Hoe liever, hoe beter? - St. Elisabeth Ziekenhuis

Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis locatie St. Elisabeth
13 juni 2014
Slotsymposium
‘Hoe liever, hoe beter?’
‘Menslievende zorg staat pas
aan het begin’
Zes jaar geleden krabbelde toenmalig voorzitter van de Raad van Bestuur Wim van der Meeren
tijdens een vergadering de woorden ‘gewoon lief zijn’ in zijn aantekeningen. Het werd het begin
van een vijf jaar durend programma Menslievende zorg – ook bekend als Lief Ziekenhuis – van
het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, locatie St. Elisabeth (ETZ). Een programma waarin zorgprofessionals en wetenschappers van de Tilburg University op zoek gingen naar mogelijkheden
om de patiënt weer echt centraal te stellen. Vrijdag 13 juni 2014 vond het slotsymposium plaats
met een terugblik op de opbrengsten en een vooruitblik op de toekomst. Want het streven om
het liefste ziekenhuis van Nederland te worden, staat pas aan het begin.
Rita Arts
Dagvoorzitter Rita Arts:
‘Lief’ is de kern van het vak
“De patiënt weer echt centraal stellen in de zorgverlening en de ambitie om het liefste ziekenhuis van Nederland te worden, deed vijf jaar geleden binnen en buiten
het St. Elisabeth het nodige stof opwaaien. Nu delen we
graag de opbrengsten.” Daarmee opende dagvoorzitter
Rita Arts het slotsymposium voor de circa 170 deelnemers. Arts is als zorgmanager een van de drijvende
krachten achter het programma.
‘Aandacht en passie voor het
vak en de intermenselijke relatie
maken zorg tot goede zorg.’
“Het verhogen van de kwaliteit, het verschil maken voor de
patiënt: dat zit in aandacht, zorgzaamheid en vertrouwen.
Beter aansluiten bij de kennis, ervaring en emoties van de
patiënt leidt bovendien tot meer arbeidsvreugde bij zorgprofessionals. Dat is tenslotte waarvoor zij in de meeste
gevallen voor dit vak kiezen: zorg bieden aan mensen. Het
is ook precies die aandacht en passie voor het vak en de intermenselijke relatie, wat zorg tot goede zorg maakt, maar
Elisabeth Foundation
wat tegelijkertijd steeds meer in de verdrukking kwam.
Menslievende zorg biedt het benodigde tegenwicht.”
De resultaten van vijf jaar lief
‘Lief’ staat definitief op de agenda in het Elisabeth-Twee­
Steden Ziekenhuis. “Ook na de afronding van het programma
en in de fusie staat het patiëntperspectief altijd voorop. We
blijven onderzoek doen naar hoe we het ‘liefste’ kunnen
zijn en wat het effect daarvan is. En we blijven ons ont­
wikkelen via lerende gemeenschappen.”
Patiënt heeft laatste woord
Hoe belangrijk het is om dicht bij de patiënt te blijven, juist
ook als die niet meer kan genezen, bleek uit de brief van
een patiënt die Rita Arts voorlas. “Juist de woorden die de
patiënt eraan geeft, zijn voor ons een voedingsbodem om
het programma verder in te vullen.”
Programma Menslievende zorg 2009 - 2014
De patiënt en de dokter: samen
Wat kunnen we als professionals leren van de patiënt? Daarop gaf chirurg prof. dr. Anne Roukema
antwoord. Roukema bekleedt de leerstoel Kwaliteit van leven. Hij hield een vurig pleidooi om artsen,
verpleegkundigen en patiënten te laten samenwerken en te leren van de patiënt. En hij gaf een al
even vurige waarschuwing tegen het doorslaan van technologie in de zorg.
Marcel Visser
Aandacht volledig inbedden in zorg
“Menslievende zorg is geen project of programma,
maar een way of life. De technologie in de zorg zal
exponentieel toenemen, kijk alleen maar naar de
35.000 medische apps die je op je telefoon kunt
downloaden. De relatie tussen patiënt en zorgverlener gaat daardoor de komende jaren fundamenteel
wijzigen. Aan ons de taak om ons niet te laten meeslepen door de technologie, maar om menselijke
aandacht volledig in te bedden in de zorg.”
Anne Roukema
“Menslievende zorg zou een pleonasme moeten zijn, maar
er moet nog ontzettend veel gebeuren. Gezondheids–Zorg
zijn twee woorden die steeds minder met elkaar te maken
hebben. ‘Gezond’ is een illusie waar miljarden in omgaan.
‘Zorg’ is wat de ene mens voor de andere doet. Dat kost
geld en is altijd te duur. Wij moeten het daarom zelf doen,
de regering doet het niet voor ons. Dat maakt initiatieven
als Menslievende zorg zo belangrijk”, hield hij zijn gehoor
voor.
Drs. Marcel Visser, Raad van Bestuur ETZ
Andries Baart
In de zorg moet je ook vanuit de zorg denken
“Je hebt wetenschappers van de hoge gronden en
van de moerassen. De eerste groep implementeert
als een masterbrein. De tweede groep moddert
voort in de praktijk. Ze doen mee. Wij zijn van het
moeras. We hebben ons ondergedompeld in jullie
praktijk. Jullie zijn de wetende partij. Wij zijn ernaast
gaan staan, hebben overal vragen over gesteld en
op basis daarvan theorieën en begrippen aangereikt voor een betere overdracht. Dan komen de
patiënt en zorg centraal te staan. Duidelijk is dat je
in de zorg ook vanuit de zorg moet denken en niet
vanuit techniek, horeca of pretparken. We hebben
ons te barsten gewerkt, maar nu zit het er voor ons
op. We zijn jullie hartstikke dankbaar.”
Technologie en regelgeving
Roukema is geen voorstander van de oprukkende technologie in de zorg. “De aanschaf van dure operatierobots
die aantoonbaar niet beter functioneren dan een gewone
chirurg, is een merkwaardige manier om met ons zorgkapitaal om te gaan. We moeten veel beter evalueren of dat
wat we doen de patiënt echt ten goede komt. Als samenleving moeten we elkaar helpen reëel te blijven. Een ander
voorbeeld daarvan: als ergens op een OK, waar 100.000
operaties plaatsvinden, één keer een klem blijft zitten,
dan komt de inspectie. Die kijkt niet naar wat er precies is
gebeurd in dat ene geval, maar maakt nieuwe regels. Men
verwart regelgeving met kwaliteitsbewaking. Er gaan daardoor kapitalen zitten in het voorkomen van fouten, meer
dan in het behandelen van patiënten.”
Prof. dr. Andries Baart, bijzonder hoogleraar
presentie en zorg Tilburg University en Universiteit
voor Humanistiek
Annemiek Dukker
We moeten doorgaan
“Lief Ziekenhuis kwam in het begin op mij over als
een pure marketingstunt. Net als bij de lerende
gemeenschap kon ik me er maar weinig bij voorstellen. Ik ging in de werkgroep Lief Ziekenhuis om
mijn ongezouten kritiek te kunnen geven. Maar pas
toen ik me erin ging verdiepen, begreep ik waar het
om ging: doelgerichte pogingen om zorgverleners
te laten kijken wat de patiënt nodig heeft. Ik werd
zelfs ambassadeur van Lief Ziekenhuis. Het triggerde me om beter te kijken naar patiënten en bij ze
aan te sluiten. Weten waar de patiënt mee worstelt,
vraagt een actieve houding. Je bent te vaak vanuit
je eigen deskundigheid geneigd te bepalen wat de
patiënt nodig heeft. Zonder het te vragen. Als je alle
medewerkers anders wilt laten kijken en doen, dan
kost dat tijd. Daarom is het zo belangrijk om door te
gaan met lerende gemeenschappen en de leidinggevenden in stelling te brengen. Kijken naar wie de
mens is achter de patiënt, dat moet in elk aspect
van ons werk zijn ingebed.”
Drs. Annemiek Dukker, teamleider Verloskamers ETZ
Eigen keuze?
De chirurg illustreerde het belang van Menslievende zorg –
je verplaatsen in de patiënt – met een bijzondere zwart-wit
pin-upfoto van Saskia, een vrouw die al op jonge leeftijd
door kanker een borst kwijtraakte en later overleed. “Saskia
is bepalend geweest voor de manier waarop we samen
met patiënten kunnen omgaan. Zij liet zien: zonder borst
ben ik ook prachtig. Als borstkankergroep dachten we
altijd dat we vrouwen heel netjes hun eigen keuze lieten
maken tussen een borstsparende operatie of een amputatie. Toen we een aantal vrouwen vijf jaar na hun operatie
vroegen of zij die mening deelden, bleek dat bij de borstsparende operatie een kwart van de vrouwen daar anders
over dacht. Blijkbaar is er toch soort interactie waardoor je
als patiënt niet werkelijk kan kiezen.
We leren hiervan om meer te letten op hoe iemand in elkaar
zit en niet alleen te adviseren op basis van onder andere de
grootte en aard van de tumor. Kan iemand wel leven met
het feit dat na de behandeling de borst er nog steeds is? Een
patiënte die niet zo angstig is, zal weinig verschil ervaren in
de kwaliteit van leven na een amputatie of borstsparende
operatie. Maar mensen met veel angst ervaren na een borstsparende operatie een opvallende lagere kwaliteit van leven.”
Moet alles wat kan?
“Een ander punt: moet alles wat kan? Wat doe je met
een dementerende vrouw van 85, met een slecht hart en
longlijden, die een heup breekt? De operatie slaagde, maar
de patiënte overleed. Is dat goed beleid? Ja, we hebben er
alles aan gedaan. Maar het is veel moeilijker te besluiten
iets niet te doen dan wel. Daar moeten we als samenleving
anders mee omgaan. Shared decision making betekent
niet dat een team van artsen samen de beslissing neemt,
maar dat je dat als arts samen met de patiënt doet.”
Lief zijn voor elkaar
Sinds Roukema zelf als patiënt in het ziekenhuis lag, is zijn
visie op de zorg nog verder veranderd. “‘Lief’ is een kwalificatie die patiënten ons geven. Die kijken niet naar die
hoogwaardige technologie. De rol van de dokter is niet zo
belangrijk als wij allemaal willen geloven. De verpleegkundig specialist is veel belangijker als het gaat om ‘lief’.” Lief
zijn voor de patiënt lukt volgens Roukema steeds beter.
“Wat ik nog mis, is lief zijn voor elkaar, voor het team. Elkaar
in je waarde laten en niet denken in rangen en standen. Je
doet het samen als professionals, met de samenleving en
met de patiënt. Anders gaat de zorg ten onder. Daarom is
dit zo’n mooi initiatief.”
Alles wat u altijd al wilde weten
over lerende gemeenschappen
Marlies Overdijk, trainer lerende gemeenschappen in het ETZ, liet zien hoe lerende gemeen­
schappen in de praktijk werken en wat hun toegevoegde waarde kan zijn om Menslievende zorg
te ­verankeren en te laten groeien binnen het ziekenhuis. Zij liet de aanwezigen na het zien van
een pakkende film in groepjes de opgaven analyseren die ze in de film herkenden bij patiënten.
Een vorm die ook in lerende gemeenschappen wordt gebruikt.
“Doel is zowel te kijken naar wat niet goed gaat als naar
wat heel goed gaat en daar met elkaar van te leren. Dat
vereist moed. Feedback vragen als arts is al dapper. Het
ook nog krijgen, is weer iets anders. En dan hebben we
het nog niet eens over er iets mee doen.” Zelfreflectie
hoort er ook bij: ook al gaat het niet zozeer om de opgave van de zorgverlener, wie je bent neem je wel mee.
Lieve olievlek
Het advies van Overdijk: “De eigenwaarde van de patiënt
komt vaak in het gedrang door afhankelijkheid. Door te
delen, kom je erachter wat de patiënt wil en hoe je
daarop in kunt spelen. Kijk en luister naar signalen van
de patiënt en diens familie. Bespreek ook als zorgverleners
met elkaar wat je samen goede zorg vindt. En mijd daarbij
vooral de morele discussie niet. Door met de groep
te delen wat in de lerende gemeenschap is besproken,
wordt de ‘lieve olievlek’ steeds groter. Het is geen snel
proces, maar jullie hebben wel goud in handen. Nu
gaat het om doorzetten.”
Marlies Overdijk
Marcel Visser overhandigt Wim van der Meeren een proefdruk van het boek
‘De patiënt terug van weggeweest’, dat in het najaar verschijnt.
vlnr: Gert Olthuis, Erik van Elst, Hanneke van der Meide,
Klaartje Klaver, Frans Vosman, Andries Baart
Het hart van de zorg
De opbrengsten vanuit wetenschappelijk onderzoek
Vijf onderzoekers van de leerstoelgroep Zorgethiek van Tilburg University en Universiteit voor Humanistiek
deden de afgelopen vijf jaar in het St. Elisabeth Ziekenhuis diepgaand en langlopend onderzoek naar ‘het
hart van de zorg’. Dr. Gert Olthuis, die deze hele periode de brug vormde tussen universiteit en ziekenhuis,
presenteerde met zijn collega’s de belangrijkste conclusies. In het najaar verschijnt het boek ‘De patiënt
terug van weggeweest’, waarin alle onderzoeksresultaten bijeen zijn gebracht. Wetenschappelijk onderzoek
en Menslievende zorg blijven in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis ook in de toekomst nauw verbonden.
“Waarom onderzoek? Menslievende zorg ging toch om
cultuurverandering?”, vroeg Olthuis zich hardop af, om
vervolgens zelf het antwoord te geven: “Onderzoek levert
een verdieping van wat Menslievende zorg in de praktijk is
en vormde een onderlegger voor het programma. De rode
draad is het perspectief van de patiënten.”
Lerende gemeenschappen
Hondjes op de SpoedEisende Hulp (SEH): opgaven van de patiënt
Promovendus Erik van Elst onderzocht de lerende
gemeenschap: hoe werkt het en wat wordt er geleerd?
Hij omschrijft de lerende gemeenschap als een multidisciplinaire, professionele, vrije onderzoeks- en leerruimte, die met voeding vanuit de praktijk leert. Dat
kan door leergesprekken – ‘wat heb jij vandaag meegemaakt’ – en door samen casuïstiek te bespreken.
“Kijk diepgravend naar een casus, zonder meteen een
snelle oplossing te willen vinden. Ook de morele kant
komt dan aan bod. Daarnaast kun je in een lerende
gemeenschap kleine, praktijkgerichte onderzoeken
doen. Door geanonimiseerde klachtenbrieven te
analyseren, maar ook door spiegelgesprekken met
patiënten, waarbij je alleen maar mag luisteren als
zorgverlener. Samen films en boeken bespreken blijkt
eveneens waardevol.” De lerende gemeenschappen
komen eens in de vier tot zes weken een middagdeel
bij elkaar. “Maar daarmee ben je er niet”, waarschuwt
Van Elst. “Je moet ermee bezig blijven, het buitenperspectief binnen blijven halen. En daar zit ook meteen
de valkuil: iedereen werkt heel hard, er worden resultaten verwacht, er is een fusie bezig... dat levert allemaal
vertraging op voor lerende gemeenschappen. De
lerende gemeenschap vraagt dan ook om een lange
adem en inzet. Maar dat is het zeker waard.” Film
Prof. dr. Andries Baart keek terug op het onderzoek op de Spoedeisende
hulp: als je goede zorg wilt bevorderen, weet dan wat patiënten doormaken.
“Wat ervaren ze van binnenuit? Wees niet blindelings tevreden met goede
communicatie, je bent pas een goede hulpverlener als jouw optreden past
bij de patiënt. De patiënt lijdt niet alleen aan een kwaal of verwonding, maar
worstelt voortdurend met van alles: werk, weer ziek zijn, de juiste behandeling krijgen, of een hondje dat hulpeloos thuis zit. Dat zijn opgaves waar
mensen mee worstelen.” Aan de zorgverlener de taak om die ‘hondjes’ te
zoeken. Want goede zorg doet iets met de opgaven van de patiënt. Toch blijkt
dat op de SEH veertig procent van die opgaven niet wordt gezien of herkend.
“Soms kan dat ook niet. Soms wel. Van de herkende opgaven krijgt de helft
een goede respons. Op dit moment worden ook andere afdelingen bekeken
op de match opgave/respons. De sleutel is alert en belangstellend zijn.
Kunnen switchen tussen kwaalgericht en mensgericht. Je wordt er echt een
betere dokter of verpleegkundige van en je stelt betere diagnoses.”
Aandacht heeft aandacht nodig
Klaartje Klaver, de eerste promovenda van dit project,
ging in op aandacht geven en krijgen op de afdeling
Oncologie. “Aandacht is een gerichtheid. Maar waar
richt je je op? De zorgverlener maakt een beeld van
de patiënt. Dat beeld is voor elke zorgverlener anders,
maar doet er wel toe voor de aandacht die je geeft.
Beslissende factor is of de aandacht persoons- of
­taak-gericht is: heb je aandacht voor de pijn of voor ­
de patiënt die pijn heeft? Ook de opvatting over
aandacht is belangrijk. Is aandacht voor jou de mogelijkheid om zorg te geven, of is aandacht iets wat er
bovenop komt en daardoor als lastig wordt gezien?”
Daarnaast is de zorgverlener niet vrij om aandacht te
geven, door de institutionele insluiting van het ziekenhuis die vooral uitgaat van een lijfgerichte biologische
benadering. Sommige zorgverleners ervaren daardoor
geen ruimte om aandacht te geven. Anderen voelen
de ruimte wel. Klaver: “Aandacht heeft aandacht nodig. Zie het belang ervan. Aandacht is iets anders dan
communicatie of patiëntvriendelijke bejegening. Het
is vooral afleren om snel te interpreteren en in hokjes
te plaatsen. Het is meer een manier van zijn dan van
doen. Een ding is zeker: aandacht kun je niet veinzen.
De organisatie speelt een grote rol: als je van bovenaf
wordt afgesnauwd, kun je nooit goede zorg leveren.
Je hebt ruimte nodig voor een inclusieve zorgop­
vatting. Dan kan achter het klompje cellen de pa­­tiënt verschijnen.”
Sleutelgatcasus W
Je kunt 100.000 situaties naast elkaar leggen of op een situatie heel diep
inzoomen, en die veralgemeniseren. Frans Vosman deed het laatste bij
Sleutelgatcasus W. Een casus die werd aangedragen door neurologen van
het St. Elisabeth. Een oudere vrouw die thuis een hersenbloeding kreeg, lag
2,5 maand in het ziekenhuis, tot ze overleed. Vosman: “Bij de opname was
iedereen het erover eens dat het om een ingewikkelde, maar niet uitzonderlijke situatie ging. Uiteindelijk heeft de vrouw in die periode met 140 zorgverleners te maken gehad. De familie was aanvankelijk in paniek, maar toonde,
ondanks de slechte vooruitzichten, toch tevredenheid over de zorg. In de loop
van de periode kwamen er voortdurend ‘bramen’ in het contact tussen afdelingen en de familie. De familie ging over alle bergen en door alle dalen, fases
die helaas niet uit het boekje komen. Boos, angstig, verdrietig: ze schoven als
aardlagen over elkaar heen. Door de toenemende spanningen kwam de
omgang met de verpleegkundigen in een neerwaartse spiraal. De drie partijen
– familie, artsen en verpleegkundigen – ontweken elkaar, werden ieder op
zichzelf teruggeworpen. Al deden de artsen en verpleegkundigen hun
stinkende best.” De belangrijkste les van deze casus: kijk voorbij de bovenkant
van de emotie naar de diepe wanhoop die eronder ligt. Deze aanpak heeft
geleid tot repertoirevergroting. Verpleegkundigen en artsen hebben meer
mogelijkheden gekregen om met dit soort situaties om te gaan. Bovendien
herkennen ze sneller een nieuwe ‘casus W’.
Kwetsbare ouderen
Hanneke van der Meide, antropologe en filosofe, deed onderzoek naar
kwetsbare ouderen. Kwetsbaarheid kun je bekijken vanaf de buitenkant
(Etic): wat kan iemand fysiek en geestelijk nog? En je kunt het bekijken vanuit de binnenkant (Emic): kwetsbaarheid als ervaring. Wat betekent het om
in het ziekenhuis te zijn? Van der Meide keek mee over de schouder van de
oudere patiënt, van opname tot ontslag, op verschillende afdelingen. “De
oudere patiënt voelt zich vaak een buitenstaander, beperkt door zijn lichaam
en alleen gelaten met onzekerheden: kan ik nog wel naar huis of kan ik nog
wel zelf boodschappen doen? Mensen ervaren ook dat ze anders handelen
dan ze van zichzelf gewend zijn, minder mondig zijn. Dat maakt het voor de
zorgverlener lastig hun opgave te ontdekken.” De aanbeveling is heel simpel:
nodig de oudere bewust en expliciet uit om te uiten wat hij of zij op het hart
heeft, zodat je weet waarop je moet afstemmen.
Klaatje Klaver:
‘Heb je aandacht
voor de pijn of
voor de patiënt
die pijn heeft?’
K i jk vo or m e e r in fo r m at i e o p w w w . e l i s a b e t h . n l e n w w w . e l i s a b e t h f o u n d a t i o n . n l
Lief is lef.
High cure, dan ook high care
“Na een sceptische starthouding heeft Lief zich sinds 2009 als een virus verspreid. Ook patiënten
houden je aan ‘lief’, het wordt onontkoombaar. Behoorlijk indrukwekkend”, vindt prof. dr. Gerhard
Smid. Hij deed onderzoek naar Lief Ziekenhuis vanuit veranderkundig perspectief. Tijdens zijn
presentatie gaf hij concrete tips om Menslievende zorg structureel deel te laten uitmaken van
zorgorganisaties.
Gerhard Smid
“Het programma Menslievende zorg is geen structuurverandering, het zet in op betekenisgeving, anders kijken
naar de patiënt. Het is een beweging. Daar zit geen einde
aan.” Smid benadrukte: “Dit soort veranderprocessen lukt
niet op je eentje, de rol van de bestuurder is zeer belangrijk voor de verbinding. Hier werd die verbinding dubbel verankerd, vanuit patiënten, vanuit medewerkers en
vanuit de Raad van Bestuur.” Ook is Smid enthousiast over
de samenwerking met de onderzoekers. “Er ligt enorm veel
materiaal, voor nog jaren plezier. Belangrijk is dat buiten
wordt binnengebracht, ook door huisartsen en burgers.
Dat houdt je scherp.” Een andere goede ontwikkeling vindt
hij de wisselwerking tussen lief, lean en veilig, de andere
speerpunten van het ziekenhuis.
Werkplezier
Heeft het programma effect? “Er is geen voormeting
gedaan, wel zijn er indicaties dat het beter gaat. Er komen
meer complimenten. Het aantal klachten van patiënten is
niet afgenomen, wel de aard ervan. Er is al vijf jaar een stijgende lijn in het werkplezier en het Elisabeth-TweeSteden
Ziekenhuis staat bekend als opinion leader op het gebied
van zorgvernieuwing. Een arts die meedeed aan een
lerende gemeenschap zei: ‘Ik ben er een betere dokter van
geworden’.”
Verbeterpunten
Er zijn ook kritische noten: “Er mag meer worden gecommuniceerd over wat er bereikt is. Trainingen werken niet
altijd even goed. En het op zich uitstekende feit dat de
verandering wordt aangestuurd vanuit de lijn, vraagt
wel om een sterke lijn.” Ook gaf hij het belang aan om de
ondersteunende diensten erbij te betrekken. “Zij horen er
ook bij.” ‘Lief’ begint met goede service, dan hoffelijkheid,
dan afstemmen en aansluiten. Smid: “Dat laatste aspect
wordt nog maar in dertig procent gehaald. Daar is dus nog
een weg te gaan. Ook lijkt de lerende gemeenschap niet
makkelijk in te passen in het werk.”
Klaatje Klaver:
‘Heb je aandacht
voor de pijn of voor
deGerhard
patiënt
die pijn
heeft?’
Smid overhandigt
Rita Arts
zijn rapport met
aanbevelingen voor de toekomst van Menslievende zorg.
Moreel kompas
Toch raadt Smid aan de organische ontwikkeling niet af
te remmen, maar te koesteren en te stimuleren. “Het blijft
iets wat je in het wild moet doen. Menslievende zorg moet
je niet kapot structureren, anders wordt het een kunstje.”
Het mooie is volgens Smid juist dat zorgverleners vaker
bewust afwijken van regels en daarvoor de verantwoordelijkheid nemen, in het belang van de patiënt. Ze volgen
hun moreel kompas, gaan ‘completer’ denken en worden
scherper in relationele sturing. “Het gaat niet om grote
helden, het zit in kleine dingen. Die mag je best delen en
‘Menslievende zorg moet
je niet kapot structureren’
er trots op zijn.” Hij pleitte er tot slot voor om leerprocessen ook te richten op de eigen persoonlijkheidsstructuur.
“Liefdevollere mensen geven vanzelf liefdevollere zorg.
Hoe kun je dat veranderkundig aanpakken? En hoe kun je
Menslievende zorg blijven verbreden? Want als je nu niet
verder gaat, is dat zonde van de afgelopen vijf jaar.”
It takes two to tango
Spreker/cabaretier Jaap Bressers
op zoek naar Carlos-momentjes
Spreker/cabaretier Jaap Bressers gaf op treffende en humoristische wijze aan wat dat nu precies is,
de patiënt centraal stellen. Zijn eigen ervaringen laten zien hoe verpleegkundigen en artsen vaak
met een klein gebaar een enorm verschil kunnen maken.
Het leven van Jaap, een succesvolle student, verandert in een
klap als hij op zijn eenentwintigste een duik neemt in de gol­ven bij Portugal. Hij komt met een hoge dwarslaesie­in een
rolstoel terecht. Inmiddels is Jaap Bressers een inspi­rerend
spreker. Onder het motto: ‘waar een wiel is, is een weg’ laat
hij zien hoe je tegenslag kunt ombuigen naar succes.
Carlos-momentjes
Daarbij gaat het vaak om kleine dingen die een groot verschil maken. Carlos-momentjes, noemt Jaap die. Genoemd
naar de Portugese verpleger die hem met een ogenschijnlijk klein gebaar weer de drive gaf om door te gaan. “Na
het ongeluk werd ik wakker in een lichaam dat niet van
mij leek. Verplegers, die niet mijn taal spraken, pakten mijn
hand, maar daar voelde ik niets. Alleen Carlos schatte mij
goed in. Hij pakte me bij mijn schouder, waar ik nog wel
gevoel had. En dat gaf hij ook door aan de andere verplegers. Zelf vond hij het niet meer dan zijn werk. Al was hij
wel trots toen ik hem dat compliment gaf. Voor mij maakte
hij echt het verschil. ‘Alleen maar’ door zich oprecht in mij
te verplaatsen.”
Zorg
Jaap leerde ook zelf anders te kijken naar de zorg die hij
krijgt: “Je hebt twee opties: is zorg een lastig iets dat moet,
of iets wat je in staat stelt het leven te leiden dat je zo graag
wilt, zorg als ondersteuning?” Het verschil in beleving zit
volgens Jaap in kleine dingen. “Zoals menslievende zorg.
De patiënt niet jouw belevingswereld opdringen, maar je
echt in hem of haar verplaatsen.” Om eraan toe te voegen:
“Andersom gebeurt ook. Zo smeer ik tegenwoordig de
boterham voor de thuiszorg, ze hebben zo weinig geld...”
Het St. Elisabeth Ziekenhuis is inmiddels
gefuseerd met het TweeSteden ziekenhuis. Ook
in het nieuwe Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis
(ETZ) blijft zorg vanuit het patiëntperspectief
centraal staan. De dag werd besloten met een
tango-demonstratie, onder het motto ‘It takes
two to tango’.
Dat geldt niet alleen voor de gefuseerde ziekenhuizen, maar staat ook symbool voor Menslievende
zorg. De kleine, vaak subtiele bewegingen van de
dans zorgen samen voor een spectaculair effect.
De tango straalt een passie uit die ook onmisbaar
is in de zorg. En er zijn duizend-en-een thema’s op
de tango: je kiest de manier die het beste bij jou
past. Tot slot moet je voor een goede tango veel
oefenen, met vallen en opstaan. Net als bij Menslievende zorg. Menslievende zorg is immers geen
keurslijf, maar een way of life.
www.elisabeth.nl
Colofon Dit is een uitgave van de afdeling Communicatie van Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, locatie St. Elisabeth Juli 2014
Tekst: PIM\Tekst & Uitleg, Veldhoven | Vormgeving: Buro Kaaiman, Alphen | Fotografie: Ellen den Ouden, ETZ | Drukwerk: DekoVerdivas, Tilburg