PARCOURU! Jorn Dijkstra SECTION 3. L’ADJECTIF het et bijvoeglijk naamwoord INTRODUCTION Zo…we zijn al lekker op weg! Je hebt nu voldoende bagage om zelfstandige naamwoorden met de juiste lidwoorden te combineren. Twee essentiële zaken om ‘lekker’ met het Frans te kunnen spelen, missen nog. De werkwoorden om zinnen te maken en vloeiend te laten n lopen en de kennis, de savoir-faire (of om het Engels maar aan te halen, de ‘know how’) om zinsdelen te ‘kleuren’. Een bijvoeglijk naamwoord zegt namelijk iets over of van het zelfstandig naamwoord. Zonder bijvoeglijke naamwoorden worden zinnen vaak saai. Je eigen draai kunnen geven aan zinnen, doe je door bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken. En dat (her-)leer (her je hier! Twee facetten zijn belangrijk bij het gebruik van het bijvoeglijk naamwoord: de plaats en de vorm. [3A] LA PLACE DE L’ADJECTIF DANS LA PHRASE Misschien een rare gedachte om een stuk te schrijven over ‘de plaats’ van een bijvoeglijk naamwoord in een zin. Voor mensen die geen kaas hebben gegeten van het Frans is dit een volstrekt logische gedachte. Echter, voor de mensen die het (willen) llen) leren, zorgt het voor de nodige vragen…. Hier dan maar de antwoorden! RÈGLE GÉNÉRALE Algemeen kunnen we stellen dat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord komt. Dit is in ruim 95% van de gevallen zo. Máár de volgende veelgebruikte en korte bijvoeglijke naamwoorden staan vóór het zelfstandig naamwoord. Overigens komen alle rangtelwoorden ook vóór het zelfstandige naamwoord. beau haut long vieux large mooi hoog lang oud groot bon jeune vaste mauvais gros goed jong uitgestrekt slecht dik joli petit grand méchant autre knap klein groot gemeen ander(e) De bijvoeglijke naamwoorden nouveau, dernier, ancien, cher, propre, brave en pauvre kunnen zowel voor als achter het zelfstandig naamwoord staan. Dit leidt dan wel tot een verschil in betekenis. Om dat aan te duiden, geef ik van elk van deze woorden een voorbeeld. PARCOURU! Jorn Dijkstra nouveau J’ai un nouveau livre (Ik heb een nieuw [ander] boek) J’ai un livre ivre nouveau (Ik heb een nieuw [pas gekocht] boek) dernier Les dernières vacances (De laatste vakantie) Les vacances dernières (De vorige vakantie) ancien Un ancien directeur (Een oud-directeur) Un directeur ancien (Een oude directeur) cher Mon cher ami (Mijn beste, lieve vriend) Une maison chère (Een duur huis) propre Ma propre idee (Mijn eigen idee) La maison propre (Het schone huis) brave Un brave garçon (Een goede, beste jongen) Un garçon brave (Een dappere jongen) pauvre Un pauvre enfant (Een zielig kind) Un enfant pauvre (Een armlastig kind) Zoals gezegd geldt dat naast de plaats ook de vorm van het bijvoeglijk naamwoord de nodige aandacht verdient. Ik ga dus snel verder! [3B] LA FORME DE L’ADJECTIF In een grijs verleden heb je het ongetwijfeld gehad. Het bijvoeglijk naamwoord past zich in de zin aan aan het zelfstandig naamwoord. Dat aanpassen gaat vrij ver…. Is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud, dan wordt het bijvoeglijk naamwoord dit ook. Het ‘aanpassen’ van het bijvoeglijk naamwoord gebeurt volgens de volgende regels. Ik illustreer dit meteen door wat voorbeelden. uitgang bijvoeglijk naamwoord mannelijk vrouwelijk enkelvoud meervoud -e -s -es PARCOURU! Jorn Dijkstra QUELQUES EXEMPLES un grand garçon; une grande grand fille, les grands garçons, les grandes grand filles [een grote jongen, een groot meisje, de grote jongens, de grote meisjes] Het ‘aanpassen’ in zinnen gebeurt door ‘de relatie’ tussen het zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord middels het werkwoord être.. Die relatie moet goed zijn, dat wil zeggen: in geslacht en getal komen het zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord overeen. QUELQUES EXEMPLES La fille est grande - Het meisje is groot. Les filles sont petites es - De meisjes zijn klein. La maison est propre est grande grand - Het huis is schoon en groot. Bijvoeglijke naamwoorden die al op een –e eindigen, krijgen ijgen bij vrouwelijk enkelvoud niet nog een –e. e. Bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden krijgen daarentegen wel een extra –e in deze gevallen. QUELQUES EXEMPLES Les livres lus par moi. Une chambre rangée e - De boeken, gelezen door mij. - Een opgeruimde kamer. Als de -e toegevoegd wordt na een klinker, dan heeft dat geen gevolgen voor de uitspraak. Als het zelfstandig naamwoord of het bijvoeglijk naamwoord echter eindigt op een medeklinker, dan heeft dat invloed op de schrijfwijze en de uitspraak. De laatste medeklinker is hoorbaar in de uitspraak. Je laat de klank als het ware duidelijk ‘uitfaden’ ofwel uitlopen… QUELQUES EXEMPLES – PRONONCEZ-LES! grand → grande gris → grise un client → une cliente petit → petite long → longue MAAR…. We hebben in section 1B gelezen dat ook niet alle zelfstandige naamwoorden volgens de ‘standaardregel’ een meervoudsvorm krijgen. Dit geldt ook voor de bijvoeglijke naamwoorden. Er treedt hier met name een verschil op tussen de vormen van het mannelijk en het vrouwelijk enkelvoud. enkelvoud. De meervoudsvorm wordt veelal gevormd door er een –s achter te plaatsen, tenzij de vorm al op een –s of –x eindigt. PARCOURU! Jorn Dijkstra Toch wil ik je nog even wijzen op sommige onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden. Zoals je inmiddels gewend bent, zet ik ze weer voor je in een schema, ‘opgeleukt’ door wat aanvullende voorbeelden. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op…. - er premier (eerste) - if actif (actief) -eux heureux (gelukkig) mannelijke enkelvoud vrouwelijk enkelvoud Le premier livre la première ère page un enfant actif une femme active act un garçon heureux une fille heureuse heur Om het meervoud van bovenstaande vormen te maken, geldt de regel “Zet er een –s achter!”, behalve bij heureux. De vorm voor mannelijk meervoud blijft hetzelfde. Waarom? Heureux eindigt op een –x. Daar kan niet nóg een –ss achter… Voor bijvoeglijke naamwoorden die uitgaan op –on, -el, -en, -as, -eil eil en –et geldt dat de slotmedeklinker verdubbeld wordt bij vrouwelijk enkelvoud. Wat zei je? Schema?! O ja, natuurlijk. Je vindt een aantal voorbeelden hieronder in het overzicht. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op…. - on bon (goed) - el cruel (wreed) -en parisien (Parijs’) -as gras (dik) -eil pareil (dergelijk) -et net (duidelijk) mannelijke enkelvoud vrouwelijk enkelvoud un bon livre elle est bonne bo cet enfant est cruel sa soeur est cruelle crue un repas parisien une fille parisienne parisi un lapin gras une vache grasse gr un livre pareil une voiture pareille par un résumé net une opinion nette n De bijvoeglijke naamwoorden marron (donkerbruin) en orange (oranje) zijn onveranderlijk. Deze veranderen coûte que coûte niet! PARCOURU! Jorn Dijkstra Er is een groepje dat zich niet laat pakken door regels. Vandaar dat ik ze hier even netjes voor je op een rijtje zet. Bijzondere vormen mannelijk vrouwelijk wit blanc blanche un crayon blanc une maison blanche blan oud vieux vieille un vieux vélo une vieille femme maar un vieil homme (vieil voor klinkers of stomme h) nieuw nouveau nouvelle un nouveau project une nouvelle idee maar un nouvel hôtel (nouvel nouvel voor klinkers of stomme h) mooi beau belle un beau roman une belle histoire un bel agenda (bel bel voor stomme h of klinkers) COMPLÈTEMENT IRRÉGULIER IRRÉGULI ! Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben onregelmatige vrouwelijke vormen. Één van deze zijn we net al tegengekomen, namelijk blanc (versus blanche). blanche Hieronder volgt nog een aantal. Onregelmatige vormen gek aardig, lief openbaar droog vals geheim dik fris, vers dik Grieks zacht lang compleet ongerust mannelijk enkelvoud vrouwelijk enkelvoud fou gentil public sec faux secret gros frais épais grec doux long complet inquiet folle gentille publique sèche fausse secrète grosse fraîche épaisse grecque douce longue complète inquiète PARCOURU! Jorn Dijkstra POUR TERMINER Niet heel erg veel voorkomend, maar wel de moeite van het vermelden waard, zijn de samengestelde bijvoeglijke naamwoorden. Deze groep blijft onveranderlijk en past zich niet aan aan bijvoorbeeld vrouwelijk enkelvoud of aan het meervoud. QUELQUES EXEMPLES De fietsen zijn goedkoop. Goedkope fietsen. De auto is lichtblauw. Een lichtblauwe rok. Les adjectifs: …kleuren de taal! - Les vélos sont bon marché - Des livres bon marché - La voiture est bleu clair. - Une robe bleu clair
© Copyright 2024 ExpyDoc