Informatiekaart om leesstrategieën te modelen en zichtbaar

Informatiekaart om leesstrategieën te modelen en zichtbaar te maken
Bij de voorbereiding van een tekst kunt u zich laten inspireren door onderstaande voorbeeldvragen. Er
zijn tips voor informatie en verhalende teksten.
Tips voor informatieve teksten
Strategie/tussendoel:
1a. Activeren van voorkennis
1b. Voorspellen
2 Vragen stellen tijdens het lezen
3. Visualiseren
Woordveld, woordspin, woordweb
Mindmap
Stroomdiagram
Tabel
Placemat (op het digibord of bv in
viertallen per tafelgroep)
Tijdlijn of tijdbalk
4 Monitoren of checken of je de tekst
begrijpt (herstelstrategieën)
5 Afleidingen maken
6 Samenvatten of navertellen
Wat doet u als rolmodel:
Voorbeelden van vragen:
Tekst en eigen ervaring
Dit is net als…
Dit doet me denken aan die keer dat ik….
Mijn zus is heel anders, die zou nooit…
Dat was die keer toen….
Tekst en wereld:
Kan dit in het echt ook gebeuren?
Hierover heb ik op tv gezien dat….
Ik hou van …., dus hier weet ik al veel van….
Bij geschiedenis hebben we het hier ook al eens over gehad, dus…
Tekst en tekst/film:
Dit net zo’n verhaal als…..
Laat stond in de krant/film dat….
In een ander boek dat ik heb gelezen stond hier iets ander over,
namelijk….
Voorbeelden van vragen:
Als ik de titel zie, denk ik dat dit boek gaat over….
Als ik naar de plaatjes kijk, denk ik dat deze tekst gaat over…
Ik ga ervan uit dat….
Ik voorspel…., omdat….
Ik denk dat hierna…. zal gebeuren, omdat……
Ik denk dat het goed gaat aflopen, omdat….
Klopte mijn voorspelling of ging het anders?
Nu ik dit weet, denk ik dat…..?
Voorbeelden van vragen:
Waarom zou x dat doen?
Wat zou er kunnen gebeuren?
Welk gevolg kan dit hebben?
Hoe zou dat nou kunnen?
Hoe zou dit aflopen?
Ik vraag me af wat hij bedoelt met…
Ik vraag me af waar dit zich afspeelt
Voorbeelden van vragen:
Hoe zou dit er uitzien?
Welke kleur kan dit hebben?
Hoe groot is dat eigenlijk? Als ik het eens vergelijk met ons
schoolplein…
Zou het misschien lijken op….
Als ik daaraan denk, lijkt het op…
Het doet mij denken aan (een lied, een gebeurtenis, een
feest…)herkennen jullie dat?
Dit zie ik nu echt voor me in mijn hoofd (doe je ogen dicht en benoem
wat je ziet)
Langzamer lezen kan helpen
Aandachtiger lezen
Hardop lezen
Ik snap het niet, daarom ga ik een stukje opnieuw lezen
Even een stukje verder lezen
Als ik naar de illustraties kijk dan zegt mij dat….
Hulp vragen (kunnen jullie mij helpen?)
De schrijver vertelt niet…maar ik weet dat…
Er staat niet…maar volgens mij…
Als ik dit lees, zou het wel eens kunnen zijn dat…
Dit gaat over..
Eerst..dan….helemaal aan het eind
Eerst gebeurde…en daardoor…
De hoofdgedachte van de tekst is…..
Bronnen:
Förrer, M, & Mortel, K., van de. (2010). Lezen…, denken…, begrijpen! Handboek begrijpend lezen in het basisonderwijs. Amersfoort: CPS.
Teunissen, C., Elsäcker, W., van., & Druenen, M., van. (2012). Opbrengstgericht werken aan lezen en schrijven voor groep 4 t/m 8. Nijmegen:
ECN.
Tips voor verhalende teksten
Strategie/tussendoel:
1a Activeren van voorkennis
1b. Voorspellen
2 Vragen stellen tijdens het lezen
3 Visualiseren
4 Monitoren of checken of je de tekst
begrijpt (herstelstrategieën)
5 Afleidingen maken
6 Samenvatten of navertellen
Wat doet u als rolmodel:
Voorbeelden van vragen:
Tekst en eigen ervaring
Dit is net als…
Van deze schrijver heb ik al eens….
Tekst en wereld:
Kan dit in het echt ook gebeuren?
Hierover heb ik op tv gezien dat….
Tekst en tekst/film:
Dit net zo’n verhaal als…..
In een ander boek dat ik heb gelezen stond hier iets ander over,
namelijk….
Zie daarnaast de tips bij informatie teksten
Voorbeelden van vragen:
Als ik de titel zie, denk ik dat dit boek gaat over….
Als ik naar de plaatjes kijk, denk ik dat deze tekst gaat over…
Ik denk dat het goed gaat aflopen, omdat….
Klopte mijn voorspelling of ging het anders?
Dit verhaal speelt zich af in …Zou het ook hier kunnen gebeuren?
Kun je vertellen waarom (niet)?
Zie daarnaast de tips bij informatie teksten
Wat vind je bijzonder aan dit verhaal?
Wat snap je niet?
Is er iets dat je nooit in een ander verhaal bent tegengekomen?
Wat vind je moeilijk?
Is er een stuk dat je vervelend vond?
Kun je een spannend stuk noemen?
Praten over de inhoud van het verhaal
Wie? (over de personages of verhaalfiguren)
Wie is de hoofdpersoon? Wie is de tegenspeler? Wie hebben een bijrol?
Waar? (over plaatsen in het verhaal)
Op welke plaats(en) speelt het verhaal? Is de plaats belangrijk?
Gaat een stuk van het verhaal over de plaats?
Wanneer? (over de tijd waarin het verhaal speelt of de tijd die het verhaal
bestrijkt
Waar zie je aan in welke tijd het verhaal speelt?
Als het verhaal in een andere tijd speelt, zou je dan meer over die tijd
willen weten?
Zijn er stukjes in het verhaal die lang duren, maar kort worden verteld?
Wat? (over gebeurtenissen in het verhaal, over begin, einde, oorzaak en
gevolg)
Hoe begint het verhaal? Hoe loopt het verhaal af?
Wat is de belangrijkste gebeurtenis van het verhaal?
Als dit niet gebeurd was, dan…
Over de uitgave
Hoe past de stijl van de illustraties bij dit verhaal?
Kun je een stuk noemen dat het meeste lijkt op het echte leven?
Gebruikt de schrijver moeilijke woorden?
Kun je vaak lezen wat de personages tegen elkaar zeggen?
Wie vertelt/ vertellen het verhaal? Een ik-figuur?
Over het genre
Herken je iets uit andere verhalen?
Welke kenmerken horen typisch bij dit soort verhalen?
Wat zou je de schrijver wel eens willen vragen?
Zag je tijdens het lezen het verhaal voor je ogen gebeuren?
Heb je het verhaal achter elkaar uitgelezen of in kleine stukjes?
Is het een verhaal om vlug te lezen of juist langzaam?
Wist je al snel hoe het verhaal verder zou gaan?
Zie de tips bij informatie teksten
-
De schrijver vertelt niet…maar ik weet dat…
Er staat niet…maar volgens mij…
Als ik dit lees, zou het wel eens kunnen zijn dat…
Zou dit in het echt ook kunnen gebeuren?
Zou jij ook zo gereageerd hebben als de hoofdpersoon? Kan je vertellen
waarom jij anders zou hebben gereageerd?
Heb jij zoiets ook wel meegemaakt? Hoe voelde je je toen.
Zou jij zelf zo’n avontuur willen beleven? Vertel eens waarom(niet)?
Wat vond je bijzonder in het verhaal? Kun je vertellen waarom?