N I E U W S E N A D V I E S O V E R O P L E I D E N E N C O A C H E N Dit artikel wordt u aangeboden door OC Rendement Personeel is voor bijna iedere organisatie het belangrijkste bedrijfskapitaal. Om de waarde van dat menselijk kapitaal te behouden en te vergroten, investeren werkgevers in opleiding en coaching. Dat zijn flinke investeringen, niet alleen in geld, maar ook in tijd en aandacht. P&O-professionals die zich bezighouden met de uitvoering en vormgeving van het opleidingsbeleid willen daarom dat die investeringen ook rendement opleveren. OC Rendement onderscheidt zich door: Nieuws over veranderende wet- en regelgeving; Laagdrempelige artikelen over organisatieontwikkeling, inkoop, selectie en certificering van opleidingen, didactiek, advisering en coaching; Actuele rubrieken met relevante praktijkcases; Handige checklists en praktische tips. Meer informatie op: www.rendement.nl/oc Voordelig proefabonnement aanvragen? www.rendement.nl/oc/abonneren © 2013 Rendement Uitgeverij. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, noch geheel, noch gedeeltelijk, worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. –juridisch speel nu alvast in op de wettelijke scholingsplicht Zet scholing op nummer één Het scholingsrecht in de Wet werk en zekerheid is niet vrijblijvend. In tegendeel, als werkgever bent u straks verplicht om te investeren in de ontwikkeling van het personeel. Dat is straks in de wet verankerd. Als opleidingsverantwoordelijke bent u natuurlijk doordrongen van het nut en de noodzaak van scholing. De introductie van de wettelijke scholingsplicht maakt die noodzaak echter nog groter. Maar waarom afwachten? De scholingsplicht biedt immers ook een heleboel nieuwe kansen! O Op 17 juni 2014 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met de Wet werk en zekerheid (WWZ). Onderdeel van de nieuwe wet is de wettelijke scholingsplicht, die per 1 juli 2015 in werking treedt. Hoewel minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in principe vindt dat scholing onder goed werkgeverschap valt, heeft de Tweede Kamer op de valreep een amendement aangenomen dat scholing in de wet verankert. Wat houdt de wettelijke scholingsplicht in en waar moet u als HR-professional rekening mee houden in de praktijk? Noodzakelijk De scholingsplicht in de WWZ houdt in dat u werknemers van uw organisatie in staat moet stellen om scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uit oefening van hun functie. Als de functie van een medewerker komt te vervallen of een medewerker niet langer in staat is om een functie te vervullen, moet u bovendien zorgen dat de medewerker de vereiste scholing krijgt om zijn ar4 OC Rendement 6-2014 beidsovereenkomst te kunnen voortzetten, voor zover dat redelijkerwijs van u kan worden verlangd. Onder bepaalde voorwaarden wordt het mogelijk om scholingskosten in aftrek te brengen op de transitievergoeding bij ontslag. De transitievergoeding is in principe ver- Scholingsbudget in breder perspectief gezien Bij de invulling van het scholingsbudget voor werknemers kunt u bijvoorbeeld denken aan trainingen die ingaan op vragen als: ▪▪ Hoe gaat uw organisatie om met leiderschap en welke leiderschapsstijl past het beste bij uw organisatie? ▪▪ Hoe kunnen de werkrelaties verbeteren, zodat deze gebaseerd zijn op vertrouwen en erkenning van de werknemers? ▪▪ Hoe kunnen medewerkers leren om elkaar op een constructieve manier feedback te geven? schuldigd bij opzegging van de arbeidsovereenkomst door of ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever, of bij het niet-voortzetten van de arbeidsovereenkomst na een einde van rechtswege zonder dat de werkgever een nieuw contract aanbiedt. Ook is de transitievergoeding verschuldigd als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever en de werknemer vervolgens de arbeidsovereenkomst op zijn initiatief beëindigt of niet voortzet. Er moet sprake zijn van een dienstverband van ten minste twee jaar. Besluit De voorwaarden voor kostenaftrek worden uitgewerkt in een Algemene Maatregel van Bestuur. Het concept van het besluit transitievergoeding is inmiddeld bekend (zie ook voorpagina). In het besluit staat welke kosten u in mindering kunt brengen op de transitievergoeding en onder welke voorwaarden dat moet gebeuren. Het besluit is nog niet definitief: het moet nog worden beoordeeld door de Raad van State en de Tweede Kamer. Hoewel het besluit dus nog op een enkel punt kan worden aangepast, is het voor u toch goed om alvast de inhoud te weten. In het besluit wordt onderscheid gemaakt tussen transitiekosten en inzetbaarheidskosten. Onder transitiekosten vallen kosten van maatregelen in verband met het eindigen of niet-voortzetten van de arbeidsovereenkomst die zijn gericht op het voorkomen of bekorten van de duur van de werkloosheid van een werknemer. Denk hierbij aan kosten voor outplacement en scholing. Inzetbaarheidskosten daarentegen zijn kosten die zijn gemaakt tijdens het dienstverband, die samenhangen met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer buiten uw organisatie. Om inzetbaarheidskosten als aftrekpost te mogen opvoeren, geldt als voorwaarde dat deze kosten geen directe relatie mogen hebben met de eigen functie van de werknemer. De kosten mogen ook niet hebben bijgedragen aan de bredere inzetbaarheid van de medewerker ten behoeve van uw organisatie. Het is nog onduidelijk hoe strikt deze voorwaarden straks worden geïnterpreteerd. Om discussies en juridische procedures te voorkomen, is het van belang voor zowel uw medewerkers als voor uw werkgever dat duidelijk is welke kosten mogen worden afgetrokken van de transitievergoeding. Een goede schriftelijke vastlegging (bijvoorbeeld in een studieovereenkomst) is om die reden essentieel. U doet er verstandig aan om deze schriftelijke vastlegging op te nemen in het personeelsdossier. Overeenstemming In het ontwerpbesluit wordt bovendien de eis gesteld dat transitie- en inzet- Afspraken Voor zowel transitie- als inzetbaarheidskosten geldt dat u ze in principe alleen mag aftrekken als de medewerker hier schriftelijk mee heeft ingestemd voordat de kosten zijn gemaakt. Maak daar dus duidelijke afspraken over met uw werknemers, bijvoorbeeld in een scholingsovereenkomst. Inzetbaarheidskosten kunt u bovendien alleen in mindering “ Leg afspraken over kostenaftrek altijd schriftelijk vast Ontbindingsverzoek wordt afgewezen bij gebrekkige scholing ” brengen als ze betrekking hebben op de periode van vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop de transitievergoeding verschuldigd is (tenzij u hierover schriftelijk andere afspraken heeft gemaakt). Behalve de wettelijke scholingsplicht is er nog een prikkel in de Wet werk en zekerheid voor werkgevers om te investeren in opleiding en ontwikkeling van het personeel. Wilt u straks een werknemer ontslaan wegens disfunctioneren, maar blijkt dat het disfunctioneren het gevolg is van onvoldoende of gebrekkige scholing, dan zal de kantonrechter het ontbindingsverzoek afwijzen. Ook bij herplaatsing van een medewerker in een andere functie moet u de mogelijkheid van scholing altijd onderzoeken. Het belang van (tijdig) bijscholen wordt daarmee nog groter. In economisch lastige tijden kijken veel werkgevers vooral naar de korte termijn. Dat is op zich logisch, want de continuïteit van de organisatie staat natuurlijk voorop. De verleiding om (bij)scholing uit te stellen, is dan groot. Hierdoor dreigen organisaties echter achterop te raken. Grijp de wettelijke scholingsplicht dus aan als kans én stimulans om uw scholingsbeleid aan te passen aan de eisen van de nieuwe tijd en talentvolle medewerkers aan uw organisatie te binden. In een snel veranderende wereld is het belangrijk om ook naar de langere termijn te kijken. Dit houdt onder meer in dat alle werknemers begrijpen waarom klanten – ook in de toekomst – voor uw organisatie moeten kiezen. Als uw medewerkers de kernwaarden en speerpunten van uw organisatie kennen en begrijpen, kunnen ze die ook veel beter uitdragen. Deze punten kunt u in de vorm van scholing aan uw werknemers kenbaar maken. Valkuil Behalve dat u investeert in bedrijfs- of functiespecifieke opleidingen (zoals de bediening van bepaalde machines of de omgang met bepaalde (bedrijfs)systemen), is het goed als uw medewerkers zich ontwikkelen in het verbeteren van baarheidskosten alleen mogen worden afgetrokken als werkgever en werknemer over de aftrekbaarheid van specifieke kosten vooraf overeenstemming hebben bereikt. Een uitzondering op deze expliciete schriftelijke vastlegging is de situatie waarbij er tussen (verenigingen van) werkgever(s) en (verenigingen van) werknemers afspraken worden gemaakt waaraan de werkgever gebonden is. Hierbij kunt u onder meer denken aan de kosten van een outplacementtraject uit een sociaal plan. Deze uitzondering geldt ook voor afspraken die een werkgever heeft gemaakt met de ondernemingsraad. (interne) relaties en als u leiderschaps stijlen en talenten van het personeel in kaart brengt. Een belangrijke valkuil van veel organisaties is namelijk dat leiderschap regelmatig lijkt te zijn overgenomen door (digitale) managementen feedbacksystemen. Interne relaties komen hierdoor regelmatig onder druk te “ Breng leiderschap en talenten van uw personeel in kaart ” staan. Om deze reden is het van belang om direct met elkaar in gesprek te gaan en niet langer digitale systemen als middel te gebruiken om leiderschap vorm te geven. Door ook oog te hebben voor zulke aspecten, haalt u het beste in uw werknemers en daarmee ook in uw organisatie naar boven. Scholing die zich hierop focust, is een goed middel om dit doel te bereiken en tegelijkertijd invulling te geven aan de wettelijke scholingsplicht. Frank de Beer, managing partner bij Flexian, e-mail: [email protected], www.flexian.nl en Naomi Giling, arbeidsrechtadvocaat bij Pallas Advocaten, e-mail: [email protected], www.pallas.nl OC Rendement 6-2014 5
© Copyright 2024 ExpyDoc