Zaaknummer : 2013/211 Rechters : mrs. Borman, Kleijn, Hoogvliet

Zaaknummer
Rechters
Datum
Partijen
Trefwoorden
Artikelen
Uitspraak
Hoofdoverwegingen
:
:
:
:
:
:
:
:
2013/211
mrs. Borman, Kleijn, Hoogvliet
3 maart 2014
Appellant en CBE Avans Hogeschool
[melding]bijzondere omstandigheden, gronden beroep, herkansing
Ongegrond
2.2 Het CBE heeft geoordeeld dat de examencommissie met de
pas in beroep door appellant naar voren gebrachte
omstandigheden geen rekening heeft kunnen en hoeven houden,
nu appellant van die omstandigheden geen melding heeft gemaakt
in zijn verzoek om een extra herkansing voor het tentamen
Rekenvaardigheden I. Appellant heeft die omstandigheden
evenmin gemeld bij de studieadviseurs, de decaan en de
academiedirectie. Voorts is het CBE tot het oordeel gekomen dat,
naar appellant desgevraagd ter zitting bij het CBE heeft verklaard,
het aannemelijk is dat de black-out die appellant tijdens het
tentamen heeft gehad is veroorzaakt door de stress die hij ervoer
om het laatste tentamen van het vak Rekenvaardigheden I te
halen. Op grond van het voorgaande is het CBE tot de conclusie
gekomen dat de examencommissie in redelijkheid heeft kunnen
oordelen dat appellant, in aanmerking genomen dat hij extra
bijlessen voor het vak Rekenvaardigheden I heeft gevolgd, niet in
staat moet worden geacht het tentamen op korte termijn te halen
en dat de examencommissie het verzoek om een extra
tentamenkans in redelijkheid heeft kunnen weigeren.
2.3 In het beroepschrift van appellant bij het College heeft hij niet
aangevoerd dat en waarom de overwegingen van het CBE onjuist,
dan wel onvolledig, zijn. Het door appellant aangevoerde geeft
daarom geen aanleiding de beslissing van het CBE van
4 september 2013 te vernietigen.
Uitspraak in de zaak tussen:
[naam], wonend te [naam woonplaats], appellant,
en
het College van Beroep voor de Examens van de Avans Hogeschool, gevestigd te Breda
(hierna: CBE), verweerder.
1.
Procesverloop
Bij beslissing van 8 juli 2013 heeft de examencommissie van de Academie voor
Marketing en Business Management het verzoek van appellant om een extra kans voor
het tentamen Rekenvaardigheden I afgewezen.
Bij beslissing van 4 september 2013 heeft het CBE het daartegen door appellant
bij hem ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze beslissing heeft appellant bij brief, bij het College ingekomen op
31 oktober 2013, beroep ingesteld.
Het CBE heeft een verweerschrift ingediend.
Het College heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 februari 2014, waar het CBE,
vertegenwoordigd door mr. M.J.P. van Bers de Beer en M.W.L. van den Boom, is
verschenen.
2.
Overwegingen
2.1
Appellant volgt de opleiding Commerciële Economie. Hij heeft het tentamen van
het vak Rekenvaardigheden I vier keer gemaakt zonder daarvoor een voldoende te
halen. Aan zijn verzoek om een extra tentamenkans voor dat vak heeft appellant ten
grondslag gelegd dat hij vanwege zijn MBO-opleiding als vooropleiding een achterstand
heeft in het vak wiskunde. In beroep tegen de beslissing van de examencommissie van
8 juli 2013 heeft appellant aangevoerd dat ten onrechte geen rekening is gehouden met
de omstandigheden die zich voorafgaand aan zijn laatste tentamen van het vak
Rekenvaardigheden I hebben voorgedaan. In dit verband heeft hij naar voren gebracht
dat zijn stiefvader de dag voor het tentamen is overleden en dat hij in de periode zes tot
zeven maanden voor het tentamen een conflict had met de docent waardoor zijn
vertrouwen in en de motivatie voor de opleiding was verminderd. In zijn beroepschrift
tegen de beslissing van de examencommissie van 8 juli 2013 heeft appellant voorts
gesteld dat hij tijdens het laatste tentamen van het vak Rekenvaardigheden I een blackout had waardoor hij enkele formules niet kon achterhalen. Of dat is veroorzaakt door
het overlijden van zijn stiefvader en het conflict met de docent is niet met zekerheid te
stellen, aldus appellant.
2.2
Het CBE heeft geoordeeld dat de examencommissie met de pas in beroep door
appellant naar voren gebrachte omstandigheden geen rekening heeft kunnen en hoeven
houden, nu appellant van die omstandigheden geen melding heeft gemaakt in zijn
verzoek om een extra herkansing voor het tentamen Rekenvaardigheden I. Appellant
heeft die omstandigheden evenmin gemeld bij de studieadviseurs, de decaan en de
academiedirectie. Voorts is het CBE tot het oordeel gekomen dat, naar appellant
desgevraagd ter zitting bij het CBE heeft verklaard, het aannemelijk is dat de black-out
die appellant tijdens het tentamen heeft gehad is veroorzaakt door de stress die hij
ervoer om het laatste tentamen van het vak Rekenvaardigheden I te halen. Op grond
van het voorgaande is het CBE tot de conclusie gekomen dat de examencommissie in
redelijkheid heeft kunnen oordelen dat appellant, in aanmerking genomen dat hij extra
bijlessen voor het vak Rekenvaardigheden I heeft gevolgd, niet in staat moet worden
geacht het tentamen op korte termijn te halen en dat de examencommissie het verzoek
om een extra tentamenkans in redelijkheid heeft kunnen weigeren.
2.3
In het beroepschrift van appellant bij het College heeft hij niet aangevoerd dat en
waarom de overwegingen van het CBE onjuist, dan wel onvolledig, zijn. Het door
appellant aangevoerde geeft daarom geen aanleiding de beslissing van het CBE van
4 september 2013 te vernietigen.
2.4
Het beroep is ongegrond.
2.5
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.
Beslissing
Het College
Rechtdoende:
verklaart het beroep ongegrond.