Projectplan Vispaaiplaats Westgaag Logo Delfland Projectplan Vispaaiplaats Westgaag gemeente Midden-Delfland Opsteller: Status: Projectfase: Projectnummer: Datum: Datum: 28-01-2014 Tauw Definitief DO 701669 28 januari 2014 pagina 1 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 1. Inleiding 4 2. Beschrijving van het betrokken werk 6 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 Locatie Werking van de vispaaiplaats Werkzaamheden Afweging van alternatieven Relatie met de legger Relatie met het bestemmingsplan Relatie met beleidsregels Relatie met vergunningen /meldingen en andere besluiten 6 6 7 8 9 9 9 10 3. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd 12 3.1 3.2 Werkmethode Bouwlogistiek en planning 12 12 4. Beschrijving van de te treffen voorzieningen 13 4.1 4.2 4.3 Monitoring tijdens uitvoering Beperken van nadelige gevolgen Financieel nadeel 13 13 13 5. Onderzoeken 14 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 Milieukundig Bodemonderzoek Ecologie Archeologie Niet gesprongen explosieven Bomen Kabels en leidingen 14 14 14 14 15 15 6. Beheer en onderhoud 17 7. Procedure 18 7.1 7.2 Betrokken partijen/vooroverleg Rechtsbescherming 18 18 8. Bijlagen 19 Datum: 28-01-2014 pagina 2 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag Datum: 28-01-2014 pagina 3 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 1. Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna Delfland) is belast met de zorg voor het watersysteem in zijn beheergebied. Deze zorg omvat het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater, het beheer van de waterkeringen, het kwantiteitsbeheer van het grondwater en de zuivering van stedelijk afvalwater. De Waterwet en de op grond daarvan vastgestelde Waterverordening schrijven voor dat Delfland met betrekking tot het beheer van het watersysteem een beheerplan opstelt, dat is afgestemd op het Nationale Waterplan en het Provinciale Waterplan Zuid-Holland. Delfland heeft in het Waterbeheerplan 2010-2015, het strategisch werkplan van Delfland, de doelen en maatregelen voor de periode met ingang van 22 december 2009 vastgelegd. Hieronder valt een aantal maatregelen uit het programma Schoon water. Programma Schoon water Delfland is als waterschap verantwoordelijk beheerder van de waterkwaliteit. Schoon water is daarmee een kerntaak van Delfland. De waterkwaliteit wordt gemonitoord met behulp van metingen en inspecties. Mede op basis hiervan is geconcludeerd dat maatregelen moeten worden uitgevoerd om de waterkwaliteit te verbeteren. Op basis van wettelijke bepalingen en een ambitie ten aanzien van de waterkwaliteit zijn doelen geformuleerd. Delfland hanteert onder andere de volgende doelstellingen: - Het water is meetbaar schoner, het gebied is zichtbaar aantrekkelijker. - De belangrijkste barrières voor vismigratie zijn weggenomen. Om de doelstellingen van Schoon water te behalen, zijn maatregelen geformuleerd. Daartoe moeten waterstaatswerken worden aangelegd en gewijzigd. De Waterwet schrijft voor dat de waterbeheerder (in dit geval Delfland) een projectplan moet vaststellen bij de aanleg of wijziging van waterstaatswerken door of vanwege de waterbeheerder. Waterstaatswerken zijn: - een oppervlaktewaterlichaam (water, waterbodems, oevers, flora en fauna); - een bergingsgebied; - een waterkering; - een ondersteunend kunstwerk, zoals stuwen, gemalen en duikers. Projectplan Het projectplan bevat ten minste de beschrijving van de te wijzigen en/of aan te leggen waterstaatswerken, de uitvoeringswijze en de voorzieningen om nadelige invloeden te beperken of te voorkomen. Bij het opstellen van het projectplan is getoetst in hoeverre deze werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van de Waterwet. Dit projectplan behandelt de aanleg van een vispaaiplaats langs de Westgaag ter plaatse van de twee percelen in het vlietland langs de Westgaag te Maasland. De aanleg heeft als doel de (ecologische) waterkwaliteit te verhogen om uiteindelijk (uiterlijk in 2027) te kunnen voldoen aan de waterkwaliteitsdoelstellingen van de Europese KaderRichtlijn Water (KRW). De vispaaiplaats maakt deel uit van het KRW-waterlichaam Westboezem. Delfland heeft tot en met 2015 een resultaatverplichting voor de aanleg van 6,5 ha vispaaiplaatsen in de Westboezem. De werkzaamheden voor de vispaaiplaats worden zo veel mogelijk gecombineerd met de werkzaamheden ten behoeve van de verbetering van Kade 18 van de Dijkpolder waarvoor maatregelen in de zelfde periode langs de vispaaiplaats worden getroffen. Voor de kadeverbetering is een separaat projectplan opgesteld. Beide projecten grijpen fysiek op elkaar in. De vispaaiplaats biedt namelijk ruimte om de kade buitenwaarts te verbeteren en draagt bij aan de stabiliteit van de kade. Voor de kadeverbetering wordt een separaat projectplan in procedure gebracht. Datum: 28-01-2014 pagina 4 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag Voorgaande besluitvorming Het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden heeft in 2012 kennis genomen van de tweede inventarisatie van kansrijke locaties voor vispaaiplaatsen door B&O. De vispaaiplaats langs de Westgaag is één van de kansrijke locaties. Voor de vispaaiplaats is een schetsontwerp gemaakt dat in april 2013 is afgerond. De verenigde vergadering heeft op basis van het schetsontwerp op 23 mei 2013 het investeringsplan en het ontwerpkrediet verleend voor het aanleggen van de vispaaiplaats. Datum: 28-01-2014 pagina 5 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 2. Beschrijving van het betrokken werk 2.1 Locatie Het projectgebied ligt ten noorden van Maasland, langs de Westgaag in de gemeente MiddenDelfland en beslaat het (buitendijkse) vlietland. Dit vlietland bestrijkt het terrein langs de zuidoever van de Westgaag in de Dijkpolder vanaf de firma Verboon tot ca. Westgaag 10. Het projectgebied wordt doorsneden door een fietspad, het Kralingerpad. Westgaag Molenweg Luchtfoto met projectgebied langs de Westgaag in Maasland Het gebied is gelegen op de kadastrale percelen kadastraal bekend gemeente Maasland, sectie I, nummers 547 en 549. Voor dit gebied is medio 2013 met de particuliere eigenaar overeenstemming bereikt over het verwerven van het terrein door Delfland. De overdracht heeft inmiddels plaatsgevonden. De perceeloppervlakken bedragen 3005 m 2 en 5905 m2. Perceelnummer MLD I 547 MLD I 549 Overzicht kadastrale Eigenaar Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland gegevens Opmerking In 2013 aangekocht In 2013 aangekocht 2.2 Werking van de vispaaiplaats In 2027 moeten de watergangen die zijn aangewezen als KRW-waterlichaam (Delfland’s boezemstelsel) voldoen aan de waterkwaliteitsdoelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water. Eén van de maatregelen om aan deze doelstellingen te kunnen voldoen, is het bereiken van een goede visstand. Om een goede visstand te bereiken moet: de samenstelling van visgemeenschappen veranderen (minder bodemwoelende vis en meer roofvis) vis vrijer door het watersysteem kunnen zwemmen (migreren). Datum: 28-01-2014 pagina 6 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag De aanwezigheid van voldoende roofvis is belangrijk voor een goede visstand en waterkwaliteit. Roofvissen zijn zichtjagers en komen voor in helder water. Ze jagen onder andere op bodemwoelende witvis (zoals brasem, karper, voorn). Vispaaiplaatsen voor roofvis zorgen ervoor dat jonge roofvis zoals de snoek zich kan ontwikkelen tot volwaardige exemplaren waardoor een evenwichtige visstand wordt bereikt. Omdat de paaiplaats vrij inzwembaar is, kunnen diverse vissoorten van de paaiplaats gebruik maken. Snoek plant zich voort in ondiepe, warmere sloten en ondergelopen weilanden. Afhankelijk van de watertemperatuur trekken volwassen snoeken in februari en maart uit de diepere plassen en sloten naar de vispaaiplaats. Eerst bezetten de mannetjes een territorium in de vispaaiplaats. Later volgen de vrouwtjes. Afhankelijk van de watertemperatuur paaien de snoeken in maart en april tussen de begroeiing. De eitjes worden afgezet aan waterplanten en grasstengels op ondiepe plaatsen die snel opwarmen. Na twee weken komen de eitjes uit. Ze blijven in eerste instantie enkele weken aan waterplanten of grasstengels hangen. Als ze vrij zwemmen, eten ze vooral watervlooien, andere kleine vissen (ook elkaar) en visseneieren. Variatie in waterdiepte en beschutting is nodig om kannibalisme te beperken. In mei en juni verlaten de snoeken de vispaaiplaats en trekken ze naar dieper water. De jonge snoeken groeien in drie jaar tot ca. 50 cm lengte. 2.3 Werkzaamheden De vispaaiplaats krijgt een totaal oppervlak van 2.300 m2. Er is gekozen voor een langgerekte watergang als vispaaiplaats. Dit slotenpatroon past in het landschap en zorgt ervoor dat het vlietland vrij komt te liggen van de kade en herkenbaar is. De vispaaiplaats zal bestaan uit een watergang met flauwe oevers. De vispaaiplaats ligt ca. 3 m uit de teen van de kade om instabiliteit van het buitentalud te voorkomen. De waterbodem van de vispaaiplaats is 4 m breed en ca. 0,9 m diep. Deze breedtemaat is minimaal nodig als territorium voor volwassen snoek en om varend onderhoud mogelijk te kunnen maken. Machinaal onderhoud vanaf het vlietland is niet gewenst vanwege de kwetsbare bodemstructuur en de beperkte draagkracht. Om ruimte te besparen wordt een onderwaterbeschoeiing geplaatst. De oevers worden voorzien van een talud 1:4. Dit is minimaal vereist voor het ontwikkelen van een goede oevervegetatie. De eitjes worden afgezet aan waterplanten en grasstengels op de ondiepe oevers. Een goede oevervegetatie is nodig voor beschutting van jonge vis om kannibalisme te beperken. Omdat de paaiplaats in open verbinding staat met de Westgaag, kunnen diverse vissoorten van de paaiplaats gebruik maken. De open verbindingen worden voorzien van demontabele drijfbalken om drijfvuil buiten de vispaaiplaats te houden en ongewenst binnenvaren te voorkomen. Het vlietland is vanwege achterstallig onderhoud verruigd met riet en elzenopslag. Het vlietland dat niet wordt vergraven als vispaaiplaats zal als een hooiland worden beheerd. Voor het behoud en bevordering van de natuurwaarde is het belangrijk dat er weer (zomer)beheer op het vlietland wordt uitgevoerd zoals door boeren al vanaf de Middeleeuwen werd gedaan. In het voorjaar worden deze landjes gekenmerkt door een bloempracht, met onder andere dotterbloem, ratelaar en orchideeën. Daarmee verbeteren de voorgenomen werkzaamheden niet alleen de visstand en de waterkwaliteit, maar ook de natuurwaarde van het vlietland als hooiland. In Bijlage 1 is de technische tekening opgenomen. Onderstaande principe schetsen geven een beeld van de opbouw van de oevers. Doorsnede vispaaiplaats en kade ter hoogte van traject oost Datum: 28-01-2014 pagina 7 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag Impressie van de vispaaiplaats ten oosten van het fietspad Impressie van de Vispaaiplaats ten westen van het fietspad 2.4 Afweging van alternatieven Delfland heeft op 23 mei 2013 op basis van een schetsontwerp het krediet vrijgegeven voor een ca. 0,8 ha grote vispaaiplaats om daarmee een deel van de KRW-verplichting in te vullen. De Vereniging Natuurmonumenten en de gemeente Midden-Delfland hebben hun zorgen geuit over het voornemen van Delfland om het vlietland nagenoeg geheel te vergraven tot vispaaiplaats. De reden is dat de bodem van het vlietland nog de oorspronkelijke veenbodem bevat. De bodem is nooit ontveend, ontwatert of verstoord. Het is stukje laagveen dat nog in oorspronkelijke staat verkeerd. Dit soort gebieden zijn uniek in West-Nederland. Het vlietland Datum: 28-01-2014 pagina 8 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag is in potentie geschikt voor bijzondere plantensoorten zoals orchideeën, dotterbloem en ratelaar. Vervolgens heeft Delfland in samenspraak met Natuurmonumenten en de gemeente alternatieven opgesteld: In het oorspronkelijke ontwerp wordt het gehele vlietland vergraven. Dit levert het meeste oppervlak vispaaiplaats op (ca. 0,8 ha), maar de oorspronkelijke veenbodem wordt geheel aangetast. In het eerste alternatief bestaat de vispaaiplaats uit een verbrede sloot langs de kade, met een waterplas. Dit levert minder oppervlak vispaaiplaats op (ca. 0,3 ha), waardoor er meer oorspronkelijke veenbodem wordt gespaard. In het tweede alternatief bestaat de vispaaiplaats uit een verbrede sloot langs de kade. Dit levert het minst aan oppervlak vispaaiplaats op (ca. 0,2 ha), en wordt het meest van de oorspronkelijke veenbodem gespaard. Delfland heeft gekozen voor het tweede alternatief (ca. 0,2 ha vispaaiplaats) waarbij een deel van de KRW-doelstelling wordt gerealiseerd met een minimale verstoring van het vlietland. Daarbij is uitgegaan van de minimale eisen die snoek stelt aan een vispaaiplaats, zodanig dat de vispaaiplaats als geheel blijft functioneren. 2.5 Relatie met de legger De vispaaiplaats is niet opgenomen in de Legger Wateren. Door het aanleggen van de waterstaatswerken moet de Legger worden gewijzigd. De aanleg van de vispaaiplaats zoals omschreven in dit projectplan zal worden opgenomen in de eerstvolgende wijziging van de Legger. 2.6 Relatie met het bestemmingsplan Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is voor het gebied waar het project zal worden uitgevoerd het bestemmingsplan Buitengebied-Gras (vastgesteld op 25 juni 2013) vigerend. Het projectgebied kent de bestemmingen Natuur, Bos, Agrarische met Waarden, Tuin en de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering en Archeologische waarden. De werkzaamheden van zowel de trajecten Oost als West passen binnen de bestemming zoals toegekend in het (nieuwe) bestemmingsplan. Bestemmingsplan Buitengebied gras, gemeente Midden-Delfland 2.7 Relatie met beleidsregels De volgende regel van Delfland is van toepassing op het project: Notitie Kaden en waterkeringvreemde elementen Algemene Regels Natuurvriendelijke Oevers Beleidsregel dempen en graven Beleidsregel kunstwerken in wateren Visie Vismigratie Datum: 28-01-2014 pagina 9 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag Het technisch ontwerp van de aan te leggen waterstaatswerken voldoet aan de beleidsregel. 2.8 Relatie met vergunningen /meldingen en andere besluiten Voor sommige activiteiten die binnen het project vallen, dient naast het projectplan een aparte vergunning- of meldingprocedure te worden opgestart. Deze vergunningen of meldingen zijn géén onderdeel van het projectplan en volgen een separate procedure. In ieder geval moeten de volgende vergunningen worden aangevraagd: Omgevingsvergunning voor het graven van watergangen, het plaatsen van beschoeiingen en het kappen van bomen (omgevingsvergunning voor kap reeds verleend); Melding Boswet ten behoeve van de te kappen bomen (reeds verleend) Uitvoeringsafhankelijke vergunningen worden door de aannemer aangevraagd (o.a. aanleg tijdelijke werkweg). De betreffende vergunningen, op de uitvoeringsafhankelijke na, worden op korte termijn aangevraagd. Datum: 28-01-2014 pagina 10 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag Datum: 28-01-2014 pagina 11 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 3. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd 3.1 Werkmethode De werkzaamheden ten behoeve van de vispaaiplaats worden zo mogelijk gecombineerd met de werkzaamheden aan de kade. Voor de werkzaamheden aan de kade wordt verwezen naar het projectplan voor de kadeverbetering. Voor de vispaaiplaats zijn de volgende werkzaamheden voorzien: het terrein dient vrij te worden gemaakt van riet, houtopstanden en bomen; de vispaaiplaats (watergang) wordt in profiel gegraven; de vrijkomende grond wordt daarbij afgevoerd; beschoeiing wordt geplaatst voor de stabiliteit van de plas-drasoever; er worden waterplanten geplant. 3.2 Bouwlogistiek en planning De werkzaamheden zullen voornamelijk vanaf het water worden uitgevoerd om hinder van wegtransport tot het minimum te beperken. De werkzaamheden zijn gepland uit te voeren in de periode van mei 2014 t/m eind 2014. Datum: 28-01-2014 pagina 12 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 4. Beschrijving van de te treffen voorzieningen 4.1 Monitoring tijdens uitvoering Gedurende de uitvoering van het werk vindt monitoring plaats. Voor een deel wordt dit uitgevoerd door de directievoerder en/of de toezichthouder van het werk. Daarnaast heeft ook de aannemer verplichtingen om zelf zaken te registreren. De belangrijkste aspecten die gedurende het werk worden gemonitoord zijn in de onderstaande tabel weergegeven. Onderdeel Nulmeting Wijze van monitoring Inmeten projectgebied Ecologie Ecologisch werkprotocol is onderdeel van het contract. Ecologische begeleiding Gedurende het grondwerk wordt het traject regelmatig ingemeten Toezicht op het werk. Bouwvergaderingen Werkprotocol aannemer Uitvoeren van technische vooren na-opname Uitvoeren van periodieke geluidsmeting Periodieke controle op beschikbaarheid van fietspad door toezicht op het werk Grondhoeveelheden Naleven van vergunningen Schade aan kade en wegconstructies Geluid Fietsverkeer Kralingerpad Doel Vastleggen huidige situatie, bepalen hoeveelheden Beschermen flora en fauna waarden Vaststellen van hoeveelheid verwijderd materiaal Vaststellen of aannemer zich aan de vergunningen houdt Vaststellen van objectieve nulsituatie Vaststellen of geluidsnormen niet worden overschreden Streven naar vrije doorgang fietsers Kralingerpad 4.2 Beperken van nadelige gevolgen Het ontwerp van de vispaaiplaats is zo gekozen dat de oorspronkelijke en ongeroerde veenbodem van het vlietland zo min mogelijk wordt aangetast. De af- en aanvoer van grond en klei zal zoveel mogelijk over het water geschieden om overlast op de wegen te voorkomen. De werkzaamheden starten vooralsnog vlak voor het broed- en paaiseizoen. Opstand en bomen worden vroegtijdig gekapt zodat het terrein niet aantrekkelijk is voor nestelende vogels. De werkwijze wordt nader uitgewerkt in een ecologisch werkprotocol. Om het kapot rijden van de omliggende terreinen te beperken, worden waar nodig rijplaten toegepast. Voor het fietsverkeer wordt getracht het fietspad maximaal beschikbaar te houden. Tijdens eventuele omleidingen (via de Oostgaag) wordt met tijdelijk verkeersmaatregelen de verkeersveiligheid van fietsers zo veel mogelijk geborgd. 4.3 Financieel nadeel Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die de uitvoering van het project in de weg staat. Indien een belanghebbende ten gevolge van dit besluit toch schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Voor de wijze van indiening van een dergelijk verzoek en voor de procedure wordt verwezen naar de Verordening schadevergoeding Delfland. Datum: 28-01-2014 pagina 13 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 5. Onderzoeken 5.1 Milieukundig Bodemonderzoek Een verkennend en bodemonderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de vergraven in het Vlietland (Bijlage 2). Dit onderzoek geeft geen aanleiding tot nader bodemonderzoek. In overleg met het bevoegd gezag (gemeente Midden-Delfland) is vastgesteld dat voor de afvoer/hergebruik van de ontgraven grond een in-situ partijkeuring dient te worden uitgevoerd. Uitloogonderzoek naar barium en nader bodemonderzoek is niet noodzakelijk. 5.2 Ecologie Er is ecologisch onderzoek uitgevoerd (Bijlagen 3a en 3b). De realisatie van de vispaaiplaats levert een nieuwe habitat op. Tijdelijke negatieve effecten zijn echter niet op voorhand uit te sluiten. Het plangebied en de omgeving biedt momenteel een geschikte habitat als broedlocatie van algemene vogelsoorten. Alle broedende vogels, hun broedplaatsen én de functionele omgeving van de broedplaatsen zijn beschermd. De broedperiode van algemene broedvogels loopt globaal van 15 maart tot 15 juli. Ook buiten deze periode kunnen vogels tot broeden komen. De werkzaamheden starten vooralsnog begin maart 2014. Het riet is reeds gemaaid om te voorkomen dat broedende vogels worden verstoord. De omgeving van het plangebied biedt een geschikte habitat als vaste verblijfplaatsen van de boerenzwaluw, boomvalk, buizerd, havik, huismus, huiszwaluw, ransuil, sperwer en torenvalk. Gezien het huidige gebruik van het plangebied, de onderlinge afstanden van potentiële broedlocaties tot het plangebied en kleinschalige en lokale aard van de werkzaamheden worden negatieve effecten op vaste verblijfplaatsen buiten het plangebied uitgesloten. Negatieve effecten op vleermuizen worden uitgesloten op basis van de aanwezige landschapselementen die geschikt alternatieve bieden voor de functies van vliegroutes en foerageergebied die in potentie door het voornemen worden aangetast. 5.3 Archeologie Het plangebied heeft volgens het centraal archeologisch informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geen archeologisch wettelijk beschermde status (Bijlage 4). Ook is het plangebied is niet opgenomen op de Archeologische MonumentenKaart. In het plangebied zijn geen archeologische waarnemingen of vondstmeldingen gedaan, noch is er eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het plangebied heeft een lage verwachting voor het Neolithicum, een middelhoge verwachting voor de periode IJzertijd – Romeinse Tijd en een hoge verwachting voor de periode (Late) Middeleeuwen – Nieuwe Tijd. In het plangebied zijn drie sets met ingrepen gepland, die allemaal bodemverstorende werkzaamheden met zich mee brengen. Bij nadere beschouwing van de voorgestelde uitvoering voor de vispaaiplaats, kan gesteld worden het rooien van bomen verstoring met zich meebrengt en de ontgravingen in het vispaaiplaats-gebied mogelijk archeologische resten kunnen verstoren. Omdat de ontgravingsdieptes en oppervlaktes de vrijstellingsgrenzen van 40 cm –Mv en respectievelijk 50 of 100 m2 overschrijden (afhankelijk van hoge of middelhoge archeologische verwachting), is archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk. Voor aanvang van de werkzaamheden wordt daarom nader onderzoek uitvoerd op deze locaties, naar de mate van bodemintactheid en de aan- of afwezigheid en aard van archeologische resten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in de vorm van een verkennend/karterend booronderzoek en een veldverkenning. 5.4 Niet gesprongen explosieven Ter plaatse van de vispaaiplaats is onderzoek naar explosieven uitgevoerd door middel van detectie (Bijlage 5). Ter plaatse van het onderzochte terrein zijn enkele verdachte locaties gevonden die nader onderzocht moeten worden. Datum: 28-01-2014 pagina 14 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 5.5 Bomen De aanwezigheid van bomen en struiken in het vlietland past niet binnen het ontwerp van de vispaaiplaats. De bomen worden verwijderd. Dit gebeurt door het afzagen van de bomen en het frezen van de stobben. Het trekken van de bomen is nabij de kade niet toegestaan. De karakteristieke boom langs de Westgaag blijft op verzoek van omwonenden wel behouden. De boom is in het ontwerp te integreren zonder dat dit afbreuk doet aan de functionaliteit van de vispaaiplaats. De karakteristieke boom langs de Westgaag blijft behouden 5.6 Kabels en leidingen Uit de KLIC-melding voor het Vlietland volgt dat geen kabels en leidingen binnen het projectgebied aanwezig zijn. Datum: 28-01-2014 pagina 15 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag Datum: 28-01-2014 pagina 16 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 6. Beheer en onderhoud Delfland is de beheerder en onderhoudsplichtige voor de vispaaiplaats. Er wordt mechanisch gemaaid vanaf de kade waar dat mogelijk is en niet tot schade aan de oevers leidt. Met een maaiboot worden watergangen en overige oevers onderhouden. Dit gebeurd eens per 2 tot 5 jaar. Daar waar het bereik van de maaiboot onvoldoende is, zal vanaf de oever handmatig gemaaid worden. Beheer en onderhoud worden zodanig ingericht dat er een hooiland ontwikkeld. Voor het behoud en bevordering van de natuurwaarde is het belangrijk dat er weer (zomer)beheer op het vlietland wordt uitgevoerd zoals door boeren al vanaf de Middeleeuwen werd gedaan. In het voorjaar worden deze landjes gekenmerkt door een bloempracht, met onder andere dotterbloem, ratelaar en orchideeën. Datum: 28-01-2014 pagina 17 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 7. Procedure 7.1 Betrokken partijen/vooroverleg Delfland en de voormalige perceeleigenaar zijn medio 2013 koopovereenkomst aangegaan over betreffende perceel. Het perceel is inmiddels in eigendom van Delfland. Delfland heeft met de gemeente Midden-Delfland en Natuurmonumenten in twee ontwerpsessies nagedacht over de nieuwe invulling van de vispaaiplaats in relatie tot het oerveen. Dit heeft geleid tot een gedragen en vergunbaar ontwerp van de vispaaiplaats. Daarnaast zijn de omwonenden langs de Westgaag geïnformeerd over de voorgenomen werkzaamheden. Met de gemeente Midden-Delfland heeft vooroverleg plaatsgevonden over de voorgenomen werkzaamheden en de benodigde vergunningen. 7.2 Rechtsbescherming Het besluit wordt bekendgemaakt door kennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan in het digitale Waterschapsblad en op de website van Delfland, met vermelding van het feit dat belanghebbenden gedurende een periode van 6 weken na bekendmaking een bezwaarschrift kunnen indienen bij Delfland. In de kennisgeving wordt ook vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage worden gelegd. N.B. Op dit besluit is de Crisis- en Herstelwet van toepassing. Datum: 28-01-2014 pagina 18 Van 19 Projectplan Vispaaiplaats Westgaag 8. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3a Bijlage 3b Bijlage 4 Bijlage 5 Technische tekening, Tauw, 15 januari 2014 Verkennend bodemonderzoek Westgaag (perceel 547 en 549) Molenweg (perceel 1657) Maasland, BMA, 4 december 2012) Eco-effectscan kadeverbetering kade 18: Dijkpolder te Maasland, Aqua Terra Nova, 5 juli 2012 Natuurtoets kadeverbetering en aanleg vispaaiplaats Dijkpolder, Tauw, 24 juli 2013 Maasland, Westgaag, archeologisch bureauonderzoek, Transect, 7 augustus 2013 Rapportage detectieonderzoek “Kadeverbetering Dijkpolder en aanleg vppWestgaag”, ECG, 30 augustus 2013 Datum: 28-01-2014 pagina 19 Van 19
© Copyright 2024 ExpyDoc