onze visie op ouderbetrokkenheid

Verus Ouderbetrokkenheid
juli 2014
Inleiding
Verus, vereniging voor christelijk onderwijs, ondersteunt zijn leden in het vergroten van
ouderbetrokkenheid. Daartoe ontwikkelen we kennis, doen we onderzoek en werken we met en voor
scholen in alle sectoren. Samen met CPS Onderwijsontwikkeling adviseren we onze leden om het
programma Ouderbetrokkenheid 3.0+ - dat wil zeggen specifiek voor leden van Verus - invulling te
geven.
In dit document beschrijven we onze visie op ouderbetrokkenheid. Deze visie vormt de basis voor
verdere activiteiten.
Visie op ouderbetrokkenheid
Ons belangrijkste uitgangspunt is dat we de school als een waarden-gedreven gemeenschap zien
waarin alle betrokkenen met elkaar in gesprek gaan over wat goed onderwijs is. Ook hoort de
dialoog over het goede leven, geïnspireerd door de christelijke traditie, daar wat ons betreft bij.
Ouders spelen een actieve rol in deze gemeenschap, naast de formele kanalen zoals de ouderraad,
medezeggenschapsraad of toezichthouder. Ouders worden niet alleen betrokken bij de ontwikkeling
van hun kind. Ze worden tevens uitgenodigd bij te dragen aan de ontwikkeling van de school als
geheel.
Scholen waarderen de inbreng van ouders. Het gaat om menselijk contact, de vervreemding voorbij.
De school is een mini-samenleving waarin het kind wordt voorbereid op de ‘echte’ samenleving.
Ouders en school voelen zich daarvoor samen verantwoordelijk. Een warme relatie tussen school
en ouders is daarvoor de ideale basis.
Samen met onze partner CPS werken wij aan het inkleuren van het programma
Ouderbetrokkenheid 3.0 voor het christelijk onderwijs in al zijn diversiteit. De natuurlijke koppeling
tussen het bestuur van een school en de ouders is daarom een specifiek aandachtspunt voor Verus
Ouderbetrokkenheid. Dankzij onze ervaringen op het gebied van identiteit, cultuur en governance,
vullen we het CPS-programma aan. Het doel is om hiermee de verbinding tussen ouders en de
school te vergroten. Op deze manier brengen we de formele structuur en de ‘samen’-cultuur van de
school bij elkaar.
Enkele gedachten
Soms heeft het onderwijs zich vervreemd van ouders door het ontstaan van grote verbanden.
Ouders zijn steeds minder dragers van dat onderwijs en aan de andere kant hebben leraren vaak
weinig oog voor de relatie met ouders. Ze richten zich met name op goede communicatie en
informatie.
Ouders zijn mondig en stellen eisen, waar scholen zich aanpassen aan de eisen van de overheid
die de school meer als instrument is gaan zien. Voor de overheid is de school vaak een instrument
voor economische welvaart en sociale rust in plaats van de vormingsinstellingen die leerlingen de
ruimte geeft om zich te scholen en te vormen.
Verus merkt dit al enige tijd op en meent dat in deze manier van denken langzamerhand
verandering komt. Het (christelijk) onderwijs is voor een groot deel meegegaan, veronderstellend dat
ouders consumentengedrag zouden gaan vertonen. In ieder geval christelijk onderwijs kan niet
zonder ouders vanwege zijn unieke onderwijsconcept. Het vormt kinderen en leerlingen
levensbeschouwelijk en richt zich daarbij op Bijbels-christelijke gedachten, visies, waarden en
handelingen. Van dat vormingsproces maken ouders een belangrijk deel uit. Alleen al daarom sluit
een christelijke school ouders in.
In de samenleving wordt de ouder vaak alleen gezien als van belang voor de educatie van het kind.
Maar christelijk onderwijs focust zich volgens ons niet alleen op dat individuele belang. Joke
Hermsen (Kairos) schetst dat deze tijd vraagt om een visie op leven het individu voorbij. Ze
propageert dat niet individualisme maar altruïsme de grondtoon van het christelijk onderwijs is.
Christelijk onderwijs zou juist het concept samen voorop moeten stellen, ook al domineert nu de
visie dat onderwijs toegesneden moet zijn op de maat van het individu. Dat betekent niet dat daar
geen oog voor is, maar school is veel meer. Het woord school zelf duidt bijvoorbeeld al op het
samen.
Waar ooit een relatie was tussen school, kerk en gezin heeft de christelijke school nu een andere
relatie met de kerk dan met het gezin. Met de kerk is die niet meer insluitend, kerk en school zijn op
veel plaatsen twee werelden geworden.
De relatie van de school met de ouders is veelzijdiger. Formeel zijn het partners in de scholing en
vorming en formeel hebben ouders in bepaalde gevallen medezeggenschap. Informeel zijn ouders
niet te onderscheiden en maken ze deel uit van wat school is.
Er zijn wel duidelijk te onderscheiden rollen en functies in het formele kader, maar in het informele
kader gaan ouders met hun kinderen naar school en wordt school voor henzelf belangrijk (cultuur,
sfeer, richting, engagement, wederzijdse betrokkenheid, etc.)
De school vormt zo ook de ouders. Ouders worden mede dankzij de school ouders die ze zonder de
school nooit zouden zijn geworden. De schoolwereld werkt door in de thuiswereld. Zo helpt de
school ouders ook zoals ouders meedoen met school.
Verus bereikt ouders via scholen en ondersteunt daarom scholen om dit schoolconcept vorm te
geven. Hoewel de school principieel dus school met ouders is, is de school meer dan dat. De school
brengt op eigen wijze een wereld binnen het gezichtspunt van kinderen los van ouders. De school
verbreedt de wereld van het kind ten opzichte van thuis. Ouders beseffen dat kinderen met het
ouder worden ook een leefwereld ervaren binnen de school, waarin hun kinderen zich ontwikkelen in
een eigen richting en waar zij als ouders geen invloed op hebben. Hun betrokkenheid bij school
betekent dat zij daaraan ruimte bieden.
2
Vierdeling
1
Bovenstaande vierdeling maakt de betrokkenheid van ouders bij de school inzichtelijk. De overheid
zit vooral in het vlak linksonder en probeert dat verder in te kleuren door het vlak linksboven. CPS
brengt een verbinding tussen het vlak linksboven (ouder als partner) en rechtsonder (ouder als
naaste) in haar visie op ouderbetrokkenheid 3.0.
Verus wil vooral denken vanuit het vlak rechtsboven, waarbij we de ouder als vriend en pijler van de
school als gemeenschap zien. Van daaruit willen we invulling geven aan de andere vlakken.
Daarmee vullen CPS en Verus elkaar aan.
Rechtsboven wordt vriendschap als morele standaard aangeduid. Een veelgehoorde reactie is die
waarin menselijke verhoudingen in de samenleving steeds meer verzakelijken, protocolleren en
standaardiseren. Daarom leggen we de verhoudingen vast in afspraken en zijn daarvoor ook
verantwoordelijk.
Dit kan helderheid bieden en het denken over goed bestuur en toezicht wordt er sterk door bepaald.
Maar juist omdat scholen mensengemeenschappen zijn waar ieder kind mag zijn wie het is, zal de
grondtoon menselijker moeten zijn. Vriendschap is dan ook de basis van professioneel handelen en
vice versa. Ouders ervaren zich hierdoor als vriend en steunpilaar van de school. Het is een vorm
van burgervriendschap, waarin burgers zich persoonlijk engageren. Anders dan private
vriendschappen zal het gaan om een zaak die van groter belang is. De school als een waardengedreven gemeenschap, een levende gemeenschap waarin jongeren opgroeien en zicht
ontwikkelen als mens en burger.
1
Zie: Boersma, Paul (2012). School en ouders. Thema 4, januari/februari 2012. Woerden: Besturenraad.
3