G ev o e l s t e m p e rat u u r: 67 graden Celsius

Rep ortage
V N-m issie
Het kamp is niet af,
de wc is verstopt, de
hitte is enorm.
Nederlandse militairen
werken in Mali.
„ Je wordt de woestijn
ingetrapt en je zoekt
het maar uit.”
HITTESTRESS
Door onze redacteur
Emilie van Outeren
Gevoelstemperatuur
De luchttemperatuur zegt maar
deels iets over hoe mensen hitte
ervaren. De gevoelstemperatuur is
belangrijker en hangt onder meer af
van de luchtvochtigheid, of het
waait, of de zon schijnt en wat voor
kleding iemand draagt.
GAO. De hitte slaat je in het gezicht als
je uitstapt op de enige landingsbaan
van Gao International Airport in Mali.
De temperatuur hier is, sinds de eerste Nederlandse militairen er begin
dit jaar neerstreken, overdag nauwelijks lager geweest dan 40 graden Celsius. Gevoelstemperaturen lopen tegen de 60. „Wanneer je landt, denk je
eerst dat je naast de straalmotor van
een vliegtuig staat”, zegt een militair.
„Alleen gaat dat gevoel in de maanden dat je hier bent nooit meer weg.”
De vlucht die militairen regelmatig
maken van de Malinese hoofdstad
Bamako naar hun basis in het noordoostelijke Gao leidt ze over de rivier
de Niger. Waar die in het zuiden een
bron is voor groene velden, is ze in
het noorden omringd door een dorre
steppe. Vanuit de lucht zijn slechts enkele nederzettingen te zien. Nog verder naar het noorden, waar Mali amper meer bewoonbaar lijkt en zich zowel onafhankelijkheidsstrijders als
terroristen ophouden, verandert het
land in een „maanlandschap”, zeggen
de militairen die er geweest zijn.
Op het Nederlandse kamp in Gao
verblijven ruim vierhonderd militairen die deel uitmaken van de VN-missie Minusma. Een missie die het land
moet stabiliseren na een burgeroorlog, een coup en een Franse militaire
ingreep. En een missie die in toenemende mate zelf doelwit is van aanslagen. Vorige week werd een Senegalese
soldaat gedood toen een raket insloeg
op zijn kamp in Kidal. Een week eerder sneuvelden negen militairen uit
Niger in een hinderlaag.
Op het Nederlandse kamp Castor,
bijna 300 kilometer zuidelijker dan
Kidal, is het dreigingsniveau laag. Het
gevaar van mijnen, bermbommen, raketten en mortieren lijkt zelfs iets afgenomen sinds de missie begon. De
sfeer op het kamp is ontspannen en
vrijwel niemand loopt gewapend
rond. Maar de hitte en de spartaanse
faciliteiten hinderen de militairen in
hun werk. Het is hier zo warm dat de
honden die zijn meegenomen om het
helikopterveld te bewaken, overdag
schoentjes dragen tegen de hitte van
het woestijnzand.
Bijna alle wc’s kapot
Er zijn meer ongemakken. „We zijn
hier al bijna een jaar bezig, en nog
steeds slapen we in tenten”, klaagt
een militair. Hij laat zien hoe hij met
zeven collega’s in een witte tent kampeert. Ze slapen op strakgespannen,
donkergroene veldbedjes die vlak
naast elkaar staan. De enige privacy
bieden muskietennetten die om de
slaapplekken heen gespannen zijn.
Omdat de ene aanwezige airco de hitte niet aankan, hebben ze in Gao zelf
ventilators aangeschaft.
De militair wil niet met zijn naam in
de krant, omdat militairen niet horen
te klagen. Ze hebben nu eenmaal voor
dit bestaan gekozen. „En ik moet ook
aan mijn toekomst denken.” Daarnaast heeft Defensie meer militairen
Voor het hittegevoel gebruikt het
KNMI de hitte-index van Robert
Steadman. Deze index is een combinatie van luchtvochtigheid en
temperatuur.
Het menselijk lichaam koelt af door
te zweten. Bij een hoge temperatuur en luchtvochtigheid lukt dat
niet goed, omdat er minder
zweet verdampt.
Een luchttemperatuur van 45 graden Celsius bij een luchtvochtigheid van 10 procent voelt daarom
minder drukkend dan 35 graden bij
70 procent luchtvochtigheid. Het
KNMI koppelt de hitte-index aan risico’s voor de gezondheid. Vanaf
40 geldt als gevaarlijk, vanaf 56 als
zeer gevaarlijk.
Of iemand last krijgt van hitte,
hangt af welke inspanning iemand levert en van hoe lang de
hitte aanhoudt.
Militairen van de VN-missie in Mali fotograferen een aanrollende zandstorm. Het extreme klimaat in de woestijn bemoeilijkt de werkzaamheden sterk.
G evo elstem p eratu u r:
67 graden C elsius
dan in recente missies verboden met
hun achternaam in media te verschijnen. Iedereen die zich bezighoudt
met het verzamelen van inlichtingen
wordt afgeschermd. En de Nederlandse inbreng in Minusma draait volledig
om inlichtingen.
Als er wisselingen van militairen
zijn, bijvoorbeeld toen laatst een
nieuwe lichting helikopterbemanning
binnenkwam, slapen zij met tientallen in de kleine sporthal. En voor al
die honderden militairen heeft het
kamp precies vier functionerende
wc’s met stromend water. Twee voor
het handjevol vrouwen dat hier
werkt, en twee voor de mannen. Er
waren er meer, maar die zijn verstopt
geraakt en niet gerepareerd. In plaats
daarvan zijn de mannen verbannen
naar „de poepzakken” aan de rand
van de basis. Daar doen ze hun behoefte op een klapstoel met een gat
erin en een plastic zak eronder.
Douchen, in cabines die gemaakt
zijn van tentzeil, is vanwege de waterschaarste gelimiteerd tot vier minu-
ten per persoon per dag. „Ik ben nu
zes keer uitgezonden geweest en dit
heb ik nog nooit meegemaakt”, zegt
de anonieme militair. „Je wordt gewoon de woestijn ingetrapt en verder
zoek je het maar uit.”
Het kamp is nog niet af
De hoogste temperatuur die tot nu
toe op het militaire kamp Castor is gemeten is, was 67 graden. Niet buiten
in de brandende zon, maar in de eetzaal tijdens de lunch. Zaal is eigenlijk
een groot woord voor de grote boogvormige tent waarin de ruim vierhonderd militairen drie keer per dag
eten. Aan een kant ervan blaast de
keuken hitte de ruimte in; de opening
aan de andere kant en de ventilatoren
aan het plafond zorgen nauwelijks
voor verkoeling. „Als je goed zweet,
krijgt je eten ten minste een beetje
smaak. En af en toe vliegt er nog vers
vlees in”, grapt een militair over de insecten.
Aan een echte, afgesloten en airconditioned eetzaal wordt gewerkt.
VEILIGHEID
Bert Koenders: VN-missie is nu doelwit van aanslagen
In één week verloor de
VN-missie in Mali tien
militairen. Het dodental van de missie komt
daarmee op 32. Bert
Koenders, aanstaand
minister van Buitenlandse Zaken, maar nu
nog speciale vertegenwoordiger van de VN in
Mali, legt uit waarom de
vredesmissie doelwit is
van aanslagen.
„We hebben het mandaat om de bevolking
te beschermen tegen
de terugkeer van terroristische groepen,
maar we hebben daar
helaas de juiste middelen niet voor”, zegt
Koenders. Nederland
heeft technologisch
hoogstaand materieel
en goed getrainde en
bewapende special forces, maar Afrikaanse
troepen hebben niet de
beste uitrusting en de
voertuigen voor een
gevaarlijke missie.
Het toegenomen geweld heeft te maken
met de vredesonderhandelingen tussen
de Malinese regering
en rebellen uit het
noorden. Die vinden
momenteel onder
Koenders’ leiding
plaats in Algerije. „Je
ziet dat groepen die
niet aan tafel zitten dat
proces willen versjteren
en nu extra geweld gebruiken.”
Daarnaast is de VN
doelwit omdat de VN
er nu eenmaal is. „Het
Malinese leger is uit het
noorden gevlucht en de
Franse missie die er zat
is kleiner geworden.”
Koenders ziet ook dat
terroristische groeperingen zichzelf versterkt hebben, maar
weet niet van directe
links met Islamitische
Staat. „We zien wel
copycatgedrag. Groeperingen voelen zich
gestimuleerd door dergelijke bewegingen.
Ook door Boko Haram.”
Eigenlijk had die er al moeten staan.
Net als de containers om in te slapen,
en behoorlijke sanitaire voorzieningen. „Het kamp had al vrijwel af moeten zijn voordat ik hier kwam”, zegt
kapitein Bart Jacobs (32), de commandant van de genie, die het kamp
bouwt. Hij zou hier in augustus komen om te zorgen dat er op het kamp
ruimte gemaakt zou worden voor de
Chinook-transporthelikopters en -bemanning, die later aan de missie zijn
toegevoegd. In plaats daarvan moet
hij de enorme achterstand wegwerken die bij de bouw is opgelopen.
„Het is logistiek niet helemaal goed
gegaan”, zegt hij.
Nederland heeft eind vorig jaar besloten aan de VN-missie in Mali bij te
dragen en vrij snel daarna zaten de eerste militairen in Gao. In eerste instantie duurt de missie tot eind 2015, dus er
kon geen tijd verspild worden met
eerst bouwen en later pas de militairen
sturen die de missie inhoud geven.
Containers, voor huisvesting en
goederen, worden via Dakar in buurland Senegal over de weg aangevoerd.
Nu zijn de meeste containers binnen,
maar gepantserde deuren ontbreken
nog. Daardoor kan de bouw niet worden afgerond. Op z’n vroegst in april
volgend jaar staat de laatste wooncontainer.
Genie maakt lange dagen
En dan is er dus de hitte. „Machines
waar we mee werken, breken gewoon
af in dit klimaat”, zegt kapitein Jacobs. Ook zijn mensen hebben het
zwaar. De genie werkt zes dagen per
week, negen uur per dag in de verzengende zon. Met petjes, zonnebrandmiddel, een siësta en negen liter water per man per dag moeten ze die
weerstaan. Af en toe hinderen stofstormen het werk. Woestijnzand
komt als een tsunami over het kamp
geraasd en legt alles stil: van de bouw
van onderkomens tot het vliegen van
de helikopters.
De weersomstandigheden zijn niet
het enige waaraan de Nederlandse
militairen moeten wennen in Mali.
Ook werken in VN-verband is een
voor de meesten een nieuwe ervaring. Niet zozeer wat de inhoud van
de missie betreft, maar vooral qua
hiërarchie en prioriteiten.
Sinds het drama van Srebrenica
heeft Nederland militairen nog maar
zelden een blauwe helm op willen zetten. Alleen in Eritrea werden in 2001
nog honderden militairen ingezet, in
Congo en Soedan deed Nederland
voor de vorm mee met enkele officieren. In plaats daarvan werd de afgelopen jaren bijna exclusief binnen de
NAVO opgetreden: in Irak en vooral in
Afghanistan.
Op één manier wordt de warmte
van Mali geroemd: die van de vrolijke
en vriendelijke bevolking, zegt majoor Baan Rijnsburger (42). In tegenstelling tot Afghanistan voelen de militairen zich hier meer dan welkom.
„Het is een extreem arm land, maar ik
heb hier nog weinig mensen zuur zien
kijken. Daar kunnen we in Nederland
nog wat van leren”, zegt Rijnsburger.