Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Projectplan kadeverbetering Dijkpolder gemeente Midden-Delfland Opsteller: Status: Projectfase: Projectnummer: Datum: Datum: 28-01-2014 Tauw Definitief DO 701647 28 januari 2014 pagina 1 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Datum: 28-01-2014 pagina 2 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 1. Inleiding 5 2. Beschrijving van het betrokken werk 6 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 Locatie Werkzaamheden Deeltraject 1 oost (kadeverbetering) Deeltraject 1 oost (buitengewoon onderhoud) Deeltraject 2 oost (kadeverbetering) Deeltraject 2 oost (buitengewoon onderhoud) Deeltraject 3 west (kadeverbetering) Afweging van alternatieven Relatie met bestemmingsplan Relatie met legger Relatie met beleidsregels Relatie met vergunningen / meldingen en andere besluiten beleidsregels 6 10 10 10 11 11 12 12 12 13 13 14 3. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd 16 3.1 3.2 Werkmethode Bouwlogistiek en planning 16 16 4. Beschrijving van de te treffen voorzieningen 17 4.1 4.2 4.3 Monitoring tijdens uitvoering Beperken van nadelige gevolgen Financieel nadeel 17 17 17 5. Onderzoeken 19 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 Milieukundig Bodemonderzoek Ecologie Archeologie Niet gesprongen explosieven Bomen Kabels en leidingen Dempen en graven van water 19 19 19 20 20 20 20 6. Beheer en onderhoud 22 7. Procedure 23 7.1 7.2 Betrokken partijen/vooroverleg Rechtsbescherming 23 23 8. Bijlagen 24 Datum: 28-01-2014 pagina 3 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Datum: 28-01-2014 pagina 4 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 1. Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna Delfland) is belast met de zorg voor het watersysteem in zijn beheergebied. Deze zorg omvat het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater, het beheer van de waterkeringen, het kwantiteitsbeheer van het grondwater en de zuivering van stedelijk afvalwater. De Waterwet en de op grond daarvan vastgestelde Waterverordening schrijven voor dat Delfland met betrekking tot het beheer van het watersysteem een beheerplan opstelt, dat is afgestemd op het Nationale Waterplan en het Provinciale Waterplan Zuid-Holland. Delfland heeft in het Waterbeheerplan 2010-2015, het strategisch werkplan van Delfland, de doelen en maatregelen voor de periode tussen 22 december 2009 en 31 december 2015 vastgelegd. Hieronder valt een aantal maatregelen die zijn verankerd in het programma Stevige dijken. Programma Stevige dijken Delfland is als waterschap verantwoordelijk voor de instandhouding van de primaire, regionale en overige waterkeringen. Delfland inspecteert en onderhoudt alle keringen, toetst ze aan de veiligheidsnormen en stelt verbeteringsplannen op en voert deze uit. Delfland hanteert daarbij onder andere de volgende doelstellingen: - Het uitvoeren van verbeteringen bij instabiele regionale keringen (kades). - Het ophogen van te lage regionale keringen (kades). Uit de toetsing blijkt welke waterkeringen moeten worden versterkt of opgehoogd. Om de uit het Waterbeheerplan voortkomende doelstellingen van het programma Stevige dijken te behalen moeten waterstaatswerken, zoals regionale keringen, worden aangelegd en gewijzigd. De Waterwet schrijft voor dat de waterbeheerder (in dit geval Delfland) daarbij een projectplan moet vaststellen Projectplan Het projectplan bevat ten minste de beschrijving van de te wijzigen en/of aan te leggen waterstaatswerken, de uitvoeringswijze en de voorzieningen om nadelige invloeden te beperken of te voorkomen. Bij het opstellen van het projectplan is getoetst in hoeverre deze werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van de Waterwet. Het projectplan bevat ten minste de beschrijving van de te wijzigen en/of aan te leggen waterstaatswerken, de uitvoeringswijze en de voorzieningen om nadelige invloeden te beperken of te voorkomen. Bij het opstellen van het projectplan is getoetst in hoeverre deze werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van de Waterwet. Dit projectplan behandelt de wijziging van de regionale waterkering, bekend als kade 18 van de Dijkpolder. De wijziging beoogt het – volgens de vigerende normen – op orde brengen van de stabiliteit en het op hoogte brengen van deze kade te Maasland in de gemeente MiddenDelfland. Voor de vispaaiplaats die aansluitend op de kadeverbetering wordt aangelegd, is een apart projectplan opgesteld. Beide projecten grijpen fysiek op elkaar in. De vispaaiplaats biedt namelijk ruimte om de kade buitenwaarts te verbeteren en draagt bij aan de stabiliteit van de kade. Voor de vispaaiplaats wordt een separaat projectplan in procedure gebracht. Voorgaande besluitvorming De verenigde vergadering van Delfland heeft op 20 december 2012 het investeringsplan en ontwerpkrediet vrijgegeven voor het verbeteren van de kade. Op 23 mei 2013 heeft de verenigde vergadering het krediet bijgesteld. Datum: 28-01-2014 pagina 5 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 2. Beschrijving van het betrokken werk 2.1 Locatie Het projectgebied ligt ten noorden van Maasland, langs de Westgaag in de gemeente MiddenDelfland. Het project is onderverdeeld in de trajecten Oost (tevens met een opgave vanuit buitengewoon onderhoud, BGO) en West. Traject Oost wordt doorsneden door een fietspad (Kralingerpad). Westgaag Traject oost Traject west Molenweg Luchtfoto met projectgebied langs de Westgaag in Maasland Zowel traject ‘Oost’ als traject ‘West’ betreft meerdere percelen en eigenaren. Onderstaande tabellen geven inzicht in de perceelnummers en eigenaren. Op de tekeningen bij dit projectplan zijn deze perceelgrenzen aangegeven. Perceelnummer MLD I553 MLD001 00545 MLD001 00546 MLD001 00547 MLD001 01661 MLD001 01657 MLD001 00549 MLD001 01658 MLD001 00555 MLD001 00558 Overzicht kadastrale Eigenaar Hoogheemraadschap van Delfland particulier Gemeente Midden-Delfland particulier Gemeente Midden-Delfland Gemeente Midden-Delfland particulier particulier particulier particulier gegevens traject oost Perceelnummer MLD001 01364 MLD001 00566 Overzicht kadastrale Eigenaar particulier Hoogheemraadschap van Delfland gegevens traject west Datum: 28-01-2014 Opmerking Fietspad Kralingerpad - Opmerking Boezemwater pagina 6 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Traject Oost De kade langs traject Oost is over een lengte van ca. 200 m onvoldoende stabiel en te laag. Op dit traject is een kadeverbetering noodzakelijk. Aan weerszijden daarvan is de kade over een lengte van ca. 225 m lengte wel voldoende stabiel, maar te laag. Op dit traject is buitengewoon onderhoud (BGO) noodzakelijk. Alle werkzaamheden zijn projectplanplichtig omdat het buitengewoon onderhoud vanwege ruimtegebrek plaatsvindt buiten het huidige leggerprofiel. Situatieschets traject oost Zicht op deeltraject 1 van oost Datum: 28-01-2014 pagina 7 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Zicht op deeltraject 2 van oost Zicht op buitengewoon onderhoud (BGO) Traject West De kade langs traject West is over een lengte van ca. 70 m onvoldoende stabiel. De hoogte voldoet niet over het hele traject aan de toetshoogte. De kade wordt geflankeerd door karakteristieke knotwilgen op het binnentalud. Op de kruin van de kade is een verhard toegangspad naar Westgaag 1 gelegen. Omdat de kruin nog boven de promotor1- of ontwerphoogte van het waterpeil ligt en vanwege de recent vernieuwde asfaltverharding, wordt de kade alleen verstevigd en niet verhoogd. 1 Promotor geeft de verwachte optredende hoogwaterstand in de boezem plus toeslagen voor modelonderzekerheden Datum: 28-01-2014 pagina 8 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Situatieschets traject west Zicht op traject west Datum: 28-01-2014 pagina 9 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 2.2 Werkzaamheden In Bijlage 1 zijn de technische tekeningen opgenomen. 2.2.1 Deeltraject 1 oost (kadeverbetering) De buitenkruinlijn wordt over de gehele lengte van dit deeltraject circa 1,2 m buitenwaarts verplaatst. De huidige teensloot blijft gehandhaafd, omdat aan de polderzijde van de teensloot de bodem is verontreinigd. Bij een kruinbreedte van 2,0 meter, een aanleghoogte van de kruin van NAP +0,50 m en een talud van 1:3 voldoet de kade gedurende de planperiode van 10 jaar aan de stabiliteitseisen. Dit profiel wordt over het gehele traject doorgezet. Hierbij wordt de buitenkruinlijn als vast punt aangehouden. Er wordt een kunststof scherm in de buitenteen van de nieuwe kade geplaatst om het zijdelings verplaatsen van het buitentalud te beperken. Doorsnede kadeverbetering deeltraject 1 oost 2.2.2 Deeltraject 1 oost (buitengewoon onderhoud) In het kader van het buitengewoon onderhoud van de kade moet aan de oostzijde rondom het terrein van Verboon de kruin opgehoogd worden tot een hoogte van NAP +0,25 m over een breedte van 1,5 m (of bij voorkeur 2,0 m indien mogelijk). Het terrein moet hier maximaal 0,25 m opgehoogd worden. Ter plaatse van de bebouwing van Verboon is de ruimte tussen de bebouwing en de bestaande houten beschoeiing slechts 2 à 2,5 m. Het is niet wenselijk om de grondophoging tegen het pand aan te brengen. Hier wordt een nieuwe beschoeiing geplaatst en buitenwaarts verschoven om ruimte te creëren voor de kade. Doorsnede buitengewoon onderhoud deeltraject 1 oost Datum: 28-01-2014 pagina 10 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Doorsnede buitengewoon onderhoud deeltraject 1 oost ter hoogte van Verboon 2.2.3 Deeltraject 2 oost (kadeverbetering) De buitenkruinlijn wordt over de gehele lengte van dit deeltraject circa 3,1 m buitenwaarts verplaatst. De huidige teensloot blijft gehandhaafd. Bij een kruinbreedte van 2,0 meter, een kruinhoogte van NAP +0,50 m en een talud van 1:3,5 voldoet de kade gedurende de planperiode van 10 jaar aan de stabiliteitseisen. Dit profiel wordt over het gehele traject doorgezet. Hierbij wordt de buitenkruinlijn als vast punt aangehouden. Er wordt een kunststof scherm in de buitenteen van de nieuwe kade geplaatst om het zijdelings verplaatsen van het buitentalud te beperken. Doorsnede kadeverbetering deeltraject 2 oost met aangrenzende vispaaiplaats 2.2.4 Deeltraject 2 oost (buitengewoon onderhoud) Aansluitend op de kadeverbetering vindt een buitengewoon onderhoud plaats dat buiten het legger profiel valt. Hierdoor zijn deze werkzaamheden projectplanplichtig. De kruin wordt op minimale aanleghoogte gebracht en verbreed. De kruin wordt buitenwaarts verlegd in lijn met het aangrenzende traject van de kadeverbetering. De binnenkruinlijn blijft gehandhaafd. Er wordt een kunststof scherm in de buitenteen van de nieuwe kade geplaatst om het zijdelings verplaatsen van het buitentalud te voorkomen. Doorsnede buitengewoon onderhoud deeltraject 2 oost Datum: 28-01-2014 pagina 11 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 2.2.5 Deeltraject 3 west (kadeverbetering) Het minimaal benodigde profiel voor een stabiele kade heeft een binnentalud van 1:3 en een steunberm met een breedte van circa 5 m (en een hoogte verlopend van NAP -1,30 m naar NAP -1,45 m). Om gedurende de planperiode van 10 jaar te voldoen aan dit profiel wordt de kade vanwege zettingen aangelegd met een overhoogte. Het aan te leggen profiel heeft een binnentalud van 1:10 tot NAP +0,50 m en vervolgens een talud vaan 1:4 tot NAP -1,45 m. De huidige teensloot wordt gedempt en achter de steunberm wordt een nieuwe teensloot aangelegd. Tussen de steunberm en nieuwe sloot wordt een zone van 3 meter gereserveerd voor herplant van bomen. De taludhelling van de nieuwe watergang bedraagt 1:2 boven water (vanaf de steunberm) en 1:1 onder water. De bodem van de watergang wordt aangelegd op NAP -3,0 m bij een polderpeil van NAP -2,50 m. De breedte van de watergang bedraagt 1,6 m op de waterlijn. De kade voldoet hiermee aan de stabiliteitseisen. De aanwezige beschoeiing aan de boezemzijde wordt vervangen. De bestaande particuliere inlaat naar de polder wordt verwijderd (is niet vergund, heeft geen afsluiters en voldoet niet aan de beleidsregels). Doorsnede kadeverbetering deeltraject west 2.3 Afweging van alternatieven In april 2013 is een variantenstudie uitgevoerd naar oplossingsvarianten voor traject Oost en West. In deze studie zijn twee varianten ‘in grond’ opgesteld en vergeleken. Voor traject Oost is gekeken naar: een buitenwaartse kadeverbetering waarbij de huidige teensloot wordt gehandhaafd; een binnenwaartse kadeverbetering waarbij de huidige teensloot wordt verschoven. Er is gekozen voor een buitenwaartse verbetering voor traject Oost. Hiermee wordt vermeden dat de teensloot moet worden verlegd en moet worden gegraven in een verontreinigde bodem. Ook kunnen bij deze variant de bestaande duikerverbindingen onder het fietspad en het terrein van Verboon ongewijzigd blijven. De kade is buitenwaarts te verleggen doordat Delfland voornemens is om aan de buitenzijde van de kade grond heeft gekocht voor de aanleg van een vispaaiplaats. Voor traject West is gekeken naar: geen herplant van bomen herplant van bomen op de steunberm; herplant van bomen langs de teen van de kade. Voor traject West is gekozen voor het herplanten van bomen vanwege het landschappelijke karakter en het leefgebied van de steenuil. Herplant op een steunberm (1 m dik) geeft teveel zettingen in de ondergrond. Daarom is gekozen de bomen te herplanten aan de binnenteen waarbij meer grond moet worden verworven. 2.4 Relatie met bestemmingsplan Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is voor het gebied waar het project zal worden uitgevoerd het bestemmingsplan Buitengebied-Gras (vastgesteld op 25 juni 2013) vigerend. Het projectgebied kent de bestemmingen Natuur, Bos, Agrarische met Waarden, Tuin en de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering en Archeologische waarden. De werkzaamheden van zowel de trajecten Oost als West passen binnen de bestemming zoals toegekend in het (nieuwe) bestemmingsplan. Datum: 28-01-2014 pagina 12 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Bestemmingsplan buitengebied gras, gemeente Midden-Delfland 2.5 Relatie met legger De kade langs de Westgaag is opgenomen in de Legger Regionale Waterkeringen. Door het wijzigen van het waterstaatswerk moet de Legger worden gewijzigd. Daarnaast zal ook de Legger Wateren moeten worden aangepast in verband met het verleggen van de teensloot bij deeltraject west. De wijziging zoals omschreven in dit projectplan zal worden opgenomen in de eerstvolgende wijziging van de Legger. 2.6 Relatie met beleidsregels De volgende regels van Delfland zijn van toepassing op het project: Notitie Kaden en waterkeringvreemde elementen Beleidsregel veendijken 2008 Functioneel Ontwerpproces Boezemkaden Algemene Regels Natuurvriendelijke Oevers Beleidsregel dempen en graven Beleidsregel kunstwerken in wateren Het technisch ontwerp van de aan te leggen waterstaatswerken voldoet aan de beleidsregel, behalve op de onderstaande punten. (Tijdelijke) dempingen moeten conform de Beleidsregel dempen en graven gecompenseerd worden door het (tijdelijk) graven van water. In dit geval echter kan de nieuwe teensloot pas gegraven worden nadat de huidige teensloot is gedempt. Deze werkwijze is noodzakelijk om de stabiliteit van de boezemkade te garanderen: het (tijdelijk) hebben van twee evenwijdig liggende sloten kan de stabiliteit van de boezemkade in gevaar brengen. Daarnaast levert het in dit geval geen waterhuishoudkundig probleem op. De te dempen teensloot is hoofdzakelijk bedoeld voor de afwatering van de boezemkade en het wegvangen van de kwel. Een nieuw te graven sloot moet conform de Beleidsregel dempen en graven minimaal 2,5 m breed zijn, deels om onderhoud mogelijk te maken en deels om dichtgroeien van wateren te voorkomen. Als de nieuwe teensloot wordt aangelegd met de dimensies die het beleid eist, bestaat het risico dat de kade instabiel wordt. Daarom zal de watergang dezelfde afmetingen houden als in de huidige situatie (ca. 1,6 m breed). Het waterbergend oppervlakte verandert niet evenals de doorstroming van het oppervlaktewater. Voor het functioneren van het watersysteem heeft dit dus geen consequenties. Tevens is het vanuit de landschappelijke kwaliteit op deze plek onwenselijk een dergelijk brede teensloot aan te leggen. Datum: 28-01-2014 pagina 13 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 2.7 Relatie met vergunningen / meldingen en andere besluiten beleidsregels Voor sommige activiteiten die binnen het project vallen, dient naast het projectplan een aparte vergunning- of meldingprocedure te worden opgestart. Deze vergunningen of meldingen zijn géén onderdeel van het projectplan en volgen een separate procedure. In ieder geval moeten de volgende vergunningen worden aangevraagd: Omgevingsvergunning voor het graven van watergangen, het ophogen van de kade, het plaatsen van beschoeiingen en het kappen van bomen (omgevingsvergunning voor kap voor een gedeelte al verleend); Melding Boswet ten behoeve van de te kappen bomen (reeds verleend) Vergunning Besluit Bodemkwaliteit voor het toepassen van grond en baggerspecie Datum: 28-01-2014 pagina 14 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder bouwstoffen. De werkzaamheden vinden plaats in wat nu nog landbodem is en vallen hiermee niet onder bevoegd gezag van Delfland. De activiteiten worden door de aannemer gemeld bij het betreffende bevoegd gezag. Uitvoeringsafhankelijke vergunningen worden door de aannemer aangevraagd (o.a. aanleg tijdelijke werkweg). De betreffende vergunningen, op de uitvoeringsafhankelijke na, worden op korte termijn aangevraagd. Datum: 28-01-2014 pagina 15 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 3. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd 3.1 Werkmethode De werkzaamheden ten behoeve van de kade worden zo mogelijk gecombineerd met de werkzaamheden aan de vispaaiplaats uitgevoerd. Voor de werkzaamheden aan de vispaaiplaats wordt verwezen naar het projectplan voor de vispaaiplaats. Voor traject oost zijn de volgende werkzaamheden voorzien: Bomen en beplanting worden van de kade verwijderd De onbruikbare humeuze toplaag wordt afgevoerd De kade wordt buitenwaarts gestabiliseerd door klei op het buitentalud aan te brengen In de nieuwe buitenteen wordt aanvullend een stabilisatiescherm aangebracht De kade wordt op hoogte gebracht Het binnentalud wordt opnieuw geprofileerd De kade wordt opnieuw ingezaaid Voor traject west zijn de volgende werkzaamheden voorzien: Bomen en beplanting worden van de kade verwijderd Er wordt een nieuwe teensloot gegraven en aangesloten op de bestaande kavelsloten. De onbruikbare humeuze toplaag wordt afgevoerd, bruikbare delen tijdelijk in depot gezet De kade wordt verstevigd met een steunberm Er wordt beschoeiing geplaatst De kade wordt opnieuw ingezaaid en de bomen herplant 3.2 Bouwlogistiek en planning Het projectgebied is te bereiken via de Westgaag en het Kralingerpad, via de Molenweg en vervolgens het Kralingerpad of vanaf het water. Het Kralingerpad dient als fietsverbinding gedurende de werkzaamheden zo mogelijk open te blijven. Indien dit niet mogelijk blijkt, wordt een alternatieve fietsroute aangesteld. De werkzaamheden voor traject West worden geheel vanaf het water uitgevoerd. De particuliere brug is ongeschikt voor bouwverkeer. De werkzaamheden zijn gepland uit te voeren in de periode van mei 2014 t/m eind 2014. Datum: 28-01-2014 pagina 16 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 4. Beschrijving van de te treffen voorzieningen 4.1 Monitoring tijdens uitvoering Gedurende de uitvoering van het werk vindt monitoring plaats. Voor een deel wordt dit uitgevoerd door de directievoerder op het werk. Daarnaast heeft ook de aannemer verplichtingen om zelf zaken te registreren. De belangrijkste aspecten die gedurende het werk worden gemonitoord zijn in de onderstaande tabel weergegeven. Onderdeel Nulmeting Wijze van monitoring Inmeten projectgebied Ecologie Ecologisch werkprotocol is onderdeel van het contract. Toezicht Gedurende het grondwerk wordt het traject regelmatig ingemeten Toezicht op het werk. Bouwvergaderingen Werkprotocol aannemer Proefsleuven graven Uitvoeren van technische vooren na-opname Uitvoeren van periodieke geluidsmeting Periodieke controle op beschikbaarheid van fietspad door toezicht op het werk Grondhoeveelheden Naleven van vergunningen Kabels en leidingen Schade aan kade en wegconstructies Geluid Fietsverkeer Kralingerpad Doel Vastleggen huidige situatie, bepalen hoeveelheden Beschermen flora en fauna waarden Vaststellen van hoeveelheden Vaststellen of aannemer zich aan de vergunningvoorschriften houdt Exacte locatie K&L bepalen Vaststellen van objectieve nulsituatie Vaststellen of geluidsnormen niet worden overschreden Streven naar vrije doorgang fietsers Kralingerpad 4.2 Beperken van nadelige gevolgen De werkzaamheden starten vooralsnog vlak voor het broed- en paaiseizoen. Opstand en bomen worden ruim voor aanvang van het broedseizoen gekapt zodat het terrein niet aantrekkelijk is voor nestelende vogels. Vissen in de teensloot worden afgevangen en overgezet naar de nieuwe teensloot. De werkwijze wordt nader uitgewerkt in een ecologisch werkprotocol. Om het kapot rijden van de omliggende terreinen te beperken, worden waar nodig rijplaten toegepast. Overlast en hinder voor fietsverkeer wordt tot het minimum beperkt. De af- en aanvoer van grond en klei zal zo mogelijk over het water geschieden om overlast op de wegen te voorkomen. 4.3 Financieel nadeel Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die aan de uitvoering van het project in de weg staat. Indien een belanghebbende ten gevolge van dit besluit toch schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Voor de wijze van indiening van een dergelijk verzoek en voor de procedure wordt verwezen naar de Verordening Schadevergoeding Delfland. Datum: 28-01-2014 pagina 17 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Datum: 28-01-2014 pagina 18 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 5. Onderzoeken 5.1 Milieukundig Bodemonderzoek Naar de nieuw aan te leggen teensloot langs traject west wordt momenteel een verkennend (water)bodemonderzoek uitgevoerd. 5.2 Ecologie Er is ecologisch onderzoek uitgevoerd (Bijlagen 2a). Daar op volgend is een natuurtoets uitgevoerd voor het plangebied van de kadeverbetering (Bijlage 2b). Hieruit zijn diverse ecologische aspecten naar voren gekomen. Steenuil Nabij het traject west zijn vaste verblijfplaatsen van de steenuil bekend. Het kappen van bomen kan leiden tot verstoring leiden van het leefgebied, wat in strijd is met de Flora- en faunawet. In overleg met de Steenuilenwerkgroep is gezocht naar afdoende maatregelen om verstoring te beperken. Dit heeft geleid tot de volgende maatregelen: Vervangen van de knotbomen door nieuwe exemplaren; Vervangen van de aanwezige nestkast in de nabij gelegen boomgaard; Plaatsen van een tweede nestkast in de nabij gelegen boomgaard als alternatieve dagroestplaats; Monitoring van ontwikkelingen. Beschermde vissoorten Het uitvoeren van de werkzaamheden aan de sloot bij traject west kan leiden tot tijdelijke negatieve effecten op beschermde vissensoorten in de vorm van vernietiging van verblijfplaatsen en/of fysieke schade aan exemplaren. De realisatie van een nieuwe sloot in traject west levert nieuw habitat op. Tijdelijke negatieve effecten zijn echter niet op voorhand uit te sluiten. Nader onderzoek bij traject west is noodzakelijk om de aanwezigheid van de kleine modderkruiper en de bittervoorn vast te stellen. De sloot wordt buiten het beschermde seizoen onder ecologisch toezicht bevist alvorens de werkzaamheden starten. Broedlocaties Het plangebied en haar omgeving biedt een geschikte habitat als broedlocatie van algemene vogelsoorten. Alle broedende vogels, hun broedplaatsen én de functionele omgeving van de broedplaatsen zijn beschermd. De broedperiode van algemene broedvogels loopt globaal van 15 maart tot 15 juli. Ook buiten deze periode kunnen vogels tot broeden komen. De werkzaamheden starten vooralsnog begin maart met het verwijderen van alle vegetatie, waaronder de bomen in de twee trajecten en het riet in het rietveld. Deze werkzaamheden vinden plaats ruim voorafgaande aan het de globale periode van het broedseizoen. Door de werkzaamheden vervolgens aaneengesloten uit te voeren kunnen negatieve effecten op algemene broedvogels voorkomen worden. De omgeving van het plangebied biedt een geschikte habitat als vaste verblijfplaatsen van de boerenzwaluw, boomvalk, buizerd, havik, huismus, huiszwaluw, ransuil, sperwer en torenvalk. Gezien het huidige gebruik van het plangebied, de onderlinge afstanden van potentiële broedlocaties tot het plangebied en kleinschalige en lokale aard van de werkzaamheden worden negatieve effecten op deze vaste verblijfplaatsen buiten het plangebied uitgesloten. Negatieve effecten op vleermuizen worden uitgesloten op basis van de aanwezige landschapselementen die geschikt alternatieve bieden voor de functies van vliegroutes en foerageergebied die in potentie door het voornemen worden aangetast. 5.3 Archeologie Het plangebied heeft volgens het centraal archeologisch informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geen archeologisch wettelijk beschermde status (Bijlage 3). Ook is het plangebied is niet opgenomen op de Archeologische MonumentenKaart. In het plangebied zijn geen archeologische waarnemingen of vondstmeldingen gedaan, noch is er eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het plangebied heeft een lage verwachting voor Datum: 28-01-2014 pagina 19 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder het Neolithicum, een middelhoge verwachting voor de periode IJzertijd – Romeinse Tijd en een hoge verwachting voor de periode (Late) Middeleeuwen – Nieuwe Tijd. In het plangebied zijn drie sets met ingrepen gepland, die allemaal bodemverstorende werkzaamheden met zich mee brengen. Bij nadere beschouwing van de voorgestelde uitvoering voor de vispaaiplaats, kan gesteld worden het rooien van bomen verstoring met zich meebrengt en de ontgravingen in het vispaaiplaats-gebied mogelijk archeologische resten kunnen verstoren. Omdat de ontgravingsdieptes en oppervlaktes de vrijstellingsgrenzen van 40 cm –Mv en respectievelijk 50 of 100 m2 overschrijden (afhankelijk van hoge of middelhoge archeologische verwachting), is archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk. Voor aanvang van de werkzaamheden wordt daarom nader onderzoek uitgevoerd op deze locaties, naar de mate van bodemintactheid en de aan- of afwezigheid en aard van archeologische resten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in de vorm van een verkennend/karterend booronderzoek en een veldverkenning. Er bestaat in archeologisch opzicht geen bezwaar om de voorgestelde ophogingen en taludaanvullingen uit te voeren, noch om de bestaande teensloten te dempen (mits er niet ontgraven wordt ter plaatse). 5.4 Niet gesprongen explosieven Ter plaatse van de kadeverbeteringen is onderzoek naar explosieven uitgevoerd door middel van detectie (Bijlage 4). Ter plaatse van het onderzochte terrein zijn enkele verdachte locaties gevonden die nader onderzocht moeten worden. 5.5 Bomen De aanwezigheid van bomen en struiken op de kade heeft een nadelige invloed op het beheren, het inspecteren en het onderhouden van de waterkering en het waterkerende vermogen van de kade. Zowel bij traject oost als west zijn bomen aanwezig op het binnentalud van de kade. Deze bomen bevinden zich binnen het beoordelingsprofiel van de kade. Daarnaast zullen de bomen de ophoging met klei niet overleven vanwege het verstikken van de wortels. De bomen op het binnentalud van de kade worden verwijderd. Dit gebeurt door het afzagen van de bomen en het frezen van de stobben. Het trekken van de bomen is niet toegestaan. Bij traject west zal de boom (de grote es) nabij de toegangsprofiel niet verwijderd worden. Deze karakteristieke boom bevindt zich buiten het profiel van de kadeverbetering. De te verwijderen wilgen bij traject west worden herplant. 5.6 Kabels en leidingen Bij traject oost zijn er kabels en leidingen aanwezig in de ophoging van het fietspad. Het tracé van deze kabels en leidingen volgt het tracé van het fietspad. Gezien de hoogteligging van het fietspad (inclusief kabels en leidingen) ten opzichte van de kruin van de kade wordt verwacht dat de kadeverbetering geen invloed heeft op de kabels en leidingen. De huisaansluiting van Westgaag 1 (traject west) voor de waterleiding (Evides) dient verlegd te worden door de beheerder. 5.7 Dempen en graven van water Bij traject oost wordt de kade buitenwaarts verstevigd, omdat rondom het kantoor van Verboon te weinig ruimte is. Daardoor wordt er ca. 50 m2 boezemwater gedempt (secundair water). De demping vindt plaats buiten het doorstroomprofiel van de Westgaag. Aangrenzend aan het project wordt de demping ruimschoots gecompenseerd door de aanleg van ca. 2300 m2 watergangen voor de vispaaiplaats. Bij traject west wordt ca. 125 m2 polderwater (teensloot) gedempt en gecompenseerd door een nieuwe sloot met een oppervlak van ca. 125 m2. Datum: 28-01-2014 pagina 20 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder Datum: 28-01-2014 pagina 21 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 6. Beheer en onderhoud Delfland is als beheerder verantwoordelijk voor het buitengewoon onderhoud van de kade en de teensloot. Het dagelijks onderhoud zal door de grondeigenaar gebeuren. Datum: 28-01-2014 pagina 22 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 7. Procedure 7.1 Betrokken partijen/vooroverleg De werkzaamheden worden gerealiseerd op particulier eigendom en op eigendom van Delfland. In 2012 en 2013 hebben op diverse momenten overleggen plaatsgevonden met de betrokken grondeigenaren. Deze overleggen zijn gericht op het bereiken van overeenstemming over het gebruiken van de betreffende gronden voor het uitvoeren van de voorziene kadeverbeteringswerkzaamheden en worden in beginsel in 2013 afgerond met het sluiten van overeenkomsten. Daarnaast zijn de omwonenden langs de Westgaag geïnformeerd over de voorgenomen werkzaamheden. Met de gemeente Midden-Delfland heeft vooroverleg plaatsgevonden. 7.2 Rechtsbescherming Het besluit wordt bekendgemaakt door kennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan in het digitale Waterschapsblad en op de website van Delfland, met vermelding van het feit dat belanghebbenden gedurende een periode van 6 weken na bekendmaking een bezwaarschrift kunnen indienen bij Delfland. In de kennisgeving wordt ook vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage worden gelegd. N.B. Op dit besluit is de Crisis- en Herstelwet van toepassing. Datum: 28-01-2014 pagina 23 Van 24 Projectplan kadeverbetering Dijkpolder 8. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2a Bijlage 2b Bijlage 3 Bijlage 4 Technische tekeningen, Tauw, 15 januari 2014 Eco-effectscan kadeverbetering kade 18: Dijkpolder te Maasland, Aqua Terra Nova, 5 juli 2012 Natuurtoets kadeverbetering en aanleg vispaaiplaats Dijkpolder, Tauw, 24 juli 2013 Maasland, Westgaag, archeologisch bureauonderzoek, Transect, 7 augustus 2013 Rapportage detectieonderzoek “Kadeverbetering Dijkpolder en aanleg vppWestgaag”, ECG, 30 augustus 2013 Datum: 28-01-2014 pagina 24 Van 24
© Copyright 2024 ExpyDoc