Strategische agenda 2013-2015 Stand van zaken 2014, accenten 2015 Congres 20 november 2014 Strategische Agenda 2013 – 2015 Stand van zaken 2014, accenten 2015 Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Thema 1: Gezonde woningmarkt ............................................................................................................ 3 Thema 2. Toegevoegde waarde corporatiesector .................................................................................. 4 Thema 3.Toekomst financiële stelsel ...................................................................................................... 6 Thema 4. Integere sector ........................................................................................................................ 6 Subthema 4.1 Werkgeverszaken ......................................................................................................... 7 Thema 5. Duurzame ledenbinding .......................................................................................................... 7 Toekomst vereniging – op weg naar vereniging 2.0 ........................................................................... 8 2 Inleiding Om de ambities van het bestuur en de vereniging te helpen realiseren, is in 2009 door Aedes gestart met een ‘Strategische Agenda’. Deze agenda wordt jaarlijks geactualiseerd. Inmiddels is een aantal doelen gerealiseerd en richt Aedes zich nog steeds sterk op belangenbehartiging. Voor de periode 2013–2015 is een ‘Strategische Agenda’ opgesteld voor een langere doorloopperiode. In deze update wordt de stand van zaken van eind 2014 weergegeven en worden de accenten gelegd voor 2015. De hoofdlijnen en thema’s van de eerder vastgestelde ‘Strategische Agenda 2013-2015’ blijven vanzelfsprekend gelijk. In 2015 zullen we een nieuwe strategische agenda aan u voorleggen. Ten aanzien van het landelijk beleid voor de corporatiesector blijft verandering de enige constante. Zo staat de Herzieningswet nog steeds op onze agenda. Hadden we vorig jaar verwacht dat er per 1 januari 2015 een nieuwe wet zou liggen, die verwachting is niet uitgekomen. Het zeer recente rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie (30 oktober jl.) zal hier waarschijnlijk ook nog in worden meegenomen. Het afgelopen jaar is veel energie en aandacht besteed aan het proces rondom de Parlementaire Enquêtecommissie. Met de goede inhoudelijke voorbereiding hiervan door middel van het rapport “de Balans verstoord” is het hele proces goed verlopen. De parlementaire enquête commissie geeft aan een aantal verstrekkende systeemwijzigingen te hebben verkend maar kiest voor verbetering van het bestaande stelsel. Natuurlijk, ook dit jaar zijn de incidenten weer nadrukkelijk uitgemeten in de media maar tegelijkertijd kunnen we ook weer vooruit kijken. Maar de commissie heeft ook vastgesteld dat 'woningcorporaties in veel gevallen met grote inzet en bevlogenheid dagelijks hun maatschappelijke opdracht uitvoeren.' Eerder dit jaar heeft de discussie over de rol van corporaties bij het thema beschikbaarheid en betaalbaarheid geresulteerd in een door het congres aangenomen advies van de BestuursAdviesCommissie Betaalbaarheid. Ook is hard gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het Corporatie Benchmark centrum en is alles in voorbereiding om eind dit jaar de eerste benchmark van woningcorporaties aan de buitenwacht te presenteren. Op de cao-tafel zijn de pensioenregeling en een vereenvoudigde cao onderwerp van gesprek, dat nog niet heeft geresulteerd in een nieuwe cao. Voor de periode 2013-2015 zijn een viertal inhoudelijke thema’s en één randvoorwaardelijk thema benoemd. Begin 2014 is door het bestuur, naar aanleiding van de zelfevaluatie, gekozen voor een iets andere opzet van de bestuurlijke betrokkenheid bij de thema’s van de strategische agenda. Zo is besloten lopende trajecten zoals het bestuursteam Parlementaire Enquête en Legitimatie voort te zetten maar de andere bestuursteams af te bouwen en geen nieuwe meer in te richten. Dit stelt het bestuur beter in staat haar bestuurlijke rol in te vullen. Inhoudelijke inbreng wordt gezocht door leden nog meer te betrekken bij het beleidsvoorbereidende proces in de vorm van denktanks, klankbordgroepen en voor speciale thema’s een aparte BestuursAdviesCommissie in te richten. Hieronder worden de doelstellingen en verwachte resultaten per thema benoemd en beschreven. Verdere uitwerking in concrete activiteiten staat in de jaarplannen van de afdelingen van Aedes. Zo brengt de gehele vereniging dezelfde inhoudelijke focus aan. Doel hiervan is om een sterke mobiliserende kracht binnen de sector tot stand te brengen. Het bestuur stuurt op hoofdlijnen de strategische dossiers aan. De werkorganisatie draagt zorg voor de voorbereiding, inclusief de betrokkenheid van leden, input voor strategische afwegingen, kennis en natuurlijk de uitvoering en terugkoppeling na bestuursbesluit. De vereniging bepaalt het kader 3 door het vaststellen van de ‘Strategische Agenda’ en de jaarlijkse begroting. Thema 1: Gezonde woningmarkt De werkzaamheden in 2015 binnen het thema Woningmarkt en betaalbaarheid blijven gericht op het realiseren van een beter functionerende woningmarkt met oog voor de effecten op korte en lange termijn voor de betaalbaarheid, beschikbaarheid en de kwaliteit van het wonen. Het verder vergroten van kennis van (regionale) woningmarkten blijft een belangrijke voorwaarde hiervoor. Aedes streeft naar een beter functionerende woningmarkt door middel van een integrale aanpak. Dus zowel de huur- als de koopmarkt zijn onderdeel van analyse en hervorming. Hier willen we aan werken door met marktkennis toegevoegde waarde te leveren; in de beleidsadvisering intern en de regionale en landelijke netwerken extern. Op het congres in april 2014 heeft de vereniging het advies van de BestuursAdviesCommissie betaalbaarheid onderschreven. Dit advies sluit nauw aan bij de doelstellingen van de Strategische Agenda, maar geeft op onderdelen richting aan de belangenbehartiging op de verschillende thema’s. Voor de lange termijn zijn bij de analyse en beoordeling van wet- en regelgeving en andere initiatieven in de sector onder meer leidend: een gelijk speelveld tussen huur en koop, de verschuiving van objectsubsidies naar subjectsubsidies en duurzame financiering. Bovendien zijn op weg naar een beter functionerende woningmarkt de transitie-effecten voor de betaalbaarheid, de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van woningen cruciaal. Deze effecten worden zo veel als mogelijk in overleg met De Woonbond, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en ministerie van Wonen gemonitord. In 2015 wordt nieuwe wetgeving of gewijzigd beleid van kracht worden rond huurbeleid (invoering nieuw WWS), woningtoewijzing (onder andere passendheidtoets en flexibele contracten) en betaalbaarheid (onder andere Woonagenda en monitor). Het invoeren van de huursombenadering is een jaar uitgesteld tot 1 juli 2016. Hoezeer de lobby op deze thema’s gericht zal zijn op het bereiken van een beter functionerende woningmarkt op langere termijn, zal op kortere termijn rekening gehouden moeten worden met de financiële effecten voor huurders en corporaties en met regionale verschillen. Dit betekent dat idealiter vooraf zicht bestaat op de mogelijke (financiële) effecten en dat een goede afstemming van standpunten in de vereniging plaatsvindt. Thema 2. Toegevoegde waarde corporatiesector Dit thema van de Strategische Agenda omvat een tweeledig doel. Enerzijds is het streven om de ruimte te behouden voor corporaties om maatschappelijke prestaties te blijven leveren. Anderzijds is het streven om deze maatschappelijke prestaties beter zichtbaar te maken en zodoende de maatschappelijke legitimering en reputatie te verbeteren. De legitimatie van (het handelen van) corporaties en de sector is al geruime tijd onderwerp van discussie. Feitelijk is dit de vraag naar de toegevoegde waarde: waar staan corporaties voor, hoe wordt daar invulling aan gegeven, wat zijn de prestaties en wie heeft in dit alles zeggenschap. Een van de conclusies in het rapport ‘De balans verstoord’ is dat de legitimatie van de corporaties verbeterd dient te worden. 4 In het congres van april 2014 hebben de leden met een grote meerderheid ingestemd met de verdere uitwerking van het legitimatievraagstuk zoals ook verwoord in de Balans Hersteld. De analyse hierbij was dat de legitimering van de woningcorporatiesector in het geding is en dat wij als woningcorporaties onze uiterste best moeten doen om die legitimering terug te winnen. Dit kan niet met selectieve acties alleen. Er moeten een aantal sporen voor gevolgd worden. Op het congres van 20 november worden de resultaten gepresenteerd. Deze werkzaamheden zullen doorlopen in 2015. Binnen het thema ‘toegevoegde waarde corporatiesector’ wordt strategisch nagedacht over de positie van corporaties op de woningmarkt en welke varianten voor de institutionele inrichting van het stelsel mogelijk zijn. Het wonen en het vastgoed blijven. Maar de specifieke positie van woningcorporaties tussen markt, maatschappij en overheid zal nadrukkelijk onderwerp van discussie zijn en daarmee een belangrijk strategisch onderwerp. Reputatiemanagement en maatschappelijke legitimering spelen hierbij een belangrijke rol. Vooruitblikken na de Parlementaire Enquête vraagt ook om nieuwe vormen van maatschappelijke legitimatie. Niet alleen antwoord op de vraag ‘doen we de dingen goed?’, maar ook: ‘doen we de goede dingen?’ Daarbij zou een beter antwoord gegeven moeten worden op de vraag: van wie is de woningcorporatie? En hoe worden deze vragen beantwoord als het gaat om de inrichting van de ‘governance’ van corporaties? Althans, beter passend bij deze tijd. Doel is om een nieuwe visie te ontwikkelen die voor langere tijd antwoord geeft op die vragen en ingaat op de eisen en wensen die de omgeving aan de corporatiesector stelt. Vanuit het programma ‘Woningcorporaties Nederland – dichtbij huis’ wordt gewerkt aan het herstel van maatschappelijk vertrouwen door het verbeteren van de dialoog van corporaties met hun omgeving en het uitdragen van een gezamenlijk verhaal. Op deze manier wil Aedes zichtbaar vorderingen maken ten aanzien van de kwesties die afbreuk doen aan de reputatie van de sector. De uitvoering van dit programma gebeurt door Aedes samen met een zestigtal koplopers en, zo is het plan, uiteindelijk de hele sector. Voor de uitvoering en realisatie van deze plannen is geduld en doorzettingsvermogen vereist. 5 Thema 3. Toekomst financiële stelsel Het huidige financiële stelsel biedt aanzienlijke voordelen in termen van lagere rentelasten en de beschikbaarheid van financieringsvormen. Het stelsel heeft ook een aantal consequenties. Zo dragen collega-corporaties de lasten van collega’s die financieel in de problemen komen. En slecht gedrag zet druk op de geïnstitutionaliseerde solidariteit in het stelsel, dat wordt ondersteund door de rijksen gemeente-achtervang. Voor de komende jaren wordt het stelsel opnieuw doordacht. De resultaten van de parlementaire enquête geven daartoe eveneens aanleiding. Hierbij is nadrukkelijk aandacht voor de prikkels die uitgaan van banken en internationale kapitaalverschaffers, de positie en mogelijkheden van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en fondsinitiatieven. Tegelijkertijd is bezinning noodzakelijk op de solidariteit en de invulling hiervan die in het stelsel besloten ligt. Leidend daarbij is handhaving van de borgstelling. Belangrijk onderdeel hiervan is de wijze waarop de actuele volkshuisvestelijke opgave in Nederland, zowel Daeb (diensten van algemeen economisch belang) als niet-Daeb, ook op de lange termijn gefinancierd kan worden en hoe deze zich mede in het licht van het woningmarktbeleid structureel ontwikkelt. De vraagstukken rond financierbaarheid van zowel Daeb-activiteiten als niet-Daeb activiteiten zullen in 2015 prominent op de agenda staan. De Herzieningswet voorziet in een stringentere splitsing van financiering van Daeb en niet-Daeb activiteiten. Dit deel van de herzieningswet heeft veel impact op de sector. Aedes zal de implementatie van deze wetswijziging (ook in brede zin) ondersteunen. Verder is verbreding van het aantal aanbieders en financieringsmogelijkheden zeer wenselijk. Bij de financiering richt Aedes zich zowel op Daeb- als niet-Daeb-activiteiten. Daarbij zal Aedes waar nodig lobbyen om de wet- en regelgeving zodanig aan te passen dat deze vormen van financiering beschikbaar zijn. Tenslotte richt Aedes zich op het optimaal benutten van potentiële subsidies en fondsen, met name in het kader van de duurzaamheidsagenda. En Aedes zal het benutten van financierings- en subsidiebronnen, zoals de ‘European Investment Bank’ (EIB) en Europese fondsen, actief stimuleren. Thema 4. Integere sector De corporatiesector neemt een bijzondere positie in tussen markt en overheid en is verantwoordelijk voor een aanzienlijk maatschappelijk gebonden vermogen. Hierdoor heeft de sector een grote invloed op hoe 5 miljoen mensen in Nederland wonen. Dit maakt dat er hoge eisen aan de kwaliteit van ‘checks and balances’ van de sector moeten worden gesteld. En dat de sector die hoge eisen ook aan zichzelf moet stellen. De maatschappij vraagt hier steeds nadrukkelijker om, dit blijkt ook uit de concept-herzieningswet en de discussie rondom de Parlementaire Enquête. Door in 2012 ‘Toezicht met Bite’ te ontwikkelen heeft Aedes hier stappen in gezet. 2013 is gebruikt om aangekondigde maatregelen te implementeren, zoals striktere naleving van codes maar ook deskundigheidsbevordering van bestuurders en commissarissen. Samen met de VTW is een reglement ontwikkeld voor het behalen van PE punten en worden PE punten vanaf 2015 geregistreerd. Veel van de voorstellen zijn verwerkt in de novelle. 6 De transparantie, verantwoording en betrokkenheid richting publiek en stakeholders is in 2014 verder vergroot. Lidmaatschapseisen zijn aangescherpt maar hier stopt het niet. Verandering in cultuur en gedrag realiseer je niet door het vaststellen en strikter handhaven van regels. Maar vooral door het bevorderen van het handelen naar de ‘geest’ hiervan. Een combinatie van ‘compliance’ en cultuur versterkt elkaar. Als het gaat om professionalisering van de bedrijfsvoering in de sector wordt er gewerkt aan reductie van de bedrijfslasten. In 2014 is gestart met het project Cultuur en gedrag, in begeleiding van Berenschot, dat ook in 2015 verder wordt voortgezet. Corporaties werken hard aan efficiency en willen hun financiële middelen op de juiste wijze inzetten; een voorwaarde om onze maatschappelijke doelstelling goed te kunnen blijven vervullen en om aan de verwachtingen van maatschappij en de politiek te kunnen voldoen. Dat is de belangrijkste reden dat Aedes afgelopen jaar het initiatief nam om samen met KWH en USP en PwC een benchmark te ontwikkelen. Benchmarken is geen nieuw fenomeen in de corporatiebranche. Veel corporaties vergelijken al langere tijd hun prestaties met die van andere corporaties, bijvoorbeeld met de online benchmarktool van het Corporatie Benchmark Centrum (CBC). Maar de grote verschillen in definities stonden tot nu toe vergelijken en benchlearning in de weg. Met de Aedes-benchmark is een belangrijk begin gemaakt met het harmoniseren van gegevens. Deze eerste editie noemen we een nulmeting. De verdere ontwikkeling is een groeimodel en zal zo’n drie jaar beslaan. De komende jaren voegen we steeds meer relevante indicatoren toe zoals bijvoorbeeld onderhoud en maatschappelijke waardering. Juist de combinatie van harde cijfers met ‘zachte’ informatie, biedt corporaties en de buitenwereld inzicht in de inzet van middelen en het resultaat daarvan. Subthema 4.1 Werkgeverszaken Als werkgeversvertegenwoordiger is Aedes mede verantwoordelijk voor de ontwikkeling van passende, marktconforme arbeidsvoorwaarden in de sector. De arbeidsvoorwaarden in de branche zijn van hoge kwaliteit, maar de kosten zijn in tijden van krimp en bezuiniging steeds moeilijker op te brengen zijn. Aedes vindt het belangrijk dat de ontwikkeling van de personeelskosten zich aanpassen aan de ontwikkelingen in de samenleving. Deze uitgangspunten zullen leidend zijn voor de cao-onderhandelingsdelegatie. Voor de nog steeds lopende onderhandelingen betekent dit, dat de vereenvoudiging en aanpassing van de pensioenregeling en cao voor een belangrijk deel de agenda bepalen. Dit heeft tot nu toe nog niet geleid tot een concreet resultaat in de vorm van een cao. Daarnaast is duurzame inzetbaarheid is het sleutelwoord voor het personeelsbeleid in de sector. In 2014 al een aandachtspunt maar ook in 2015 zullen corporaties handreikingen krijgen om oudere medewerkers duurzaam inzetbaar te houden binnen het bedrijf. Tevens is in 2015 een arbeidsmarktbeleid voor de sector ontwikkeld. Thema 5. Duurzame ledenbinding Duurzame ledenbinding is middel en doel tegelijk voor een goed functionerende brancheorganisatie. Om namens de leden te kunnen optreden en inhoudelijk draagvlak te creëren, is voortreffelijke aansluiting bij de leden noodzakelijk. En andersom: Aedes bestaat bij de gratie van duurzame ledenbinding. Ook afgelopen jaar is in het ingewikkelde 7 lobbytraject rondom de novelle wederom gebleken dat het betrekken van leden bij inhoudelijke thema’s van belang is om het draagvlak en bovenal commitment te vergroten. In 2014 lag het accent op het steeds beter leden betrekken bij het beleidsvoorbereidende proces, leden informeren over de inzet en uitkomsten van het lobbytraject en is veel energie gestoken in het verstrekken van informatie over effecten van beleid. Dit is met name gebeurd door bijeenkomsten te organiseren, waarbij leden in klein verband kunnen discussiëren over beleidsinhoudelijke thema’s. En door daarnaast informatiebijeenkomsten te organiseren over belangrijke thema’s. Ook is er speciale aandacht zijn voor de manier waarop met de leden wordt gecommuniceerd. In 2015 gaan we hier stug mee door. Belangrijk punt is en blijft de cultuurverandering binnen de vereniging. Hierbij is steeds meer vanzelfsprekend aandacht voor naleving van codes maar ook voor gedragsnormen binnen de vereniging. De uitkomsten van het in 2013 gehouden ledenonderzoek, een eerste 0-meting, zijn worden omgezet in aanscherping van het beleid. In 2015 zullen we wederom een ledenonderzoek uitvoeren. Toekomst vereniging De vereniging staat onder druk vanwege interne en externe veranderingen. En binnen de vereniging bestaan nog steeds verschillende zienswijzen over belangrijke thema’s. Betaalbaarheid, de definitieve invulling van de novelle, het huursombeleid. Niet alleen inhoudelijk maar ook de gevoerde strategie in de lobby roept nog steeds verschillende reacties op. Vanuit verenigingsperspectief is het belangrijk dat er ruimte is voor verschillende meningen en ook deelbelangen, dit bevordert de discussie en zorgt voor een juiste wijze van besluitvorming. Maar tegelijkertijd is het belangrijk dat er, indien er congresbesluiten genomen zijn, er ook commitment en draagvlak is binnen de vereniging. Het onderscheid tussen groot, klein, stad en platteland kan niet worden weggenomen. De verschillen zijn en blijven groot. Toch lijkt er meer begrip te ontstaan en daaraan gekoppeld meer respect voor de verschillende belangen. Dat heeft ook effect voor het functioneren van groeperingen binnen de sector, zoals MKW, De Vernieuwde Stad en Kences. Bovendien is steeds duidelijker dat corporaties elkaar vinden in een gemeenschappelijke regionale belangenbehartiging binnen dezelfde woningmarkt. Aedes als brancheorganisatie staat voor het collectief belang, maar heeft tegelijkertijd aandacht voor deze belangrijke regionale verschillen. De financiële druk op de corporaties veroorzaakt ook druk op de hoogte van de contributie. De afgelopen jaren is deze verlaagd, maar de verwachting is dat deze in de toekomst nog verlaagd zal moeten worden. Dit betekent dat er nog scherper wordt gekeken naar de kosten. En dat het te besteden budget beperkt wordt. Daarnaast worden plannen gemaakt en stappen gezet om minder contributieafhankelijk te worden en daarmee toekomstbestendiger. 8 www.aedes.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc