Mantelzorg in Zuid Foto voorpagina: Oudezijds Voorburgwal 300, fotograaf Edwin van Eis (2010) In opdracht van: Stadsdeel Zuid Projectnummer: 14100 Ellen Lindeman Carine van Oosteren Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0324/0412 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam www.os.amsterdam.nl [email protected] [email protected] Amsterdam, juli 2014 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Inhoud 2 Inleiding 3 1 Ontwikkelingen in arbeidsparticipatie en mantelzorg 1.1 Mantelzorg in Amsterdam 1.2 Verwachte ontwikkelingen 5 5 6 2 Resultaten peiling 2.1 Brede definitie mantelzorg 2.2 Wie zijn de mantelzorgers 2.3 De ontvangers van mantelzorg 2.4 Aard van mantelzorg 2.5 Motieven van mantelzorger 2.6 Ervaren belasting 2.7 Mantelzorgondersteuning 2.8 Mogelijkheid tot meer mantelzorg 8 8 9 10 12 14 15 18 19 3 Conclusies en aanbevelingen 22 Bijlage I Open antwoorden 24 Bijlage II De vragenlijst 29 Mantelzorg in Zuid Inleiding Uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor van de GGD blijkt de mantelzorg die door de inwoners uit Zuid gegeven wordt, met bijna 10% net onder het Amsterdamse gemiddelde ligt. Stadsdeel Zuid wil inzage in de huidige situatie van mantelzorgers in het stadsdeel. Het doel van het onderzoek is te bepalen wie de huidige mantelzorgers zijn in Zuid, wat zij zoal doen en in welke mate zij zich begin 2014 (over)belast voelen. De resultaten worden beschouwd als nulmeting. Bovendien kan op basis van de resultaten bepaald worden wat het stadsdeel kan doen om te voorkomen dat de (over)belasting toeneemt. In 2015 worden gemeenten onder andere verantwoordelijk voor de zorg voor langdurig zieken en ouderen. Deze decentralisatie zal vermoedelijk gepaard gaan met bezuinigingen. De verwachting is dat het aantal mensen dat behoefte heeft aan mantelzorg in de toekomst zal toenemen, als gevolg van vergrijzing. De zorgvraag zal vermoedelijk zwaarder zijn omdat steeds meer ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap thuis blijven wonen. Het aantal mantelzorgers zal naar verwachting minder groeien en bovendien zullen ze langer doorwerken. Hierdoor zal de combinatie 1 van werk en mantelzorg vaker voorkomen. Als gevolg van de recessie is de arbeidsparticipatie op dit moment tijdelijk wat lager maar deze zal in de toekomst weer gaan stijgen, om de vergrijzing op te vangen. In 2016 zal daarom voor een tweede keer onderzocht worden hoe het met de mantelzorgers in Zuid gesteld is. Is het aantal toe- of afgenomen? Is het aandeel (werkende) mannen en vrouwen onder hen veranderd? En zijn er veranderingen in de (over)belasting en in de gewenste ondersteuning? Aanleiding Aanleiding voor dit verzoek tot onderzoek vormt een door GroenLinks en SP ingediende motie bij het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuid, “Emancipatie in informele zorg”. Daarin werd geconstateerd dat er in het zorgbeleid van stadsdeel Zuid nog geen aandacht is voor het feit dat extra taken voor mantelzorgers vooral op de schouders van vrouwen dreigen neer te komen. In de motie werd een verzoek gedaan om te monitoren wat de effecten zijn van de decentralisatie in de zorg op de verhouding tussen zorgtaken en betaald werk voor mannen en vrouwen. Daarnaast werd het verzoek gedaan extra aandacht te besteden aan het interesseren van mannen voor informele zorg en om maatregelen te treffen om de economische zelfstandigheid van vrouwen te behouden door ondersteuning van werkende mantelzorgers (bijv. door respijtzorg). Onderzoeksopzet en methode O+S heeft voor de nulmeting contact opgenomen met bewoners van Zuid om zo mantelzorgers te bereiken. Hierbij is gebruik gemaakt van twee methodes: 1. Online panel; 2. Telefonische interviews. 1 Maatschappelijke ontwikkelingen, feiten en cijfers. Werk & mantelzorg 3 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek O+S heeft een online panel met 4.500 Amsterdamse bewoners. Een kleine 800 hiervan 2 woont in Zuid en is minimaal 19 jaar. Deze zijn benaderd worden met het verzoek om een vragenlijst in te vullen. De mensen die eind 2013 hebben meegedaan aan een ander 3 O+S-onderzoek naar mantelzorg zijn niet benaderd. Daarnaast beheert O+S een digitaal panel Zuid. Dit panel bestaat uit 365 ouders in Zuid met (jonge) kinderen. Deze zijn eveneens benaderd voor het onderzoek. Omdat in de panels hoogopgeleiden oververtegenwoordigd zijn, is het nodig om ook andere kanalen in te zetten. Zo ontstaat beter zicht op de werkelijke situatie in Zuid. Er is met 618 Amsterdamse bewoners uit Zuid gesproken en daarbij is het concept mantelzorg toegelicht. Alleen als ze tot de doelgroep behoren, is telefonische de vragenlijst afgenomen. Dat leverde de gegevens van 62 mantelzorgers op. In totaal hebben 1.100 bewoners van stadsdeel Zuid meegewerkt aan dit onderzoek: 56% telefonisch, 33% via het algemene panel en 11% via het digipanel Zuid. Dit heeft in totaal 207 mantelzorgers opgeleverd. Aan de hand van een vragenlijst is bepaald wat de kenmerken van deze mantelzorgers in Zuid zijn, of er sprake is van een te zware belasting en wat het stadsdeel kan doen om dit te verminderen of een verdere belasting te voorkomen. De vragenlijst is in overleg met de opdrachtgever opgesteld en het Steunpunt Mantelzorg heeft commentaar gegeven op de conceptversie. Opzet rapportage Het rapport begint met een beschrijving van ontwikkelingen in arbeidsparticipatie en mantelzorg op basis van een inventarisatie van eerder onderzoek. Het betreft een samenvatting van een eerder door O+S geschreven fact sheet, getiteld Concurrentie mantelzorg en betaald werk (maart 2014). De fact sheet behandelt de ontwikkelingen in betaald werk voor mannen en vrouwen, en de ontwikkelingen in mantelzorg. In hoofdstuk twee staan de resultaten van de peiling onder de mantelzorgers in stadsdeel Zuid. Tot slot worden in hoofdstuk 3 conclusies getrokken en aanbevelingen voor het stadsdeel gegeven. 2 3 4 Dit is de grens die de GGD Amsterdam aanhoudt bij het Gezondheidsonderzoek. Mantelzorg en respijtzorg, Omnibus 91, O+S, 2013 Mantelzorg in Zuid 1 Ontwikkelingen in arbeidsparticipatie en mantelzorg 1.1 Mantelzorg in Amsterdam Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar mantelzorg. Volgens cijfers van de GGD Amsterdam vanuit de Gezondheidsmonitor 2012 geeft 11% van de Amsterdamse vrouwen van 19 jaar en ouder en 9% van de mannen mantelzorg. Op basis van de onderzoeken van de GGD kan geconcludeerd worden dat in 2012 meer Amsterdammers mantelzorg verleenden dan in 2008. Vooral de groep 65-plussers is actiever geworden. Aandeel mantelzorgers in Amsterdam, mannen en vrouwen samen, 2008 en 2012 (procenten) 18 % 16 14 12 10 2008 2012 8 6 4 2 0 19-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+ bron: GGD Amsterdam Van de Amsterdamse vrouwelijke mantelzorgers is 45% tussen de 45 en 64 jaar, 46% is hoog opgeleid en 62% heeft betaald werk. Van de Amsterdamse mannen die mantelzorg verleent is de helft tussen de 45 en 64, heeft 66% een betaalde baan en is 54% hoger 4 opgeleid. Mannen verlenen minder mantelzorg maar zijn iets actiever als het om 5 vrijwilligerswerk gaat. Vrijwilligerswerk hoort samen met mantelzorg tot de informele hulp of arbeid. In 2012 geeft 18% van de Amsterdamse mantelzorgers aan zich zwaar of overbelast te voelen door de mantelzorg. Vrouwen (20%) noemen dat wat vaker dan mannen (15%) en 4 5 Amsterdamse gezondheidsmonitor 2012, GGD Amsterdam, 2013 Vrijwilligerswerk.nl 5 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek verder hebben mensen zonder betaalde baan (25%) hier meer last van dan werkenden (15%). Mogelijk is er een relatie met de aard van de mantelzorg die verleend wordt: persoonlijke hulpverlening is voor mensen met een betaalde baan minder eenvoudig te verlenen, omdat deze hulp vaak tijdgebonden is of relatief vaak met gebeuren. Vermoedelijk komen deze taken vaker neer op mensen zonder betaalde baan, naast professionals. De ervaren belasting hangt vermoedelijk ook samen met het aantal uren verleende zorg: mantelzorgers zonder betaalde baan doen dit gemiddeld 14 uur mantelzorg per week, 6 terwijl mantelzorgers met betaalde baan op 9 uur per week uitkomen. Uit het onderzoek van GGD Amsterdam blijkt dat mensen met een lager opleidingsniveau (alleen lager onderwijs) het minst vaak mantelzorg verlenen. Terwijl de laagst opgeleide Amsterdammers het minst vaak mantelzorg verlenen, ervaren ze wel veruit het vaakst een zware of te zware belasting hiervan. In Amsterdam kan er sprake zijn van concurrentie tussen betaald werk en mantelzorg, vooral in de groep tussen 45 en 54 jaar. Deze groep combineert een hoge arbeidsparticipatie met een relatief groot aandeel in mantelzorg. Uit landelijke cijfers blijkt dat het merendeel (71%) van de mantelzorgers onder de 65 jaar ook betaald werk verricht. In Amsterdam ligt het percentage voor vrouwen op 62% en voor mannen op 66%. Het zijn vooral de ouderen en een deel van de vrouwen die nu in principe nog ruimte hebben voor meer betaald werk. Tegelijkertijd zijn dit ook de groepen die de meeste mantelzorg op zich nemen. Het is niet onmogelijk dat deeltijdwerk nu de ruimte biedt voor mantelzorg. De concurrentie tussen betaald werk en mantelzorg hoeft op zich niet erg te zijn. Uit onderzoek blijkt namelijk dat mensen met betaald werk zich minder snel zwaar belast of overbelast voelen door het geven van mantelzorg dan mensen zonder betaald werk. Het gevoel van overbelasting, waar bijna een vijfde van de mantelzorgers in 7 Amsterdam nu al onder lijdt, is wel een probleem. 1.2 Verwachte ontwikkelingen In 2015 worden gemeenten onder andere verantwoordelijk voor de zorg voor langdurig zieken en ouderen. Deze decentralisatie zal vermoedelijk gepaard gaan met bezuinigingen. De verwachting is dat het aantal mensen dat behoefte heeft aan mantelzorg in de toekomst zal toenemen, als gevolg van vergrijzing. De zorgvraag zal vermoedelijk zwaarder zijn omdat steeds meer ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap thuis blijven wonen. De belasting van de bestaande mantelzorgers zal daardoor toenemen. De verwachting is ook dat het aantal mantelzorgers minder zal groeien dan het aantal mensen dat behoefte heeft aan mantelzorg. Bovendien zullen de mensen die mantelzorg verlenen langer doorwerken. Hierdoor zal de combinatie van werk en 8 mantelzorg vaker voorkomen. Als gevolg van de recessie is de arbeidsparticipatie tijdelijk wat lager maar deze zal in de toekomst weer gaan stijgen, om de vergrijzing op te vangen. 6 Amsterdamse gezondheidsmonitor 2012, GGD Amsterdam, 2013 Amsterdamse gezondheidsmonitor 2012, GGD Amsterdam, 2013 8 Maatschappelijke ontwikkelingen, feiten en cijfers. Werk & mantelzorg, 7 6 Mantelzorg in Zuid Er zijn ook andere ontwikkelingen, die doorwerken in het aantal beschikbare mantelzorgers en vrijwilligers. Afgezien van de hiervoor al genoemde toename in de arbeidsparticipatie met name bij vrouwen gaat het bijvoorbeeld om een afname van de religieuze betrokkenheid en om fenomenen als immigratie en individualisering, die de 9 samenleving beïnvloeden. Broese van Groenou lanceert de term derde generatie informele zorgers. Zij gaat ervan uit deze mantelzorgers, die nu tussen de 45 en 65 jaar zijn, in de toekomst minder zorg zullen geven door concurrentie met arbeid en vrijwilligerswerk. Zij verwacht dan ook dat er in de toekomst meer beroep gedaan moet worden op anderen: andere mantelzorgers, vrijwilligers en professionele helpers. Op deze manier wordt de belasting verdeeld. 9 Informele zorg 3.0 Schuivende panelen en een krakend fundament, M.I. Broese van Groenou, oratie VU, 2012 7 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2 Resultaten peiling In het vorige hoofdstuk is de situatie rond mantelzorg en de relatie met betaald werk in Amsterdam geschetst en de mogelijke toekomstige ontwikkelingen daarin. In dit hoofdstuk staan de resultaten van de nulmeting onder mantelzorgers in Zuid centraal. Daarmee wordt zicht gegeven op de huidige situatie in stadsdeel Zuid. 2.1 Brede definitie mantelzorg Aan de bewoners van stadsdeel Zuid is gevraagd of ze de afgelopen 12 maanden mantelzorg hebben gegeven: Heeft u de afgelopen twaalf maanden mantelzorg gegeven? Mantelzorg is de zorg die u geeft aan een bekende uit uw omgeving, zoals uw partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger. Tien procent van de telefonisch benaderde inwoners van Zuid gaf aan de afgelopen 12 maanden mantelzorg te hebben verricht. Negen procent voldoet aan de door de GGD Amsterdam opgestelde nauwere definitie van een mantelzorger, dat wil zeggen momenteel mantelzorg verlenen en tenminste 3 maanden en/of minimaal 8 uur per week. Dat komt vrijwel overeen met het aandeel dat de GGD Amsterdam in de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 voor bewoners van Zuid vond (10%). In dit onderzoek gaven in totaal 207 respondenten aan dat zij afgelopen 12 maanden mantelzorg hebben verricht. De mantelzorgers die nu geen mantelzorg meer geven, maar dat wel de afgelopen 12 maanden hebben gedaan, is gevraagd of ze de enquête willen invullen voor de situatie destijds (n=51). Ook aan mantelzorgers die maar een paar uur per week mantelzorg verlenen of verleenden (< 8 uur per week), die hun tijdsbesteding aan mantelzorg niet opgaven en/of nog geen 3 maanden mantelzorg geven, zijn alle vragen. Dit totale aantal van 207 respondenten is voldoende om uitspraken te doen over deze hele groep. Maar wanneer deze groep verder wordt opgesplitst worden de aantallen vaak te beperkt om representatieve uitspraken te kunnen doen en significante verschillen tussen groepen te vinden. Veel van de besproken verschillen tussen groepen in dit hoofdstuk zijn dan ook indicatief en geven globale trends weer. In een volgende meting kan getoetst worden of deze trends nog steeds opgaan. In de nu volgende paragrafen komt aan de orde wie de mantelzorgers zijn, wie ze hulp geven, wat ze precies doen en met welke motieven en in welke mate zij zich belast voelen. Daarna wordt gekeken in hoeverre ze vormen van mantelzorgondersteuning door de gemeente kennen, daar gebruik van maken en waar zij behoefte aan hebben. Tot slot 8 Mantelzorg in Zuid wordt ingegaan op de combinatie betaald werk en mantelzorg en mogelijkheden tot uitbreiding van de mantelzorg. 2.2 Wie zijn de mantelzorgers Meerderheid mantelzorgers is een vrouw Zes van de tien geënquêteerde mantelzorgers zijn vrouwen, vier van de tien mannen. Dat 10 komt overeen met de resultaten van landelijk onderzoek. Eenderde van mantelzorger is 65-plus De gemiddelde leeftijd van de geënquêteerde mantelzorgers is 57 jaar en varieert van 27 tot en met 87 jaar. Een derde van hen is 65 jaar of ouder, terwijl maar 5% onder de 35 jaar is (zie figuur 2.1). Figuur 2.1 Leeftijdsverdeling van de mantelzorgers (n=207, procenten) 5% 12% 33% 19 t/m 34 jaar 35 t/m 44 45 t/m 54 29% 55 t/m 64 65 jaar of ouder 22% Mantelzorgers zijn vaak hoogopgeleid Tweederde van de bevraagde mantelzorgers heeft een hoog opleidingsniveau (68%), dat wil zeggen dat zij een HBO of universitaire opleiding hebben afgerond (31% HBO, 36% WO). Bijna een kwart (23%) is middelbaar opgeleid en 8% is laag- of ongeschoold. Het hoge opleidingsniveau van de mantelzorgers hangt samen met het gemiddeld hoge opleidingsniveau van bewoners van Zuid. Daarnaast zitten ook in het bevraagde onlinepanel veel hoogopgeleiden. 10 Zie bijvoorbeeld: Sociaal en Cultureel Planbureau. Informele zorg in Nederland. Den haag, juni 2013. 9 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Krappe meerderheid mantelzorgers heeft betaalde baan Ruim de helft van de mantelzorgers heeft betaald werk (56%). Dat varieert van 4 tot en met 70 uren per week. Het vaakst wordt 40 uur per week gewerkt, 55% van de werkenden heeft een voltijdsbaan (30% onder alle mantelzorgers). Twee van de tien mantelzorgers met betaald werk (18%) zijn minder uren gaan werken om mantelzorg te kunnen geven. Mannen en vrouwen verschillen hierin niet. Het aantal uren dat men minder ging werken varieert van twee uur per week tot en met 40 uur per week. Het gemiddeld aantal uren dat minder werd gewerkt is 14 uur per week. De meerderheid van de mantelzorgers die geen betaalde baan hebben is gepensioneerd (71%, 31% onder alle mantelzorgers). Daarnaast is een deel werkzoekend (14%), arbeidsongeschikt (9%), huisvrouw of huisman (4%) of volgt een opleiding (2%). Een klein deel van de mantelzorgers zonder betaalde baan, van 4%, gaf aan dat zij geen betaalde baan hebben omdat dat niet te combineren is met het geven van mantelzorg. Vier van de tien mantelzorgers doen ook vrijwilligerswerk Vier van de tien mantelzorgers (43%) verrichten naast de mantelzorg ook vrijwilligerswerk. Voor 12% van de mantelzorgers gaat het om minder dan een uur per week vrijwilligerswerk. Het aantal uren varieert verder van 2 tot en met 40 uur per week, 4 uur per week kwam het vaakst voor. 2.3 De ontvangers van mantelzorg Vaakst hulp aan ouders De ontvangers van mantelzorger zijn het vaakst een ouder van de mantelzorger; vier van de tien mantelzorgers zorgen voor een ouder. Ook vaak genoemd wordt hulp aan een vriend of vriendin (17%), aan een buurman/-vrouw (15%) of aan de partner (13%). De overige genoemde relatievormen staan in tabel 2.2. Tabel 2.2 Aan wie wordt mantelzorg gegeven (n=207, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) 10 ouder 42 vriend of vriendin 17 buurman of buurvrouw 15 partner 13 ander familielid (dan (schoon)ouder, kind, broer/zus, grootouder) 9 schoonouder 8 broer of zus 8 kind 6 grootouder 2 iemand anders, namelijk 6 Mantelzorg in Zuid Vaakst hulp vanwege ouderdom Bij het ziektebeeld of de beperking van diegene waaraan zorg verleend wordt, gaat het het vaakst om ouderdom en lichamelijke beperkingen. Ook dementie en chronische ziekte worden vaak genoemd (zie tabel 2.3). Bij ‘anders, namelijk’ werden vaak specifieke ziekten genoemd zoals kanker, een operatie of een tijdelijk ziekte. Tabel 2.3 Wat is het ziektebeeld, de handicap of de beperking van de ontvanger van mantelzorg (n=207, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) ouderdom 45 lichamelijke beperking 41 dementie (bijvoorbeeld Alzheimer) 19 chronische ziekte 18 psychosociale problemen (zoals emotionele- en gedragsproblemen) 9 andere vorm van Niet Aangeboren Hersenletsel (bv.epilepsie, CVA) 7 psychiatrische problematiek (bijv. psychiatrische ziekte zoals schizofrenie) 7 verstandelijke beperking 2 verslaving anders, namelijk weet ik niet, geen antwoord 2 15 1 Meerderheid ontvangt ook andere hulp Vijftien procent van de mantelzorgers geeft aan dat diegene die zij hulp bieden verder geen andere hulp ontvangt of dat zij dat niet weten (zie tabel 2.4). Door 85% van de hulpbehoevenden wordt dus nog andere hulp ontvangen. Het vaakst gaat het om thuiszorg (39%) en huishoudelijke hulp (35%). Zeven procent gaat naar een dagopvang of dagbehandeling. Als overige vormen van professionele hulp zijn nog genoemd: arts, fysiotherapeut, GGZ, psycholoog, psychiater, geriater, instelling, verzorgingshuis, verpleeghuis, 24 uurs hulp, beschermd wonen, maatschappelijk werk, hulp bij administratie, revalidatiehulpen, ziekenhuis, casemanager, PGB-hulpen, maaltijdservice, senior service. Drie van de tien hulpbehoevenden ontvangen ook hulp van andere mantelzorgers (29%) en 6% van vrijwilligers. 11 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Tabel 2.4 Overige hulp die ontvanger van mantelzorg ontvangt (n=207, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) Thuiszorg 39 huishoudelijke hulp 35 dagopvang/dagbehandeling 7 andere professionele hulp 24 van vrijwilligers 6 van andere mantelzorgers 29 geen andere hulp 13 weet ik niet 2 2.4 Aard van mantelzorg Driekwart geeft een jaar of langer mantelzorg Rond een kwart (26%) geeft korter dan een jaar mantelzorg, waarvan 13% korter dan drie maanden (zie figuur 2.5). Twee tot en met vijf jaar komt bijna even vaak voor (24%) als tot een jaar. Zestien procent geeft al 10 jaar of langer mantelzorg. Figuur 2.5 Hoe lang geeft u al mantelzorg? Is dat: (n=207, procenten) 2% 13% 16% korter dan drie maanden 13% drie maanden tot een 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot en met 5 jaar 16% 6 tot 10 jaar 16% 10 jaar of langer weet ik niet 24% 12 Mantelzorg in Zuid Eenderde geeft meer dan 8 uur mantelzorg De tijd die mantelzorgers per week aan de hulp besteden (inclusief de eventuele reistijd) varieert van 1 uur per week tot voltijds (168 uur per week). Gemiddeld wordt 15 uur per week mantelzorg gegeven. Een derde van de mantelzorgers kon geen inschatting geven van de tijdsbesteding. Van de mantelzorgers die wel een inschatting konden geven, verlenen vier van de tien enkele uren (1 t/m 4 uur) per week mantelzorg, 7% besteedt er meer dan 40 uur per week aan. Eenderde besteedt meer dan 8 uur per week aan mantelzorg. In figuur 2.6 is de verdeling over de overige uren te zien. Figuur 2.6 Tijdsbesteding aan mantelzorg per week, inclusief reistijd (n=138 (exclusief ‘weet niet’), procenten) 7% 8% 1 t/m 4 uur 42% 5 t/m 8 uur 19% 9 t/m 16 uur 17 t/m 40 uur meer dan 40 uur 24% De tijdsbesteding aan mantelzorg hangt af van de afstand tot diegene waaraan men de hulp geeft. Voor zes van de tien mantelzorgers geldt dat de zorg dichtbij wordt gegeven: 17% woont in hetzelfde huis en 42% woont in de buurt. Vier van de tien wonen op verdere afstand van diegene die zij mantelzorg geven (41% woont verder weg dan 5 kilometer). Mantelzorgers die bij diegene in huis wonen waarvoor ze zorgen, besteden meer tijd aan deze hulp dan gemiddeld genomen (40 uur tegenover 15 uur gemiddeld). Wie besteden de meeste tijd? Oudere mantelzorgers, dat wil zeggen 55 jaar of ouder, besteden gemiddeld meer tijd aan mantelzorg dan anderen: 19 uur per week tegenover 10 uur onder de mantelzorgers jonger dan 55 jaar. Vrouwen en mannen die mantelzorg verlenen, verschillen niet significant in het gemiddeld aantal uren dat zij wekelijks aan mantelzorg besteden. 13 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Mantelzorgers die geen betaald werk hebben, besteden aanzienlijk meer tijd aan de mantelzorg dan zij die wel een betaalde baan hebben: 22 uur per week tegenover 8 uur per week. Hierbij gaat het vaak om ouderen, immers 71% van de mantelzorgers die geen betaald werk hebben zijn gepensioneerd (zie paragraaf 2.1). De mantelzorgers die ook vrijwilligerswerk doen, besteden minder tijd aan de mantelzorg dan zij die geen vrijwilligerswerk ernaast doen (gemiddeld 9 uur tegenover 19 uur). De mantelzorgers die zich (tamelijk) zwaar belast voelen, besteden meer tijd aan de mantelzorg dan gemiddeld. Verleende hulp zeer divers Mantelzorgers verlenen veel verschillende soorten hulp. Het gaat het vaakst om emotionele ondersteuning (70%), daarna hulp bij het huishouden (64%), vervoer en begeleiding (59%) en het regelen van zaken (51%). De overige vormen staan in tabel 2.7. Tabel 2.7 Wat voor hulp wordt er gegeven? (n=207, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) gezelschap, troost, afleiding, het bespreken van problemen 70 hulp bij het huishouden (schoonmaken, de was doen, boodschappen e.d.) 64 vervoer en begeleiding bij bezoeken (arts, familiebezoek, kapper e.d.) 59 financiële en andere zaken regelen, administratie 51 persoonlijke verzorging (hulp bij aankleden, eten, wassen e.d.) 27 verpleegkundige hulp (klaarzetten/geven medicijnen, wondverzorging) 14 iets anders, namelijk 18 Uit landelijk kwalitatief onderzoek blijkt dat mannen vergeleken met vrouwen vaak een minder directe en meer ondersteunde rol hebben. Zo zijn zij vaak verantwoordelijk voor meer praktische bijdragen, zoals het huis geschikt maken voor een rolstoel of zorgen voor vervoer. In dit onderzoek worden wel verschillen tussen mannen en vrouwen gevonden (bijvoorbeeld dat mannen vaker financiële/administratieve zaken regelen) maar deze zijn klein en niet significant. Dat heeft te maken met het relatief kleine aantal respondenten in deze groepen. 2.5 Motieven van mantelzorger Veelal uit liefde en vanzelfsprekendheid Mensen kunnen verschillende redenen hebben om anderen te helpen. Aan de mantelzorgers is gevraagd welke van een aantal genoemde zaken in welke mate een rol spelen bij hun motivatie (zie tabel 2.8). Het ‘uit liefde en genegenheid doen’ en ‘het vanzelfsprekend vinden om te doen’ spelen bij negen van de tien mantelzorgers een rol, waarvan voor zeven van de tien een sterke rol. Acht van de tien mantelzorgers zien het (een beetje of in sterke mate) als een plicht, waarbij het voor zes van de tien in sterke mate mee speelt (zie tabel 2.8). De overige voorgelegde mogelijke redenen (‘er is 14 Mantelzorg in Zuid niemand anders beschikbaar’ en ‘ik put veel voldoening uit de zorg’) spelen voor zes van de tien mantelzorgers een (kleine of grote) rol. Tabel 2.8 Mate waarin de genoemde zaken een rol spelen bij de motivatie van mantelzorgers (n=207, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) speelt sterk speelt beetje speelt niet belangrijkste mee mee mee motief Ik doe het uit liefde en genegenheid. 72 19 7 39 Ik vind het vanzelfsprekend om te doen. 71 18 7 28 Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht. 59 24 15 14 Er is niemand anders beschikbaar. 32 30 36 11 Ik put veel voldoening uit de zorg. 22 33 42 1 Andere reden 13 3 5 De mantelzorgers vinden het vaakst het motief ‘ik doe het uit liefde en genegenheid’ het belangrijkst. Vier van de tien mantelzorgers noemen dit als belangrijkste motief. Drie van de tien noemen ‘ik vind het vanzelfsprekend om te doen’ het belangrijkste motief. De overige motieven worden veel minder vaak als belangrijkste motief genoemd (zie tabel 2.8). Opvallend daarbij is dat maar 1% het motief ‘ik put veel voldoening uit de zorg’ het belangrijkste vindt. Wel speelt dit motief voor ruim de helft van de mantelzorgers (55%) een rol. Zestien procent noemde nog een andere reden die voor hen een rol speelt en 5% vond dat ook de belangrijkste reden. Daarbij werd bijvoorbeeld genoemd: “zij deed het ook voor mij”, “zo ben ik opgevoed”, “er is simpelweg geen andere zorg”, “ik ken hem al jaren”, “ik ben erin gerold”. Vrouwen geven vaker dan mannen als belangrijkste reden om mantelzorg te geven dat er niemand anders beschikbaar is (14% t.o. 6%), de overige verschillen zijn kleiner en niet significant. Laaggeschoolden geven vaker dan gemiddeld aan dat zij het voornamelijk doen omdat zij het als een plicht zien. De groep van laaggeschoolden is echter in dit onderzoek maar klein, zodat dit resultaat indicatief is. 2.6 Ervaren belasting Negen procent voelt zich zeer zwaar of overbelast Aan de mantelzorgers is als volgt naar hun ervaren belasting gevraagd: “Sommige mensen voelen zich erg belast door de verzorging van een ander. Zij vinden de zorg zwaar en moeilijk vol te houden. Voor andere mensen geldt dat minder. Alles bij elkaar genomen, hoe belast voelt u zich momenteel?” Een derde deel voelt zich niet of nauwelijks belast (32%) en een ongeveer even groot deel enigszins belast (34%, zie figuur 2.9). Eveneens een derde (32%) voelt zich tamelijk zwaar tot en met overbelast, waarvan 3% overbelast. Daarbij is de groep die zich tamelijk zwaar belast voelt groot, 23%. Negen procent voelt zich zeer zwaar of overlast. In een 15 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam kwam naar voren dat 14% van de 11 Amsterdamse mantelzorgers zich zeer zwaar of overbelast voelt. Mogelijk ligt het aandeel zeer zwaar/overbelaste mantelzorgers in Zuid lager omdat zij vaker hoogopgeleid zijn en hoogopgeleide mantelzorgers gemiddeld minder vaak zware belasting ervaren. Figuur 2.9 Mate van ervaren belasting (n=207, procenten) 3% 1% 6% 32% niet of nauwelijks belast enigszins belast 23% tamelijk zwaar belast zeer zwaar belast overbelast weet ik niet 34% Redenen van overbelasting Aan de mantelzorgers die aangaven overbelast te zijn, is naar de redenen daarvan gevraagd. De genoemde redenen voor overbelasting zijn: • Alles, maar dan ook alles alleen doen is zeer belastend. • Als alleenstaand ouder zorg ik al 24 jaar voor een kind met een levensbedreigende chronische ziekte. Daarnaast zorg ik voor een 90 jaar oude moeder. Daarnaast moet ik voor mijn eigen inkomen zorgen; ik werk ver beneden mijn niveau en verdien niet meer dan een minimum inkomen. Bij dit minimaal inkomen en een tekort aan pensioenopbouw rest mij niets anders dan doorwerken, óók nu ik ouder word en eigenlijk niet meer kan. Er wordt mij niets gevraagd, ik heb het maar te doen. • Constante zorg voor een kankerpatiënt vergt alles van een mens, ook emotioneel. Zeker wanneer het je partner betreft. • Het is een fulltime bezigheid en ik ben zelf ook niet 100%. • Ik heb een babyfoon en als mijn moeder roept om circa 2 of 5 uur ik ben gevallen dan ga ik mijn bed uit. • 11 Ik heb een longziekte. Wittenberg, Y. & R. Kwekkeboom. Facsheet Informele zorg en diversiteit, over mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers in de regio Amsterdam. Hogeschool van Amsterdam, Maatschappij en Recht. Amsterdam, 2013. 16 Mantelzorg in Zuid • Opgroeiend kind en betaald werk. Het valt op dat (te weinig) professionele zorg en de regelgeving van de overheid (bureaucratie) hier niet als redenen worden genoemd. Uit de open antwoorden blijkt wel dat dergelijke zaken meespelen, bijvoorbeeld: “huishoudelijke hulp (goedkoper) beschikbaar stellen”, “zorg dat PGB beschikbaar blijft” en “regelgeving versoepelen …, dit kost veel tijd”, “regels minder moeilijk maken, het is erg moeilijk om aan je recht te komen”. Wie voelen zich zwaar belast? Al eerder in deze rapportage kwam naar voren dat de mantelzorgers die zich (tamelijk) zwaar belast voelen, ook de meeste tijd aan de mantelzorg besteden. Al of niet betaald werk hebben, maakt geen significant verschil in de ervaren belasting, voltijds versus deeltijd werken evenmin. Mantelzorgers die verpleegkundige hulp geven en die persoonlijke verzorging geven, zijn vaker (tamelijk) zwaar of overbelast dan anderen. Dit zijn ook de vormen van hulp waar gemiddeld de meeste tijd aan wordt besteed. Het is niet precies bekend of de overbelasting bij deze groep komt doordat deze zorg meer tijd kost of omdat het emotioneel veel van de mantelzorgers vergt. Waarschijnlijk spelen beide want bij de open antwoorden worden beide soorten redenen voor de overbelasting genoemd. Het blijkt ook verschil te maken aan wie men de mantelzorg verleent. Mantelzorgers die hulp aan hun kind geven zijn vaker dan gemiddeld (tamelijk) zwaar of overbelast. Dat geldt ook voor mantelzorgers die voor hun partner zorgen en voor hen die voor een ouder zorgen. De mantelzorg aan deze relaties kost gemiddeld ook veel tijd. Zorg aan een ouder kost gemiddeld minder tijd (9 uur per week), maar wordt blijkbaar wel vaak belastend gevonden. Kijken we naar het soort beperkingen en problemen waarmee diegene kampt waaraan men hulp geeft, dan wordt het vaakst zware belasting ervaren bij psychosociale problematiek en verslaving. De mate waarin een mantelzorger zich belast voelt hangt ook samen men zijn/haar motief om dit werk te doen. Mantelzorgers die als belangrijkste motief opgeven dat er niemand anders beschikbaar is of dat ze het hun plicht vinden, ervaren vaker dan gemiddeld (tamelijk) zware tot overbelasting. Dat geldt voor rond de helft van hen. Mantelzorgers die zeggen het uit liefde en genegenheid te doen, voelen zich echter het vaakst niet of nauwelijks belast. Hoogopgeleide mantelzorgers voelen zich minder vaak overbelast (2%) dan mantelzorgers die niet hoogopgeleid zijn (6%). Het lijkt erop dat ook in dit onderzoek vrouwen zich iets vaker belast voelen dan mannen, maar de verschillen onder de mantelzorgers zijn klein en niet significant. 17 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.7 Mantelzorgondersteuning Driekwart kent de ondersteuning door stadsdeel niet Aan de mantelzorgers is gevraagd: “Wist u dat het stadsdeel hulp aan mantelzorgers biedt?” Een kwart is er van op de hoogte dat het stadsdeel ondersteuning aan mantelzorgers biedt, driekwart dus niet. Vrouwen wisten dit vaker dan mannen. Opvallend genoeg zijn hoogopgeleide mantelzorgers niet vaker hiervan op de hoogte dan lager opgeleiden. Loket Zorg en Samenleven en lotgenotencontact meest bekend Aan de mantelzorgers is een rijtje van vormen van gemeentelijke ondersteuning van mantelzorgers voorgelegd en gevraagd welke men kent (zie tabel 2.10). Het vaakst kent men informatie en advies via het loket Zorg en Samenleven (19%), daarna het lotgenotencontact (17%). Tien procent kent het geven van respijtzorg door de gemeente en 5% kent het Adviestraject Mantelzorg of de mantelzorgadviseur. Zeven van de tien mantelzorgers kennen geen van deze genoemde vormen van ondersteuning. Uit een eerder onderzoek onder mantelzorgers in heel Amsterdam bleek ook dat de gemeentelijke ondersteuning van mantelzorgers maar weinig bekend is. Zo wist 21%van de ondervraagde Amsterdamse mantelzorgers dat zij voor steun en advies over 12 mantelzorg bij het Loket Zorg en Samenleven terecht kunnen. Tabel 2.10 Welke van de volgende vormen van gemeentelijke ondersteuning van mantelzorg kent u? (n=207, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) % dat het kent Adviestraject Mantelzorg of mantelzorgadviseur informatie en advies via het loket Zorg en Samenleven 5 19 lotgenotencontact (bijv. lunchbijeenkomsten, om kennis en ervaring met andere mantelzorgers te delen) 17 respijtzorg (de zorg wordt overgenomen zodat u even tijd voor u zelf heeft) 10 geen van deze 70 Weinig gebruik van gemeentelijke ondersteuning Drie procent van de ondervraagde mantelzorgers heeft wel eens gebruik gemaakt van informatie en advies via het loket Zorg en Samenleven. Dit percentage komt overeen met 13 het eerder genoemde stedelijke onderzoek. Eén persoon heeft gebruik gemaakt van het adviestraject of de mantelzorgadviseur en één persoon van het lotgenotencontact (beide nog geen procent van de ondervraagde mantelzorgers). Van respijtzorg is door geen van de geënquêteerde mantelzorgers gebruik gemaakt. 12 13 18 Bron: O+S. 2-meting Wmo. Amsterdam, maart 2012. Idem. Mantelzorg in Zuid Gewenste ondersteuning door gemeente De mantelzorgers is met behulp van een open vraag voorgelegd: “Wat zou de gemeente, onder andere het stadsdeel, kunnen doen om het voor u als mantelzorger makkelijker of minder zwaar te maken?” Vier van de tien mantelzorgers konden hierbij niets noemen (39%) en twee van de tien antwoordden dat de gemeente niets hoeft te doen (20%). De overige (door meerdere personen gegeven) antwoorden zijn in tabel 2.11 weergegeven. Parkeerontheffing/-vergoeding, reiskostenvergoeding en respijtzorg werden daarbij het vaakst genoemd. Daarnaast zijn nog vele losse antwoorden gegeven die vaak betrekking hebben op het bieden van (betere) professionele zorg, zoals “meer zorg verstrekken”, ”geen mensen ontslaan in de professionele zorg”, “financiële ondersteuning”, “mantelzorgnetwerk”. Ook de aanpak van de ingewikkelde regelgeving is een aantal keren genoemd. Alle gegeven open antwoorden staan in de bijlage. Wat opvalt, is dat mantelzorgers die verpleegkundige hulp of persoonlijke verzorging geven, vaker aangeven behoefte te hebben aan respijtzorg. Tabel 2.11 Wat zou de gemeente, onder andere het stadsdeel, kunnen doen om het voor u als mantelzorger makkelijker of minder zwaar te maken? (n=207, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) reiskostenvergoeding geven 4 respijtzorg bieden (overname van zorg zodat u even tijd voor u zelf heeft) 3 informatie en advies geven (bijv. over regelingen in de zorg) 2 5 parkeerontheffing/-vergoeding verlenen 1 lotgenotencontacten organiseren (contact met andere mantelzorgers) iets anders, namelijk 26 niets, niet nodig 20 weet ik niet 39 2.8 Mogelijkheid tot meer mantelzorg Tweederde ziet eventuele mogelijkheid tot uitbreiding mantelzorg Van de mantelzorgers ziet ruim een kwart (27%) zeker de mogelijkheid om, mocht dat nodig zijn, meer tijd aan mantelzorg te besteden (zie figuur 2.12). Vier van de tien mantelzorgers (38%) denken dat ze misschien meer tijd eraan kunnen besteden. Samen komt het neer op tweederde van de mantelzorgers (65%) die eventueel meer tijd aan de mantelzorg kan besteden. Twee van de tien mantelzorgers (29%) zien zeker niet die mogelijkheid en een klein deel (7%) geeft aan het niet te weten. 19 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Figuur 2.12 Zou u, mocht dat nodig zijn, meer uren per week aan mantelzorg kunnen besteden? (n=207, procenten) 7% 27% ja zeker 29% misschien nee, zeker niet weet ik niet 38% Diegenen die aangaven zeker niet meer tijd aan mantelzorg te kunnen besteden, gaven daarbij vaak als reden dat ze het nu al te druk hebben, dat ze zelf ziek zijn, dat ze een (fulltime) baan hebben al dan niet in combinatie met de zorg voor kinderen etc.. Mantelzorgers die aangeven dat het zeker niet mogelijk is meer tijd aan de zorg te besteden, besteden gemiddeld nu al meer tijd hieraan dan de overige mantelzorgers. De bereidheid tot meer mantelzorg blijkt sterk samen te hangen met de ervaren belasting: mantelzorgers die (tamelijk) zwaar belast of overbelast zijn, geven ruim twee keer zo vaak aan zeker niet meer uren aan mantelzorg te kunnen besteden als anderen. Mannen en hoogopgeleiden zien vaker mogelijkheden tot meer mantelzorg Mannen geven iets vaker dan vrouwen aan zeker meer uren mantelzorg te kunnen geven, vrouwen geven iets vaker aan dat zeker niet te kunnen. Dit is opvallend omdat vrouwen gemiddeld niet meer uren mantelzorg verlenen dan mannen. De bereidheid van oudere (55-plussers) mantelzorgers tot eventueel meer mantelzorg verschilt niet van het gemiddelde voor de mantelzorgers. Hoogopgeleiden geven vaker dan anderen aan ‘misschien’ meer uren mantelzorg te kunnen verlenen en zij geven minder vaak aan dat ‘zeker niet’ te kunnen. Hoogopgeleide mannen geven vaker aan het ‘zeker wel’ te kunnen dan hoogopgeleide vrouwen. Geen relatie met betaald werk De bereidheid tot meer uren mantelzorg van mensen met betaald werk en zonder betaald werk verschilt niet significant van elkaar. Ook voltijds en deeltijdswerkenden verschillen op dat punt niet van elkaar. 20 Mantelzorg in Zuid Dit is opvallend omdat we al eerder zagen dat mantelzorgers die geen betaald werk hebben meer tijd aan mantelzorg verlenen dan zij die wel een betaalde baan hebben. Maar ook bleek dat het al dan niet betaald werk hebben geen significant verschil uitmaakt in de ervaren belasting, voltijds versus deeltijd werken evenmin. Werkenden die aangaven minder uren te zijn gaan werken vanwege de mantelzorg (18% van de werkenden) zijn wel minder bereid nog meer uren aan de mantelzorg te besteden dan anderen met een betaalde baan. Aan de mantelzorgers met betaald werk is gevraagd: “Stel dat u meer tijd zou hebben en u had de keuze tussen meer uren gaan werken of meer uren mantelzorg geven. Waar zou u die tijd dan aan besteden? Aan meer uren betaald werk of aan meer uren mantelzorg?”. Ruim vier van de tien werkende mantelzorgers wisten of wilden hierbij geen voorkeur geven (zie figuur 2.13). Kijken we naar diegenen die wel een keus maakten, dan geeft ruim de helft (56%, 31% van allen) de voorkeur aan meer uren mantelzorg en iets minder dan de helft aan meer uren betaald werk (44%, 24% van allen). Er komt hier dus niet een sterk uitgesproken voorkeur voor meer uren betaald werk of meer uren mantelzorg bij mantelzorgers met een betaalde baan naar voren. Figuur 2.13 Stel dat u meer tijd zou hebben en u had de keuze tussen meer uren gaan werken of meer uren mantelzorg geven. Waar zou u die tijd dan aan besteden? (onder mantelzorgers met betaald werk, n=115, procenten) 24% meer uren betaald werk 44% meer uren mantelzorg geven weet ik niet, geen antwoord 31% 21 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 3 Conclusies en aanbevelingen Uit de peiling van O+S blijkt wie de mantelzorgers zijn in Zuid en hoe het met hen gaat. De mantelzorgers in Zuid zijn vaak vrouwen; zes van de tien mantelzorgers zijn vrouwen, vier van de tien mannen. Gemiddeld besteden mantelzorgers 15 uur per week aan deze hulp. De mannelijke mantelzorgers besteden gemiddeld even veel tijd aan de mantelzorg dan de vrouwelijke mantelzorgers. Ook zijn de mantelzorgers vaak hoogopgeleid. Een derde van de mantelzorgers in Zuid is 65 jaar of ouder en slechts 5% is onder de 35 jaar. Dit hangt samen met de bevolkingssamenstelling van Zuid. Ruim de helft van de mantelzorgers heeft betaald werk en vier van de tien mantelzorgers doen aan vrijwilligerswerk. Mantelzorgers geven het vaakst hulp aan hun ouders, meestal vanwege ouderdom en lichamelijke beperkingen. Bijna alle mantelzorgontvangers ontvangen daarnaast ook professionele hulp. Oudere mantelzorgers besteden relatief veel tijd aan deze hulp, evenals mantelzorgers die geen betaalde baan hebben. Een vijfde van de mantelzorgers met een betaalde baan is minder uren gaan werken vanwege de benodigde mantelzorg. Daarin verschillen vrouwen niet van mannen. Overbelaste mantelzorgers Negen procent van de mantelzorgers in Zuid voelt zich zeer zwaar of overbelast. De ervaren belasting hangt sterk samen met de tijd die eraan besteed wordt. Hoogopgeleide mantelzorgers voelen zich minder vaak overbelast en mannen lijken hier ook minder vatbaar voor. De zorg voor een kind of partner en verpleging en persoonlijke verzorging geven de meeste belasting. Dat zijn ook de vormen van mantelzorg die de meeste tijd vergen. Wanneer de mantelzorg gezien wordt als een plicht of dat niemand anders het kan doen (beiden vaker door vrouwen en door laagopgeleiden genoemd), dan is de zorg ook vaker sterk belastend. Meer inzet mogelijk van mannen Mantelzorgers die nu al veel tijd aan de hulp besteden, die minder uren zijn gaan werken en het al als zeer belastend ervaren, zijn zeker niet in staat om zich nog meer in te zetten. Tweederde van de huidige mantelzorgers ziet wel (eventueel) mogelijkheden om zo nodig meer uren mantelzorg te verlenen. Mannen geven relatief vaak aan meer uren mantelzorg te kunnen verrichten. Ook hoogopgeleiden zien vaker mogelijkheden tot meer mantelzorg, mannen onder hen vaker ‘zeker’ dan vrouwen. Aanbevelingen Het beleid kan dus ingezet worden op het stimuleren van mannen om (meer) mantelzorg te verrichten. Een ander belangrijk aandachtspunt voor het bestuur van Zuid is de slechte bekendheid van het bestaande aanbod van ondersteuning van mantelzorgers onder de doelgroep. Driekwart van de mantelzorgers kent de geboden ondersteuning niet en er wordt dan ook 22 Mantelzorg in Zuid weinig gebruik van gemaakt. Twee van de tien mantelzorgers geven aan geen behoefte te hebben aan ondersteuning van de gemeente of het stadsdeel. Vier van de tien mantelzorgers kunnen niets noemen wat de gemeente zou kunnen doen om hen te ontlasten. De overige mantelzorgers hebben het vaakst behoefte aan financiële regelingen en ondersteuning (bijv. op het gebied van parkeren en reiskosten) en benadrukken het belang van professionele hulp en geven aan zich zorgen te maken over de bezuinigingen op deze zorg. Ook het aspect dat het geven van verpleging en persoonlijke verzorging de meeste tijd kost en de meeste belasting geeft, vraagt om extra aandacht. Juist voor die groep mantelzorgers zal het lastig zijn om respijtzorg te krijgen, terwijl ze wel vaker dan andere mantelzorgers aangeven behoefte aan respijtzorg te hebben. Het aangeboden pakket aan ondersteuningsmogelijkheden zal dus beter afgesteld kunnen worden op de behoeften van mantelzorgers. Verder gaven mantelzorgers aan dat ze de regelingen rondom mantelzorg erg ingewikkeld vinden. Versimpeling van de regelingen rondom mantelzorg is dan ook aan te bevelen. Vervolgmeting Een vervolgmeting zal zicht geven op de eventuele veranderingen die zijn ontstaan als gevolg van decentralisatie in de zorg. Bijvoorbeeld, is de in de motie verwoorde zorg om vrouwelijke mantelzorgers terecht gebleken? Worden vrouwen inderdaad nog meer belast en gaat dat ten koste van hun economische zelfstandigheid of is dit niet het geval omdat mannen meer actief zijn geworden in de informele zorg? Ook kan nagegaan worden of de maatregelen die door de gemeente of in het bijzonder het stadsdeel genomen worden als gevolg van deze meting effect hebben gehad. Bijvoorbeeld of het gemeentelijk aanbod van mantelzorgondersteuning beter bekend is en vaker gebruikt wordt. 23 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Bijlage I Open antwoorden Wat zou de gemeente, onder andere het stadsdeel, kunnen doen om het voor u als mantelzorger makkelijker of minder zwaar te maken? Anders namelijk …. • Aanvragen zouden wat sneller mogen gaan. • Dat betaalde instanties dat werk van ons kunnen overnemen. • Dat ik in het huis kan blijven wonen als ze niet meer hier is of als ze hier niet meer kan wonen. • Een goed online platform voor mantelzorgers waar ze van elkaar ervaring kunnen genieten en informatie en instellingen die daarbij helpen. • Geen controle wat betreft samenwonen doordat ze zorg aanbiedt, mantelzorgcompliment moet terug komen, geen consequenties moeten er komen voor mensen die mantelzorg aanbiedt • maatschappelijk werker voor psychisch-sociale ondersteuning • Mantelzorg moet in de regio. • Meer aandacht voor het onderwerp. • meer zorg verstrekken • vergoeding voor voeding / kleding wassen • - Begeleiding naar een baan op mijn MBO/HBO niveau met bijbehorend inkomen. - Huishoudelijke hulp. Mijn huis is, sinds ik genoodzaakt ben te werken, verworden tot een 'studenten woning', niet omdat ik dit wil, maar omdat het me niet lukt om én voor mijn kind én voor mijn moeder én voor mijn baan én voor mijn én voor mezelf te zorgen. • Betaalde zorg is makkelijker • Betalen en mijn moeder heeft met allerlei instanties te maken die allemaal er voor knokken dat zij geld kunnen verdienen bij mijn moeder. terwijl zij het liefst hulp heeft van mensen die ze kent. OVERHEID wordt eens wakker • Betaling, moet nu er bij werken om toch voldoende inkomsten te hebben en daardoor minder tijd voor de mantelzorg. • betere opvang regelen voor ouderen • compensatie, bij de WOZ bijvoorbeeld • De administratie die zorgverleners voor het PGB moeten bijhouden zo eenvoudig mogelijk te maken. • de banen betaald maken, zou voor veel mensen wel prettig zijn • de maatschappelijke functie van kerkgemeenschappen erkennen zodat vrijwilligers meer steun bij hulpverlening kunnen krijgen, b.v. onkostenvergoeding als het om begeleiding gaat naar arts of ziekenhuis • De overheid moet zich vooral niet met mijn zaken bemoeien. • DE zorg beter in te zetten dus minder mensen op kantoor en veel minder aanbieders want nu zie vier aanbieders in een flat gebouw lopen 24 Mantelzorg in Zuid • die eeuwige warboel van regeltjes bedacht door ambtenaren achter het bureau wat simpeler maken. Als ik hulp wil vragen moet ik door een woud van regeltjes en onbegrip. Waarom die regelgeving niet laten opzetten door mensen uit de praktijk! • Files oplossen zodat ik sneller weer thuis ben • Financiële ondersteuning Tegen gaan van sluiten van zorghuizen zodat vereenzaming wordt bestreden; alleen wonen valt veel ouderen zwaar, ook als zij gezond zijn • flexibeler zijn in wat er aangeboden kan worden • goed luisteren naar specifieke situaties • goede informatie m.b.t. wie wat waar altijd belangrijk • ik ben bezig met pgb aanvraag • In mijn geval niet zo heel veel. Dat wat ik doe is normaal, wat je voor een ouder doet. Maar het beleid van demente ouderen langer thuis laten wonen is een grote, grote fout. Mantelzorgers kunnen maar zoveel doen. Als mensen hun dag/nachtritme gaan omdraaien en jij steeds van je werk moet komen, dat gaat gewoon niet. • Informatie en ondersteuning. Ik weet dat er een Alzheimerspreekuur is, maar ik heb geen behoefte (meer) aan uitleg en dramatische verhalen, ik wil concrete tips. Als ze in haar negatieve cirkel zit: neem een fotoalbum mee. Als ze niet wil eten:... hier zou het huis 3 jaar geleden al meehelpen, maar helaas. Het trekt ook een zware wissel op mijn normale werkzaamheden. • laagdrempelige zonder extreme indicatie toegankelijke oude van dagen huizen en verpleeghuizen openen in de buurt vlak bij zodat kinderen hun ouders kunnen bezoeken en zorgen dat de professionele verzorging goed verloopt. Geen huizen sluiten maar nieuwe bouwen. Iedereen een eigen kamer en een gemeenschappelijke ruimte. • mantelzorgnetwerk? • meer laten doen door verpleeghuis • Meer ondersteuning in de vorm van inkomstenbelasting verlichting/vrijstelling, uitnodigen voor deelname aan lotgenotengroep(en), respijtzorg aanbieden, kortingen op culturele activiteiten, online zorgruil aanbieden, coaching door buurtzorg aanbieden • Mijn moeder met dementie woont niet meer in Amsterdam. In 1979 vertrokken mijn ouders uit Amsterdam omdat ze hier maar geen woning met een tuintje konden krijgen. Als mijn stadsdeel ook mensen met Alzheimer van buiten de stad iets kan bieden, graag natuurlijk. • Minder indicaties stellen en méér werkelijke hulp bieden (managers zijn totaal overbodig en uitsluitend door zichzelf aangesteld • Minder mensen ontslaan in de verzorging • Moeilijk te omschrijven dit soort individuele gevallen • Ondersteunen van netwerken zoals stadsdorpen. • Ons in ons huis qua belachelijke huurverhogingen, met rust te laten. Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuishulp is vele malen duurder. Maar gemeentelijk gemak dient de mens, toch. 25 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek • Op een vanzelfsprekendere manier omgaan met dit soort situaties bij mensen die "hulp" nodig hebben bij het verzorgen van iemand. mensen die zorg nodig moeten niet eerst een grote berg papieren hoeven in te vullen maar zorg krijgen op indicatie van behandelende artsen. Die kunnen ook bepalen wat en hoeveel zorg er moet worden gegeven. • Regelgeving versoepelen rondom aanvragen en aanschaffen van rolstoelen, woningaanpassingen etc. Omdat uit te zoeken kost veel tijd... • Regels minder moeilijk maken het is erg moeilijk om aan je recht te komen, zowel voor mij als mijn partner • Ruimere huishoudelijke hulp aanbieden • Thuiszorg moet meer mensen in dienst hebben die ook met mensen met een psychiatrische en/of persoonlijkheidsstoornis om kunnen gaan. Buurman is zeer afwerend, een zgn. zorgwekkende zorgmijder. De mensen van thuiszorg waren van goede wil maar konden hem niet aan waardoor hij weer opnieuw ernstig verwaarloosd en vervuild daar maar binnen zat. Tot de stank mijn huis weer binnen kierde en ik weer ingreep. Beter opgeleide en meer mensen in dienst dus! • Vanuit de wmo en hopelijk aangevuld vanuit de AWBZ een vangnet van professionele diensten behouden als de mantelzorg het echt niet meer aan kan. • Verscherpt toezicht op de kwaliteit van de instellingen die thuiszorg bieden. Die was in ons geval zo lamentabel dat we de 'hulp' na korte tijd hebben geweigerd. (En zelfs het doen ophouden van de hulp was een bureaucratische nachtmerrie. ) • Vervoer makkelijker maken. Ik rij nu steeds heen en weer omdat het aanvragen van vervoer bureaucratisch is. Maar ook omdat het qua tijd onbetrouwbaar is: mijn vader kan niet omgaan met 'tussen 8 en 10'en staat dan vanaf 8 uur in de kou te wachten. Dus haal ik hem maar. • Voor mensen met financiële problemen: plangroep reorganiseren. De mensen die hierin terecht zijn gekomen zijn geen sterren in het regelen van hun financiën. plangroep draagt bij aan een nog grotere chaos: er is geen duidelijkheid over wat nu eerst betaald wordt; afspraken worden niet nagekomen; overzichten van wat betaald is komen onregelmatig. Verder wacht degene die ik begeleid al 3 jaar om echt in de schuldhulpverlening te komen. Dus om het makkelijker voor mij te maken zou dit moeten worden opgelost. • wekelijks persoonlijk gesprek voeren met ouderen - persoonlijke aanspraak is zeer gewenst • werkster 4 uur per week • werksters/huishoudelijke hulp voor een laag bedrag ter beschikking stellen (ook voor boodschappen, zware dingen tillen, was doen) • Wordt in alle gevallen buiten Amsterdam ingezet. Gem. Amsterdam zou wellicht een soort advies -helpdesk kunnen inrichten, hoe om te gaan met ouderen die steeds meer naar binnen gericht • Zorgen dat de voorzieningen sneller geleverd worden (rolstoel of ander vervoermiddel bijvoorbeeld). Zorgen dat ik de invalideparkeerplaats voor de deur mag houden omdat mijn kind, hoewel woonachtig in een instelling, nog een paar keer per week thuis verblijft. Zorgen voor geschikt vermaak voor verstandelijk gehandicapten i.p.v. over te laten aan particuliere initiatieven zoals Shamajo en Cliniclowns. Bezoekers aan instellingen gratis laten parkeren. 26 • Zorgen dat er meer toegang tot professionele hulp komt. • Zorgen dat er PGB beschikbaar blijft zodat mijn moeder zelf hulp kan inschakelen. Mantelzorg in Zuid • Zorgen dat mijn andere kind op de school van onze voorkeur terecht kan zodat we minder stress met halen en brengen hebben en er minder kostbare tijd aan kwijt zijn. Heeft u nog opmerkingen? • Ben nog dusdanig vitaal dat ik de zorg kan dragen voor mijn vrouw. • De laatste tijd ben ik wel op zoek naar informatie om misschien minder uur te werken, maar het is een administratief/ingewikkeld verhaal. Ik denk dat heel veel mensen hier last van hebben. • Die dingen die het stadsdeel organiseert heb ik niks aan. Overdag werk ik of ik ben ik bij mijn moeder. Daarbij kosten die dingen ook tijd die ik niet meer heb door de mantelzorg • Gemeente, waardeer uw mantelzorgers op alle mogelijke gebieden! • Goed dat de gemeente dit onderzoek doet (2x genoemd). • Het is heel belangrijk dat mensen die mantelzorgbehoevend zijn, professioneel psychologisch ondersteund worden bij het vinden van een goede innerlijke balans. Dat ontlast niet alleen de zieke persoon, maar ook alle mantelzorgers. • Hoe kom je achter de helpdesk voor mantelzorg? • ik ga niet mee doen aan het vervolg, omdat mijn moeder nu in het verzorgingshuis zit, waar ik zeer dankbaar voor ben. deze huizen zijn hard nodig. het is ook niet alles, maar het is een goede remedie tegen eenzaamheid. • Ik maak me erg zorgen over de gevolgen van de Jeugdwet • Ik vind "mantelzorg" een heel aparte, ambtelijke benadering.... • ik vind kortdurende mantelzorg voor iemand van wie je houdt nog te doen maar van een fulltime werkend iemand is dit voor de lange termijn amper te verwachten. Ik weet niet hoe Rutte en consorten dit voor zich zien. Ik hoop dat hij heel lang over zijn moeder moet gaan mantelzorgen met zijn baan als premier. en dan wel zelf he, niet iemand inhuren! • Ik zou graag willen weten hoe de overheid denkt dat mantelzorg te combineren is met langer volledig werken. Ik heb een eigen bedrijf, dus niets om op terug te vallen. • Mantelzorg is duidelijk als het duidelijke taken en uren betreft. Maar vaak werkt het niet zo. Het is ook lastig, vooral bij mensen met problemen op veel leefgebieden. Want met wat help je wel en met wat niet? Mensen met veel problemen kunnen vaak de verantwoordelijkheid niet aan/nemen en dat maakt de positie van een mantelzorger soms precair. • mantelzorg moet iedereen geven. ook als dierbaren zijn opgenomen in bejaardenhuizen of verpleeghuizen. als dergelijke huizen gesloten worden is dat een ramp. Mijn oma verzorgde haar vader tot hij stierf thuis. Maar zij was huisvrouw. Tegenwoordig heb je werkende vrouwen. Broers laten het altijd afweten bij de zorgtaken voor hun ouders dus de dochters die werken worden door deze bezuinigingen zwaar getroffen. • Nogmaals: er is wildgroei ontstaan in het managers-circuit. Er moet dringend gekort worden op indicatie en onmiddellijk actie ondernomen worden • Ouders wonen op Ameland. • Raar dat kinderverzorging niet direct onder mantelzorg past. • Wanneer word mij daadwerkelijk hulp geboden? 27 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek • Zorg is vrij eenvoudig te coördineren door wijkverpleging en buurtzorgwinkels daar zijn geen managers voor nodig. Kijk naar de jaren 70/80 Vind wel dat verzorging en verpleging bij de prof. horen. Ieder zijn vak! Niet bij goed willende vrijwilligers 28 Mantelzorg in Zuid Bijlage II De vragenlijst 29 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Serial Serie nummer Vragenlijst mantelzorg in Zuid Goedemiddag/-avond u spreekt met …. van O+S, Bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. In opdracht van stadsdeel Zuid doen wij onderzoek onder mantelzorgers naar hun ervaringen en ondersteuningsbehoeften. Wilt u daar aan mee doen? Het zal ongeveer 5 minuten duren. v1 Heeft u de afgelopen twaalf maanden mantelzorg gegeven? Mantelzorg is de zorg die u geeft aan een bekende uit uw omgeving, zoals uw partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger. 1 2 ja nee → ga naar vraag geen_doelgroep v2 Geeft u deze mantelzorg op dit moment nog? 1 2 ja --> volgende vraag overslaan nee V2b: : Zou u de nu volgende vragen over mantelzorg dan willen beantwoorden over de mantelzorg die u toen gaf, dus over de situatie toen? (enqueteur: alle volgende vragen in de verleden tijd formuleren) 1 2 ja nee → ga naar vraag geen_doelgroep v3 Hoeveel uur mantelzorg geeft u momenteel gemiddeld per week, eventuele reistijd meegerekend? Graag afronden op hele uren. v4 Zou u, mocht dat nodig zijn, meer uren per week aan mantelzorg kunnen besteden? 1 2 3 4 ja zeker misschien nee zeker niet → ga naar vraag v6 weet ik niet → ga naar vraag v6 v5 Hoeveel uur mantelzorg zou u er maximaal bij kunnen doen per week? Graag afronden op hele uren per week. v6 Kunt u uw antwoord toelichten? X 30 Mantelzorg in Zuid v7 Hoe lang geeft u al mantelzorg? Is dat: 1 2 3 4 5 6 7 korter dan drie maanden drie maanden tot een 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot en met 5 jaar 6 tot 10 jaar 10 jaar of langer weet ik niet v8 Wat voor soort dingen doet u als mantelzorger? Is dat: (meerdere antwoorden mogelijk) 1 2 3 4 5 6 7 hulp bij het huishouden (schoonmaken, de was doen, boodschappen e.d.) persoonlijke verzorging (hulp bij aankleden, eten, wassen e.d.) verpleegkundige hulp (klaarzetten/geven medicijnen, wondverzorging) financiële en andere zaken regelen, administratie vervoer en begeleiding bij bezoeken (arts, familiebezoek, kapper e.d.) gezelschap, troost, afleiding, het bespreken van problemen v9 Aan wie geeft u mantelzorg? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 partner ouder schoonouder kind broer of zus grootouder iets anders, namelijk ________________________________________ ander familielid, namelijk vriend of vriendin buurman of buurvrouw iemand anders namelijk ________________________________________ ________________________________________ V9a Wat is het ziektebeeld, de handicap of de beperking van degene aan wie u zorg verleent? (Als het om meerdere personen gaat dan voor diegene invullen waar u de meeste uren zorg aan verleent). Meerdere antwoorden zijn mogelijk. 1. Ouderdom 2. Dementie (bijvoorbeeld Alzheimer) 3. Een andere vorm van Niet Aangeboren Hersenletsel (zoals epilepsie, CVA) 4. Verstandelijke beperking 5. Lichamelijke beperking 6. Verslaving 7. Psychosociale problemen (zoals emotionele- en gedragsproblemen) 8. Psychiatrische problematiek (bijv. een psychiatrische ziekte zoals schizofrenie) 9. Chronische ziekte 10. Anders, namelijk: ……………………………………………… v10 Wat is de afstand tot diegene waaraan u mantelzorg geeft? Is dat: (Als het om meerdere personen gaat, dan voor diegene invullen waar u de meeste uren zorg aan verleent). 1 2 3 woont in hetzelfde huis als u woont in de buurt (tot 5 kilometer van u vandaan) woont verder weg, verder dan 5 kilometer, namelijk……kilometer ________________________________________ 31 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek v10a Mensen kunnen verschillende redenen hebben om anderen te helpen. Kunt u van de volgende zaken aangeven in hoeverre die voor uw motivatie mee spelen? Er is niemand anders beschikbaar. Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht. Ik doe het uit liefde en genegenheid. Ik put veel voldoening uit de zorg. Ik vind het vanzelfsprekend om te doen. Iets anders, namelijk ............ v10b speelt sterk mee speelt een beetje mee speelt niet mee DCU: hier antwoord(en) opnemen uit 10a (die meespelen) plus 'iets anders, namelijk'. Welke van de door uw genoemde motieven vindt u het belangrijkst? 1 2 3 4 5 6 Er is niemand anders beschikbaar. Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht. Ik doe het uit liefde en genegenheid Ik put veel voldoening uit de zorg. Ik vind het vanzelfsprekend om te doen v11 Sommige mensen voelen zich erg belast door de verzorging van een ander. Zij vinden de zorg zwaar en moeilijk vol te houden. Voor andere mensen geldt dat minder. Alles bij elkaar genomen, hoe belast voelt u zich momenteel? 1 2 3 4 5 niet of nauwelijks belast → ga naar vraag v13 enigszins belast → ga naar vraag v13 tamelijk zwaar belast → ga naar vraag v13 zeer zwaar belast → ga naar vraag v13 overbelast v12 Hoe komt het dat u zich overbelast voelt als mantelzorger? iets anders namelijk ...... ________________________________________ X 32 v13 Krijgt diegene aan wie u mantelzorg geeft nog andere hulp? Bijvoorbeeld professionele hulp en/of hulp van andere mantelzorgers of van vrijwilligers. (meerdere antwoorden mogelijk) (Als het om meerdere personen gaat, dan voor diegene invullen waar u de meeste uren zorg aan verleent). 1 2 3 4 5 6 7 8 ja, verzorging of verpleging van thuiszorg ja, hulp bij het huishouden ja, dagopvang / dagbehandeling v14 Wat zou de gemeente, onder andere het stadsdeel, kunnen doen om het voor u als mantelzorger makkelijker of minder zwaar te maken? (open vraag, antwoorden niet oplezen/tonen; meerdere antwoorden mogelijk) 1 2 3 4 5 6 7 8 reiskostenvergoeding geven respijtzorg bieden (de zorg wordt overgenomen zodat u even rijd voor u zelf heeft) informatie en advies geven (bijv. over regelingen in de zorg) parkeerontheffing/-vergoeding verlenen lotgenotencontacten organiseren (contact met andere mantelzorgers) v15 Wist u dat het stadsdeel hulp aan mantelzorgers biedt? 1 2 ja nee ja, andere professionele hulp namelijk ja, van vrijwilliger(s) ja, van andere mantelzorger(s) nee weet ik niet iets anders, namelijk niets, niet nodig weet ik niet ________________________________________ ________________________________________ Mantelzorg in Zuid v16 Welke van de volgende vormen van gemeentelijke ondersteuning van mantelzorg kent u? (meerdere antwoorden mogelijk, antwoorden oplezen/tonen) 1 2 3 4 5 Adviestraject Mantelzorg of mantelzorgadviseur informatie en advies via het loket Zorg en Samenleven lotgenotencontact (bijv. lunchbijeenkomsten met mantelzorgers, om kennis en ervaring met andere mantelzorgers te delen) respijtzorg (de zorg wordt overgenomen zodat u even tijd voor u zelf heeft) geen van deze → ga naar vraag v18 v17 DCU: Over de vormen die bij v16 worden genoemd (die men kent) vragen: Van welke van deze vormen van ondersteuning heeft u de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 2 3 4 5 Adviestraject Mantelzorg/mantelzorgadviseur informatie en advies via het loket Zorg en Samenleven lotgenotencontact (bijv. lunchbijeenkomsten met mantelzorgers, om kennis en ervaring met andere mantelzorgers te delen) respijtzorg (de zorg wordt overgenomen zodat u even tijd voor u zelf heeft) geen van deze v18 Heeft u in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van (nog) andere vormen van ondersteuning voor u als mantelzorger? 1 2 nee v19 Heeft u betaald werk? En zo ja, voor hoeveel uren per week? 1 2 nee → ga naar vraag v21 ja, voor ...... uren per week v20 Bent u minder uren gaan werken om mantelzorg te kunnen geven? 1 2 nee, dat is niet het geval v20a Stel dat u meer tijd zou hebben en u had de keuze tussen meer uren gaan werken of meer uren mantelzorg geven. Waar zou u die tijd dan aan besteden? 1 2 meer uren betaald werk → ga naar vraag v22 meer uren mantelzorg geven → ga naar vraag v22 v21 Waarom verricht u geen betaalde arbeid? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 2 3 4 5 6 7 mijn leeftijd/ik ben met pensioen ik ben op zoek naar werk ik ben arbeidsongeschikt ik ben huisvrouw/huisman omdat ik op dit moment een opleiding volg omdat ik werk niet kan combineren met mijn mantelzorgtaken v22 Doet u vrijwilligerswerk? Zo ja hoeveel uren gemiddeld per week? 1 2 3 nee ja, namelijk ________________________________________ ja, namelijk …. uur per week iets anders namelijk ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ja, …. uur per week ________________________________________ ja, maar minder dan gemiddeld 1 uur per week Tot slot hebben we nog wat vragen over uw achtergrond. Uiteraard zijn al uw antwoorden anoniem. lftd Wat is uw leeftijd? 33 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek geslach Deze vraag niet stellen! t Enqueteur geslacht invullen 1 2 3 man vrouw niet bekend opleidi ng Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1 2 3 geen opleiding gevolgd of enkele jaren lagere school of basisonderwijs gevolgd lagere school, basisschool, speciaal onderwijs VSO, voortgezet speciaal onderwijs VBO, LBO (huishoud-, ambacht-, technische school, interne bedrijfsopleiding), MBO-KORT, BBL,BOL 1-2, leerlingwezen, ULO MAVO, MULO, VMBO MBO(-lang), interne opleiding op mbo-niveau, BBL,BOL 3-4 HAVO, VWO, HBS, MMS HBO, interne opleiding op hbo-niveau WO, universiteit, kandidaatsexamen anders, namelijk __________________________________________________________________ 4 5 6 7 8 9 10 huisho udtype In welk type huishouden woont u? Is dat: 1 2 3 4 5 één persoon, alleenstaande (echt) paar zonder kinderen (thuis) (echt) paar met kind(eren) thuis één ouder met kind(eren) thuis anders, namelijk ________________________________________ inkome Wat is uw persoonlijke netto maandinkomen? Is dat: n 1 netto 700 euro per maand of minder 2 netto tussen de 701 euro en 1000 euro per maand 3 netto tussen de 1001 en 1350 euro per maand 4 netto tussen de 1351 euro en 2050 euro per maand 5 netto tussen de 2051 euro en 3200 euro per maand 6 netto tussen de 3201 euro en 4000 euro per maand 7 netto boven de 4000 euro per maand 8 weet niet 9 geen antwoord, wil niet zeggen herkom Wat is ... st Nederl Surina Antille Turkij and me n, e Aruba uw geboorteland geboorteland van uw moeder geboorteland van uw vader 34 Marok Europ VS, ko a Canad (inclu a, sief Austra voorm lië, alige Nieuw Sovjet Zeelan d, Repub overig lieken) Ocean ië, Japan, Indon esië, Nederl ands Indië overig onbek Azië, end overig (geen Midde antwo n- en ord) ZuidAmeri ka, overig Afrika Mantelzorg in Zuid opmerk Dit waren onze vragen. Heeft u zelf nog opmerkingen over dit onderwerp? ingen X Zou u in de toekomst willen meewerken aan een vervolgonderzoek over mantelzorg? Zo ja, kunnen we dan uw naam, telefoonnummer en eventueel uw e-mailadres noteren? 1. ja, ………………………………… 2. nee Hartelijk bedankt voor uw medewerking. DCU: einde vragenlijst Geen_doelgroep: U behoort helaas niet tot de doelgroep van dit onderzoek, we hebben dan ook geen vragen meer voor u. Hartelijk bedankt voor uw medewerking. 35
© Copyright 2025 ExpyDoc