Klassenmanagement is schoolmanagement

IVO 132
Klassenmanagement is
schoolmanagement
Jos
VAN THIENEN
REDACTIELID
PEDAGOGISCH SCHOOLBEGELEIDER
MECHELEN-BRUSSEL
op. Een leraar die de teugels uit handen moet geven, zoekt
dan de fout bij de jongeren; de directeur kijkt vermanend
naar de leraar; de andere leraren halen de schouders
op bij het zien van zoveel onkunde of onmacht bij hun
collega-leraar. Dit 'schulddiscours' is een overblijfsel van
vroeger. Het hoort thuis in een onderwijstijdvak waarin
verantwoordelijkheid nog kon worden doorgeschoven,
zodat iedereen op zijn beurt schone handen kon tonen.
Het doet me denken aan een boutade van Doug Larson,
een Amerikaan bekend voor zijn treffende aforismen die
onder meer op het internet circuleren: The reason people
blame things onprevious generations is that there's only one other
choke'.
Mensen schuiven de schuld af op voorgaande
generaties, zeg maar op anderen, omdat ze die anders bij
zichzelf moeten zoeken. Ze vergeten in de eigen boezem
te kijken.
Gelukkig groeit in scholen het bewustzijn dat klassenmanagement de verantwoordelijkheid van de individuele
leraren overstijgt. Het is een zaak van allen.
Toen ik als leraar mijn entree maakte in het onderwijs,
en tegelijkertijd mijn eerste uitschuivers, was er een
ongeschreven wet die stelde: wat in de klas gebeurt, hou
je best binnen de klas. Bij je aanwerving werd je immers
verondersteld een goed, want gediplomeerd leraar te
zijn. Dat impliceerde ook en vooral dat je in staat was
een meute jongens (gescheiden onderwijs was de norm)
in toom te houden. Slaagde je daar niet in, dan was dit
voor jouw rekening. 'Tucht kunnen houden', zoals dat
toen heette, was een noodzakelijke voorwaarde om je
vormpeil als leraar te bewijzen. Als ik mijn herinneringen
hun gang laat gaan, zou ik bijna durven zeggen de enige
voorwaarde. Je autonomie als vakleraar was bijzonder
groot, van enige vorm van inhoudelijke controle had je
weinig last. Het enige watje klas verliet, was hooguit het
geluid van een groep leerlingen die op drift geslagen was
of een leerling die je had 'buitengegooid' en die naast je
deur had postgevat. Je bekwaamheid als opvoeder werd
dan ook afgemeten aan de mate waarin je erin slaagde
alles en iedereen netjes binnenkamers te houden. Dat
sommige leraren als een loden gewicht op hun leerlingen
wogen of h u n vak als een bom in de boekentas van hun
leerlingen dropten, kwam blijkbaar niet op in het hoofd
van de toenmalige leidinggevenden.
w
Onderwijs genieten of Van' onderwijs genieten?
Een goede definitie van klassenmanagement legt in
mijn ogen niet alleen nadruk op het wat maar ook op
het waarom. Ze draait dus niet alleen rondjes rond de
betekenis van het woord 'managen', maar koppelt er
ook een uitdaging aan. Daarom hou ik het graag bij een
De jaren zeventig.... Tijden veranderen, gelukkig maar.
Toch één kanttekening, het weinig fraaie en enigszins
vertekende geluid van het verleden dat ik net heb laten horen, echoot soms nog na. In gesprekken over goed of slecht
klassenmanagement duikt nog wel eens de schuldvraag
(1) De gebruikte citaten van Doug Larson zijn onder meer te vinden op http://www.
brainyquote.eom/quotes/authors/d/doug_larson.html
28
IVO 132
eerder wollige omschrijving van Mariët Förrer. Volgens
haar is klassenmanagement het scheppen van voorwaarden waaronder leerlingen én leerlingen van onderwijs
genieten. Merk op dat 'onderwijs genieten' hier wordt
verrijkt met het voorzetsel 'van', wat een nieuwe dimensie
opent, en stel bovendien vast dat ook aan de beleving van
de leraar wordt gedacht. Een tevreden leraar zal dat trouwens afstralen op de klas, wat dan weer in het voordeel
is van de leerlingen, en omgekeerd. Het gaat dus om het
creëren van een aangenaam onderwijs- en leerklimaat,
en tegelijkertijd van een leefomgeving waarin zowel de
leerlingen als de leraar zich voluit kunnen ontplooien,
en waarin ze elkaar wederzijds versterken.
dat klassenmanagement 'gedragen' wordt - een gedeelde
verantwoordelijkheid van het hele team wordt - dan dient
ze voor de nodige ondersteuning te zorgen. In haar rol
van facilitator staat zij in voor de processen die leiden tot
een optimale samenwerking, samenhang en afstemming
binnen het team, en voor de verdere professionalisering
van dit team, steeds in functie van klassenmanagement.
Algemeen investeert ze in de school in een klimaat van
betrokkenheid, verbondenheid en welbevinden.
Dat is een veel omvattende taak in enkele zinnen samengevat. Ons bewust van het feit dat de processen die leiden
tot een gedeelde verantwoordelijkheid talrijk en complex
zijn, hebben we bij de diocesane pedagogische begeleiding
Mechelen-Brussel de volgende denkoefening gemaakt.
Hoe kunnen we schoolleiders concreet helpen om klassenmanagement vanuit een zo breed mogelijk kader te
benaderen? Op welke manier kunnen we ze, samen met
(alle) andere betrokkenen, naar hun school laten kijken
vanuit een panoramische kijk op klassenmanagement en
met heel veel zin voor de realiteit van de school, zonder
zich te laten (mis)leiden door wenselijkheden of illusies?
Klassenmanagement is schoolmanagement
Met wat geluk krijg je als leraar zo'n gunstige omgeving
aangeboden in geschenkverpakking. Maar de kans is
groot dat dit niet zo is. Leerlingen missen immers vaak
de aanleg (of de zin) voor structuur, organisatie, planning.
Ze hebben duidelijke normen en grenzen nodig. Krijgen
ze die niet, dan gedragen ze zich ongeveer zoals onkruid
doet. Het is een oneerbiedige vergelijking, weet ik, maar
ze houdt wel steek. Leerlingen gaan aan het woekeren als
je ze de vrijheid laat, en ze nemen het licht en de zuurstof
weg van de leerlingen die wel gehoorzamen aan regels
en routines. Anderzijds weten we dat onkruid ook kruid
kan worden, op voorwaarde dat de omgeving verandert,
in dit geval de onderwijscontext.
Klassenmanagement faciliteren
De oplossing vonden we in het model van Themagecentreerde Interactie van Ruth Cohn(2>. Zoals bekend,
verdienen volgens Cohn bij elk interactievraagstuk (of bij
elk vraagstuk van leiding geven) vier factoren gelijke aandacht: de persoonlijke ontwikkeling (IK), de taak (HET), de
sociale interactie (WIJ) en de omgeving (CONTEXT). Deze
factoren moeten we in hun samenhang en overlapping
zien. Ze vormen een overzichtelijk kader dat iedereen
- directeur, coördinator, mentor, leraar... - kan gebruiken
als basis voor reflectie. Het biedt ook de nodige structuur
en inspiratie om in een volgende stap zichzelf en anderen
doelgericht te leiden naar meer en beter, naar groei. Voor
Deze context is veel ruimer dan de klassenomgeving en is
afhankelijk van meerdere factoren. Om te beginnen - vanzelfsprekend -van de mate waarin elke individuele leraar
over de vaardigheden beschikt om onderwijsleersituaties
voor te bereiden, te begeleiden (sturen) en er over te reflecteren, en er bovendien in slaagt deze vaardigheden
in zijn klas toe te passen. Daarnaast van de wijze waarop
de school georganiseerd is en van haar pedagogischdidactisch beleid. Klassenmanagement is niet los te koppelen van schoolmanagement. Een belangrijke opdracht
is dan ook weggelegd voor de schoolleiding. Als zij wil
(2) Deze filosofie en methode van leidinggeven kan bijvoorbeeld ook worden
gebruikt bij het coachen van lerarenteams. Zie hiervoor mijn artikel Een team is
ook maar een mens.' Coachend leiding geven aan zei/sturende teams. In: IVO. Informatie
Vernieuwing Onderwijs, jg. 33 (2012). nr. 128, p. 15-21.
29
IVO 132
gelegenheden te creëren? Welke van mijn interventies
hebben succes gehad?
Cohn is leidinggeven geen privilege van de schoolleiding.
Dit neemt niet weg dat wij in de eerste plaats focussen
op de schoolleiding. Zij staat nu eenmaal op de voorste
rij, zowel bij het initiëren als het monitoren en evalueren
van het groeiproces. Zij kijkt ook vanuit een schoolbreed
perspectief.
1
- Formuleren van doelen
Bijvoorbeeld: hoe zal ik dit nu concreet aanpakken?
Welke acties onderneem ik de volgende dagen?
In een vervolggesprek kunnen de coach en de leraar
nagaan of de doelen zijn bereikt en of er al dan niet bijsturing nodig is.
Persoonlijke ontwikkeling
Hoe kunnen leraren individueel geholpen worden in
hun rol als begeleiders van het onderwijs- en opvoedingsproces? Hoe kunnen we hun welzijn en hun effectiviteit
verhogen?
Heel gerichte zelfreflectie, al dan niet begeleid/gecoacht,
is een uitstekende methodiek om het hoofd te bieden aan
problemen, maar het is veel meer dan dat. Het is tegelijkertijd het startpunt voor competentieontwikkeling. De
bereidheid om te reflecteren over het eigen werk is voor
elke leraar een voorwaarde om zijn professionele ontwikkeling op het spoor te krijgen.
Misschien moeten we eerst denken aan wat er dient te
gebeuren wanneer situaties uit de hand (dreigen te) lopen.
Is er in de school iemand bij wie leraren terecht kunnen
wanneer zich problemen voordoen of aankondigen? Dat
geldt ook voor oudere en meer ervaren leraren, al zullen
die wellicht meer moeten worden aangemoedigd om hun
problemen te 'delen'. Deze vertrouwenspersoon mag voor
elke leraar iemand anders zijn. Er is wel één conditie: het
is geen informatieve helpdesk die standaardoplossingen
genereert. Alhoewel zulke oplossingen doeltreffend kunnen zijn, laten ze weinig ruimte voor de inbreng van de leraar. Bovendien laten ze de heel specifieke klassensituatie
grotendeels buiten beschouwing en hebben ze meestal
geen effect op lange termijn. Om een duurzaam effect
te bereiken is een coachende houding noodzakelijk. Dit
wil zeggen dat de coach de leraar doet reflecteren over
de klassensituatie.
In dit proces zijn drie fasen essentieel:
Niet minder belangrijk is co-reflectie. Nadenken en discussiëren met collega's - in dit geval over klassenmanage¬
ment - draagt bij tot persoonlijke en professionele groei,
en tot schoolontwikkeling. Leraren die leren van en met
elkaar, op veel manieren (intervisie, teamteaching, collegiale consultatie...), het raakt stilaan ingeburgerd. Dit
wil niet zeggen dat het allemaal vanzelfsprekend is en
als vanzelf gebeurt. We kunnen ons dus best afvragen op
welke wijze de school een collegiaal klimaat en collegiaal
vertrouwen stimuleert, en hoe ze de collegiale samenwerking faciliteert of bewaakt. Wordt daar bijvoorbeeld
voldoende tijd voor vrijgemaakt? Worden leraren daartoe
geïnspireerd en gemotiveerd?
In het kader van competentieontwikkeling is het tevens
belangrijk dat de school de individuele noden van elke
leraar op het spoor komt en opvolgt. Functionerings- en
loopbaangesprekken bieden kansen om dit te doen. De
leraar krijgt de mogelijkheid om uit te drukken hoe hij
zijn competenties in functie van klassenmanagement
wil versterken of verfijnen. Daarnaast ook om te formuleren welke hulp hij precies van de schoolleiding hoopt
te krijgen. In haar professionaliseringsplan ruimt de
- Uitklaren van de situatie
Bijvoorbeeld: over hoeveel leerlingen gaat het? In welke
situaties zorgen zij voor problemen? Hoe gedragen zij
zich dan? Hoe reageren de anderen? Hoe heb ik gereageerd? Hoe is dit probleem gegroeid? Enzovoort.
- Oplijsten van mogelijkheden
of kansen
Bijvoorbeeld: zijn er gelegenheden waarbij deze leerlingen zich correct gedragen? Hoe kan ik dit verklaren?
Hoe reageer ik dan? Wat kan ik doen om meer zulke
30
IVO 132
toenemen. Het team moet zich vooral bewust zijn van
de gevaren van de zogenaamde 'perverse driehoek' Qay
Haley) die zich in een opvoedingscontext (gezin, school)
vaak manifesteert. Het begrip verwijst naar een relatie
tussen drie personen (of groepen) waarvan er één tot
een jongere generatie behoort en waarbij iemand van de
oudere generatie een bondgenootschap aangaat met de
jongere en zo de derde persoon uitsluit. Een leraar die er
voor kiest een leerling niet te bestraffen omdat hij meent
dat hij een goede band heeft met deze leerling, sluit op dat
ogenblik een coalitie tegen zijn collega die wel verwacht
dat de regels worden nageleefd. Hij ondermijnt dus de
gezagspositie van zijn collega en geeft de leerling een
impuls om pragmatisch om te gaan met regels.
school dan ook best plaats in voor diverse facetten van
klassenmanagement.
2
Taak
Bij deze tweede factor focussen we op de vak- of leerplaninhouden (kennis, vaardigheden, attitudes) en de wijze
waarop die worden overgebracht. Het belang van didactiek bij klassenmanagement is niet te onderschatten. Dus
is het essentieel dat de school zicht heeft op de manier
waarop de leraren in de klas werken (bijvoorbeeld via
klassenbezoeken). Verder is het nodig dat ze de leraren
stimuleert om op de hoogte te blijven van de inhoud
van de leerplannen en om de leerplandoelstellingen na
te streven op een manier die tegemoet komt aan de leeftijd, interesses, vaardigheden, ontwikkeling, leerstijlen,
kortom aan de diversiteit van de leerlingen. Het gebruik
van gevarieerde en activerende werkvormen is zonder
meer een must.
3
4
Omgeving
Het belang van eensgezind optreden brengt ons bij de
laatste factor. Eensgezindheid hangt nauw samen met
een schoolvisie op klassenmanagement. Zo'n visie heeft
enkel zin als ze in algemeen overleg tot stand is gekomen
en een ruim draagvlak heeft. De leraren moeten het eens
zijn over regels die voor de hele school gelden of afspraken
die specifiek betrekking hebben op bepaalde klassen of
vakken. Ze moeten vooral ook bereid zijn die toe te passen.
Binnen zo'n kader zullen veel leraren zich gesterkt voelen
om consequent te reageren op probleemgedrag (om leiding te geven en grenzen te stellen) en in hun lessen meer
in te zetten op het voorkomen van gedragsproblemen.
Sociale interactie
Centraal bij klassenmanagement staat natuurlijk de klas.
Een klas is een ingewikkeld kluwen van relaties, contacten, afspraken, normen, belangen, statusgedragingen,
enzovoort. Deze interne groepsdynamiek is bepalend
voor de algemene atmosfeer in de klassengroep en oefent
invloed uit op het leidinggeven van de leraar. Wanneer
de leraar er niet in slaagt de klas naar behoren te sturen,
is het nodig dat de school tijdig en op gepaste wijze de
passende ondersteuning biedt. Bijgevolg is het noodzakelijk dat de schoolleiding de vinger aan de pols houdt:
ze dient op de hoogte te zijn van het groepsfunctioneren
in de klassen en van problemen in of met deze groepen.
Loopt de situatie toch uit de hand, dan kan de leraar in
kwestie maar hopen dat de school een geschikt opvangnet heeft. Dit aspect kwam al aan bod onder het eerste
punt, maar het is natuurlijk ook een belangrijke omgevingsfactor - een element van de globale schoolcontextf31,
van het schoolklimaat of de schoolcultuur. Investeert de
school voldoende in het mentorenbeleid? Is klassenma-
Al even essentieel is dat de leraren op gestructureerde
momenten in gesprek kunnen gaan met elkaar over de
leerlingen in de klas en de groepsdynamische processen.
Goede afspraken dragen ertoe bij dat het team eensgezind
optreedt. Dit is een van de condities om gedragsproblemen te voorkomen of om te beletten dat zulke problemen
(3) Tot de schoolcontext rekenen we ondermeer ook de socio-economische context
van de school. Het team moet zich hiervan bewust zijn. Die context heeft nu
eenmaal een invloed op het gedrag van de leerlingen.
31
IVO 132
nagement een item van de vakgroepwerking? Beschikt
de school over beproefde scenario's bij het oplossen van
problemen in verband met klassenmanagement? Heeft
de school aandacht voor wat goed gaat of focust ze vooral
op wat slecht is? Is met andere woorden het algemene
klimaat sterk gericht op leren? Een leraar als 'manager'
van een klas kan alleen maar rijpen in professionaliteit
en zelfvertrouwen wanneer mislukkingen deel mogen
uitmaken van zijn leerproces. Volleerd of 'wijs' ben je
pas wanneer je zoveel geleerd hebt uit fouten dat je ze
kunt voorkomen. "Wisdom is the quality that keeps you from
getting into situations where you need it.' Aldus Doug Larson.
32