Conclusies achterbanraadpleging CNV Onderwijs

Contactgegevens: Gerben Horst, [email protected], 030-7511724/06-24703737
Achterbanraadpleging CNV Onderwijs
Toerusting Passend Onderwijs
Uitgezet van 13-11-2014 t/m 23-11-2014
Respondenten
In totaal is de vragenlijst door 3383 mensen ingevuld, van wie het merendeel werkzaam is als leraar en daarnaast is ook het
merendeel werkzaam in het primair onderwijs.
8%
2%
3000
5%
PO
VO
15%
MBO
(V)SO
2500
Leraar
2000
IB'e r e .d.
1500
AB'e r e .d.
1000
Schoolle ide r e .d.
OOP-nlg
500
ODV
70%
OOP-lg
0
Aantal
Figuur 1: In welke sector(en) ben je werkzaam?
Figuur 2: Wat is je functie?
Scholing: “Theorie is geen praktijk”
Er is veel scholing gevolgd: in totaal hebben de respondenten ruim 3 scholingen per persoon gekozen, vooral
gedragsproblemen, handelingsgericht- en opbrengstgericht werken scoren hoog (allen meer dan één derde van de
respondenten). Gevolgd door (op volgorde): leerproblemen; dyslexie; anders; één zorg route; ontwikkelingsperspectief;
klassenmanagement; pedagogisch klimaat; master SEN; leerlijnen; SOP; dyscalculie; School aan Zet; ouderparticipatie; coteacherschap. 6% gaf bij de categorie ‘anders’ aan geen scholing m.b.t. passend onderwijs te hebben gevolgd.
1800
1600
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
Ja
Deels
Nee
Aantal
Figuur 3: Heb je mede door deze scholing voldoende handvatten voor de vormgeving van passend onderwijs?
Op de vraag of deze scholing voldoende handvatten geboden heeft voor het vormgeven van passend onderwijs zijn de
meningen verdeeld. Ruim 20% zegt voldoende handvatten te hebben en krap 30% geeft aan van niet. De helft van de
respondenten heeft deels voldoende handvatten.
Onder de 20% die zegt voldoende geschoold te zijn is een substantieel deel dat aangeeft andere belemmeringen te ervaren,
zoals te grote klassen of te weinig tijd. Onder diegenen die een opmerking maakten bij de keuze voor ‘deels’ valt op dat
regelmatig aangegeven wordt dat men nog in ontwikkeling is of niet uitgeleerd is. Ook hier wordt wel aangegeven dat naast
scholing andere belemmeringen aanwezig zijn. De ‘nee-zeggers’ geven ook regelmatig aan dat andere zaken spelen en er
lijkt hier een percentage te zijn dat al eerder aangaf geen scholing te hebben gevolgd (een deel van de eerder genoemde
6%). Veelzeggend zijn de opmerkingen in de trant van ‘theorie is geen praktijk’.
1
Knelpunten
Onder het vorige kopje werd al duidelijk dat onvoldoende toerusting niet het enige knelpunt is volgens de achterban van
CNV Onderwijs. Op de directe vraag naar andere knelpunten die voor 1-8-2014 niet of in mindere maten ervaren werden
koos de gemiddelde deelnemer 4 items. Er is niet echt een uitschieter. Werkdruk scoort het hoogst met 62%, gevolgd door
het niet lukken van het geven van de juiste instructie/begeleiding met 55% en op de derde plaats de toename van de
bureaucratie met 48,66%. Op plaats 4 & 5 volgen kort op elkaar minder handen in de klas en toename specifieke
problemen. Minder expertise is het minst vaak gekozen als knelpunt. Daarbij moeten we opmerken dat op dit moment veel
ambulant begeleiders nog in dienst zijn en veelal ook beschikbaar voor het reguliere onderwijs door de tripartiete
overeenkomst.
Toename bureaucratie
2500
Toename specifieke problemen
Afname €
2000
Minder handen
1500
Minder ondersteuning
Minder expertise
1000
Onvoldoende duidelijkheid SWV
Werkdruk
500
Instructie/beleiding lukt niet
0
Hoge verwachtingen ouders
Aantal
Anders
Figuur 4: Welke knelpunten ervaar je nu die je voor 1-8-2014 niet of in mindere mate ervoer?
Scholingsbehoefte
Ongeveer 1/3 van de respondenten gaf aan nog behoefte te hebben aan scholing op gebied van klassenmanagement en
ook ongeveer 1/3 voor kennis van gedrags- en leerproblemen. De minste behoefte is aan scholing omtrent leerproblemen.
Gemiddeld koos iedere respondent 2 aandachtsgebieden waarop hij/zij nog scholingsbehoefte heeft.
1200
OPP
1000
Klassemanagement
Differentiatie
800
Leerproblemen
600
Gedrags- en o.problemen
400
HB/excellentie
200
Werkwijze SWV
Geen behoefte
0
Volg al scholing
Aantal
Figuur 5: Welke scholingsbehoefte heb jij nog in het kader van passend onderwijs?
Conclusie
Oppervlakkig gezien lijkt er een reden om te zeggen dat de scholing van leraren niet toereikend was. Bijna 1/3 van de
leraren beaamt dit door te kiezen voor het antwoord ‘nee’ op de directe vraag en de helft is ‘deels’ voldoende geschoold. Er
worden echter ook veel andere redenen genoemd voor het niet kunnen bieden van passend onderwijs die geen of niet
direct verband houden met voldoende scholing.
Werkdruk scoort het hoogste met 62%, gevolgd door het niet lukken van het geven van de juiste instructie/begeleiding met
55% en op de derde plaats de toename van de bureaucratie met 48,66%. Op plaats 4 & 5 volgen kort op elkaar minder
handen in de klas en toename specifieke problemen. Van deze knelpunten kan met name het punt ‘instructie/begeleiding
lukt niet’ gezien worden als oplosbaar door scholing.
CNV Onderwijs zal daarom komende periode niet alleen insteken op het bieden van professionaliseringsmogelijkheden op
maat op de werkvloer maar ook voor het voorzien in de randvoorwaarden. Vermindering van bureaucratie en werkdruk,
verlaging van de groepsgrootte zijn van groot belang om het bieden van passend onderwijs mogelijk te maken in elke
school.
2