Brief SZ en KG inzake centraal lab 6 oktober vs 1 JV

Annex 2
Aan: Alle aanvragers klinisch chemisch laboratoriumdiagnostiek regio Amsterdam
Onderwerp: Nieuwe bepalingsmethoden voor diverse endocrinologische bepalingen
Datum: 25 september 2014
Geachte collega,
Graag informeer ik u over een wijziging in de bepalingsmethode en/of rapportage eenheid
van een aantal endocrinologische bepalingen met ingang van maandag 6 oktober a.s..
De wijziging betreft ACTH, renine, aldosteron, totaal en vrij testosteron, SHBG, vrij
cortisol en (nor)metanefrine in 24 uurs urine, androsteendion, PTH, C-peptide,
IGFBP3 en thyreoglobuline. Ondanks de gewijzigde eenheden van enkele bepalingen
worden de nieuwe uitslagen op dezelfde regel in uw huisartseninformatiesysteem
gerapporteerd. Derhalve wordt u via een extern commentaar bij de genoemde bepalingen
op de aanpassingen geattendeerd.
Voor ACTH verandert de eenheid van pmol/l naar ug/l. Hierdoor worden de uitslagen
ongeveer een factor 4 hoger. Uiteraard veranderen hierdoor ook de referentiewaarden,
zoals aangegeven bij de rapportage.
Voor renine wordt overgestapt van een concentratie bepaling naar een activiteitsbepaling.
Hierdoor veranderen de referentiewaarden in staande positie van 0,39 - 7,22 pmol/l naar
0.8 - 5.5 ng/ml/uur. Voor aldosteron blijft de eenheid pmol/l. Vanwege een nieuwe
methode veranderen wel de referentiewaarden. Door beide veranderingen dient een
aldosteron/renine ratio > 700 als verhoogd en mogelijk passend bij een primair
hyperaldosteronisme te worden beschouwd.
De nieuwe bepalingsmethode voor totaal testosteron geeft gemiddeld ca. 20% hogere
uitslagen in verband met de oude bepalingsmethode. Ondanks dit veranderen de
referentiewaarden voor mannen marginaal, terwijl deze voor vrouwen bijna halveren. Voor
SHBG veranderen de referentiewaarden slechts in beperkte mate. Uitslagen van de nieuwe
bepalingsmethode zijn echter gemiddeld ca. 50% hoger. Beide wijzigingen beïnvloeden ook
de vrij testosteron concentratie, welke wordt berekend met behulp van de formule van
Vermeulen indien zowel een totaal testosteron als een SHBG wordt aangevraagd. De vrije
testosteron index en het bioavailable testosteron komen te vervallen.
De nieuwe bepalingsmethoden voor vrij cortisol in 24 uurs urine en androsteendion
zijn minder gevoelig voor kruisreactiviteit voor andere steroïden. Hierdoor veranderen de
referentiewaarden, zoals aangegeven bij de rapportage. Voor vrij cortisol in 24-uurs urine
zijn de nieuwe referentie- en cut-off waarden voor hypercortisolisme − in het kader van
diagnostiek naar het syndroom / ziekte van Cushing− resp. < 145 nmol/24 uur en 180
Postbus 69641 | 1060 CR | Amsterdam
T: 088 – 0037777 | www.atal-medial.nl
nmol/24 uur. Deze waarden zijn gebaseerd op de gemiddelde vrije cortisol concentratie in
twee opeenvolgende 24-uurs urines.
Ook voor PTH en C-peptide veranderen de referentiewaarden significant door de nieuwe
bepalingsmethoden. Voor PTH zijn de nieuwe uitslagen gemiddeld een factor 3 hoger. De
rapportage eenheid is niet gewijzigd.
Voor (nor)metanefrine in 24 uurs urine ter evaluatie van een eventueel
feochromocytoom verandert de eenheid van nmol/24 uur naar umol/24 uur. De uitslagen
worden hierdoor een factor 1000 lager.
Voor IGFBP3 verandert de eenheid van nmol/l naar mg/l. Hierdoor worden de uitslagen
ongeacht het verschil in bepalingsmethode ongeveer een factor 35 lager. De aangepaste
referentiewaarden zoals vermeld bij de rapportage zijn leeftijds- en geslachtsspecifiek. Dit
laatste geldt ook voor IGF-1. Voor deze bepaling blijft ondanks een nieuwe methode de
eenheid ongewijzigd.
Voor thyreoglobuline verandert de eenheid van ug/l naar pmol/l. Hierdoor veranderen
uiteraard ook de referentiewaarden. Bij elke thyreoglobuline aanvraag worden automatisch
antistoffen tegen thyreoglobuline bepaald. Als deze antistoffen aantoonbaar zijn, kan geen
correcte thyreoglobuline concentratie bepaald worden. De opmerking: “Geen uitslag
mogelijk, antistoffen positief” zal dan gerapporteerd worden.
Mocht u naar aanleiding van deze informatie vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u
altijd contact opnemen met ondergetekende.
Met vriendelijke groet,
Dr. M.M. Buijs
klinisch chemicus
e: [email protected]
t: 023 890 8620
m: 06 141 898 94
Postbus 69641 | 1060 CR | Amsterdam
T: 088 – 0037777 | www.atal-medial.nl