Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Cluster: Academiejaar: Aantal studiepunten: Studietijd: Deliberatie: Vrijstelling: Onderwijstaal: Verantwoordelijke opleidingsonderdeel 2 2014 - 2015 6 120 à 150 uur mogelijk niet mogelijk Nederlands Ilse Verschueren 1. Aanvangscompetenties Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist de competenties van het opleidingsonderdeel ‘Didactische competentie algemeen’ bereikt te hebben. 2. Eindcompetenties De eindcompetenties sluiten aan bij de Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionele gehelen (FG). Het gaat hierbij om eindcompetenties die een integratie van kennis, vaardigheden en attitudes veronderstellen. De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn: FG 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerling en de leerlingengroep achterhalen. 1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren. 1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren 1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten. 1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen. 1.6 De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen 1.7 De leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. 1.8 De leerkracht kan observatie en evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team. 1.9 De leerkracht kan proces ne product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie. 1 1.11 FG 2: FG 3: FG 4: FG 5: De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces begeleiden in het Standaardnederlands. 1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de groep De leraar als opvoeder 2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. De leraar als inhoudelijk expert 3.1 De Leerkracht beheerst domeinspecifieke kennis en vaardigheden en kan die verbreden en verdiepen. 3.2 De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden. De leraar als organisator 4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen 4.2 De leerkracht kan een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en leerlingen. 4.3 De leerkracht kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren. De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen 3. Competentiegerichte doelstellingen De cursist kan: • • • • • • • • • • • • • de elementen die van invloed zijn op het didactisch handelen in de les bestuderen en beschrijven in de lesvoorbereiding de lesvoorbereiding, leerlingencursus, agenda… opstellen met aandacht voor verzorgd en correct schriftelijk Nederlands taalgebruik de logische lesopbouw (leerstappen) zichtbaar maken in een samenhangend; gestructureerd geheel en vertalen in concrete doelen(lesanalyse) zinvolle en correcte doelstellingen kiezen en formuleren een begrijpelijke taal aangepast aan het taalniveau van de leerlingen hanteren een zuiver taalgebruik hanteren met aandacht voor articulatie, een gepast spreektempo, gevarieerde intonatie en stemvolume een duidelijk gestructureerde leerlingencursus opstellen waarbij de vormgeving en inhoud aansluit bij de beginsituatie van de leerlingen en die aanzet tot actief leren een leerlingencursus in Standaardnederlands opstellen die beantwoordt aan de correcte vormvereisten (inhoudstafel, bibliografie, paginering,…) een passende leerinhoud selecteren en uitdiepen i.f.v. de beginsituatie van de leerlingen, het leerplan, de beschikbare tijd de leerinhouden kunnen situeren in het leerplan en het curriculum van de studierichting van de leerlingen de leerinhouden nauwkeurig en correct wetenschappelijk beheersen en verdiepen met aandacht voor actuele evoluties en vakspecifieke vaardigheden en principes. de onderwezen vakinhouden begrijpelijk, logisch gestructureerd,, gedoseerd en concreet onderwijzen met aandacht voor vakspecifieke begrippen en principes. horizontale en verticale verbanden leggen tussen inhouden uit het eigen vakgebied, verwante vakgebieden en vakoverschrijdende domeinen 2 • • • • • • • • • • • • • • • • • • de leerinhoud gestructureerd opbouwen met een inleiding, leerfase en slot met aandacht voor een vlotte overgang tussen het correct uitvoeren van de werkvormen actuele maatschappelijke gebeurtenissen op het niveau van de leerlingen aan de leerinhouden koppelen in de realisatie van elke lesfase de gepaste leerkrachtige didactische principes inbouwen met speciale aandacht voor motivatie en heterogeniteit van de klasgroep tijdens de lesrealisatie de werkvormen correct uitvoeren en concrete instructies geven met oog voor veiligheid, structuur, efficiëntie… gepaste, afwisselende actieve werkvormen kiezen en dit i.f.v. de beginsituatie, de geformuleerde doelen, de beschikbare lestijd en accommodatie. gepast, kwaliteitsvol didactisch materiaal kiezen en ontwikkelen i.f.v. de gegeven les aandacht besteden aan het welbevinden van de leerlingen en gewenst gedrag positief bekrachtigen en duidelijke grenzen stellen aan ongewenst gedrag een enthousiaste, dynamische en expressieve, open lichaamstaal uitstralen met voldoende oogcontact met de leerlingen op een positieve wijze in interactie gaan met alle leerlingen en aandacht hebben voor attitudevorming bij de leerlingen de klasruimte efficiënt en stimulerend organiseren rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen een gestructureerd en dynamisch werkklimaat creëren met aandacht voor een goede timing en een aangepast lestempo motiverende, voor de leerlingen betekenisvolle leeromgevingen scheppen die samenwerkend leren bevorderen. een toets(beantwoordend aan de critera van een degelijk evaluatie-instrument)en modeloplossing in correct Standaardnederlands opstellen een toets afnemen met oog voor een goed georganiseerd klasmanagement de toets verbeteren a.d.h.v. een duidelijk opgestelde modeloplossing grondig didactisch reflecteren over de lesvoorbereiding, de lesrealisatie en eventueel de gebruikte evaluatie-instrumenten a.d.h.v. het reflectiemodel van Korthagen na de lesrealisatie van een collega o.l.v. de lector op een actieve, systematische en kritische wijze terugblikken op het lesgebeuren in een open constructieve en respectvolle sfeer. kritisch reflecteren over het begeleidingsproces tijdens de lesrealisatie en de toets met het oog op remediëring van de leerlingen 4. Inhoud De tijdens de module DCa aangebrachte theoretische inhouden worden ingeoefend via de voorbereiding en realisatie van twee individuele lessen van 50 minuten. Extra aandachtspunten zijn het opstellen en gebruiken van een leerlingencursus en de voorbereiding, afname en verbetering van een toets. Peerevaluatie en zelfreflectie zijn essentiële en belangrijke instrumenten in het groeiproces van de cursisten : • Cursisten leren tijdens de lesoefeningen van medecursisten gericht observeren, deelnemen aan een nabespreking, en hieruit persoonlijke inzichten trekken. 3 • Er worden twee tools voor professionalisering gehanteerd m.n. het reflectiemodel volgens Korthagen en de PDCA-cirkel. 5. Onderwijs – en leeractiviteiten De module wordt aangeboden in gecombineerd onderwijs. De uren afstandsonderwijs worden benut voor het voorbereiden van de praktijkoefeningen. Deze praktijkoefeningen worden in de eigen cursistengroep in het centrum uitgevoerd. Voor alle omkadering (materiaal, speciale lokalen, specifieke afspraken, …) zorgen de cursisten zelf. 6. Evaluatie Voor deze module geldt permanente evaluatie. Puntenverdeling Opdracht Les 1 Les 2 Opdracht evalueren : toets Opdracht leerlingencursus punten 15 20 10 10 zelfreflectie 2,5 2,5 TOTAAL Totaal punten 17,5 22,5 10 10 60 punten Afspraken evaluatie • • Gezien elke leraar een taalleraar is, dient de cursist in elke opdracht aandacht te besteden aan verzorgd en correct schriftelijk taalgebruik. Cursisten kunnen pas feedback en een beoordeling verkrijgen indien ze alle opdrachten tijdig op de ELO (Moodle) posten. 7. Didactisch materiaal en media • Informatie Didactische competentie algemeen (ELO) • Bundel met opdrachten vakdidactische oefeningen 1 (ELO) • Powerpointpresentatie(s)van de lector (ELO) • Info- en hulplijnen (ELO) • Eigen nota’s 4 8. Studiebegeleiding De cursist die zijn les heeft gegeven, krijgt feedback van de lector én de medecursisten over de diverse aspecten van zijn lesrealisatie met de bedoeling het toekomstig didactische handelen bij te sturen. Nadien ontvangt elke cursist via moodle een geïndividualiseerd schriftelijk feedbackverslag over de lesvoorbereidingen, lesrealisaties en extra opdrachten Daarnaast kan de cursist met vragen terecht bij de lector via Moodle en/of via e-mail. Tijdens de afstandsuren bestaat, op vraag van de cursist(en), de mogelijkheid tot individuele en/of groepsremediëring. Bij te grote tekorten op vlak van taalbeheersing en academische competenties kan de lector de cursist doorverwijzen naar de remediëringsmodules. 9. Volgtijdelijkheid Op dit opleidingsonderdeel is volgtijdelijkheid van toepassing. De cursist moet geslaagd zijn voor de het opleidingsonderdeel ‘Didactische competenties algemeen’ vooraleer de module ‘Vakdidactische oefeningen 1’ te kunnen aanvatten. 5
© Copyright 2024 ExpyDoc