Beleidsplan Loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB

1
Beleidsplan
Loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB)
op het Jeroen Bosch College
“Geef me een baan die bij me past en ik hoef nooit meer te werken” Confucius, 479 BC
2
Missie van JBC
Het Jeroen Bosch College wil onderwijs verzorgen van hoge kwaliteit zodat leerlingen goed zijn
voorbereid op vervolgstudies en beroep en in een complexe pluriforme samenleving zelfstandig
kunnen functioneren. 1
Het Jeroen Bosch College wil met haar onderwijs aanbod de leerlingen steunen in de groei naar een
eigen individualiteit, hen gelegenheid geven zichzelf en hun talenten te ontdekken en te
ontwikkelen, een ondernemende attitude aan te leren waarmee zij kansen grijpen en benutten.
Daarnaast heeft het Jeroen Bosch College als onderwijs instelling ook de opdracht om de
samenleving te voorzien van goed ontwikkelde burgers en arbeidskrachten, waardoor de
samenleving in al haar facetten optimaal kan functioneren en de burgers kunnen leven in welvaart en
geluk.
Deze missie sluit aan op de missie van OMO en de idealen van de oprichters van de RK Lycea van
destijds klinken er in door. In 1918 was emancipatie van brede lagen van de katholieke bevolking van
Brabant de drijfveer. De emancipatorische elementen zijn nog steeds actueel. In de mondiale
kenniseconomie is het toekomstige welzijn en de welvaart van de Brabantse gewesten meer dan ooit
verbonden met goede scholing. Het perspectief van emancipatie binnen Nederland is uitgebreid
naar een rol kunnen spelen binnen Europa en de wereld.
Visie van JBC
Uitgangspunt is het streven naar effectief onderwijs in een affectieve leeromgeving en in een
professionele en efficiënte organisatie waarbij de leerling centraal staat. Het JBC is een school voor
vmbo-t, havo, atheneum, gymnasium en technasium, waar voornamelijk volgens een traditioneel
concept onderwijs wordt gegeven. Binnen de matrix-organisatie nemen de vakken en de secties een
belangrijke plaats in, waarbij er ook ruimte is voor vakoverstijgende activiteiten en projecten
(scenario 2). Vanuit het tweede element in de matrix krijgen de leerlingen in de diverse afdelingen
en de jaarlagen hun specifieke aandacht, waarbij de mentor de spil is.
De wijze waarop het onderwijs op het JBC wordt vorm gegeven dient de realisatie van onze missie
mogelijk te maken. Hierbij wordt in acht genomen
• recht te doen aan verschillen tussen leerlingen wat betreft aanleg en capaciteiten en
omstandigheden
• de zelfwerkzaamheid van de leerling te verbeteren via de weg van geleid-begeleid-zelfstandig
Missie van LOB op JBC
1. Het JBC beoogt middels LOB sturing te geven aan de doorstroom, talentontplooiing en ontwikkeling van de leerlingen.
2. Met LOB beoogt het JBC bij leerlingen en ouders competenties te ontwikkelen waarmee zij
weloverwogen keuzes kunnen maken op de kritieke keuze momenten in hun loopbaan en opdat
zij voldoende zijn toegerust om zelf sturing te kunnen geven aan en verantwoordelijkheid te
nemen voor hun eigen leer- en loopbaanproces, een leven lang.
3. Leerlingen, ouders, de school, de bedrijven, de gemeente en de Nederlandse samenleving
hebben baat bij goed LOB. Verkeerde keuzes, voortijdig schoolverlaten, niet employabel zijn is
verspilling van geld, energie, geluk en welvaart.
4. Met goed LOB kan het JBC haar profilering versterken.
5. LOB draagt bij aan de intrinsieke motivatie van de leerlingen en daarmee indirect aan een
positief schoolklimaat.
1
“Wij leren niet voor school, maar voor het leven”. (´Non scolae, sed vitae discimus ´Seneca Romeins filosoof, staatsman en
toneelschrijver 5 v.C. - 65 n.C.)
3
Toelichting
• Loopbaanoriëntatie en -begeleiding heeft als doel om een geïntegreerd, dynamisch en continu
leerproces te realiseren, zodat leerlingen zich gesteund weten in hun keuzeproces voor een
toekomstige vervolgopleiding, een plek op de arbeidsmarkt en om als individu van betekenis te
kunnen zijn voor de maatschappij. Het verwerven van loopbaancompetenties speelt hierin een
cruciale rol. Het gaat hierbij vooral om het leren kiezen en het doorgronden van die keuze.
Leerlingen hebben daarbij zicht nodig op hun talenten. Maar ook zicht op beroepen en
(vervolg)opleidingen.
• Leerlingen krijgen op school en in hun verdere leven veelvuldig te maken met allerlei
keuzemomenten, deels studie- deels beroep gerelateerd. LOB helpt hen om naast de juiste
keuzes te maken door geïnformeerd te kiezen, in en aan het eind van school, vooral
loopbaancompenteties te ontwikkelen opdat leerlingen in staat zijn verantwoordelijkheid te
nemen voor eigen leer- en loopbaanproces. Al bij de aanmelding voor het v.o. moeten de
leerling en zijn ouders een beslissing nemen over welke school, welke niveau. Daarna volgen de
keuzes voor wel of niet doorgaan met technasium, welke afdeling, welke sector, welk profiel,
welke aanvullende vakken en uiteindelijk moeten zij een keuze maken voor een vervolgopleiding
en beroep.
• Burgerschap in een geïndividualiseerde samenleving houdt in dat jongeren hun studie-en
beroepskeuze niet meer maken op basis van tradities in de familie of leefomgeving . In een
traditionele samenleving waarbij de zoon van de bakker bakker werd en de zoon van de arts arts,
was een beroepskeuze al vooraf bepaald: “Ons soort mensen kiest voor ons soort beroepen”. Nu
ligt de arbeidswereld voor de jeugd open.
• Naast het feit dat het kiezen van een studie uit het enorme aanbod aan studies erg moeilijk is, is
met de politieke ontwikkelingen (zoals het sociale leenstelsel) de ruimte om te experimenteren
fors verkleind.
• Vervolgopleidingen, de samenleving en de leerlingen lijden schade aan onjuist gemaakt keuzes
voor vervolgopleidingen en beroep: veel uitval/wisselingen en daarmee gepaard gaand verlies
aan overheidsgelden, veel voortijdig schoolverlaters, werkloosheid door een keuze voor
verkeerde beroepsopleidingen waar geen arbeidsmarkt voor is, waardoor leerlingen bij de
gemeente aankloppen voor een uitkering. De leerlingen, ouders, scholen, bedrijven, gemeenten
en de bv Nederland kunnen dus baat hebben bij goed LOB.
• Daarom worden vervolgopleidingen kritischer bij het aannemen van nieuwe studenten.
Selectiecriterium voor vervolgopleiding is naast het juiste diploma en de cijfers óók de
intrinsieke motivatie (wordt vaak systematisch getoetst m.b.v. assessment).
• Er is een wettelijke verplichting voor LOB door scholen
• Zelfsturing wordt steeds belangrijker in het hoger onderwijs, van studenten wordt verwacht dat
zij over voldoende kennis, vaardigheden en attitude beschikken om zelf sturing te kunnen geven
aan hun studie en beroepsloopbaan.
• Opkomst van opbrengstgericht werken en kwaliteitsbesef. Scholen worden meer en meer naast
de examenresultaten ook afgerekend op doorstroom, uitstroom (hoe doen leerlingen het op
vervolgopleiding) en leerling- en oudertevredenheid. In ‘Vensters voor Verantwoording’ kan de
school zijn resultaten zichtbaar maken.
• LOB-resultaten kunnen een item zijn waar de school zich mee kan profileren
• Leerlingen switchen minder gedurende het vervolgonderwijs als ze weloverwogen keuzes maken.
Het wordt gezien als taak van VO-scholen om leerlingen goed voor te bereiden en te begeleiden
naar de juiste vervolgopleidingen en het werkveld.
• De motivatie van leerlingen zal toenemen als leerlingen beter weten wat hun einddoel met
school is; goed gemotiveerde leerlingen leveren minder problemen dan leerlingen die zonder
doel op school hun tijd doorbrengen.
• LOB kan voortijdigschool verlaten doen verminderen.
4
Visie op LOB van het JBC
Op het JBC wordt LOB vormgegeven vanuit het onderwijsconcept dat aansluit bij Onderwijsmodel 2
(de activerende school) met elementen van 3 (de flexibele school 2). De activerende school stelt het
leerproces van de leerlingen centraal en wil stimuleren dat leerlingen verantwoordelijkheid leren
nemen in het sturen van hun leerproces. In loopbaanoriëntatie en –begeleiding blijkt dit uit de visie
om het leren kiezen als vaardigheid te bevorderen. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding is het goed
voorbereiden van leerlingen op het maken van keuzes tijdens en bij afronding van hun opleiding met
begrippen als zelfconceptverheldering, horizonverruiming en leren kiezen.
• Binnen het curriculum is er sprake van vak doorbrekende en geïntegreerde programma's: onder
andere projectonderwijs en simulaties.
• De decaan en de mentoren zijn de uitvoerders van LOB. Vakdocenten dragen enigermate bij vanuit
hun vak.
• Loopbaanoriëntatie en -begeleiding wordt in de activerende school, zowel curatief als preventief
ingezet.
LOB maakt als element van onze professionele resultaatgerichte organisatie onderdeel uit van de
diverse organisatie- en resultaatsfactoren die behoren bij het kwaliteitsmanagement: leiderschap
(missie, visie) procesmanagement (managen van medewerkers, beleid en strategie, managen van
middelen, management van processen), prestatie-, verbeter- en informatiemanagement. 3 LOB mag
niet vrijblijvend en ad hoc zijn, maar verdient een planmatige aanpak gericht op rendement a.d.h.v.
kritische indicatoren en kengetallen.
LOB acteert binnen een “speelveld” met meerdere actoren. Het JBC werkt derhalve samen met de
diverse partners in de onderwijsketen, zowel horizontaal(op onderwijssoort) als verticaal
(basisonderwijs-voortgezet onderwijs-vervolgonderwijs), en daarbuiten (gemeente en bedrijven).
Richting en aansturing
LOB is de gedeelde verantwoordelijkheid van schoolleiding en decaan. Waarbij zij voeling houden
met de buitenwereld en een vertaalslag maken naar onderwijsaanbod van de school waaronder LOB.
Schoolleiding geeft richting, faciliteert en monitort het LOB-proces en de LOB-ers op resultaat en
kwaliteit. Decaan geeft invulling en stuurt LOB-ers aan. De betrokkenen worden geïnformeerd en
betrokken volgens het model van “de achtbaan”.
Curriculum/primaire proces
Het JBC biedt vormen van voortgezet onderwijs aan “gericht op vervolgonderwijs en maatschappelijk
functioneren”. Dit impliceert dat we goed moeten kijken waar onze leerlingen straks terecht gaan
komen. Scholen moeten alert zijn op maatschappelijke ontwikkelingen en daarmee een
voortdurende uitwisseling hebben en het onderwijsaanbod van de school waaronder LOB op de
ontwikkelingen afstemmen.
De huidige arbeidsmarkt vraagt van hun werknemers naast kennis vooral vaardigheden
(samenwerken, netwerken, presenteren, zelfstandigheid, ICT- en sociale media vaardig) en attitudes
(ondernemendheid, professionaliteit, een leven lang leren, employabiliteit). School zal haar
onderwijsaanbod hierop af moet stemmen.
LOB moet niet een losstaand onderdeel zijn in school maar zoveel mogelijk verweven zijn in het
totale onderwijsaanbod, passend bij het onderwijsconcept van de school.
2
Zie: http://www.lob-vo.nl/sites/default/files/professionaliseringswijzer.pdf
3
Zie INK-managementmodel
5
De leerling centraal en ontwikkelen van zelfsturing
Binnen LOB staat het begeleiden van leerlingen naar ‘een flexibele loopbaan gedurende hun leven’
centraal. Leven in de huidige kennismaatschappij betekent een leven lang leren waarbij je zélf
verantwoordelijkheid voor je loopbaan neemt. Om in die mate zelfsturend te kunnen zijn, is ook het
ontwikkelen van loopbaancompetenties 4 (attitude, kennis en kunde) van belang. Leerlingen wordt
tools meegegeven teneinde zelfstandige employability te waarborgen:
• kwaliteitenreflectie: (‘Wat kan ik?’) het vermogen je eigen kwaliteiten en de unieke talenten die je
benut als je leert en werkt, te ontdekken en waarderen;
• motievenreflectie: (‘Wat wil ik en waarom wil ik dat?’) het vermogen je eigen wensen en waarden
die van sturend belang zijn als je leert en werkt, te ontdekken en waarderen;
• opleidings- en werkexploratie(‘Waar vind ik werk dat bij me past?’): het vermogen om je
persoonlijke mogelijkheden en uitdagingen in studie en werk te onderzoeken;
• loopbaansturing(‘Hoe bereik ik dat?’): het vermogen om initiatief te nemen en in actie te komen als
je je ambities wilt realiseren;
• netwerken(‘Wie kan me daarbij helpen?’): het vermogen contacten aan te gaan en te onderhouden
om je ambities te realiseren.
‘Een leven lang leren’ betekent óók dat LOB een proces is dat in het vervolgonderwijs en daarna blijft
doorgaan. Huidige en toekomstige leerlingen moeten het onderwijs verlaten met een stevige basis
aan kennis, vaardigheden en kwalificaties, om een goede kans in de banenmarkt te hebben. Tot die
basis behoort ook de competentie om met veranderingen en onzekerheid om te gaan.
Om de leerling in zijn loopbaan goed te begeleiden is het van belang dat er een “doorlopende leerlijn
is in de keten”, d.w.z. dat LOB in de opeenvolgende onderwijssoorten op elkaar zijn afgestemd (p.ov.o.- vervolgonderwijs) en dat er inhoud wordt gegeven aan een “warme overdracht” van de
afleverende naar de ontvangende school v.v.
Krachtige leeromgeving
Om talenten te ontdekken hechten we veel waarde aan het scheppen van een warme omgeving,
waar mensen werken die bevlogen en geëngageerd zijn en waarbij ieder zichzelf kan zijn. Het JBC wil
een educatieve ontmoetingsplek zijn die elke leerling de juiste omstandigheden biedt om boven
zichzelf uit te kunnen stijgen.
Voor LOB is een contextrijke leeromgeving essentieel, waarbij de leerling via opgedane ervaring,
dialoog, reflectie en zingeving tot een weloverwogen keuze kan komen.
Het JBC poogt alles wat al onderdeel uitmaakt van het curriculum en verbonden kan worden met LOB
te benutten (BCP, TOP, technasium, SWS, PWS, Overstap-portfolio, mini-onderneming) voor LOB.
Daarnaast kan de beoogde krachtige leeromgeving gestalte krijgen in LOB-lessen, mentorlessen,
vaklessen die zich daartoe lenen en projecten (en misschien in de toekomst in stages).
LOB is een actief, ervaringsgericht proces. Het ondersteunt de leerlingen om zelf op zoek te gaan
naar een opleiding en beroep. LOB leert de leerling dat hij doelen stelt, keuzes maakt, reflecteert en
beslissingen neemt voor nu en in de toekomst op sociaal gebied, op het gebied van arbeid en beroep
en op deelname aan de maatschappij.
LOB helpt de leerling tijdens zijn schoolloopbaan een duidelijke en realistische relatie te
leggen tussen zijn eigen waarden, interesses, ambities, mogelijkheden en beperkingen. Hij
koppelt dit direct aan het onderwijs dat hij volgt (en gaat volgen) en de wereld van arbeid en beroep.
Verheldering van het zelfconcept en kennis van de wereld van studie en beroep zijn daarbij
essentieel.
4
Marinka Kuijpers
6
Een krachtige (loopbaangerichte) leeromgeving biedt leerlingen de mogelijkheid om
loopbaancompetenties te ontwikkelen en heeft de volgende belangrijke kenmerken:
• ruimte voor dialoog en reflectie 5
• aanbod van LOB-leeractiviteiten en LOB-begeleiding zijn op elkaar afgestemd;
• de LOB-leeromgeving is praktijkgericht;
• de LOB-leeromgeving is functioneel en levensecht;
• de LOB-leeromgeving is activerend en gericht op integratie van leerinhouden;
• er is in de LOB-leeromgeving een balans tussen het aanbod en de behoeften van de leerling
(biedt keuzemogelijkheden);
• de leerling heeft een belangrijke rol bij planning, ontwerp, uitvoering en evaluatiedeel van het
leerproces;
• de loopbaancompetenties vormen een hulpmiddel binnen de LOB-begeleiding;
• begeleiding vindt plaats in dialoog met de leerling
Activiteitenplannen
De decanen stellen - i.s.m. de afdelingscoördinatoren en afdelingsleiders - activiteitenplannen op
voor doorlopende leerlijnen LOB van klas 1 t/m klas 6 voor vmbo-t, havo en vwo..
Didactiek
LOB wordt via diverse leeringangen aangereikt (boekjes, ict, diverse media, praktijkervaring), waarbij
steeds de feedback, reflectie en dialoog de handvatten zijn om het leerproces aan te gaan.
Diverse leermiddelen en lesmethodes worden gebruikt: papieren en digitale versies (bv. Keuze-web),
zelf ontwikkelde methodes (al dan niet ism vervolgonderwijs zoals Einstein4all), portfolie (opstroom
4 vmbo-t naar 4 havo)
De doorlopende leerlijn op alle terreinen van LOB behoort te lopen via de weg van geleid via
begeleid, naar zelfstandig en zelfredzaam.
LOB wordt op diverse niveaus aangeboden, zowel op basis- algemeen niveau, maar ook specifiek en
op maat indien dat voor de leerling nodig is. De hulp van specialisten kan daarbij worden ingeroepen
of doorverwezen.
Rooster
Het rooster dient ruimte te bieden om LOB-activiteiten mogelijk te maken; zowel in de lessentabel
als in het jaarrooster. Om goed af te stemmen dient het rooster gelegenheid te bieden voor overleg
met en aansturing van mentoren-teams. Daar waar het in het curriculum behoefte is aan
computerfaciliteiten zal er in het rooster ruimte moeten worden gemaakt in de computerlokalen.
5
Uitdaging/risico: dialoog en reflectie claimen tijd van de LOB-er. Bepaalde leelringengroepen zijn niet in staat zelfstandig
te reflecteren en de reflectie vast te leggen. (bewustwordingsproces vereist begeleiding, deze leerlingen zijn minder goed in
staat hun gedachten, gevoelens en ervaringen in woorden te vatten. Met name vmbo-leerlingen en dus ook vmbo-LOBers
hebben meer tijd nodig.
7
Profiel van een LOB-er 6
LOB-ers dienen over de juiste competenties te beschikken
• Alle betrokkenen nemen hun eigen verantwoordelijkheid en rol. De uitvoering van het LOBbeleid wordt door alle betrokkenen gedragen.
• Zij voelen zich vanuit hun betrokkenheid medeverantwoordelijk voor goed LOB.
• Medewerkers in LOB behoren een over-de-grenzen/over-all blik te hebben: weten waar lln
vandaan komen en naartoe gaan (DLL waarborgen). Dit heeft implicaties voor de partners in de
keten en op de scharnierposities (overgang po-vo; overgang onderbouw –bovenbouw; overgang
vmbo-mbo/havo4; havo-mbo/hbo/vwo5; vwo-wo/hbo)
• Contactpersonen binnen de organisatie monitoren de maatschappelijke ontwikkelingen op het
gebied van vervolgstudie en beroep: “toekomstspotters” (decanenkring, samenwerking
onderwijs, gemeente en bedrijven in Den Bosch, VO-raad)
• Een LOB-er is deskundig, zij beschikkt over de juiste LOB-competenties ( de schoolleiding kan
hierop sturen middels werving, selectie, gesprekkencyclus, functioneren, beoordelen en POP en
specifieke en relevante nascholing en training).
• Continuïteit van mentoren is hierbij van belang (minimale wisselingen van mentorenteam is een
vereiste)
• Alle LOB-ers zijn op de hoogte van de schoolregels m.b.t. keuzemogelijkheden, zodat zij per
ongeluk niet verkeerde informatie doorgeven aan de leerlingen en de ouders.
De ontwikkeling van competenties 7 van LOB-ers zijn cruciaal om de beoogde kwaliteit van LOB te
realiseren. 8 Het competentieprofiel loopbaanoriëntatie en -begeleiding omvat negen competenties,
samengevat in de volgende kernwoorden:
• Coachend;
• Sensitief/communicatief;
• Betrouwbaar/integer;
• Vakkundig/deskundig;
• Praktijkgericht;
• Toegankelijk/laagdrempelig;
• Creatief/oplossingsgericht;
• Kwaliteitsgericht;
• Reflectief/lerend.
Samenwerken
LOB is gericht op de gehele onderwijsketen van P.O. t/m W.O. De partners in de keten moeten elkaar
voorzien van informatie over instroom en doorstroom(warme overdracht): zijn de leerlingen goed op
hun plek terecht gekomen; wat zijn factoren waardoor het wel/niet goed gaat.
In de regio ‘s-Hertogenbosch wordt de doorlopende leerlijn van LOB gezamenlijk aangepakt, aan de
hand van een door onderwijsinstellingen gedragen visie op en gezamenlijk geformuleerde doelen van
LOB.
Zelfstandigheidsbevordering behoeft samenwerking tussen school en ouders. Ouderbetrokkenheid
bij LOB dient ook te lopen van begeleid, via geleid naar zelfstandig.
6
Is in ontwikkeling bij diverse projectgroepen in den lande (SVL, VO-raad)
Zie voor details Competentieprofiel LOB-er (Professioneel LOB in regio Den Bosch pilot 2011
8
Oomen, A. (2002). Standaarden voor decanen in het voortgezet onderwijs. APS, Utrecht.
De NVS-NVL ontwikkelt in 13/14 een decanenprofiel en een mentorprofiel. Hoge school Fontys (FLOT) ontwikkelt i.s.m. de
VO-raad een profiel voor een start bekwame mentor (tevens LOB-bekwaam)
7
8
Borgen
De LOB-resultaten worden systematisch getoetst en geëvalueerd a.d.h.v. kwaliteitscriteria , kritische
prestatie indicatoren en kengetallen om zo te bewaken dat LOB bij de leerlingen en de doelstellingen
van de school blijft passen.
Borging van het beleid betekent dat de LOB-processen en -activiteiten vanzelfsprekend worden
ingebed in de schoolorganisatie en geïntegreerd in het professionele gedrag van de werknemer, in
de werkprocessen en methodieken en in de protocollen van de organisatie. Door borging creëert
men draagvlak. Het is onderdeel geworden van het dagelijkse denken en doen van de verschillende
betrokkenen in de school. 9 Maar dat lukt alleen als het beleid systematische aandacht krijgt.
• Er wordt gewerkt met LOB Jaarplannen, activiteiten plannen en evaluaties. Dit is terug te zien in
de LOB-matrix, de inrichting van Keuzeweb per jaarlaag.
• LOB keert terug in de evaluatie met mentoren.
• LOB keert terug in functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken en klankbordgroepen.
• LOB krijgt een plaats op de agenda van de vergaderingen van mentoren, coördinatoren,
afdelingsoverleg, sectie, ALO, SL, kwaliteitsmonitor.
• LOB aanpak en resultaten worden gecommuniceerd met de betrokkenen intern (leerlingen,
medewerkers, ouders) en extern (Vensters voor Verantwoording)
• Goede resultaten op gebied van LOB worden gevierd.
9
Stel (kwaliteits)criteria op die aangeven wanneer LOB in de schoolorganisatie is opgenomen.
9