Salduz- en Panovits arrest

Bij
Het kabinet heeft ingestemd met
een militaire missie naar Mali. Het
is een missie in een fragiele regio
met duidelijk risico's. Ook lijkt het
onvermijdelijk dat er gevochten zal
worden.
Het ministerie van Defensie heeft laten weten
dat onze militairen goed materieel meekrijgen,
maar krijgen zij ook effectieve rechtsbijstand
als dat nodig is? Dit laatste blijkt nog niet het
geval.
Na de ernstige fouten die door het Openbaar
Ministerie zijn gemaakt in de zaak van marinier
Eric O. zijn er een aantal maatregelen genomen. Onder andere is er nu een wettelijke
strafuitsluitingsgrond bij geweldgebruik.
Onwenselijke situatie
Als militairen tijdens een missie betrokken
raken bij een schietincident dan worden zij in
principe als getuige gehoord en niet direct als
verdachte. De verklaringen die de militairen
afleggen als getuige kunnen later mogelijk
belastend zijn wanneer zij alsnog als verdachte
worden aangemerkt. Dit is een onwenselijke
situatie. Militairen moeten in hun bereidwilligheid om verklaringen af te leggen enigszins
worden beschermd, al is het maar tegen
zichzelf. Militairen doorzien niet altijd de
reikwijdte van hun verklaringen.
Recht om te zwijgen
Militairen moeten bij schietincidenten altijd op
hun rechten worden gewezen. Met name het
recht om te zwijgen en het recht op consultatie
van een advocaat. Zij dienen slechts gehoord te
worden in het bijzijn van een advocaat. Dit
geldt eveneens voor verhoren door de commandant. Ook moeten de militairen niet door
hun meerderen gedwongen worden om hun
verklaring aan papier toe te vertrouwen voordat
zij bijstand van een advocaat hebben. Uit vele
voorbeelden uit de praktijk blijkt dat militairen
tijdens missies vaak al op enige wijze een
verklaring hebben afgelegd zonder dat zij een
advocaat hebben kunnen raadplegen.
In sommige gevallen worden militairen wel in
de gelegenheid gesteld om met een advocaat
in Nederland te bellen. Dit is echter onvoldoende om te spreken van effectieve rechtsbijstand.
Het doel van consultatie van een advocaat is de
militair bewust maken van de consequenties
van zijn eventuele verklaringen. Dat vergt een
sfeer van vertrouwen en van rust. Daarvoor is
dan ook face-ta-face contact vereist. Dat kun je
door middel van een telefoongesprek of
videogesprek op afstand vaak niet of onvoldoende bereiken. Daar komt nog bij dat bij
gebruik van het (tele)netwerk van Defensie de
vertrouwelijkheid geenszins is gewaarborgd.
schietincidenten
bijvoorbeeld
Officiële piketregeling
Natuurlijk is het uitermate onhandig als een
militair op missie een advocaat wil consulteren,
want deze is ter plaatse niet voorhanden. Maar
er worden wel parlementsleden, ministers en
journalisten ingevlogen. Een enkele advocaat
kan daar ook nog wel bij. Om de advocaat snel
te kunnen oproepen en in te kunnen vliegen zal
er een officiële piketregeling moeten komen.
Deze piketregeling zou er voor moeten zorgen
dat er altijd een advocaat beschikbaar en
bereikbaar is om af te reizen naar het missiegebied.
Mede gelet op de grote nationale belangen die
zijn gediend met de militaire missies in het
buitenland zou het op de weg van het kabinet
liggen om met een gedegen regeling met
rechtswaarborgen voor de militair te komen.
Helaas is er nog weinig beweging bij hen te
zien. Sterker nog: kort geleden hebben de
verantwoordelijke bewindspersonen, te weten
de staatsecretaris van Veiligheid en Justitie en
de minister van Defensie, bij de beantwoording
van Kamervragen van Tweede Kamerlid Eijsink
over het militair strafproces op geen enkele
wijze laten blijken zich bewust te zijn van het
gebrek aan waarborgen voor de betrokken
militair.
Duidelijk is dat er nog geen sprake is van
effectieve rechtsbijstand voor militairen op
missie bij schietincidenten. Dit geldt dus ook
voor de nieuwe missie naar Mali. De afwachtende houding van de verantwoordelijke
bewindspersonen doet geen recht aan de
militairen die over de gehele wereld opereren
met alle gevaren van dien. Onze militairen
verdienen beter!
Sébas Diekstra, advocaat
Salduz- en Panovits arrest
De rechten van verdachten, en daar kan tijdens
een uitzending redelijk snel sprake van zijn, zijn
door het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens vastgelegd in een uitspraak: o.a. het Salduz- en het Panovits arrest. In vervolg hierop zijn
er een aantal Europese Richtlijnen verschenen
die onverkort van toepassing zijn op de militair,
zowel in Nederland als in het uitzendgebied.
In 2009 hebben wij al aandacht gevraagd voor de problemen en is
er een aantal oplossingen verzonnen zoals hiervoor in het artikel
aangegeven (bijv. recht op telefonisch contact). In oktober
jongstleden is de laatste richtlijn verschenen en die scherpt een
aantal zaken nog verder aan.
Inmiddels hebben wij Defensie een brief gestuurd waarin wij
vragen op welke wijze de krijgsmacht denkt de rechten te borgen
van Nederlandse militairen die op uitzending zijn. Zodra er meer
over bekend is zullen zij hierover publiceren in ACOM Journaal.
...