Bijlage 1 Projectplan Kadeverbetering Dijkpolder

Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Projectplan
kadeverbetering Dijkpolder
gemeente Midden-Delfland
Opsteller:
Status:
Projectfase:
Projectnummer:
Datum:
Datum: 28-01-2014
Tauw
Definitief
DO
701647
28 januari 2014
pagina 1 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Datum: 28-01-2014
pagina 2 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
1.
Inleiding
5
2.
Beschrijving van het betrokken werk
6
2.1
2.2
2.2.1
2.2.2
2.2.3
2.2.4
2.2.5
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
Locatie
Werkzaamheden
Deeltraject 1 oost (kadeverbetering)
Deeltraject 1 oost (buitengewoon onderhoud)
Deeltraject 2 oost (kadeverbetering)
Deeltraject 2 oost (buitengewoon onderhoud)
Deeltraject 3 west (kadeverbetering)
Afweging van alternatieven
Relatie met bestemmingsplan
Relatie met legger
Relatie met beleidsregels
Relatie met vergunningen / meldingen en andere besluiten beleidsregels
6
10
10
10
11
11
12
12
12
13
13
14
3.
Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd
16
3.1
3.2
Werkmethode
Bouwlogistiek en planning
16
16
4.
Beschrijving van de te treffen voorzieningen
17
4.1
4.2
4.3
Monitoring tijdens uitvoering
Beperken van nadelige gevolgen
Financieel nadeel
17
17
17
5.
Onderzoeken
19
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
Milieukundig Bodemonderzoek
Ecologie
Archeologie
Niet gesprongen explosieven
Bomen
Kabels en leidingen
Dempen en graven van water
19
19
19
20
20
20
20
6.
Beheer en onderhoud
22
7.
Procedure
23
7.1
7.2
Betrokken partijen/vooroverleg
Rechtsbescherming
23
23
8.
Bijlagen
24
Datum: 28-01-2014
pagina 3 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Datum: 28-01-2014
pagina 4 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
1. Inleiding
Het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna Delfland) is belast met de zorg voor het
watersysteem in zijn beheergebied. Deze zorg omvat het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van
het oppervlaktewater, het beheer van de waterkeringen, het kwantiteitsbeheer van het
grondwater en de zuivering van stedelijk afvalwater.
De Waterwet en de op grond daarvan vastgestelde Waterverordening schrijven voor dat
Delfland met betrekking tot het beheer van het watersysteem een beheerplan opstelt, dat is
afgestemd op het Nationale Waterplan en het Provinciale Waterplan Zuid-Holland.
Delfland heeft in het Waterbeheerplan 2010-2015, het strategisch werkplan van Delfland, de
doelen en maatregelen voor de periode tussen 22 december 2009 en 31 december 2015
vastgelegd. Hieronder valt een aantal maatregelen die zijn verankerd in het programma
Stevige dijken.
Programma Stevige dijken
Delfland is als waterschap verantwoordelijk voor de instandhouding van de primaire, regionale
en overige waterkeringen. Delfland inspecteert en onderhoudt alle keringen, toetst ze aan de
veiligheidsnormen en stelt verbeteringsplannen op en voert deze uit. Delfland hanteert
daarbij onder andere de volgende doelstellingen:
- Het uitvoeren van verbeteringen bij instabiele regionale keringen (kades).
- Het ophogen van te lage regionale keringen (kades).
Uit de toetsing blijkt welke waterkeringen moeten worden versterkt of opgehoogd.
Om de uit het Waterbeheerplan voortkomende doelstellingen van het programma Stevige
dijken te behalen moeten waterstaatswerken, zoals regionale keringen, worden aangelegd en
gewijzigd. De Waterwet schrijft voor dat de waterbeheerder (in dit geval Delfland) daarbij een
projectplan moet vaststellen
Projectplan
Het projectplan bevat ten minste de beschrijving van de te wijzigen en/of aan te leggen
waterstaatswerken, de uitvoeringswijze en de voorzieningen om nadelige invloeden te
beperken of te voorkomen. Bij het opstellen van het projectplan is getoetst in hoeverre deze
werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van de Waterwet.
Het projectplan bevat ten minste de beschrijving van de te wijzigen en/of aan te leggen
waterstaatswerken, de uitvoeringswijze en de voorzieningen om nadelige invloeden te
beperken of te voorkomen. Bij het opstellen van het projectplan is getoetst in hoeverre deze
werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van de Waterwet.
Dit projectplan behandelt de wijziging van de regionale waterkering, bekend als kade 18 van
de Dijkpolder. De wijziging beoogt het – volgens de vigerende normen – op orde brengen van
de stabiliteit en het op hoogte brengen van deze kade te Maasland in de gemeente MiddenDelfland. Voor de vispaaiplaats die aansluitend op de kadeverbetering wordt aangelegd, is een
apart projectplan opgesteld. Beide projecten grijpen fysiek op elkaar in. De vispaaiplaats biedt
namelijk ruimte om de kade buitenwaarts te verbeteren en draagt bij aan de stabiliteit van de
kade. Voor de vispaaiplaats wordt een separaat projectplan in procedure gebracht.
Voorgaande besluitvorming
De verenigde vergadering van Delfland heeft op 20 december 2012 het investeringsplan en
ontwerpkrediet vrijgegeven voor het verbeteren van de kade. Op 23 mei 2013 heeft de
verenigde vergadering het krediet bijgesteld.
Datum: 28-01-2014
pagina 5 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
2. Beschrijving van het betrokken werk
2.1 Locatie
Het projectgebied ligt ten noorden van Maasland, langs de Westgaag in de gemeente MiddenDelfland. Het project is onderverdeeld in de trajecten Oost (tevens met een opgave vanuit
buitengewoon onderhoud, BGO) en West. Traject Oost wordt doorsneden door een fietspad
(Kralingerpad).
Westgaag
Traject oost
Traject west
Molenweg
Luchtfoto met projectgebied langs de Westgaag in Maasland
Zowel traject ‘Oost’ als traject ‘West’ betreft meerdere percelen en eigenaren. Onderstaande
tabellen geven inzicht in de perceelnummers en eigenaren. Op de tekeningen bij dit
projectplan zijn deze perceelgrenzen aangegeven.
Perceelnummer
MLD I553
MLD001 00545
MLD001 00546
MLD001 00547
MLD001 01661
MLD001 01657
MLD001 00549
MLD001 01658
MLD001 00555
MLD001 00558
Overzicht kadastrale
Eigenaar
Hoogheemraadschap van Delfland
particulier
Gemeente Midden-Delfland
particulier
Gemeente Midden-Delfland
Gemeente Midden-Delfland
particulier
particulier
particulier
particulier
gegevens traject oost
Perceelnummer
MLD001 01364
MLD001 00566
Overzicht kadastrale
Eigenaar
particulier
Hoogheemraadschap van Delfland
gegevens traject west
Datum: 28-01-2014
Opmerking
Fietspad Kralingerpad
-
Opmerking
Boezemwater
pagina 6 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Traject Oost
De kade langs traject Oost is over een lengte van ca. 200 m onvoldoende stabiel en te laag.
Op dit traject is een kadeverbetering noodzakelijk. Aan weerszijden daarvan is de kade over
een lengte van ca. 225 m lengte wel voldoende stabiel, maar te laag. Op dit traject is
buitengewoon onderhoud (BGO) noodzakelijk. Alle werkzaamheden zijn projectplanplichtig
omdat het buitengewoon onderhoud vanwege ruimtegebrek plaatsvindt buiten het huidige
leggerprofiel.
Situatieschets traject oost
Zicht op deeltraject 1 van oost
Datum: 28-01-2014
pagina 7 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Zicht op deeltraject 2 van oost
Zicht op buitengewoon onderhoud (BGO)
Traject West
De kade langs traject West is over een lengte van ca. 70 m onvoldoende stabiel. De hoogte
voldoet niet over het hele traject aan de toetshoogte. De kade wordt geflankeerd door
karakteristieke knotwilgen op het binnentalud. Op de kruin van de kade is een verhard
toegangspad naar Westgaag 1 gelegen. Omdat de kruin nog boven de promotor1- of
ontwerphoogte van het waterpeil ligt en vanwege de recent vernieuwde asfaltverharding,
wordt de kade alleen verstevigd en niet verhoogd.
1
Promotor geeft de verwachte optredende hoogwaterstand in de boezem plus toeslagen voor modelonderzekerheden
Datum: 28-01-2014
pagina 8 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Situatieschets traject west
Zicht op traject west
Datum: 28-01-2014
pagina 9 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
2.2 Werkzaamheden
In Bijlage 1 zijn de technische tekeningen opgenomen.
2.2.1 Deeltraject 1 oost (kadeverbetering)
De buitenkruinlijn wordt over de gehele lengte van dit deeltraject circa 1,2 m buitenwaarts
verplaatst. De huidige teensloot blijft gehandhaafd, omdat aan de polderzijde van de
teensloot de bodem is verontreinigd. Bij een kruinbreedte van 2,0 meter, een aanleghoogte
van de kruin van NAP +0,50 m en een talud van 1:3 voldoet de kade gedurende de
planperiode van 10 jaar aan de stabiliteitseisen. Dit profiel wordt over het gehele traject
doorgezet. Hierbij wordt de buitenkruinlijn als vast punt aangehouden. Er wordt een kunststof
scherm in de buitenteen van de nieuwe kade geplaatst om het zijdelings verplaatsen van het
buitentalud te beperken.
Doorsnede kadeverbetering deeltraject 1 oost
2.2.2 Deeltraject 1 oost (buitengewoon onderhoud)
In het kader van het buitengewoon onderhoud van de kade moet aan de oostzijde rondom het
terrein van Verboon de kruin opgehoogd worden tot een hoogte van NAP +0,25 m over een
breedte van 1,5 m (of bij voorkeur 2,0 m indien mogelijk). Het terrein moet hier maximaal
0,25 m opgehoogd worden.
Ter plaatse van de bebouwing van Verboon is de ruimte tussen de bebouwing en de
bestaande houten beschoeiing slechts 2 à 2,5 m. Het is niet wenselijk om de grondophoging
tegen het pand aan te brengen. Hier wordt een nieuwe beschoeiing geplaatst en buitenwaarts
verschoven om ruimte te creëren voor de kade.
Doorsnede buitengewoon onderhoud deeltraject 1 oost
Datum: 28-01-2014
pagina 10 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Doorsnede buitengewoon onderhoud deeltraject 1 oost ter hoogte van Verboon
2.2.3 Deeltraject 2 oost (kadeverbetering)
De buitenkruinlijn wordt over de gehele lengte van dit deeltraject circa 3,1 m buitenwaarts
verplaatst. De huidige teensloot blijft gehandhaafd. Bij een kruinbreedte van 2,0 meter, een
kruinhoogte van NAP +0,50 m en een talud van 1:3,5 voldoet de kade gedurende de
planperiode van 10 jaar aan de stabiliteitseisen. Dit profiel wordt over het gehele traject
doorgezet. Hierbij wordt de buitenkruinlijn als vast punt aangehouden. Er wordt een kunststof
scherm in de buitenteen van de nieuwe kade geplaatst om het zijdelings verplaatsen van het
buitentalud te beperken.
Doorsnede kadeverbetering deeltraject 2 oost met aangrenzende vispaaiplaats
2.2.4 Deeltraject 2 oost (buitengewoon onderhoud)
Aansluitend op de kadeverbetering vindt een buitengewoon onderhoud plaats dat buiten het
legger profiel valt. Hierdoor zijn deze werkzaamheden projectplanplichtig. De kruin wordt op
minimale aanleghoogte gebracht en verbreed. De kruin wordt buitenwaarts verlegd in lijn met
het aangrenzende traject van de kadeverbetering. De binnenkruinlijn blijft gehandhaafd. Er
wordt een kunststof scherm in de buitenteen van de nieuwe kade geplaatst om het zijdelings
verplaatsen van het buitentalud te voorkomen.
Doorsnede buitengewoon onderhoud deeltraject 2 oost
Datum: 28-01-2014
pagina 11 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
2.2.5 Deeltraject 3 west (kadeverbetering)
Het minimaal benodigde profiel voor een stabiele kade heeft een binnentalud van 1:3 en een
steunberm met een breedte van circa 5 m (en een hoogte verlopend van NAP -1,30 m naar
NAP -1,45 m). Om gedurende de planperiode van 10 jaar te voldoen aan dit profiel wordt de
kade vanwege zettingen aangelegd met een overhoogte. Het aan te leggen profiel heeft een
binnentalud van 1:10 tot NAP +0,50 m en vervolgens een talud vaan 1:4 tot NAP -1,45 m.
De huidige teensloot wordt gedempt en achter de steunberm wordt een nieuwe teensloot
aangelegd. Tussen de steunberm en nieuwe sloot wordt een zone van 3 meter gereserveerd
voor herplant van bomen. De taludhelling van de nieuwe watergang bedraagt 1:2 boven
water (vanaf de steunberm) en 1:1 onder water. De bodem van de watergang wordt
aangelegd op NAP -3,0 m bij een polderpeil van NAP -2,50 m. De breedte van de watergang
bedraagt 1,6 m op de waterlijn. De kade voldoet hiermee aan de stabiliteitseisen. De
aanwezige beschoeiing aan de boezemzijde wordt vervangen. De bestaande particuliere inlaat
naar de polder wordt verwijderd (is niet vergund, heeft geen afsluiters en voldoet niet aan de
beleidsregels).
Doorsnede kadeverbetering deeltraject west
2.3 Afweging van alternatieven
In april 2013 is een variantenstudie uitgevoerd naar oplossingsvarianten voor traject Oost en
West. In deze studie zijn twee varianten ‘in grond’ opgesteld en vergeleken.
Voor traject Oost is gekeken naar:
een buitenwaartse kadeverbetering waarbij de huidige teensloot wordt gehandhaafd;
een binnenwaartse kadeverbetering waarbij de huidige teensloot wordt verschoven.
Er is gekozen voor een buitenwaartse verbetering voor traject Oost. Hiermee wordt vermeden
dat de teensloot moet worden verlegd en moet worden gegraven in een verontreinigde
bodem. Ook kunnen bij deze variant de bestaande duikerverbindingen onder het fietspad en
het terrein van Verboon ongewijzigd blijven. De kade is buitenwaarts te verleggen doordat
Delfland voornemens is om aan de buitenzijde van de kade grond heeft gekocht voor de
aanleg van een vispaaiplaats.
Voor traject West is gekeken naar:
geen herplant van bomen
herplant van bomen op de steunberm;
herplant van bomen langs de teen van de kade.
Voor traject West is gekozen voor het herplanten van bomen vanwege het landschappelijke
karakter en het leefgebied van de steenuil. Herplant op een steunberm (1 m dik) geeft teveel
zettingen in de ondergrond. Daarom is gekozen de bomen te herplanten aan de binnenteen
waarbij meer grond moet worden verworven.
2.4 Relatie met bestemmingsplan
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is voor het gebied waar het project zal
worden uitgevoerd het bestemmingsplan Buitengebied-Gras (vastgesteld op 25 juni 2013)
vigerend. Het projectgebied kent de bestemmingen Natuur, Bos, Agrarische met Waarden,
Tuin en de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering en Archeologische waarden. De
werkzaamheden van zowel de trajecten Oost als West passen binnen de bestemming zoals
toegekend in het (nieuwe) bestemmingsplan.
Datum: 28-01-2014
pagina 12 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Bestemmingsplan buitengebied gras, gemeente Midden-Delfland
2.5 Relatie met legger
De kade langs de Westgaag is opgenomen in de Legger Regionale Waterkeringen. Door het
wijzigen van het waterstaatswerk moet de Legger worden gewijzigd. Daarnaast zal ook de
Legger Wateren moeten worden aangepast in verband met het verleggen van de teensloot bij
deeltraject west. De wijziging zoals omschreven in dit projectplan zal worden opgenomen in
de eerstvolgende wijziging van de Legger.
2.6 Relatie met beleidsregels
De volgende regels van Delfland zijn van toepassing op het project:
Notitie Kaden en waterkeringvreemde elementen
Beleidsregel veendijken 2008
Functioneel Ontwerpproces Boezemkaden
Algemene Regels Natuurvriendelijke Oevers
Beleidsregel dempen en graven
Beleidsregel kunstwerken in wateren
Het technisch ontwerp van de aan te leggen waterstaatswerken voldoet aan de beleidsregel,
behalve op de onderstaande punten.
(Tijdelijke) dempingen moeten conform de Beleidsregel dempen en graven gecompenseerd
worden door het (tijdelijk) graven van water. In dit geval echter kan de nieuwe teensloot pas
gegraven worden nadat de huidige teensloot is gedempt. Deze werkwijze is noodzakelijk om
de stabiliteit van de boezemkade te garanderen: het (tijdelijk) hebben van twee evenwijdig
liggende sloten kan de stabiliteit van de boezemkade in gevaar brengen. Daarnaast levert het
in dit geval geen waterhuishoudkundig probleem op. De te dempen teensloot is hoofdzakelijk
bedoeld voor de afwatering van de boezemkade en het wegvangen van de kwel.
Een nieuw te graven sloot moet conform de Beleidsregel dempen en graven minimaal 2,5 m
breed zijn, deels om onderhoud mogelijk te maken en deels om dichtgroeien van wateren te
voorkomen. Als de nieuwe teensloot wordt aangelegd met de dimensies die het beleid eist,
bestaat het risico dat de kade instabiel wordt. Daarom zal de watergang dezelfde afmetingen
houden als in de huidige situatie (ca. 1,6 m breed). Het waterbergend oppervlakte verandert
niet evenals de doorstroming van het oppervlaktewater. Voor het functioneren van het
watersysteem heeft dit dus geen consequenties. Tevens is het vanuit de landschappelijke
kwaliteit op deze plek onwenselijk een dergelijk brede teensloot aan te leggen.
Datum: 28-01-2014
pagina 13 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
2.7 Relatie met vergunningen / meldingen en andere besluiten beleidsregels
Voor sommige activiteiten die binnen het project vallen, dient naast het projectplan een
aparte vergunning- of meldingprocedure te worden opgestart. Deze vergunningen of
meldingen zijn géén onderdeel van het projectplan en volgen een separate procedure. In
ieder geval moeten de volgende vergunningen worden aangevraagd:
Omgevingsvergunning voor het graven van watergangen, het ophogen van de kade, het
plaatsen van beschoeiingen en het kappen van bomen (omgevingsvergunning voor kap
voor een gedeelte al verleend);
Melding Boswet ten behoeve van de te kappen bomen (reeds verleend)
Vergunning Besluit Bodemkwaliteit voor het toepassen van grond en baggerspecie
Datum: 28-01-2014
pagina 14 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
bouwstoffen. De werkzaamheden vinden plaats in wat nu nog landbodem is en vallen
hiermee niet onder bevoegd gezag van Delfland. De activiteiten worden door de aannemer
gemeld bij het betreffende bevoegd gezag.
Uitvoeringsafhankelijke vergunningen worden door de aannemer aangevraagd (o.a. aanleg
tijdelijke werkweg).
De betreffende vergunningen, op de uitvoeringsafhankelijke na, worden op korte termijn
aangevraagd.
Datum: 28-01-2014
pagina 15 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
3. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd
3.1 Werkmethode
De werkzaamheden ten behoeve van de kade worden zo mogelijk gecombineerd met de
werkzaamheden aan de vispaaiplaats uitgevoerd. Voor de werkzaamheden aan de
vispaaiplaats wordt verwezen naar het projectplan voor de vispaaiplaats.
Voor traject oost zijn de volgende werkzaamheden voorzien:
Bomen en beplanting worden van de kade verwijderd
De onbruikbare humeuze toplaag wordt afgevoerd
De kade wordt buitenwaarts gestabiliseerd door klei op het buitentalud aan te brengen
In de nieuwe buitenteen wordt aanvullend een stabilisatiescherm aangebracht
De kade wordt op hoogte gebracht
Het binnentalud wordt opnieuw geprofileerd
De kade wordt opnieuw ingezaaid
Voor traject west zijn de volgende werkzaamheden voorzien:
Bomen en beplanting worden van de kade verwijderd
Er wordt een nieuwe teensloot gegraven en aangesloten op de bestaande kavelsloten.
De onbruikbare humeuze toplaag wordt afgevoerd, bruikbare delen tijdelijk in depot gezet
De kade wordt verstevigd met een steunberm
Er wordt beschoeiing geplaatst
De kade wordt opnieuw ingezaaid en de bomen herplant
3.2 Bouwlogistiek en planning
Het projectgebied is te bereiken via de Westgaag en het Kralingerpad, via de Molenweg en
vervolgens het Kralingerpad of vanaf het water. Het Kralingerpad dient als fietsverbinding
gedurende de werkzaamheden zo mogelijk open te blijven. Indien dit niet mogelijk blijkt,
wordt een alternatieve fietsroute aangesteld. De werkzaamheden voor traject West worden
geheel vanaf het water uitgevoerd. De particuliere brug is ongeschikt voor bouwverkeer.
De werkzaamheden zijn gepland uit te voeren in de periode van mei 2014 t/m eind 2014.
Datum: 28-01-2014
pagina 16 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
4. Beschrijving van de te treffen voorzieningen
4.1 Monitoring tijdens uitvoering
Gedurende de uitvoering van het werk vindt monitoring plaats. Voor een deel wordt dit
uitgevoerd door de directievoerder op het werk. Daarnaast heeft ook de aannemer
verplichtingen om zelf zaken te registreren. De belangrijkste aspecten die gedurende het werk
worden gemonitoord zijn in de onderstaande tabel weergegeven.
Onderdeel
Nulmeting
Wijze van monitoring
Inmeten projectgebied
Ecologie
Ecologisch werkprotocol is
onderdeel van het contract.
Toezicht
Gedurende het grondwerk
wordt het traject regelmatig
ingemeten
Toezicht op het werk.
Bouwvergaderingen
Werkprotocol aannemer
Proefsleuven graven
Uitvoeren van technische vooren na-opname
Uitvoeren van periodieke
geluidsmeting
Periodieke controle op
beschikbaarheid van fietspad
door toezicht op het werk
Grondhoeveelheden
Naleven van vergunningen
Kabels en leidingen
Schade aan kade en
wegconstructies
Geluid
Fietsverkeer Kralingerpad
Doel
Vastleggen huidige situatie,
bepalen hoeveelheden
Beschermen flora en fauna
waarden
Vaststellen van hoeveelheden
Vaststellen of aannemer zich
aan de
vergunningvoorschriften houdt
Exacte locatie K&L bepalen
Vaststellen van objectieve nulsituatie
Vaststellen of geluidsnormen
niet worden overschreden
Streven naar vrije doorgang
fietsers Kralingerpad
4.2 Beperken van nadelige gevolgen
De werkzaamheden starten vooralsnog vlak voor het broed- en paaiseizoen. Opstand en
bomen worden ruim voor aanvang van het broedseizoen gekapt zodat het terrein niet
aantrekkelijk is voor nestelende vogels. Vissen in de teensloot worden afgevangen en
overgezet naar de nieuwe teensloot. De werkwijze wordt nader uitgewerkt in een ecologisch
werkprotocol. Om het kapot rijden van de omliggende terreinen te beperken, worden waar
nodig rijplaten toegepast. Overlast en hinder voor fietsverkeer wordt tot het minimum
beperkt. De af- en aanvoer van grond en klei zal zo mogelijk over het water geschieden om
overlast op de wegen te voorkomen.
4.3 Financieel nadeel
Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die aan de uitvoering van het
project in de weg staat. Indien een belanghebbende ten gevolge van dit besluit toch schade
lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten
aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan op grond
van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Voor
de wijze van indiening van een dergelijk verzoek en voor de procedure wordt verwezen naar
de Verordening Schadevergoeding Delfland.
Datum: 28-01-2014
pagina 17 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Datum: 28-01-2014
pagina 18 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
5. Onderzoeken
5.1 Milieukundig Bodemonderzoek
Naar de nieuw aan te leggen teensloot langs traject west wordt momenteel een verkennend
(water)bodemonderzoek uitgevoerd.
5.2 Ecologie
Er is ecologisch onderzoek uitgevoerd (Bijlagen 2a). Daar op volgend is een natuurtoets
uitgevoerd voor het plangebied van de kadeverbetering (Bijlage 2b). Hieruit zijn diverse
ecologische aspecten naar voren gekomen.
Steenuil
Nabij het traject west zijn vaste verblijfplaatsen van de steenuil bekend. Het kappen van
bomen kan leiden tot verstoring leiden van het leefgebied, wat in strijd is met de Flora- en
faunawet. In overleg met de Steenuilenwerkgroep is gezocht naar afdoende maatregelen om
verstoring te beperken. Dit heeft geleid tot de volgende maatregelen:
Vervangen van de knotbomen door nieuwe exemplaren;
Vervangen van de aanwezige nestkast in de nabij gelegen boomgaard;
Plaatsen van een tweede nestkast in de nabij gelegen boomgaard als alternatieve
dagroestplaats;
Monitoring van ontwikkelingen.
Beschermde vissoorten
Het uitvoeren van de werkzaamheden aan de sloot bij traject west kan leiden tot tijdelijke
negatieve effecten op beschermde vissensoorten in de vorm van vernietiging van
verblijfplaatsen en/of fysieke schade aan exemplaren. De realisatie van een nieuwe sloot in
traject west levert nieuw habitat op. Tijdelijke negatieve effecten zijn echter niet op voorhand
uit te sluiten. Nader onderzoek bij traject west is noodzakelijk om de aanwezigheid van de
kleine modderkruiper en de bittervoorn vast te stellen. De sloot wordt buiten het beschermde
seizoen onder ecologisch toezicht bevist alvorens de werkzaamheden starten.
Broedlocaties
Het plangebied en haar omgeving biedt een geschikte habitat als broedlocatie van algemene
vogelsoorten. Alle broedende vogels, hun broedplaatsen én de functionele omgeving van de
broedplaatsen zijn beschermd. De broedperiode van algemene broedvogels loopt globaal van
15 maart tot 15 juli. Ook buiten deze periode kunnen vogels tot broeden komen.
De werkzaamheden starten vooralsnog begin maart met het verwijderen van alle vegetatie,
waaronder de bomen in de twee trajecten en het riet in het rietveld. Deze werkzaamheden
vinden plaats ruim voorafgaande aan het de globale periode van het broedseizoen. Door de
werkzaamheden vervolgens aaneengesloten uit te voeren kunnen negatieve effecten op
algemene broedvogels voorkomen worden.
De omgeving van het plangebied biedt een geschikte habitat als vaste verblijfplaatsen van de
boerenzwaluw, boomvalk, buizerd, havik, huismus, huiszwaluw, ransuil, sperwer en torenvalk.
Gezien het huidige gebruik van het plangebied, de onderlinge afstanden van potentiële
broedlocaties tot het plangebied en kleinschalige en lokale aard van de werkzaamheden
worden negatieve effecten op deze vaste verblijfplaatsen buiten het plangebied uitgesloten.
Negatieve effecten op vleermuizen worden uitgesloten op basis van de aanwezige
landschapselementen die geschikt alternatieve bieden voor de functies van vliegroutes en
foerageergebied die in potentie door het voornemen worden aangetast.
5.3 Archeologie
Het plangebied heeft volgens het centraal archeologisch informatiesysteem van de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geen archeologisch wettelijk beschermde status (Bijlage 3).
Ook is het plangebied is niet opgenomen op de Archeologische MonumentenKaart. In het
plangebied zijn geen archeologische waarnemingen of vondstmeldingen gedaan, noch is er
eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het plangebied heeft een lage verwachting voor
Datum: 28-01-2014
pagina 19 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
het Neolithicum, een middelhoge verwachting voor de periode IJzertijd – Romeinse Tijd en
een hoge verwachting voor de periode (Late) Middeleeuwen – Nieuwe Tijd.
In het plangebied zijn drie sets met ingrepen gepland, die allemaal bodemverstorende
werkzaamheden met zich mee brengen. Bij nadere beschouwing van de voorgestelde
uitvoering voor de vispaaiplaats, kan gesteld worden het rooien van bomen verstoring met
zich meebrengt en de ontgravingen in het vispaaiplaats-gebied mogelijk archeologische resten
kunnen verstoren.
Omdat de ontgravingsdieptes en oppervlaktes de vrijstellingsgrenzen van 40 cm –Mv en
respectievelijk 50 of 100 m2 overschrijden (afhankelijk van hoge of middelhoge
archeologische verwachting), is archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk. Voor aanvang
van de werkzaamheden wordt daarom nader onderzoek uitgevoerd op deze locaties, naar de
mate van bodemintactheid en de aan- of afwezigheid en aard van archeologische resten. Dit
onderzoek wordt uitgevoerd in de vorm van een verkennend/karterend booronderzoek en een
veldverkenning.
Er bestaat in archeologisch opzicht geen bezwaar om de voorgestelde ophogingen en
taludaanvullingen uit te voeren, noch om de bestaande teensloten te dempen (mits er niet
ontgraven wordt ter plaatse).
5.4 Niet gesprongen explosieven
Ter plaatse van de kadeverbeteringen is onderzoek naar explosieven uitgevoerd door middel
van detectie (Bijlage 4). Ter plaatse van het onderzochte terrein zijn enkele verdachte locaties
gevonden die nader onderzocht moeten worden.
5.5 Bomen
De aanwezigheid van bomen en struiken op de kade heeft een nadelige invloed op het
beheren, het inspecteren en het onderhouden van de waterkering en het waterkerende
vermogen van de kade. Zowel bij traject oost als west zijn bomen aanwezig op het
binnentalud van de kade. Deze bomen bevinden zich binnen het beoordelingsprofiel van de
kade. Daarnaast zullen de bomen de ophoging met klei niet overleven vanwege het verstikken
van de wortels. De bomen op het binnentalud van de kade worden verwijderd. Dit gebeurt
door het afzagen van de bomen en het frezen van de stobben. Het trekken van de bomen is
niet toegestaan.
Bij traject west zal de boom (de grote es) nabij de toegangsprofiel niet verwijderd worden.
Deze karakteristieke boom bevindt zich buiten het profiel van de kadeverbetering. De te
verwijderen wilgen bij traject west worden herplant.
5.6 Kabels en leidingen
Bij traject oost zijn er kabels en leidingen aanwezig in de ophoging van het fietspad. Het tracé
van deze kabels en leidingen volgt het tracé van het fietspad. Gezien de hoogteligging van het
fietspad (inclusief kabels en leidingen) ten opzichte van de kruin van de kade wordt verwacht
dat de kadeverbetering geen invloed heeft op de kabels en leidingen.
De huisaansluiting van Westgaag 1 (traject west) voor de waterleiding (Evides) dient verlegd
te worden door de beheerder.
5.7 Dempen en graven van water
Bij traject oost wordt de kade buitenwaarts verstevigd, omdat rondom het kantoor van
Verboon te weinig ruimte is. Daardoor wordt er ca. 50 m2 boezemwater gedempt (secundair
water). De demping vindt plaats buiten het doorstroomprofiel van de Westgaag. Aangrenzend
aan het project wordt de demping ruimschoots gecompenseerd door de aanleg van ca. 2300
m2 watergangen voor de vispaaiplaats.
Bij traject west wordt ca. 125 m2 polderwater (teensloot) gedempt en gecompenseerd door
een nieuwe sloot met een oppervlak van ca. 125 m2.
Datum: 28-01-2014
pagina 20 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
Datum: 28-01-2014
pagina 21 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
6. Beheer en onderhoud
Delfland is als beheerder verantwoordelijk voor het buitengewoon onderhoud van de kade en
de teensloot. Het dagelijks onderhoud zal door de grondeigenaar gebeuren.
Datum: 28-01-2014
pagina 22 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
7. Procedure
7.1 Betrokken partijen/vooroverleg
De werkzaamheden worden gerealiseerd op particulier eigendom en op eigendom van
Delfland. In 2012 en 2013 hebben op diverse momenten overleggen plaatsgevonden met de
betrokken grondeigenaren. Deze overleggen zijn gericht op het bereiken van
overeenstemming over het gebruiken van de betreffende gronden voor het uitvoeren van de
voorziene kadeverbeteringswerkzaamheden en worden in beginsel in 2013 afgerond met het
sluiten van overeenkomsten. Daarnaast zijn de omwonenden langs de Westgaag
geïnformeerd over de voorgenomen werkzaamheden. Met de gemeente Midden-Delfland
heeft vooroverleg plaatsgevonden.
7.2 Rechtsbescherming
Het besluit wordt bekendgemaakt door kennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan in het
digitale Waterschapsblad en op de website van Delfland, met vermelding van het feit dat
belanghebbenden gedurende een periode van 6 weken na bekendmaking een bezwaarschrift
kunnen indienen bij Delfland. In de kennisgeving wordt ook vermeld waar en wanneer de
stukken ter inzage worden gelegd.
N.B. Op dit besluit is de Crisis- en Herstelwet van toepassing.
Datum: 28-01-2014
pagina 23 Van 24
Projectplan kadeverbetering Dijkpolder
8. Bijlagen
Bijlage 1
Bijlage 2a
Bijlage 2b
Bijlage 3
Bijlage 4
Technische tekeningen, Tauw, 15 januari 2014
Eco-effectscan kadeverbetering kade 18: Dijkpolder te Maasland, Aqua Terra
Nova, 5 juli 2012
Natuurtoets kadeverbetering en aanleg vispaaiplaats Dijkpolder, Tauw, 24 juli
2013
Maasland, Westgaag, archeologisch bureauonderzoek, Transect, 7 augustus
2013
Rapportage detectieonderzoek “Kadeverbetering Dijkpolder en aanleg vppWestgaag”, ECG, 30 augustus 2013
Datum: 28-01-2014
pagina 24 Van 24