Passend Onderwijs en Excellente en (hoog)begaafde leerlingen

Passend Onderwijs
en
Excellente en (hoog)begaafde leerlingen
Schoolbeleidsplan
o.b.s. Het Groene Hart
Inhoud
1.Doelstelling………………………………………………………………… 3
2. Onze visie…………………………………………………………………
4
3. Signalering/Diagnose…………………………………………………….
5
4. Interventies………………………………………………………………..
11
5. Leerkrachtcompetenties…………………………………………………..
19
Bijlage 1. Intakevragenlijst nieuwe leerling gr 1-2…………………………
Bijlage 2. Voorbeeld Taakbrief gr. 1-2…………………………………….
22
28
Bijlage 3. Aanmeldingsformulieren Plusklas………………………………...
29
2
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
1. Doelstelling
In het schooljaar 2011-2012 is er een boven schools beleidsplan “Passend Onderwijs en
excellente en (hoog)begaafde leerlingen” voor stichting Wolderwijs opgesteld.
De visie van stichting Wolderwijs op onderwijs is gebaseerd op het feit, dat iedere leerling
uniek is. Het betekent niet dat, een voor iedere leerling, uniek onderwijsprogramma
noodzakelijk, mogelijk of zelfs wenselijk zou zijn. Stichting Wolderwijs organiseert
gedifferentieerd onderwijs, dat recht doet aan verschillen tussen leerlingen en dat ook
uitvoerbaar is. In de afgelopen decennia is daarbij veel aandacht geweest voor de
‘zwakkere’ leerling. De deskundigheid binnen de scholen is daarin enorm toegenomen. Maar
ook de excellente en (hoog)begaafde leerlingen hebben recht op een afgestemd aanbod.
Daarvoor is het aanbod echter nog lang niet zo stevig neergezet.
Stichting Wolderwijs streeft ernaar dat alle leerlingen gemotiveerd blijven om te leren, met
inachtneming van hun capaciteiten.
In het kader van passend onderwijs wil stichting Wolderwijs dat elke leerling optimaal gebruik
kan maken van de onderwijsvoorzieningen en alle ondersteuning krijgt, die daarbij geboden
kan worden.
Belangrijke aandachtspunten voor deze doelgroep zijn:
 Een heldere (school)visie op excellente en (hoog)begaafde leerlingen in het onderwijs.
 Het herkennen en diagnosticeren van intelligentie en (hoog)begaafdheid.
 Aanpassingen binnen het curriculum.
 Een goede communicatie/samenwerking met ouders.
In dit beleidsplan staat beschreven hoe OBS Het Groene Hart vorm geeft aan het onderwijs
aan excellente en (hoog)begaafde leerlingen.
Dit beleidsplan wordt jaarlijks besproken in het team en zo nodig aangepast.
3
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
2.
Onze visie
Onze ankerpunten met betrekking tot excellente en (hoog)begaafde kinderen zijn:
 Hoogbegaafdheid betekent niet automatisch begaafde prestaties; deze leerlingen
hebben uitdaging nodig, passend bij hun ontwikkeling en leerstijlen.
 Aanpassen gaat ten koste van eigen identiteit: de leerling gaat ‘op slot’. Bij ‘in laten
passen, behoudt deze leerling zijn eigen identiteit.
 Het is nodig dat deze leerlingen tegen grenzen aanlopen en leren omgaan met
frustraties ( vitamine F= frustraties en falen).
 Het is van belang dat deze leerlingen zich bewust worden van hun interne locus of
control; uit hun comfortzone komen en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen werk
(vitamine D= doen, durven en doorzetten).
 Zonder leerproces kom je niet tot ontwikkeling; deze leerlingen mogen van de
leerkracht verwachten dat deze hen deze uitdaging aanbiedt en begeleidt.
Talent x inzet x strategie = resultaat !
4
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
3.
Signalering/Diagnose
3.1 signalering
3.1.1 Lijst bij aanmelding
Op het moment dat een vierjarige leerling bij ons op school wordt aangemeld, vullen de
ouders de intakevragenlijst in. Deze lijst wordt ingevuld om te bepalen of er eventueel sprake
is van een ontwikkelingsvoorsprong. Wanneer de vragen 27 t/m 40 overwegend positief
worden ingevuld door de ouders, moet er rekening mee worden gehouden dat deze leerling
een ontwikkelingsvoorsprong zou kúnnen hebben. Deze lijst wordt daarna besproken met de
groepsleerkracht. Bij deze intakevragenlijst is een eigen intakelijst voor de aangemelde
leerling ingevoegd met het verzoek een menstekening te maken. De leerkrachten bespreken
opvallende zaken met de ouders.
Indicatie van een ontwikkelingsvoorsprong:
Een peuter/kleuter met een sterke ontwikkelingsvoorsprong is een leerling die kan opvallen
door één of meer van de volgende kenmerken:
 Een hoge score op kleutertoetsen/ ontwikkeling van functies
 Een taalgebruik boven leeftijdsniveau
 Een sterk geheugen
 Een specifieke, gedurende lange tijd, interesse op een bepaald terrein
 Bedenkt creatieve oplossingen voor bepaalde problemen
 Leert zichzelf lezen/rekenen en/of tellen
 Is nieuwsgierig, stelt vragen, is opmerkzaam, observeert
 Is betrokken, neemt initiatieven
 Is onderzoekend, experimenteert, bouwt, ontwerpt.
 Heeft een rijke fantasie, groot voorstellingsvermogen
 Heeft sterke concentratie
 Heeft oorspronkelijk humor
 Is onafhankelijk, kan alleen spelen en werken
 Kan logisch denken, ziet relaties, verbanden, grote patronen kunnen zien
 Is gevoelig, empatisch, zorgzaam
Het is een misvatting dat deze leerling eerst moet laten zien wat hij kan, voordat een
eventueel aangepast leerstofaanbod ingezet wordt.
Wanneer deze leerling het gevoel krijgt iets geleerd te hebben, kan het vervolgens heerlijk
gaan spelen!
5
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
3.1.2 Plannen groepen 1 en 2 leerlingen met een
ontwikkelingsvoorsprong:
In het plan wat voor iedere leerling geschreven wordt, houdt de leerkracht rekening met
informatie uit:
 ‘Kijk’ observatielijst van de peuterspeelzaal;
 N.a.v. intakelijst (E.v.G.) ingevuld door ouders: 4-jarige bij binnenkomst
Wanneer een leerling een ontwikkelingsvoorsprong lijkt te hebben (+ op het
aanmeldingsformulier, +/- is twijfel  dus uitproberen) voert de leerkracht de volgende
stappen uit:
 aanbieden van gerichte, uitdagende opdrachten
 handelingsobservatie uitvoeren
 in gesprek gaan met leerling
 na 6 of 8 weken Sidi-3 invullen, zowel ouders als leerkracht
 vervolg plannen; Sidi-3 geeft ook suggesties
Deze procedure geldt het gehele jaar door voor alle 4-jarige en andere nieuwe
leerlingen bij binnenkomst;
Aanvangsscreening groep 1 van het Spelend streefsysteem moet binnen 1 maand na
binnenkomst afgenomen worden.
De leerkracht vult vervolgens in;
Alle leerlingen:
 Sidi-3 signaleringslijst hele groep in oktober + individuele screening van leerlingen die
tussentijds binnengekomen zijn, zes weken na binnenkomst;
 Screening Spelend streefsysteem in november en april/mei;
 +/- 3 a 4 observaties per jaar. Elke dag 1 leerling. De eerste observatie is een
algemene observatie, de tweede observatie is een waarnemingsvoorstel, de derde
observatie is een handelingsvoorstel;
 Cito: Taal voor kleuters, Midden en Eind in groep 1 en 2;
 Cito: Rekenen voor kleuters, Midden en Eind in groep 1 en 2.
6
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
3.1.3 Sidi-3 protocol
3.1.4 Jaarlijkse signaleringslijst
De jaarlijkse signaleringslijst , die op de toets kalender staat, (formulier 1.B) wordt elk jaar in
oktober ingevuld door de leerkracht.
Voor alle leerlingen wordt deze lijst ingevuld. Het is namelijk heel goed mogelijk dat
(hoog)begaafde kwaliteiten van één of meer leerlingen ongemerkt zijn gebleven. Er zijn
laatbloeiers, die op latere leeftijd hun talent ontwikkelingen. Ook zijn er leerlingen die zich
sterk aanpassen aan de groep en hun talenten niet tonen in een onderwijssituatie. De
leerkracht vult eerst deel 1 in. Voor leerlingen, die 5 of meer items hebben gescoord op het
onderdeel ‘leeraspecten’, wordt ook deel 2 ingevuld.
3.2 Diagnose
Voor leerlingen die gesignaleerd zijn als eventueel (hoog)begaafde leerlingen, wordt de
diagnosefase opgestart.
3.2.1 Oudervragenlijst
Wij vragen de ouders een oudervragenlijst (formulier 2.A of 2.B) in te vullen. Ouders vullen
de papieren versie thuis in en deze wordt op school door de leerkracht digitaal ingevuld en
besproken met de coördinator hoogbegaafdheid. Er volgt een terugkoppeling naar de
ouders.
7
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
3.2.2 Leerkrachtdiagnose
De leerkracht vult de digitale leerkrachten diagnoselijst in, formulier 3.A of 3.B. De leerkracht
en de coördinator hoogbegaafdheid bespreken daarna de grafiek en er wordt een plan van
aanpak gemaakt.
3.2.3. Toetsgegevens
Tijdens deze fase van de diagnose worden de toetsgegevens van deze leerling bekeken.
Naar aanleiding van de scores van Cito (januari en juni) zijn leerlingen met een A+ score op
rekenen, begrijpend lezen, woordenschat en studievaardigheden doorgetoetst om het
didactisch beheersingsniveau van de leerling vast te stellen. Er wordt doorgetoetst totdat de
leerling onder het beheersingsniveau scoort (Cito B). Er wordt van elke toets een foutenanalyse
gemaakt, zodat er gezien kan worden, waar eventuele hiaten zitten.
Indien de scores van de leerling beduidend lager zijn dan op grond van talent verwacht mag
worden, dan is er wellicht sprake van (een vorm van) onderpresteren. Het is aan te raden om
in dit geval de “signaleringslijst onderpresteren” (formulier 6.B) in te vullen.
Ook kan er sprake zijn van een andere, naastliggende problematiek, die verder onderzocht
moet worden. Dit gebeurt in overleg met de IB’ er.
3.2.4 De leerlingvragenlijst groep 3 – 8.
De leerlingen van groep 3-8 vullen zelf een vragenlijst in. Dit is om er achter te komen hoe het
kind zelf over de school denkt.
3.3 Aanvullende diagnose
3.3.1 Inschakelen extern deskundige
Als wij als school geen goed beeld van de leerling krijgen, een duidelijk verschil van inzicht
tussen school en ouders of het plan van aanpak niet werkt, schakelen wij extern deskundige
Fokelien Robijns van Robijns onderwijsadvies in.
3.3.2 Onderpresteren
Indien de scores van de leerling beduidend lager zijn dan op grond van talent verwacht mag
worden, dan is er wellicht sprake van (een vorm van) onderpresteren. In dit geval vullen wij
de “signaleringslijst onderpresteren” (formulier 6.B) in.
3.3.3. Versnellen of vervroegde doorstroming
Soms is het beter dat een leerling ‘vervroegd doorstroomt’, dat wil zeggen een klas overslaat.
Er spelen hierbij echter verschillende zaken mee, vooral de sociaal emotionele kant. Wij maken
daarbij gebruik van de Versnellings Wenselijkheid Lijst (CBO Nijmegen).
Het blijft de voorkeur houden om niet een groep over te slaan, maar door compacten,
verrijken en verbreden de leerling voldoende uitdaging te bieden.
8
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
3.4 Plan van aanpak
Elk kind heeft zijn eigen onderwijsbehoeften en leerstijl. Leerkracht, coördinator
hoogbegaafdheid en ib ’er stellen voor iedere leerling een eigen plan van aanpak op. Dit in
samenspraak met ouders en leerling. Wij kijken naar de cognitieve, sociale en emotionele
onderwijsbehoeften van de leerling.
4.
Interventies
4.1 Taakbrief en Levelspel gr. 1-2
In de groepen 1 en 2 wordt thematisch gewerkt aan de hand van een prentenboek met behulp
van het beredeneerde aanbod ‘Spelend streefsysteem’. De leerkrachten bedenken zelf de
opdrachten. Een thema duurt twee of drie weken.
Er wordt op drie niveaus gewerkt met het IGDI-model. Men komt zo tegemoet aan en voldoet
aan structurele, planmatige afspraken binnen de school.
Om nog meer tegemoet te komen aan het hoge intelligentieniveau van bepaalde leerlingen en
met name de persoonskenmerken en leereigenschappen, is het van belang deze leerlingen nog
meer uitdaging te bieden.
Hieraan wordt voldaan door met deze leerlingen te werken met een taakbrief. Deze
taakbrief bevat een viertal verrijkings/verbredings opdrachten, waaraan deze leerlingen, na
een (korte) uitleg, zelfstandig kunnen gaan werken.
De verrijkingsopdrachten sluiten aan bij het thema, waaraan gewerkt wordt door de gehele
groep, gedurende twee of drie weken.
Op deze manier blijven ze betrokken bij het groepsgebeuren, maar werken op een eigen,
hoger niveau.
De leerling mag zelf kiezen welke van de opdrachten uitgevoerd wordt, waardoor men
tegemoet komt aan de persoonskenmerken en leereigenschappen.
Wel moet een, vooraf bepaald, minimaal aantal opdrachten verwerkt worden.
De opdrachten op de taakbrief worden aangevuld met opdrachten uit Levelspel.
Een aanvulling is om de taakbrief, vergroot, op te hangen in de groep, zodat andere
leerlingen uitgedaagd kunnen worden tot, incidentele, samenwerking met deze leerlingen.
Hierdoor wordt het niveau van de gehele groep omhoog gebracht.
Het is van belang dat deze verrijkingsopdrachten voldoen aan een aantal criteria:
• Er moeten verschillende vakgebieden en werkwijzen aan de orde komen.
• De leerlingen moeten uitgedaagd worden om op zoek te gaan naar oplossingen.
• De leerlingen moeten na uitleg zelfstandig kunnen werken met een aantal opdrachten. Het
moet de taakgerichtheid van de leerlingen vergroten.
• De leerlingen moeten bij de opdrachten veelvuldig in staat zijn om samen te werken. Ze
moeten open kunnen discussiëren over onderwerpen.
• Ze moeten uitgedaagd worden, zodat ze leren dat niet alles vanzelf gaat.
• De leerlingen moeten gestimuleerd worden om na te denken, zodat ze het nadenken niet
‘verleren’.
9
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
4.2 Compacten en verrijken in gr. 3 t/m 8
Voor de leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong van ongeveer 6 maanden bij de vakken
taal, lezen en rekenen wordt het principe van compacten en verrijken toegepast, zoals wordt
aangegeven binnen de verschillende methodes. Het principe is indikken van de leerstof door al
het overbodige weg te laten. Op deze manier gaat de leerling versneld door de basisleerstof
en blijft er tijd over voor moeilijker en andere leeractiviteiten. Van belang hierbij is om de
toetsen van de leerlingen goed te blijven analyseren, om hiaten in de leerstof te voorkomen.
Het kan eng zijn om te gaan compacten, dit heeft vaak te maken met controle willen houden
en bang zijn voor hiaten in de leerstof. Het gevaar hiervan is dat de motivatie en het
zelfvertrouwen van de leerling verzwakt. Een negatief proces!
Soms kan het ook verstandig zijn om een leerling wel mee te laten doen met een instructie,
maar dan moet de leerling wel geïnformeerd worden waarom de leerkracht deze keuze
maakt. Een leerling mee laten doen om een bijdrage te leveren in het leerproces van de
medeleerlingen versterkt de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen. Kortom, een
win-win situatie.
4.3 Verbreden: Levelwerk gr. 3 t/m 8
Voor de leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong van 12 maanden of meer, getoetst via
Cito, maakt de school gebruik van Levelwerk, een uitdagende methode van Eduforce voor
(gediagnosticeerde en niet gediagnosticeerde) (hoog)begaafde leerlingen, met een
doorlopende leerlijn voor de groepen 3 t/m 8.
Iedere jaargroep werkt met een eigen box materialen voor de vakgebieden taal
( leesbeleving en begrijpend lezen op hoog niveau, toepassen van informatiebronnen en
vreemde talen), rekenen (o.a. wiskunde) en allerlei (o.a. cultuur, wetenschap en een
doorgaande lijn techniek).
Levelwerk staat los van de methodes, die wij op school gebruiken; de leerling werkt feitelijk
op twee sporen, een gecompacte basislijn en een aanvullende, uitdagende verbredingslijn.
Met behulp van de resultaten van de methodes, Citotoetsen en de uitkomsten van de jaarlijkse
screening van Sidi-3, wordt bepaald welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen.
Levelwerk is bedoeld voor die leerlingen, die op de Citotoetsen begrijpend lezen,
woordenschat en rekenen een A+ scoren en die, na doortoetsen van Citotoetsen op een hoger
niveau, een voorsprong blijken te hebben van 12 maanden of meer.
Een leerling kan ook alleen in bv. het vakgebied rekenen uitblinken. Dit wordt per vakgebied
bekeken. Er kunnen ook uitzonderingen worden gemaakt voor leerlingen, die lager scoren,
maar in potentie meer aankunnen. Een leerling krijgt één of meerdere vakgebieden
aangeboden.
Voor het vakgebied allerlei wordt er vooral gekeken naar de (hoge)algemene ontwikkeling
en interesse.
Om te voorkomen dat er hiaten optreden in de basistaal-of rekenontwikkeling maakt deze
leerling aan het begin van ieder nieuw thema van Taalactief of Wereld in Getallen (onze
dagelijkse methodes) de methodetoets. Worden alle onderdelen beheerst dan hoeft deze
leerling niet meer mee te doen met de taal-of rekenlessen, maar mag het de rest van de week
in taal en/of rekenen van Levelwerk aan de slag. Blijkt hij/zij bv. één onderdeel onvoldoende
te beheersen, dan worden alléén deze betreffende lessen van Taalactief en Wereld in
Getallen gevolgd en op de andere taal-en rekenmomenten Levelwerk.
Het is van belang om bij de leerlingen, die in Levelwerk werken, het proces van leren (‘leren
leren’) te volgen en te bewaken. Dit zal gebeuren door de leerling zelf, in de vorm van
zelfreflectie ( het invullen van zgn. oordeelschema’s, deze maken deel uit van Levelwerk) én
het voeren van wekelijkse leerling gesprekjes met de eigen leerkracht, die hierbij vooral als
coach optreedt.
10
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Aan het einde van ieder blok ( van vakantie tot vakantie ) wordt er een evaluatielogboek
door zowel de leerling als de leerkracht ingevuld.
Daarnaast zijn de leerlingen één keer per week ingeroosterd voor een spreekuur bij een
leerkracht, die het leerproces en de kwaliteit van de gemaakte leerstof met hen doorspreekt.
Hiervan wordt wekelijks verslag gedaan aan de eigen leerkracht en dit wordt per leerling
bijgehouden in Parnassys (het administratiesysteem).
Wanneer de leerling het desbetreffende Levelwerkblok vóór een bepaalde vakantie
kwalitatief goed heeft afgerond, wordt het lesprogramma aangevuld met opdrachten van het
online computerprogramma Acadin, wat speciaal is opgezet voor (hoog)begaafde leerlingen.
Uit ervaring en onderzoek weten we dat, wanneer er niet op de juiste manier uitdaging wordt
geboden, deze leerlingen risico’s lopen als onderpresteren, faalangst, niet weten hoe te leren
en problemen op sociaal emotioneel gebied.







Het doel is zelfsturing;
Het is gericht op interesse en motivatie;
De leerling is producent in plaats van consument;
Leermethoden en leerstrategieën worden versterkt;
Het ontwikkelt een goede leerhouding;
‘Metacognitieve’ vaardigheden worden ontwikkeld;
Een goede coaching is hierbij noodzakelijk: concreet vragen stellen tijdens het plannen,
uitvoeren en evalueren van de taak.
Leerkrachthouding
Zorg ervoor dat de leerling niet in een uitzonderingspositie beland. Probeer de leerling
zoveel mogelijk samen te laten werken met gelijkgestemden.
Geef feedback op dezelfde wijze als andere leerlingen, om te voorkomen dat
de leerling zichzelf als uitzondering ziet.
Geef eerlijke, kritische feedback met name op de inspanningen die de leerling
heeft verricht en de wijze waarop het de opdrachten heeft aangepakt.
Zorg voor cognitieve uitdagingen die tegemoetkomen aan de
onderwijsbehoefte van deze leerlingen.
Begeleid de leerling bij opdrachten. Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong ( groep
1-2) en (hoog)begaafde leerlingen (vanaf groep 3) beschikken over het algemeen over een
grote zelfstandigheid, toch hebben ook zij sturing en coaching in hun leerproces nodig.
Bespreek met de leerling dat leren niet altijd leuk is en dat er ook onderwerpen
aan bod komen die minder interessant zijn.
Begeleid de leerling in zijn sociaal-emotionele ontwikkelen, leg uit hoe andere
leerlingen denken en handelen.
4.4 Plusklas
Vanaf februari 2013 functioneren er een aantal bovenschoolse plusklassen, waar
(hoog)begaafde leerlingen één keer per week samenkomen. Deze leerlingen hebben op
11
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
grond van hun talenten en prestaties een andere uitdaging nodig met betrekking tot het
leerstofaanbod en contact met peers is daarbij van wezenlijk belang.
Deze vorm van zorg is school overstijgend en richt zich expliciet op de (hoog)begaafde
leerlingen uit de groepen 5 t/m 8.
4.5 Doelgroep Plusklas
De doelgroep bestaat uit (hoog)begaafde leerlingen uit de midden-/bovenbouw, waarbij
sprake kan zijn van demotivatie en/of onderpresteren (of die in ernstige mate gevaar lopen
zich in die richting te ontwikkelen), als gevolg van een tekort in het onderwijsaanbod, maar
tevens die leerlingen, waarbij de oplossing gevonden moet worden in een reguliere
onderwijssetting.
4.6 Beleid uitvoering Plusklas
• Er is een toelatingsbeleid. Er zijn eenduidige selectiecriteria afgesproken voor de
Plusklas. Hierbij maken we gebruik van het Sidi-3 en/of een extern onderzoek.
• De plaatsing vindt plaats op basis van het toelatingsbeleid en is in ieder geval voor
een periode van een jaar.
• De maximale groepsgrootte in een Plusklas is 15 leerlingen.
• De interne begeleider en de coördinator hoogbegaafdheid van de toeleverende school zijn
– vanzelfsprekend – op de hoogte van de gang van zaken. Hiermee dient voorkomen te
worden dat er leerlingen in de Plusklas terecht komen bij wie plaatsing een ongewenst effect
oplevert. Sommige leerlingen kunnen bijvoorbeeld heel goed rekenen en presteren
in de eigen groep heel goed, maar worden, wanneer ze bijvoorbeeld niet creatief
zijn door het aanbod in de Plusklas overvraagd.
• Gespecialiseerde leerkrachten. Een positieve relatie, frequent verbale interactie op
hoog niveau, flexibiliteit en humor, kennis van diverse vakgebieden, passie voor en
kennis over (hoog)begaafdheid en een natuurlijke instructietechniek zijn
belangrijke voorwaarden voor het goed functioneren van de leerlingen.
• De plusklasbijeenkomsten vinden wekelijks plaats op de woensdagmorgen.
Continuïteit is heel belangrijk. De ervaring van andere plusklassen leert dat
leerlingen erg uitkijken naar de plusklasbijeenkomsten en het missen als het niet
door gaat. Het is voor vele van hen echt het hoogtepunt van de week.
• Activiteiten van de Plusklas gaan voor de schoolactiviteiten van de thuisklas.
Hiervoor wordt een document door de ouders ondertekend als de leerling geplaatst
wordt.
• Een vaste locatie voor de Plusklas is van groot belang. Het is erg onrustig voor de
leerkracht en leerlingen wanneer er geen vaste plek beschikbaar is.
• Er vindt een regelmatige terugkoppeling vanuit de Plusklas plaats naar de
leerkracht van de leverende school (thuisklas).
• Voor elke leerling wordt bij de aanname een doel omschreven, dat als leidraad
gebruikt kan worden voor de informatie-uitwisseling tussen Plusklas – thuisklas –
ouders – kind- onderwijsaanbod.
• Bij situaties die niet voorzien zijn, wordt door de coördinator van de basisschool en
de plusleerkracht, in overleg met de toelatingscommissie, naar een oplossing
gezocht.
Tussentijdse plaatsing in een schooljaar is in principe niet mogelijk.
12
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
4.7 Aanmeldingsprocedure Plusklas
1. De coördinator hoogbegaafdheid + IB ’er van de basisschool overleggen met de ouders of
hun zoon/dochter in aanmerking wil komen voor de Plusgroep en melden de leerling aan.




De ouders melden niet zelf aan, maar via en samen met de basisschool.
De basisschool legt de procedure van aanmelding aan de ouders uit.
De basisschool legt de doelstelling en werkwijze van de Plusklas aan de ouders uit.
De basisschool communiceert met ouders over plaatsing of afwijzing voor de Plusklas.
2. De coördinator + IB’ er van de basisschool melden de leerling aan en gebruiken hierbij de
volgende formulieren:




De Sidi- 3 observatielijst
(Recente) toetsgegevens
Eventuele externe testgegevens
Het aanmeldingsformulier – school (1/2) (De leerling moet een hulpvraag hebben
die moeilijk binnen de school opgelost kan worden)
 Het aanmeldingsformulier – ouders en leerling (2/2)
3. De aanmelding wordt voorgelegd aan de toelatingscommissie. Deze commissie kan contact
met school opnemen en om aanvullende informatie vragen.
De toelatingscommissie bestaat uit:
- De werkgroep Plusklas
Bij behandeling eigen leerling, beslist desbetreffende leerkracht niet mee.
De toelatingscommissie is zorgvuldig, bepalend en autonoom.
4. De toelatingscommissie besluit over toelating en plaatsing. Een aanmelding is geen
garantie voor plaatsing.
5. In samenspraak met de leerling, ouders en school wordt een werkplan opgesteld
door de plusleerkracht. Het doel van de plaatsing en de werkwijze wordt hierin opgenomen.
13
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
5. Leerkrachtcompetenties
5.1 Leerkrachten
 Alle leerkrachten zijn op de hoogte van de visie m.b.t. excellente en (hoog)begaafde
leerlingen op onze school.
 Alle leerkrachten kennen de specifieke leereigenschappen van (hoog)begaafde
leerlingen en de specifieke leereigenschappen van (hoog)begaafde
onderpresteerders.
 Alle leerkrachten zijn op de hoogte van het feit dat bepaalde groepen
(hoog)begaafde leerlingen moeilijk te herkennen zijn: onderpresteerders, meisjes,
leerlingen met een handicap, leer- of gedragsproblemen, leerlingen met een culturele
achtergrond.
 Alle leerkrachten kennen de procedure van het SIDI-3 protocol. Ze kennen de stappen
binnen het SIDI-3 protocol en voeren deze conform de afspraken uit.
 Alle leerkrachten kennen de specifieke onderwijsbehoeften voor deze leerlingen
(cognitief (compacten, verrijken, verbreden) en niet cognitief (leren leren,
metacognitieve vaardigheden, …..). Deze onderwijsbehoeften worden beschreven in
Parnassys.
 Alle leerkrachten kunnen gesprekken voeren met deze leerlingen. Over leren leren,
durven, doorzetten, discipline, falen en fouten maken.
5.2 IB’ er/Specialist hoogbegaafdheid
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid zijn op de hoogte van de visie m.b.t.
excellente en (hoog)begaafde leerlingen op onze school.
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid kennen de specifieke leereigenschappen van
(hoog)begaafde leerlingen en de specifieke leereigenschappen van (hoog)begaafde
onderpresteerders.
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid zijn op de hoogte van het feit dat bepaalde
groepen (hoog)begaafde leerlingen moeilijk te herkennen zijn: onderpresteerders,
meisjes, leerlingen met een handicap, leer- of gedragsproblemen, leerlingen met een
culturele achtergrond.
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid kennen de procedure van het SIDI-3 protocol.
Ze kennen de stappen binnen het SIDI-3 protocol en voeren deze conform de
afspraken uit.
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid coördineren deze stappen voor de collega's:
o de wijze van aanmelding
o volgen van de toetskalender
o de wijze van diagnose
o vaststellen van de relevante de toetsgegevens
o het gesprek met de leerling
o hoe om te gaan met specifieke zaken: onderpresteren/versnellen/externe hulp
vragen
o contact met ouders
o de aanmelding naar een Plusklas
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid bieden hulp aan de leerkrachten m.b.t. het
opstellen van de specifieke onderwijsbehoeften.
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid ondersteunen de collega’s:
14
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
o in de leerlingbesprekingen
o de overdracht van leerlingen naar de volgende groep
o in gesprekken met ouders
o over de toelating tot een Plusklas
o over de overgang naar VO
o bij het inschakelen van een extern deskundige
 De ib’ er en specialist hoogbegaafdheid kunnen in gesprekken met leerlingen
specifieke hulp bieden:
o in leerstrategieën
o in omgaan met faalgevoel
o in sociaal emotionele vaardigheden
o in mentale weerbaarheid
5.3 Directie
 De directeur zorgt ervoor dat de visie rond excellent talent en hoogbegaafdheid in een
beleidsdocument wordt vastgelegd
o deze visie is een onderdeel van de totale visie en missie van de school
o de visie wordt onderschreven door het team en de mr/or
o elk teamlid is op de hoogte van deze visie
 De directeur zorgt ervoor dat deze visie periodiek bewaakt en bijgesteld wordt.
o het onderwerp jaarlijks in een teambijeenkomst wordt besproken
o tijdens de klassenbezoeken wordt aandacht besteed aan de vertaling naar de
praktijk
o in het overleg met de ib ‘er en/of specialist hoogbegaafdheid komt dit
onderwerp aan de orde
o in de leerlingbesprekingen worden deze leerlingen besproken
 De directeur zorgt ervoor dat het team regelmatig wordt (bij)geschoold, dit geldt zeker
voor nieuwe leerkrachten
15
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Bijlage 1
Intakevragenlijst voor uw kind
Wilt u uw kind vragen hieronder een tekening te maken van een
poppetje/mens.
16
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Intakevragenlijst nieuwe leerlingen
Algemene informatie ten behoeve van de leerkracht/groep
Naam leerling:
Is er in de familie sprake
van :
Onbekend
Ja
Nee
Dyslexie (lezen en spellen)
Dyscalculie (rekenen)
Dyspraxie (motoriek)
Persoonlijkheidsstoornissen
(autismespectrumstoornissen)
ADHD/ADD
Aanvullende opmerkingen:
Neemt uw kind gemakkelijk afscheid van u?
Is uw kind zindelijk?
Kan uw kind zichzelf aan-en uitkleden?
17
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Hieronder leest u steeds twee bij elkaar horende uitspraken. U kiest eerst welke uitspraak
het best bij uw kind past. Vervolgens geeft u aan of de uitspraak heel sterk (<< of >>) van
toepassing is, of alleen maar een beetje van toepassing (< of >).
1.
Mijn kind:
is energiek.
2.
3.
is veel ziek.
neemt initiatieven .
is nooit ziek.
neemt een afwachtende houding aan.
4.
5.
6.
speelt veel met anderen.
zoekt gezelligheid op.
heeft zelden ruzie met andere
kinderen.
heeft een volgende rol bij het
spelen.
zoekt contact met oudere
kinderen.
kan op zijn beurt wachten.
speelt graag alleen.
trekt zich terug.
heeft vaak ruzie met andere kinderen.
7.
8.
9.
<< < > >> Mijn kind:
is vaak moe.
10. kan niet zo goed tegen zijn
verlies.
11. is spontaan behulpzaam.
12. is snel geraakt (gevoelig).
13. leeft met andere kinderen
mee.
14. komt voor zichzelf op.
15. gaat in discussie om gelijk te
krijgen.
16. toont zelfvertrouwen.
17. vraagt hulp als dat nodig is.
18. vertelt spontaan over
gebeurtenissen en
activiteiten.
19. bedenkt vaak ongebruikelijke
oplossingen.
20. houdt van doespelletjes.
21. werkt of speelt
geconcentreerd.
22. is snel ontmoedigd als iets
niet lukt.
23. wordt boos als iets niet lukt.
24. verveelt zich gauw.
25. maakt af waar hij mee begon.
heeft een leidersrol bij het spelen.
zoekt contact met jongere kinderen.
vindt het nog moeilijk om op zijn
beurt te wachten.
kan goed tegen zijn verlies.
is desgevraagd behulpzaam.
is niet zo snel geraakt (minder
gevoelig).
is minder betrokken bij andere
kinderen.
komt niet zo duidelijk voor zichzelf op.
gaat niet in discussie om gelijk te
krijgen.
is niet zo zeker van zichzelf.
vraagt geen hulp als het nodig is.
moet nadrukkelijk uitgenodigd
worden om te vertellen over
gebeurtenissen en activiteiten.
bedenkt niet zo vaak ongebruikelijke
oplossingen.
houdt van denkspelletjes.
is snel uit zijn concentratie gehaald.
geeft niet snel op, maar probeert
het juist opnieuw.
wordt niet snel boos als iets niet
lukt.
verveelt zich niet snel.
wisselt snel en vaak van spel zonder
18
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
26. kan goed omgaan met
uitgestelde aandacht.
27. spreekt meestal in goede
zinnen.
28. spreekt duidelijk.
29. kent de betekenis van veel
woorden.
30. gebruikt moeilijke woorden.
31. heeft interesse in letters en
lezen.
32. geeft nu al aan dat het wil
leren schrijven.
33. heeft interesse in
hoeveelheden en getallen.
34. heeft een goed geheugen.
35. is ondernemend in zijn spel.
36. stelt veel vragen.
37. heeft een grote dadendrang.
38. is geïnteresseerd in de
wereld om hem heen.
39. weet veel over verschillende
dingen.
40. heeft een echte hobby.
iets echt af te maken.
vindt het nog moeilijk om met
uitgestelde aandacht om te gaan.
spreekt niet altijd in goede zinnen.
spreekt nog niet zo duidelijk.
kent nog niet de betekenis van veel
woorden.
gebruikt korte en eenvoudige
woorden.
heeft nog geen interesse in letters
en lezen.
is nog niet bezig met de wens om te
leren schrijven.
heeft nog geen interesse in
hoeveelheden en getallen .
vergeet vaak dingen.
is afwachtend in zijn spel.
stelt niet veel vragen.
heeft niet zo’n grote dadendrang.
is nog vooral gericht op zijn eigen
beleving en wereld.
weet niet zoveel over verschillende
dingen.
heeft geen echte hobby.
19
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Mijn kind houdt vooral van:
buitenspelen
televisie kijken
computerspelletjes
spelen met poppen
bouwen met lego, blokken
etc.
puzzelen
gezelschapsspelletjes
fantasiespel, rollenspel
liedjes zingen, naar muziek
luisteren
sport
taalspelletjes, boeken
bekijken, lezen
20
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
luisteren naar verhalen
tekenen, knutselen
rennen, klimmen, stoeien
rekenspelletjes, telspelletjes,
aftelversjes
21
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Bijlage 2 Voorbeeld Taakbrief
Prentenboek: De Stip
Thema:
Kunst
Met wie?
De opdracht
Kleuren mengen. Rood, geel, blauw en
wit.
Benodigdheden
Knikkeren maar !!
Experimenteren.
Obstakels en versnellers.
Het museum van de gevonden
voorwerpen. Verzamel allerlei vondsten
en maak een tentoonstelling.
Mijn eigen letterboek. Op zoek naar
plekken waar letters staan.
In deze twee vakken met name
genoemd ontwikkelingsmateriaal van
Levelspel
22
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Bijlage 3 Aanmelding Plusklas
- Ouders en leerling Datum:
Naam kind:
Groep:
Basisschool:
j/m
Informatie van de ouders
Ik wil graag dat mijn kind naar de Plusklas gaat, omdat:
Een aandachtspunt voor mijn kind in de Plusklas is:
Informatie van de leerling
Ik wil graag naar de Plusklas, omdat:
Ik wil in de Plusklas graag leren …….
Ik wil in de Plusklas graag werken aan (onderwerpen):
Handtekening ouder(s):
Handtekening kind:
23
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Aanmelding Plusklas
- School Datum:
Ingevuld door:
Basisschool:
Gegevens betreffende de leerling
Naam:
jongen/meisje
Adres:
Woonplaats:
Telefoon:
Geboortedatum:
Groepsverloop:
Informatie van de school (1e aanmelding)
Reden om de leerling aan te melden voor de Plusklas:
Wat is er al aan het probleem gedaan?
Wat zijn de leerpunten om aan te werken in de Plusklas?
Is er sprake van een naastliggende problematiek? Zo ja, welke?
Handtekening leerkracht:
___________________________________
Bijlagen toevoegen:
- SiDi-3 observatielijst (leerkracht-ouderkind)
- (Recente) toetsgegevens
Handtekening coördinator HB:
- Evt. externe testgegevens
24
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Aanmelding Plusklas (Vervolg)
- Ouders en leerling Datum:
Naam kind:
Groep:
Basisschool:
j/m
Informatie van de ouders
Ik wil graag dat mijn kind in de Plusklas blijft, omdat:
Een (nieuw) aandachtspunt voor mijn kind in de Plusklas is:
Informatie van de leerling
Ik wil graag in de Plusklas blijven, omdat:
Ik wil in de Plusklas nog graag leren …….
Ik wil in de Plusklas graag werken aan (onderwerpen):
Handtekening ouder(s):
Handtekening kind:
_______________________
___________________
25
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Aanmelding Plusklas (Vervolg)
- School Datum:
Ingevuld door:
Plusklas:
Gegevens betreffende de leerling
Naam:
jongen/meisje
Adres:
Woonplaats:
Telefoon:
Geboortedatum:
Groepsverloop:
Informatie van de Plusklas leerkracht (Vervolg aanmelding)
Reden om de leerling aan te melden voor de Plusklas:
Wat is er al aan het probleem gedaan?
Wat zijn de leerpunten om aan te werken in de Plusklas?
Handtekening Plus-leerkracht:
Bijlagen toevoegen:
- SiDi-3 observatielijst (leerkracht-ouderkind) - (Recente) toetsgegevens
Handtekening Groepsleerkracht
- Evt. externe testgegevens
26
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’
Afvinklijst aanmelding Plusklas
De volgende gegevens moeten aanwezig zijn bij de aanmelding
van een leerling voor de Plusklas.
O
O
O
O
O
O
O
SiDi3 leerkracht (resultaat en diagnosegrafiek)
SiDi3 ouder (resultaat)
SiDi3 leerling
Toetsgegevens Cito uit Parnassys
Toetsgegevens doortoetsen
Aanmeldingsformulier school (1/2)
Aanmeldingsformulier ouder-kind (2/2)
Evt.
O
Extern onderzoek
O
Onderpresteerlijst
O
Versnellingswenselijkheidslijst
N.B. Het aanmeldingsformulier moet door de (hoog)begaafdheidscoördinator bekeken en ondertekend worden.
Met vriendelijke groet,
TCP (ToelatingsCommissiePlusklas) Wolderwijs
27
Versie 03-09-2014
o.b.s. Het Groene Hart ‘een uitnodiging tot bloei’