Geschiedenis van het ACV Sociale verkiezingen Van beslissend belang voor de overlegstructuren was de wet op de organisatie van het bedrijfsleven (12 september 1948) die ondernemingsraden in bedrijven en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven installeerde. In 1952 werd de sinds 1944 bestaande Algemene paritaire commissie omgevormd tot de huidige Nationale Arbeidsraad. Nood aan bescherming Bij de eerste sociale verkiezingen in 1950 haalde het ACV 36,41% van de stemmen. Die verkiezingen waren het gevolg van de wet van 1948. Onder meer werd bepaald dat ze om de vier jaar moesten gehouden worden. Onmiddellijk bleken bij die verkiezingen de grenzen van de democratie: de werkgevers maakten het de kandidaten bijzonder lastig. Het was voor de vakbonden duidelijk dat de kandidaten en verkozen vakbondsvertegenwoordigers moesten worden beschermd. Er werd onmiddellijk een wetsvoorstel ingediend dat op 18 maart 1950 ook werd aangenomen. In 1950 moesten enkel bedrijven met minstens 200 werknemers sociale verkiezingen organiseren. Die drempel werd in 1954 verlaagd tot werkgevers met minstens 150 werknemers. In 1979 werd dit nogmaals herzien: de drempel ligt voortaan bij 100 werknemers. ACV wordt grootste vakbond In 1954 overtroffen de ACV-uitslagen bij de sociale verkiezingen reeds de verwachtingen. In Vlaanderen werd het ACV dan al de grootste vakbond. Dankzij de vakbondsacties rond de vijfdagenweek in 1955 was het ACV in 1958 de grote overwinnaar bij de sociale verkiezingen. In de uitslagen steeg het aantal ACV-verkozenen met 6%, ten nadele van de andere vakbonden. EFI op ondernemingsraad Vanaf de sociale verkiezingen van 1963 gooide het ACV zich volop in de strijd om bedrijven te verplichten economische en financiële informatie (EFI) te verstrekken aan de ondernemingsraden. In 1973 werd EFI bij wet verplicht. In 1986 verkreeg het ACV ook dat een revisor moest worden aangesteld om die informatie op haar juistheid te toetsen. Na de sociale verkiezingen van 1975 werd het ACV voor de eerste maal de vakbond met de meeste zetels. Die opmars zou ook in de daaropvolgende verkiezingen worden verder gezet. Vanaf respectievelijk 1987 en 1995 zag het ACV zijn aantal verkozenen in de CPBW en de ondernemingsraden onafgebroken groeien. KMO’s 1988: de overheid gaf nog steeds geen uitvoering aan de wet van 1948 om ook ondernemingsraden te voorzien in bedrijven met minder dan 100 (en meer dan 50) werknemers. Het ACV startte daarop een campagne voor een striktere wettelijke omkadering van de syndicale vertegenwoordiging in de kmo’s. Europese wetgeving gaf het ACV gelijk. ___________________________
© Copyright 2024 ExpyDoc