Hogere testosteron- en groeihormoon- niveaus na

TRAININGS­
FYSIOLOGIE
In de wetenschappelijke literatuur en de sportpraktijk heerst
de overtuiging, dat de tijdelijk verhoogde testosteron- en groeihormoonniveaus, die zich na een krachttraining voordoen,
verantwoordelijk zijn voor de spierhypertrofie. Is deze veronderstelling juist, of dienen er nuances aangebracht te worden?
Hogere testosteron- en groeihormoonniveaus na krachttraining Welke invloed
hebben ze op de eiwitsynthese?
Armand Bettonviel
Spierhypertrofie is het resultaat van
moon. Verder heeft ook het geslacht
opeenvolgende krachttrainingen
invloed op de hormonale reactie.
waarbij de spiereiwitsynthese groter
De tijdelijke verhoging van beide hor­
is dan de spiereiwitafbraak. Algemeen
monen kan het gevolg zijn van
wordt aangenomen dat de tijdelijk
– verhoogde productie;
verhoogde productie van testosteron en
– verminderde afbraak;
groeihormoon na een krachttraining
– verminderde klaring;
hierbij een grotere rol speelt dan een
– daling van het plasmavolume.
eventuele toename in de basiswaarden
Er zijn aanwijzingen dat deze tijdelijke
van beide hormonen. Deze aanname
verhoging van beide hormoonniveaus
is mede gebaseerd op het feit dat er na
een stimulus is voor de up- en down
krachttraining een toename van kracht
regulatie van de steroïdenreceptoren,
en spiergroei is, maar geen significante
zodat de beide hormonen beter hun
verandering optreedt in de basiswaar­
werk kunnen doen in het lichaam.2
den van beide hormonen.
Ongeveer 60 minuten na de training
zijn de hormonen al weer teruggezakt
Kortdurende stijging
tot rond hun basiswaarden, of zelfs
Binnen 15 tot 30 minuten na een
eronder.
krachttraining is er een aanzienlijke,
18
maar ook kortdurende stijging van
Testosteron
de beide genoemde hormonen waar
Testosteron heeft een sterk anabool ef­
te nemen. De mate waarin de stijging
fect op de contractiele elementen in de
plaatsvindt is sterk afhankelijk van de
spier (myofibrillen). Als er spierschade
gebruikte spiergroepen: het gebruik
is ten gevolge van (kracht)training sti­
van grote spiergroepen zal een grotere
muleert het hormoon (zeer vereenvou­
respons oproepen dan het gebruik van
digd weergegeven) twee processen:
kleine(re) spiergroepen. Ook de inten­
remming van de afbraak van spierei­
siteit en de omvang van de trainings­
wit en stimulering van de synthese
prikkel en de arbeid-rust verhouding
van nieuw spiereiwit. Dit is ook het
spelen een rol: er is een sterke correla­
geval als er (onder deze omstandig­
tie tussen de vorming van lactaat en de
heden) van buitenaf extra testosteron
verhoging van specifiek het groeihor­
wordt toegediend.4 Deze anabole,
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 3 – j a a r g a n g 6 7
maar tevens antikatabole eigenschap­
hormoon na een (kracht)training
pen van testosteron hebben binnen
gelijkwaardig is;
vele sporttakken geleid tot misbruik in
– het er op lijkt dat de basiswaarde
verschillende farmacologische vormen
van testosteron uiteindelijk wel stijgt
(doping).
door langdurige (kracht)training.
Ondanks deze hormonale verschillen
Groeihormoon
vertonen vrouwen procentueel gezien
Groeihormoon werkt ofwel direct
dezelfde mate van spierhypertrofie na
via receptoren, ofwel indirect via de
een (kracht)training als mannen.1 Dit
afgifte van Insulin-like Growth Factor
kan diverse oorzaken hebben. Moge­
1 (IGF-1). Tijdens de groei speelt het
lijk is er een verschil in effect van beide
hormoon een voorname rol bij de
hormonen tussen man en vrouw. Of
ontwikkeling van het musculoskele­
verloopt het proces van de spierhyper­
tale systeem. Bij volwassenen heeft
trofie bij vrouwen efficiënter?
groeihormoon geen anabool effect op
de collageensynthese en de lipolyse
Kracht – eiwitsynthese –
hypertrofie
(vetverbranding). Ook stimuleert het
West et al.4 onderzochten of verschil­
een toename van de vetvrije massa.
lende hormoonspiegels ten gevolge
Deze toename is opvallend en moet
van training lokale verschillen in
niet verkeerd geïnterpreteerd wor­
kracht teweeg zouden kunnen bren­
den, aangezien er immers geen direct
gen. Ze gebruikten twee groepen met
anabool effect lijkt te zijn op de myo­
verschillende hormonale condities. Bij
fibrillen. Hij is toe te schrijven aan de
de eerste groep (‘low volume’) werd
de myofibrillen, maar stimuleert het
een toename van testosteron en groei­
vochtretentie die gepaard gaat met de
toename van de vetvrije massa door
een hogere
eiwitsynthese.4
Sekseverschillen
Tussen beide seksen vinden we voor
testosteron en groeihormoon verschil­
Figuur 1. Groeihormoon (GH), IGF-1 en testosteronspiegels in het bloed voor en na training. De
zwarte vierkantjes en rondjes zijn waarden na
een hoog intensieve training (armen + benen).
De witte vierkantjes en rondjes zijn waarden na
een laag intensieve training (armen). Overgenomen uit West et al (2010).5
len in zowel de basiswaarden als de
– ze een significant hogere basis­
wen in vergelijking met mannen, dat
– de tijdelijke verhoging van het
basiswaarde aan testosteron hebben;
Lage relevantie
voor spierhypertrofie
de geïsoleerde armcurl te doen. Dit
leidde niet of nauwelijks tot een hor­
monale respons. Bij de andere groep
(‘high volume’) werd wel een toename
van de hormoonniveaus uitgelokt
door na de geïsoleerde armcurl ook
tijdelijke verhoging na (kracht)trai­
ning.2,3 Samengevat geldt voor vrou­
– ze gemiddeld een tienvoudig lagere
hormoon voorkomen door uitsluitend
waarde aan groeihormoon hebben;
extra krachtoefeningen met de benen
te doen. De hormoonspiegels na de
training waren daardoor significant
testosteron na een (kracht)training
verschillend, maar de krachttoename
minder prominent is;
was bij beide groepen even groot. Daar­
– de tijdelijke verhoging van het groei­
uit concludeerden de auteurs dat de
toename van kracht niet kan worden
Figuur 2. Voorgestelde piramide van de factoren
die van invloed zijn op de spierhypertrofie.
Hierbij moet worden aangetekend dat deze
factoren nooit ‘los en onafhankelijk’ van
elkaar kunnen worden beschouwd en
dat de volgorde enigszins speculatief
is. (Vertaald overgenomen uit
West & Philips, 20104)
toegeschreven aan de tijdelijke stijging
van de testosteron- en groeihormoon­
spiegels.
Dezelfde groep onderzoekers bestu­
deerde eerder6, onder soortgelijke
trainingsomstandigheden, de effecten
van de na training tijdelijk verhoogde
testosteron- en groeihormoonspiegels
op de eiwitsynthese van de myofibril­
len. Beide groepen kregen direct na
Hoge relevantie
voor spierhypertrofie
de training 25 gram eiwit toegediend
om deze synthese te maximaliseren.
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 3 – j a a r g a n g 6 7 19
Er bleek geen verschil in eiwitsynthese
studies laten zien dat mogelijk andere,
op te treden, ondanks de significant
lokale mechanismen hiervoor verant­
verschillende hormonale respons. We­
woordelijk zijn. Toekomstig onderzoek
derom concludeerden de auteurs dat
zal deze lokale mechanismen verder
de tijdelijk verhoogde testosteron- en
moeten ontrafelen.
groeihormoonspiegels na een training
niet direct verantwoordelijk kunnen
zijn voor de toegenomen eiwitsynthese.
Samengevat
Krachttoename en spierhypertrofie na
een (kracht)training worden veelal toe­
geschreven aan de kortstondig hogere
testosteron- en groeihormoonspiegels
in het lichaam. Trainingsprogram­
ma’s worden nogal eens vanuit deze
zienswijze vorm gegeven. Dit is echter
geenszins evidence based. Recente
Literatuur
1. Hubal MJ et al. (2005). Variability in muscle
size and strength gain after unilateral resistance
training. Medicine _ Science in Sports _ Exercise, 37 (6), 964–972.
2. Kraemer WJ & Ratamess NA (2005). Hormonal responses and adaptations to resistance
exercise and training. Sports Medicine, 35 (4),
339-361.
3. Vingren JL et al. (2010). Testosterone physiology in resistance exercise and training. Sports
Medicine, 40 (12), 1037-1053.
4. West DWD & Phillips SM (2010). Anabolic
processes in human skeletal muscle: restoring
the identities of growth hormone and testosterone. The Physician and Sportsmedicine, 38
(3), 97-104.
5. West DWD et al. (2010). Elevations in ostensibly anabolic hormones with resistance exercise enhance neither training-induced muscle
hypertrophy nor strenght of the elbow flexors.
Journal of Applied Physiology, 108, 60-67.
6. West DWD et al. (2009). Resistance
exercise-induced increases in putative anabolic
hormones do not enhance muscle protein
synthesis or intracellular signalling in young men.
Journal of Physiology, 587 (21), 5239-5247.
Over de auteur
Armand Bettonviel is sportvoedingskundige. Hij is verbonden aan FC
Utrecht, de TVM schaatsploeg en het
NOC*NSF kernteam voeding onder
leiding van Asker Jeukendrup.
(Advertentie)
Automatisering voor
professionele begeleiders
Bijna 1000 organisaties in de sporten gezondheidsbranche maken
momenteel gebruik van het test- en
meetprogramma Survival of the Fit-test
en het trainingsbegeleidingsprogramma
Exercise Assistant. De software is
volledig af te stemmen op uw huidige
werkwijze en visie.
Ook maatwerk voor onder andere sportbonden, beroepsverenigingen en onderzoeksinstituten.
Bel voor een vrijblijvende demonstratie +31 (0)72 - 50 69 944 of kijk op op onze site.
Health Software | Postbus 186 | 1930 AD Egmond aan Zee | Nederland
+31 (0)72 - 50 69 944 |
20
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 3 – j a a r g a n g 6 7
www.healthsoftware.nl