Inspectierapport Kinderopvang Bareldsburglaan

Inspectierapport
Voor Dag en Dou (KDV)
Bareldsburglaan 4
8431 AM OOSTERWOLDE FR
Registratienummer 164764768
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Fryslân
OOSTSTELLINGWERF
26-03-2014
Regulier onderzoek
Definitief
25-04-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5
Personeel en groepen....................................................................................................... 7
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8
Accommodatie en inrichting .............................................................................................10
Inspectie-items ..................................................................................................................11
Gegevens voorziening .........................................................................................................15
Gegevens toezicht ..............................................................................................................15
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................16
2 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek.
De inspectie is op basis van risicogestuurd toezicht uitgevoerd waarbij niet alle inspectie-items zijn
beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald.
Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld
met inspectie-items die te maken hebben met de uitbreiding van het aantal kindplaatsen.
Beschouwing
Op verzoek van de gemeente Ooststellingwerf heeft GGD Fryslân op 26 maart 2014 een
onaangekondigd regulier onderzoek uitgevoerd op basis van risicogestuurd toezicht bij
kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te Oosterwolde.
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou biedt flexibele kinderopvang aan gedurende de openingstijden
van 05.30 en 22.00 uur. De locatie bestaat uit dagopvang en buitenschoolse opvang.
Volgens het Landelijk Register Kinderopvang en peuterspeelzalen zijn er 20 kindplaatsen
dagopvang. Het aantal kindplaatsen komt niet overeen met de praktijk.
De locatie is gestart met 16 kindplaatsen. Op 17 december 2013 heeft de GGD voor de uitbreiding
van 20 kindplaatsen een positief advies gegeven. Het gaat dus om een totaal van 36 kindplaatsen
verdeeld over 3 stamgroepen:
•
Groep Benny met 16 kinderen in de leeftijd van 0 - 4 jaar;
•
Groep Koosje met 8 kinderen in de leeftijd van 0 - 1,5 jaar;
•
Groep Priscilla met 12 kinderen in de leeftijd van 1,5 - 4 jaar.
Uit het onderzoek is gebleken dat kinderdagverblijf Voor Dag en Dou na overleg en overreding aan
alle inspectie-items voldoet, die in dit onderzoek getoetst zijn.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
Het aantal kindplaatsen komt niet overeen met de praktijk. Zie beschouwing toezichthouder.
3 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Observaties en bevindingen
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet
Kinderopvang is het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de
ontwikkeling van kinderen.
Er is sprake van betaalde opvang en de opvang is bedrijfsmatig georganiseerd, er is personeel.
Op de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en er wordt een bijdrage geleverd aan de
ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs
volgen.
Gebruikte bronnen:
•
Website: www.landelijkregisterkinderopvang.nl en www.dagendou.nl
•
Vorige inspectierapporten
4 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot
verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid kan bij een onderzoek voor
registratie nog niet aan de pedagogische praktijk getoetst worden.
Voor Dag en Dou werkt met een algemeen pedagogisch beleidsplan, waarin de pedagogische visie
is gebaseerd op 7 punten.
De 4 competenties uit de Wet worden in het pedagogisch beleidsplan bij verschillende
onderdelen beschreven. Bijvoorbeeld bij normen en waarden worden de regels van de dagopvang
en buitenschoolse opvang apart beschreven. De ruimtes en de samenstelling van groepen is per
locatie beschreven.
Indien in de praktijk blijkt hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in
het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio, dient dit item
alsnog beschreven te worden in het pedagogisch beleidsplan.
De houder heeft gebruik gemaakt van overleg en overreding door een aangepast pedagogisch
beleidsplan tijdig te overleggen. Hiermee wordt alsnog voldaan aan de inspectie-tems.
Pedagogische praktijk
In werkoverleggen komen de vier basisdoelen aanbod. De beroepskrachten weten wat de vier
pedagogische basisdoelen inhouden. Ze weten in grote lijnen wat hierover in het pedagogisch
beleid staat. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het
'Veldinstrument observatie kindercentrum'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument
ontleend. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen
praktijk.
De observatie heeft plaatsgevonden tijdens vrij spel, individuele verzorgingsmomenten en
een eet-/drinkmoment aan tafel op de groep Benny.
Emotionele veiligheid
Beroepskrachten hebben aandacht voor de kinderen bij het uitvoeren van verzorgende en
organisatorische zaken zoals opruimen en dingen klaarzetten.
Voorbeelden
De beroepskracht geeft uitleg wat ze aan het doen is: “Ik haal de vaatwasser leeg en dan kunnen
er weer nieuwe bekers in om schoon te worden.” Ze hoort een kind zingen en vraagt: “Hoe gaat
het liedje verder?” Onderling hebben twee kinderen een gesprek over drinken en de beroepskracht
stelt vragen over soorten kinderdrank. Als ze klaar is met het opruimen, schuift ze bij de kinderen
aan tafel en helpt mee om met de klei vormpjes te maken.
Tijdens het drinken wordt er een vlieg door een kind gespot. De beroepskracht leidt het kind af
door te zeggen: “Ik zie de vlieg niet meer, ik denk dat hij naar zijn papa of mama is gegaan.”
Ze vervolgt het gesprek door aan de oudere kinderen te vragen wat ze op gym hebben gedaan.
Persoonlijke competentie
Beroepskrachten sluiten op passende wijze aan bij het ontwikkelingstempo en –niveau van een
kind.
Voorbeelden
Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. De beroepskrachten bieden ook andere
spelmateriaal en activiteiten aan waarbij de kinderen worden vrij gelaten in de keuze van het spel.
Op verzoek van een kind wordt er klei gepakt. Sommigen kinderen schuiven aan tafel erbij om met
de klei te spelen, anderen spleen in de speelhoeken. Kinderen kunnen zich terugtrekken in hoekjes,
zoals de ‘snoezelrimte’ of de leeshoek die om een hoek gesitueerd is. De zelfstandigheid wordt
gestimuleerd, door bijvoobeeld de kinderen zelf naar het toilet te laten gaan.
5 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
De kinderen kunnen zelf in een spiegel kijken of ze hun mond goed hebben schoongemaakt en
gooien vervolgens zelf de washand in de wasmand.
Sociale competentie
De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken,
behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele kinderen.
Voorbeelden
Tijdens het verschonen van de kinderen vinden er individuele gesprekjes met de kinderen plaats.
Tussendoor worden er aan tafel grapjes door de beroepskrachten gemaakt: “Ik heb een lekkere
appel. Oh, wat is het dan?” Ze herhaalt de kinderen: “Aha, een banaan.”
De beroepskrachten maken geen onderscheidt tussen de kinderen in de groep. Tijdens de
spelletjes worden alle kinderen door een beroepskracht betrokken in het spel. De beroepskracht
houdt hierbij rekening met de individuele kenmerken van het kind. De beroepskrachten grijpen
doorgaans in bij negatieve interacties tussen kinderen nadat zij eerst een indruk hebben gekregen
van de situatie en leggen hierbij uit waarom ze hebben ingegrepen.
Normen en waarden
Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente
wijze.
Voorbeelden
De beroepskrachten kennen de afspraken, regels en omgangsvormen en hanteren deze op een
eenduidig en consequente wijze. De beroepskrachten wijzen de kinderen op het handen wassen na
het toiletgebruik, hand voor de mond bij het niezen en het wachten op de beurt. Ze wijst een
jongen op het volgende: “Het is een beetje vies, want je zit nu met je mond aan de kraan. Ik
begrijp dat je dorst hebt, maar dan vraag je om een beker. Kom maar we gaan nu aan tafel iets
drinken.”
De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt
besteed aan de vier pedagogische basisdoelen.
Gebruikte bronnen:
•
Vragenlijst houder
Interview beroepskrachten
•
•
Pedagogisch beleidsplan versie 26 maart 2014 en aangepaste versie 24 april 2014
Observatie: tijdens vrij spel, individuele verzorgingsmomenten en een drink-/eetmoment aan
•
tafel op de groep Benny.
6 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG)
hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt
gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden.
Het aanvragen van nieuwe verklaringen omtrent gedrag wordt gefaseerd ingevoerd. Dit betekent
voor het toezicht op de VOG’s, dat er gekeken wordt naar de datum op de VOG en er getoetst
wordt of de houder bijtijds een nieuwe VOG heeft laten aanvragen.
Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en
zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren.
De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden verklaringen omtrent
het gedrag van de houder en de vier beroepskrachten die tijdens de inspectie aanwezig waren.
De overige verklaringen omtrent het gedrag zullen bij de inspectie van de locatie Oostenburg
getoetst worden.
Passende beroepskwalificatie
Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de
collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties.
De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden diploma’s van de vier
beroepskrachten die tijdens de inspectie aanwezig waren.
Opvang in groepen
Een stamgroep is een vaste groep kinderen in de dagopvang in een passend ingerichte vaste
groepsruimte.
De houder deelt de ouder en het kind mee tot welke stamgroep het kind behoort en welke
beroepskrachten op welke dag aan welke groep zijn toegewezen. Het gaat hierbij om de volgende
stamgroepen:
•
Groep Benny met 16 kinderen in de leeftijd van 0 - 4 jaar;
•
Groep Koosje met 8 kinderen in de leeftijd van 0 - 1,5 jaar;
•
Groep Priscilla met 12 kinderen in de leeftijd van 1,5 - 4 jaar.
De opvang in groepen is beoordeeld aan de hand van het gesprek met de beroepskracht en een
steekproef van het personeelsrooster en de aanwezigheidslijsten kinderen van de weken 6 t/m 14
van 2014. Op woensdag en vrijdag biedt alleen de groep Benny opvang aan. De kinderen van de
andere groepen worden indien nodig structureel opgevangen in deze groep.
Gebruikte bronnen:
•
Vragenlijst houder
•
Interview beroepskrachten
•
Verklaringen omtrent het gedrag van de houder (14 maart 2014) en 4 beroepskrachten
•
Diploma’s van 4 beroepskrachten
•
Aanwezigheidslijsten kinderen van de weken 6 t/m 14 van 2014
•
Rooster personeel van de weken 6 t/m 14 van 2014
•
Observatie aantal kinderen en beroepskrachten tijdens de inspectie
7 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid
van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is
gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast
welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie is de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes en
aan de praktijk.
De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd op 10 april 2014 met behulp van het
model van de Risicomonitor. Hierbij is de praktijk met de inrichting, het spelmateriaal en de
kinderen meegenomen.
Risico's worden geborgd middels het werken met onder andere protocollen en regels voor de
groepen die op schrift zijn gesteld voor alle locaties van Voor Dag en Dou.
Er is geen plan van aanpak opgesteld. Alle praktische maatregelen zijn voor de verbouwing in kaart
gebracht en inmiddels uitgevoerd.
Er wordt door de beroepskrachten gehandeld conform de afspraken en zij kunnen risico’s in de
praktijk benoemen. De risico-inventarisaties en (gewijzigde) protocollen worden besproken tijdens
het werkoverleg. Voorbeelden van maatregelen van risico's uit de praktijk zijn:
•
Er is een camera bij de ingang van het gebouw, zodat gezien kan worden welke bezoeker of
ouder heeft aangegebeld;
•
Elke ruimte heeft een eigen doel en daarmee ook eigen regels: de kinderen tot 4 jaar mogen
op alle groene vloeren spelen en de paarse vloeren zijn voor de kinderen vanaf 4 jaar.
De grijze vloeren zijn verboden terrein, zoals het kantoor.
Uit de steekproef van de praktijk is een risico naar voren gekomen, waarop de houder direct actie
heeft ondernomen. Kinderen worden niet meer verschoond in de hoge box, alleen nog in de aparte
verschoonruimte.
Meldcode kindermishandeling
Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode
huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht.
De houder beschikt over de meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang
(juli 2013) waarin een duidelijke procedure is vastgelegd die gevolgd wordt in het geval van een
(vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel geweld.
De houder heeft gebruik gemaakt van overleg en overreding door een aangepaste meldcode
kindermishandeling, overeenkomst en sociale kaart tijdig te overleggen. Hiermee wordt alsnog
voldaan aan het inspectie-item.
Vierogenprincipe
Vanaf 1 juli 2013 is het vierogenprincipe verplicht voor de kinderdagverblijven. Dit houdt in dat er
altijd een andere volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht.
Het vierogenprincipe is bedoeld om de veiligheid in de kinderdagverblijven te vergroten.
De houder geeft aan zorg te dragen dat alle beroepskrachten bij hun werkzaamheden gezien en
gehoord kunnen worden door een andere volwassene. De houder maakt
gebruik van samengestelde groepen, de inloop van ouders gedurende de gehele dag en
transparante deuren en ramen.
De houder heeft het vierogenprincipe beschreven in het pedagogisch beleidsplan.
8 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Gebruikte bronnen:
•
Vragenlijst houder
•
Interview beroepskracht
•
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid met actieplan van 10 april 2014
•
Protocollen en groepsregels bij pedagogisch beleidsplan
Meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang (juli 2013),
•
overeenkomst en sociale kaart
•
Document 4-ogen en oren Voor Dag en Dou
9 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte
Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een
kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte
beschikbaar per kind is.
Het kinderdagverblijf heeft de beschikking over drie groepsruimtes en een speelhal die met de
buitenschoolse opvang wordt gedeeld:
Naam
stamgroep
Benny
Priscilla
Aantal
kinderen
16
12
Koosje
8
Aantal beschikbare
m²
112,5
40 + 10,54
speelhal = 50,54
41,1
Benodigde oppervlakte
van 3,5 m² per kind
56
42
Voloende
oppervlakte ja/nee
Ja
Ja
28
Ja
Er is een gezamenlijke speelhal van 65 m² : 74 kinderen (36 kinderen dagopvang en 38
kinderen buitenschoolse opvang) = 0,8783784 m² per kind.
Met het aantal vierkante meters van de speelhal van 0,8783784 m² per kind x 12 kinderen =
10,54 m² extra ruimte voor groep Priscilla. Bij elkaar is er voldoende oppervlakte voor het totaal
van 36 kindplaatsen.
De groepsruimtes zijn ingedeeld met verschillende hoekjes afgestemd op de leeftijden van de
kinderen. Dagelijks wordt er gebruik gemaakt van de speelhal.
De houder dient over een afzonderlijke slaapruimte te beschikken voor in ieder geval kinderen tot
anderhalf jaar, afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.
Op zowel de groep Priscilla als op groep Koosje staan 4 dubbele bedden met 8 slaapplaatsen.
In totaal zijn er 32 slaapplaatsen op de gehele locatie.
Buitenspeelruimte
Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een
kindercentrum, onder andere dat er is ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is.
Er zijn twee buitenspeelruimtes:
Naam
stamgroep
Benny
Priscilla
Koosje en
kinderen BSO
Aantal
kinderen
16
12
8
38 = 58
Aantal
beschikbare m²
66,3
259,8
Benodigde oppervlakte
van 3 m² per kind
48
189
Voloende
oppervlakte ja/nee
Ja
Ja
De aangrenzende buitenspeelruimtes zijn omheind en via de groeps-/nooddeuren voor kinderen
toegankelijk. Er staat onder andere een zandbak, een glijbaan en kleine picknicktafels.
Speeltoestellen voor de grote buitenspeelruimte zijn besteld en worden de komende weken
geplaatst. Voor de baby´s is een buitenbox aangeschaft. Daarnaast is er klein spelmateriaal
aanwezig, zoals (loop)fietsjes, stepjes, zandbakmaterialen, ballen, stoepkrijt, etc..
Gebruikte bronnen:
•
Vragenlijst houder met afmetingen van ruimtes
Observaties binnenruimtes en buitenspeelruimtes
•
10 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Inspectie-items
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet
De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de
ontwikkeling van kinderen.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het
basisonderwijs volgen.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie
op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende
beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de
mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en
de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de
maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke
(spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is
vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop
kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten
aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het
vierogenprincipe is vormgegeven.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot
1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3
Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3
Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in
opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden
door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte
Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar,
waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de
groepsruimte.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op
te vangen kinderen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
Gegevens houder
Naam houder
Website
KvK nummer
: Douwine ten Wolde
: www.dagendou.nl
: 51849119
Voor Dag en Dou
http://www.dagendou.nl
20
Nee
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: OOSTSTELLINGWERF
: Postbus 38
: 8430 AA OOSTERWOLDE FR
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
GGD Fryslân
Postbus 612
8901 BK LEEUWARDEN
088-2299222
26-03-2014
23-04-2014
25-04-2014
28-04-2014
28-04-2014
: 19-05-2014
15 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
16 van 16
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-03-2014
Kinderdagverblijf Voor Dag en Dou te OOSTERWOLDE FR