Patiënteninformatie MDL Voedingsproblemen

Patiënteninformatie MDL
Voedingsproblemen
Wanneer u voedingsproblemen heeft krijgt u een PEG-sonde. PEG staat voor Percutane
Endoscopische Gastrostomie, dat is een verbinding met de maag door de buikwand heen. U
krijgt uw dagelijkse voeding door de PEG-sonde.
Het plaatsen van een PEG-sonde krijgt u alleen wanneer u langer dan vier tot zes weken
moet worden gevoed met sondevoeding.
Het onderzoek
De sonde wordt geplaatst met behulp van een gastroscoop (een flexibele en buigzame slang
met aan het eind een videocamera). De slang wordt ingebracht in de keel om de binnenkant
van de maag te onderzoeken. De gastroscoop blaast lucht in de maag. De maag wordt
opgeblazen zodat de maag zich kan ontplooien. De arts kan uw maag zo beter zien. Daarna
maakt de arts een kleine snee in de buikwand vanaf de buitenkant. De PEG-sonde wordt
met een scoop geplaatst.
Tijdens het onderzoek krijgt u een plaatseliijke verdoving, een kalmerend middel en
antibiotica. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.
Voorbereiding op het onderzoek
De PEG-sonde kan alleen worden geplaatst als de maag leeg is.
- U mag vanaf 24.00 uur ’s nachts (de dag voor het onderzoek) niets meer eten of
drinken.
- U wordt een uur voor het onderzoek opgenomen in het ziekenhuis. U krijgt een infuus
met antibiotica.
Nazorg
Na het onderzoek wordt u opgenomen op de afdeling. Zes uur na het onderzoek krijgt u
nogmaals een antibiotica infuus. U mag naar huis als u voldoende wakker bent en u geen
last heeft van complicaties.
Thuis
Wanneer u bij thuiskomst klachten krijgt, moet u direct contact opnemen met het ziekenhuis.
U kunt binnen de kantooruren contact opnemen met de Endoscopieafdeling via tel. 0229 20
72 81.Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp via tel. 0229
25 76 99.
Verzorging
De eerste week na dat uw PEG-sonde is geplaatst moet u de katheter zo min mogelijk
bewegen. Ook moet u het plaatje zo strak mogelijk tegen de buikwand worden geschoven.
Dat is belangrijk voor de genezing van de fistelgang.
Katheter
Het is belangrijk om de katheter goed te verzorgen. U voorkomt dat de katheter verstopt
raakt en verlengt het gebruik. Om te voorkomen dat de katheter verstopt raakt, moet u de
katheter doorspuiten. Dat doet u met water en u moet dit vier tot zes keer per dag doen.
Het doorspuiten van de katheter vindt plaats op de volgende momenten:
- Na het afkoppelen van de sondevoeding.
- Bij het verwisselen van een fles of pak sondevoeding.
- Voor en na het toedienen van medicijnen door de sonde.
-
Voor het slapen.
Na het wakker worden.
Het verzorgen van de huid en katheter
Het is belangrijk om de huid rondom de katheter goed te verzorgen. Wanneer u dat niet doet
kan de huid geïrriteerd raken. Tijdens het douchen of baden maakt u de huid rondom de
fistelgang schoon met water en zeep. Vergeet de huid niet goed te drogen.
De katheter moet u elke dag bewegen. U kunt de katheter heen en weer bewegen en
ronddraaien. U voorkomt zo dat de katheter vastgroeit in de maagwand. Daarnaast moet u er
op letten dat het toedieningssysteem elke 24 uur wordt vervangen.
Sondevoeding
Een geopende fles of pak sondevoeding moet altijd in de koelkast bewaard worden. LET OP!
U mag sondevoeding nooit langer dan 24 uur geopend bewaren.
Het is belangrijk om de sondevoeding per portie uit de koelkast te halen en deze op
kamertemperatuur te brengen. LET OP! U mag de voeding nooit in de zon zetten.
Medicijnen
Als u medicijnen gebruikt kunt u deze niet meer doorslikken. De medicijnen moeten door de
katheter worden toegediend. U moet dat wel eerst met de arts of apotheker bespreken. De
arts of apotheker legt u uit hoe u het beste de medicijnen kunt innemen. LET OP! Meng de
medicijnen nooit met de sondevoeding.
Problemen
Het gebruik van de katheter kan soms voor problemen zorgen. Hieronder vindt u een
overzicht van de problemen, mogelijke oorzaken en oplossingen.
Probleem
De voeding loopt niet door
(mogelijke) oorzaak
1. Rolregelklem is niet
open.
2. Verkeerde houding bij
toediening voedsel
(de katheter of
voedingssysteem is
dicht).
3. De katheter is
verstopt.
Oplossing
1. Rolregelklem
openschuiven.
2. Neem een andere
houding aan.
3. (zie katheter is
verstopt).
Probleem
Katheter is verstopt
(mogelijke) oorzaak
1. De katheter is niet
vaak genoeg
doorgespoten.
2. De katheter moet
worden vervangen.
Oplossing
1. U kunt de plek van de
verstopping zachtjes
kneden en
doorspuiten met
voldoende water.
2. Overleg samen met
uw arts over nieuwe
katheter.
Probleem
U plast weinig, heeft
donkere urine of voelt zich
duizelig
(mogelijke) oorzaak
Uitdroging.
Oplossing
Zorg voor voldoende
vocht (2L) en overleg
met uw arts.
Probleem
U voelt zich misselijk of
heeft last van diarree
(mogelijke) oorzaak
1. De sondevoeding is
te snel toegediend.
2. U heeft te veel
voeding in een keer
binnen gekregen.
3. Sondevoeding was te
koud.
4. Er is niet hygiënisch
gewerkt.
5. U gebruikt
medicijnen.
Oplossing
1. De voeding moet
minder snel.
toegediend worden
2. Kleinere porties of
minder snel
toedienen van
voedsel.
3. De voeding moet op
kamertemperatuur
zijn.
4. Let extra op de
hygiëne.
5. Overleg met uw arts.
Probleem
Obstipatie/verstopping
(mogelijke) oorzaak
1. (Te) weinig vocht of
vezels in de voeding.
2. U maakt gebruik van
bepaalde medicijnen.
Oplossing
1. Overleg met de diëtist
de mogelijkheden.
2. Overleg met uw arts
de mogelijkheden.
Probleem
Ongewenst
gewichtsverlies
(mogelijke) oorzaak
U krijgt te weinig
sondevoeding.
Oplossing
Overleg met de diëtist of arts
de mogelijkheden.
Probleem
Ongewenste
gewichtstoename
(mogelijke) oorzaak
U krijgt te veel
sondevoeding.
Oplossing
Overleg met de diëtist of arts
de mogelijkheden.
Probleem
Lekkage via fistelgang
(mogelijke) oorzaak
Het buitenste plaatje op de
buikwand zit niet op de juiste
plaats.
Oplossing
Tussen de huid en het
buitenste plaatje op de
buikwand moet ongeveer
een halve cm ruimte zitten.
Markeer op de katheter met
een watervaste stift de plaats
waar het plaatje hoort te
zitten.
Probleem
De huid rondom de
katheter is geïrriteerd
(mogelijke) oorzaak
1. Lekkage via
fistelgang.
2. Overgevoeligheid
voor pleisters.
3. Overgevoeligheid
voor het materiaal
van de katheter
(siliconen).
4. Schimmelinfectie van
de fistelgang.
5. Ontsteking van de
huid.
Oplossing
1. U controleert of het
buitenste plaatje op
de buikwand niet te
los zit. Leg eventueel
een gaasje tussen de
huid en het buitenste
plaatje op de
buikwand.
2. Vermijdt het gebruik
van pleisters (voor
het afplakken van de
katheter).
3. U kunt een gaasje
leggen tussen de huid
en het buitenste
plaatje op de
buikwand.
4. Waarschuw uw arts.
5. Waarschuw uw arts.
Probleem
De fistelgang bloedt licht
(mogelijke) oorzaak
Wildgroei van vlees.
Oplossing
Druk met een gaasje
zachtjes op de fistelgang.
Stopt het bloeden niet?
Waarschuw uw arts!
Probleem
De Katheter kan niet meer
gedraaid worden in de
fistelgang (de katheter mag
alleen maar gedraaid
worden als deze aan de
maag is bevestigd)
(mogelijke) oorzaak
De katheter is vastgegroeid
in de fistelgang.
Oplossing
Waarschuw uw arts. kunt dit
probleem voorkomen door de
katheter een keer per dag
rond te draaien (vanaf een
week na plaatsing).
Probleem
De katheter komt te ver uit
de fistelgang
(mogelijke) oorzaak
Het binnenste plaatje tegen
de maagwand zit niet meer
goed.
Oplossing
Stop direct met de voeding
en waarschuw uw arts.
Probleem
De katheter valt uit de
fistelgang
(mogelijke) oorzaak
1. Het binnenste plaatje
tegen de maagwand
zit niet meer goed.
2. De fistelgang is te
wijd.
3. Er is te hard
getrokken aan de
katheter of de
katheter is ergens
achter blijven haken.
Oplossing
1. Breng direct (binnen
6 uur) een reserve
katheter in de
fistelgang en
waarschuw uw arts.
2. Waarschuw uw arts.
3. Waarschuw uw arts.
Probleem
Het buitenste plaatje op de
buikwand blijft niet op zijn
plaats zitten.
(mogelijke) oorzaak
1. De katheter is vettig
2. Het buitenste plaatje
tegen de buikwand is
kapot.
Oplossing
1. reinig de katheter met
water en zeep.
2. Overleg met uw arts
of verpleegkundige.
Wanneer u vragen heeft, kunt u contact opnemen met uw arts of verpleegkundige van de
Endoscopieafdeling. U kunt binnen de kantooruren contact opnemen met de
Endoscopieafdeling via tel. 0229 20 72 81.Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met
de spoedeisende hulp via tel. 0229 25 76 99.
Maag-, darm- en leverziekten\web\Mei2014