : Je kan als persoon onder bewind een testament maken als je machtiging krijgt van de vrederechter # Bij bewind zijn er wel die 3 hypothesen! (zie boven) # De bewindvoerder zelf kan nooit een testament maken in de plaats van de persoon onder bewind " Het is een essentieel persoonlijke rechtshandeling (= heilig principe) # Onder bewind moet het een notarieel testament zijn! Vrederechter kan wel in bepaalde gevallen machtiging geven om een internationaal testament te maken (als hij weet dat die persoon gezond van geest is) o De geesteszieke die enkel aan een maatregel betreffende zijn persoon is onderworpen o De geïnterneerde o De gefailleerde o De collectieve schuldenregeling o Een bevoegdheidsoverdracht op grond van artikel 220 §2 of 1426 BW bij een echtgenoot 134 SV Fam. Vermogensplanning 2014 •
Voorwerp o Moet in de handel zijn •
Oorzaak o Mag niet ongeoorloofd zijn # Bv. Op een dag overlijdt een man. Die nalatenschap wordt geregeld. Er staat een legaat in voor een of andere mevrouw. De familie kent die mevrouw niet. Dat is blijkbaar een prostitué. Prof. Bael zegt tegen haar dat ze een legaat heeft gekregen van 500.000 euro. Ze zal daar successierechten op moeten betalen. Die man had geen geld meer en hij ging haar in zijn testament zetten. In ruil daarvoor bleef ze haar “diensten” verlenen. Maar dat is een legaat met ongeoorloofde oorzaak ! (in dit geval heeft de familie het legaat toch uitgevoerd, ook al moesten ze dit niet doen) o Verval van de oorzaak ! Als de oorzaak vervallen is, dan kan het legaat niet worden uitgevoerd # Rechtspraak gedurende 20 jaar ! Arrest: Man heeft een vriendin. Die vriendin heeft niets. De man koopt een huis in Knokke voor haar. Hij voert verbouwingswerken uit. Dan gaat hij bij haar intrekken. Maar ze laat hem niet binnen. Hij gaat naar de rechtbank. Hij had die schenking gedaan omdat hij ervan uitging dat hij ging samenwonen met haar. De oorzaak van die schenking is dus vervallen # Rechtspraak Cassatie: Het wegvallen van de oorzaak leidt in de regel niet tot het wegvallen van de rechtshandeling ! Dan kan HvC daar op een of ander moment nog een uitzondering op bepalen # Theorie van het verval van de oorzaak is voorbij. Maar HvC maart : Tontinebeding ! Als je beding van aanwas sluit voor onbepaalde tijd, kun je daar niet op terugkomen (je kunt de verdeling niet vorderen). Oorzaak van tontinebeding was weggevallen. Ze hadden tontinebeding voorzien omwille van de relatie die ze met elkaar hadden. De bestaansreden van het tontinebeding is weggevallen. Nu zeer recent arrest ! Dit moeten wij onthouden: Het verdwijnen van de oorzaak leidt niet tot het verval van de rechtshandeling (Maar misschien komt het nog tot een evolutie?) JVD 135 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 17: 30/04/2014) Hoofdstuk 2: Testamentvormen • Het eigenhandig testament o Zeer makkelijk te maken o Volledig eigenhandig geschreven door de testator ! Niet getypt! o Eigenhandig gedagtekend o Eigenhandig handtekening geplaatst o Als die voorwaarden vervuld zijn ! Geldig eigenhandig testament # Handtekening: evolutie in de rechtspraak • Vroeger ! Enkel geldig als dat de handtekening is, zoals die mens normaal zijn handtekening zette. Maar wat als er onderaan stond ‘papa’. Vroeger zeiden ze dat dit nietig was • Vandaag ! Geldig eigenhandig testament. Het is niet echt een handtekening. Maar daarmee wordt aangegeven dat het testament af is; Er moet duidelijk gemaakt worden dat het testament af is, dat je daar uitwerking wil aan geven. Het moet dus niet meer de echte handtekening zijn # Datum • Vroeger ! Dag, maand en jaar • Vandaag ! Je mag ook schrijven ‘Kerstmis 2013’, ‘op mijn 50e verjaardag’ ! Het mag om op het even welke manier, als je maar kan vaststellen welke datum het is o Nog steeds redelijk streng o Waarom heb je die datum nodig? # Om de volgorde te weten van die testamenten. Als er meerdere testamenten zijn ! Welk heeft voorrang? # Was diegene die het testament maakte wel nog gezond van geest? o Nu uitgaan van de reden waarom die datum erin moet staan. Het is dus ook goed om af te leiden in welke –min of meer korte periode-­‐ het gemaakt is # Bv. 'Kerstvakantie 2013’ o Cassatiearrest ! Ook zonder datum kun je een geldig eigenhandig testament maken. Zolang er maar geen problemen zijn van volgorde van testamenten of in verband met de gezondheid van de testator. (maar dit wordt niet overal aanvaard) # Belangrijke evolutie inzake die vorm van eigenhandig testament! Vroeger was men superstreng • In 1804 was men tegen testamenten. Men wou dat alles toegekend werd aan de familie. Dus als het werd toegekend aan iemand anders, moest men 100 % zeker zijn dat het ging naar iemand anders 136 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Nu hoeft dat niet meer per sé naar die bloedverwanten. Het hoeft niet echt meer in de familie blijven (behalve dat er dan die reserve is) • Vandaag ! De wil van de testator moet uitwerking krijgen. Dus niet te streng zijn! Dus men gaat meer en meer die vormvereisten beschouwen vanuit de bedoeling van de testator o Eigenhandig testament = Dikke miserie # Een gewone mens weet niets van die techniciteiten. Het is in gewone taal geschreven (wat hij wou) ! Aanleiding tot veel moeilijkheden # Meestal wordt dat geschreven op ontwerp (gemaakt door notaris). Die mensen gaan dat dan overschrijven. Dan is dat inhoudelijk oké • Bv. Man en vrouw tussen 80 en 90 jaar. Ze willen testament maken in elkaars voordeel. Hij geeft een model mee, zodat ze het thuis kunnen overschrijven en de (…) kunnen invullen •
•
Het notarieel testament o = Openbaar, notarieel testament o Een notaris en 2 getuigen of 2 notarissen # Al de rest vliegt buiten ! De testator kan zo in alle vrijheid zijn laatste wil uiten. Als er een legataris naast zit, zou de testator misschien niet durven zeggen wat hij wil o Het dictaat # Diegene die een testament wil dicteert en de notaris schrijft op. Als notaris moet je uitdrukkelijk schrijven dat dat aan u gedicteerd werd. Als dat er niet in staat is het een nietig testament # Wat als iemand niet veel meer kan zeggen? Dat gebrabbel opschrijven? Of mag je dat in juridische tekst gieten? !Mag worden omgezet in juridische taal • Bv. Man die hersenbloeding had gehad. Man kon enkel nog een paar woorden uitbrengen. De familie had gezegd dat er valsheid in geschrifte geweest was, want die man had dat nooit zo kunnen dicteren aan de notaris. Testament werd wel als geldig beschouwd, want de notaris mag de wil van die man in een juridische tekst gieten o De personen aanwezig bij het testament o De getuigen o Het opmaken van het testament door de notaris o De voorlezing o De vermeldingen in de akte: # Dat het testament verleden wordt voor een notaris in aanwezigheid van twee getuigen # Het dictaat door de testator aan de notaris in de aanwezigheid van de getuigen 137 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Het opmaken van het testament door de notaris overeenkomstig Art. 13 notariswet, zoals het aan de notaris door de erflater werd gedicteerd, in de aanwezigheid van de getuigen # De voorlezing van het gedicteerde aan de erflater in de aanwezigheid van de getuigen o Notariële akten worden vaak in hectische toestanden gemaakt. Iemand ligt Bv. op sterven. Er moeten zodanig veel dingen verplicht vermeld worden. Het komt voor dat men iets vergeet. Heel veel testamenten zijn zo niet geldig als notarieel testament # Wat kun je daaraan doen? ! Een model van notarieel testament bij zich hebben # Vroeger ! Al die op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten moeten daarin voorkomen! (zie ratio 1804) # Vandaag ! We willen 100% zeker zijn dat dat de laatste wil van de testator is o Theorie ontstaan: Herkwalificatie van een ongeldig notarieel testament in een geldig internationaal testament (midden jaren ’90) # Slechts enkele vormvereisten voorgeschreven op straffe van nietigheid ! Art. 2 tot 5 Wet internationale testamenten # Dus kijken of die enkele vormvereisten in orde zijn bij dat notarieel testament en dan kan het geherkwalificeerd worden in een internationaal testament # ! Zo kan de wil van de testator toch uitwerking krijgen #
•
Het internationaal testament o Staat niet in BW ! Wet op het internationaal testament o Slechts enkele vormvereisten voorgeschreven op straffe van nietigheid ! Art. 2 tot 5 Wet op het internationaal testament ! Die vormvereisten worden in de Rechtspraak zeer soepel ingevuld ! # Er was een rechter die een notarieel testament aanvaarde waar het zinnetje “die mij dicteerde” niet in voorkwam. Het was volgens hem duidelijk dat het gedicteerd was want het was in de ik-­‐vorm. Dus nu ook rechtstreekse afzwakking van de vormvereisten in plaats van herkwalificatie o Eenzijdig o Een geschrift # Vroeger moesten die lange teksten met de hand geschreven worden # Men schaft die regel af. De notaris moet dat gewoon opmaken volgens Art. 13 Notariswet. Maar nog geen uitvoeringsbesluit, dus men moest blijven schrijven 138 SV Fam. Vermogensplanning #
JVD 2014 Art. 13 Notariswet werd dan eindelijk toegepast ! Maar discussie in de rechtspraak: Je moet het zelf typen nadat het dictaat is gebeurd • Hof van Beroep Gent ! Notaris was bij zijn cliënt geweest thuis en hij had dat testament (dat dictaat) op voorhand geschreven. Dat werd als een ongeldig testament gezien. Het dictaat moet gebeuren en pas daarna mag het neergeschreven worden (Pintens ! Analogie: pas erna typen) o Vooral weer moeilijk als er een testament moet gemaakt worden in het ziekenhuis. Dat zal weer eigenhandig moeten gebeuren • Andere mening ! Comité voor studie en wetgeving (combinatie van Pintens en prof. Bael) ! Het mag op voorhand geschreven zijn, maar het mag maar afgedrukt worden nadat het testament gedicteerd is, nadat het af is o Maar ook in ziekenhuis moet je dan weer zelf schrijven • Prof. Bael ! Testament moet overeenstemmen met wat die mens geschreven heeft. Testament is opgemaakt wanneer daar de handtekeningen opstaan. Daarvoor is er geen testament opgemaakt. Je mag het op voorhand typen en kun je daarmee naar een ziekenhuis gaan om dat testament daar dan op te maken = Minderheidsstandpunt o Verklaring door de testator in tegenwoordigheid van 2 getuigen en de notaris: # Dat het stuk zijn testament is # Dat hij de inhoud ervan kent • “Verklaring door de testator dat het stuk zijn testament is en dat hij de inhoud ervan kent” ! Dat staat normaal niet in notariële akte. Maar als je dat zinnetje erin zet, dan ga je altijd voldoen aan de vormvereisten van het internationaal testament • Je hebt 2 getuigen nodig ! o Notariële akten kunnen ook gemaakt worden als er 2 notarissen aanwezig zijn. Veel steviger, want 2 notarissen hebben bevestigd o Maar in de praktijk doe je best ook notariële akte in tegenwoordigheid van 2 getuigen ! Want als er dan iets misgaat, heb je die herkwalificatie in internationale akte nog # Als onderaan het testament reeds de handtekening van de testator geplaatst is: dat hij zijn handtekening erkent en bevestigt # Als de testator niet kan tekenen: welke de oorzaak daarvan is 139 SV Fam. Vermogensplanning 2014 o Vermeldingen op het geschrift # Onderaan het testament: handtekening van de testator in tegenwoordigheid van de getuigen en de notaris # Onderaan het testament: handtekening van de getuigen en de notaris in tegenwoordigheid van de erflater # Nummering van ieder blad # Op ieder blad: handtekening van de testator # Onderaan het testament: vermelding door de notaris van de datum waarop het testament aangeboden wordt o De (model)verklaring # Notariële akte ! Normaal in 1 exemplaar # De minuut (het origineel) wordt altijd bewaard door de notaris. Er worden dan afschriften van gegeven # Maar bij modelverklaring ! Er worden 3 notariële akten gemaakt • 1 voor de testator • 1 in een verzegelde envelop • 1 samen met die envelop tussen de andere notariële akten bewaren •
JVD Voor-­‐ en nadelen eigenhandig testament, notarieel testament, internationaal testament o In de praktijk wordt vooral gekozen tussen eigenhandig testament en notarieel testament o Eigenhandig testament # Nadelen • Gaat gemakkelijk verloren o Als Bv. een van de erfgenamen het testament vindt en het vernietigt omdat de inhoud hem niet aanstaat. Het kan verloren gaan als je het in je schuif laat liggen ! Oplossing hiervoor: in bewaring geven bij notaris • Groot risico van vervalsing o Geschrift (hele tekst) + handtekening nadoen. Maar dat is niet zo simpel ! Oplossing: overhandiging aan notaris door testator zelf. Akte neerlegging waarin vaststaat dat de testator de akte zelf aan de notaris heeft overhandigd • Bewijslast ligt bij degene die in het testament vermeld zijn o Diegene die het testament niet zien zitten, kunnen zeggen dat het niet het testament is van Bv. hun moeder ! Dan moeten degene die wel in het testament vermeld zijn, bewijzen dat het wel effectief het handschrift van de overledene is o In de praktijk komen die procedures niet zoveel voor. Maar het is een middel om de tegenpartij eigenlijk te chanteren. Als iemand een testament komt maken bij prof. Bael stelt hij de vraag of er 140 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 discussie kan zijn na overlijden. In sommige families gaat het helemaal niet goed en dan is het beter om een notarieel testament te maken Uitvoering van het testament na het overlijden is ingewikkelder o Moet neergelegd worden onder de minuten van de notaris. Die moet daarvan een akte opmaken. Afschrift gaat dan naar de griffie van de rechtbank van eerste aanleg. Buurvrouw aanstellen als algemeen legataris. Die algemeen legataris moet in bezit gesteld worden. Als het er min of meer uitziet als een geldig testament o 4 soorten legatarissen. Als eigenhandig testament gemaakt wordt waarin staat dat alles voor de buurman is, dan gaat die niet eigenhandig alles in het bezit kunnen nemen. Overhandiging aan notaris van testament. En dan neerlegging van akte op griffie van de rechtbank van eerste aanleg en dan pas inbezitstelling. Dit gaat geld kosten (advocaat) en neemt tijd in beslag. Betekenis van de inbezitstelling is beperkt. Voorzitter van rechtbank van eerste aanleg gaat nagaan of de vormvereisten vervuld zijn. Bij notarieel testament is dat anders, als er geen reservataire erfgenamen zijn, dan heeft algemene legataris automatisch het bezit. Het testament kan dan eigenlijk onmiddellijk uitgevoerd worden ! Er is geen procedure voor de rechtbank nodig •
Redactie van het testament is veelal een ramp ! Geeft vaak aanleiding tot discussie o Als iemand denkt dat hij even snel zijn testament gaat schrijven, zijn er vaak problemen omdat de verwoording redelijk technisch is en als dat niet juist is dan heb je problemen o Bv. Buurman krijgt huis, vriendin al het geld van de bankrekening, neefje krijgt tafel en 6 stoelen. Technisch gezien zijn dat 3 bijzondere legatarissen, en probleem was dat zij afgifte van legaat aan de erfgenamen vragen. En die erfgenamen hadden daar geen zin in. Die vrouw had geen kinderen en de rest van de familie was verspreid over de hele wereld. Het was gemakkelijker geweest bij notarieel testament want daar moet je niet de afgifte van het legaat vragen. Makkelijkere oplossing was aanstelling van algemene legataris. Of laten lezen door notaris en laten herschrijven in juridisch-­‐
technische taal die geen miserie gaat geven 141 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Voordelen • Goedkoper dan notarieel testament o Je hebt daar niemand voor nodig. Het kost beetje minder dan notarieel testament. Bij notarieel testament wordt in praktijk standaardtarief van 250 à 300 euro toegepast • Het is discreet o Je moet dat eigenhandig testament aan niemand laten zien. Je kan dat afgeven onder gesloten envelop bij een notaris o Internationaal testament # Voordelen • Op grond van een verdrag ! De bedoeling is dat al de partijen (staten) die testamentsvorm sowieso als geldig gaan aanzien o Nuance: in IPR van meeste westerse landen vindt men het oké dat de vorm wordt gerespecteerd van de plaats waar het is opgemaakt o Waarom dan wel opgemaakt in de praktijk? # Als het lange, ingewikkelde testamenten zijn ! mag getypt zijn # Als een persoon heel erg verzwakt is, dan is het makkelijker voor de persoon in kwestie # Nadelen • Inbezitstelling door Rechtbank heb je nodig bij internationaal testament • Getuigen o Bij notariële akte en internationaal testament o Mogen geen al te dichte band hebben met de betrokkenen (met de notaris, met de testator, met de legatarissen) ! 2 onafhankelijke personen die erop toezien dat het testament tot stand wordt gebracht volgens de regels. o Art. 10 Organieke Wet Notariaat o Art. 51, §7 Notariswet Hoofdstuk 3: Fysische onbekwaamheden (Zeer kort in de les) • Blind • Doof • Stom • Doofstom • De testator kan niet tekenen • De testator is ongeletterd en kan niet schrijven #
142 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 4: Publiciteit van het testament • Als een testament gemaakt wordt, dan wordt daar in de meeste gevallen publiciteit voorzien • Ingeschreven in centraal registeren voor testamenten (CRT) o Geldt voor notarieel en internationaal testament, en de testamenten in bewaring gegeven bij de notaris • Wat staat er in dat register? o Testament gemaakt bij die notaris, maar er staat niets in over de inhoud van het testament • Register kan niet geraadpleegd worden tijdens het leven van de persoon in kwestie o Echter, voorlopig bewindvoerder wil dit vaak raadplegen in de praktijk. Maar ze krijgen die inhoud van het register, noch het testament niet te zien Hoofdstuk 5: Legaten Afdeling 1: Indeling Inhoud van het testament ! Onderscheid: • (1) Algemeen legaat • (2) Legaat ten algemene titel • (3) Bijzonder legaat Algemeen legaat (1) • Eventuele roeping tot de gehele nalatenschap = Wanneer dat de legataris de ganse nalatenschap kan krijgen • Bv. Ik ken mijn volledige nalatenschap toe aan mijn petekind, onder last van afgifte van een bijzonder legaat van het huis aan mijn nichtje. Dan voor petekind nog steeds algemeen legaat, want als nichtje vooroverlijdt of verwerpt dan is alles voor petekind • " Dus MOGELIJKE roeping tot volledige nalatenschap volstaat voor algemeen legaat Legaat ten algemene titel (2) • = Legaat van een deel van de nalatenschap, van alle roerende goederen, alle onroerende goederen, deel van de roerend goed of deel van de onroerende goederen • Bv. Legaat van ¼, legaat van alle onroerende goederen, legaat van ¼ van de roerende goederen, … • Opsomming o Een evenredig deel van alle goederen o Alle roerende goederen o Alle onroerende goederen o Een evenredig deel van alle roerende goederen o Een evenredig deel van alle onroerende goederen Bijzonder legaat (3) • Alle andere 143 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 " Verwoording van het testament bepaalt de kwalificatie • Om die kwalificatie te doen moet je kijken naar de verwoording van het testament, en niet naar het effect • Bv. Iemand heeft niets, behalve een som geld op een spaarrekening. Hij zegt: “ik ken mijn spaarrekening toe aan Y” ! Dan bijzonder legaat, omwille van de verwoording (ook al is het effect dat Y alles krijgt) Afdeling 2: Gevolgen van de kwalificatie Saisine (bezitsrecht) Hoe je in het bezit komt van de gelegateerde goederen? ! Dit bezitsrecht is niet altijd automatisch • Algemene legataris ! Wel, tenzij reservataire erfgenaam, als eigenhandig testament ! Beschikking voorzitter van de rechtbank vereist • Legaat ten algemene titel ! Niet • Bijzonder legaat ! Niet • Er zijn een 4 hypothesen o (1) Er zijn reservataire erfgenamen = Saisine # Algemeen legaat = Afgifte van legaat verkrijgen van reservataire erfgenaam # Legaat ten algemene titel = Afgifte van legaat verkrijgen van reservataire erfgenaam # Bijzonder legaat = Afgifte van legaat verkrijgen van reservataire erfgenaam # Bv. Er is een kind van de overledene. Maar de overledene heeft testament dat zegt ‘ik geef het aan mijn vriendin’. Ze moeten afgifte vragen aan de reservataire erfgenaam. Doen ze dit niet, dan moet je gerechtelijke afgifte bekomen # Als er geen reservataire erfgenamen zijn, maar wel een algemene legataris ! Dan heeft de algemene legataris het bezitsrecht indien hij aangesteld is bij notarieel testament. Testament krijgt rechtstreeks uitvoering, hij kan doen wat hij wil met onroerend en roerend goed o (2) Er zijn geen reservataire erfgenamen # Algemeen legaat • Notarieel testament = saisine • Eigenhandig of internationaal testament = Inbezitstelling voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg # Legaat ten algemene titel = Afgifte van legaat verkrijgen van algemene legataris # Bijzonder legaat = Afgifte van legaat verkrijgen van algemene legataris # In internationaal of eigenhandig testament en er zijn geen reservataire erfgenamen moet je in bezit gesteld zijn door beschikking van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg 144 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 ! Dan pas in bezit gesteld. De voorzitter kijkt naar het testament en maakt een oppervlakkige controle. Hij kan uitvoering toestaan, maar het kan wel nog aangevochten worden # Bv. broer overledene had testament geschreven. Voorzitter stelt hem in bezit, maar later nietig verklaard o (3) Er zijn geen reservataire erfgenamen, er zijn geen algemene legatarissen, er zijn wel wettelijke erfgenamen = Saisine # Legaat ten algemene titel = Afgifte van legaat verkrijgen van wettelijke erfgenaam # Bijzonder legaat = Afgifte van legaat verkrijgen van wettelijke erfgenaam # Er is geen algemene legataris? Dan moet de afgifte gevraagd worden aan de wettelijke erfgenamen. Dat betekent dat het zeer belangrijk is om een algemeen legataris aan te stellen in je eigenhandig testament o (4) Er zijn geen reservataire erfgenamen, er zijn geen algemene legatarissen, er zijn geen wettelijke erfgenamen ! Er moet eerst een curator over de onbeheerde nalatenschap aangesteld worden # Legaat ten algemene titel = Afgifte van legaat verkrijgen van curator over de onbeheerde nalatenschap # Bijzonder legaat = Afgifte van legaat verkrijgen van curator over de onbeheerde nalatenschap # Geen reservataire erfgenamen, geen wettelijke erfgenamen? • Curator aanstellen door de rechtbank, die gaat dan afgifte van het legaat doen. Enkel mogelijk als er geen wettelijke erfgenamen zijn volgens klassieke opvatting • Zijn ze er wel, en ze zeggen ‘we trekken ons er de ballen van aan’, dan mag je geen curator aanstellen in klassieke leer o Soms doet men dit wel in de rechtspraak, maar dit is minderheidsrechtspraak o Soms ook beheerder ad hoc aangesteld die dan die afgifte van de nalatenschap doet (in plaats van curator omdat er nog wettelijke erfgenamen zijn) Aanwas • Algemeen legataris ! Wel • Legaat ten algemene titel ! Niet • Bijzonder legaat ! Niet • Bv. Ik maak een testament en ik stel aan in dat testament als mijn 3 algemene legatarissen A, B en C. Wat gebeurt er nu als A overlijdt ! Dan wast zijn deel aan bij B en C, en gaan zij dus elk de helft van de nalatenschap bekomen • Bael zag eens een testament waarin stond dat er 1 algemene legataris was (de broer A), en dan een zus en nog 2 andere broers. Daar gezegd dat A algemeen legaat heeft, en dan ¼ aan B, C en D ! Resultaat: Elk ¼ en maar 1 algemeen 145 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 legataris die de afgifte moest doen. MAAR: er overlijdt een zus voor het overlijden van de testator. Geen aanwas ten gunste van legatarissen ten algemene titel, maar aan de algemene legataris die dus de helft kreeg en andere broers elk ¼ . Dus verwoording van testament ook gevolgen op vlak van aanwas Bijdrage in de lasten en schulden • Algemeen legataris ! Wel • Legaat ten algemene titel ! Pro parte • Bijzonder legaat ! Niet • Een algemene legataris moet de schulden van de nalatenschap betalen. Legataris ten algemene titel ook (Bv. ¼ nalatenschap, dus ¼ schulden ten laste) • Bij bijzonder legaat is dit niet het geval Vruchten • Algemeen legataris o Zonder reservataire erfgenamen # Vanaf overlijden (ook als aangesteld bij eigenhandig testament) o Met reservataire erfgenamen # Vanaf overlijden als de afgifte gevraagd is binnen 1 jaar na het overlijden # Vanaf de betekening van de dagvaarding tot afgifte indien de afgifte niet gevraagd (of bekomen) is binnen 1 jaar • Legataris ten algemene titel o Vanaf overlijden als de afgifte gevraagd is binnen 1 jaar na het overlijden o Vanaf de betekening van de dagvaarding tot afgifte indien de afgifte niet gevraagd is binnen 1 jaar • Bijzonder legataris o Vanaf de betekening van de dagvaarding tot afgifte (of vanaf de dag waarop de afgifte hem vrijwillig is toegestaan) o Uitzondering Heling 146 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 18: 7/05/2014) Hoofdstuk 6: Inhoud van het testament • Vooraf o Man wil in testament VG op zijn woning aan vriendin geven en hij heeft ook nog een dochter, die mag van hem voor de rest alles hebben o Eerste vraag (belangrijk!!) ! Is er een reservataire erfgenaam? o Woning van 300.000 en 10.000 op de rekening. Dan kan hij slechts over 155.000 vrij beschikken o ! Leg een verklaring van wettelijke samenwoning af ! Dan is probleem reserve opgelost o Stel dat hij tegen wettelijke samenwoning is ! Trouwen eventueel ! En als hij ook trouwen bullshit vindt ! Eventueel testament met strafbeding: ‘Ik geef een recht van bewoning aan mijn vriendin en als dochter dit niet accepteert dan geef ik aan mijn vriendin het grootste beschikbare deel’ # Of ‘dochter, je mag kiezen’ ! Ofwel geef je bewoning ofwel geef je beschikbaar deel • Met of zonder vrijstelling van inbreng o Als een testament gemaakt wordt, kan dit vermaakt worden met vrijstelling van inbreng of voorschot op erfdeel. Vrijstelling van inbreng betekent dat als het een erfgenaam is hij dit bovenop zijn erfdeel krijgt o Bv. 3 kinderen en pa zegt ik ken 50.000 toe aan mijn jongste dochter, dan krijgt deze 50 000 euro meer indien binnen grenzen beschikbaar deel. Ook mogelijk dat Pa schilderij, spaarrekening en effectenrekening van elk 50.000 euro heeft ! Hij kent één van hen toe aan A B en C op voorschot van erfdeel # Is dit een onroerend goed, dan heeft dit geen zin. Want bij onroerend goed gebeurt inbreng in natura, bij roerend goed door minderneming. Dus als je aan 1 van je kinderen zegt ik legateer je als voorschot op erfdeel het huis, dan moet dat toch terug via inbreng in natura in de pot gestoken worden " Legaat met voorschot op erfdeel van onroerend goed heeft dus geen zin o " Specifiëren ! Als je niets zegt dan wordt het vermoed een voorschot op erfdeel te zijn (bij roerende goederen ingebracht door minderneming) o Legaat vermaken aan Bv. Ugent ! Altijd met vrijstelling van inbreng want zal nooit onder de wettelijke erfgenamen horen ! Hier maakt het dus niet uit dat je erbij zet ‘als voorschot op erfdeel of met vrijstelling van inbreng bovenop erfdeel’ • Geen plaatsvervulling o Stel X wil zijn vorig testament herroepen zodat alles toekomt aan wettelijke erfgenamen o Notaris laat mens zeggen dat hij alle vroegere testamenten herroept en zijn nalatenschap toekent aan zijn 3 kinderen # Dit is niet zo goed ! Op het moment dat een dochter overlijdt, gaat dit legaat niet naar haar kinderen maar zal dit aanwassen bij die 147 SV Fam. Vermogensplanning #
•
•
•
•
•
JVD 2014 andere algemene legatarissen (en waarschijnlijk de bedoeling dat er ook plaatsvervulling zou zijn bij vooroverlijden van het kind) " Altijd vragen of er plaatsvervulling moet zijn? ! Moet bij overlijden het testament dan gaan naar zijn kinderen of naar zijn vrouw of aanwassen bij de andere legaten ? Voorwaarde van overleving gedurende bepaalde periode Aanwas o Hierboven al gezien Bij hoofden of bij staken o Principe: De verdeling bij hoofde # Stel overledene en geen kinderen ! Wel 2 broers en een zus # Ik ken mijn nalatenschap toe aan (zo staat het in testament): • Thomas, Helena en Alex • Anne • Luc # Principe ! Bij hoofden tot de nalatenschap ! Elk een gelijk deel # Maar is dit hier de bedoeling? o Uitzondering ! Si conjuncti disjuncti … (als bepaalde legatarissen groepsgewijze zijn aangeduid en andere individueel) ! En als diegene die groepsgewijs zijn aangeduid behoren tot een andere generatie ! Dan niet bij hoofde, maar bij staken Bij een legaat aan verschillende personen: ieder dus voor een gelijk deel of niet? Vervangingsgoed o Iemand maakt een testament en hij heeft 6 huizen o In testament: ‘ik ken alles toe aan mijn oudste zus, maar onder last van afgifte van 6 bijzondere legaten (van telkens een huis) aan de 6 kinderen van mijn andere zus’ o Testator wordt dement ! Wordt onder voorlopig bewind gesteld en oudste dochter wordt aangesteld als voorlopig bewindvoerder en verkoopt de 6 huizen ! Dus dan uiteindelijk bij dood komt testament boven en de 6 huizen zijn verkocht o Oplossing = vervangingsgoed voorzien ! Bv. Als het huis er niet meer is krijg je 500.000 euro •
Advies indien de wettelijke (niet reservataire) erfgenamen feitelijk (geheel of gedeeltelijk) onterfd zijn •
Advies indien er talrijke wettelijke erfgenamen zijn 148 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Herroeping van de vorige testamenten o Als testament wordt gemaakt, dan gaat men in de praktijk de vorige testamenten altijd herroepen # Geen herroeping, dan is het principe dat ze samen worden uitgeoefend o Testament maken in 1990 ! ‘ik ken mijn volledige nalatenschap toe aan mijn zus Anne’ ! Mijn bibliotheek ken ik toe aan mijn broer Marc ! En mijn geld op de spaarrekening (niet veel) aan mijn broer Luc. In 2013 nieuw testament ! ‘Ik ken heel mijn nalatenschap toe aan mijn 3 kinderen’ ! De regel is als er 2 testamenten zijn dan moeten die samen worden uitgevoerd o 2 uitzonderingen ! Indien materieel of intentioneel niet mogelijk ! Dan impliciete herroeping # Materiele onverenigbaarheid ! Bv. Testament met bijzonder legaat voor auto aan broer Luc. Maar hij moet dat niet hebben en men maakt een nieuw testament en kent de auto toe aan andere broer Marc ! Samen uitvoeren gaat niet ! Materiele onverenigbaarheid # Intentionele onverenigbaarheid ! 2 testamenten, maar uit de bewoordingen van de testator lijkt dat het niet de wil is om die testamenten samen uit te voeren ! De hele discussie kan je volledig vermijden door in het laatste testament in te zetten dat je alle vorige testamenten herroept Uitdrukkelijke bepaling dat de bijzondere legaten slechts dienen uitgekeerd te worden tot het netto-­‐actief van de nalatenschap o Bijzonder legaat van een geldsom wordt door sommige auteurs gelijkgesteld met een schuld van de nalatenschap o Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving helpt niet als het gaat over successierechten want dit zijn geen schulden van de nalatenschap ! Dit zijn schulden van de erfgenamen o Bij nalatenschap kan je 3 dingen doen ! # Nalatenschap zuiver aanvaarden ! Schulden ook op jouw eigen vermogen # Nalatenschap verwerpen ! Bv. 1000 op rekening en nog 20.000 schulden # Aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving ! De schulden kunnen niet verhaald worden op je persoonlijk vermogen • Bv. Je vader is architect en dit is beroep waar makkelijk aansprakelijkheidsclaims komen ! Dan bv. aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving • Bv. Man met fabriek en 3 dochters ! Zoekt koper ! ondertussen bodemsaneringsdecreet ! In contract ! Pa zou instaan voor sanering wat 5 miljoen kan kosten ! Nalatenschap wordt aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving 149 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Erfstelling over de hand o Erfstelling over de hand kom je in de praktijk nooit tegen o Bv. testament waarin de kasteelheer zegt ! Kasteel moet toekomen aan mijn kinderen, maar als de kinderen overlijden moet het kasteel toekomen aan mijn kleinkinderen (Art. 1048 e.v. BW) # Variant ! Kasteel moet toekomen aan mijn broers en zussen en als die overlijden naar hun kinderen # Zoiets kan normaal niet ! maar kan wel in deze 2 gevallen o Volgens Bael kan dit enkel ten belope van het beschikbaar deel Fideï-­‐commis de residuo (restlegaat) o Komt wel voor in de praktijk ! 2 voorbeelden ! Vaak in planning van ouders met mentaal gehandicapt kind # Bv. Vader en moeder hebben 3 kinderen en één ervan heeft ernstige mentale handicap ! We gaan de nalatenschap toekennen aan onze 3 kinderen, elk een gelijk deel ! Maar het deel voor het kind met de handicap zal bij zijn overlijden toekomen aan de andere 2 of hun afstammelingen ! Op eerste zicht niet nuttig ! Wettelijk erfrecht • Waarom nuttig? ! Fiscale incentive ! Als B en C ingevolge dergelijke clausule erven van A met de handicap ! Dan moeten ze successierechten betalen alsof ze zouden erven in rechte lijn! Ze betalen successierechten alsof ze nog erven van pa en ma " Dit kan je doen bij elk kind dat geen kinderen heeft o Verschil tussen Fideï-­‐commis de residuo en erfstelling over de hand ! Er mag geen vervreemdingsverbod op zitten bij Fideï-­‐commis de residuo o Andere voorbeeld: Terug met 3 kinderen waarvan één een handicap heeft ! B en C hebben totaal geen interesse in gehandicapte A # Pa en ma zeggen: ‘De nalatenschap komt toe aan de 3 kinderen, elk voor een gelijk deel, maar als A overlijdt kennen we wat overblijft toe aan de instelling waar A verblijft of een vzw # Burgerrechtelijk motief ! Wat niet van de ouders is geërfd kunnen we niks over zeggen (inkomsten uit beschutte werkplaats) o Veel bij Fideï-­‐commis de residuo ! Zaakvervanging # Bv. Effectenportefeuille ! De effecten of wat daarvan in de plaats is gekomen 150 SV Fam. Vermogensplanning •
•
•
•
JVD 2014 De legataris gehuwd onder een stelsel van algehele gemeenschap o Gehuwd onder algehele gemeenschap, en men erft ! Dan onder algehele gemeenschap? o In de rechtsleer neemt men echter aan dat je in je testament kunt bepalen dat het niet in die algehele gemeenschap kan vallen maar dat het eigen moet zijn. Deze voorwaarde is namelijk in het belang van die erfgenaam, dus neemt men in de rechtsleer aan dat zo’n voorwaarde geen aantasting inhoudt van de reserve want niet in nadeel erfgenaam (in tegendeel in voordeel) Beding dat de successierechten niet moeten gedragen worden door bepaalde legatarissen o Bv. Gilbert en Gilberte # Gilbert overlijdt en legateert zijn groot huis aan de kuisvrouw ! Veel successierechten # Gilbert had recht van bewoning toegekend aan kuisvrouw ! Ook successierechten en wordt berekend alsof het vruchtgebruik is en hangt dus af van de leeftijd van de kuisvrouw ! Op 52% moet ze betalen (waarde van het recht van de bewoning) ! Ze kan dit niet betalen en kan het ook niet verkopen " Kuisvrouw heeft legaat verworpen # Notaris had dit kunnen vermijden door te bepalen dat Gilberte de successierechten had moeten betalen ! De bedoeling van Gilbert was dat de kuisvrouw daar haar hele leven had kunnen wonen (dus met vrijstelling van successierechten en betaling door Gilberte) Testamentaire voogd o Wat je ook kunt regelen in testament vandaag is de testamentaire voogdij o Bv. Ik heb 3 kinderen en in het geval dat ik zou sterven samen met mijn vrouw, dan voorzien dat de 3 kinderen bij de zus terecht komen. Je kunt als ouder nl. in je testament bepalen wie dat als de langstlevende ouder overlijdt de voogd wordt o ! Dus geen beschikking over vermogen, maar over voogdij van de kinderen. Kan in testament of andere notariële akte. Noemt men de testamentaire voogdij o Rechter kan dit enkel weigeren indien ernstige reden met het belang van het kind Onttrekking vruchtgenot aan de ouders o Bv. Ik wil niet dat de moeder eraan kan ! Zoon erft alles , maar moeder mag inkomsten van het geld niet hebben ! Geen vruchtgenot o Mogelijkheid ! Roerend vermogen van die mens in een maatschap ! Speciaal: fiscaal transparant ! Belast alsof de maatschap niet bestaat # 5 miljoen in maatschap ! Pa als statutaire zaakvoerder ! Kan niet buitengesmeten worden uit de maatschap # Pa zegt: ‘Als ik er niet meer ben, wordt mijn oudste broer zaakvoeder…’ 151 SV Fam. Vermogensplanning #
#
JVD 2014 Stuk vermogen van de man zit dus in de maatschap die we een bepaalde duur laten bestaan, Bv. dat het kind er tegen een leeftijd van 25 jaar aankan ! Dit vermogen wordt zo dan ook onttrokken aan het beheer van de moeder die we niet willen " Dit wordt soms gedaan bij echt grote vermogens, meestal komt dit niet veel voor •
Keuzelegaat o ! Je mag kiezen # Bv. ik heb 3 violen, jij mag er eentje kiezen # Ander soort keuzelegaat ! je mag kiezen: • Mogelijkheid 1: VG van de nalatenschap • Mogelijkheid 2: volle eigendom gezinswoning en VG op de rest • Mogelijkheid 3: VG op het huis + som van 1 miljoen euro in volle eigendom en voor de rest alles naar de kinderen o Bv. Man met 4 kinderen en heeft een Latrelatie met een vrouw ! Vrouw krijgt 500.000 euro, vrouw wil dat niet hebben, dit mag naar de kinderen ! Dan zegt fiscus , dan gaan wij de kinderen belasten met de successierechten die de vriendin normaal had moeten betalen (45%, 55% ! erg hoog) # In geval van verwerping van .. (Aanhef art. 68 W.Succ.) # Bijna niemand lost dit op met een keuzelegaat 152 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 19: 8/05/2014) Hoofdstuk 7: Legaten aan personen/rechtspersonen Legataris moet een persoon zijn • Onthoud dat een legataris een persoon moet zijn o Dus indien eigenhandig testament gemaakt waarin staat dat nalatenschap toegaat naar zijn hond, dan is dit niet ok o Bv. eigenhandig testament, ze zegt dat alles toekomt aan haar man, maar als hij vooroverlijdt dan gaat alles naar de sociale dienst van UZ gent # Dat heeft geen rechtspersoonlijkheid # Als je daarentegen zegt dat het naar UZ gent moet gaan, met de last dit aan te wenden in het voordeel van diens sociale dienst, dan wel een geldig testament • Dus zo’n testament moet legaten bevatten in voordeel van iemand die natuurlijke persoon is of rechtspersoon o Bij rechtspersoon onthouden dat bij een hele reeks rechtspersonen een machtiging nodig is van minister van Justitie om een legaat of schenking te aanvaarden ! In art. 16 VZW wet vind je dergelijk voorschrift terug voor een vzw, waarin staat dat als het gaat om gift aan een vzw van meer dan 100 000 euro, dan is er machtiging van de minister van justitie nodig om de gift te aanvaarden # ! Uitzonderingen: Beneden 100.000 euro niet en handgift (zie verder) Legaat aan rechtspersonen • Criteria voor de overheid o De bescherming van het algemeen belang # Vrees voor de dode hand. # Beteugeling van ongeoorloofde voorwaarden # Handhaving van het beginsel van de specialiteit? o De bescherming van het familiaal belang # Oplossing ! Subsidiaire legataris aanstellen ! In de mate dat de vzw niet tot het legaat komt ! Subsidiaire legataris niet familielid o De bescherming van de belangen van de rechtspersoon zelf o De eerbiediging van de wil van de erflater • " Minister van justitie zal deze zaken nagaan o Bv. X kent zijn 10 miljoen euro toe aan een museum maar heeft familieleden die in armoede leven. Dan zou de minister dit voor stukje kunnen weigeren en deeltje naar de familie o In praktijk: We stellen dan Bv. die vzw van dat museum aan, en als machtiging geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan komt het toe aan een vertrouwenspersoon die geen familie is ! Dan kunnen die wettelijke erfgenamen er niet meer tegenop komen omwille van familiaal belang 153 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Personen die niet als legataris kunnen aangeduid worden • Art. 907 BW o In de rechtsleer soepel geïnterpreteerd ! Verjaart na 5 jaar en dan kan de voogd wel een schenking ontvangen of een legaat aanvaarden van zijn vroegere pupil • Art. 909 en 911 BW o Onbekwaamheid om te ontvangen komt voort van de gedachte dat die arts zal misbruik maken van zijn positie (tegenover patiënt) o Officier van gezondheid ! Parlementaire voorbereiding ! Alle mensen die een medisch of paramedisch beroep uitoefenen o Beheerders en personeelsleden van rusthuizen ! Vaak problemen ! Er staat niet ‘een gift ten voordele van het rusthuis zelf’, enkel personeel o Ook de bedienaren van de eredienst en afgevaardigde van de centrale vrijzinnige raad o Uitzonderingen in Art. 909, lid 3 BW o Nieuw ! Art. 908 ! Op 1 september 2014 pas ! Hervorming regels bewind ! Onbekwaamheid voor de bewindvoerder # Dus meestal zullen professionele bewindvoerders worden aangesteld • Art. 8 Organieke Wet Notariaat o Notaris mag niet in het door hem opgemaakte testament staan of mensen met dichte band met notaris o Getuige mag geen legataris zijn • Art. 51 §7, lid 1 Organieke Wet Notariaat o Zegt ongeveer hetzelfde als Art. 8 • Art. 10, lid 5 Organieke Wet Notariaat Het legaat ten gunste van een concubant • Concubant = samenwonende partner Het beding van onvervreemdbaarheid? Moet het testament ook in een ander land uitvoering krijgen? • Testament met betrekking tot huizen in buitenland! Zal de gekozen testamentvorm aanvaard worden in het buitenland? ! In de meeste westerse landen zal men het ok vinden als het is opgemaakt volgens de regels van de plaats waar het is opgemaakt • In UK inhoudelijk anders afgewikkeld Het beding waarbij afbreuk wordt gedaan aan de herroepbaarheid van het testament • Wezenlijk kenmerk van een testament ! Moet op elk ogenblik kunnen worden herroepen • " Beding waarbij hieraan afbreuk wordt gedaan = Geen geldig testament 154 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 8: Fiscaal geïnspireerde testamenten Belangrijk " In het wetboek Registratierechten en successierechten " Antimisbruikbepaling " Als een rechtshandeling wordt gesteld met uitsluitend fiscaal doel dan kan de administratie die rechtshandeling als onbestaande beschouwen • Maar volgens de letterlijke tekst van de wet niet van toepassing op testamenten Testament met duo-­‐legaat • De minst belaste betaalt de successierechten van de hoger belaste • Bv. Legaat van 250.000 € in het voordeel van een neef o Successierechten # 0-­‐75.000 € ! 45% # 75.000-­‐125.000 € ! 55% # Boven 125.000 € ! 65% o Dus ! 142.500 € successierechten ! Meer dan de helft wegbelast ! Men behoudt een nettobedrag van 107.500 € o Alternatief ! 125.000 aan VZW en 125.000 aan neef ! Legaat aan een VZW: 125.000 met last om successierechten te betalen verbonden aan het legaat van 125.000 aan neef # Successierechten • Te betalen door de VZW o 8,5% op haar legaat van 125.000 =10.625 o + Successierechten op het legaat van 125.000 aan de neef = 68.750 o " VZW bekomt nettobedrag van 45.625 en neef bekomt het nettobedrag van 125.000 o " Groter nettobedrag voor de neef! # " Kern van de zaak: Als je legataris oplegt om de successierechten te betalen op een legaat in het voordeel van een derde, dan gaat het feit dat de successierechten betaald worden niet als een voordeel beschouwd worden van de derde • Steunt op art. 64, lid 2 W.Succ. :De last opgelegd aan een erfgenaam of legataris om de rechten (en kosten) te betalen verbonden aan het legaat aan een ander persoon, kan niet beschouwd worden als een legaat • Probleem met de gewone formulering: Aanpassing nodig van het testament bij evolutie van het vermogen ! Noodzaak voldoende ruim bedrag te voorzien voor de VZW o Nadeel als VZW als algemeen legataris ! Er kan nog een grote schuld opduiken o Nog een nadeel ! VZW krijgt ook de meubels, foto’s , … ! Kan daar niks mee doen • In de praktijk passen we daarom omgekeerd duolegaat toe ! Neef is algemeen legataris en de VZW maken we bijzondere legataris ! VZW krijgt netto 125.000 155 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 euro en moet daarmee alle successierechten betalen (want dan kan de VZW nooit aangesproken worden voor plotse schulden van de overledene) o Cijfers moeten heel goed kloppen want als mens geen 250.000 heeft, maar 500.000 zal VZW zeggen dat ze niet toekomt en dan zal ze legaat verwerpen Alternatieve formulering (dit omgekeerd duolegaat): 25.000 + de som nodig om alle successierechten en kosten met betrekking tot de nalatenschap te dragen o Houding fiscale administratie aanvaardt dit niet meer ! Nu veel procedures waar deze omgekeerde duolegaten worden aangevochten (in kleine nalatenschappen geeft men toe, in grote nalatenschappen gaat de strijd voort) Testament in het voordeel van de kleinkinderen • Bv. Pa bezit 1,5 miljoen roerende goederen , uit de echt gescheiden en 2 kinderen o Normaal krijgen de kinderen elk 750.000 euro. Maar die 2 kinderen hebben op hun beurt 2 kinderen ! De pa kan testament maken in voordeel van kinderen en kleinkinderen en elk 1/6 geven o Dan zitten we plots in een lager tarief (kinderen zullen akkoord moeten gaan ! Ze zullen reserve niet inroepen) = simpele techniek van successieplanning Testament in het voordeel van de kinderen onder de last om een bepaald bedrag schuldig te erkennen aan de kleinkinderen, opeisbaar bij het overlijden van het kind • De schuld van het kind ten aanzien van de kleinkinderen is aftrekbaar van het erfdeel van het kind • De kleinkinderen worden belast op het bedrag dat het kind hen schuldig is • De successierechten en kosten worden ten laste gelegd van het kind • Steunt op o Art. 64, lid 1 W.Succ.: de verbintenis opgelegd in een testament aan een erfgenaam of legataris om een geldsom te betalen aan een derde wordt beschouwd als een legaat o Art. 65 W.Succ.: de erfgenaam of legataris die de last uitvoert mag de last aftrekken van zijn erfdeel of legaat • Houding fiscale administratie • Voorbeeld: Een ouder met 1 kind en 5 kleinkinderen o Roerende nalatenschap: 1.500.000 € o Maximum 9% in plaats van 27% op 1.250.000 € • Alternatief? 156 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 (Les 20: 14/05/2014) Hoofdstuk 9: De herroeping van het testament door de testator Uitdrukkelijke of stilzwijgende herroeping • Uitdrukkelijke herroeping o Twee mogelijkheden om te herroepen # Nieuw testament ! Notarieel testament of eigenhandig testament # Om het even welke notariële akte • 2 getuigen volgens de notariswet als het gaat om de herroeping van een notarieel testament • Om een eigenhandig testament te herroepen, zijn er geen getuigen nodig o De herroeping kan op haar beurt herroepen worden o Wat in de volgorde testament, herroeping, herroeping van de herroeping? o Wat als de andere bepalingen van het testament geen uitwerking krijgen? # Art. 1037 BW # Cass.26oktober1987(onverbrekelijk verbonden) • Stilzwijgende herroeping o Een later testament dat geheel of gedeeltelijk onverenigbaar of strijdig is met een vroegere beschikking # Ook een latere contractuele erfstelling # Onderscheid materiële en intentionele onverenigbaarheid • Geen gelijktijdige materiële uitvoering mogelijk • De uitvoering stemt niet overeen met de wil van de erflater o Principe: samen uitvoeren; beperkende interpretatie van de impliciete herroeping o Rb. Brussel 28 september 1993 (niet herhalen van een bijzonder legaat in een later testament) o Rechtspraak in andere zin: Rb. Turnhout 6 februari 1992 (1/3e VE + VG groot deel nalatenschap) o De vervreemding van de vermaakte zaak # Wat bij gedeeltelijke verkoop # De bedoeling van de erflater # Het begrip vervreemding: onteigening? # Wat als de vervreemding nietig is of als de testator het goed later terug bekomt? o De vernietiging van het testament door de testator # Hoe zit dat bij de verschillende testamentvormen? 157 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 10: Interpretatie van de testamenten • Algemene interpretatieregels uit het verbintenissenrecht • Traditionele opvatting ! Een duidelijk testament mag niet worden geïnterpreteerd en de bedoeling van de testator moet steeds een grondslag vinden in de tekst van het testament o Vereiste van onduidelijkheid voor het zich beroepen op extrinsieke elementen • " Men zegt eigenlijk het volgende: o Beetje evolutie in de rechtspraak ! Basisregel = Algemene interpretatieregels uit het verbintenissenrecht o Maar toch een verschil want testament is een plechtige akte en dan kan je het toch niet helemaal op dezelfde manier toepassen ! Je moet steeds een grondslag vinden in de tekst van het testament o Principe van interpretatie " Grondslag vinden in testament o In werkelijkheid ! Rechter gaat meestal af op zijn intuïtie en daarna juridische uitleg verzinnen Hoofdstuk 11: Nietigheid, gerechtelijke herroeping, verval van testament of legaat Nietigheid • Wanneer? • Gevolgen: nietigheid van het testament of van de testamentaire bepaling? • Bevestiging mogelijk? • Bv. Geen datum = nietig Gerechtelijke herroeping • Niet-­‐vervulling van de lasten • Onwaardigheid (Wet) o
o
o
Art. 955, 1° BW: aanslag op het leven van de testator Art. 955, 2° BW: mishandelingen, misdrijven en grove beledigingen tegenover de testator Art. 1047 BW: grove belediging t.a.v. de nagedachtenis van de testator o
Theorie (jaren ‘90) ! Een rechtshandeling kan vervallen door het verdwijnen van de oorzaak Bv. Man is verliefd op vrouw, vrouw is daar enkel voor het geld. Hij geeft haar een huis om daar samen te gaan wonen Cassatie ! Als één van de determinerende beweegredenen verdwijnt kan de rechtshandeling vervallen Cassatie 2008 ! Rechtshandeling vervalt niet door verdwijning van de oorzaak Cassatie 2014 ! HvB heeft geldig kunnen beslissen dat een tontinebeding tussen een koppel vervallen was, wanneer het koppel uit elkaar was gegaan ! Dus terug verval van de rechtshandeling wegens verdwijning van de oorzaak Verval van het legaat • Vooroverlijden van de legataris (art. 1039 BW) • Tenietgaan van de gelegateerde zaak (art. 1042, lid 1 BW) o Bv. Het goed is vernield ! Tenietgegaan ! Legaat vervalt • Verwerping door de legataris • Verdwijning van de oorzaak? o
o
o
o
158 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Deel VI: Schenking Hoofdstuk 1: Begrip • Onderscheid rechtshandelingen onder bezwarende titel en rechtshandelingen onder kosteloze titel • Onderscheid tussen de contracten uit vrijgevigheid en de giften • 3 soorten giften o De schenkingen o De legaten o De contractuele erfstelling • Constitutieve bestanddelen o Art. 894 B.W.: “Een schenking onder de levenden is een akte waarbij de schenker zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoet, ten voordele van de begiftigde, die ze aanneemt” o Een materieel element ! De verarming van de schenker en de verrijking van de begiftigde = de afstand of overdracht van een vermogensbestanddeel van de schenker, met tot gevolg een zakelijke verarming van de schenker en een verrijking van de begiftigde # Om het even welke verarming, hoe gering ook # Niet noodzakelijk dat het vermogen van de begiftigde wordt vermeerderd # De verarming moet de oorzaak van de verrijking zijn # De schenker moet zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoen (art. 894 BW) (potestatieve voorwaarden) o Een intentioneel element ! De intentie om te begiftigen (de animus donandi) = d.w.z. men verwacht geen economische tegenprestatie in ruil en men wil niet een eerder geleverde prestatie vergoeden • " De kwalificatie gegeven door de partijen is niet bepalend Hoofdstuk 2: Vormvereisten • Notariële akte (Basisregel Art. 931 BW) o In minuut o Uitzondering: # Vermomde schenkingen # Onrechtstreekse schenkingen # Giften van hand tot hand # Vergeldende schenkingen (in sommige gevallen) 159 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 •
Aanvaarding van de schenking door de begiftigde o Uitdrukkelijk o Indien de schenking een authentieke akte vereist, moet de aanvaarding in principe eveneens authentiek worden vastgesteld # In dezelfde akte # In een andere authentieke akte, in minuut, tijdens het leven van de schenker, die betekend moet worden aan de schenker o Bij volmacht mogelijk: # Indien de schenking een authentieke akte vereist: de volmacht tot het aanvaarden van een schenking moet een authentieke volmacht zijn, verleden in minuut. Een uitgifte van de akte volmacht tot aanvaarden wordt gehecht aan de akte schenking of aan de akte aanneming (als de aanneming in een afzonderlijke akte gebeurt) o Aanvaarding bij sterkmaking is uitgesloten o Door een doofstomme (art. 936 BW) # Die kan schrijven: hij kan zelf of door een gemachtigde de schenking aanvaarden: hij schrijft de aanvaarding dan onderaan de akte # Die niet kan schrijven: aanstelling van een curator •
Volmacht om te schenken: moet een bijzondere authentieke volmacht zijn, verleden in minuut. Een uitgifte van de akte volmacht tot schenken wordt gehecht aan de akte schenking o Met Algemene volmacht kan je geen schenking doen •
Schenking van (lichamelijke of onlichamelijke) roerende goederen bij notariële akte: o Staat van beschrijving en schatting van ieder goed (op straffe van nietigheid) # Moet aan de minuut worden gehecht, kan onderhands, ondertekend door schenker en begiftigde (of lasthebber daarvan) # Kan in de notariële akte zelf worden opgenomen (praktijk) 160 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 3: De gift van hand tot hand (nergens in de wet) • Wanneer is de gift van hand tot hand mogelijk (voor welke goederen) o Enkel mogelijk voor lichamelijke roerende goederen en onlichamelijke roerende goederen waarvan het recht in de titel is geïncorporeerd o Bv. : # Wel bankbiljetten, titels aan toonder (kasbons, obligaties en aandelen aan toonder) # Niet aandelen op naam, spaarboekje, cheque op naam • Geldigheidsvereisten voor de gift van hand tot hand o De traditio # = De materiële overdracht van de geschonken zaak door de schenker aan de begiftigde • Daadwerkelijk, onmiddellijk en onherroepelijk • Wat als de begiftigde reeds feitelijk in het bezit is? • Wat als de schenker een sleutel aan de begiftigde geeft? o De animus donandi # = De bedoeling bij de schenker om een gift te doen aan de begiftigde • De animus donandi wordt niet vermoed • Er moet animus donandi zijn op het ogenblik van de traditio (een overdracht met de bedoeling van latere begiftiging volstaat niet) o De aanvaarding door de begiftigde # De handgift moet door de begiftigde worden aanvaard # De aanvaarding kan stilzwijgend gebeuren o Traditio en aanvaarding tijdens het leven van de schenker en de begiftigde • De modaliteiten van de gift van hand tot hand o Basisregel bij de beoordeling van de geldigheid: de schenker moet daadwerkelijk, onmiddellijk en onherroepelijk het geschonken goed overdragen en afstaan aan de begiftigde o Voorbeelden van voorwaarden en lasten die al of niet mogelijk zijn: # Ontbindende voorwaarde # Verbod van vervreemding # Beding van conventionele terugkeer # Opschortende voorwaarde # Opschortende tijdsbepaling # Voorbehoud van vruchtgebruik • Er kunnen in principe geen giften van hand tot hand worden gedaan met voorbehoud van VG (omdat het VG veronderstelt dat het goed in bezit blijft van de schenker) # Last om intresten of dividenden op bepaalde tijdstippen uit te betalen 161 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Het bewijs van de gift van hand tot hand o Geschrift ad probationem # Schriftelijk document achteraf opgesteld door de schenker # Schriftelijk document achteraf opgesteld door de begiftigde " Op 1 blad met 2 aparte verklaringen #
#
#
#
Belang van het bewijs voor de schenker, o.m.: • Uitvoering van voorwaarden en modaliteiten • Herroeping of wettelijk recht van terugkeer • Vordering tot levensonderhoud • Inbreng en inkorting • Ook belangrijk voor de erfgenamen die de successierechten niet willen betalen, maar wensen dat deze betaald worden door de begiftigde Erkenning van de gift van hand tot hand door de echtgenoot van de begiftigde Bewijs van de datum van de handgift • Datumvandetraditio • Datum van de animus donandi • Datum van de aanvaarding Belang van het bewijs van de datum, o.m.: • Bewijs dat de schenker gezond van geest was • Volgorde voor de inkorting van schenkingen • Tegenover schuldeisers • Tegenover de fiscus o Bewijs als geen geschrift ad probationem is opgemaakt # Terugvordering op drie verschillende manieren mogelijk: • De persoonlijke vordering tot teruggave gebaseerd op een overeenkomst • De vordering tot teruggave gebaseerd op een misdrijf • De zakelijke vordering tot revindicatie # In het laatste geval: bewijs door de begiftigde • Regel 1: de begiftigde kan zich beroepen op zijn bezit o In rechtsleer ! Bv. Politieman en 2 kinderen komen af ! Jij hebt 400.000 kasbons van ons ma gepakt ! ‘ik heb die inderdaad in mijn bezit’ ! Maar het bezit ter goeder trouw geldt als titel • Regel 2: tenzij het bezit te kwader trouw is, door gebreken aangetast ... o Kinderen zullen proberen aantonen dat er iets mis is met het bezit # Dan zal de begiftigde de gift van hand tot hand moeten bewijzen d.m.v. een geschrift of een begin van bewijs door geschrift aangevuld met getuigen en vermoedens (als meer dan 375 euro) • Uitzondering ! Morele onmogelijkheid 162 SV Fam. Vermogensplanning #
JVD 2014 Bewijs door derden en door erfgenamen van de begiftigde of van de schenker wanneer ze in eigen naam optreden (bv. bij een vordering tot inkorting): Door alle middelen van recht •
De gift van hand tot hand en de registratierechten o Geen registratieverplichting o Wat als een gift van hand tot hand blijkt uit een document dat ter registratie wordt aangeboden? Hoofdstuk 4: De vermomde schenking • Definitie o " Schenking vermomd als rechtshandeling onder bezwarende titel o Bv: De tante wil haar huis schenken aan het nichtje ! Schenken kost zeer veel geld ! Dus we gaan het ‘verkopen’ en in wekelijkheid zal het nichtje de som gewoon niet betalen ! Tante verklaart de prijs te hebben ontvangen • Geldigheid o In ons Burgerlijk Recht is dit een geldige schenking o Wel fiscale fraude ! Normaal 30 tot 80% betalen (nu slechts 10%) o Als je in de akte zegt ! Met vrijstelling van inbreng ! Niet meer vermomd o Komt niet veel voor ! Want dit is fiscale fraude en notarissen doen dit niet (zelfs valsheid in geschrifte) • Geldigheidsvereisten o Veinzing: milddadig karakter mag niet blijken uit de schijnbare akte onder bezwarende titel # Voorbeelden: • Verkoop waarbij de koopprijs niet is betaald • Ondertekening van een schuldbekentenis als men niets verschuldigd is • Huurcontract waarbij de huurprijs nooit zal worden opgeëist o De vorm-­‐ en grondvereisten van de rechtshandeling onder bezwarende titel moeten worden nageleefd # Voorbeelden o Vorm-­‐ en grondvereisten van schenkingen # Vormvereisten gelden niet # Grondvereisten gelden wel 163 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Bewijs o Bewijslast o Bewijsmiddelen # Bewijs door de schenker, de begiftigde en de erfgenamen: • Art. 1341 e.v. BW • Uitzondering # Bewijs door derden en door de erfgenamen indien ze in eigen naam optreden: door alle middelen van recht Verkoop tegen te lage prijs o Animus donandi? Hoofdstuk 5: De orechtstreekse schenking • Definitie o De onrechtstreekse schenking wordt verwezenlijkt door een akte met een eigen autonoom en neutraal (abstract) statuut die definitief is, die een voordeel toekent, alhoewel dit niet haar specifieke of exclusieve functie is o Neutraal abstract ! Je kan niet weten of dat het nu een schenking of een rechtshandeling onder bezwarende titel is o Voorbeeld ! Overschrijving van een bankrekening naar een andere bankrekening • Geldigheid? • Geldigheidsvereisten o Rechtshandeling met een definitief karakter o Rechtshandeling met een abstract of neutraal karakter o Rechtshandeling met een autonoom karakter o Vorm-­‐ en grondvereisten van de schenking # Vormvereisten gelden niet # Grondvereisten gelden wel • Bewijs o Van de verarming en de verrijking o Van de animus donandi: met alle middelen van recht • Voorbeelden o Afstand van een recht # Voorbeeld • Verzaking aan een vruchtgebruik • Verzaking aan een vordering tot inkorting o Kwijtschelding van schuld o Bankoverschrijving o Betaling van andermans schuld # Bv. Pa koopt het huis van 300.000 euro voor jou ! Als daar een voordeel uit voortvloeit voor jou en met de bedoeling om te begiftigen = onrechtstreekse schenking 164 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 •
o Beding ten behoeve van een derde # Voorbeeld ! De levensverzekering • Speciaal ! Geen aanvaarding tijdens het leven Schenking moet om geldig te zijn onherroepelijk zijn ! Men mag er niet op kunnen terugkomen o Soep van rechtspraak en rechtsleer ! Volgens Bael ! Een schenking moet onherroepelijk zijn, je mag niet het recht hebben om op de schenking terug te komen ! Verschil # Bv. Ik doe een schenking in een notariële akte van een schilderij met voorbehoud van VG ! Het schilderij blijft in mijn living hangen, eens ik dood ben, dooft het VG uit en kan de begiftigde het schilderij komen halen ! Perfect geldige schenking, maar ik kan steeds mijn schilderij nog gaan verkopen ! Dit maakt de schenking geen herroepbare schenking. Het zou alleen herroepbaar zijn moest ik het recht hebben om schilderij te gaan verkopen op de rommelmarkt. Ik kan dit misschien feitelijk wel doen, maar heb geen juridische mogelijkheid om er op terug te komen o Het principe van de onherroepelijkheid in Art. 894 BW is iets anders dan de onherroepelijkheid van gift van hand tot hand en onrechtstreekse schenking (daar, in het artikel, bedoelt men wel degelijk dat men er feitelijk niet mag kunnen op terugkomen) o Schenking onder potestatieve voorwaarde is niet mogelijk ! 3 soorten ! Zuiver, gewone en gemengde potestatieve voorwaarde # Zuiver = Ongeldig in het verbintenissenrecht wanneer die voorwaarde een opschortende voorwaarde is van de kant van diegene die zich verbindt (ontbindende voorwaarde kan wel – Bv. bij arbeidscontract) # Gewone = Voorwaarde waarbij de vervulling afhangt van diegene die zich verbindt, maar ook van een bepaalde gebeurtenis of handeling of ook van de wil van een derde (Bv. ik verkoop u mijn huis als ik een job krijg in Antwerpen en naar Antwerpen verhuis, dit is een gewoon potestatieve voorwaarde) # Gemengde = Schenking aan kinderen op voorwaarde dat ik trouw met een vrouw ! Vervulling hangt af van mijn wil en de wil van de vrouw ! Als dit een opschortende voorwaarde is, gaat dit effectief niet ! Als het een ontbindende voorwaarde is dan is dat iets anders, dan hangt de vervulling van de voorwaarde niet enkel af van mezelf, maar ook van de welbepaalde derde # " Een schenking onder een gemengd ontbindende potestatieve voorwaarde is volgens Bael wel geldig 165 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 o Voorbeeld: Tante en nichtje ! Nichtje zegt dat tante schenking zou moeten doen aan alle nichten en neven maar ze wil niet ! Tante bezat 4 miljoen en was ver in de 80 ! Probleem want als ze het niet schenkt betaalt ze 65%, als ze het schenkt maar 7% # Grote kosten ? Serviceflat, medische kosten, onderhoud van grote tuin, … # Tante gaat toch schenken, 2,5 miljoen euro ! Maar volgende lasten in schenking: last om alle kosten van verblijf in ziekenhuis/ bejaardenhuis ten laste te nemen als schenker het vraagt, zelfde voor medische kosten en onderhoud/herstelling van huis en tuin # Onder deze voorwaarden wil tante de schenking doen ! Als ze dan kosten heeft zal ze steeds moeten vragen aan de begiftigden of ze willen betalen (je kan wel bepaling opnemen dat de schenking kan ontbonden worden wanneer de lasten niet worden uitgevoerd) # Wel vervelend dat de tante steeds moet vragen of ze willen betalen ! Idee: De tante zelf dit geld kunnen laten afhalen dat ze geschonken heeft ! Ten aanzien van de bank moet ze niet verantwoorden dat de afhaling verantwoord is # " Hier is theorie van onherroepelijkheid relevant ! Want deze clausule maak de schenking herroepbaar en dus nietig # Stelling Bael ! Kwestie is niet of ze feitelijk erop kan terugkomen, maar of ze het recht heeft om er op terug te komen en dat recht heeft ze niet ! Dus de schenking is wel OK Hoofdstuk 6: Schenking van tegenwoordige goederen tussen echtgenoten • Steeds herroepbaar ad nutum (uitz. huwelijkscontract) o = Uitzondering op herroepbaarheid ! Schenkingen tussen echtgenoten zijn steeds herroepbaar o Motief o Regel van openbare orde o Het recht om te herroepen is strikt persoonlijk # Enkel de echtgenoot kan dit doen o De vorm van de herroeping # Uitdrukkelijk (meestal via notariële akte) # Stilzwijgend o De gevolgen van de herroeping # Terugwerkende kracht • Je kan het ook gebruiken als fiscale successieplanning o Man en vrouw hebben 3 kinderen. Ze willen hun successie plannen. Man heeft een aantal patrimoniumvennootschappen. Vrouw heeft niet veel # Man wil nog niet aan kinderen schenken ! Aan vrouw schenken # Als het mis gaat tussen hem en zijn vrouw kan hij het gewoon herroepen # Fiscaal gezien is het wel weg. Schenking kan ofwel aan 0% ofwel Aan 3% ofwel verzekerd 166 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Ook mogelijk met conventioneel recht van terugkeer ! Als de begiftigde overlijdt voor de schenker keert het terug (zonder successierechten) • Wettelijk recht van terugkeer in Art. 747 ! Wel successierechten betalen • Wettelijk recht van terugkeer werkt enkel als er geen afstammelingen zijn Verbod van wederkerige schenkingen bij eenzelfde akte (uitz. huwelijkscontract) o Motief o Een vormregel o Ambetant bij bedingen van aanwas, want indien niet gezien als een kanscontract onder bezwarende titel ! Dan wordt het een wederkerige gift ! Dan zou het nietig kunnen worden verklaard #
•
(Les 21: 15/05/2014) Hoofdstuk 7: Schenking aan rechtspersonen • De aanvaarding van giften aan rechtspersonen met een onbaatzuchtig doel is onderworpen aan overheidstoezicht • Toepasselijke bepalingen o Art. 910 BW o Art. 16 VZW-­‐wet # Voor de aanvaarding van elke gift onder de levenden of bij testament aan een VZW: machtiging # Uitzondering • Handgiften • Giften waarvan de waarde niet hoger is dan 100.000 euro • Voorwaarden om machtiging te bekomen o Art. 33 VZW-­‐wet (m.b.t. de stichting) o Art. 54 VZW-­‐wet (m.b.t. de internationale vereniging zonder winstoogmerk) o Art. 145 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap # Geen machtiging bij besluit van de Vlaamse regering meer nodig # Wel kennisgeving van de Vlaamse regering bij gift van onroerende goederen, bij gift van roerende goederen die meer bedraagt dan 1 miljoen euro of waaraan lasten zijn verbonden o … 167 SV Fam. Vermogensplanning •
•
JVD 2014 Machtiging of goedkeuring? Waarmee houdt de overheid rekening bij haar beslissing? o De bescherming van het algemeen belang # Vrees voor de dode hand # Beteugeling van ongeoorloofde voorwaarden # Handhaving van het beginsel van de specialiteit o De bescherming van het familiaal belang o De bescherming van de belangen van de rechtspersoon zelf o De eerbiediging van de wil van de schenker (erflater) Hoofdstuk 8: Grondvereisten van de schenking • Toestemming • Gezondheid van geest (Art. 901 BW) o De schenker/testator moet gezond van geest zijn o Begrip # Feitenkwestie: rechter beoordeelt • Bij een rechtshandeling onder bezwarende titel ! Strenger beoordelen (volgens rechtsleer) # Zin en draagwijdte van de beschikking begrijpen # Geen loutere herhaling van het gemeen recht inzake toestemming ! Strenger bij schenkingen volgens rechtsleer o Bewijs ! Algemeen # Geen twijfel # Onder beschermingsstatuut geplaatst zoals voorlopig bewind? # Bewijs op het ogenblik van de schenking o Bewijsmiddelen: alle middelen van recht, met inbegrip van getuigen en vermoedens (reeds gezien bij testamenten) # Medische getuigschriften, getuigenissen van geneesheren, … • Het medisch getuigschrift bekomen op verzoek van een notaris • Het medisch getuigschrift bekomen op verzoek van de erfgenamen (al dan niet na het overlijden) • Het medisch getuigschrift bekomen in het kader van een andere procedure • Getuigenis in rechte van een geneesheer • Overlegging van een medisch dossier • Aanduiding van een medisch expert # De verklaring van een notaris in het notarieel testament of de schenkingsakte 168 SV Fam. Vermogensplanning 2014 •
De wilsgebreken o Bedrog ! Art. 1116 BW # Kan uitgaan van een derde # Wat met geveinsde genegenheid of hulpvaardigheid of overdreven vleierei? # Bewijs met alle middelen van recht o Geweld ! Art. 1111 e.v. BW # Ook van een derde # Fysiek of moreel geweld # Indruk op een redelijk mens # Bewijs met alle middelen van recht o Dwaling # Als de schenking niet zou verricht zijn zonder de dwaling •
Bekwaamheid o Bekwaamheid ≠ Gezondheid van geest o = Het betekent of je rechtshandelingen kan stellen ongeacht je gezond of ongezond van geest bent # Er zijn statuten die tot gevolg hebben dat je niet bekwaam bent ! Bv. een minderjarige o Bekwaamheid tot beschikken # Bekwaamheid is een grondvereiste voor alle schenkingen # Bekwaamheid vereist bij de totstandkoming van de schenking # Bekwaamheid is de regel (Art. 902 BW) # Minderjarige • Kan niet schenken (er kan ook niet namens de minderjarige geschonken worden) • Uitzondering 1 ! Schenking onder de levenden bij huwelijkscontract (met bijstand van een ouder of met machtiging van de jeugdrechtbank) • Uitzondering 2 ! Gebruikelijke geschenken en aalmoezen? • Relatieve nietigheid # Verlengd minderjarige (zal afgeschaft worden) • Gelijkstelling met een minderjarige beneden de 15 jaar • Relatieve nietigheid • Statuur zal afgeschaft worden ! Kunnen niet trouwen • Uitzondering 2 van minderjarigen is misschien wel mogelijk, maar meestal geen gezondheid van geest • Bv. Schenking door vader en moeder aan 3 kinderen: A,B,C ! Schenking van een effectenportefeuille o C was ernstig mentaal gehandicapt. Eigenlijk onmogelijk o Die mensen wouden een Fideï-­‐commis de residuo in de schenkingsakte ! Als C zou sterven zouden A en JVD 169 SV Fam. Vermogensplanning •
#
#
#
#
#
#
JVD 2014 B de schenking aan C krijgen alsof ze het rechtstreeks van de ouders kregen o Probleem ! De relatieve nietigheid kan enkel in het belang van de verlengd minderjarige o De Fideï-­‐commis de residuo kan niet zomaar in de akte worden opgenomen en het kon ook niet worden nietig verklaard o Oplossing ! Ontbinding van de akte bij de vrederechter ! Nieuwe akte ! Vanaf september 2014 kan niemand nog verlengd minderjarig worden verklaard. Maar statuut blijft wel nog 5 jaar bestaan Gerechtelijk onbekwaamverklaarde (dit statuut zal uitdoven) • Kan niet schenken • Uitzodnering ! Art. 511 BW o Schenking ten voordele van het kind van de onbekwaamverklaarde dat in het huwelijk treedt o Door de voogd gemachtigd door de vrederechter • Relatieve nietigheid • Schenkingen verricht voor de onbekwaamverklaring: Art. 503 BW Wettelijk onbekwame ! Bestaat niet meer Personen met gerechtelijk raadsman (wordt ook afgeschaft met overgangsperiode) • ‘Verkwisters’ • Kan niet schenken zonder bijstand • Relatieve nietigheid • Art. 901 BW bovendien van toepassing Echtgenoten • Gezinswoning + huisraad ! Enkel schenken met toestemming van de andere echtgenoot (Art. 215 BW) • Schenking die de belangen van het gezin in gevaar brengt ! Mag niet (Art. 224 BW) • Gemeenschappelijke goederen ! Kan enkel geschonken worden door de beiden Wettelijke samenwoner • Art. 215 ook van toepassing maar zeer makkelijk op te zeggen Geesteszieke onder toepassing van de wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieke • Art. 901 BW • Niet onbekwaam om te schenken 170 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 #
Geïnterneerde • Art. 901 BW • Niet onbekwaam om te schenken #
Gefailleerde • Gaat niet want afbreuk aan rechten van de schuldeisers #
Collectieve schuldenregeling • Gaat ook niet #
#
#
Rechtspersonen • Vennootschappen o Principe ! Gaat niet want doeloverschrijdende handeling o Nuancering ! Als het bijdraagt tot het doel en de verwezenlijking van winst # Bv. Sponsoring kan wel • VZW ! Kan wel schenken zonder problemen Persoon met voorlopig bewindvoerder " Principes sinds de wet van 3 mei 2003 • Beschermde persoon kan een schenking doen met machtiging van de vrederechter o Dus zelfs als blinde onder bewind kan je niet zomaar schenken o Machtiging wordt gevraagd door de beschermde persoon zelf o Eenzijdig verzoekschrift, dat kan worden ondertekend door de verzoeker zelf, met geneeskundige verklaring o Machtiging wordt geweigerd als 1° “niet wilsgeschikt” en als 2° de beschermde persoon of zijn onderhoudsgerechtigden door de schenking dreigen behoeftig te worden • Schenking door de beschermde persoon zelf o Voorlopig bewindvoerder kan nooit schenken o Spijtig want zou instrument van successieplanning kunnen zijn o ! Bv. Vader wordt dement zoon kan dan niet meer aan zichzelf schenken • Notaris moet nog altijd de gezondheid van geest beoordelen • Vrederechter bemoeit zich wel met de inhoud van de schenking • Machtiging vrederechter vereist in alle gevallen van aanstelling van een voorlopige bewindvoerder • Machtiging te bekomen vóór de schenking • Sanctie • Vorm van de schenking 171 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 " Principes onder het bewind • Beschermde persoon kan schenking doen ! Zelfde regel als vroeger • Door de bewindvoerder ! Wanneer de wil om te schenken uitdrukkelijk blijkt uit de verklaring van voorkeur omtrent de aan te wijzen bewindvoerder of uit vroegere mondelinge of schriftelijke verklaringen • Je kan bij de vrederechter een verklaring van voorkeur afleggen o Wie zal bewindvoerder worden o Verklaringen omtrent schenkingen ! Zeer soepel want normaal is een bijzondere volmacht vereist. Hier zijn zelfs mondelinge verklaringen voldoende • Bv. 3 kinderen: bij kind 1 geven ze 50.000 op de trouw, bij kind 2 ook 50.000 geven bij trouw ! Man wordt dement ! Bedoeling dat bij kind 3 zijn trouw ook een schenking zou gebeuren van 50.000 • Vorm ! Maakt niet uit, alle vromen mogelijk o Bekwaamheid tot ontvangen # Minderjarige • Die onder het ouderlijk gezag staat: art. 935, lid 3 BW.+ art. 378, lid 1 BW (Kan ook aanvaard worden door een grootouder) • Die ontvoogd is: art. 935, lid 2 BW.+ art. 935, lid 3 BW • Die aan voogdij onderworpen is: art. 410 §1, 6° BW.+ art. 935, lid 3 BW # Verlengd minderjarige # Gerechtelijk onbekwaamverklaarde # Bijstand van een gerechtelijk raadsman # Voorlopig bewind • Machtiging nodig van de vrederechter # Gefailleerde • Kan wel aanvaarden # Echtgenoot • Hangt er van af • Naar EV ! Kan hij alleen • Naar GV ! Toestemming nodig van de 2 • Soms kan een geschenk een vergiftigd geschenk zijn o Bv. De kosten eraan verbonden zijn te hoog #
172 SV Fam. Vermogensplanning •
JVD 2014 Bijzondere onbekwaamheden om te schenken en om schenkingen te ontvangen (reeds gezien) o
o
o
o
Onbekwaamheid van de pupil om aan zijn voogd te schenken (Art. 907 en 419 BW) Art. 909 BW Art. 908 BW (vanaf 1/9/2014) Wet van 22 april 2003 ! Het nieuwe Art. 909 BW # Onbekwaamheid om het voordeel te genieten van beschikkingen onder de levenden of bij testament • Art. 909, lid 1 ,lid 2 en lid 4 • Uitzonderingen in Art. 909, lid 3 # Op welke beroepsgroepen is het Art. 909 BW van toepassing? • Vroegere discussie o Andere medische en paramedische beroepen o Personeel van een bejaardentehuis # Het gewijzigde art. 909, lid 1 BW: “doctors in de genees-­‐, heel-­‐ en verloskunde, apothekers en officieren van gezondheid” ! In welke gevallen: • Doctoren in de genees-­‐, heel-­‐ en verloskunde, officieren van gezondheid en apothekers • Die een persoon hebben behandeld • Gedurende de ziekte waaraan hij overleden is • Beschikkingen onder de levenden of bij testament die hij in de loop van die ziekte in hun voordeel mocht hebben gemaakt • Vergelijking met de vroegere tekst van Art. 909, lid 1 BW ! De tekst is nauwelijks gewijzigd • De parlementaire voorbereiding: een nieuwe betekenis voor het begrip “officier van gezondheid” • Personen die op onwettige wijze de geneeskunde uitoefenen # Het nieuwe art. 909, lid 2 BW • Beheerders en personeelsleden van rustoorden, rust-­‐ en verzorgingstehuizen en collectieve woonstructuren voor bejaarden o Alle personeelsleden • Voorwaarde: de schenking of het testament werden gemaakt op het ogenblik dat de schenker of testator verbleef in de instelling # Het gewijzigde art. 909, lid 4 BW • Bedienaren van de erediensten en andere geestelijken, de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad • Voorwaarde onbekwaamheid tot ontvangen: o Wanneer men de schenker of testator heeft bijgestaan tijdens de ziekte waaraan hij overleden is, wanneer de schenking of het testament is gemaakt tijdens die ziekte o Wanneer de schenking of het testament werd gemaakt op het ogenblik dat de schenker of testator verbleef in de instelling waaraan men is verbonden o Art. 911 is niet gewijzigd o Art. 15 Wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie # Art. 909 is ook van toepassing op de leden van het verplegend team dat in regelmatig contact staat met de patiënt 173 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Voorwaarde voor de onbekwaamheid tot ontvangen: voorwaarden art. 909, lid 1 of lid 2 moeten vervuld zijn o Uitzonderingen op de onbekwaamheid tot ontvangen # Beschikkingen tot vergelding van diensten onder bijzondere titel mits ... # Schenkingen ten voordele van bepaalde bloedverwanten • Tot in de vierde graad als de overledene geen erfgenamen in de rechte lijn nalaat • Ten voordele van erfgenamen in de rechte lijn • Ten voordele van een echtgenoot was vroeger betwist # Nieuwe uitzondering: beschikkingen ten voordele van de echtgenoot, de wettelijk samenwonende of de persoon met wie de beschikker een feitelijk gezin vormt o Toepassing in de tijd # Wet van 22 april 2003 ! In werking op 1 juni 2003 # Overgangsregel voor de schenking ! Het ogenblik waarop de schenking is opgemaakt # Euthanasiewet van 28 mei 2002 o Organieke Wet Notariaat # Art. 8, lid 1 ! De notaris mag geen akte verlijden waarin een bepaling voorkomt in het voordeel van de volgende personen: • De notaris zelf • De echtgenoot van de notaris • De bloedverwanten in de rechte lijn zonder onderscheid van graad en in #
•
#
de zijlijn tot en met de derde graad De aanverwanten in de rechte lijn zonder onderscheid van graad en in de zijlijn tot en met de derde graad Art. 51, § 7, lid 1 ! De geassocieerde notaris mag geen akte verlijden waarin een bepaling voorkomt in het voordeel van de volgende personen: • Een geassocieerde notaris • De echtgenoot van een geassocieerde notaris • De bloedverwanten in de rechte lijn zonder onderscheid van graad en in •
de zijlijn tot en met de derde graad van een geassocieerde notaris De aanverwanten in de rechte lijn zonder onderscheid van graad en in de zijlijn tot en met de derde graad van een geassocieerde notaris o Technieken om de onbekwaamheden tot ontvangen te omzeilen (Art. 911 BW) # Art. 911 BW betreft onbekwaamheden van Art. 907 en 909 BW # Art. 911 BW: • Vermomde schenking mag niet • Schenking aan tussenpersoon mag niet o Als tussenpersoon worden beschouwd: # Ouders # Afstammelingen # Echtgenoot en wettelijke samenwoner o Onweerlegbaar vermoeden 174 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 •
•
Voorwerp o In de handel o Schenking van andermans zaak # Schenking van een onverdeeld goed? # Schenking van een aandeel van een onverdeeld goed (niet kennen) Oorzaak (ook gezien bij testamenten) o De nietigverklaring van de schenking wegens ongeoorloofde oorzaak # Rechtspraak met betrekking tot concubanten # Wanneer één van de determinerende beweegredenen van de gift het tot stand brengen, het in stand houden of het vergoeden van onzedelijke betrekkingen is • Bv. Bij seks ! Schenking aan uw prostitué # Onderscheid gewoon en overspelig concubinaat # Analyse rechtspraak o Verval van de schenking wegens verdwijning van de oorzaak # Cass. 16 november 1989 # Cass. 21 januari 2000 # Cass. 12 december 2008 o Valse oorzaak # Vals # De doorslaggevende beweegreden # Theorie van de valse oorzaak ! • Bv. Schenking aan dochter en achteraf blijkt het niet je dochter te zijn ! Doorslaggevende beweegreden is dan weg • Bv. Man bedriegt vrouw met Afrikaanse. Tegelijkertijd bedriegt die Afrikaanse hem met een ander. Ze krijgt een dochter en de man denkt dat het zijn dochter is terwijl dit eigenlijk niet zo is. Hij doet een schenking aan de vrouw ! Valse oorzaak ! Nietigverklaring vorderen 175 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 Hoofdstuk 9: Inhoud van de schenkingsakte • " Eerste vraag die moet gesteld worden: Zijn er reservataire erfgenamen? • " Vrijstelling van inbreng? o Schenking kan gedaan worden met vrijstelling van inbreng of als voorschot op erfdeel o Indien schenking met vrijstelling van inbreng ! Bovenop het erfdeel o Ook mogelijk als voorschot op erfdeel ! Gebeurt door minderneming of in natura bij onroerende goederen ! Wordt bij het overlijden in de pot gestoken en verdeeld # Doen we niet in de praktijk # Probleem men komt eigenlijk overeen over een toekomstige nalatenschap (mag niet) o Bv. Schenking aan al de kinderen. Met vrijstelling van inbreng en dan tekenen de 3 kinderen onderling een akte waarin men uit onverdeeldheid treedt (als er maar 1 huis is). Beoordeling van de gelijkheid van de kinderen gebeurt op het ogenblik van de verdeling ! Dus Bv. huis van 100.000, geldsom van 100.000 en grond van 100.000 ! Later bij het overlijden moet men niet naar waardeschommelingen kijken o Ascendenten verdelen onder de levenden. De ouders doen 3 schenkingen aan hun kinderen ! De inbreng gebeurt dan niet in natura. Bij overlijden van de ouders moet men kijken of de waarde van hetgeen geschonken en verdeeld is gelijk is. Bij benadeling van meer dan ¼ kan ofwel de nietigheid gevraagd worden of een extra vergoeding • Vrijstelling van inbreng in natura? • Art. 918 BW? • Lasten verbonden aan de schenking? o " Aan schenking is vaak een last verbonden o Voorbehoud van een vruchtgebruik door de schenker? o Voorbehoud van een recht van gebruik en bewoning door de schenker? # Kosten van onderhoud en herstelling # De onroerende voorheffing en alle lasten en taksen van de overheid o Beding van aanwas en beding van terugval van een recht van vruchtgebruik ten voordele van een derde (bijvoorbeeld de langstlevende echtgenoot van de schenker) o Last van bijstand of onderhoud (gedurende leven schenkers) o Last van een (levenslange) lijfrente o Verbod tot vervreemding o Voorbehoud van vruchtgebruik o " Enkel opletten dat je het principe van onherroepelijkheid niet schendt 176 SV Fam. Vermogensplanning JVD 2014 •
Recht van terugkeer of een ontbindende voorwaarde o Vergelijking wettelijke terugkeer # Art. 747 BW # Art. 353-­‐16 BW o Conventioneel recht van terugkeer # Je kan een schenking doen (Art. 951 e.v. BW) en bepalen dat als de begiftigde overlijdt voor jou dat het geschonkene terugkeert # 3 varianten • (1) Bepalen dat de terugkeer gebeurt als de begiftigde overlijdt voor de schenker • (2) Als de begiftigde overlijdt zonder afstammelingen • (3) Als de begiftigde en ook zijn afstammelingen overlijden voor de schenker # Bv. Schenking van grootouders aan kinderen met deze bepaling: “Als ze sterven terug naar grootouders en die schenken het dan aan de kleinkinderen” •
Beding van uitsluiting uit de gemeenschap Bij een schenking zonder vrijstelling van inbreng: ontbindende voorwaarde bij verzaking door de begiftigde aan de nalatenschap van de schenker? •
Hoofdstuk 10: Herroeping van de schenking (niet kennen) Toelichting bij examen Theorie • Enkel weten wat in de les is gezegd • Studeren met BW • Boek: o In theorie moet je dit ook kennen o Dia’s die niet gezien zijn moet je niet kennen tenzij ze in het boek voorkomen Praktijk • Je kan bonuspunten bij extreem goed antwoord ! Dus als je meer kent als de les krijg je bonuspunten Volgens Bael • Studeren wat in de les is gezegd, het boek is grondig lezen. Als het aansluit bij wat in de les is gezegd nog wat grondiger • Bael stelt weinig theoretische vragen ! Meestal casus Examen bestaat uit 2 delen Deel 1 ! Wettelijk erfrecht ! Relatief gemakkelijke vragen Deel 2 ! Casussen ! Zie voorbeeldexamen 177