Onderzoeksfiche e00065.pdf 1. Referentie Referentie Taal Hooge, J., Decaluwé, L. & Goossens, L. (2000). Identiteit en Psychisch welbevinden. In H. De Witte, J. Hooge & L. Walgrave (Eds.), Jongeren in Vlaanderen: gemeten en geteld. 12- tot 18-jarigen over hun leefwereld en toekomst (pp.35-59). Leuven: Universitaire Pers. Nederlands ISBN Publicatievorm / Bijdrage in reader 2. Abstract In dit onderzoek staat de leefwereld van de Vlaamse jongeren (uit het gewoon voltijds secundair onderwijs) in alle aspecten centraal. In het tweede hoofdstuk benadrukt men de jongere zelf. Hoe voelen de jongeren zich? Hoe beleven zij zichzelf? Hoe zien zij zichzelf? Eerst wordt een beschrijving gegeven van de jongeren voor twee kernconcepten, namelijk de identiteit (eigenlijke identiteit en zelfwaardering) en het psychisch welbevinden (algemeen welbevinden, depressieve stemmingen, eenzaamheid en suïcidale gedachten). Er wordt telkens nagegaan of er verschillen te vinden zijn tussen jongens en meisjes en naargelang de leeftijd van de jongeren. Beide kenmerken zijn immers belangrijk vanuit het perspectief van de ontwikkelingspsychologie. Ook de toekomstverwachtingen van de jongeren worden nader bekeken. 3. Trefwoorden Thema(’s) Trefwoord(en) Gezondheid, welzijn Adolescentie, identiteit(sontwikkeling), welbevinden psychosociaal functioneren, (psychologisch) 4. Onderzoeker Opdrachtgever Onderzoeker(s) De minister-president van de Vlaamse Regering, tevens bevoegd voor Wetenschap en Technologie. Jeannine Hooge, Lieve Decaluwé & Luc Goossens Centrum voor Ontwikkelingspsychologie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen K.U.Leuven Tiensestraat 102 3000 Leuven Tel: 016/ 32 60 03 Fax: 016/ 32 61 44 http://www.psy.kuleuven.ac.be/cdp/ Centrum voor Gezinspedagogiek Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen K.U.Leuven Vesaliusstraat 2 3000 Leuven Tel: 016/ 32 62 91 of 016/ 32 62 05 Fax: 016/ 32 62 11 http://www.psy.kuleuven.ac.be/cgp/ HIVA www.jeugdonderzoeksplatform.be 1 Onderzoeksfiche e00065.pdf Van Evenstraat 2A 3000 Leuven Tel: 016/ 32 33 70 Fax: 016/ 32 33 44 [email protected] 5. Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag In dit onderzoek wil men nagaan hoe het zit met de identiteitsontwikkeling en het zelfbeeld van de jongeren. Men gaat het welbevinden na. Men wil nagaan of er een samenhang bestaat tussen identiteit en welbevinden. Hebben levensgebeurtenissen ook een invloed op de zelfwaardering en het welbevinden van jongeren? Hypothesen Er wordt verwacht dat het welbevinden evolueert gedurende de adolescentie. Naarmate de jongeren een sterkere identiteit ontwikkelen, zal zich dat ook uiten in een hoger welbevinden. Ook verwachten de onderzoekers dat meisjes een lager welbevinden rapporteren dan jongens. 6. Methode Onderzoeksmethode Onderzochte groep Bereik Klassikaal invullen van een vragenlijst, waarmee gepeild werd naar hun beleving van een uitgebreid aantal levensdomeinen. Variantieanalyses Vragenlijsten die gebruikt werden: Om de identiteit van de jongeren te meten wordt de ‘Identity’ subschaal van de ‘Psychosocial Maturity Inventory’ (Greenberger 1 Sørensen, 1974) gebruikt. (10puntenschaal) Om de zelfwaardering te meten, hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van een vertaling van de 'Self -esteem' -schaal van Rosenberg (1965) door van der Linden en Dijkman (1989). De schaal meet het globale gevoel van zelfwaardering of zelfaanvaarding. Het algemeen welbevinden van de jongeren werd nagegaan met de Cantril-schaal. Dit is één vraag waarbij de jongere moet aanduiden hoe goed het met hem of haar gaat. De aan- of afwezigheid van depressieve stemmingen hebben de onderzoekers gemeten aan de hand van de 'Center for Epidemiologie Studies Depression Scale' (CES -D; Radloff, 1977), in de verkorte versie van twaalf items. Daarbij wordt aan de jongeren gevraagd hoe ze zich de afgelopen week hebben gevoeld. Het cognitief proces waarbij de kwaliteit van de huidige relaties wordt afgewogen tegenover de gewenste kwaliteit vond zijn weerslag in de UCLA Loneliness Scale waarin gepeild wordt naar gevoelens van ontevredenheid in verband met relaties (Goossens, & Marcoen, 1994). Specifiek voor gebruik bij adolescenten werd een kortere versie ontwikkeld, namelijk de RULS-8 (Roberts, Lewinsohn, & Seeley, 1993). Deze 8-itemversie wordt hier gebruikt. De schaal meet eenzaamheid opgevat als een unidimensionele emotionele reactie op de discrepantie tussen het gewenste en het feitelijk bereikte niveau van sociaal contact. Suïcidale gedachten of gedrag werd in dit onderzoek aan de hand van één vraag gemeten: 'Heb je er de afgelopen twaalf maanden wel eens aan ge dacht uit het leven te stappen, er zelf een einde aan te maken?'. De ant woordmogelijkheden waren (1) 'nooit'; (2) 'één enkele keer'; (3) 'af en toe' en (4) 'heel vaak'. Om het algemeen toekomstbeeld te meten, werd gebruik gemaakt van de Time Attitude Scale (Nuttin, 1972; Nuttin, & Lens, 1985). Met deze schaal kunnen de individuele attitudes ten aanzien van de toekomst gemeten worden. Het gaat hier dus om de affectieve component van het toekomstperspectief. Een lijst van 13 levensgebeurtenissen Representatieve steekproef van leerlingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs in Vlaanderen; met een tweetrapssteekproefdesign (eerst representatief staal scholen, dan leerlingen), volgens gestratificeerd design. 4829 jongeren tussen 12 en 18 jaar, zowel wat betreft het geslacht, de leeftijd, de leerjaren en de onderwijsvorm zijn ongeveer gelijk verdeeld. Regionaal (Vlaanderen) www.jeugdonderzoeksplatform.be 2 Onderzoeksfiche e00065.pdf 7. Resultaten Identiteit Het proces van identiteitsvorming waarbij de adolescent evolueert naar een steeds sterkere identiteit vindt men niet terug in het leeftijdseffect. Er is een verschil naargelang de leeftijd, maar minder eenduidig dan verwacht. Zelfwaardering De onderzoeksresultaten wijzen op een matig positief zelfbeeld. De jongeren zijn eerder tevreden met zichzelf. Toch heeft een minderheid van de jongeren niet zo'n positief beeld van zichzelf en is dus niet zo tevreden over wie ze zijn of wat ze doen. Er is een duidelijk verschil tussen jongens en meisjes. Naar leeftijd zijn er ook verschillen in zelfwaardering, maar niet rechtlijnig. Welbevinden Jongeren vinden dus dat het goed met hen gaat. Meer dan de helft is zelfs duidelijk tevreden met hun leven. Jongens tonen, zoals verwacht, een iets hoger welbevinden dan meisjes. Ook naar leeftijd zijn er verschillen. Deze verschillen liggen echter niet in de lijn van de verwachtingen. Naarmate de leeftijd van de jongeren stijgt, daalt het welbevinden Depressieve De jongeren vertonen weinig depressieve stemmingen. Een eerder kleine groep heeft zich stemmingen echter de laatste week voor de bevraging in zekere mate depressief gevoeld. Men vindt de verwachte geslachtsverschillen. Meisjes rapporteren in iets sterkere mate depressieve stemmingen dan jongens. De verschillen zijn evenwel miniem. Tegen de verwachtingen in vinden de auteurs hier wel leeftijdsverschillen. Met de leeftijd stijgt ook (licht) de mate van depressiviteit. Eenzaamheid De jongeren voelen zich niet erg eenzaam. Meisjes voelen zich iets eenzamer dan jongens. En met de leeftijd stijgen ook de eenzaamheidsgevoelens. Suïcidale gedachten De meerderheid van de jongeren heeft er het afgelopen jaar nooit aan gedacht uit het leven te stappen. Toch dacht een minderheid van de jongeren er af en toe tot heel vaak aan om er het afgelopen jaar zelf een einde aan te maken. Meisjes denken er net iets vaker aan dan jongens. Ook naar leeftijd waren er verschillen. Bij 12- en 13-jarigcn komen suïcidale gedachten iets minder voor dan bij de oudere leeftijdsgroepen Toekomstverwachtingen De jongeren tonen zich eerder matig positief over hun toekomst. Jongens tonen zich iets positiever dan meisjes wat betreft hun toekomst. Ook naar leeftijd vinden de onderzoekers verschillen. Hoe ouder de respondenten, hoe minder positief de toekomst gepercipieerd wordt. Samenhang identiteit en Identiteit en zelfwaardering tonen een positieve samenhang met het psychisch welbevinden. welbevinden Samenhang Het aantal gebeurtenissen dat is voorgevallen bij de jongeren toont wel degelijk een levensgebeurtenissen samenhang met de zelfwaardering, het psychisch welbevinden en de depressieve met zelfwaardering en stemmingen. Wanneer de jongere iets heeft meegemaakt, zal dit zijn of haar welbevinden zelfwaardering doen dalen, zal de jongere zich wat minder goed voelen en wat meer depressief. Er wordt ook een sterk verband met de negatieve gebeurtenissen gevonden. Dit bevestigt in zekere mate dat vooral negatieve gebeurtenissen hun weerslag hebben op de jongere. 8. Publicaties op basis van hetzelfde onderzoek / 9. Beleidsaanbevelingen Nee 10. Samenvatting In de literatuur vinden de onderzoekers verschillende aanwijzingen dat psychisch welbevinden en identiteit sterk samenhangen (zie Meeuws, 1993). Een sterke identiteit en een positief zelfbeeld zijn sterk gerelateerd aan of een voorwaarde voor het welbevinden. Zo zouden bijvoorbeeld eenzaamheidsgevoelens bij de jongeren afnemen wanneer zij hun identiteit verder ontwikkelen. Dus jongeren met een sterke identiteit zouden zich minder eenzaam voelen. Eenzaamheid zou ook een verband tonen met een lage zelfwaardering. Depressieve gevoelens kunnen de suïcidale gedachten versterken, vooral wanneer daarbij een negatieve houding ten opzichte van zichzelf optreedt. Een duidelijk beeld van wie je bent (identiteit), hangt samen met een positievere evaluatie van dat zelfbeeld. De correlatie tussen identiteit en zelfwaardering is dan ook .56. Beide kenmerken van de jongeren tonen ook een positieve samenhang met het psychisch welbevinden. Een beter gedefinieerde identiteit hangt samen met een hoger welbevinden. Dit www.jeugdonderzoeksplatform.be 3 Onderzoeksfiche e00065.pdf verband is zelfs nog iets sterker tussen een positieve zelfwaardering en een hoger welbevinden. Zoals te verwachten vertonen deze drie kenmerken, identiteit, zelfwaardering en welbevinden, een negatief verband met depressieve stemmingen, eenzaamheid en suïcidale gedachten. Wie hoog scoort op de eerste kenmerken, heeft een lage score op de drie laatste kenmerken. De affectieve attitude van jongeren ten aanzien van hun toekomst hangt ook samen met hun persoonlijke kenmerken. Jongeren met een goed ontwikkelde identiteit, met een positief zelfbeeld en die zich goed voelen, hebben ook een positiever toekomstbeeld voor ogen. Het algemene beeld dat men krijgt van de jongeren in Vlaanderen, zijn jongeren met een goed psychisch welbevinden, die zich niet echt eenzaam voelen en weinigen voelen zich depressief. En dit positief beeld zet zich ook door naar hun houding ten aanzien van hun toekomst. De meeste jongeren zien hun toekomst als positief, maar ze blijven toch eerder gematigd. www.jeugdonderzoeksplatform.be 4
© Copyright 2024 ExpyDoc