Handleiding BeverZaken

Handleiding
TRAJECTEN WERELDBURGERSCHAP VOOR HET
SECUNDAIR ONDERWIJS
Hovenierstraat 82
1081 Koekelberg
02/511 16 36
[email protected]
www.beverzaken.be
Dit is een project van vzw Jongeren Tegen Racisme.
2
WOORD VOORAF
Met fierheid ligt voor jou de nieuwe handleiding van BeverZaken.
BeverZaken is een project van School Zonder Racisme dat leerkrachten en leerlingen wil
motiveren om trajectmatig te werken rond wereldburgerschap. We merken, doorgaans,
veel enthousiasme en engagement bij leerkrachten maar diverse obstakels en
verschillende vormen van weerstand fnuiken te vaak de opstart of het goede verloop
van een project. Het zoeken naar draagkracht, inhoudelijke en methodische
ondersteuning, een kritisch én constructief klankbord, logistieke en administratieve
ondersteuning – denk aan het schrijven van subsidiedossiers, enz.: je weet wellicht als
geen ander wat we hiermee bedoelen. Vandaar: BeverZaken.
BeverZaken schoot vorig schooljaar (2013-2014) uit de startblokken en was meteen een
schot in de roos. Acht scholen gingen met ons in zee en samen legden we een leerrijk
parcours af. Ook wij zijn sterk gegroeid in ons proces van wereldburgers-in-wording.
Daarom drong het uitschrijven van een degelijke handleiding zich op. Merk op dat de
handleiding, in verhouding, veel bijlagen bevat. Dit is een bewuste keuze. Het zijn stuk
voor stuk handige werkinstrumenten waarmee je meteen aan de slag kan.
Verder wijzen we erop dat BeverZaken nog in de kinderschoenen staat. Op regelmatige
tijdstippen komen er nieuwe initiatieven bij die nog niet in deze handleiding konden
opgenomen worden. Het is onze ambitie om in de nabije toekomst een dynamische
website ontplooid te hebben waar de evoluties in ons aanbod met de spreekwoordelijke
muisklik te volgen zijn.
Deze handleiding wil scholen nog meer uitdagen. Ons doel is kwaliteitsvolle,
procesmatige projecten stevig verankeren in de volledige school. Nog meer inzetten op
leerlingenparticipatie, visibiliteit en disseminatie, en op het creëren van een duurzaam
draagvlak voor toekomstige projecten. Zodat we er samen nog lang kunnen van
genieten.
Met BeverGroeten
Team BeverZaken van School Zonder Racisme
Brussel, augustus 2014
3
INHOUD
1.Jongeren worden wereldburger (de basistekst)
5–7
2.Hoe ziet het traject eruit?
8 – 19
2.1 Kies een thema
8 – 13
Migratie & Vluchtelingen
Een thema voor wereldburgers die hun grenzen willen verleggen
Diversiteit & InterCultureel leren
Een thema voor wereldburgers zonder oogkleppen
Globalisering & Sociale rechtvaardigheid
Een thema voor wereldburgers met verrekijkers
9 – 10
11 – 12
13
2.2 Aan de slag: Planning & Coaching
14
2.3 Kies een engagementniveau
15 – 19
3.BeverZaken: een faire prijs
20
BIJLAGE A: Hoe bereid ik mij voor op het startgesprek?
22 – 26
BIJLAGE B: Basisstappenplan
27 – 30
BIJLAGE C: Stappenplan Engagementniveau 1
31 – 32
BIJLAGE D: Stappenplan Engagementniveau 2
33 – 36
BIJLAGE E: Stappenplan Engagementniveau 3
37 – 41
BIJLAGE F: Stappenplan Engagementniveau 4
42 – 46
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
47 – 53
BIJLAGE H: Good practices
54 – 59
4
1. JONGEREN WORDEN
WERELDBURGER (DE BASISTEKST)
Inzicht en actie
Met BeverZaken wil School Zonder Racisme inzetten op wereldburgerschap in de 2de en
3de graad van het secundaire onderwijs.
Bevers zijn geinige beestjes. Nieuwsgierig, kritisch en een tikkeltje ondeugend. Dé
basiseigenschappen voor een goede wereldburger. Maar ze zijn ook razend slim. En als
ze beginnen samenwerken, kunnen ze reuzendammen bouwen en desnoods een hele
rivier verleggen.
School Zonder Racisme gelooft dat wereldburgerschap precies daar om draait. Niet
alleen inzicht in hoe de wereld in elkaar zit. Maar daarna ook in actie schieten. Geraakt
worden door onrechtvaardigheid, en daar iets aan willen doen. De wereld leren kennen
om hem daarna te veranderen.
Samen rivieren verleggen
BeverZaken gelooft dat jongeren dat kunnen. En dat de school de ideale plek is om dat te
leren. Sterker: we zullen wel moeten. Want de wereld verandert en er komen
gigantische uitdagingen op ons af. Milieuproblemen en opwarming van de aarde.
Toenemende oorlog en strijd om grondstoffen. Stijgende armoede. Racisme en
discriminatie. Steeds meer mensen op de vlucht. Grote vragen rond democratie en
mensenrechten. En dan nog die economische crisis en groeiende werkloosheid.
De toekomst ziet er niet altijd zo leuk uit. En dan is de vraag: gaan wij als jongeren die
golf over ons laten rollen? Of worden we bevers en verleggen we samen de rivier?
We zetten er onze tanden in
Een bever gaat procesmatig tewerk. Dat doet BeverZaken ook. Stap voor stap, met
allerlei activiteiten gespreid over de twee schooljaren, word je wereldburger. Geen
losstaande activiteiten maar via een rode draad aan elkaar geweven waarbij leerlingen
en leerkrachten samen, als echte bevers, reuzendammen bouwen.
Die rode draad is het thema dat je samen kiest. Je kunt kiezen uit drie actuele thema’s:
Migratie & Vluchtelingen
Diversiteit & InterCultureel leren
Globalisering & Sociale rechtvaardigheid
5
Wereldburgers die gezien mogen worden
Met BeverZaken willen we kiezen voor een haalbare kaart op maat van de school.
Hiervoor kan je kiezen uit 4 engagementniveaus. Het fundament van elk niveau zijn 8
activiteiten, verspreid over twee schooljaren:
-
2 Belevingsactiviteiten per jaar: het thema komt op een ervaringsgerichte
manier aan bod in een les, via een educatief spel of tijdens een vorming. De
beleving staat hierbij centraal. Bij ons staat kennis steeds in functie van een
groter mondiaal bewustzijn.
-
1 Ontmoeting per jaar: tijdens de ontmoetingen maken leerlingen écht contact
met een vluchteling, nieuwkomers,… Op deze manier verbreden ze hun culturele
horizon.
-
1 Actie per jaar: jongeren gaan zélf aan de slag met de input van de ontmoetingen belevingsactiviteiten. Wij begeleiden hen naar een uitdaging op maat. Op deze
manier vormen leerlingen zichzelf.
Het 1ste engagementniveau legt de focus volledig op deze 8 activiteiten. Aan de hand
van een concreet stappenplan kleuren we de activiteiten in én zorgen we voor een
heldere opbouw doorheen de activiteiten. Leerlingen moeten deze coherentie duidelijk
ervaren. Spontaan verbanden kunnen leggen tussen de activiteiten en verrast en kritisch
uitgedaagd worden. BeverZaken, dat is kwalitatief projectmatig aan de slag gaan.
Het 2de engagementniveau bouwt verder op het vorige en wil het project stevig
verankeren in de volledige school - de trekkers van het project zijn minimaal twee
klassen maar alle leerlingen van de school moeten wel, bijvoorbeeld tijdens de eindfase,
bereikt worden. Dit niveau zet nog meer in op leerlingenparticipatie, visibiliteit en het
creëren van een duurzaam draagvlak voor toekomstige projecten.
Ten slotte, het 3de en 4de niveau: deze overstijgen de schoolmuren. Het Brede School
principe wil de lokale omgeving op een positieve manier betrekken of zoekt het zelfs
over de taal- en/of de landsgrenzen heen.
We doen het samen
Als je als leerkracht (of als leerling) BeverZaken wil opstarten in je klas (of klassen) sta
je er niet alleen voor. School Zonder Racisme zorgt voor begeleiding, ondersteuning en
coaching op maat. Samen met de school kijken we naar het draagvlak, kiezen we een
engagementniveau en stellen we een concreet stappenplan op, gekoppeld aan duidelijke
doelstellingen. Op deze manier willen we samen kwalitatieve projecten creëren.
Hierbij aansluitend willen we het project duidelijk kaderen binnen de
vakoverschrijdende eindtermen (VOET). De volgende contexten komen in de
verschillende thema’s die we voorstellen ruim aan bod: sociorelationele context, socioeconomische ontwikkeling, socio-culturele context en politiek-juridische samenleving.
6
Handig voor het VOET-beleid en de VOET-werking van de school en voor de registratie
ervan!
Coaching op maat
Ieder traject van BeverZaken heeft zijn eigenheid, zijn noden en uitdagingen. Wat is de
voorkennis van de leerlingen? Wat zijn de (specifieke) doelstellingen? Wat willen we
concreet bereiken? Op welke manier wensen we de verschillende activiteiten te
spreiden en te integreren doorheen het traject? Wat met de financiële draagkracht? Op
deze en vele andere vragen gaan we op zoek naar antwoorden tijdens een startgesprek.
Liefst ook met enkele leerlingen erbij, want we stimuleren de leerlingenparticipatie. Het
zou ideaal zijn als je van start kan gaan met een trekkersgroep met daarin zowel
leerkrachten als leerlingen.
Tijdens het traject bouwen we ook een jaarlijks opvolgingsgesprek in. Zo creëren we
tijd en ruimte, noodzakelijke zuurstof voor kwalitatieve projecten. Verder, en minstens
even belangrijk, houden we regelmatig contact via mail of telefoon.
Vanzelfsprekend eindigen we jaarlijks met een grondig evaluatiegesprek en kijken we
al eens over het muurtje naar het volgende schooljaar.
Een project BeverZaken kan je opzetten voor een klas of enkele klassen van de 2de of 3de
graad.*
*
Het ligt uiteraard in onze ambitie om BeverZaken in de toekomst ook uit te breiden naar de
eerste graad.
7
2. HOE ZIET HET TRAJECT ER UIT?
2.1 KIES EEN THEMA
Er wordt een keuze gemaakt uit drie actuele thema’s. Aan de hand van het thema wordt
er gewerkt rond wereldburgerschap en dit gedurende twee schooljaren. Indien na één
jaar de voorkeur uitgaat naar een ander thema, of bepaalde omstandigheden lenen zich
daar beter toe, kan dat uiteraard. In de volgende bladzijden schetsen we het brede
inhoudelijke kader van elk thema in de visie van School Zonder Racisme.
Migratie & Vluchtelingen
Een thema voor wereldburgers die hun grenzen willen verleggen ⇾ p. 9-10
Diversiteit & InterCultureel leren
Een thema voor wereldburgers zonder oogkleppen ⇾ p. 11-12
Globalisering & sociale rechtvaardigheid
Een thema voor wereldburgers met verrekijkers ⇾ p. 13
Het spreekt voor zich dat deze beslissing een belangrijk moment is. Hiervoor hou je best
rekening met de volgende parameters:
-
Doelstellingen: wat willen jullie precies bereiken met de leerlingen?
De graad, studierichting en het algemene niveau van de leerlingen.
De voorkennis van de leerlingen.
Interesseveld van de leerlingen en de leerkrachten. Op deze manier kan het
project meer draagkracht hebben.
Bij voorkeur wordt deze keuze gemaakt met enkele leerlingen erbij om de
leerlingenparticipatie te stimuleren. Het zou ideaal zijn als je van start kan gaan met een
trekkersgroep met daarin zowel leerkrachten als leerlingen.
Een andere mogelijkheid is de keuze overlaten aan alle
deelnemende leerlingen. Zij beslissen. We weten uit ervaring dat
dit écht kan werken, mits de nodige omkadering en duiding.
Tijdens het eerste coachinggesprek, nl. het startgesprek, gaan we
hier dieper op door want een goede start is ontzettend belangrijk.
8
Migratie en Vluchtelingen
Een thema voor wereldburgers die hun grenzen willen verleggen
VOET: politiek-juridische samenleving, socio-culturele samenleving, socio-economische samenleving
“YOU BROKE THE OCEAN IN HALF TO BE HERE. ONLY TO MEET
NOTHING THAT WANTS YOU. – IMMIGRANT”
― NAYYIRAH WAHEED
Al de hele geschiedenis door is de mens weggetrokken, op zoek naar een beter leven. Van
Germaanse
volksverhuizingen
of
middeleeuwse
religieuze
vluchtelingen,
over
oorlogsvluchtelingen tijdens de twee wereldoorlogen of gastarbeiders in de jaren zestig, tot
asielzoekers vandaag: migratie is van alle tijden. De redenen voor die migraties zijn vaak erg
ingewikkeld. Migratie en de nieuwe contacten tussen culturen deden ook altijd vragen rijzen, en
hitsten de gemoederen op.
Met dit thema willen we de jongeren bijbrengen niet alles wat ze dagelijks te horen krijgen over
“de ander”, zomaar voor waar aan te nemen. We belichten de geschiedenis van de migratie in
België, waarom welke bevolkingsgroepen hier zijn en hoe dit, naast de vele uitdagingen, onze
maatschappij ook ten goede is gekomen en komt. Ook wordt aangetoond dat migratie geen
eenzijdig gegeven is, maar uit vele, gevarieerde, menselijke verhalen bestaat.
Wij buigen ons specifiek over de migratiebewegingen in de moderne tijd. Na de
onafhankelijkheid in 1830 en tot 1910 zijn vele Belgen, op zoek naar werk, geëmigreerd naar
Noord-Frankrijk of naar Amerika. Tussen 1860 en 1914 emigreerden 52 miljoen Europeanen
naar een bestemming overzee, waarvan zo’n drie vierde naar Noord-Amerika. Migranten komen
en gaan in functie van de economische nood van een land. In het begin van de jaren twintig
zochten de patroons van de mijnen en staalfabrieken weinig gepolitiseerd werkvolk: dat vonden
ze in Noord-Italië, Polen, Joegoslavië en Oekraïne. Zij werden gevolgd door Italianen, Polen en
Spanjaarden die in hun land vluchtten voor fascisme en dictatuur. Na de tweede wereldoorlog
moest Europa heropgebouwd worden. De migratie werd nu geïnstitutionaliseerd: er werden
verblijfsvergunningen afgeleverd en faciliteiten gegeven. Tienduizenden Italianen werden naar
België gehaald om te komen werken in de mijnen. Na de mijnramp in Marcinelle (1956) zette
Italië een deel van de migratie stop en richtte België zich tot de andere landen: Spanje,
Griekenland, Marokko en Turkije. Tussen 1961 en 1966 werden 130000 werkvergunningen
uitgedeeld. De petroleumcrisis van begin jaren ’70 bracht een economische crisis met zich mee.
Daarom werd de immigratie wettelijk stopgezet. De migrantenbevolking groeide nog wel aan
door een hoog geboortecijfer en de familiehereniging. In 1980 kwam er ook een beperking op de
gezinshereniging.
Sinds de jaren ’80 en ’90 worden we in West-Europa geconfronteerd met een nieuw
migratiefenomeen: de vluchtelingen uit Oost-Europa, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en
uit de Derde Wereld. Door de wereldwijde economische crisis zijn de laatste dertig jaren de
levensomstandigheden van het grootste deel van de wereldbevolking erg verslechterd. De
landen van het Zuiden worden in een economische wurggreep gehouden door een oneerlijke
9
wereldhandel en een torenhoge schuldenlast. Armoede, conflicten en oorlogen dwingen steeds
meer mensen om te migreren. De klimaatverandering, vooral veroorzaakt door uitstoot van het
rijke Noorden, brengt milieurampen die op de eerste plaats het arme Zuiden treffen. De helft van
de vluchtelingen vandaag zijn 'ecologische vluchtelingen'.
De ontwikkelingslanden betalen een dubbele factuur: naast de armoede, de uitbuiting, de
rampen en de oorlogen, moeten zij ook de meeste vluchtelingen opvangen. 80% van de
vluchtelingen blijft in eigen land of regio, en komt in het beste geval in een vluchtelingenkamp
terecht. Slechts 8% van alle vluchtelingen komt naar Europa. En zo'n 8% daarvan komt naar
België, en vraagt bescherming of 'asiel' aan. Dit is immers de enige manier om een verblijf te
legaliseren. Eind jaren ’90 worden deze procedures echter als maar moeilijker. Europa houdt de
poorten angstvallig dicht. Wetgeving wordt aangepast om migratie zo goed mogelijk te
'managen' binnen het eigen voordeel. Maar ook fysiek wordt het mensen moeilijker gemaakt
binnen te raken. Lidstaten investeren massaal in een gezamenlijke politiemacht en
grensbewaking. Met radarsystemen, drones, scanners, helikopters e.a., die kusten en grenzen
beter moeten bewaken. Met het agentschap Frontex wordt een heuse oorlog gevoerd tegen
migranten die tóch binnen willen raken. Dit leidt tot schrijnende toestanden en niets wijst erop
dat deze situatie gauw zal veranderen.
Slechts een zeer klein aantal asielzoekers krijgt uiteindelijk het statuut van politiek vluchteling
of het recht op subsidiaire bescherming. Anderen moeten proberen een regularisatie te
bekomen van hun verblijfsvergunning, wat aan als maar strengere criteria onderworpen is.
Velen belanden daarom in de illegaliteit en vervoegen de rangen van “Mensen zonder papieren”.
Binnen migratie is de vluchtelingenproblematiek wellicht één van de meest controversiële
uitdagingen van onze tijd. Controversieel omdat het ons, als wereldburger, confronteert met
onze beperkingen van solidariteit. Trekken we voluit de kaart van de mensenrechten, geloven
we in open grenzen of zwichten we voor argumenten van Fort Europa? Of is er ook een
tussenweg en hoe ziet die er dan uit? Waar ligt de ethische grens?
“I AM FROM THERE. I AM FROM HERE.
I AM NOT THERE AND I AM NOT HERE.
I HAVE TWO NAMES, WHICH MEET AND PART,
AND I HAVE TWO LANGUAGES.
I FORGET WHICH OF THEM I DREAM IN.” ― MAHMOUD DARWISH
10
Diversiteit & InterCultureel Leren
Een thema voor wereldburgers zonder oogkleppen
VOET: sociorelationele ontwikkeling, socio-culturele ontwikkeling
WE LEVEN IN EEN TREURIGE TIJD. HET IS GEMAKKELIJKER EEN ATOOM
TE VERBRIJZELEN DAN EEN VOOROORDEEL. ― (ALBERT EINSTEIN)
“NO ONE IS BORN HATING ANOTHER PERSON BECAUSE OF THE COLOR
OF HIS SKIN, OR HIS BACKGROUND, OR HIS RELIGION. PEOPLE MUST
LEARN TO HATE, AND IF THEY CAN LEARN TO HATE, THEY CAN BE
TAUGHT TO LOVE, FOR LOVE COMES MORE NATURALLY TO THE HUMAN
HEART THAN ITS OPPOSITE.” ― (NELSON MANDELA)
Migratie is van alle tijden. De diversiteit in onze 21ste eeuw is een realiteit, en niet meer terug te
draaien. Je kan er “voor” of “tegen” zijn, maar beter leer je ermee omgaan: divers is immers niet
“beter” of “slechter” maar gewoon…”anders”. Dat 'leren omgaan met verschillen' is niet zo
eenvoudig. Wij oordelen allemaal wel eens over mensen of groepen, waar we zelf niet bij horen.
Terwijl we ze helemaal niet kennen. En toch denken we dat die mening waar is. Al te vaak staren
we ons blind op (culturele) verschillen, terwijl we – zo blijkt bij nader inzien - over talrijke
basiswaarden hetzelfde denken. We delen onze wijk, onze school, onze werkplek met heel
“diverse” mensen en hebben zeer vaak meer gemeenschappelijk met hén dan met de 1 %
allerrijksten van onze planeet! “We are the 99 %”!
Doorheen de hele geschiedenis loopt een spoor van discriminatie en racisme. Discriminatie en
racisme zijn altijd verbonden met macht: men houdt welbewust mensen vast in een
minderwaardige positie. Een zeer duidelijk voorbeeld hiervan is het racisme tegenover de nietWesterse volkeren tijdens de periode van de slavenhandel en de kolonisatie. Of de vervolging
van de Joden en de zigeuners tijdens WO II. De gevolgen hiervan kennen we…
Jongeren staan erg bloot aan allerlei racistische invloeden, vaak onbewust. Het begint met – op
het eerste zicht – onschuldige stereotyperingen. Om al snel over te gaan in hardnekkige
vooroordelen. En zo komt men terecht in een neerwaartse spiraal van discriminatie en ongelijke
rechten. Vooroordelen en racisme werken vaak langs de twee kanten van de 'wij' en 'zij'. En we
zijn ons zelden bewust van de kaders waarmee we - al dan niet gekleurd - naar de realiteit
kijken. Vooroordelen en racisme worden “aangeleerd”… maar kunnen ook “afgeleerd” worden!
Als we jongeren willen laten opgroeien tot wereldburger impliceert dit onder meer dat ze de
ander benaderen met een open vizier. Een belangrijke basisattitude om elkaar écht te leren
kennen.
In het 'leren omgaan met verschillen' zijn er ook heel wat meningen. Sommige groepen willen
dat migranten en nieuwkomers zich zo snel mogelijk 'aanpassen' en moeite doen om zich te
'integreren'. Anderzijds zijn onze steden zo superdivers geworden, dat er niet meer te spreken
valt over een 'Belgische meerderheid' en een 'allochtone minderheid'. En over dat 'aanpassen'
zijn heel wat vragen te stellen.
11
In deze discussies liggen vooral de mensen die de islam aanhangen in het vizier. Midden de jaren
’60 werden massaal Noord-Afrikaanse en Turkse gastarbeiders uitgenodigd om in België te
komen werken. Zij brachten hun familie mee én hun geloof. In 1974 werd de islam door de
Belgische Staat erkend als eredienst.
Na 50 jaar Noord-Afrikaanse en Turkse immigratie is de islam een vast onderdeel van de
Belgische werkelijkheid. Niettemin blijven heel veel vooroordelen bestaan: is deze godsdienst
echt zo intolerant, gewelddadig en vrouwonvriendelijk zoals vaak wordt gedacht?
Het laatste decennium zijn de kritieken op de islam talrijker en ruwer, vooral sinds de
terreuraanslagen van “9.11” kan men spreken van een ware “islamofobie” wereldwijd. De
opkomst van verschillende fundamentalistische strekkingen binnen de islam en een zekere
radicalisering onder moslimjongeren versterken het beeld van “de botsing tussen
beschavingen”. In dit discours wordt “de islam” gezien als één monolithisch blok van meer dan
een miljard mensen die allemaal hetzelfde denken en doen, met de Koran als hun “motor”.
Maar… botsen onze culturen écht? Is Mohamed zo verschillend van Piet, Pierre, Peter en Piotr?
Heeft Fatima niet dezelfde verlangens en dromen als Mieke, Marie, Mary en Maria? Moeten we
niet eerder inzetten op intercultureel leren?
BeverZaken wil met dit thema een positief verhaal brengen. Een constructief verhaal van
intercultureel leren.
“I BELIEVE THAT THERE WILL BE ULTIMATELY A CLASH BETWEEN THE
OPPRESSED AND THOSE WHO DO THE OPPRESSING. I BELIEVE THAT
THERE WILL BE A CLASH BETWEEN THOSE WHO WANT FREEDOM,
JUSTICE AND EQUALITY FOR EVERYONE AND THOSE WHO WANT TO
CONTINUE THE SYSTEM OF EXPLOITATION. I BELIEVE THAT THERE
WILL BE THAT KIND OF CLASH, BUT I DON'T THINK IT WILL BE BASED
ON THE COLOR OF THE SKIN...” ― MALCOLM X
12
Globalisering & Sociale Rechtvaardigheid
Een thema voor wereldburgers met verrekijkers
VOET: politiek-juridische samenleving, socio-culturele samenleving, socio-economische samenleving
"L'injustice de l'ordre économique mondial, fondé sur la primauté
de l'argent et de la concurrence, se révèle particulièrement sur ce
continent [Afrique], où ses dégâts se mesurent en termes de vie et
de mort. Vue d'Afrique, la "mondialisation heureuse" apparaît
comme ce qu'elle est : une sinistre escroquerie."
- L'Atlas du Monde Diplomatique - 2006 - Afrique, miroir du monde
Het gaat niet goed met de wereld. Toenemende armoede in het zuiden en het noorden,
oneerlijke wereldhandel, en steeds meer oorlogen en milieurampen. Het lot van het ene land is
steeds meer verbonden met dat van een ander. En de ecologische crisis maakt plots heel
duidelijk dat we allen één planeet delen.
Om de problemen van de hedendaagse 'globalisering' te begrijpen, duiken we een stukje terug in
haar geschiedenis. Door de slavenhandel en de leegroof van nieuwe kolonies kon West-Europa
heel snel heel rijk worden. Dat lag aan de basis van de 'vrije markt', die sinds 1750 als nieuw
handelsmodel werd geïntroduceerd. In die 'vrije markt' mag iedereen die dat wil, een bedrijf
beginnen en goederen produceren en winst maken. In de concurrentie voor meer winst, werd
steeds gezocht naar nog goedkopere grondstoffen en arbeiders of nieuwe afzetmarkten. Dat
zette een systeem in gang van nog meer veroveringsoorlogen, kolonisering van het zuiden en de
'vrije markt' die stilaan wereldwijd ging. Het systeem werd 'globaal'.
De vrije markt zorgt voor groei en rijkdom enerzijds. Maar brengt ook steeds meer kwalijke
dingen met zich mee: uitbuiting van het zuiden, nieuwe oorlogen om grondstoffen, een leegroof
van de planeet, crisissen en toenemende armoede.
Daar wordt een mens niet vrolijk van! Gelukkig wordt sinds 2000 ook steeds meer nagedacht
over een alternatief. De andersglobalistenbeweging is een breed front van wereldburgers die het
anders willen: van bewuste consumenten over ecologisten die terug lokaal beginnen boeren, tot
vakbonden en mensenrechtenactivisten. Allemaal zeggen ze hetzelfde: 'Als we de vrije markt
laten doen, gaat onze wereld naar de haaien. Een andere wereld is mogelijk!'
Wat kunnen jongeren vandaag leren van die wereldwijde beweging? Hoe kan je in je dagelijkse
leven bewuster omgaan met die 'globalisering'? En wat valt eraan te doen?
AVEC LA MONDIALISATION LIBÉRALE, LE MARCHÉ EST L'INSTRUMENT
PAR EXCELLENCE DE L'UNIQUE POUVOIR DIGNE DE CE NOM, LE
POUVOIR ÉCONOMIQUE ET FINANCIER. CELUI-CI N'EST PAS
DÉMOCRATIQUE PUISQU'IL N'A PAS ÉTÉ ÉLU PAR LE PEUPLE, N'EST PAS
GÉRÉ PAR LE PEUPLE, ET SURTOUT PARCE QU'IL N'A PAS POUR
FINALITÉ LE BONHEUR DU PEUPLE." - JOSÉ SARAMAGO
13
2.2 AAN DE SLAG: PLANNING & COACHING
Het fundament van BeverZaken zijn 8 activiteiten, verspreid over twee schooljaren.
Verder zijn er (minstens) 6 of 7 coachingsgesprekken voorzien.
Zie pagina 6 voor meer duiding over de verschillende activiteiten.
Zie pagina 7 voor meer duiding over de coaching op maat.
1ste schooljaar:
Activiteiten
Belevingsactiviteit 1
Ontmoeting 1
Belevingsactiviteit 2
Actie 1
Coaching
(ev.) een vrijblijvend verkenningsgesprek
Startgesprek 1
Opvolgingsgesprek 1
Evaluatiegesprek 1
2de schooljaar:
Activiteiten
Belevingsactiviteit 3
Ontmoeting 2
Belevingsactiviteit 4
Actie 2
Coaching
Startgesprek 2
Opvolgingsgesprek 2
Evaluatiegesprek 2
De school verricht de planning, stelt de doelstellingen op en stippelt de concrete
invulling van de diverse activiteiten uit via een stappenplan. BeverZaken zorgt voor een
optimale omkadering: begeleiding, ondersteuning en coaching op maat.
Het fundament van het project wordt gelegd tijdens het startgesprek.
Hoe bereid ik mij voor op het startgesprek?
zie bijlage A (pag. 22 – 26)
Elk engagementniveau (zie puntje 2.3) wordt gekoppeld aan een specifiek stappenplan.
Een overzicht van de stappenplannen vind je terug vanaf pag. 27 t.e.m. pag. 46. Maar
eerst raden we jou aan om grondig de verschillende engagementniveaus te overlopen.
14
2.3 KIES EEN ENGAGEMENTNIVEAU
Met BeverZaken willen we kiezen voor een haalbare kaart op maat van de school.
Hiervoor kan je kiezen uit 4 engagementniveaus.
De 4 engagementniveaus zijn gebaseerd op de volgende (pedagogische) principes:
-
Kwaliteitsvol procesmatig werken (K)
LeerlingenParticipatie (LP)
Verankering (V)
Zichtbaarheid (Z)
Brede School principe (BS)
De afkortingen van de principes zijn telkens aangegeven in de engagementniveaus.
1ste engagementniveau
Het 1ste engagementniveau legt de focus volledig op de 8 activiteiten. Aan de hand van
een concreet stappenplan kleuren we de activiteiten in én zorgen we voor een heldere
opbouw doorheen de activiteiten. Leerlingen moeten deze coherentie duidelijk ervaren.
Spontaan verbanden kunnen leggen tussen de activiteiten en verrast en kritisch
uitgedaagd worden.
Concreet bestaat het 1ste engagementniveau uit de volgende elementen:
-
8 activiteiten verspreid over 2 schooljaren (K)
-
3 van de 8 activiteiten worden gekozen uit het vormingsaanbod van School
Zonder Racisme. Voor deze activiteiten wordt er geen meerprijs gevraagd.
in bijlage G (pag. 47 – 53) vind je een overzicht van de vormingen die wij
sterk aanbevelen, nl. onze kleppers!
Zo leert onze ervaring dat sommige van onze vormingen ideaal zijn als opstart,
om een project op gang te trekken. Of dat ze perfect fungeren om verdieping te
creëren. (K)
-
De overige 5 activiteiten kunnen ontwikkeld worden door de leerkrachten en/of
de leerlingen of worden gekozen uit het vormingsaanbod van andere
organisaties. BeverZaken treedt hier op als coach, bewaakt de rode draad
doorheen de verschillende activiteiten en kan – op vraag van de school – actief
meezoeken naar geschikte activiteiten en werkvormen.
Verder heeft BeverZaken, bij wijze van inspiratie, verschillende groeilijnen
uitgewerkt. (K)
deze good practices vind je terug in bijlage H (pag.54 – 59).
15
-
Indien je kiest voor meer dan 3 vormingen uit het vormingsaanbod van School
Zonder Racisme, krijg je vanaf de 4de vorming 10% korting.
-
Een concreet stappenplan van de verschillende activiteiten gekoppeld aan
duidelijke doelstellingen en deadlines. BeverZaken zorgt voor de omkadering. (K)
het volledige stappenplan van engagementniveau 1 bestaat uit bijlage B:
basisstappenplan (pag. 27 – 30) én bijlage C: stappenplan engagementniveau 1
(pag. 31 – 32)
-
Het project wordt ingebed in het VOET-beleid. (V)
-
Er is een gezond evenwicht tussen animatie, informatie en educatie. (K)
-
Overleg, met het oog op eventuele samenwerking, in het kader van
wereldburgerschap (bv. op vlak van diversiteit en intercultureel leren) met de
GOK-begeleiding, schoolbegeleider en/of het Onderwijsopbouwwerk –
indien deze partners actief zijn op school. (V)
-
Zet je project in de kijker! Dit kan via een fotoverslag van de activiteiten op de
website van de school, via de website van BeverZaken, sociale media, etc. De
school kiest het medium. Vanzelfsprekend kunnen leerlingen sterk betrokken
worden in dit proces. (Z, LP)
Deelnemers: één of meerdere klassen en minstens één actieve leerkracht.
16
2de engagementniveau
Het 2de engagementniveau bouwt verder op het vorige en wil het project stevig
verankeren in de volledige school. Dit niveau zet nog meer in op leerlingenparticipatie,
visibiliteit en het creëren van een duurzaam draagvlak voor toekomstige projecten.
Concreet bestaat het 2de engagementniveau uit de volgende elementen:
-
Alle elementen van het 1ste engagementniveau plus:
De leerlingen gaan, samen met de leerkrachten, op zoek naar een meter of peter
voor het project. Een meter of peter is een lokale VIP; iemand uit de bekende of
iets-minder bekende wereld, die bij voorkeur een zekere aantrekkingskracht
heeft op de jongeren. Bijvoorbeeld een lokale dj, de burgemeester, een lokale
held, een bekende sporter etc.
Deze persoon moet zich kunnen terugvinden in de visietekst rond
wereldburgerschap (zie volgend punt) en in het concrete project.
Welke taken rusten op zijn of haar schouders? In de eerste plaat is hij/zij een
ambassadeur die de boodschap van het project uitdraagt naar de jongeren. Zo
kunnen de uitspraken van hem/haar geplaatst worden op de website van de
school. Kan hij (eventueel) actief deelnemen aan één van de activiteiten (vb.
tijdens een nabespreking of tijdens een actiemoment). Op deze manier is er meer
betrokkenheid en visibiliteit. Op vraag van de school, kan ook BeverZaken zijn
speurneus gebruiken om de geschikte kandidaat te vinden. (LP, Z)
-
De school heeft of schrijft een (korte) visietekst rond wereldburgerschap. (V)
-
Indien er een leerlingenraad of een andere geëngageerde leerlingengroep
(bijvoorbeeld een Amnesty-schoolgroep) aanwezig is op school, worden de leden
warm gemaakt om deel te nemen aan BeverZaken. (LP, V, Z)
-
De actieve leerkrachten en leerlingen krijgen een gratis vorming van 1,5 uur
over de vluchtelingenproblematiek, migratie(geschiedenis) en hoe dit alles
plaatsen in een huidige globale context. Op deze manier staan jullie inhoudelijk
steviger in jullie schoenen. Al naargelang het gekozen thema van het project, kan
er sterker gefocust worden op één van de onderwerpen. (K)
-
Het project bereikt alle leerlingen van de school. Bijvoorbeeld tijdens het
actie-moment. (LP, V, Z)
Deelnemers: minstens 2 klassen en minstens 3 actieve leerkrachten.
het volledige stappenplan van engagementniveau 2 bestaat uit bijlage B:
basisstappenplan (pag. 27 – 30) én bijlage D: stappenplan engagementniveau 2
(pag. 33 – 36)
17
3de engagementniveau
Ons volgend niveau overstijgt de schoolmuren. Het Brede School principe staat hier
centraal en wil de lokale omgeving op een positieve manier betrekken.
Concreet bestaat het 3de engagementniveau uit de volgende elementen:
-
Alle elementen van het 2de engagementniveau plus:
De volledige school, en dus alle klassen, participeren. Vanzelfsprekend zal er
een verschil zijn in intensiteit qua draagkracht van de verschillende klassen – dit
is geen enkel probleem. Belangrijk is wel dat het project gedragen wordt door
alle klassen. Bijvoorbeeld tijdens het actiemoment, hebben alle klassen een
duidelijke uitdagende opdracht. We doen het dus samen. Ook kan er met een
charter worden gewerkt rond wereldburgerschap of met een petitie rond antiracisme, die door 60 % van de schoolbevolking moet ondertekend worden. Zo
wordt een BeverZakenSchool ook meteen een School Zonder Racisme! (LP, V)
-
Er wordt een duidelijk plan opgesteld op welke manier we de lokale omgeving
positief willen benaderen en integreren in het project. Goed geformuleerde,
concrete en realistische doelstellingen zijn hier essentieel. (BS)
-
Er wordt een helder en concreet sponsorplan opgesteld. (K)
-
BeverZaken is zich er van bewust dat een dergelijk project van grote omvang
enkel kan slagen mits een nauwgezette opvolging en intensieve coaching. Wij
zijn er dan ook voor jullie! (K)
Deelnemers: alle klassen van de school en minstens 6 actieve leerkrachten.
het volledige stappenplan van engagementniveau 3 bestaat uit bijlage B:
basisstappenplan (pag. 27 – 30) én bijlage E: stappenplan engagementniveau 3
(pag. 37 – 41)
18
4de engagementniveau
Het 4de niveau kan niet wachten om zijn reiskoffer te pakken en zoekt het over de taalen/of de landsgrenzen heen. Het spreekt voor zich dat voor een dergelijk project
meerdere sterkere partners een must zijn.
Concreet bestaat het 4de engagementniveau uit de volgende elementen:
-
Alle elementen van het 2de engagementniveau plus:
Er is een duidelijke samenwerking over de taal- en/of de landsgrens heen
met bijvoorbeeld een andere school of een relevante organisatie. (BS)
Er wordt een helder en concreet sponsorplan opgesteld. Vaak zal dit gekoppeld
zijn aan het indienen van één van de volgende subsidieprojecten: (K)
a) Het Prins Filipfonds wil scholen uit het secundair onderwijs aanmoedigen
om uitwisselingen te organiseren met scholen uit de andere gemeenschappen
van België. De bedoeling is het verdiepen van de talenkennis en het
verruimen van de cultuur door de ontdekking van elkaars achtergrond, met
respect voor elkaars eigenheid. Het thema Diversiteit & InterCultureel leren
van BeverZaken beantwoordt ten volle aan deze doelstelling. Voor info over
de subsidieaanvraag: zie http://candidate.kbs-frb.be/nl
b) Indien je je project wil uitbreiden over de landsgrenzen en een sterk
internationaal signaal wil geven, kan je een partnership aangaan met
scholen in Europa of wereldwijd. Dit lijkt ambitieus maar is zeker haalbaar.
Talrijke scholen kunnen terugblikken op een rijke internationale ervaring.
Waarom deze niet opbouwen rond een BeverZaken-thema? Dit kan virtueel
via een e-Twinning-project (zie http://www.etwinning.be) of via een écht
internationaal uitwisselingsproject. Hiervoor bestaan verschillende
vormen van financiële ondersteuning, o.m. Erasmus+ (vroeger: Comenius), zie
http://ec.europa.eu/programmes/erasmusplus/discover/index_nl.htm).
Nog vele andere opportuniteiten kan je ontdekken op:
http://www.ond.vlaanderen.be/internationaal/seconderwijs.htm
-
Ook al neemt een eerder beperkt aantal van de leerlingen actief deel aan de
uitwisseling, toch is er een duidelijke return voor en disseminatie naar de
volledige school. Zo kan het actiemoment (deels) plaatsvinden op jullie school.
(LP, V, Z)
Deelnemers: minstens 2 klassen en minstens 4 actieve leerkrachten
het volledige stappenplan van engagementniveau 4 bestaat uit bijlage B:
basisstappenplan (pag. 27 – 30) én bijlage F: stappenplan engagementniveau 4
(pag. 42 – 46)
19
4. BEVERZAKEN: EEN FAIRE PRIJS
Voor wat, hoort wat. Voor een volledig BeverZakentraject van twee schooljaren stellen
we jou de volgende formule voor: € 450 per schooljaar.
Wat krijg je hiervoor in de plaats?
-
Een kwaliteitsvolle coaching op alle facetten van het project. Wij zorgen voor
begeleiding, ondersteuning en coaching op maat.
Zo bewaakt BeverZaken de rode draad, zoeken we actief mee naar geschikte
activiteiten en werkvormen, contacteren we andere organisaties/partners, zorgen
we voor de omkadering van het stappenplan, delen we good practices, bemiddelen
we waar nodig, zoeken we mee naar sponsors, zoeken we mee naar een
meter/peter, etc.
Er worden geen vervoersonkosten aangerekend als de vormingswerkers van
School Zonder Racisme zich verplaatsen naar jouw school.
-
De kans om een kwaliteitsvol project rond wereldburgerschap neer te zetten
voor en door leerlingen. Een project dat sterk verankerd wordt in de school met
het oog op toekomstige projecten.
-
3 activiteiten uit het vormingsaanbod van School Zonder Racisme, verspreid
over de 2 schooljaren – zonder meerprijs.
-
Indien je kiest voor meer dan 3 activiteiten uit het vormingsaanbod van School
Zonder Racisme, krijg je vanaf de 4de activiteit 10% korting.
-
Vanaf het 2de engagementsniveau: een gratis vorming voor de actieve
leerkrachten en leerlingen van 1,5 uur over de vluchtelingenproblematiek,
migratie(geschiedenis) en hoe dit alles plaatsen in een huidige globale context.
Op deze manier staan jullie inhoudelijk steviger in jullie schoenen.
-
Ondersteuning bij het schrijven van eventuele subsidiedossiers.
Een financiële impuls van Kleur Bekennen
Er is de mogelijkheid om financiële ondersteuning te verkrijgen bij Kleur
Bekennen (www.kleurbekennen.be) via hun projectoproepen. De
aanvraagformulieren worden door Kleur Bekennen naar de scholen gestuurd of
zijn beschikbaar op hun website. BeverZaken volgt nauwgezet deze oproepen op
en kijkt welke in aanmerking komen voor jouw project. Het indienen van een
dossier bij Kleur Bekennen betekent echter niet meer dat je automatisch deze
financiële ondersteuning zal verkrijgen. Wél is het zo dat de criteria van de
projectoproepen volledig in de lijn liggen van het project BeverZaken. Dit is een
bewuste keuze. Op deze manier hopen we de slaagkans tot het verkrijgen van de
financiële impuls te verhogen.
20
21
BIJLAGE A: Hoe bereid ik mij voor op het startgesprek?
Voor een goede en duidelijke communicatie is het op de eerste plaats belangrijk om
onderstaande gegevens te bezorgen aan BeverZaken. Dit gebeurt, bij voorkeur, ten laatste twee
weken na het startgesprek.
School
Contactgegevens school
Communicatieleerkracht
(aanspreekpunt voor BZ)
Contactgegevens
communicatieleerkracht
Alle actieve leerkrachten
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
11)
12)
13)
14)
15)
22
BIJLAGE A: Hoe bereid ik mij voor op het startgesprek?
Deelnemende klas(sen)
Communicatie-leerling
(aanspreekpunt voor BZ)
Contactgegevens
communicatie-leerling
(Enkel met volledige toestemming
van de desbetreffende leerling. Wij
gaan discreet om met persoonlijke
gegevens en geven ze niet door aan
derden.)
Actieve leerlingen
(leerlingen die het initiatief
willen trekken; geef ook aan
of de leerling al dan niet lid is
van een groep zoals de
leerlingenraad, AmnestySchoolgroep etc.)
23
BIJLAGE A: Hoe bereid ik mij voor op het startgesprek?
Tijdens het startgesprek willen we de actieve leerkrachten en leerlingen kritisch laten
reflecteren en uitdagen over de invulling van BeverZaken. Aan de hand van onderstaande
richtvragen zet het jullie op weg om de eigen schoolse werking in kaart te brengen en na te
denken over welke doelstellingen jullie willen bereiken. Merk op dat niet alle vragen even
relevant zijn voor jullie project. Daarnaast kunnen sommige vragen overbodig zijn. Het is dus
niet de bedoeling dat je alle vragen beantwoordt.
De richtvragen worden in grote lijnen overlopen tijdens het startgesprak.
We kunnen het niet genoeg herhalen: een goede voorbereiding van het startgesprek zorgt voor
meer diepgang en coherentie en is bijgevolg belangrijk voor het verdere verloop van het traject.
1. Visie
Aanwezigheid visie
Heeft de school een eigen visie op wereldburgerschap?
Wordt er in het pedagogisch project van de school (uitdrukkelijk) verwezen naar
wereldburgerschap?
Is de visie van de school op wereldburgerschap expliciet zichtbaar? Zo ja, op welke
manier?
Is er een leerlijn aanwezig in de visie op wereldburgerschap? Zo ja: hoe wordt deze
uitgewerkt?
Zijn er thema’s uit wereldburgerschap die sterker aan bod komen dan andere? Welke en
in welke mate?
Gedragenheid
Vindt de meerderheid van het lerarenteam dat het (ook) een taak is van de school om
leerlingen aspecten van wereldburgerschap bij te brengen?
Heeft de meerderheid van de leerkrachten een beeld van wat wereldburgerschap
betekent volgens de VOET?
In het geval de school een visie heeft, kent de meerderheid van het team de visie van de
school?
Heeft het huidige lerarenteam meegewerkt aan deze visie?
Is de visie van de school al eens afgetoetst bij het leerkrachtenteam? Is er al overleg en
discussie over geweest?
Is er een draagvlak bij de directie om te werken rond wereldburgerschap?
2. Organisatie
Intern
Is er iemand in de school verantwoordelijk voor de werking rond wereldburgerschap?
Deelt de verantwoordelijke resultaten van zijn of haar werkzaamheden actief mee aan
anderen in het schoolteam?
Is er een werkgroep actief rond het thema wereldburgerschap?
Is er iemand of zijn er meerdere leerkrachten actief bezig met
wereldburgerschapsvorming (zonder dat ze een coördinerende of verantwoordelijke
functie opnemen of als werkgroep functioneren)?
24
BIJLAGE A: Hoe bereid ik mij voor op het startgesprek?
Worden leerlingen betrokken bij het opzetten van werkingen rond wereldburgerschap?
(vb. via leerlingenraad)
Wat is de voorkennis van de leerlingen (in het algemeen)?
Welke thema’s leven er bij de leerlingen – al dan niet in het kader van
wereldburgerschap?
Extern
Is er overleg in het kader van wereldburgerschap (bv. op vlak van diversiteit en
intercultureel leren) met de GOK-begeleiding, schoolbegeleider en/of het
Onderwijsopbouwwerk?
Hebben diegenen die bezig zijn met wereldburgerschap een netwerk van aanbieders,
andere scholen, organisaties, …? Op wie doen zij beroep?
Is er overleg met andere scholen, organisaties over (mogelijke) werkingen?
3. Proces
Opstartfase
Wordt er doorgaans bewust overlegd/nagedacht over een themakeuze voor een initiatief
rond wereldburgerschap?
Wat is de aanleiding geweest in het verleden om een initiatief op te starten (media,
ervaring, overleg, extern aanbod, …)?
Wie informeert zich en hoe geraakt men aan informatie?
Planning
Wie neemt de planning van een initiatief op zich?
Is er overleg en afstemming in de onderlinge werking rond
wereldburgerschapseducatie?
Stelt men doelstellingen op die men op korte en/of lange termijn wenst te bereiken?
Hoe verloopt de planning van initiatieven? Is er een duidelijke timing, fasering,
taakverdeling, budget, …?
Extern aanbod
Maakt de school gebruik van (een vorm van) extern aanbod?
Indien wel, waarover gaat het dan? Is men vooral op zoek naar materiaal of naar externe
begeleiding, of naar beide?
Wat vinden jullie belangrijk bij de keuze van externe vormingen? Welke meerwaarde
zoeken jullie in een extern aanbod? Wat zijn jullie verwachtingen hieromtrent?
Werkwijze
Werkt de school expliciet aan wereldburgerschap binnen lessen/vakken?
Werkt de school preventief rond de interculturele problematiek?
Is de leerlingenraad een actief orgaan in de school? Worden hun voorstellen opgevolgd?
25
BIJLAGE A: Hoe bereid ik mij voor op het startgesprek?
Is er ruimte voor debat in de meeste vakken of is dit voorbehouden aan vakken zoals
godsdienst, niet-confessionele zedenleer, geschiedenis, gedrags- en
cultuurwetenschappen, pav, …?
Verankering
Welke initiatieven rond wereldburgerschap zijn reeds aan bod gekomen in het verleden?
Worden initiatieven herhaald? Zo ja, welke?
Zouden jullie het interessant vinden indien er in de toekomst een trajectmatig project
rond wereldburgerschap wordt herhaald? Een initiatief dat ingebed is in de
schoolstructuur en –cultuur?
Evaluatie
Heeft de school een beeld van haar behoeften aan ondersteuning voor
wereldburgerschapsvorming?
Wordt er beroep gedaan op ondersteuning van en samenwerking met de
schoolbegeleiding?
Zijn er andere noden waar nog ondersteuning kan gebruikt worden?
Op basis van jullie antwoorden op bovenstaande richtvragen, zal het makkelijker zijn om een
keuze te maken uit de drie thema’s (pag.8 – 13) en één van de vier engagementniveaus (pag.
15 – 19).
Elk engagementniveau wordt gekoppeld aan een specifiek stappenplan. Op basis van het
gekozen niveau, kun je meteen aan de slag met het desbetreffende stappenplan.
26
BIJLAGE B: Basisstappenplan
1ste schooljaar
Keuze thema:
Migratie & Vluchtelingen
Coachingsgesprekken
Startgesprek 1
Datum
Diversiteit & InterCultureel leren
Aanwezige leerkrachten en leerlingen
Opvolgingsgesprek 1
Globalisering & Sociale rechtvaardigheid
Agendapunten
- Bijlage A overlopen en aanvullen met nieuwe info (dit
document wordt bij voorkeur goed voorbereid)
- Bijlage B aanvullen en bijlage C, D, E, of F (afhankelijk
van het gekozen engagementniveau) - To Do-lijst
opstellen gekoppeld aan deadlines
- Bijlage B opvolgen en bijlage C, D, E, of F (afhankelijk
van het gekozen engagementniveau)
- To Do-lijst opvolgen
Evaluatiegesprek 1
- Bijlage B evalueren en bijlage C, D, E, of F (afhankelijk
van het gekozen engagementniveau)
- SWOT-analyse maken
- Op basis van de SWOT-analyse, een eerste blik
werpen op het 2de schooljaar => Bijlage B en bijlage C,
D, E, of F (afhankelijk van het gekozen engagementniveau)
27
BIJLAGE B: Basisstappenplan
Activiteiten (in
willekeurige
volgorde)
Belevingsactiviteit 1
Naam
activiteit
Doelstellingen
To Do-lijst + deadlines + (eind)verantwoordelijke
Ontmoeting 1
Belevingsactiviteit 2
Actie 1
28
(ev.)
Prijs
BIJLAGE B: Basisstappenplan
2de schooljaar
Keuze thema:
Migratie & Vluchtelingen
Coachingsgesprekken
Startgesprek 2
Datum
Diversiteit & InterCultureel leren
Aanwezige leerkrachten en leerlingen
Globalisering & Sociale rechtvaardigheid
Agendapunten
- Bijlage A overlopen en aanvullen met nieuwe info (dit
document wordt bij voorkeur goed voorbereid)
- Bijlage B aanvullen en bijlage C, D, E, of F (afhankelijk
van het gekozen engagementniveau)
- To Do-lijst opstellen gekoppeld aan deadlines
Opvolgingsgesprek 2
- Bijlage B opvolgen en bijlage C, D, E, of F (afhankelijk
van het gekozen engagementniveau)
- To Do-lijst opvolgen
Evaluatiegesprek 2
- Bijlage B evalueren en bijlage C, D, E, of F (afhankelijk
van het gekozen engagementniveau)
- SWOT-analyse maken
- Op basis van de SWOT-analyse, een eerste blik
werpen op het 2de schooljaar => Bijlage B en bijlage C,
D, E, of F (afhankelijk van het gekozen engagementniveau)
29
BIJLAGE B: Basisstappenplan
Activiteiten (in
willekeurige
volgorde)
Belevingsactiviteit 3
Naam
activiteit
Doelstellingen
To Do-lijst + deadlines + (eind)verantwoordelijke
Ontmoeting 2
Belevingsactiviteit 4
Actie 2
30
(ev.)
Prijs
BIJLAGE C: Stappenplan Engagementniveau 1 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Opvolging andere
taken
Project inbedden in
het VOET-beleid
Hoe realiseren?
Maak een planning op.
To Do-lijst + deadlines + (eind)verantwoordelijke
Overleg en
samenwerking GOKbegeleiding,
schoolbegeleider
en/of het
Onderwijsopbouwwerk
31
BIJLAGE C: Stappenplan Engagementniveau 1 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Gezond evenwicht
tussen animatie,
informatie en
educatie
Zet je project in de
kijker!
32
BIJLAGE D: Stappenplan Engagementniveau 2 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Opvolging andere
taken
Project inbedden in
het VOET-beleid
Hoe realiseren?
Maak een planning op.
To Do-lijst + deadlines + (eind)verantwoordelijke
Overleg en
samenwerking GOKbegeleiding,
schoolbegeleider
en/of het
Onderwijsopbouwwerk
33
BIJLAGE D: Stappenplan Engagementniveau 2 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Gezond evenwicht
tussen animatie,
informatie en
educatie
Zet je project in de
kijker!
34
BIJLAGE D: Stappenplan Engagementniveau 2 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Meter/peter
Visietekst
wereldburgerschap
Leerlingenraad/
andere groep(en)
aanspreken en
opvolgen
35
BIJLAGE D: Stappenplan Engagementniveau 2 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Inplannen gratis
vorming voor de
actieve leerkrachten
en leerlingen
Het project bereikt
alle leerlingen van de
school
36
BIJLAGE E: Stappenplan Engagementniveau 3 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Opvolging andere
taken
Project inbedden in
het VOET-beleid
Hoe realiseren?
Maak een planning op.
To Do-lijst + deadlines + (eind)verantwoordelijke
Overleg en
samenwerking GOKbegeleiding,
schoolbegeleider
en/of het
Onderwijsopbouwwerk
37
BIJLAGE E: Stappenplan Engagementniveau 3 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Gezond evenwicht
tussen animatie,
informatie en
educatie
Zet je project in de
kijker!
38
BIJLAGE E: Stappenplan Engagementniveau 3 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Meter/peter
Visietekst
wereldburgerschap
Leerlingenraad/
andere groep(en)
aanspreken en
opvolgen
39
BIJLAGE E: Stappenplan Engagementniveau 3 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Inplannen gratis
vorming voor de
actieve leerkrachten
en leerlingen
De volledige school
participeert
40
BIJLAGE E: Stappenplan Engagementniveau 3 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Betrekken van de
lokale omgeving
Sponsorplan
41
BIJLAGE F: Stappenplan Engagementniveau 4 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Opvolging andere
taken
Project inbedden in
het VOET-beleid
Hoe realiseren?
Maak een planning op.
To Do-lijst + deadlines + (eind)verantwoordelijke
Overleg en
samenwerking GOKbegeleiding,
schoolbegeleider
en/of het
Onderwijsopbouwwerk
42
BIJLAGE F: Stappenplan Engagementniveau 4 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Gezond evenwicht
tussen animatie,
informatie en
educatie
Zet je project in de
kijker!
43
BIJLAGE F: Stappenplan Engagementniveau 4 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Meter/peter
Visietekst
wereldburgerschap
Leerlingenraad/
andere groep(en)
aanspreken en
opvolgen
44
BIJLAGE F: Stappenplan Engagementniveau 4 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Inplannen gratis
vorming voor de
actieve leerkrachten
en leerlingen
Samenwerking over
de taal- en/of de
landsgrens heen
45
BIJLAGE F: Stappenplan Engagementniveau 4 (te gebruiken in combinatie met bijlage B)
Duidelijke return
voor en disseminatie
naar de volledige
school
Sponsorplan
46
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
School Zonder Racisme is fier op zijn hele vormingsaanbod en werkt voortdurend aan
uitbreiding en vernieuwing. Sommige vormingen worden nu al bijzonder en uniek bevonden.
Bijzonder omdat de kracht van de ervaring spontaan zijn werk doet. Uniek omdat het vaak
ontmoetingen zijn die onze blik op de wereld in een breder perspectief plaatsen.
Bovendien zijn het vormingen waarvan we overtuigd zijn dat ze een treffende meerwaarde
creëren voor het project BeverZaken. Zo leert onze ervaring dat sommige van onze vormingen
ideaal zijn als opstart, om een project op gang te trekken. Of dat ze perfect fungeren om
verdieping tot stand te brengen.
We geven u een opsomming van onze zes Kleppers.
T HE M A “ M I G R A T I E E N V L U C H T E L I N G E N ”
-
-
-
1)
-
-
2)
–
3)
47
–
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
4)
5)
–
-
6)
–
Duur: ong. 3uren
–
48
-
-
-
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
-
-
-
‘We worden overspoeld door vluchtelingen!’
‘Ze komen alleen naar hier voor onze sociale bijstand!’
‘België is het land van melk en honing: iedereen kan zich hier komen vestigen!’
‘Veel migranten zijn criminelen. Die liever willen profiteren dan te gaan werken!’
–
49
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
T HE M A “ D I V E R S I TE I T E N I N TE R C U L TU R E E L L E R E N ”
-
–
-
-
50
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
–
–
–
–
-
–
-
-
Aantal deelnemers: max. 15 deelnemers (daar één volledige groep bestaat uit ong. 15
inburgeraars en max. 15 leerlingen, vragen we aan de school om grote klassen op te splitsen om
de kwaliteit van het leerproces te waarborgen; contacteer ons gerust met vragen hieromtrent)
–
51
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
T HE M A “ G L O B A L I S E R I N G E N S O C I A L E R E C H T V A A R D I G HE I D ”
-
-
-
-
–
52
BIJLAGE G: Onze Kleppers!
-
-
-
-
-
-
-
-
–
53
BIJLAGE H: Good Practices
VOORBEELD 1
Thema: Migratie & Vluchtelingen (met focus op vluchtelingen)
Niveau: 2de en 3de graad (afhankelijk van de studierichting, doelpubliek etc.)
Activiteiten
Belevingsactiviteit 1
Naam activiteit + omschrijving
De lln. bekijken de Belgische film Illégal over de
vluchtelingenproblematiek.
Nadien volgt een nabespreking (begeleid door een vormingswerker van
School Zonder Racisme of door een leerkracht). We bespreken hoe de
lln. de film beleefd hebben en in welke mate de film een afspiegeling is
van de realiteit. Hieraan gekoppeld krijgen de lln. een korte introductie
van het Belgisch asielbeleid.
-
Ontmoeting 1
Getuigenis van een vluchteling in de klas (pag. 48).
De lln. schrijven individueel een korte reflectie van de getuigenis (of
verwerken hun indrukken op een andere creatieve manier).
Alternatief: lln. noteren individueel drie woorden. Deze woorden
vertellen hoe zij terugblikken op de getuigenis. A.d.h.v. deze woorden
volgt een nabespreking.
-
Belevingsactiviteit 2
De jongeren volgen gedurende één maand de media m.b.t. de
vluchtelingenproblematiek.
Op het einde van de maand kiest iedere jongere één artikel en één beeld
dat hem of haar heeft getroffen.
A.d.h.v. deze beelden en artikelen worden stellingen gemaakt over de
vluchtelingenproblematiek (vb. “mensenrechten wegen altijd door op
economische belangen”). Deze stellingen kunnen uitgevonden worden
door de leerkracht, door leerlingen uit de leerlingenraad, met behulp
54
-
Doelstellingen
De lln. kunnen zich inleven in de
vluchtelingenproblematiek.
De lln. kennen de belangrijkste
principes van het Belgisch asielbeleid.
De lln. kunnen kritisch kijken naar het
Belgisch asielbeleid.
Etc.
De lln. kunnen zich inleven in de
vluchtelingenproblematiek.
De lln. kunnen begrijpen waarom
mensen op de vlucht slaan.
De lln. kunnen de
vluchtelingenproblematiek in een
globale context plaatsen.
Etc.
De lln. leren de media volgen.
De lln. kunnen kritisch kijken naar de
media.
De lln. kunnen zich inleven in de
vluchtelingenproblematiek.
De lln. kunnen de
vluchtelingenproblematiek in een
BIJLAGE H: Good Practices
van een vormingswerker van School Zonder Racisme etc.
Vervolgens wordt er samen met de lln. een World Café georganiseerd
(www.theworldcafe.com).
Tijdens het World Café worden de stellingen onder de loep genomen en
worden er ook allerlei ideeën gesprokkeld en bediscussieerd om actie
te voeren. Samen met de lln. wordt één idee gekozen.
-
-
Actie 1
Het gekozen idee uit het World Café wordt in deze fase geconcretiseerd.
Tijd voor actie! Eén van de ideeën van de lln. zou kunnen zijn:
- Er wordt (bijvoorbeeld in de turnzaal) een fototentoonstelling
gemaakt a.d.h.v. hun gekozen foto’s. Deze tentoonstelling wordt
opengesteld voor de ouders van de leerlingen en/of voor alle
leerlingen (van de 3de graad).
Verschillende leerlingen kunnen fungeren als gids, zorgen voor
de compositie van de foto’s, de inkleding van de ruimte,
schrijven een standaard uitnodigingsbrief naar de ouders,
zorgen voor affichage en bekendmaking in de school voor de
andere lln., etc.
-
De lln. organiseren (ev. in samenwerking met vzw
Vluchtelingenwerk Vlaanderen) een ontspanning- of
sportevenementennamiddag voor (minderjarige) asielzoekers.
55
-
globale context plaatsen.
De lln. kunnen constructief
onderhandelen over gevoelige
onderwerpen met respect voor elkaars
mening.
De lln. kunnen in overleg beslissingen
nemen.
Etc.
De lln. kunnen constructief
samenwerken.
De lln. kunnen probleemoplossend
handelen.
De lln. kunnen plannen en organiseren.
Etc.
BIJLAGE H: Good Practices
VOORBEELD 2
Thema: Migratie & Vluchtelingen (met focus op migratie)
Niveau: 3de graad
Activiteiten
Belevingsactiviteit 1
Naam activiteit + omschrijving
Afhankelijk van de doelgroep en de voorkennis van de lln. wordt
gekozen voor één van de volgende vormingen van School Zonder
Racisme:
-
Migranten in België: verleden en toekomst.
(Deze vorming is een heldere inleiding tot onze
migratiegeschiedenis.)
-
Cafépraat & Migratie (pag.49)
(Deze vorming vraagt bij voorkeur een basiskennis van onze
migratiegeschiedenis).
-
-
-
Ontmoeting 1
Café Coloré (pag. 50 – 51).
-
56
Doelstellingen
Migranten in België: verleden en
toekomst.
De lln. kennen onze migratiegeschiedenis.
De lln. weten hoe het Belgisch
migratiebeleid door de jaren heen,
meermaals, veranderde.
De lln. hebben een beeld op de huidige
Belgische migratiestromen.
Etc.
Cafépraat & Migratie
De lln. weten welke vooroordelen en
misverstanden er bestaan m.b.t.
migratie en migranten.
De lln. zijn zich bewust van hun eigen
vooroordelen hieromtrent.
De lln. leren vaak gehoorde stellingen
analyseren en objectiveren.
Etc.
De lln. weten dat er culturele
verschillen zijn in het dagelijks leven
van mensen.
BIJLAGE H: Good Practices
-
-
Belevingsactiviteit 2
Actie 1
De lln. zien enkele kortfilms over mensen die in België wonen met een
migratieachtergrond. Enkele voorbeelden:
http://www.victoriadeluxe.be/dvd-soap-dishes
http://www.victoriadeluxe.be/dvd-back-and-forth
De lln. kiezen achteraf één verhaal/personage dat hen getroffen heeft
en schrijven hier bijvoorbeeld een kort reflectieverslag over.
-
De lln. gaan op zoek naar een persoon, die bij voorkeur in de lokale
omgeving woont, met een boeiend migratieverhaal. Deze persoon
wordt geïnterviewd door de lln. Op basis van het interview wordt een
kortfilm gemaakt over zijn of haar migratieverhaal – uiteraard met
toestemming van alle betrokkenen.
-
Deze kortfilm wordt getoond aan de ouders van de leerlingen en/of
voor alle leerlingen (van de 3de graad) of in de lokale bibliotheek voor
het grote publiek, etc. De film wordt gekaderd en ingeleid door enkele
lln.
Tip: de meter of peter van het project (vanaf engagementniveau 2) kan
iemand zijn uit de lokale omgeving met een migratieachtergrond.
57
-
-
-
De lln. kunnen zich verplaatsen in
mensen met een migratieachtergrond.
De lln. weten dat er een verband
bestaat tussen verleden, heden en
toekomst van mensen.
De lln. gaan constructief om met
verschillen tussen mensen en
levensopvattingen.
Etc.
De lln. kunnen zich verplaatsen in
mensen met een migratieachtergrond.
De lln. weten dat er een verband
bestaat tussen verleden, heden en
toekomst van mensen.
Etc.
De lln. kunnen constructief
samenwerken.
De lln. kunnen probleemoplossend
handelen.
De lln. kunnen plannen en organiseren.
Etc.
BIJLAGE H: Good Practices
VOORBEELD 3
Thema: Diversiteit & InterCultureel leren (met focus op vooroordelen)
Niveau: 2de en 3de graad (afhankelijk van de studierichting, doelpubliek etc.)
Activiteiten
Belevingsactiviteit 1
Naam activiteit + omschrijving
Oogkleppen af! (pag. 50)
-
Ontmoeting 1
De lln. gaan op sociale exploratie.
Ze draaien (individueel of in kleine groepjes) een halve of volledige dag
mee in verschillende organisaties/instanties (vb. bejaardentehuis,
woongemeenschap voor mensen met een handicap, sociaal restaurant,
etc.).
Nadien schrijven ze een kort reflectieverslag. In het verslag staan ze stil
bij de vooroordelen die ze hadden of nog steeds hebben m.b.t. de
doelgroep (bejaarden etc.). Ze peilen ook bij zichzelf of hun
vooroordelen gewijzigd zijn.
Tip: er zijn ook andere creatievere mogelijkheden om te reflecteren.
Een voorbeeld. De lln. kiezen één wauw- en één down-moment van hun
58
-
Doelstellingen
De lln. worden zich bewust van hun
eigen vooroordelen en die van anderen.
De lln. begrijpen waarom vooroordelen
onvermijdelijk zijn.
De lln. kennen de verschillen tussen
vooroordelen, stereotypen,
discriminatie en racisme.
De lln. kennen de wetenschappelijk link
tussen vooroordelen en racisme.
Etc.
De lln. worden geconfronteerd met hun
eigen vooroordelen.
De lln. worden zich bewust van hun
eigen vooroordelen.
De lln. zijn in staat om hun eigen
vooroordelen bij te sturen.
De lln. kunnen kritisch reflecteren.
Etc.
BIJLAGE H: Good Practices
Belevingsactiviteit 2
Actie 1
sociale exploratie en werken dit creatief uit (tekenen, schilderen).
A.d.h.v. deze tekeningen volgt een nabespreking waarin iedereen kort
zijn verhaal schetst (ev. in kleine groepjes voor de psychische
veiligheid).
Welke beeldvorming bestaat er over jongeren? Welke vooroordelen
bestaan er over de jeugd? We proberen een antwoord te vinden op deze
vragen a.d.h.v. een onderzoek dat de lln. verrichten. Mogelijkheden zijn:
- Elke leerling ondervraagt 3 bekenden en 3 minder-bekenden uit
zijn omgeving op basis van een vragenlijst.
- De lln. volgen één maand lang nauwgezet de media en kijken
hoe jongeren in de media komen of afgebeeld worden.
- Brainstorming met de klas.
- Etc.
Welke conclusies kunnen we trekken uit het onderzoek? Zijn we het
eens met deze conclusies?
Vervolgens krijgen de jongeren een introductie over meervoudige
identiteiten. Mensen bestaan uit verschillende facetten én mensen
kunnen (positief) veranderen (er zijn voldoende interessante
films/documentaires die dit illustreren of wellicht hebben de lln. zelf
enkele goede voorbeelden).
A.d.h.v. het onderzoek worden de lln. gestimuleerd om over te gaan tot
actie. De lln. voeren actie om de beeldvorming van jongeren positiever
te maken. Enkele mogelijkheden:
- De lln. gaan “op zoek” naar eenzame mensen in de lokale buurt en
koken voor hen. Ze kunnen hiervoor uitgenodigd worden op de school.
De lokale media wordt op de hoogte gebracht van deze actie.
-
-
- De lln. organiseren een weggeefwinkel.
59
De lln. leren de media volgen.
De lln. kunnen kritisch kijken naar de
media.
De lln. doorprikken vooroordelen en
stereotypen.
De lln. kunnen conclusies formuleren.
De lln. kennen het concept meervoudige
identiteiten.
De lln. zijn zich bewust dat zijzelf en
anderen positief kunnen veranderen
Etc.
De lln. ervaren het belang van positieve
acties.
De lln. ervaren het belang van sociale
cohesie.
De lln. kunnen constructief
samenwerken.
De lln. kunnen plannen en organiseren
60