Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis locatie St. Elisabeth 13 juni 2014 Slotsymposium ‘Hoe liever, hoe beter?’ ‘Menslievende zorg staat pas aan het begin’ Zes jaar geleden krabbelde toenmalig voorzitter van de Raad van Bestuur Wim van der Meeren tijdens een vergadering de woorden ‘gewoon lief zijn’ in zijn aantekeningen. Het werd het begin van een vijf jaar durend programma Menslievende zorg – ook bekend als Lief Ziekenhuis – van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, locatie St. Elisabeth (ETZ). Een programma waarin zorgprofessionals en wetenschappers van de Tilburg University op zoek gingen naar mogelijkheden om de patiënt weer echt centraal te stellen. Vrijdag 13 juni 2014 vond het slotsymposium plaats met een terugblik op de opbrengsten en een vooruitblik op de toekomst. Want het streven om het liefste ziekenhuis van Nederland te worden, staat pas aan het begin. Rita Arts Dagvoorzitter Rita Arts: ‘Lief’ is de kern van het vak “De patiënt weer echt centraal stellen in de zorgverlening en de ambitie om het liefste ziekenhuis van Nederland te worden, deed vijf jaar geleden binnen en buiten het St. Elisabeth het nodige stof opwaaien. Nu delen we graag de opbrengsten.” Daarmee opende dagvoorzitter Rita Arts het slotsymposium voor de circa 170 deelnemers. Arts is als zorgmanager een van de drijvende krachten achter het programma. ‘Aandacht en passie voor het vak en de intermenselijke relatie maken zorg tot goede zorg.’ “Het verhogen van de kwaliteit, het verschil maken voor de patiënt: dat zit in aandacht, zorgzaamheid en vertrouwen. Beter aansluiten bij de kennis, ervaring en emoties van de patiënt leidt bovendien tot meer arbeidsvreugde bij zorgprofessionals. Dat is tenslotte waarvoor zij in de meeste gevallen voor dit vak kiezen: zorg bieden aan mensen. Het is ook precies die aandacht en passie voor het vak en de intermenselijke relatie, wat zorg tot goede zorg maakt, maar Elisabeth Foundation wat tegelijkertijd steeds meer in de verdrukking kwam. Menslievende zorg biedt het benodigde tegenwicht.” De resultaten van vijf jaar lief ‘Lief’ staat definitief op de agenda in het Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis. “Ook na de afronding van het programma en in de fusie staat het patiëntperspectief altijd voorop. We blijven onderzoek doen naar hoe we het ‘liefste’ kunnen zijn en wat het effect daarvan is. En we blijven ons ont wikkelen via lerende gemeenschappen.” Patiënt heeft laatste woord Hoe belangrijk het is om dicht bij de patiënt te blijven, juist ook als die niet meer kan genezen, bleek uit de brief van een patiënt die Rita Arts voorlas. “Juist de woorden die de patiënt eraan geeft, zijn voor ons een voedingsbodem om het programma verder in te vullen.” Programma Menslievende zorg 2009 - 2014 De patiënt en de dokter: samen Wat kunnen we als professionals leren van de patiënt? Daarop gaf chirurg prof. dr. Anne Roukema antwoord. Roukema bekleedt de leerstoel Kwaliteit van leven. Hij hield een vurig pleidooi om artsen, verpleegkundigen en patiënten te laten samenwerken en te leren van de patiënt. En hij gaf een al even vurige waarschuwing tegen het doorslaan van technologie in de zorg. Marcel Visser Aandacht volledig inbedden in zorg “Menslievende zorg is geen project of programma, maar een way of life. De technologie in de zorg zal exponentieel toenemen, kijk alleen maar naar de 35.000 medische apps die je op je telefoon kunt downloaden. De relatie tussen patiënt en zorgverlener gaat daardoor de komende jaren fundamenteel wijzigen. Aan ons de taak om ons niet te laten meeslepen door de technologie, maar om menselijke aandacht volledig in te bedden in de zorg.” Anne Roukema “Menslievende zorg zou een pleonasme moeten zijn, maar er moet nog ontzettend veel gebeuren. Gezondheids–Zorg zijn twee woorden die steeds minder met elkaar te maken hebben. ‘Gezond’ is een illusie waar miljarden in omgaan. ‘Zorg’ is wat de ene mens voor de andere doet. Dat kost geld en is altijd te duur. Wij moeten het daarom zelf doen, de regering doet het niet voor ons. Dat maakt initiatieven als Menslievende zorg zo belangrijk”, hield hij zijn gehoor voor. Drs. Marcel Visser, Raad van Bestuur ETZ Andries Baart In de zorg moet je ook vanuit de zorg denken “Je hebt wetenschappers van de hoge gronden en van de moerassen. De eerste groep implementeert als een masterbrein. De tweede groep moddert voort in de praktijk. Ze doen mee. Wij zijn van het moeras. We hebben ons ondergedompeld in jullie praktijk. Jullie zijn de wetende partij. Wij zijn ernaast gaan staan, hebben overal vragen over gesteld en op basis daarvan theorieën en begrippen aangereikt voor een betere overdracht. Dan komen de patiënt en zorg centraal te staan. Duidelijk is dat je in de zorg ook vanuit de zorg moet denken en niet vanuit techniek, horeca of pretparken. We hebben ons te barsten gewerkt, maar nu zit het er voor ons op. We zijn jullie hartstikke dankbaar.” Technologie en regelgeving Roukema is geen voorstander van de oprukkende technologie in de zorg. “De aanschaf van dure operatierobots die aantoonbaar niet beter functioneren dan een gewone chirurg, is een merkwaardige manier om met ons zorgkapitaal om te gaan. We moeten veel beter evalueren of dat wat we doen de patiënt echt ten goede komt. Als samenleving moeten we elkaar helpen reëel te blijven. Een ander voorbeeld daarvan: als ergens op een OK, waar 100.000 operaties plaatsvinden, één keer een klem blijft zitten, dan komt de inspectie. Die kijkt niet naar wat er precies is gebeurd in dat ene geval, maar maakt nieuwe regels. Men verwart regelgeving met kwaliteitsbewaking. Er gaan daardoor kapitalen zitten in het voorkomen van fouten, meer dan in het behandelen van patiënten.” Prof. dr. Andries Baart, bijzonder hoogleraar presentie en zorg Tilburg University en Universiteit voor Humanistiek Annemiek Dukker We moeten doorgaan “Lief Ziekenhuis kwam in het begin op mij over als een pure marketingstunt. Net als bij de lerende gemeenschap kon ik me er maar weinig bij voorstellen. Ik ging in de werkgroep Lief Ziekenhuis om mijn ongezouten kritiek te kunnen geven. Maar pas toen ik me erin ging verdiepen, begreep ik waar het om ging: doelgerichte pogingen om zorgverleners te laten kijken wat de patiënt nodig heeft. Ik werd zelfs ambassadeur van Lief Ziekenhuis. Het triggerde me om beter te kijken naar patiënten en bij ze aan te sluiten. Weten waar de patiënt mee worstelt, vraagt een actieve houding. Je bent te vaak vanuit je eigen deskundigheid geneigd te bepalen wat de patiënt nodig heeft. Zonder het te vragen. Als je alle medewerkers anders wilt laten kijken en doen, dan kost dat tijd. Daarom is het zo belangrijk om door te gaan met lerende gemeenschappen en de leidinggevenden in stelling te brengen. Kijken naar wie de mens is achter de patiënt, dat moet in elk aspect van ons werk zijn ingebed.” Drs. Annemiek Dukker, teamleider Verloskamers ETZ Eigen keuze? De chirurg illustreerde het belang van Menslievende zorg – je verplaatsen in de patiënt – met een bijzondere zwart-wit pin-upfoto van Saskia, een vrouw die al op jonge leeftijd door kanker een borst kwijtraakte en later overleed. “Saskia is bepalend geweest voor de manier waarop we samen met patiënten kunnen omgaan. Zij liet zien: zonder borst ben ik ook prachtig. Als borstkankergroep dachten we altijd dat we vrouwen heel netjes hun eigen keuze lieten maken tussen een borstsparende operatie of een amputatie. Toen we een aantal vrouwen vijf jaar na hun operatie vroegen of zij die mening deelden, bleek dat bij de borstsparende operatie een kwart van de vrouwen daar anders over dacht. Blijkbaar is er toch soort interactie waardoor je als patiënt niet werkelijk kan kiezen. We leren hiervan om meer te letten op hoe iemand in elkaar zit en niet alleen te adviseren op basis van onder andere de grootte en aard van de tumor. Kan iemand wel leven met het feit dat na de behandeling de borst er nog steeds is? Een patiënte die niet zo angstig is, zal weinig verschil ervaren in de kwaliteit van leven na een amputatie of borstsparende operatie. Maar mensen met veel angst ervaren na een borstsparende operatie een opvallende lagere kwaliteit van leven.” Moet alles wat kan? “Een ander punt: moet alles wat kan? Wat doe je met een dementerende vrouw van 85, met een slecht hart en longlijden, die een heup breekt? De operatie slaagde, maar de patiënte overleed. Is dat goed beleid? Ja, we hebben er alles aan gedaan. Maar het is veel moeilijker te besluiten iets niet te doen dan wel. Daar moeten we als samenleving anders mee omgaan. Shared decision making betekent niet dat een team van artsen samen de beslissing neemt, maar dat je dat als arts samen met de patiënt doet.” Lief zijn voor elkaar Sinds Roukema zelf als patiënt in het ziekenhuis lag, is zijn visie op de zorg nog verder veranderd. “‘Lief’ is een kwalificatie die patiënten ons geven. Die kijken niet naar die hoogwaardige technologie. De rol van de dokter is niet zo belangrijk als wij allemaal willen geloven. De verpleegkundig specialist is veel belangijker als het gaat om ‘lief’.” Lief zijn voor de patiënt lukt volgens Roukema steeds beter. “Wat ik nog mis, is lief zijn voor elkaar, voor het team. Elkaar in je waarde laten en niet denken in rangen en standen. Je doet het samen als professionals, met de samenleving en met de patiënt. Anders gaat de zorg ten onder. Daarom is dit zo’n mooi initiatief.” Alles wat u altijd al wilde weten over lerende gemeenschappen Marlies Overdijk, trainer lerende gemeenschappen in het ETZ, liet zien hoe lerende gemeen schappen in de praktijk werken en wat hun toegevoegde waarde kan zijn om Menslievende zorg te verankeren en te laten groeien binnen het ziekenhuis. Zij liet de aanwezigen na het zien van een pakkende film in groepjes de opgaven analyseren die ze in de film herkenden bij patiënten. Een vorm die ook in lerende gemeenschappen wordt gebruikt. “Doel is zowel te kijken naar wat niet goed gaat als naar wat heel goed gaat en daar met elkaar van te leren. Dat vereist moed. Feedback vragen als arts is al dapper. Het ook nog krijgen, is weer iets anders. En dan hebben we het nog niet eens over er iets mee doen.” Zelfreflectie hoort er ook bij: ook al gaat het niet zozeer om de opgave van de zorgverlener, wie je bent neem je wel mee. Lieve olievlek Het advies van Overdijk: “De eigenwaarde van de patiënt komt vaak in het gedrang door afhankelijkheid. Door te delen, kom je erachter wat de patiënt wil en hoe je daarop in kunt spelen. Kijk en luister naar signalen van de patiënt en diens familie. Bespreek ook als zorgverleners met elkaar wat je samen goede zorg vindt. En mijd daarbij vooral de morele discussie niet. Door met de groep te delen wat in de lerende gemeenschap is besproken, wordt de ‘lieve olievlek’ steeds groter. Het is geen snel proces, maar jullie hebben wel goud in handen. Nu gaat het om doorzetten.” Marlies Overdijk Marcel Visser overhandigt Wim van der Meeren een proefdruk van het boek ‘De patiënt terug van weggeweest’, dat in het najaar verschijnt. vlnr: Gert Olthuis, Erik van Elst, Hanneke van der Meide, Klaartje Klaver, Frans Vosman, Andries Baart Het hart van de zorg De opbrengsten vanuit wetenschappelijk onderzoek Vijf onderzoekers van de leerstoelgroep Zorgethiek van Tilburg University en Universiteit voor Humanistiek deden de afgelopen vijf jaar in het St. Elisabeth Ziekenhuis diepgaand en langlopend onderzoek naar ‘het hart van de zorg’. Dr. Gert Olthuis, die deze hele periode de brug vormde tussen universiteit en ziekenhuis, presenteerde met zijn collega’s de belangrijkste conclusies. In het najaar verschijnt het boek ‘De patiënt terug van weggeweest’, waarin alle onderzoeksresultaten bijeen zijn gebracht. Wetenschappelijk onderzoek en Menslievende zorg blijven in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis ook in de toekomst nauw verbonden. “Waarom onderzoek? Menslievende zorg ging toch om cultuurverandering?”, vroeg Olthuis zich hardop af, om vervolgens zelf het antwoord te geven: “Onderzoek levert een verdieping van wat Menslievende zorg in de praktijk is en vormde een onderlegger voor het programma. De rode draad is het perspectief van de patiënten.” Lerende gemeenschappen Hondjes op de SpoedEisende Hulp (SEH): opgaven van de patiënt Promovendus Erik van Elst onderzocht de lerende gemeenschap: hoe werkt het en wat wordt er geleerd? Hij omschrijft de lerende gemeenschap als een multidisciplinaire, professionele, vrije onderzoeks- en leerruimte, die met voeding vanuit de praktijk leert. Dat kan door leergesprekken – ‘wat heb jij vandaag meegemaakt’ – en door samen casuïstiek te bespreken. “Kijk diepgravend naar een casus, zonder meteen een snelle oplossing te willen vinden. Ook de morele kant komt dan aan bod. Daarnaast kun je in een lerende gemeenschap kleine, praktijkgerichte onderzoeken doen. Door geanonimiseerde klachtenbrieven te analyseren, maar ook door spiegelgesprekken met patiënten, waarbij je alleen maar mag luisteren als zorgverlener. Samen films en boeken bespreken blijkt eveneens waardevol.” De lerende gemeenschappen komen eens in de vier tot zes weken een middagdeel bij elkaar. “Maar daarmee ben je er niet”, waarschuwt Van Elst. “Je moet ermee bezig blijven, het buitenperspectief binnen blijven halen. En daar zit ook meteen de valkuil: iedereen werkt heel hard, er worden resultaten verwacht, er is een fusie bezig... dat levert allemaal vertraging op voor lerende gemeenschappen. De lerende gemeenschap vraagt dan ook om een lange adem en inzet. Maar dat is het zeker waard.” Film Prof. dr. Andries Baart keek terug op het onderzoek op de Spoedeisende hulp: als je goede zorg wilt bevorderen, weet dan wat patiënten doormaken. “Wat ervaren ze van binnenuit? Wees niet blindelings tevreden met goede communicatie, je bent pas een goede hulpverlener als jouw optreden past bij de patiënt. De patiënt lijdt niet alleen aan een kwaal of verwonding, maar worstelt voortdurend met van alles: werk, weer ziek zijn, de juiste behandeling krijgen, of een hondje dat hulpeloos thuis zit. Dat zijn opgaves waar mensen mee worstelen.” Aan de zorgverlener de taak om die ‘hondjes’ te zoeken. Want goede zorg doet iets met de opgaven van de patiënt. Toch blijkt dat op de SEH veertig procent van die opgaven niet wordt gezien of herkend. “Soms kan dat ook niet. Soms wel. Van de herkende opgaven krijgt de helft een goede respons. Op dit moment worden ook andere afdelingen bekeken op de match opgave/respons. De sleutel is alert en belangstellend zijn. Kunnen switchen tussen kwaalgericht en mensgericht. Je wordt er echt een betere dokter of verpleegkundige van en je stelt betere diagnoses.” Aandacht heeft aandacht nodig Klaartje Klaver, de eerste promovenda van dit project, ging in op aandacht geven en krijgen op de afdeling Oncologie. “Aandacht is een gerichtheid. Maar waar richt je je op? De zorgverlener maakt een beeld van de patiënt. Dat beeld is voor elke zorgverlener anders, maar doet er wel toe voor de aandacht die je geeft. Beslissende factor is of de aandacht persoons- of taak-gericht is: heb je aandacht voor de pijn of voor de patiënt die pijn heeft? Ook de opvatting over aandacht is belangrijk. Is aandacht voor jou de mogelijkheid om zorg te geven, of is aandacht iets wat er bovenop komt en daardoor als lastig wordt gezien?” Daarnaast is de zorgverlener niet vrij om aandacht te geven, door de institutionele insluiting van het ziekenhuis die vooral uitgaat van een lijfgerichte biologische benadering. Sommige zorgverleners ervaren daardoor geen ruimte om aandacht te geven. Anderen voelen de ruimte wel. Klaver: “Aandacht heeft aandacht nodig. Zie het belang ervan. Aandacht is iets anders dan communicatie of patiëntvriendelijke bejegening. Het is vooral afleren om snel te interpreteren en in hokjes te plaatsen. Het is meer een manier van zijn dan van doen. Een ding is zeker: aandacht kun je niet veinzen. De organisatie speelt een grote rol: als je van bovenaf wordt afgesnauwd, kun je nooit goede zorg leveren. Je hebt ruimte nodig voor een inclusieve zorgop vatting. Dan kan achter het klompje cellen de patiënt verschijnen.” Sleutelgatcasus W Je kunt 100.000 situaties naast elkaar leggen of op een situatie heel diep inzoomen, en die veralgemeniseren. Frans Vosman deed het laatste bij Sleutelgatcasus W. Een casus die werd aangedragen door neurologen van het St. Elisabeth. Een oudere vrouw die thuis een hersenbloeding kreeg, lag 2,5 maand in het ziekenhuis, tot ze overleed. Vosman: “Bij de opname was iedereen het erover eens dat het om een ingewikkelde, maar niet uitzonderlijke situatie ging. Uiteindelijk heeft de vrouw in die periode met 140 zorgverleners te maken gehad. De familie was aanvankelijk in paniek, maar toonde, ondanks de slechte vooruitzichten, toch tevredenheid over de zorg. In de loop van de periode kwamen er voortdurend ‘bramen’ in het contact tussen afdelingen en de familie. De familie ging over alle bergen en door alle dalen, fases die helaas niet uit het boekje komen. Boos, angstig, verdrietig: ze schoven als aardlagen over elkaar heen. Door de toenemende spanningen kwam de omgang met de verpleegkundigen in een neerwaartse spiraal. De drie partijen – familie, artsen en verpleegkundigen – ontweken elkaar, werden ieder op zichzelf teruggeworpen. Al deden de artsen en verpleegkundigen hun stinkende best.” De belangrijkste les van deze casus: kijk voorbij de bovenkant van de emotie naar de diepe wanhoop die eronder ligt. Deze aanpak heeft geleid tot repertoirevergroting. Verpleegkundigen en artsen hebben meer mogelijkheden gekregen om met dit soort situaties om te gaan. Bovendien herkennen ze sneller een nieuwe ‘casus W’. Kwetsbare ouderen Hanneke van der Meide, antropologe en filosofe, deed onderzoek naar kwetsbare ouderen. Kwetsbaarheid kun je bekijken vanaf de buitenkant (Etic): wat kan iemand fysiek en geestelijk nog? En je kunt het bekijken vanuit de binnenkant (Emic): kwetsbaarheid als ervaring. Wat betekent het om in het ziekenhuis te zijn? Van der Meide keek mee over de schouder van de oudere patiënt, van opname tot ontslag, op verschillende afdelingen. “De oudere patiënt voelt zich vaak een buitenstaander, beperkt door zijn lichaam en alleen gelaten met onzekerheden: kan ik nog wel naar huis of kan ik nog wel zelf boodschappen doen? Mensen ervaren ook dat ze anders handelen dan ze van zichzelf gewend zijn, minder mondig zijn. Dat maakt het voor de zorgverlener lastig hun opgave te ontdekken.” De aanbeveling is heel simpel: nodig de oudere bewust en expliciet uit om te uiten wat hij of zij op het hart heeft, zodat je weet waarop je moet afstemmen. Klaatje Klaver: ‘Heb je aandacht voor de pijn of voor de patiënt die pijn heeft?’ K i jk vo or m e e r in fo r m at i e o p w w w . e l i s a b e t h . n l e n w w w . e l i s a b e t h f o u n d a t i o n . n l Lief is lef. High cure, dan ook high care “Na een sceptische starthouding heeft Lief zich sinds 2009 als een virus verspreid. Ook patiënten houden je aan ‘lief’, het wordt onontkoombaar. Behoorlijk indrukwekkend”, vindt prof. dr. Gerhard Smid. Hij deed onderzoek naar Lief Ziekenhuis vanuit veranderkundig perspectief. Tijdens zijn presentatie gaf hij concrete tips om Menslievende zorg structureel deel te laten uitmaken van zorgorganisaties. Gerhard Smid “Het programma Menslievende zorg is geen structuurverandering, het zet in op betekenisgeving, anders kijken naar de patiënt. Het is een beweging. Daar zit geen einde aan.” Smid benadrukte: “Dit soort veranderprocessen lukt niet op je eentje, de rol van de bestuurder is zeer belangrijk voor de verbinding. Hier werd die verbinding dubbel verankerd, vanuit patiënten, vanuit medewerkers en vanuit de Raad van Bestuur.” Ook is Smid enthousiast over de samenwerking met de onderzoekers. “Er ligt enorm veel materiaal, voor nog jaren plezier. Belangrijk is dat buiten wordt binnengebracht, ook door huisartsen en burgers. Dat houdt je scherp.” Een andere goede ontwikkeling vindt hij de wisselwerking tussen lief, lean en veilig, de andere speerpunten van het ziekenhuis. Werkplezier Heeft het programma effect? “Er is geen voormeting gedaan, wel zijn er indicaties dat het beter gaat. Er komen meer complimenten. Het aantal klachten van patiënten is niet afgenomen, wel de aard ervan. Er is al vijf jaar een stijgende lijn in het werkplezier en het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis staat bekend als opinion leader op het gebied van zorgvernieuwing. Een arts die meedeed aan een lerende gemeenschap zei: ‘Ik ben er een betere dokter van geworden’.” Verbeterpunten Er zijn ook kritische noten: “Er mag meer worden gecommuniceerd over wat er bereikt is. Trainingen werken niet altijd even goed. En het op zich uitstekende feit dat de verandering wordt aangestuurd vanuit de lijn, vraagt wel om een sterke lijn.” Ook gaf hij het belang aan om de ondersteunende diensten erbij te betrekken. “Zij horen er ook bij.” ‘Lief’ begint met goede service, dan hoffelijkheid, dan afstemmen en aansluiten. Smid: “Dat laatste aspect wordt nog maar in dertig procent gehaald. Daar is dus nog een weg te gaan. Ook lijkt de lerende gemeenschap niet makkelijk in te passen in het werk.” Klaatje Klaver: ‘Heb je aandacht voor de pijn of voor deGerhard patiënt die pijn heeft?’ Smid overhandigt Rita Arts zijn rapport met aanbevelingen voor de toekomst van Menslievende zorg. Moreel kompas Toch raadt Smid aan de organische ontwikkeling niet af te remmen, maar te koesteren en te stimuleren. “Het blijft iets wat je in het wild moet doen. Menslievende zorg moet je niet kapot structureren, anders wordt het een kunstje.” Het mooie is volgens Smid juist dat zorgverleners vaker bewust afwijken van regels en daarvoor de verantwoordelijkheid nemen, in het belang van de patiënt. Ze volgen hun moreel kompas, gaan ‘completer’ denken en worden scherper in relationele sturing. “Het gaat niet om grote helden, het zit in kleine dingen. Die mag je best delen en ‘Menslievende zorg moet je niet kapot structureren’ er trots op zijn.” Hij pleitte er tot slot voor om leerprocessen ook te richten op de eigen persoonlijkheidsstructuur. “Liefdevollere mensen geven vanzelf liefdevollere zorg. Hoe kun je dat veranderkundig aanpakken? En hoe kun je Menslievende zorg blijven verbreden? Want als je nu niet verder gaat, is dat zonde van de afgelopen vijf jaar.” It takes two to tango Spreker/cabaretier Jaap Bressers op zoek naar Carlos-momentjes Spreker/cabaretier Jaap Bressers gaf op treffende en humoristische wijze aan wat dat nu precies is, de patiënt centraal stellen. Zijn eigen ervaringen laten zien hoe verpleegkundigen en artsen vaak met een klein gebaar een enorm verschil kunnen maken. Het leven van Jaap, een succesvolle student, verandert in een klap als hij op zijn eenentwintigste een duik neemt in de golven bij Portugal. Hij komt met een hoge dwarslaesiein een rolstoel terecht. Inmiddels is Jaap Bressers een inspirerend spreker. Onder het motto: ‘waar een wiel is, is een weg’ laat hij zien hoe je tegenslag kunt ombuigen naar succes. Carlos-momentjes Daarbij gaat het vaak om kleine dingen die een groot verschil maken. Carlos-momentjes, noemt Jaap die. Genoemd naar de Portugese verpleger die hem met een ogenschijnlijk klein gebaar weer de drive gaf om door te gaan. “Na het ongeluk werd ik wakker in een lichaam dat niet van mij leek. Verplegers, die niet mijn taal spraken, pakten mijn hand, maar daar voelde ik niets. Alleen Carlos schatte mij goed in. Hij pakte me bij mijn schouder, waar ik nog wel gevoel had. En dat gaf hij ook door aan de andere verplegers. Zelf vond hij het niet meer dan zijn werk. Al was hij wel trots toen ik hem dat compliment gaf. Voor mij maakte hij echt het verschil. ‘Alleen maar’ door zich oprecht in mij te verplaatsen.” Zorg Jaap leerde ook zelf anders te kijken naar de zorg die hij krijgt: “Je hebt twee opties: is zorg een lastig iets dat moet, of iets wat je in staat stelt het leven te leiden dat je zo graag wilt, zorg als ondersteuning?” Het verschil in beleving zit volgens Jaap in kleine dingen. “Zoals menslievende zorg. De patiënt niet jouw belevingswereld opdringen, maar je echt in hem of haar verplaatsen.” Om eraan toe te voegen: “Andersom gebeurt ook. Zo smeer ik tegenwoordig de boterham voor de thuiszorg, ze hebben zo weinig geld...” Het St. Elisabeth Ziekenhuis is inmiddels gefuseerd met het TweeSteden ziekenhuis. Ook in het nieuwe Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) blijft zorg vanuit het patiëntperspectief centraal staan. De dag werd besloten met een tango-demonstratie, onder het motto ‘It takes two to tango’. Dat geldt niet alleen voor de gefuseerde ziekenhuizen, maar staat ook symbool voor Menslievende zorg. De kleine, vaak subtiele bewegingen van de dans zorgen samen voor een spectaculair effect. De tango straalt een passie uit die ook onmisbaar is in de zorg. En er zijn duizend-en-een thema’s op de tango: je kiest de manier die het beste bij jou past. Tot slot moet je voor een goede tango veel oefenen, met vallen en opstaan. Net als bij Menslievende zorg. Menslievende zorg is immers geen keurslijf, maar een way of life. www.elisabeth.nl Colofon Dit is een uitgave van de afdeling Communicatie van Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, locatie St. Elisabeth Juli 2014 Tekst: PIM\Tekst & Uitleg, Veldhoven | Vormgeving: Buro Kaaiman, Alphen | Fotografie: Ellen den Ouden, ETZ | Drukwerk: DekoVerdivas, Tilburg
© Copyright 2024 ExpyDoc