Notitie Plusklas 1. Uitgangspunten De afgelopen jaren is er in het onderwijs veel aandacht besteed aan leerlingen die aan de onderkant dreigden uit te vallen, maar inmiddels is men er zich wel van bewust dat alle leerlingen recht hebben op onderwijs op maat, dus ook de meer begaafde leerlingen. Goede leerlingen verdienen immers ook een kans om meer te kunnen bereiken. Begeleiding waar nodig en uitdaging waar mogelijk. De leerlingen waar wij ons op richten is een selecte groep vwo-leerlingen die meer aankan en meer wil dan dat het reguliere schoolprogramma haar momenteel te bieden heeft. Wij vinden het niet goed om leerlingen die meer aan kunnen en willen gedurende de schoolloopbaan te blijven confronteren met lessen en lesmateriaal die te eenvoudig voor ze is. Het risico dat hieraan kleeft is dat deze leerlingen zich gaan vervelen in de klas en dat een aantal van hen met steeds meer tegenzin naar school gaat of gaat ‘onderpresteren’. Bovendien is onze slogan: Elke leerling is in tel! CBS Prinses Beatrix, CBS de Eshorst en CSG Beilen gaan samen onderwijs ‘dicht bij huis’ aan (hoog)begaafde leerlingen geven. Dit om mogelijke problemen, zoals onderpresteren, zich terugtrekken of ongewenst gedrag vertonen, te voorkomen. Ook na de basisschool is het van belang dat deze leerlingen, zeker in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs, onderwijs dicht bij huis kunnen volgen, zodat een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn kan worden gerealiseerd. Daarom hebben CBS Prinses Beatrix, CBS de Eshorst en CSG Beilen in samenwerking met een externe deskundige een onderwijsprogramma voor een Plusklas ontwikkeld. Hoogbegaafde leerlingen uit groep 6, 7 en 8 van beide basisscholen en de meerbegaafde leerlingen uit leerjaar 1 en 2 van CSG Beilen komen één dagdeel per week bij elkaar. De Plusklas is een plek waar de leerling zich gezien en geaccepteerd weet. Hij ontdekt dat er ook andere leerlingen zijn die hetzelfde in elkaar zitten, er is herkenning. De werkhouding verbetert doordat de leerling hier ervaart dat er ook dingen zijn die het niet in één keer perfect kan, maar waar het zich echt voor moet inspannen. Als gevolg hiervan nemen de motivatie, het zelfvertrouwen en het plezier toe: de leerling komt beter in zijn vel te zitten. 140526Notitie begaafdheid CSG Beilen 1/6 Uit ervaring en uit onderzoek blijkt dat het deelnemen aan de Plusklas vaak een zeer gunstig effect heeft op het welbevinden en de harmonieuze ontwikkeling van een (hoog)begaafd leerling. De intentie bij alles wat in de Plusklas wordt aangeboden is om een extra verrijking te bieden, aanvullend op wat de leerling op school doet: de Plusklas moet dus zeker niet gezien worden als een vervanger voor school! Het leerstofaanbod is vaak van een andere orde dan het reguliere onderwijsaanbod. Er worden wezenlijke andere vakken of onderwerpen aangeboden, dan in de reguliere lessen. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan: de drang tot experimenteren, de interesse van de leerlingen, het leren plannen en structureren en het integreren van informatie vanuit verschillende kennisgebieden. Het leerproces van het ‘leren leren’ staat hierbij centraal. 2. Wat maakt een leerling nu (hoog)begaafd? Veelal wordt gezegd dat een (hoog)begaafde leerling hoge intellectuele capaciteiten bezit . Dat klopt, maar toch is het dat niet alleen wat een leerling (hoog)begaafd maakt. (Hoog)begaafdheid omvat veel meer dan alleen hoge intellectuele capaciteiten. Natuurlijk kunnen we indien nodig m.b.v. een psychologisch onderzoek de intellectuele capaciteiten van een leerling bepalen. Hoge intellectuele capaciteiten zijn echter ook via andere signalen op te vangen. Denk hierbij aan het vermogen om in een hoog tempo de leerstof te kunnen begrijpen, te analyseren en te verwerken, het maken grote denksprongen, het sterk zijn in het leggen van verbanden, een grote woordenschat, snel van begrip zijn waardoor er minder behoefte is aan instructie. We kijken ook naar de volharding in de taakgerichtheid, het creatief om kunnen gaan met problemen die een leerling voorgelegd krijgt. Een (hoog)begaafde leerling is vaak creatief, origineel in het bedenken van oplossingen, denkt in grotere verbanden en kan oplossingen breed toepassen. Hij heeft een goed geheugen en is zich bewust van zijn eigen kwaliteiten. Een leerling weet waar zijn sterktes liggen, welke leerstrategieën hij gebruikt om tot successen te komen. Een (hoog)begaafde leerling is nieuwsgierig, heeft een zelfstandige werkhouding, een vanuit zichzelf opgelegde leermotivatie, is vaak perfectionistisch, is bereid om moeilijke taken aan te gaan, bereid om risico’s te nemen. Volharding in taakgerichtheid: Zie je niet zo vaak. Leerlingen hebben dit niet geleerd. Het aanbod is tot nu toe “gemakkelijk” geweest. Er is onvoldoende prikkeling geweest om langer aan het werk te blijven. - nieuwsgierig - zelfstandige werkers - intrinsiek gemotiveerd - perfectionistisch, leggen de lat hoog - bereid tot aangaan van moeilijke taken - bereid risico’s te nemen 140526Notitie begaafdheid CSG Beilen 2/6 Hoge intellectuele capaciteiten: - snel van begrip - snel verwerken van leerstof: hoog tempo, minder behoefte aan instructie, minder tijd nodig om nieuwe leerstof te beheersen - zeer goed geheugen - brede woordenschat - snelle probleemanalyse - niet reproductief maar productief denken - beschikking over verschillende leerstrategieën en kunnen deze flexibel toepassen - goed kunnen plannen en organiseren - scherp observeren Creatief: - origineel in het maken van plannen - vindingrijk in oplossingsmethoden of juist het bedenken van problemen - toepassen oplossingsmethoden in andere situaties - bereid risico’s te nemen - goed divergent denken: breed, in grotere verbanden denken - intuïtief denken - graag thematisch werken Het is inmiddels duidelijk dat interne aangeboren eigenschappen en externe gegevens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat beide van invloed zijn op begaafde prestaties. Samenvattend kan over (hoog)begaafdheid het volgende gezegd worden: 1. (Hoog)begaafdheid wordt niet gezien als eigenschap. Begaafde prestaties zijn de maatstaf voor begaafdheid. 2. Begaafdheid uit zich in verschillende levensfases op verschillende manieren, er is sprake van een ontwikkeling. 3. Er bestaat geen algemene begaafdheid; begaafdheid heeft betrekking op een bepaald gebied. Er bestaan verschillende specifieke begaafdheden. 4. Een complexe wisselwerking tussen interne en externe factoren is van invloed op de ontwikkeling van begaafdheid en het tot uiting komen van begaafde prestaties. 5. Interne factoren betreffen niet slechts intellectuele capaciteiten, maar ook een aantal andere cognitieve en niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken. 3. Risico’s Als we (hoog)begaafde leerlingen geen uitdaging aanbieden, dan is de kans aanwezig dat er risicofactoren ontstaan. De leerling kan een negatief zelfbeeld ontwikkelen doordat hij anders denkt en voelt dan zijn medeleerlingen, waardoor hij mogelijk geen aansluiting vindt bij zijn leeftijdsgenootjes. De verwachtingen vanuit zijn omgeving kunnen een te grote druk 140526Notitie begaafdheid CSG Beilen 3/6 op hem neerleggen of juist te weinig uitdaging bieden. Zijn perfectionisme kan tot faalangst leiden enz. Dit alles maakt dat een leerling kan gaan onderpresteren, juist gedemotiveerd kan raken. Het is daarom van belang om de signalen zo vroeg mogelijk op te pikken en een zo goed en breed mogelijk beeld te vormen van de leerling. 4. Signalering Signalering vindt plaats door de leerkracht/docent of door de ouders. Binnen de groep zijn er signalen waardoor het vermoeden bestaat dat het gaat om een (hoog)begaafde leerling. Er kan sprake zijn van gedragssignalen of opvallende leerprestaties. Het kan ook zo zijn dat er thuis vergelijkbare signalen herkenbaar zijn. De ouders geven dat dan bij de leerkracht/mentor aan. 5. Toelating Om toegelaten te worden tot de plusklas hanteren we voor de leerlingen in de brugklas de volgende criteria: - behalen van een cito-score: 545-550 - in de plaatsingswijzer …… - advies van de basisschool - goede motivatie en werkhouding - zelfstandig kunnen werken - uitdaging nodig hebben - uitslag van een intakegesprek - (indien van toepassing) advies van hulpverlenende instanties Toelating tot de plusklas kent behalve de bovengenoemde criteria ook de volgende voorwaarden. - de leerling moet passen in de bestaande groep; - er moet plaats zijn in de groep (maximaal 12); - toelating is voorwaardelijk: na drie bijeenkomsten volgt een voorlopige evaluatie, na afloop van een periode (6-8) een definitieve evaluatie; - toelating betekent geen toelating voor de resterende schoolcarrière. Een leerling kan worden uitgesloten van deelname op eigen verzoek, vanwege de groepssamenstelling of eigen attitude binnen de plusgroep; - Voor elke leerling in de plusklas wordt door de groepsleerkracht/vakdocent een plan samengesteld voor de activiteiten van de leerling binnen de klas zodra hij / zij naar de plusklas gaat. 140526Notitie begaafdheid CSG Beilen 4/6 6. Lesprogramma Het lesprogramma wordt vastgesteld samen met de leerkrachten/docenten die in de plusklas lesgeven. Het leerstofaanbod is vaak van een andere orde dan het reguliere onderwijsaanbod. Er worden wezenlijke andere vakken of onderwerpen aangeboden, dan in de reguliere lessen. Duidelijk is wel dat filosofie en een vreemde taal op het rooster staat. Hierdoor wordt het denkproces gestimuleerd. De vreemde taal is bij voorkeur Spaans, Russisch of Chinees en het doel is ‘leren leren’. Daarnaast is er ruimte zijn voor projecten. Elk project kent een vaste structuur en wordt afgesloten met een presentatie (live of op papier). Met structuur wordt bedoeld de inzet van materialen, eventuele gastlessen en/of bedrijfsbezoeken. 7. Organisatie De lessen worden in het schooljaar 2010-2011 op maandagmiddag van 13.15 uur tot 15.15 uur gegeven. De lessen worden door bevoegde en bekwame docenten gegeven. Voor de leerlingen zijn computers beschikbaar. Ook is er een lesruimte waarin practica kan worden gedaan beschikbaar. De reguliere lessen die op deze middag niet worden gevolgd, kunnen de leerlingen op een ander moment zelfstandig verwerken. In één van de volgende reguliere lessen kan de leerling incidenteel uitleg van de docent krijgen, maar wij verwachten dat dat nauwelijks nodig is. Voor de leerlingen en ouders van CSG Beilen is mevrouw L. Doornkamp aanspreekpunt. Voor de leerlingen van CSB Beatrixschool is dat de heer H. Kiers en voor De Eshorst is dat mevrouw A. Westra. Voor de lessen hebben alle leerlingen een multomap met blaadjes en tabbladen, een etui met pen, potlood, kleurpotloden, gum, puntenslijper en geodriehoek. De leerlingen ondertekenen een ‘contract’ (bijlage 1). De leerlingen leren een logboek bij te houden. Via dit logboek wordt voor henzelf en anderen duidelijk wat hun vorderingen zijn. 8. Evaluatiemomenten Na elke lessenserie vindt er een evaluatie plaats met leerlingen. De mentoren van CSG Beilen worden door de leerlingen en mevrouw Doornkamp van het proces op de hoogte gehouden. De leerkrachten van de basisscholen worden door de leerlingen en mevrouw Doornkamp van het proces op de hoogte gehouden. De ouders worden door de leerlingen en de school waarop ze zitten op de hoogte gehouden. Wij vragen alle betrokkenen actief mee te denken over de ontwikkeling en implementatie van de plusklas, zodat we optimale kwaliteit kunnen realiseren en de ontwikkeling van de leerlingen hierdoor wordt gestimuleerd. 140526Notitie begaafdheid CSG Beilen 5/6 9. Rapportage Aangezien de leerlingen buiten hun reguliere schoolsetting les krijgen, is de communicatie cruciaal. Hierbij gaat het om communicatie naar de eigen leerkracht, vakdocent en mentor en de ouders. De communicatie moet volledig transparant zijn. Begrippen als ‘concreet’, ‘volledig’, ‘duidelijk’ spelen een kernrol. Voor de leerlingen en ouders van CSG Beilen is mevrouw Doornkamp aanspreekpunt. Voor de leerlingen en ouders van de basisscholen is de directeur het aanspreekpunt. Dit aanspreekpunt kan eventuele zaken doorgeven aan de rest van de werkgroep. Rapportage valt uiteen in communicatie over organisatorische en inhoudelijke zaken rondom de plusklas en het wel en wee van de leerlingen. Het kan een belangrijk doel zijn om leerlingen zelf verantwoordelijk te maken voor hun leeropbrengsten en daarmee voor hun eigen leerinhoud. Het bijhouden van een openbaar logboek door de leerlingen zelf heeft twee voordelen. Ten eerste weet de buitenwereld via dit logboek wat er tijdens de plusuren gebeurt en waar de leerlingen mee bezig zijn. Ten tweede leren leerlingen hun activiteiten te verantwoorden en te reflecteren op het geleerde. De eigen leerkrachten/docenten/mentor blijft te allen tijde onderwijskundig verantwoordelijk voor het kind dat in de plusklas zit. 140526Notitie begaafdheid CSG Beilen 6/6
© Copyright 2024 ExpyDoc