29 OKUW de Rechtspraak Rechtbank N o o r d - H o l l a n d (10 Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Haarlem het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heemstede Postbus 352 2100 AJ Heemstede bezoekadres Stationsplein 80 2011 LM Haarlem j AANTEKENEN ] \ j PER POST | | PER FAX (023) 548 57 datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk 28 oktober 2014 Kamer voori.voorz. mevr M. van Daalen (023) 888 39 52 zaaknummers HAA 14/3733 en 14 / 3768 GEMWT GU11 uw kenmerk bijlage(n) faxnummer afdeling onderwerp (023) 888 39 76 De verzoeken van Fietsersbond.vereniging te Utrecht V-nummer justitlenummer correspondentieadres Postbus 1621 2003 BR Haarlem t (023) 888 37 11 Zittingen t (023) 888 37 12 Beroepszaken t (023) 888 37 13 Voorzieningen f (023) 888 39 76 (Bestuursrecht) f (023) 888 39 77/73 (Belasting) www. rechtspraak, n I Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen Geachte heer/mevrouw. Over de verzoeken om een voorlopige voorziening met zaaknummers HAA 14 / 3733 en 14 / 3768 GEMWT GUI 1 deel ik u mee dat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat nummer gepubliceerd op wwvv.rechtspraak.nl. Als u een rechtsmiddel kunt instellen tegen deze uitspraak, dan is dat onder de uitspraak vermeld. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden. Hoogachtend, de griffier BE092 proces-verbaal uitspraak RECHTBANK NOORD-HOLLAND Zittingsplaats Haarlem Bestuursrecht zaaknummer: HAA 14/3733 en HAA 14/3768 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 oktober 2014 in de zaak tussen Vereniging de Fietsersbond, te Utrecht, (gemachtigde: J. Kamminga), en Stichting Wandelnet, te Amersfoort, (gemachtigde: P.O. Mars), verzoeksters, en het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heemstede, verweerder (gemachtigden: mr. I.A. Oudendijk en mr. drs. A. Borg). Als derde-partij heeft aan hét geding deelgenomen: ProRail B.V., te Utrecht, gemachtigde: mr. A.C. Clerx en E.H.C. Schuurmans. Procesverloop Bij besluit van 8 oktober 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van verzoeksters om preventief tot handhaving van de Wegenwet over te gaan en ProRail te sommeren de openbare onbewaakte spoorwegovergang ter hoogte van het Laantje van Alverna openbaar en voorfietsersen voetgangers toegankelijk te houden afgewezen. Bij besluit van 5 maart 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeksters ongegrond verklaard. Verzoeksters hebben afzonderlijk tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben beiden de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Verzoeksters vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Verweerder is verschenen bij gemachtigden. Derde-partij is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. Beslissing De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af. blad 2 zaaknummers: HAA 14/3733 en HAA 14/3768 Overwegingen 1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering. 2. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Avvb) alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist. Als er geen onomkeerbare situatie dreigt neemt de voorzieningenrechter aan dat spoedeisend belang ontbreekt, zodat hij alleen al daarom geen voorlopige voorziening treft. 3. Derde-partij heeft ter zitting verklaard dat hij in afwachting van de bodemzaken geen gebruik zal maken van de omgevingsvergunning en voorlopig geen watergang gaat aanleggen. De conclusie is dat er geen enkel spoedeisend belang is. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken daarom af. 4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzieningenrechter. in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2014. voorzieningenrechter griffie( Afschrift verzonden aan partijen op: 2 8 OKT. 2flU Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Voor ee De griffie proces-verbaal RECHTBANK NOORD-HOLLAND Zittingsplaats Haarlem Bestuursrecht zaaknummers: HAA 14/3733 en HAA 14/3768 proces-verbaal van het verhandelde op de zitting van 16 oktober 2014 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen Vereniging de Fietsersbond, te Utrecht (gemachtigde: J. Kamminga), en Stichting Wandelnet, te Amersfoort, (gemachtigde: P.O. Mars), verzoeksters, en het college van burgemeester en wethouders van Heemstede, verweerder (gemachtigden: mr. I.A. Oudendijk en mr. drs. A. Borg). Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: ProRail B.V., te Utrecht, gemachtigde: mr. A.C. Clerx en E.H.C. Schuurmans. Aanwezig zijn mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en drs. M.A.J. Arts, griffier. Verzoeksters vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Verweerder is verschenen bij gemachtigden. Derde-partij is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. Tevens waren aanwezig een twintigtal omwonenden (Laantje van Alverna) van de spoorwegovergang. De voorzieningenrechter stelt dat ter behandeling voorligt de verzoeken om voorlopige voorziening om verweerder een preventieve last op te laten leggen aan ProRail, ter voorkoming van defysiekeafsluiting van de spoorwegovergang aan het Laantje van Alverna. Verweerder heeft de preventieve last geweigerd omdat volgens hem geen sprake is van een openbare weg, maar van een privé weg.. De voorzieningenrechter constateert dat de verzoeken al door de feiten zijn achterhaald aangezien ProRail afgelopen woensdag een hek heeft geplaatst en de stelcon platen tussen de rails heeft verw ijderd. Een preventieve maatregel kan geen effect meer sorteren. Er is sprake van een nieuwe situatie. Verzoekers hebben een klacht over de actie van ProRail ingediend bij verweerder. Die heeft het verzoek ontvangen en het verzoek aangemerkt als een verzoek om het opleggen van een last om het hek te verwijderen. Als thans een verzoek om voorlopige voorziening terzake van laatstbedoelde last zou zaaknummers: HAA 14/3733 en 14/3768 voorliggen ziet de voorzieningenrechter ook daarin geen spoedeisend belang aanwezig. De belangen van verzoeksters zijn niet zo spoedeisend dat niet een paar maanden gewacht kan worden tot de bodemzaken worden behandeld. Het plaatsen van een hek is immers niet onomkeerbaar. Het nieuwe verzoek geeft verweerder wel de gelegenheid de nieuwe last juridisch op de juiste wijze te onderbouwen. De gestelde overtreding ziet immers niet op een overtreding van enige bepaling in de Wegenwet, maar op Afdeling 5 van de APV, artikel 2:10: het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan. Zie voor een heldere uitspraak van de Afdeling bijvoorbeeldok JB 2009/198. De voorzieningenrechter doet partijen het volgende voorstel:: (1) verweerder neemt zo spoedig mogelijk een (primair) besluit op het -tweede- verzoek tot handhaving; (2) partijen worden vandaag in de gelegenheid gesteld hun inhoudelijke standpunten verder toe te lichten. Er heeft al een uitvoerig, schriftelijk, debat over het geschil plaatsgevonden, zodat de verwachting op zijn plaats is dat ter zitting van vandaag alleen nog de puntjes op de 1 hoeven te worden gezet; (3) van het verhandelde ter zitting van heden wordt proces-verbaal opgemaakt dat aan partijen zal worden toegestuurd; (4) na het nemen en bekend maken van het -nieuwe- besluit op het verzoek om handhaving (het verwijderen van het recent geplaatste hekwerk door ProRail), maken verzoeksters binnen 6 weken bezwaar tegen dit besluit. In het bezwaarschrift verzoeken de indieners verweerder in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, zulks in afwijking van artikel 7:1 Awb (op de voet van artikel 7:1a Awb); (5) verweerder beslist zo spoedig mogelijk -naar nu reeds door verweerder wordt aangegeven: instemmend- op het verzoek en zendt het bezwaarschrift onverwijld door aan de rechtbank; (6) na ontvangst van de beroepschriften neemt de rechtbank een beslissing over de te heffen griffierechten; (7) de rechtbank agendeert de beroepen pro forma voor een behandeling ter zitting. Dat betekent dat de beroepen wel formeel ter zitting zullen dienen, maar dat bij de huidige stand van zaken een mondelinge behandeling in beginsel achterwege kan blijven. Op het moment dat de zaken zullen worden aangebracht zal aan partijen worden gevraagd of zij er nog steeds mee kunnen instemmen dat geen mondelinge behandeling hoeft plaats te vinden. Indien zulks het geval is, zal partijen op de voet van artikel 8:57 Awb toestemming worden gevraagd dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft; (8) in het geval dat partijen bedoelde toestemming verlenen, zal het pro forma beroep ter zitting worden gesloten en zal binnen 6 weken uitspraak worden gedaan; tegen de uitspraak van de rechtbank kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Alle partijen stemmen met dit voorstel in. Gemachtigden van ProRail verklaren desgevraagd dat ProRail hangende de behandeling van het beroep zal afzien van het graven van een watergang om te voorkomen dat een onomkeerbare situatie zal ontstaan. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af. zaaknummers: HAA 14/3733 en 14/3768 De voorzieningenrechter De voorzieningenrechter stelt vast dat de spoorwegovergang al bestaat sinds de spoorweg er ligt. Er hebben ook altijd hekken gestaan, die in 2008 zijn vervangen. Toen zijn ook borden geplaatst op de hoofdhekken (Verboden voor onbevoegden). Zaten zowel op het hoofdhek als het kleine hek cilindersloten? Omwonenden stellen: Op het kleine hek zaten geen sloten. Op het grote hek hebben wel sloten gezeten, maar daar hadden wij geen sleutels van. Gemachtigden van verweerder voeren aan: Er zat een slot op. De overgang was alleen voor rechthebbenden. Omwonende stelt daar al 60 jaar te wonen, en voor die tijd zijn ouders . Zij hebben altijd vrij toegang tot de spoorwegovergang gehad. Ook na het auto-ongeluk in 2011 is het kettingslot snel verwijderd omdat wij recht van overpad hadden. Dan belden we en werd het slot verwijderd. Voorzieningenrechter constateert dat ProRail een risico-analyse van de overwegheeft gemaakt. Na het station Heemstede-Aerdenhout is de eerste overgang Alverna, daarna de onbewaakte overgang Leyduin en daarna de overgang op Manspadlaan waar AHOB is geplaatst. De voorzieningenrechter informeert of er bij Leyduinsprake is van een gelijke situatie als bij de overgang Alverna? Schuurmans kan bevestigen dat Leyduin ook een particuliere overweg betreft, maar de Manspadlaan een openbare weg is, vandaar de geplaatste beveiliging. T.a.v. Leyduin zijn er gesprekken gevoerd met belanghebbenden, Waterschap en Noord-Hollands landschap. Er is gekeken naar de mogelijkheden. Bijvoorbeeld actieve beveiliging als bij Manspadlaan maar dat heeft een verkeersaantrekkende werking en is kostbaar. ProRail heeft daarom een voorkeur voor een voetgangerstunnel. Dat wordt nader uitgewerkt. Schuurmans geeft aan dat hij zich niet heeft voorbereid op de exacte verschillen met Alverna en die dus niet kan geven. Voorzieningenrechter houdt partijen noot van Van der Grinten voor uit AB 2014/50 "dat onderscheid moet worden gemaakt tussen defysiekeafsluiting van een weg of plaatsing van een bordje "verboden toegang" enerzijds en plaatsing van een kenteken als bedoeld in artikel 4, lid 2, Wegenwet, waaruit blijkt dat de weg slechts 'ter bede' toegankelijk is, anderzijds: afsluiting van de weg (waaronder het instellen van een toegangsverbod) doorbreekt het tijdvak van 30 jaren onmiddellijk, plaatsing van een kenteken dat niet als doel heeft de toegang te verhinderen (bijvoorbeeld een bordje 'eigen weg') doet dat ingevolge artikel 4, lid 2, Wegenwet pas na een jaar. " Hij geeft aan dat er onderscheid is tussen fysieke afsluiting en plaatsing bordjes, en de termijn waarover dat moet. Verweerder heeft zich op standpunt gesteld: uit plaatsing hekwerk kun je afleiden 'niet betreden', op zijn best 'betreden ter bede'. Tot waar loopt de ontsluitingsweg? Is helemaal geasfalteerd tot begin Bloemendaal? Omwonenden geven aan dat vanaf het hek tot aan het klooster halverwege de grens ligt tussen Heemstede en Bloemendaal Oudendijk meent dat de grens zichtbaar is aan de dakpannen omdat sprake is van een andere welstandstoets. Tot aan 'Het Spalier' is de weg openbaar en beklinkerd. Een klein stukje is nu geasfalteerd. zaaknummers: HAA 14/3733 en 14/3768 Voorzieningenrechter merkt op dat Alverna ook deels eigenaar is van het pad, en de mensen die er links wonen hebben mandelig eigendom. Het wordt gemeenschappelijk onderhouden, dus geen privé gebruik. Mars licht toe dat de gemeente de grond vanaf de Leidsevaartweg tot de overweg ook als openbaar beschouwt. Binnen de hekken wordt aangemerkt als particulier van ProRail, buiten de hekken openbaar. Hoe de situatie met de watergang precies ligt weet hij niet. Maar die watergang aan de oostelijke kant is niet in discussie. Clerx geeft aan dat het plan was de waterweg aan de zijde van de Leidsevaartweg door te trekken om een mooi aaneengesloten beeld te krijgen. Maar het is niet aan ProRail. Verweerder had het standpunt dat tot aan het hek de grond openbaar was. Als ProRail dat zou willen uitvoeren zou eerst verzocht moeten worden de grond te onttrekken aan de openbaarheid. Borg licht het standpunt van verweerder toe. Indien de rechtbank van oordeel is dat de overgang wel openbaar toegankelijk is, is de ontsluitingsweg niet helemaal voor niets aangelegd. Partijen zijn het er immers allemaal over eens dat er geen auto's overheen mogen. Mars beaamt dat zij de overgang alleen publiek toegankelijk voor fietsers en wandelaars wensen. Schuurmans licht toe dat ProRail de ontsluitingsweg heeft aangelegd met subsidies e.d. Indien ProRail vooraf zou hebben geweten dat de overgang openbaar was zouden zij de ontsluitingsweg niet hebben aangelegd. Als de weg openbaar zou zijn zou ProRail niet automatisch hebben besloten tot het aanleggen van beveiliging. Ook een verzoek om onttrekken aan de openbaarheid was dan een optie geweest. Berustend op de risico-analyse. De voorzieningenrechter informeert naar mw. Colette Hofman die is aangemeld als getuige. Mw. Hofman geeft aan dat de hele wijk aanwezig is als getuige en dat zij niets speciaals heeft toe te voegen aan het eerder gestelde. De voorzieningenrechter informeert naar de politieke stand van zaken. Borg geeft aan dat er plannen zijn voor een fietsverbinding op regionaal niveau tussen Hoofddorp en Zandvoort. Daarvoor is al een brug aangelegd en ter hoogte van Leyduin zou dan een fietstunneltje komen. De wethouders staan wel positief tegenover deze recreatieve verbinding. Schuurmans merkt op dat ProRail niet van plan is een doorgaand fietspad onder Leyduin aan te leggen. Tot nu toe heeft ProRail het over een voetgangerstunnel. Mars merkt op dat op dit moment bij Alverna ook moet afstappen. Hij weet dat de wethouder een voorstander is van het voortbestaan van een fietsverbinding over Alverna. Vandaar dat dat bruggetje ook is verbeterd. Borg geeft aan dat er fysiek geen ruimte is voor een tunneltje onder de overweg Alverna. Mars denkt dat Wandelnet andere ideeën heeft voor beveiliging van de overweg. AHOB geeft te veel geluid voor de omwonenden. Maar zij hebben geïnformeerd bij een fabrikant voor schuifhekken, die op signaal van naderend treinverkeer het hek onverbiddelijk sluiten. Die tip zaaknummers: HAA 14/3733 en 14/3768 hebben zij ook doorgegeven aan de stichting Noord-Hollands Landschap. Zo kan een ontsluitingsweg worden gecreëerd voor bestemmingsverkeer voorfiets-en voetgangers. Schuurmans geeft aan dat ProRail de risico's op dit moment door de plaatsing van het hek totaal geëlimineerd heeft en dat zij niet van plan zijn dat terug te draaien. Oudendijk geeft aan dat het standpunt van verweerder is om de verkeersveiligheid te bevorderen. Daarom is nu ook een parallelweg aangelegd. Fietsers moeten nu 10 minuten omfietsen. Het gaat maar om 1400 meter. Omwonenden stellend dat het wel een half uur omlopen is. En dan zijn er ook nog rolstoelgebruikers en scootmobielen. Mars wijst erop dat er doorgaans een maaswijdte van 1.000 meter wordt aangehouden. Zelfs al zou Leyduin ondertunneld worden dan is Alverna onmisbaar. De helling van de geniebrug sluit er zo mooi op aan. Er zijn ruim 200 overgangen per dag. Het wordt gebruikt voor het kinderdagverblijf, klooster en om naar de sportvelden en winkels te gaan. 10 minuten heen en 10 minuten terug is een aardige belasting. Omwonenden willen niet omfietsen om boodschappen te doen. Zij geven aan dat de nieuwe weg prima voldoet voor de hulpinstanties die niet over het bruggetje kunnen, maar zij willen de overgang behouden. De brandweer kon niet over dat bruggetje, daarom moest die ontsluitingsweg er wel komen. Borg merkt op dat het weggetje niet is aangelegd vanwege de brandweer. ProRail heeft bij verweerder gemeld dat zij de overweg vanwege veiligheidsredenen willen afsluiten. De gemeente eiste daarop een redelijk alternatief voor de burgers. Dat is de ontsluiting naar de C. Huijgenslaan. De brandweer vindt dit een prima alternatief, hun aanrijdtijd is met dit weggetje verkort. Schuurmans verklaart desgevraagd dat de weg niet zou zijn aangelegd alleen voor de hulpdiensten. .De voorzieningenrechter sluit het onderzoek in deze zaken en deelt mee onmiddellijk uitspraak te doen in deze zaken. (griffier) (voorzieningenrechter)
© Copyright 2024 ExpyDoc