Profielschets lid stichtingsbestuur

Profielschets lid stichtingsbestuur
A.
Algemeen/doelstelling Stichtingsbestuur
Het Stichtingsbestuur is het bevoegd gezag van de Universiteit van Tilburg (Stichting Katholieke
Universiteit Brabant) en heeft een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van de identiteit
van de instelling. Het Stichtingsbestuur houdt toezicht op het beleid en de uitvoering daarvan
door het College van Bestuur, op de algemene gang van zaken bij de universiteit en op de
naleving van hetgeen in de wet, statuten en structuurregeling is voorgeschreven. Voorts
fungeert het Stichtingsbestuur als klankbord voor het College van Bestuur aangaande
hoofdlijnen en van beleid vanuit de doelstelling van continuïteit van de instelling.
B.
Identiteit
Leden van het Stichtingsbestuur dienen de Katholieke grondslag positief te onderschrijven, met
dien verstande dat die instemming mede omvat het open karakter van de grondslag, d.w.z. dat
de instelling een plaats biedt aan allen die de grondslag respecteren en open staan voor de
dialoog met andere levensbeschouwingen.
C.
Eisen ten aanzien van deskundigheid en functioneren
Van de leden van het Stichtingsbestuur wordt verwacht:
 een onafhankelijke kritische opstelling ten opzichte van het College van Bestuur;
 affiniteit met het specifieke karakter van een wetenschappelijke instelling
 ervaring met het besturen van grote (professionele) organisaties c.q. weten welke eisen
gesteld worden aan het besturen van professionele organisaties;
 het zien van samenhangen in vraagstukken en het kunnen onderscheiden van gewichtige
zaken;
 het kunnen onderkennen van relevante toekomstige (regionale, nationale en internationale
ontwikkelingen in de universitaire context;
 het kunnen denken in hoofdlijnen;
 een breed, d.w.z. relevant netwerk.
D.
Pluriformiteit
Het is gewenst dat diverse velden van maatschappelijke activiteit in het SB vertegenwoordigd
zijn (onderwijs/wetenschap/onderzoek, bedrijfsleven alsmede non-profit/publieke sector). Tevens
dient zoveel mogelijk recht gedaan te worden aan een evenwichtige M/V -verhouding en aan
herkenbaarheid van de belangrijkste politieke stromingen. Voorts strekt het tot aanbeveling als
bij de samenstelling van het bestuur de alumni zijn vertegenwoordigd.