Visie op het leerproces van de docent in opleiding (dio)

Visie op het leerproces van de leraar in opleiding (lio)
De visie op opleiden vormt de basis van waaruit we werken in de lerarenopleiding. Een
beschrijving van ons gehele opleidingsdidactisch concept volgt hieronder.
De relatie tussen theorie en praktijk
Het leerproces in de lerarenopleiding wordt opgevat als een cyclisch proces. Er is steeds
een afwisseling tussen het opdoen van ervaringen en het ontwikkelen van theoretische
noties of van vaardigheden. De opleiding probeert zodanig aan te sluiten bij de
ervaringsbasis van de studenten dat de theorie geen abstractie blijft, maar een concrete
betekenis heeft voor het handelen van de studenten in de context van hun praktijk. In
onze visie staat de relatie tussen theorie en praktijk centraal.
Uitgaan van ‘concerns’ van de studenten
Zinvol leren in de lerarenopleiding is bij uitstek mogelijk als er aansluiting is bij de in de
praktijk ontstane ‘concerns’ van lio’s. Hun concerns leren ze zelf herkennen en
formuleren, en ze gebruiken ze als anker voor hun leerproces. Op basis van deze
concerns ontwikkelen ze gericht hun competenties. Als relevante competenties via deze
weg niet voldoende aan bod komen, zullen ze in geschikte oefensituaties en
(stage-)opdrachten aan bod komen. Daardoor wordt het belang van die competenties
voor de lio’s duidelijk.
Leren via reflectie
Reflectie speelt een cruciale rol in de wisselwerking tussen praktijk, persoonlijke
opvattingen en ‘concerns’ van de student, en te ontwikkelen competenties. Zowel op
individueel niveau als in groepen reflecteren de studenten. Door te reflecteren op hun
ervaringen, opvattingen en het eigen didactisch en pedagogisch handelen geven ze zich
rekenschap van en vorm aan hun professionele ontwikkeling. Systematische reflectie
vraagt om een leerproces op metaniveau: het leren reflecteren.
Evenwicht tussen veiligheid en uitdaging
Wanneer de lio parallel aan de opleiding betaald werkt als docent, kan de geleidelijkheid
en veiligheid onder druk komen te staan. De lerarenopleiding tracht dat te ondervangen
door instituutsweken voorafgaande aan het schooljaar te plannen en door restricties te
hanteren ten aanzien van het aantal door lio's te geven lesuren.
Het leren in het kader van de professionele ontwikkeling kan worden beschouwd als een
proces van persoonlijke groei en het is bekend dat er weerstand optreedt wanneer in zo'n
proces niet aan de voorwaarde van veiligheid is voldaan. Een veilig klimaat is noodzakelijk
om ervoor te zorgen dat er geleerd wordt, maar ook moet er voldoende uitdaging zijn,
willen deze ervaringen tot groei leiden. Derhalve is het van belang ervaringen te plannen
die geleidelijk toenemen in complexiteit en de mate van eigen verantwoordelijkheid. Elke
opleidingsgroep heeft een of meer vaste begeleiders, die een evenwichtige opbouw van
het leerproces van de lio’s bewaken.
Congruentie met visie op leren van leerlingen: teach as you preach
De visie van de lerarenopleiding op het leren van lio's is in belangrijke mate congruent
met een constructivistische visie op leerprocessen bij leerlingen. Ook in het VO is het
Centrum voor Onderwijs en Leren,
lerarenopleiding, maart 2014
van belang theorie te integreren met praktijkvoorbeelden en/of eigen ervaringen van
leerlingen, reflectie en zelfgestuurd leren te stimuleren, een onderzoekende houding te
ontwikkelen en aandacht te hebben voor individuele ontwikkelingswegen. Ook op school
zijn veiligheid, belonen en het versterken van gewenst gedrag effectiever dan pogingen
tot afleren. Deze congruentie (ook wel aangeduid met de term "de dubbele bodem" of
met de uitdrukking “teach as you preach”) wordt regelmatig expliciet gemaakt, zodat
lio's ook hun eigen leerervaringen in de opleiding kunnen gebruiken als basis voor het
plannen van leerprocessen van leerlingen.
Studiehuis didactiek
De veranderingen in het voortgezet onderwijs, met name de ontwikkelingen in de basisvorming en in de tweede fase van het VO (profielen, studiehuis) hebben geleid tot een
aanpassing van het curriculum van de lerarenopleiding. Daarbij gaat het om twee niveaus.
Ten eerste worden de lio's voorbereid op nieuwe leerstofinhouden en een veranderende
rol van de leraar, gekoppeld aan een ander pedagogisch-didactisch klimaat. Ten tweede
gebruikt de lerarenopleiding verschillende mogelijkheden om de lio's, nog meer dan al
gebeurde, tijdens de opleiding via eigen ervaringen vertrouwd te maken met werkwijzen
die gericht zijn op het bevorderen van zelfstandig leren (de lerarenopleiding als
studiehuis). Teamleren krijgt daarbij veel aandacht. Kenmerkend voor deze
laatstgenoemde vorm van leren is de bewust gecreëerde wederzijdse afhankelijkheid van
de lio's en de grote mate van verantwoordelijkheid die groepjes lio's krijgen voor de
bewaking en uitvoering van het eigen werk- en leerproces.
Individuele ontwikkelingsweg en flexibilisering
Tijdens hun opleiding zullen lio's met allerlei verschillende ervaringen te maken krijgen.
Het is belangrijk dat die ervaringen niet los van elkaar komen te staan, maar gezamenlijk
leiden tot een bewuste continue professionele ontwikkeling, waarvoor de lio's zoveel
mogelijk eigen verantwoordelijkheid dragen. Daarbij komt dat de leerweg van de lio's
een persoonlijke is. Dit impliceert een (vruchtbaar) spanningsveld tussen enerzijds
concreet omschreven beoordelingscriteria en anderzijds de eigen leerdoelen en
persoonlijke criteria van de lio.
Het centraal stellen van de individuele ontwikkelingsweg is nadrukkelijk aanwezig in
andere opleidingsvarianten. Er wordt flexibel ingespeeld op de individuele ontwikkeling
van de lio. Daarbij spelen instrumenten als het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en
(digitale) portfolio's een ondersteunende rol.
Brede oriëntatie in het werkveld
De lerarenopleiding vindt een brede oriëntatie op educatie in de samenleving belangrijk
voor alle universitaire studenten, onder andere om hen te wijzen op educatieve
beroepsmogelijkheden. Immers, in toenemende mate spelen communicatie en educatie
een rol in allerlei beroepen. Bovendien is te verwachten dat een aantal studenten die
aanvankelijk niet voor het docentschap kiezen, dat wel zal doen na andersoortige
beroepservaringen, bijvoorbeeld in onderzoek of in het bedrijfsleven.
De cursus Oriëntatie op de Educatieve Praktijk (COEP) is ontwikkeld om universitaire
studenten deze brede oriëntatie op educatie te bieden.
De lerarenopleiding stelt zich een brede oriëntatie ten doel, maar in dit geval vooral een
brede oriëntatie op het VO. Die brede oriëntatie betekent ten eerste een focus op zowel
de eerste als de tweede fase VO en niet alleen aandacht voor het vwo, maar ook voor het
vmbo.
Centrum voor Onderwijs en Leren,
lerarenopleiding, maart 2014
In de tweede plaats dient de lio zich niet alleen te bekwamen in de primaire taken van de
leraar zoals het organiseren en verzorgen van onderwijs in de klas, maar ook in het
zogenaamde ‘meso’-gebied, het terrein van de docent buiten de klas. Uiteindelijk gaat
het om het vermogen alle aspecten van het leraarschap die betrekking hebben op taken
binnen en buiten de klas, te integreren (‘uitgebreide professionaliteit’). Ten derde vereist
het leraarschap een internationale en interculturele blik. Ten slotte is het van belang dat
de aanstaande leraar een visie ontwikkelt op het gebruik van technologische middelen in
het onderwijs, ICT en de benodigde vaardigheden voor het gebruik van deze middelen
verwerft.
Gedragstraining: Interpersoonlijk leraarsgedrag
Er gaat in de opleiding veel aandacht uit naar de sterke kanten van de lio. Lio's leren
meer, wanneer zij voor bepaald professioneel gedrag beloond worden, dan wanneer zij
iets moeten afleren. Voor het ontwikkelen van adequaat gedrag is verder regelmatig
terugkerende gedragstraining noodzakelijk (met aandacht voor de achterliggende
cognities). Een dergelijke training wordt dan ook als onderdeel van de opleiding aan lio’s
aangeboden, waarbij gebruik gemaakt wordt van langlopende onderzoek van de
lerarenopleiding van de universiteit Utrecht dat gedaan is naar interpersoonlijk gedrag,
het daarbij ontwikkelde model en de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (VIL).
Ook hierbij sorteert het versterken van gewenst gedrag in het algemeen een groter
leereffect dan het afleren van ongewenst gedrag.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
De lio dient ook voorbereid te worden op de impact van technologische ontwikkelingen op
de samenleving en de invloed daarvan op het onderwijs. Hier kunnen twee niveaus
onderscheiden worden. De lerarenopleiding investeert in de voorbereiding van lio's op het
gebruik van technologische middelen in hun onderwijs op school. Daarnaast wordt binnen
de opleiding zelf gebruik gemaakt van de nieuwste mogelijkheden van de computer, met
name door de invoering van telematisch begeleide stages en digitale portfolio's, alsmede
door het gebruik van Blackboard en Web-CT. De inzet van ICT is vaak ook een goede
oplossing voor praktische problemen door de toegenomen fysieke afstanden. Het
expertisecentrum ICT ‘ICT in het onderwijs’ zal de integratie van ICT-aspecten in het
curriculum verder bevorderen.
Intercultureel en internationaal perspectief
Het tot stand brengen van kennis van en begrip voor verschillende culturen is belangrijk,
opdat alle leerlingen de gelegenheid geboden wordt tot een ontwikkeling die recht doet
aan de eigen persoon en culturele identiteit, verrijkt door de ontmoeting met andere
waarden, normen en regels. Dit aspect krijgt in de opleidingsgroepen aandacht, maar zal
de komende jaren verder versterkt worden. Afgestudeerde eerstegraads leraren, die
meestal ook in het tweedegraads gebied lesgeven, hebben met name in de grote steden
te maken met een groot percentage allochtone leerlingen. Gezien de ontwikkelingen in
de maatschappij wordt ernaar gestreefd het thema interculturele pedagogiek en didactiek
zoveel mogelijk met andere programma-elementen te verweven.
Aandacht voor het interculturele aspect van de samenleving wordt ook versterkt door een
blik over de landsgrenzen heen. Er is in de lerarenopleiding dan ook aandacht voor een
internationale invalshoek. Het duidelijkst komt dit naar voren in het U-TEACH
programma, de tweetalige lerarenopleiding van de Universiteit Utrecht, waarin ook een
stage in het buitenland is opgenomen. Dit heeft als neveneffect dat opleiders
buitenlandse opleidingen bezoeken. Ook in de andere opleidingstrajecten wordt aandacht
besteed aan een internationaal perspectief.
Centrum voor Onderwijs en Leren,
lerarenopleiding, maart 2014
Vakspecifieke beroepsvoorbereiding
Leraar zijn in het voortgezet onderwijs betekent leraar zijn in een vak. Zoals hierboven
reeds aangegeven werd, vereist de plaats van de vakdidactiek zorgvuldige aandacht. In
het vakdidactiekonderwijs kan in enkele vakken (met name de bètavakken en de
moderne vreemde talen) gebruik gemaakt worden van het vakdidactisch onderzoek dat
aan de Universiteit Utrecht wordt verricht. Toch is meestal een "vertaalslag" nodig vanuit
dit onderzoek naar de opleiding. Ook de vakkenintegratie in het VO (bijv. bij de
bètavakken) en de introductie van nieuwe schoolvakken (ANW, CKV1, het combinatievak
maatschappijleer/geschiedenis, literatuur) vragen om aandacht voor de respectievelijke
vakdidactieken in de opleiding.
De leraar als opvoeder
Binnen alle ontwikkelingen in het onderwijs en in de maatschappij wordt steeds sterker
de nadruk gelegd op de pedagogische rol van de leraar. De lerarenopleiding streeft er
dan ook naar leraren op te leiden die ook pedagogisch voldoende geschoold zijn. Daarbij
gaat het om het reflecteren op de eigen (school)pedagogische achtergrond en de eigen
pedagogische visie, het ontwikkelen van (ontwikkelings)psychologische inzichten, kennis
van de leefwereld van leerlingen en het vertalen van dit alles naar het pedagogisch
handelen, zowel ten aanzien van individuele leerlingen als ten aanzien van groepen. In
de pedagogische lijn in de opleiding ligt de nadruk op het bij leerlingen helpen ontwikkelen van een eigen identiteit en het maken van bewuste en gemotiveerde keuzen ten
aanzien van normen en waarden. Lio’s wordt de mogelijkheid geboden zich voor te
bereiden op de taken die er voor een vakdocent liggen in het kader van
leerlingbegeleiding.
Centrum voor Onderwijs en Leren,
lerarenopleiding, maart 2014