Indien iemand minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verklaard, bestaat er geen recht op een WIA-uitkering. De loondoorbetaling stopt en de werkgever gaat het loon betalen conform de (eventuele) passende arbeid. Het is de bedoeling dat de werknemer zoveel mogelijk in dienst van de werkgever blijft. Indien een werkgever geen passende arbeid kan aanbieden, mag deze de werknemer ontslaan. Dit is niet mogelijk als een C.A.O. dat niet toestaat of als er binnen een half jaar wel passende arbeid beschikbaar zal zijn. Een grote organisatie zal minder snel dan een klein bedrijf kunnen aantonen dat passende arbeid niet beschikbaar is. Hoe wordt de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld? De procedure kan het beste worden geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld: Pierre verdient € 30.000 op het moment dat hij arbeidsongeschikt wordt. Dit wordt het maatmanloon genoemd. Het UWV stelt op basis van de huidige krachten, bekwaamheden en verdienmogelijkheden vast dat Pierre de volgende functies zou kunnen vervullen: Postbode Treinconducteur Winkelmedewerker : : : € 22.000,00 € 20.000,00 € 16.500,00 De middelste functie (treinconducteur) wordt gebruikt voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage en wordt de restverdiencapaciteit genoemd. Het loon dat Pierre nog kan verdienen, is meer dan 65% van zijn oude loon. Pierre is dus minder dan 35% arbeidsongeschikt en ontvangt dus geen WIA-uitkering. (stel dat Pierre zijn oude loon € 40.000 bedraagt, dan is hij 50% arbeidsongeschikt en ontvangt hij wel een WIA-uitkering).