Informatiebrochure Epidurale pijnverdoving

Informatiebrochure
Epidurale pijnverdoving
Dienst Anesthesie
Secretariaat anesthesie
T. 03 650 51 10
Van 9.00 tot 13.00 en van 14.00 tot 17.00 uur,
behalve woensdagnamiddag
Op vrijdag tot 15.00 uur
Geachte patiënt
Deze informatiebrochure is bestemd voor patiënten en hun naasten en wil u
informeren over uw behandeling, frequente bijwerkingen en de meest
voorkomende of ernstige complicaties die kunnen ontstaan.
In verband met uw operatie heeft de anesthesist met u besproken dat u, ter
voorkoming en bestrijding van pijn tijdens en na de operatie, een epiduraal
katheter ingebracht zult krijgen. Door het toedienen van medicijnen door
deze katheter is het mogelijk pijn te verminderen.
Epidurale verdoving geeft een zeer goede pijnstilling niet enkel in rust maar ook
bij bewegen en ophoesten.
Bij sommige operaties van buik en borstkas zal doorademen beter mogelijk zijn
waardoor ernstige longproblemen kunnen voorkomen worden. Postoperatieve
misselijkheid en braken komen minder voor. Epidurale verdoving laat tevens een
vroege mobilisatie toe.
1. Wat is een epidurale katheter?
Een epidurale katheter is een zeer dun buisje langs waar medicijnen kunnen
worden gespoten.
2. Wat is een epidurale pijnverdoving?
Voor de operatie plaatst de anesthesist, na plaatselijke verdoving, met behulp van
een naald, een katheter (dun buisje) in de rug tussen twee ruggenwervels. Via
deze katheter krijgt u continu pijnmedicatie toegediend met een speciale
pijnpomp.
3. Hoe werkt de pijnpomp?
Allerlei instellingen van deze pomp zijn mogelijk. Meestal geeft de pijnpomp u
continue pijnmedicatie die door de anesthesist wordt ingesteld.
De mogelijkheid bestaat om bij opkomende pijn zelf een extra dosis medicatie te
geven via de drukknop Dit gebeurt via vooraf ingestelde dosissen zodat er geen
gevaar dreigt dat u zelf te veel medicatie zou toedienen. U hoeft dus niet te
wachten op de verpleegkundige wanneer u pijn hebt want u kunt u pijnmedicatie
zelf geven wanneer dit nodig is.
Het is belangrijk dat enkel uzelf de drukknop gebruikt. Wacht niet tot de pijn te
hevig wordt en geef bijvoorbeeld een bolus bij de verzorging, het opkomen uit
bed of tijdens de kinesitherapie.
2
Afhankelijk van de ingreep blijft deze katheter één of meerdere dagen ter plaatse.
De katheter en pijnpomp worden verwijderd wanneer de pijn tot een draaglijk
niveau werd verminderd en de pijn kan behandeld kan worden met eenvoudige
pijnstillers. Het verwijderen van de katheter doet geen pijn.
Een gespecialiseerd pijnverpleegkundige komt dagelijks bij u langs zolang u een
epidurale verdoving heeft. Zij vraagt naar uw pijncijfer en voert een aantal
controles bij u uit. De pijnbestrijding wordt eventueel, in overleg met de
anesthesioloog, aangepast aan uw behoeften.
4. Indicaties
Een epidurale verdoving met pijnpomp kan gebruikt worden voor grote ingrepen
ter hoogte van buik en/of borstkas, bij urologische en gynaecologische ingrepen,
bij een totale knieprothese en eventueel ook bij boven- of onderbeenamputatie.
5. Mogelijke bijwerkingen
Bij epidurale verdoving kunnen de benen, buik of borstkas ‘slapend’ of ‘verdoofd’
aanvoelen. U kunt ook lichte krachtvermindering van de benen voelen. Kom dus
niet alleen uit bed maar altijd met hulp van een verpleegkundige.
Meld het meteen als u de benen moeilijk of niet kunt bewegen!
U kunt ook last hebben van jeuk, moeilijk urineren, misselijkheid of braken. Deze
bijwerkingen zijn van tijdelijke aard en verdwijnen snel. Ze worden best gemeld
aan de verpleegkundige of de arts.
Er kan ook een allergische reactie optreden vooral op ontsmettingsmiddelen en
lokale anesthetica.
6. Soms zijn er complicaties die onmiddellijk aandacht vragen
Postdurale punctiehoofdpijn:
Symptomen:
Zeer hevige hoofdpijn die kan ontstaan na een epidurale punctie en die NIET
aanwezig was voorafgaande aan de punctie. De hoofdpijn is houdingsafhankelijk
en neemt toe bij zitten en persen, terwijl deze duidelijk afneemt bij liggen.
Behandeling:
Rusten en voldoende vocht opnemen (cola en koffie) in combinatie met
eventueel een pijnstiller. Indien de klachten niet verdwijnen wordt er een
bloedpatch uitgevoerd.
3
7. Andere mogelijke complicaties van de epidurale punctie
Spontane verplaatsing van de epidurale katheter:
Vanuit de epidurale ruimte naar een dieper gelegen ruimte. Dit kan altijd
gebeuren zelfs enkele dagen na het plaatsen van de katheter. Als dit gebeurt, kan
dit een zeer hoog intens blok geven. Een ademhalingsdepressie kan optreden.
Regelmatige controle is essentieel.
Bloeding epiduraal:
Dit komt hoogst uitzonderlijk voor als alle voorzorgsmaatregelen worden
genomen. Een bloeding rond de ruggenmergzak uit zich door rugpijn die plots
optreedt, meestal ook gepaard met onder andere krachtverlies in de benen.
Epiduraal abces:
Uit zich door koorts, algemene malaise en rugpijn, met of zonder uitval.
Symptomen treden op na 1 - 3 dagen
8. Tot slot
U hebt zelf een actieve rol. Gebruik de pijnpomp tijdig, zo kunt u zelf de
controle over de pijnstilling behouden.
De pijnverpleegkundige en/of anesthesist en de verpleegkundige van de
verpleegafdeling zullen regelmatig uw pijn bevragen.
Het is belangrijk dat u laat weten hoe u uw pijn ervaart en of de pijnmedicatie
goed helpt. Zo nodig kan de medicatie tijdig worden bijgestuurd.
Niet goed behandelde acute pijn kan ernstige medische complicaties veroorzaken
(bv. luchtweginfecties, cardiale complicaties) en uw herstel vertragen. Uiteindelijk
kan slecht behandelde acute pijn leiden tot chronische pijnklachten.
Chronische pijn wordt gedefinieerd als pijn die langer bestaat dan drie maanden
of langer duurt dan de verwachte tijd voor herstel na beschadiging of ziekte.
Chronische pijn is moeilijker te behandelen en neemt meer tijd in beslag om te
herstellen.
AZ Klina
Augustijnslei 100
2930 Brasschaat
T. +32 3 650 50 50
[email protected]
www.azklina.be
Versie mei 2014
4