brief GGZNL reactie op wetsvoorstel langdurrig

Vaste commissie voor Veiligheid en Justitie
Van de Tweede Kamer
Datum
Bijlage(n)
20 januari 2014
Contactpersoon
Doorkiesnummer
Tineke Stikker / Olfert Koning
8949
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Dir/tesr/otkg/ierr/149028/2014
Onderwerp
Wetsvoorstel langdurig toezicht,
gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking
Geachte leden van de Vaste commissie voor Veiligheid en Justitie,
Tot 23 januari 2014 heeft u gelegenheid te reageren op het wetsvoorstel langdurig toezicht,
gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking.
Met deze brief willen wij u informeren over enkele onderwerpen die GGZ Nederland zijn
opgevallen in het wetsvoorstel en waar zij bezwaren ziet.
Algemene bezwaren tegen het wetsvoorstel
Onveiliger worden van de maatschappij
Eerder is GGZ Nederland geconsulteerd over het concept wetsvoorstel. De meeste
bezwaren die destijds geuit zijn, zijn wat ons betreft niet weggenomen. Alvorens inhoudelijk
in te gaan op deze bezwaren, zijn wij van mening dat met dit wetsvoorstel de maatregel tbs
onaantrekkelijker wordt voor verdachten met een psychische stoornis. Immers de tbs kan
levenslang gaan duren. De redenatie van de staatssecretaris dat de behandelduur tbs juist
verkort zal worden door deze maatregel omdat rechters eerder tot voorwaardelijke
beëindiging overgaan met de mogelijkheid van langdurig toezicht als alternatief, delen wij
niet. Deze “verkorting” betreft een schijnverkorting: de patiënt blijft onder toezicht en zal dit
zeker niet ervaren als “einde tbs”. Juist deze perceptie van de betreffende patiënten leidt tot
weigering van observatie. Hierdoor verwachten wij dat het aantal weigerende observandi
Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg
Piet Mondriaanplein 25 • 3812 GZ Amersfoort • Postbus 830 • 3800 AV Amersfoort • T 033 460 89 00 • KVK 40483580
[email protected] • www.ggznederland.nl • IBAN: NL56 INGB 0687 2118 08 BIC: INGBNL2A • IBAN: NL08 ABNA 0408 3901 07 BIC: ABNANL2A
juist zal toenemen, in plaats van afnemen. Met als gevolg steeds meer justitiabelen die
onbehandeld uit detentie terugkeren in de maatschappij.
Een bijeffect kan zijn dat de uitgangspunten van het Meerjarenakkoord forensische zorg niet
gehaald kunnen worden. Deze hebben onder andere betrekking op een sterke forensische
zorg met een lage recidive voor justitiabelen die effectief behandeld worden op de juist plek.
De angst is dat de voorgestelde maatregelen zorgen voor een grotere weerstand tegen de
tbs-maatregel. En het daarmee moeilijker wordt voor de sector hun maatschappelijke
opdracht, te weten het behandelen en resocialiseren van psychisch zieke delinquenten
binnen een proportionele termijn, uit te voeren. Naar onze mening zal ook de verkorting van
de feitelijke behandelduur (dus niet de veronderstelde schijnverkorting zoals hierboven
beschreven) onder druk komen te staan. Kortom: wij zijn van mening dat de maatschappij
hierdoor onveiliger zal worden.
Toename minderjarige weigerende observandi
GGZ Nederland voorziet dat er ook bij minderjarigen vaker sprake zal zijn van het weigeren
mee te werken aan observaties. Dit omdat in het adolescentenstrafrecht de omzetting is
gecreëerd een PIJ-maatregel om te zetten in een maatregel tbs, waardoor minderjarigen met
een PIJ-maatregel levenslang toezicht kunnen krijgen. De staatssecretaris heeft voor
volwassen weigerende observandi een regeling in de Wet forensische zorg opgenomen, die
naar de mening van GGZ Nederland geen oplossing biedt. De regeling geeft de mogelijkheid
om bij weigering mee te werken aan het onderzoek, oude medische dossiers in te zien om
zo een oordeel over de psychische gesteldheid van de patiënt te kunnen vormen. GGZ
Nederland vindt dat dit de continuïteit van zorg in gevaar kan brengen. Patiënten kunnen uit
voorzorg om vernietiging van hun dossiers vragen, of uit angst voor een toekomstige tbs
maatregel geen openheid van zaken geven over hun psychische problematiek.
Wijzigingen ten opzichte van de huidige wettelijke kaders
Maximale duur tbs
Het huidige artikel 38 j Sr wordt gewijzigd: het artikellid dat een maximale duur van 9 jaar
stelt aan een voorwaardelijke veroordeling komt te vervallen, hetgeen tot gevolg heeft dat er
geen maximale duur meer is maar dat de voorwaarden tot levenslang kunnen worden
verlengd, steeds op vordering van het OM. Ten opzichte van het eerdere concept
wetsvoorstel wordt er nu geen onderscheid meer gemaakt in bepaalde categorieën van
gewelds- en zedendelicten waarvoor er levenslang toezicht kan gaan gelden. Hiermee is het
bezwaar van GGZ Nederland over ongemotiveerde discriminatie vervallen. Wel blijft ons
bezwaar overeind dat deze recente regeling van 9 jaar toezicht nog niet is benut: het
onderzoek van Significant heeft gekeken naar recidive cijfers van vóór de afloop van 9 jaar
toezicht.
Bovendien zal, zoals gezegd, het aantal weigerende observandi met dit voorstel toenemen.
Meer inzet op verbetering van transparantie en het inzichtelijk maken van perspectief in de
behandeling voor de potentiële tbs-gestelden, zoals verwoord in de Meerjarenafspraken
forensische zorg en hieruit voortvloeiende initiatieven binnen de tbs sector, bieden volgens
GGZ Nederland meer winst.
Criteria gedragsbeïnvloedende- of vrijheidsbeperkende maatregelen
Er komt een aparte afdeling in het wetboek van strafrecht dat de rechter de mogelijkheid
geeft een scala aan gedragsbeïnvloedende maatregelen of vrijheidsbeperkende maatregelen
op te leggen. Van opname in een ggz-instelling tot verhuisgeboden of locatieverboden. De
criteria waaraan getoetst wordt of een dergelijke maatregel opgelegd kan worden zijn zeer
algemeen: al gauw zal daar aan voldaan zijn (algemene veiligheid voor personen of
goederen). Het rapport dat de reclassering opstelt over het recidiverisico is hiervoor naar de
mening van GGZ Nederland van groot belang: net als bij tbs en andere voorwaardelijke
strafrechtelijke maatregelen dient een breed onderbouwd advies opgesteld te worden op
basis van actuele risicotaxatie, verloop van het toezicht tot nu toe en eventuele incidenten te
door de toezichthoudende reclasseringsorganisatie. Dit moet leiden tot een onderbouwd
advies van de noodzaak of het toezicht al dan niet verlengd dient te worden.
Concluderend ziet GGZ Nederland meer na- dan voordelen in het wetsvoorstel.
Wanneer u hierover nog vragen heeft over deze brief, neemt u dan contact op met
Olfert Koning, adviseur public affairs, E.: [email protected]; T.: 033-460 89 49 of
Tineke Stikker, jurist, E.: [email protected]; T. 033-460 8982.
Met vriendelijke groet,
Ir. P.M. van Rooij,
directeur.